Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide partijen /* COM/2012/0505 final - 2012/0238 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Op basis van het
mandaat van de Raad[1]
heeft de Europese Commissie met de Republiek Madagaskar onderhandeld met het
oog op de verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst in de
visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar. Ter
afronding van deze onderhandelingen is op 10 mei 2012 een nieuw protocol
geparafeerd. Het nieuwe protocol bestrijkt een periode van twee jaar vanaf de
datum van ondertekening ervan. Dit protocol bij
de overeenkomst heeft vooral tot doel de EU‑vaartuigen voor de
tonijnvisserij vangstmogelijkheden in de wateren van Madagaskar te bieden, met
inachtneming van de wetenschappelijke adviezen en de andere resoluties van de
bevoegde regionale visserijorganisatie, i.e. de Commissie voor de
tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC). Het algemene doel
bestaat erin om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de
Europese Unie en de Republiek Madagaskar te verstevigen met het oog op de
consolidatie van het partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam
visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de
visserijzone van Madagaskar. Meer bepaald voorziet het protocol in
vangstmogelijkheden voor in totaal 96 vaartuigen: –
40 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, –
34 vaartuigen voor de visserij met de drijvende
beug, met een tonnage van meer dan 100 GT, –
22 vaartuigen voor de visserij met de drijvende
beug, met een tonnage van 100 GT of minder. De Commissie stelt op grond hiervan voor dat
de Raad, met instemming van het Parlement, bij besluit dit nieuwe protocol
goedkeurt. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN
BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Vóór de onderhandelingen zijn de lidstaten
geraadpleegd in het kader van de Raadswerkgroep visserij en in het kader van
technische vergaderingen. Uit deze raadplegingen is gebleken dat een
visserijprotocol met Madagaskar behouden moet blijven. Bovendien heeft de
Commissie zich tevens gebaseerd op de resultaten van een evaluatie achteraf die
door onafhankelijke externe deskundigen is uitgevoerd en in november 2011 is
afgerond. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL De onderhavige
procedure loopt parallel aan de procedures met betrekking tot het besluit van
de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het protocol zelf, alsmede de
verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden
over de lidstaten van de EU. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING De in het
protocol bedoelde financiële tegenprestatie wordt becijferd op in totaal 3 050 000 euro
(i.e. 1 525 000 euro per jaar). Dit bedrag stemt overeen met: a) 975 000
euro per jaar, wat overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 15 000 ton per
jaar, voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar, en 550 000 euro
per jaar voor de ontwikkeling van een sectoraal visserijbeleid van de Republiek
Madagaskar. Deze sectorale steun beantwoordt aan de doelstellingen van het
nationale visserijbeleid. 5. AANVULLENDE INFORMATIE 2012/0238 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het tussen de
Europese Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot
vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin
is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide
partijen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 6,
onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien de goedkeuring van het Europees
Parlement[2],
Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 15 november 2007 heeft de
Raad Verordening (EG) nr. 31/2008 betreffende de sluiting van een
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Madagaskar goedgekeurd[3].
(2) De Unie heeft met de
Republiek Madagaskar onderhandeld over een nieuw protocol waarbij aan de
vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de wateren
waarover Madagaskar de soevereiniteit of de jurisdictie voor
visserijaangelegenheden heeft. (3) Na afloop van de
onderhandelingen is het nieuwe protocol op 10 mei 2012 geparafeerd. (4) Dit nieuwe protocol is op grond
van Besluit nr. .../2012/EU[4]
ondertekend en wordt sinds de datum van ondertekening ervan voorlopig
toegepast. (5) Het protocol dient te worden
gesloten, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Het tussen de Europese Unie en de Republiek
Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden
en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Madagaskar, die van kracht is tussen beide partijen[5], wordt namens de Unie
goedgekeurd. Artikel 2 De voorzitter van de Raad wijst de persoon
(personen) aan die gemachtigd is (zijn) om namens de Unie de in artikel 19 van
het protocol bedoelde kennisgeving te verrichten, waarmee de instemming van de
Unie om door het protocol gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht[6]. Artikel 3 Dit besluit
treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter PROTOCOL Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële
tegenprestatie in het kader van de partnerschapsovereenkomst in de
visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar Artikel 1
Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden 1. Op grond van artikel 5 van de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector worden de volgende
vangstmogelijkheden toegekend, voor een periode van twee (2) jaar: sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in
bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982) met
uitzondering van de familie van de Alopiidae, de familie van de Sphyrnidae
en de volgende soorten: Cethorinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon
carcharias, Carcharinus falciformis, Carcharinus longimanus. a) 40 vaartuigen voor de tonijnvisserij met
de zegen en b) 34 vaartuigen voor de visserij met de
drijvende beug, met een tonnage van meer dan 100 GT, c) 22 vaartuigen voor de visserij met de
drijvende beug, met een tonnage van 100 GT of minder. 2. Lid 1 is van toepassing
onverminderd de artikelen 5 en 6 van dit protocol. 3. Krachtens artikel 6 van de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector en artikel 7 van dit
protocol mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie
voeren, slechts visserijactiviteiten in de wateren van Madagaskar uitoefenen,
indien zij voorkomen op de lijst van vissersvaartuigen van de Commissie voor de
tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) en over een vismachtiging
beschikken die is afgegeven in het kader van de in dit protocol overeenkomstig
de bepalingen in de bijlage daarbij vastgestelde voorwaarden. Artikel 2
Financiële tegenprestatie - Betalingswijze 1. De in artikel 7 van de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector bedoelde totale financiële
tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1 bepaalde periode, vastgesteld op 3 050 000
euro voor de gehele duur van dit protocol. 2. Deze financiële
tegenprestatie omvat: a) een jaarlijks bedrag van 975 000
euro voor toegang tot de visserijzone van Madagaskar, wat overeenkomt met een
referentiehoeveelheid van 15 000 ton per jaar, en b) een specifiek jaarlijks bedrag van 550 000 euro
voor de ondersteuning en tenuitvoerlegging van het sectoraal beleid van
Madagaskar op het gebied van visserij en maritieme zaken. 3. Lid 1 is van toepassing
onverminderd de artikelen 3, 5, 6, 8 en 9 van dit protocol. 4. De Europese Unie betaalt
gedurende de toepassingsperiode van dit protocol de in lid 1 bedoelde
financiële tegenprestatie van 1 525 000 euro per jaar, hetgeen
overeenkomt met het totaal van de in lid 2, onder a) en b), bedoelde bedragen
(nl. respectievelijk 975 000 euro en 550 000 euro). 5. Als de vaartuigen van de
Europese Unie in de visserijzone van Madagaskar in totaal meer dan 15 000
ton tonijn per jaar vangen, is het bedrag van de jaarlijkse financiële
tegenprestatie voor toegangsrechten 65 euro per extra ton. De Europese Unie mag
jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 2, onder a),
vermelde bedrag (dus 1 950 000 euro). Indien vaartuigen van de
Europese Unie in de visserijzone van Madagaskar meer vangen dan de met het
dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het
voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald,
overeenkomstig hetgeen in de bijlage is bepaald. Om overschrijdingen van de
referentiehoeveelheid te voorkomen, voeren de partijen een systeem om de
vangsten geregeld te kunnen volgen. 6. Voor het eerste jaar vindt de
betaling uiterlijk 90 dagen na de in artikel 15 bedoelde voorlopige toepassing
van het protocol plaats, en voor de volgende jaren uiterlijk op de datum waarop
het protocol verjaart. 7. De beslissing over de
bestemming van de in artikel 2, lid 2, onder a), gespecificeerde financiële
tegenprestatie valt onder de exclusieve bevoegdheid van Madagaskar. 8. De financiële tegenprestatie
wordt betaald of overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën
bij de Centrale Bank van Madagaskar. De gegevens van de rekening zijn: Agence
comptable centrale du Trésor public bij de Banque centrale de Madagascar
Antaninarenina, Antananarivo, Madagascar, rekeningnummer 213 101 000 125
TP EUR. Artikel 3
Bevordering van verantwoorde en duurzame visserij in de wateren van
Madagaskar 1. Uiterlijk drie maanden na de
datum van voorlopige toepassing van dit protocol komen de Europese Unie en
Madagaskar in de gemengde commissie als bedoeld in artikel 9 van de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector enerzijds een meerjarig
sectoraal programma, dat in overeenstemming is met de nationale strategie voor
de visserij van Madagaskar en met het beleidskader van de Europese Commissie,
en anderzijds de daarbij horende uitvoeringsbepalingen overeen, die met name
het volgende omvatten: a) de op meerjarige en jaarbasis
vastgestelde richtsnoeren voor de bestemming van het in artikel 2, lid 2,
onder b), genoemde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie; b) de doelstellingen die op meerjarige en
jaarbasis moeten worden bereikt om tot een duurzame en verantwoorde visserij te
komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten in het nationale
visserijbeleid van Madagaskar en in andere beleidssectoren die met de
bevordering van een verantwoorde en duurzame visserij, met inbegrip van
beschermde mariene gebieden, in verband staan of deze kunnen beïnvloeden; c) de criteria en de procedures, met
inbegrip van, indien passend, begrotings- en financiële indicatoren, voor de
beoordeling van de per jaar behaalde resultaten. 2. Voorstellen tot wijziging van
het meerjarige sectorale programma moeten in het gemengde comité door de
partijen worden goedgekeurd. Artikel 4
Wetenschappelijke samenwerking met het oog op verantwoorde visserij 1. Beide partijen verbinden zich
ertoe verantwoorde visserij in de wateren van Madagaskar te bevorderen zonder
onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in deze wateren vissen. 2. Gedurende de door dit protocol bestreken periode houden de Europese
Unie en Madagaskar toezicht op de toestand van de visserijrijkdommen in de
visserijzone van Madagaskar. 3. Beide partijen streven ernaar
de door de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC)
vastgestelde resoluties, aanbevelingen en beheersplannen inzake instandhouding
en verantwoordelijk beheer van de visserij na te leven. Zij streven er eveneens
naar het advies van de in artikel 4, lid 2, van de overeenkomst bedoelde
gezamenlijke wetenschappelijke werkgroep na te leven. 4. Op basis van de aanbevelingen
en de resoluties van de IOTC en het beste beschikbare wetenschappelijke advies
en, in voorkomend geval, de resultaten van een gemeenschappelijke
wetenschappelijke vergadering zoals bedoeld in artikel 4 van de
partnerschapsovereenkomst inzake visserij, plegen beide partijen overeenkomstig
artikel 4 van de overeenkomst overleg in de in artikel 9 van de overeenkomst
bedoelde gemengde commissie om, indien nodig, maatregelen vast te stellen voor
een duurzaam beheer van de visserijrijkdommen van Madagaskar. Artikel 5
Aanpassing van de vangstmogelijkheden in onderlinge overeenstemming 1. De in artikel 1 bedoelde
vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden aangepast voor
zover de aanbevelingen en resoluties van de IOTC en de gezamenlijke
wetenschappelijke werkgroep de stelling ondersteunen dat een dergelijke
aanpassing het duurzame beheer van tonijn en tonijnachtigen in de Indische
Oceaan ten goede zal komen. 2. De in artikel 2, lid 2, onder
a), bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig en pro rata temporis
aangepast. [De Europese Unie mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het
dubbele van het in artikel 2, lid 2, onder a), vermelde bedrag.] 3. Beide partijen stellen elkaar
in kennis van alle wijzigingen in hun respectieve visserijbeleid en -wetgeving. Artikel 6
Nieuwe vangstmogelijkheden 1. Indien de vissersvaartuigen
van de Europese Unie belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet
onder artikel 1 van de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector vallen,
plegen beide partijen overleg alvorens voor dergelijke activiteiten een machtiging
te geven, en stellen zij indien nodig in onderling overleg de voorwaarden voor
dergelijke visserijactiviteiten vast en passen zij dit protocol en de bijlage
daarbij aan. 2. Beide partijen moedigen
experimentele visserij aan, met name op in de wateren van Madagaskar aanwezige
onderbenutte soorten. Hiertoe plegen de partijen, indien een van beide hierom
verzoekt, overleg teneinde per geval de soorten, de voorwaarden en andere
relevante parameters vast te stellen. 3. In voorkomend geval doen de
partijen aan experimentele visserij volgens de parameters die beide partijen
bij een bestuurlijke regeling zijn overeengekomen. Wat Madagaskar betreft, is
zowel het Centre National de Recherche Océanographique en het Institut
Halieutique et des Sciences Marines betrokken bij het vaststellen van deze
parameters. 4. Machtigingen voor
experimentele visserij hebben een looptijd van maximaal zes maanden. 5. Indien de experimentele
visserij volgens de partijen positieve resultaten oplevert, kan de regering van
Madagaskar vangstmogelijkheden voor de nieuwe soorten aan de vloot van de
Europese Unie toewijzen tot het einde van de looptijd van dit protocol. De in
artikel 2, lid 2, onder a), van dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie
wordt in dat geval dienovereenkomstig verhoogd. De door de reders te betalen
rechten en de in de bijlage vastgelegde voorwaarden worden dienovereenkomstig
gewijzigd. Artikel 7
Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij — Exclusiviteitsclausule Onverminderd artikel 6 van de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector mogen de vaartuigen van de
Europese Unie slechts visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren van
Madagaskar als zij in het bezit zijn van een geldige vismachtiging die in het
kader van dit protocol en de daaraan gehechte bijlage is afgegeven door de voor
visserij bevoegde minister van Madagaskar. Artikel 8
Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie 1. Onverminderd artikel 9 van
dit protocol wordt de in artikel 2, lid 2, onder a) en b), bedoelde financiële
tegenprestatie geschorst of herzien na overleg tussen beide partijen: a) indien de visserij in de visserijzone van
Madagaskar door andere dan natuurverschijnselen wordt verhinderd; b) indien zich in de beleidsrichtsnoeren van
één van beide partijen belangrijke veranderingen voordoen die de desbetreffende
bepalingen van dit protocol beïnvloeden; c) indien de Europese Unie constateert dat
sprake is van schending van de essentiële en fundamentele elementen van de
mensenrechten als bedoeld in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou en
overeenkomstig de procedure van de artikelen 8 en 96 van voornoemde
overeenkomst. In dat geval worden alle activiteiten van de vissersvaartuigen
van de Europese Unie in de wateren van Madagaskar geschorst. 2. De Europese Unie behoudt
zicht het recht voor om de betaling van de in artikel 2, lid 2, onder b),
van dit protocol bedoelde specifieke financiële tegenprestatie geheel of
gedeeltelijk op te schorten: a) wanneer na een evaluatie die door de voor
visserij bevoegde minister wordt uitgevoerd en door de gemengde commissie wordt
geanalyseerd, blijkt dat de bereikte resultaten niet overeenkomen met de
programmering; b) in geval van niet-benutting van deze
financiële tegenprestatie. 3. De betaling van de financiële
tegenprestatie wordt hervat nadat beide partijen overeenstemming hebben bereikt
over het herstel van de aan de in lid 1 genoemde gebeurtenissen voorafgaande
situatie en/of wanneer de resultaten van de in lid 2 bedoelde financiële
uitvoering dat rechtvaardigen. Artikel 9
Schorsing van de tenuitvoerlegging van het protocol 1. Op initiatief van één van
beide partijen wordt de tenuitvoerlegging van dit protocol geschorst na overleg
tussen en met akkoord van de partijen in de in artikel 9 van de overeenkomst
bedoelde gemengde commissie: a) indien uitzonderlijke omstandigheden, met
uitzondering van natuurverschijnselen, visserijactiviteiten in de visserijzone
van Madagaskar onmogelijk maken; b) indien de Europese Unie de in artikel 2,
lid 2, onder a), bedoelde betalingen niet verricht om redenen die niet in
artikel 8 van dit protocol worden vermeld; c) indien er tussen de partijen een geschil
rijst over de interpretatie en tenuitvoerlegging van dit protocol en de bijlage
dat niet in der minne kan worden geschikt; d) indien één van beide partijen de in dit
protocol en de bijlage daarbij vastgelegde bepalingen niet naleeft; e) indien zich in de beleidsrichtsnoeren van
één van beide partijen belangrijke veranderingen voordoen die de desbetreffende
bepalingen van dit protocol beïnvloeden; f) indien één van beide partijen een
inbreuk vaststelt op de essentiële en fundamentele elementen van de
mensenrechten zoals uiteengezet in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou en
overeenkomstig de procedure van de artikelen 8 en 96 van voornoemde
overeenkomst; g) in geval van niet-naleving van de
verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie inzake fundamentele
beginselen en rechten op het werk, zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector. 2. De uitvoering van het
protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen
hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van
inwerkingtreding van de schorsing meldt. 3. Bij schorsing van de
tenuitvoerlegging blijven de partijen in onderling overleg streven naar een
minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de
tenuitvoerlegging van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële
tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd afhankelijk van de duur
van de periode waarin de tenuitvoerlegging van het protocol is geschorst. Artikel 10
Geldend nationaal recht 1. Op de activiteiten van
vissersvaartuigen van de Europese Unie in de wateren van Madagaskar zijn de
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Madagaskar van toepassing,
tenzij in dit protocol en de bijlage ervan anders is bepaald. 2. De autoriteiten van
Madagaskar stellen de Europese Commissie in kennis van alle nieuwe wetgeving of
van wijzigingen in bestaande wetgeving op het vlak van het visserijbeleid. Artikel 11
Vertrouwelijkheid De partijen zien erop toe dat alle gegevens
met betrekking tot EU-vaartuigen en hun visserijactiviteiten in de wateren van
Madagaskar te allen tijde als vertrouwelijk worden behandeld. Deze gegevens
worden uitsluitend gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en
met het oog op visserijbeheer, -toezicht, -controle en -bewaking door de
betrokken bevoegde autoriteiten. Artikel 12
Elektronische gegevensuitwisseling Madagaskar en de Europese Unie verbinden zich
ertoe onmiddellijk de nodige systemen voor de elektronische uitwisseling van
alle met de tenuitvoerlegging van de overeenkomst verband houdende gegevens en
documenten in te voeren. Voor elke elektronische uitwisseling wordt een
ontvangstbewijs opgesteld. De elektronische vorm van een document wordt op
ieder moment als gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd. Beide partijen melden onverwijld iedere
storing van een computersysteem dat een dergelijke uitwisseling verhindert.
