|
25.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 257/10 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
2012/C 257/05
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
ENIG DOCUMENT
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„PRES-SALES DE LA BAIE DE SOMME”
EG-nummer: FR-PDO-0005-0604-11.05.2007
BGA ( ) BOB ( X )
1. Naam:
„Prés-salés de la baie de Somme”
2. Lidstaat:
Frankrijk
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:
3.1. Productcategorie:
|
Categorie 1.1. |
Vers vlees en slachtafvallen |
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:
Het vlees met de benaming „Prés-salés de la baie de Somme” is vlees van lammeren die minder dan 12 maanden oud zijn, minstens 75 dagen werden gehouden op de kwelders (gorzen, schorren) — met inachtneming van het natuurlijke evenwicht van dit milieu — en op deze kwelders hoofdzakelijk met de aldaar voorkomende zoutplanten werden gevoed.
De fokrammen behoren tot de rassen „Suffolk”, „Hampshire”, „Roussin”, „Ile de France”, „Rouge de l'Ouest”, „Boulonnais” en „Vendéen”. Tenzij er sprake is van herbevolking van de kudde en nieuwe dieren bij de controlestructuren worden aangegeven, worden de fokooien geboren uit ooien die op de kwelders werden gehouden door schapenhouderijen die over een vergunning beschikken om hun dieren op deze plekken te laten grazen.
De karkassen moeten aan de volgende criteria voldoen:
|
— |
een minimumgewicht hebben van 16 kg; |
|
— |
een bevleesdheid hebben die zorgt voor een recht, lichtjes concaaf profiel alsook een gemiddelde tot stevige spierontwikkeling (U, R, O, indelingsschema EUROP); |
|
— |
een vetheidsklasse 2-3 in het indelingsschema EUROP, m.a.w. een „dun tot zeer dun vetlaagje” hebben; |
|
— |
stevig, wit tot romig wit vet aan de buiten- en de binnenzijde hebben. |
Kenmerkend voor het vlees is de roze kleur. Het is sappig vlees; dat blijkt zowel bij het bakken als bij het kauwen. De smaak is intens en blijft lang in de mond hangen. Het vlees wordt gekoeld aangeboden met uitzondering van het ontdooide gekoelde vlees.
3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):
—
3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):
De lammeren en de ooien vinden hun voedsel hoofdzakelijk door te grazen op weiden aan zee, dus op kwelders.
Het houderijsysteem bestaat uit 3 opeenvolgende fasen:
|
— |
een postnatale periode waarin de lammeren hoofdzakelijk met melk van het moederdier worden gevoed. Deze periode duurt minimum 60 dagen en maximum 90 dagen. In de eerste levensdagen kan het melkdieet van het lam worden aangevuld met melkpoeder, voedergewassen en krachtvoer. |
|
— |
een periode van minstens 75 dagen op de kwelders tijdens welke de dieren dagelijks minstens 4 uren — en 60 dagen lang zelfs minstens 7 uren — op deze plekken grazen. Tijdens deze periode verblijven de dieren op de geïdentificeerde autonome graasweiden. De periode dat de dieren op kwelders grazen, kan worden onderbroken hetzij omdat het eind van de dag is aangebroken en de dieren zich terugtrekken op andere percelen die zich bevinden op minder dan 1 km van de betrokken autonome graasweiden, hetzij omdat de kwelders onderlopen als gevolg van springtij en de dieren zich om deze reden op andere percelen terugtrekken. Tijdens de periode dat de lammeren grazen op de kwelders, mogen ze geen krachtvoer krijgen. Hun voedsel mag dan slechts worden aangevuld met voedergewassen. |
De dagen dat de dieren zich terugtrekken op andere percelen worden niet in aanmerking genomen als dagen dat ze op de kwelders hebben gegraasd.
|
— |
een facultatieve afmestperiode die hetzij even lang is als de periode dat de dieren op de kwelders hebben gegraasd, hetzij per 4 graasdagen 1 dag minder bedraagt, en die maximaal 6 weken duurt. |
In het geval een afmestperiode wordt doorlopen, krijgen de lammeren voedergewassen en krachtvoer. Wanneer een afmestfase wordt doorlopen, beslaat de periode op de kwelders, met inbegrip van de dagen dat deze als gevolg van springtij onder komen te staan, minstens de helft van de levensduur van het dier.
Alle voedergewassen en minstens 65 % van het dagelijks verstrekte droogvoer is van oorsprong uit het geografische gebied en afkomstig van percelen met een geringe hoogte en met gronden die uit recente mariene afzettingen zijn samengesteld en stuifwater uit de zee over zich heen krijgen.
De voedergewassen bestaan uit groenvoer — dat de dieren door grazen tot zich nemen of dat is geconserveerd in de vorm van hooi of voorgedroogd baalvoer met een drogestofgehalte van meer dan 50 % — alsook uit wortelen, knollen en leguminosen.
