|
24.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 88/6 |
Kennisgeving aan de personen op wie de maatregelen van Besluit 2011/235/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit 2012/168/GBVB en Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad, als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 264/2012 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran van toepassing zijn
2012/C 88/04
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die worden genoemd in de bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit 2012/168/GBVB (1) van de Raad, en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad, als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 264/2012 (2) van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Iran.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de in de bovengenoemde bijlagen vermelde personen moeten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten waarop de beperkende maatregelen van Besluit 2011/235/GBVB en van Verordening (EU) nr. 359/2011 van toepassing zijn. De redenen voor de aanwijzing van de betrokken personen staan in de desbetreffende vermeldingen in de bijlagen.
De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 359/2011, een verzoek kunnen richten om een machtiging te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 4 van de verordening).
De betrokken personen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
DG K — Coördinatie |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden van artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.