Onder dergelijke omstandigheden worden de met de tenuitvoerlegging van de
overeenkomst verband houdende gegevens en documenten dan automatisch vervangen
door hun papieren versie overeenkomstig de in de bijlage vastgestelde
bepalingen. Artikel 13
Looptijd Dit protocol en
de bijlage daarbij zijn van toepassing voor een periode van twee (2) jaar met
ingang van de in artikel 15 vastgestelde datum van voorlopige toepassing,
tenzij het protocol overeenkomstig artikel 14 wordt opgezegd. Artikel 14
Opzegging 1. In geval van opzegging van
dit protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden
vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van
haar voornemen om het protocol op te zeggen. 2. Beide partijen gaan in
onderhandeling zodra de in het vorige lid bedoelde kennisgeving is verzonden. Artikel 15
Voorlopige toepassing Het protocol is
voorlopig van toepassing vanaf de datum van de ondertekening ervan, maar niet
eerder dan met ingang van 1 januari 2013. Artikel 16
Inwerkingtreding Dit protocol en de bijlage daarbij treden in
werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in
dit verband te volgen procedures zijn afgewikkeld. BIJLAGE VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE VISSERIJZONE VAN
MADAGASKAR DOOR VAARTUIGEN VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK I Algemene
bepalingen 1. Aanwijzing van de bevoegde
autoriteit Voor de toepassing van deze bijlage wordt,
tenzij anders is bepaald, met elke verwijzing naar de Europese Unie (EU) of
Madagaskar als bevoegde autoriteit, het volgende bedoeld: –
voor de EU: de Europese Commissie, in voorkomend
geval via de delegatie van de EU in Madagaskar; –
voor Madagaskar: het ministerie van Visserij. 2. Visserijzone van
Madagaskar Alle
bepalingen van het protocol en de bijlage zijn uitsluitend van toepassing
binnen de grenzen van de in de aanhangsels 3 en 4 aangegeven visserijzone van
Madagaskar, op voorwaarde dat tevens de volgende bepalingen worden nageleefd. De EU‑vaartuigen
voor de tonijnvisserij met de zegen en voor de visserij met de drijvende beug
mogen hun visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren buiten 20 zeemijl,
gemeten vanaf de basislijnen. Rond
de nationale visaantrekkende constructies moet een beschermingszone van 3 mijl
in acht worden genomen. Met
het oog op de instandhouding van de duurzame exploitatie van bepaalde demersale
soorten door de nationale marktdeelnemers mogen de onder dit protocol vallende
vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug niet vissen in de zone van de
Leven‑bank en van de Castro‑bank (voor de coördinaten: zie
aanhangsel 5). 3. Aanwijzing van een
plaatselijke agent EU-vaartuigen die voornemens zijn in het kader
van dit protocol een vismachtiging aan te vragen, moeten worden vertegenwoordigd
door een in Madagaskar verblijvende gemachtigde agent. 4. Bankrekening Madagaskar stelt de EU vóór de datum van
voorlopige toepassing van het protocol in kennis van de gegevens van de
bankrekening(en) waarop de financiële bedragen ten laste van de EU‑vaartuigen
in het kader van de overeenkomst moeten worden overgemaakt. De aan de
bankoverdrachten verbonden kosten zijn voor rekening van de reders. HOOFDSTUK II Vismachtigingen
voor de tonijnvisserij 1. Voorwaarden
voor de afgifte van een vismachtiging voor de tonijnvisserij – in aanmerking
komende vaartuigen De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde
vismachtigingen voor de tonijnvisserij worden afgegeven op voorwaarde dat het
vaartuig is ingeschreven in het register van vissersvaartuigen van de Europese
Unie die voorkomen op de lijst van vissersvaartuigen van de IOTC en op
voorwaarde dat alle eerdere verplichtingen van de reder, de kapitein of het
vaartuig zelf uit hoofde van visserijactiviteiten in Madagaskar in het kader
van de overeenkomst en van de visserijwetgeving van Madagaskar zijn nagekomen. 2. Aanvraag van een vismachtiging De EU
dient ten minste 15 (vijftien) werkdagen vóór het begin van de aangevraagde
geldigheidsduur bij Madagaskar een vismachtigingsaanvraag in voor elk vaartuig
dat in het kader van de overeenkomst wenst te vissen, met gebruikmaking van het
formulier in aanhangsel 1 van de onderhavige bijlage. De
aanvraag moet getypt zijn of leesbaar geschreven in hoofdletters. Elke
eerste vismachtigingsaanvraag in het kader van het vigerende protocol en elke
aanvraag naar aanleiding van een technische wijziging aan het vaartuig moet
vergezeld gaan van: i. het bewijs van betaling van het
vooraf te betalen visrecht voor de geldigheidsduur van de aangevraagde vismachtiging; ii. de naam, het adres en de
contactgegevens van: ·
de reder van het vissersvaartuig; ·
de exploitant van het vissersvaartuig; ·
de plaatselijke gemachtigde agent van het vaartuig, iii. een recente kleurenfoto van het
vaartuig (zijaanzicht) van ten minste 15 x 10 cm; iv. het zeewaardigheidscertificaat van
het vaartuig; v. het registratienummer van het
vaartuig; vi. het gezondheidscertificaat van het
vaartuig, afgegeven door de bevoegde autoriteit van de EU; vii. de contactgegevens van het
vissersvaartuig (fax, e-mail, enz.). Om in het kader van het huidige protocol een
verlenging van de vismachtiging voor vaartuigen waarvan de technische kenmerken
niet zijn gewijzigd, aan te vragen, hoeft alleen het bewijs van betaling van
het visrecht te worden bijgevoegd. 3. Vooraf te betalen visrecht Het totale bedrag van het vooraf te betalen
visrecht wordt vastgesteld op basis van het jaarlijkse bedrag per vaartuig
zoals vastgesteld in de technische notities in aanhangsel 2 van de onderhavige
bijlage. Het omvat alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van
de havengelden, de rechten voor aanlanding, de rechten voor overlading en de
kosten van geleverde diensten. 4. Voorlopige lijst van
vaartuigen die een machtiging hebben aangevraagd Onmiddellijk na de ontvangst van de vismachtigingsaanvragen stelt de
nationale autoriteit voor visserijcontrole voor elke categorie van vaartuigen
een voorlopige lijst van aanvragende vaartuigen op. De bevoegde autoriteit van
Madagaskar zendt deze lijst onverwijld naar de EU. De EU zendt de voorlopige lijst door naar de reder of de gemachtigde
agent. Wanneer de kantoren van de EU gesloten zijn, kan Madagaskar de
voorlopige lijst rechtstreeks naar de reder of zijn gemachtigde agent zenden,
met een kopie aan de EU. 5. Afgifte van de vismachtiging Voor alle vaartuigen worden de vismachtigingen
binnen 15 (vijftien) werkdagen nadat de bevoegde autoriteit de volledige
aanvraag heeft ontvangen, aan de reders of hun gemachtigde agent afgegeven. Een
kopie van deze vismachtiging wordt onmiddellijk naar de EU-delegatie gestuurd. 6. Lijst van vaartuigen die
mogen vissen Onmiddellijk na de afgifte van de vismachtiging
stelt de nationale autoriteit voor visserijcontrole voor elke categorie
vaartuigen de definitieve lijst van vaartuigen op die in de visserijzone van
Madagaskar mogen vissen. Deze lijst wordt onmiddellijk naar de EU gestuurd en
vervangt de bovengenoemde voorlopige lijst. 7. Geldigheidsduur van de vismachtiging De geldigheidsduur
van de vismachtigingen bedraagt één jaar (van 1 januari tot en met 31 december)
en kan worden verlengd. 8. Aan boord mee te nemen
documenten Tijdens het verblijf in de wateren van
Madagaskar of in een haven van Madagaskar moeten de vissersvaartuigen
te allen tijde de volgende documenten aan boord hebben: (a)
het origineel van de vismachtiging; indien dit
origineel nog niet beschikbaar is, wordt in afwachting daarvan een kopie van de
in hoofdstuk II, punt 6, van deze bijlage bedoelde lijst van vaartuigen die
mogen vissen, gedurende een maand als rechtsgeldig beschouwd; (b)
de documenten die door een bevoegde autoriteit van
de vlaggenstaat van het vissersvaartuig zijn afgegeven, met de volgende
gegevens: - het registratiecertificaat van het vaartuig met
het nummer waaronder het vissersvaartuig is geregistreerd; - het certificaat van overeenstemming zoals
bedoeld in het Verdrag van Torremolinos van de Internationale Maritieme
Organisatie (IMO); (c)
bijgewerkte, gecertificeerde tekeningen of
beschrijvingen van de indeling van het vissersvaartuig, en met name het aantal