Het krachtvoer bestaat uit granen, tarwezemelen, soja-, koolzaad-, zonnebloem- en lijnzaadkoeken, pulp van planten, melasse, gedroogde luzerne, mineralen en vitamines.
3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:
De dieren moeten geboren, gehouden en geslacht worden in het afgebakende geografische gebied.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:
—
3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:
Om het vlees met de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” te identificeren en te etiketteren, wordt op beide zijden van het karkas dat onder bovengenoemde benaming wordt ingedeeld, nadat het vlees is uitgezegen, een identificatieband aangebracht met daarop in onuitwisbare inkt de vermelding „Prés-salés BS”.
Tot en met de uiteindelijke distributeur moeten het karkas en de uitgesneden delen voorzien zijn van een etiket waarop minstens de volgende gegevens zijn aangebracht:
|
— |
de oorsprongsbenaming; |
|
— |
het BOB-logo van de Europese Unie en de vermelding „appellation d’origine protégée”; |
|
— |
de naam van de veehouder; |
|
— |
het nummer van het bedrijf; |
|
— |
het nationaal identificatienummer van het lam; |
|
— |
de slachtdatum. |
4. Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:
Het geografische gebied waar de kwelders van de baai van de Somme en van de baai van Authie gelegen zijn en waar de lammeren geboren, gehouden en geslacht worden, beslaat de volgende kantons en gemeenten van de departementen Pas-de-Calais en Somme:
|
— |
Departement Pas-de-Calais:
|
|
— |
Departement Somme:
|
5. Verband met het geografische gebied:
5.1. Specificiteit van het geografische gebied:
De dieren die bestemd zijn voor de productie van het vlees met de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” worden gehouden op gronden die zich op de grens tussen land en zee bevinden, m.a.w. op kwelders, die in het lokale taalgebruik „mollières” worden genoemd, en op gronden van de aangrenzende gemeenten die de maritieme vlakte van Picardië vormen. De kwelders, gronden die bestaan uit zeeslib — dat in het lokale taalgebruik „tangue” wordt genoemd — worden minstens 50 dagen per jaar overspoeld door de zee, waardoor een vegetatie van zoutplanten tot ontwikkeling komt (puccinellia maritima, halimione portulacoïdes, triglochin maritima, …) die door de schapen zeer wordt gesmaakt. De kwelders worden gedraineerd door een netwerk van natuurlijke en onregelmatige geulen die een obstakel voor de schapen vormen. Wanneer de dieren niet op de kwelders verblijven — in de perioden dat deze onderlopen en ook tijdens de winter — verblijven ze op de maritieme vlakte van Picardië die uit polders en duinformaties bestaat.
De onmogelijkheid om duurzame omheiningen op de kwelders te plaatsen aangezien deze gronden tot de openbare ruimte behoren en bovendien regelmatig onderlopen, het systeem van de seizoenstrek dat wordt toegepast omdat de schaapskooien ver weg liggen en het feit dat dieren door de geulen in de modder kunnen wegzakken, hebben ertoe geleid dat de schapenkudden collectief worden gehoed door herders. Omdat het moeilijk stappen is op de losse, met geulen doorsneden gronden hebben de schapenhouders ervoor geopteerd om enerzijds schapenrassen te selecteren die flink kunnen lopen en een goed moederinstinct hebben en anderzijds op deze kwelders schapen te houden die oud genoeg zijn om tegen de ongemakken van dit milieu op te kunnen.
De schapenhouders zijn rond de baai weilanden gaan inrichten en exploiteren om de dieren beschutting te bieden en van voedsel te voorzien wanneer de kwelders bij springtij onderlopen.
Rekening houdend met de van nature heterogene groei van deze schapen en met het feit dat de kudde dus zowel zeer jonge als wat oudere lammeren telt, hebben de schapenhouders een aangepaste knowhow ontwikkeld om deze lammeren in de schaapskooien af te mesten.
Dit bijzondere houderijsysteem met zijn typische lokale contacten tussen de schapenhouders, groothandelaren in slachtvlees en slachthuizen, heeft ertoe geleid dat steevast slachthuizen worden gekozen die nog steeds over de voor de slacht van schapen vereiste middelen en vaardigheden beschikken. Deze know-how komt met name tot uiting in de korte wachttijd die de dieren in comfortabele omstandigheden doorbrengen tussen het tijdstip van aankomst in het slachthuis en het tijdstip van de slacht, en in de bijzondere zorg die wordt besteed aan de slacht zelf en aan de versnijding en de evisceratie van het karkas waarbij het dekvet niet wordt verwijderd en het karkas op geen enkele wijze vuil wordt. Ook voor het koelen en het rijpen van het karkas gelden voorschriften. Wanneer deze bewerkingen achter de rug zijn, oordelen de producenten of de karkassen de kenmerken bezitten om voor de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” in aanmerking te komen, met name wat de kwaliteit van het vet en het voorkomen van de karkassen betreft.