visruimen, met vermelding van de opslagcapaciteit in kubieke meter; (d)
indien de kenmerken van het vissersvaartuig zijn
veranderd, wat de lengte over alles, de brutoregistertonnage, het vermogen van
de hoofdmotor of de motoren of de inhoud van het scheepsruim betreft: een door
de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van het vissersvaartuig gewaarmerkt
certificaat waarin de aard van die veranderingen is beschreven; (e)
indien het vissersvaartuig is voorzien van tanks
voor gekoeld zeewater: een door de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van
het vaartuig gecertificeerd document waarin de kalibratie van de tanks in
kubieke meter is aangegeven; (f)
in voorkomend geval, een bijgewerkte logboek over
het ballastwaterbeheer (datum en tijdstip waarop ballastwater is in‑ of
uitgepompt, met vermelding van de positie en de hoeveelheden, en behandelingen
van het ballastwater); (g)
een voor het vissersvaartuig afgegeven machtiging
om te vissen buiten de wateren die onder de jurisdictie van de vlaggenstaat
vallen, of een uittreksel uit de lijst van door de IOTC toegestane vaartuigen; (h)
een kopie van de geldende visserijwetgeving van
Madagaskar. 9. Overdracht van de vismachtiging De
vismachtiging wordt voor een bepaald vaartuig afgegeven en is niet
overdraagbaar. In
geval van bewezen overmacht en op verzoek van de EU kan de vismachtiging van
een vaartuig evenwel worden vervangen door een nieuwe machtiging die wordt
afgegeven voor een gelijksoortig vaartuig of een vervangvaartuig, zonder dat
daarvoor dan opnieuw vooraf een bedrag moet worden betaald. In zo'n geval wordt
bij de in hoofdstuk IV genoemde afrekening van de visrechten voor de vaartuigen
voor de visserij met de drijvende beug en de vaartuigen voor de tonijnvisserij
met de zegen rekening gehouden met de som van de vangsten van beide
vaartuigcategorieën in de visserijzone van Madagaskar. In
geval van overdracht wordt de te vervangen vismachtiging door de reder of zijn
gemachtigde agent aan Madagaskar teruggegeven en stelt Madagaskar onmiddellijk
een vervangmachtiging op. Nadat de te vervangen machtiging is teruggegeven,
wordt zo spoedig mogelijk een vervangmachtiging aan de reder of aan zijn
gemachtigde agent afgegeven. De vervangmachtiging gaat in op de dag dat de te
vervangen machtiging wordt teruggegeven. Madagaskar
werkt de lijst van vaartuigen waarvoor een machtiging is afgegeven, zo spoedig
mogelijk bij. De nieuwe lijst wordt onmiddellijk aan de nationale autoriteit
voor visserijcontrole en aan de Europese Unie meegedeeld. 10. Ondersteuningsvaartuigen (1)
De ondersteuningsvaartuigen die de vlag van de
Europese Unie voeren, moeten overeenkomstig de wetgeving van Madagaskar een machtiging
krijgen. Het visrecht voor ondersteuningsvaartuigen
bedraagt 2 500 euro per jaar. (2)
De bevoegde autoriteiten van Madagaskar delen de
Commissie via de delegatie van de EU in Madagaskar regelmatig de lijst van die machtigingen
mee.
HOOFDSTUK III Technische maatregelen In de
technische notities in aanhangsel 2 van de onderhavige bijlage worden per
visserijtak de voor de visserijzone, het vistuig en de bijvangsten geldende
technische maatregelen voor vaartuigen met een vismachtiging vastgesteld. De vaartuigen moeten de visserijwetgeving van Madagaskar en alle door
de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) vastgestelde
resoluties naleven. HOOFDSTUK IV Vangstaangiften 1. Definitie van een visreis Met het oog op de
toepassing van deze bijlage wordt onder de duur van een visreis van een
EU-vaartuig het volgende verstaan: –
hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het
buitenvaren van de visserijzone van Madagaskar; –
de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone
van Madagaskar en een overslag in de haven en/of een aanlanding in Madagaskar. 2. Visserijlogboek De
kapitein van een EU-vaartuig dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt
een IOTC‑visserijlogboek bij waarvan het model voor elke visserijtak is
opgenomen in de aanhangsels 6 en 7 van de onderhavige bijlage. Het
visserijlogboek van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug moet aan
resolutie 08/04 van de IOTC voldoen, en dat van vaartuigen voor de visserij met
de zegen aan resolutie 10/03. Het
visserijlogboek wordt door de kapitein ingevuld voor elke dag waarop het
vaartuig in de visserijzone van Madagaskar aanwezig is. De
kapitein noteert elke dag de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke
soort (die wordt aangeduid met de FAO-drielettercode) in het visserijlogboek,
uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal
exemplaren. Voor de belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de
bijgevangen en de teruggegooide hoeveelheid. Het
visserijlogboek wordt leesbaar ingevuld, in hoofdletters, en ondertekend door
de kapitein. De
kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de in het visserijlogboek
vermelde gegevens. 3. Vangstaangiften De kapitein meldt de vangsten van het vaartuig door toezending aan
Madagaskar van de tijdens de aanwezigheid in de visserijzone van Madagaskar
ingevulde visserijlogboeken. De
visserijlogboeken worden als volgt toegezonden: i. wanneer een haven van Madagaskar
wordt aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek aan de
plaatselijke vertegenwoordiger in Madagaskar bezorgd, die een schriftelijke
ontvangstbevestiging afgeeft; een kopie van het logboek wordt aan het
inspectieteam van Madagaskar overhandigd; ii. wanneer de visserijzone van
Madagaskar wordt verlaten zonder dat vooraf een haven van Madagaskar is
aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek binnen 7 (zeven)
werkdagen na aankomst in een andere haven verzonden, en in ieder geval binnen 15
(vijftien) werkdagen na het verlaten van de visserijzone van Madagaskar; (a)
hetzij via e-mail, naar het door de nationale
autoriteit voor visserijcontrole opgegeven e-mailadres; (b)
hetzij per fax, naar het door de nationale
autoriteit voor visserijcontrole opgegeven faxnummer; (c)
hetzij per brief, gericht aan de nationale
autoriteit voor visserijcontrole. Wanneer
het vaartuig tijdens de geldigheidsduur van zijn vismachtiging terugkeert naar
de visserijzone van Madagaskar, geeft dit aanleiding tot een nieuwe
vangstaangifte. Beide
partijen stellen met ingang van 1 juli 2013 een protocol voor de uitwisseling
van alle vangst- en aangiftegegevens via een elektronisch logboek vast; beide
partijen maken vervolgens een planning voor de tenuitvoerlegging van het
protocol en de vervanging van de papieren versie van de vangstaangifte door een
elektronische tegen 1 januari 2014. De
kapitein doet de EU en de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat een kopie van
alle visserijlogboeken toekomen. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en
vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug doet de kapitein ook aan één
van de volgende bevoegde nationale instellingen een kopie van al zijn
visserijlogboeken toekomen: (USTA)
– Unité statistique thonière d'Antsiranana) en CSP (Centre de surveillance des
pêches) en
tevens aan de volgende wetenschappelijke instellingen: i. IRD (Institut de recherche pour le
développement); ii. IEO (Instituto Español de
Oceanografía); iii. IPIMAR (Instituto Português de
Investigação Maritima). Worden de
bepalingen inzake de vangstaangifte niet nageleefd, dan kan Madagaskar de vismachtiging
van het betrokken vaartuig opschorten totdat de ontbrekende vangsten zijn
aangegeven, en de reder de sanctie opleggen waarin de geldende nationale
wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Madagaskar de verlenging van de
vismachtiging weigeren. Madagaskar stelt de EU onmiddellijk in kennis van
iedere in dit verband toegepaste sanctie. 4. Afrekening van de
visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de
visserij met de drijvende beug Op
basis van de door de bovenvermelde wetenschappelijke instellingen bevestigde
vangstaangiften stelt de EU voor elk vaartuig voor de tonijnvisserij met de
zegen en voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug een
definitieve afrekening van de voor het visseizoen van het voorgaande
kalenderjaar verschuldigde visrechten vast. De EU
doet deze definitieve afrekening vóór 31 juli van het lopende jaar aan
Madagaskar en de reder toekomen. Madagaskar kan de definitieve afrekening op
basis van bewijsstukken betwisten binnen een termijn van 30 werkdagen na de
datum van toezending. In geval van onenigheid plegen de partijen overleg in de
gemengde commissie. Indien Madagaskar binnen de termijn van 30 (dertig)
werkdagen geen bezwaar aantekent, wordt de definitieve afrekening als
goedgekeurd beschouwd. Valt
de definitieve afrekening hoger uit dan het voor het verkrijgen van de vismachtiging
betaalde forfaitaire visrecht, dan maakt de reder het saldo uiterlijk op 30
september van het lopende jaar aan Madagaskar over. Is het bedrag van de
definitieve afrekening kleiner dan het vooraf betaalde forfaitaire visrecht,
dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald. HOOFDSTUK
V Aanlandingen
en overladingen Overlading op zee is verboden. Op alle overladingen in
havens wordt toegezien door visserijinspecteurs van Madagaskar. De
kapitein van een EU-vaartuig die vis wil aanlanden of overladen, moet het
visserijcontrolecentrum (VCC) en, tegelijkertijd, de havenautoriteit in
Madagaskar ten minste 48 uur vóór de aanlanding of de overlading het volgende
meedelen: (a)
de naam van het vissersvaartuig dat de vis moet
aanlanden of overladen en het nummer van dat vaartuig in de IOTC-lijst van
vissersvaartuigen; (b)
de haven van aanlanding of overlading; (c)
de verwachte datum en het verwachte tijdstip van
aanlanding of overlading; (d)
de hoeveelheid (uitgedrukt in kilogram levend
gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren) van elke aan te landen
of over te laden soort (aangeduid met de FAO-drielettercode). De overlading mag pas plaatsvinden nadat het
VCC de kapitein of zijn gemachtigde agent daarvoor vooraf binnen 24 uur na
bovengenoemde mededeling toestemming heeft gegeven. De overlading moet
plaatsvinden in een hiertoe gemachtigde haven van Madagaskar. Bij overlading deelt de kapitein naast de in
de hierboven opgenomen punten a) tot en met d) bedoelde gegevens tevens de naam
van het ontvangende vaartuig mee. De kapitein van het ontvangende
transportvaartuig stelt de autoriteiten van Madagaskar (het VCC en de havenautoriteit)
in kennis van de hoeveelheden tonijn en tonijnachtigen die op zijn vaartuig
zijn overgeladen, vult de overladingsaangifte in en zendt deze toe aan de
havenautoriteiten van Madagaskar, en wel binnen een tijdsbestek van 24 uur. De aangewezen vissershavens waar overlading in
Madagaskar is toegestaan, zijn Antsiranana (voor de vaartuigen met zegennetten)
en Toliary, Ehoala, Toamasina (voor de vaartuigen met drijvende beug). Worden deze bepalingen niet nageleefd, dan
worden de daartoe in de wetgeving van Madagaskar vastgestelde sancties
toegepast. De bijvangsten van EU‑vaartuigen die in
een haven van Madagaskar aanlanden, dienen tegen plaatselijke marktprijzen
beschikbaar te worden gesteld aan plaatselijke verwerkingsbedrijven. Op verzoek
van de EU-visserijondernemingen verstrekken de regionale departementen van het
ministerie voor Visserij een lijst met contactgegevens van de plaatselijke
verwerkingsbedrijven. De EU‑vaartuigen voor de tonijnvisserij
die vrijwillig hun vangsten in een haven van Madagaskar aanlanden, krijgen een
korting – ter waarde van 5 euro per ton in de visserijzone van Madagaskar
gevangen vis – op het in aanhangsel 2 vermelde visrecht voor de
visserijcategorie waartoe het betrokken vaartuig behoort. Worden de visserijproducten aan een
visverwerkingsfabriek van Madagaskar verkocht, dan wordt een extra korting van 5
euro gegeven. HOOFDSTUK
VI Controle 1. Binnenvaren
en buitenvaren van de visserijzone Telkens wanneer een EU-vaartuig met een vismachtiging de
visserijzone van Madagaskar wil binnenvaren of buitenvaren, moet dit 3 uur van
tevoren aan Madagaskar worden gemeld. Bij
de melding van het binnenvaren of buitenvaren van de visserijzone deelt het
vaartuig met name de volgende gegevens mee: i. verwachte datum, tijd en plaats; ii. de aan boord gehouden hoeveelheid
van elke doelsoort (aangeduid met de FAO‑drielettercode), uitgedrukt in
kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren; iii. de aan boord gehouden hoeveelheid
bijvangst van elke soort (aangeduid met de FAO‑drielettercode),
uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal
exemplaren. Deze gegevens worden bij voorkeur per e-mail,
of indien dat niet mogelijk is, per fax, verstuurd naar een e-mailadres, een
oproepnummer of faxnummer dat het VCC heeft meegedeeld aan de hand van het
formulier dat aan deze bijlage is gehecht als aanhangsel 8. Het VCC verzendt
per omgaande een ontvangstbevestiging per e-mail of fax. Het VCC stelt de betrokken vaartuigen en de EU onmiddellijk in kennis
van elke wijziging van het e-mailadres, het oproepnummer of de radiofrequentie. Een
vaartuig dat in de visserijzone van Madagaskar aan het vissen is zonder zijn
aanwezigheid vooraf te hebben gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig dat
zonder machtiging vist. Overtredingen worden
bestraft met de boetes en sancties waarin de visserijwetgeving van Madagaskar
voorziet. Meldingen van het binnenvaren/buitenvaren van
de zone moeten tot ten minste één jaar na de datum waarop zij zijn verzonden,
aan boord worden bewaard. Voor EU‑vissersvaartuigen zonder vismachtiging
moet een verklaring van "onschuldige doorvaart" worden afgegeven. Die
verklaring dient de in punt 1 vermelde gegevens te bevatten. 2. Samenwerking ter bestrijding van IOO‑visserij Om de bewaking van de visserij en de
bestrijding van de IOO‑visserij te versterken, worden de EU‑vissersvaartuigen
ertoe aangemoedigd de aanwezigheid van andere vissersvaartuigen in hun buurt te
signaleren aan het VCC. 3. Periodieke
vangstaangifte Wanneer een
EU-vaartuig met een vismachtiging actief is in de wateren van Madagaskar, moet
de kapitein van dat vaartuig zijn vangsten in de wateren van Madagaskar eens in
de drie dagen melden aan het VCC. De eerste vangstaangifte begint drie dagen na
de datum waarop het vaartuig de visserijzone van Madagaskar is binnengevaren. Eens in de drie dagen meldt het vaartuig in
het kader van de periodieke vangstaangifte met name: i. de
datum, de tijd en de positie ten tijde van de aangifte; ii. de
tijdens de driedaagse periode gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van
elke doelsoort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram
levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren; iii. de
tijdens de driedaagse periode gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid
bijvangst per soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in
kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren; iv. de
tijdens de driedaagse periode gevangen en in zee teruggegooide hoeveelheid
bijvangst per soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in
kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren; v. de
aanbiedingsvorm van de producten; vi. voor
de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: -
het aantal geslaagde uitzettingen met visaantrekkende constructies sinds de
laatste aangifte; -
het aantal geslaagde uitzettingen bij vrij zwemmende visscholen sinds de
laatste aangifte; -
het aantal niet geslaagde uitzettingen; vii. voor
vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: -
het aantal uitzettingen sinds laatste aangifte; -
het aantal haken die sinds de laatste aangifte zijn uitgezet. Deze gegevens worden bij voorkeur per e-mail
of, indien dat niet mogelijk is, per fax, naar een e-mailadres of een
oproepnummer gestuurd dat het VCC door middel van het formulier dat als
aanhangsel 8 aan deze bijlage is gehecht, heeft meegedeeld. Het VCC stelt de
betrokken vaartuigen en de EU onmiddellijk in kennis van elke wijziging van het
e-mailadres, het oproepnummer of de radiofrequentie. Een vaartuig dat in de visserijzone van
Madagaskar aan het vissen is zonder zijn driedaagse periodieke vangstaangifte
te hebben gedaan, wordt beschouwd als een vaartuig dat zonder machtiging vist.