Het lokale belang van deze schapenteelt blijkt ook uit het feit dat het lamsvlees „Prés-salés de la baie de Somme” een centrale plaats inneemt bij toeristische en gastronomische activiteiten. Zo is er het feest van het schaap tijdens het eerste weekend van oktober. Duizenden mensen nemen dan deel aan animatieactiviteiten die met deze veeteelt verband houden: degustaties, demonstraties met schaapshonden, optochten van de kuddes, enz.
5.2. Specificiteit van het product
De term „pré-salé” verwijst naar een schaap dat werd vetgemest op kwelders die periodiek door de zee worden overspoeld. De lammeren die bestemd zijn om de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” te dragen, zijn redelijk oud (135 dagen tot 1 jaar). De meerderheid van deze lammeren wordt in de handel gebracht in de periode van juli tot november. De lammeren worden geboren op de schapenhouderijen in het geografische gebied uit kruisingen van rassen die aan de omgeving zijn aangepast en die ooien produceren met een goed moederinstinct en een grote melkgift. De karkassen worden gekenmerkt door een bevleesdheid die zorgt voor een recht, lichtjes concaaf profiel en een gemiddelde tot stevige spierontwikkeling. Wat de vetheid betreft, is er sprake van een dun tot zeer dun vetlaagje en het vet is aan de buiten- en de binnenzijde stevig en wit tot romig wit van kleur. Het vlees is rozig van kleur, langvezelig en dooraderd (intramusculair vet). Het is een sappig vlees; dat blijkt zowel bij het bakken als bij het kauwen. De smaak is intens en blijft lang in de mond hangen.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):
Wat het vlees „Prés-salés de la baie de Somme” met de bovengenoemde kenmerken en het productiegebied aan elkaar linkt, is hoofdzakelijk het feit dat de schapen de speciale vegetatie van de kwelders, met name het gewone kweldergras (puccinellia maritima), eten en veel in beweging zijn om in dit vaak vijandige milieu aan dat voedsel te komen (gevaar om in de diepe geulen in de modder weg te zakken, geen bescherming tegen stuifwater en tegen de zomerzon en -warmte).
Het verband met het geografische gebied wordt nog sterker en significanter door de plaatselijke herderspraktijken en door de specifieke voorschriften voor de slacht. Bij de plaatselijke vaardigheden die aan de basis liggen van de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” spelen de selectie en het gebruik van dieren die dankzij hun trage spieropbouw en hun goede moederinstinct aangepast zijn aan deze kwelders waar het moeilijk grazen is, een doorslaggevende rol.
Voor het overige worden de lammeren na afloop van de winter naar de kwelders gebracht. Daar blijven zij dag en nacht zonder enige onderbreking afgezien van de perioden dat de kwelders onderlopen, totdat ze worden geslacht of worden weggebracht om te worden afgemest. Op deze wijze is een op de seizoenstrek gebaseerde herderstraditie ontstaan waarbij de herders, die met de kwelders vertrouwd zijn, de dieren, ondanks de gevaren, laten grazen en zich voortdurend met hen verplaatsen om zo het natuurlijke evenwicht dat voor dit voedsel zorgt niet te verstoren. De lange periode dat de schapen in dit teeltsysteem worden gehoed (minimaal 75 dagen op de kwelders), de beschikbaarheid van percelen waar de dieren zich kunnen terugtrekken wanneer de kwelders onderlopen, het afstemmen van de productieperiode van de lammeren op de vegetatieperiode op de kwelders en de capaciteit van de schapenhouders om die dieren te identificeren die moeten worden afgemest om voor de BOB „Prés-salés de la baie de Somme” in aanmerking te komen, zorgen uiteindelijk voor lammeren die weliswaar zwaar maar niet dik zijn en die donkerroze spierweefsel en vast, wit vet hebben.
Dankzij deze schapenteelt konden in de slachthuizen van het geografische gebied specifieke vaardigheden worden ontwikkeld en gehandhaafd die enerzijds het bewaren van de kwaliteit van deze grondstof ten doel hebben, zoals het ongemoeid laten van het dekvet en het niet douchen van het karkas, en anderzijds de controle van de conformiteit van de karkassen door de plaatselijke slagers en schapenhouders vergemakkelijken. Het feit dat de slachthuizen zich op een afstand bevinden die in minder dan één uur kan worden afgelegd (waardoor de stress ten gevolge van het vervoer tot een minimum wordt beperkt), draagt eveneens bij aan de handhaving van de door de schapenhouderijen bereikte organoleptische kenmerken. Deze kwaliteit ligt aan de oorsprong van de faam van het vlees „Prés-salés de la baie de Somme” die tot uiting komt in een veel hogere verkoopprijs dan die van het standaard lamsvlees (50 tot 100 % hoger naargelang van de periode).
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:
(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)
http://agriculture.gouv.fr/IMG/pdf/CDC_Pres-sales_de_la_baie_de_Somme-2_cle4e6ec2.pdf
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.