Overtredingen worden bestraft met de boetes en sancties waarin de visserijwetgeving
van Madagaskar voorziet. De periodieke vangstaangiften moeten tot ten
minste één jaar na de datum waarop zij zijn verzonden, aan boord worden
bewaard. 4. Inspectie op zee De inspectie op zee van EU-vaartuigen met een
vismachtiging in de visserijzone van Madagaskar wordt uitgevoerd door de
inspecteurs van Madagaskar, die duidelijk herkenbaar moeten zijn als met
visserijcontrole belaste personen. Alvorens aan boord te gaan, stellen de
bevoegde inspecteurs het EU-vaartuig op VHF‑kanaal 16 in kennis van hun
besluit om een inspectie uit te voeren. De inspectie wordt uitgevoerd door de
visserijinspecteurs, die zich alvorens met de inspectie te beginnen moeten
identificeren als naar behoren gekwalificeerde inspecteurs met een
inspectieopdracht. De bevoegde inspecteurs blijven niet langer
aan boord van het EU-vaartuig dan nodig is om de met de inspectie verband
houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig
mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading. Aan het eind van elke inspectie stellen de
bevoegde inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het EU-vaartuig
mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt
ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door de kapitein van het
EU-vaartuig. De bevoegde inspecteurs overhandigen een kopie
van het inspectieverslag aan de kapitein van het EU-vaartuig alvorens het
vaartuig te verlaten. Zoals bepaald in hoofdstuk VIII moet bij overtredingen
ook aan de EU een kopie van de kennisgeving van de overtreding worden
toegestuurd. 5. Inspectie in de haven in
geval van aanlanding of overlading De inspectie, in een haven van Madagaskar, van
EU-vissersvaartuigen die hun vangsten aanlanden of overladen, wordt uitgevoerd
door de inspecteurs van Madagaskar, die duidelijk herkenbaar moeten zijn als
met visserijcontrole belaste inspecteurs. Alvorens met de inspectie te beginnen, moeten
de inspecteurs zich identificeren als naar behoren gekwalificeerde inspecteurs
met een inspectieopdracht. De inspecteurs van Madagaskar blijven niet langer
aan boord van het EU-vaartuig dan nodig is om de met de inspectie verband
houdende taken te verrichten, en voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig
mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, het aanlanden of overladen en de
lading. Aan het einde van elke inspectie stellen de
inspecteurs van Madagaskar een inspectieverslag op. De kapitein van het
EU-vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het
inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door
de kapitein van het EU-vaartuig. De inspecteurs van Madagaskar overhandigen een
kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het EU-vaartuig zodra de
inspectie beëindigd is. Zoals bepaald in hoofdstuk VIII moet bij
overtredingen ook aan de EU een kopie van de kennisgeving van de overtreding
worden toegestuurd. HOOFDSTUK VII Satellietvolgsysteem
(VMS) 1. Positieberichten van vaartuigen – VMS-systeem EU-vaartuigen met een vismachtiging moeten zijn uitgerust met een
satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System - VMS) dat hun positie ieder uur
automatisch meedeelt aan het VCC van hun vlaggenstaat. Elk positiebericht moet
het volgende bevatten: a. de identificatiegegevens van het
vaartuig; b. de laatste geografische positie van
het vaartuig (lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 500
meter en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %; c. de datum en het tijdstip van
registratie van de positie; d. de snelheid en de vaarrichting van
het vaartuig. Elk positiebericht moet geconfigureerd zijn
volgens het formaat in aanhangsel 9 van de onderhavige bijlage. De eerste na het binnenvaren van de
visserijzone van Madagaskar geregistreerde positie wordt aangeduid met de code
"ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code
"POS", met uitzondering van de eerste na het buitenvaren van de
visserijzone van Madagaskar geregistreerde positie, die wordt aangeduid met de
code "EXI". Het VCC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de
positieberichten automatisch worden verwerkt en, in voorkomend geval,
elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten moeten op een beveiligde
manier worden geregistreerd en drie jaar lang worden bewaard. 2. Versturen van
positieberichten bij uitval van het VMS-systeem De kapitein verzekert er zich te allen tijde
van dat het VMS-systeem van zijn vaartuig volledig operationeel is en dat de
positieberichten correct worden doorgestuurd naar het VCC van de vlaggenstaat. EU-vaartuigen met een defect VMS-systeem mogen
de visserijzone van Madagaskar niet binnenvaren. Indien het vaartuig reeds actief is in de
visserijzone van Madagaskar en zijn VMS‑systeem uitvalt, wordt dat VMS‑systeem
binnen een zo kort mogelijke termijn, die in geen geval langer mag zijn dan 15
dagen, hersteld of vervangen. Lukt dat niet binnen die termijn, dan mag het
vaartuig niet langer in de visserijzone van Madagaskar vissen. Vaartuigen die in de visserijzone van
Madagaskar met een defect VMS-systeem vissen, sturen hun positieberichten ten
minste om de zes uur per e-mail of per fax door aan het VCC van de vlaggenstaat
en van Madagaskar, met opgave van alle verplichte gegevens. 3. Beveiligde verzending van
de positieberichten aan Madagaskar Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten
van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het VCC van Madagaskar. De
VCC’s van de vlaggenstaat en van Madagaskar wisselen hun e-mailadres uit en
stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere wijziging daarvan. De verzending van de positieberichten tussen
de VCC's van de vlaggenstaat en van Madagaskar gebeurt elektronisch via een
beveiligd communicatiesysteem. Het VCC van Madagaskar stelt het VCC van de
vlaggenstaat en de Europese Unie in kennis van iedere onderbreking in de
ontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met een vismachtiging
dat niet heeft gemeld dat het de visserijzone zou verlaten. 4. Slechte
werking van het communicatiesysteem Madagaskar
verzekert zich ervan dat zijn elektronische uitrusting compatibel is met die
van het VCC van de vlaggenstaat en stelt de Europese Unie onmiddellijk in
kennis van elk probleem bij de transmissie en de ontvangst van positieberichten
met als doel zo snel mogelijk een technische oplossing te vinden. Eventuele
geschillen worden door de gemengde commissie beslecht. De kapitein wordt verantwoordelijk geacht voor
iedere bewezen manipulatie van het VMS‑systeem van het vaartuig die tot
doel heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen.
Inbreuken worden bestraft met de in de geldende wetgeving van Madagaskar
vastgestelde sancties. 5. Herziening van de
frequentie van de positieberichten Op basis van gefundeerde aanwijzingen voor een
overtreding kan het VCC van Madagaskar bij het VCC van de vlaggenstaat een
verzoek, met kopie aan de EU, richten om het interval voor het versturen van de
positieberichten van een vaartuig voor een bepaalde onderzoeksperiode te
beperken tot dertig minuten. Het VCC van Madagaskar moet deze stavingselementen
overleggen aan het VCC van de vlaggenstaat en aan de EU. Het VCC van de
vlaggenstaat stuurt de positieberichten onmiddellijk volgens de nieuwe
frequentie door naar het VCC van Madagaskar. Het VCC van Madagaskar stelt het
controlecentrum van de vlaggenstaat en de Europese Commissie onmiddellijk in
kennis van het einde van de inspectieprocedure. Aan het einde van de onderzoeksperiode stelt
het VCC van Madagaskar het VCC van de vlaggenstaat en de Europese Unie in
kennis van de eventuele follow-up. HOOFDSTUK VIII Inbreuken Niet-naleving van
een van de voorschriften en bepalingen van het protocol, van de maatregelen
voor het beheer en de instandhouding van de levende rijkdommen, of van de
visserijwetgeving van Madagaskar kan worden bestraft met boetes of met
opschorting, intrekking of niet-verlenging van de vismachtiging van het
betrokken vaartuig. 1. Behandeling van inbreuken Elke inbreuk die in de visserijzone van
Madagaskar wordt gepleegd door een EU-vaartuig met een vismachtiging
overeenkomstig de onderhavige bijlage moet worden vermeld in een
(inspectie)verslag. In het geval van inspectie aan boord laat de
ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein het recht van verweer
van de reder tegen de geconstateerde inbreuk onverlet. Wanneer de kapitein het
inspectieverslag weigert te ondertekenen, schrijft hij in het inspectieverslag
de redenen van die weigering, met de vermelding "weigert te
ondertekenen". Voor elke inbreuk die in de visserijzone van
Madagaskar wordt gepleegd door een EU‑vaartuig met een vismachtiging
worden de kennisgeving van de vastgestelde inbreuk en de aan de kapitein of het
visserijbedrijf opgelegde sancties rechtstreeks aan de reder toegezonden
overeenkomstig de in de visserijwetgeving van Madagaskar vastgestelde
procedures. Een kopie van de kennisgeving wordt binnen 72 uur aan de
vlaggenstaat van het vaartuig en aan de EU toegezonden. 2. Aanhouding van een
vaartuig Elk EU-vaartuig dat een inbreuk blijkt te
hebben gepleegd, kan worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en,
wanneer het vaartuig zich op zee bevindt, zich naar een haven van Madagaskar te
begeven overeenkomstig de geldende wetgeving van Madagaskar. Madagaskar stelt de Europese Unie uiterlijk
binnen 24 uur elektronisch in kennis van iedere aanhouding van een EU‑vaartuig
met een vismachtiging. In de kennisgeving worden de redenen voor de aanhouding
en/of de opbrenging aangegeven. Alvorens tegen het vaartuig, de kapitein, de
bemanning of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen
voor het veiligstellen van bewijsstukken, belegt het VCC van Madagaskar binnen
één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig een
informatievergadering om de feiten die tot de aanhouding van het vaartuig
hebben geleid, toe te lichten en de eventuele verdere maatregelen uiteen te
zetten. Aan deze informatievergadering wordt deelgenomen door een
vertegenwoordiger van de vlaggenstaat en van de reder van het vaartuig. 3. Vervolging van de inbreuk
– Schikkingsprocedure De op de geconstateerde inbreuk toe te passen
sanctie wordt door Madagaskar overeenkomstig de bepalingen van de geldende
nationale wetgeving vastgesteld. Vóór het tot een gerechtelijke procedure komt,
wordt tussen de autoriteiten van Madagaskar en het EU-vaartuig een
schikkingsprocedure ingeleid teneinde het probleem in der minne te schikken.
Aan deze schikkingsprocedure kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van
het vaartuig deelnemen. De schikkingsprocedure wordt uiterlijk 72 uur na de
kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig afgesloten. 4. Gerechtelijke procedure -
Bankgarantie Indien de hierboven bedoelde
schikkingsprocedure faalt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie
wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft
gepleegd, een bankgarantie bij de schatkist van Madagaskar waarvan het bedrag,
dat door Madagaskar wordt vastgesteld, de kosten dekt die verbonden zijn met de
aanhouding, de geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen.
De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is
afgerond. De bankgarantie wordt vrijgegeven en
onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis aan de reder terugbetaald: a. in haar geheel, wanneer geen
sanctie wordt opgelegd; b. ten bedrage van het saldo, wanneer
de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie. Madagaskar stelt de Europese Unie binnen 8
dagen na de uitspraak van het vonnis in kennis van de resultaten van de
gerechtelijke procedure. 5. Vrijgave
van het vaartuig en de bemanning Het vaartuig en
de bemanning mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure
voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld bij de
schatkist van Madagaskar. Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt
gemachtigd de haven te verlaten: -
zodra aan de bij de minnelijke schikking vastgestelde verplichtingen is
voldaan, of - zodra, in afwachting
van de beëindiging van de gerechtelijke procedure, de hierboven bedoelde
bankgarantie is gesteld en deze door het ministerie voor Visserij is aanvaard. HOOFDSTUK IX Aanmonstering van
zeelieden 1. Aantal aan te monsteren
zeelieden De reders van vaartuigen voor de
tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende
beug verbinden zich ertoe onderdanen van ACS-landen in dienst te nemen onder de
hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen: – op
de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen wordt tijdens het
seizoen waarin in de visserijzone van het derde land op tonijn wordt gevist,
ten minste 20 % van de zeelieden uit ACS-landen aangemonsterd, – op
de vloot van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug wordt tijdens
het seizoen waarin in de visserijzone van het derde land wordt gevist, ten
minste 20 % van de zeelieden uit ACS-landen aangemonsterd. De reders spannen zich in om bovenop dit
aantal extra zeelieden uit Madagaskar in dienst te nemen. 2. Contracten van de
zeelieden De verklaring van de Internationale
Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk
is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op
EU-vaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de
effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers
en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep. De arbeidsovereenkomsten van de ACS-zeelieden,
waarvan de ondertekenende partijen een afschrift ontvangen, worden gesloten
tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun
vakverenigingen of vertegenwoordigers. Die overeenkomsten garanderen de
zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van
toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en
ongevallenverzekering. 3. Bezoldiging van de
zeelieden Het loon van de ACS-zeelieden komt ten laste
van de reder. Het loon wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de reders
of hun vertegenwoordigers en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of hun
vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden voor de ACS-zeelieden mogen
evenwel niet ongunstiger zijn dan die voor bemanningen uit hun land, en mogen
in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO‑normen. 4. Verplichtingen van de
zeelieden Alle op de EU‑vaartuigen
aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van
aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Indien de
zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt,
wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te
monsteren. HOOFDSTUK X Waarnemers 1. Waarneming van de
visserijactiviteiten Beide partijen erkennen het belang van het
nakomen van de verplichtingen van de IOTC‑resoluties met betrekking tot
het programma van wetenschappelijke waarnemers. Om de naleving van deze resoluties te
verzekeren, zijn de bepalingen inzake waarnemers als volgt, behalve indien er,
wegens veiligheidsvoorschriften, sprake is van een plaatsgebrek. De vaartuigen waaraan op grond van de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector een machtiging voor de visserij
in de wateren van Madagaskar is verleend, nemen overeenkomstig de onderstaande
bepalingen waarnemers aan boord die zijn aangewezen door de autoriteiten van
Madagaskar om de naleving van de hierboven bedoelde verplichtingen na te gaan. Op verzoek van de autoriteiten van Madagaskar
nemen de EU‑vissersvaartuigen een waarnemer aan boord; het is de
bedoeling dat 10 % van de vaartuigen die over een machtiging beschikken, door
een waarnemer worden bezocht. Voor de vaartuigen van minder dan 100 GT
hoeft deze verplichting niet te worden nagekomen. 2. Aangewezen vaartuigen en
waarnemers De autoriteiten van Madagaskar stellen een
lijst van vaartuigen op die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te
nemen. Deze lijst wordt bijgewerkt. Zodra de lijst is opgesteld, wordt zij aan
de Europese Commissie toegezonden. Uiterlijk 15 dagen vóór de datum waarop de
waarnemer aan boord moet gaan, delen de autoriteiten van Madagaskar aan de
betrokken reder de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te
gaan van het betrokken vaartuig. De waarnemer blijft niet langer aan boord van
het vaartuig dan nodig is om zijn taken te verrichten. 3. Bezoldiging van de
waarnemers De kosten van inscheping en ontscheping van de
waarnemer buiten Madagaskar zijn ten laste van de reder. Het loon en de sociale
premies voor de waarnemer zijn voor rekening van de autoriteiten van
Madagaskar. De reder wordt verzocht om voor elk vaartuig
dat een waarnemer aan boord neemt, een bijdrage van 20 euro per dag dat de
waarnemer aan boord is, te betalen. Dit bedrag wordt overgemaakt ten bate van
het door het VCC beheerde waarnemersprogramma. 4. Voorwaarden
voor het aan boord nemen van de waarnemer De voorwaarden
voor het aan boord nemen van de waarnemer, met name de duur van zijn
aanwezigheid aan boord, worden in onderling overleg tussen de reder of zijn
gemachtigde agent en Madagaskar vastgesteld. De waarnemer wordt aan boord als een officier
behandeld. Voor zijn verblijf aan boord wordt evenwel rekening gehouden met de
technische structuur van het vaartuig. Kost en logies van de waarnemer aan boord van
het vaartuig zijn voor rekening van de reder. De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn
bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de
waarnemer te garanderen. De waarnemer krijgt alle faciliteiten die
nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. Hij heeft toegang tot de
communicatiemiddelen, tot alle documenten aan boord, en tot de documenten die
verband houden met de visserijactiviteiten van het vaartuig, met name het
visserijlogboek, het verwerkingslogboek en het navigatieboek, en tot de delen
van het vaartuig die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van zijn
taken. 5. Aan boord nemen en van
boord gaan van de waarnemer De waarnemer wordt in een door de reder
gekozen haven aan boord genomen. De reder of zijn vertegenwoordiger stelt
Madagaskar 10 dagen vóór het aan boord nemen van de waarnemer in kennis van de
datum, het tijdstip en de haven van het aan boord nemen. Indien de waarnemer in
een ander land aan boord wordt genomen, zijn de reiskosten tot de haven van
inscheping voor rekening van de reder. Als de waarnemer zich niet binnen 12 uur na de
vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn
plicht die waarnemer aan te monsteren. Het vaartuig mag de haven verlaten en zijn
visserijactiviteiten aanvatten. Indien de waarnemer niet in een haven van
Madagaskar van boord gaat, komen kost en logies voor rekening van de reder
gedurende de tijd dat de waarnemer op zijn vlucht naar huis wacht. Indien het vaartuig op de afgesproken tijd
niet in een vooraf vastgestelde haven is om een waarnemer aan boord te nemen,
neemt de reder de kosten ten laste die ontstaan omdat de waarnemer in
afwachting van het vaartuig vastzit in de haven (verblijf, maaltijden). Indien het vaartuig niet opdaagt zonder dat
vooraf aan het VCC te hebben gemeld, kan Madagaskar de vismachtiging van dat
vaartuig opschorten. 6. Taken van de waarnemer Gedurende zijn verblijf aan boord: a. zorgt de waarnemer ervoor dat hij
de visserijactiviteiten noch onderbreekt, noch hindert; b. gaat hij zorgvuldig om met de
goederen en de installaties aan boord; c. bewaart hij geheimhouding over alle
aan het vaartuig toebehorende documenten. Wanneer het vaartuig actief is in de
visserijzone van Madagaskar, deelt de waarnemer zijn waarnemingen ten minste
eenmaal per week mee per radio, fax of e-mail, en geeft hij daarbij ook de aan
boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst op, en voert hij ook eventuele
andere opdrachten van de autoriteit uit. 7. Verslag van de waarnemer Alvorens het vaartuig te verlaten, legt de
waarnemer een verslag over zijn waarnemingen voor aan de kapitein van het
vaartuig. De kapitein van het vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het
verslag van de waarnemer. Het verslag wordt ondertekend door de waarnemer en de
kapitein. De kapitein ontvangt een kopie van het verslag van de waarnemer. De waarnemer zendt zijn verslag toe aan
Madagaskar, dat binnen 15 werkdagen na het van boord gaan van de waarnemer een
kopie doet toekomen aan de EU. LIJST VAN AANHANGSELS: Aanhangsel 1 – Formulier voor het
aanvragen van een machtiging Aanhangsel 2 – Technische notitie Aanhangsel 3 – Coördinaten (lengte- en
breedtegraden) van de visserijzone (VZ) van Madagaskar Aanhangsel 4 – Kaart van de visserijzone
(VZ) van Madagaskar Aanhangsel 5 – Geografische coördinaten en
kaart van de visserijzone waar niet mag worden gevist met vaartuigen voor de
visserij met de drijvende beug Aanhangsel 6 – Visserijlogboek – Fiche
voor de vangstaangifte van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen Aanhangsel 7 – Visserijlogboek – Fiche
voor de vangstaangifte van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug Aanhangsel 8 – Formulier voor de aangifte
van het binnenvaren en buitenvaren van de visserijzone Aanhangsel 9 — Formaat van het
VMS-positiebericht Aanhangsel 1 – Formulier voor het aanvragen van een machtiging MINISTERIE VOOR VISSERIJ VAN MADAGASCAR Aanvraag
voor een machtiging voor BUITENLANDSe vaartuigen die de industriële visserij
beoefenen 1. Naam van de reder:................................................................................................................................................. 2. Adres van de reder:................................................................................................................................................ 3. Naam van de vertegenwoordiger of de agent van
de reder:............................................................................ 4. Adres van de vertegenwoordiger of de
plaatselijke agent van de reder:...................................................... ……………………………………………………………………………………….. 5. Naam van de kapitein:............................................................................................................................................ 6. Naam van het vaartuig:.......................................................................................................................................... 7. Registratienummer:................................................................................................................................................. 8. Faxnummer: ………………………………………………………………………. 9. E-mail: ……………………………………………………………………………… 10. Radioroepnaam: ………………………………………………………………………….. 11. Bouwjaar en plaats van constructie:................................................................................................................... 12. Vlaggenstaat:.......................................................................................................................................................... 13. Haven van registratie:............................................................................................................................................ 14. Uitrustingshaven:................................................................................................................................................... 15. Lengte (l.o.a.):......................................................................................................................................................... 16. Breedte (b.o.a.):....................................................................................................................................................... 17. Brutotonnage (UMS):............................................................................................................................................ 18. Capaciteit van het scheepsruim:.......................................................................................................................... 19. Koel- en vriescapaciteit:........................................................................................................................................ 20. Motortype en -vermogen:..................................................................................................................................... 21. Vistuig:..................................................................................................................................................................... 22. Aantal zeelieden:.................................................................................................................................................... 23. Communicatiesysteem:.......................................................................................................................................... 24. Frequentie:............................................................................................................................................................... 25. Herkenningstekens:............................................................................................................................................... 26. Uit te voeren visserijactiviteiten:......................................................................................................................... 27. Plaats van aanlanding:........................................................................................................................................... 28. Visserijzones:.......................................................................................................................................................... 29. Doelsoorten:............................................................................................................................................................ 30. Geldigheidsduur:.................................................................................................................................................... 31. Bijzondere voorwaarden:....................................................................................................................................... Advies van het directoraat-generaal visserij en aquacultuur:........................................................................................ Opmerkingen van ministerie voor Visserij:......................................................................................................................... Aanhangsel 2 – TECHNISCHE NOTITIE Visserijzone: - Buiten 20 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen. De zone is nader omschreven in de aanhangsel 3 en 4. - Rond de nationale visaantrekkende constructies moet een beschermingszone van 3 mijl in acht worden genomen. - In de zones van de Leven‑bank en de Castor‑bank, waarvan de coördinaten zijn vermeld in aanhangsel 5, mag niet worden gevist door de onder dit protocol vallende vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug. Toegestaan vistuig: · Zegen · Drijvende beug Bijvangsten: · Inachtneming van de IOTC‑aanbevelingen. Door de reder te betalen visrechten /vangstequivalent: Door de reder te betalen visrechten per gevangen ton: || 35 euro /ton Kosten van eventuele door de reder te betalen jaarlijkse voorschotten: || · 4 900 euro voor 140 ton per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen · 3 675 euro voor 105 ton per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT · 1 750 euro voor 50 ton per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van maximaal 100 GT Aantal vaartuigen dat mag vissen || 40 vaartuigen voor de zegenvisserij 34 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug > 100 GT 22 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug </ = 100 GT Overige: · Visrechten per ondersteuningsvaartuig: 2 500 euro per vaartuig · Zeelieden: - op de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen wordt tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van het derde land op tonijn wordt gevist, ten minste 20 % van de zeelieden uit ACS-landen aangemonsterd, - op de vloot van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug wordt tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van het derde land wordt gevist, ten minste 20% van de zeelieden uit de ACS-landen aangemonsterd. - De reders spannen zich in om bovenop dit aantal extra zeelieden uit Madagaskar in dienst te nemen. · Waarnemers: - Op verzoek van de autoriteiten van Madagaskar nemen de EU‑vissersvaartuigen een waarnemer aan boord; het is de bedoeling dat 10 % van de vaartuigen die over een machtiging beschikken, door een waarnemer worden bezocht. Voor de vaartuigen van minder dan 100 GT hoeft deze verplichting niet te worden nagekomen. - De reder wordt verzocht om voor elk vaartuig dat een waarnemer aan boord neemt, een bijdrage van 20 euro per dag dat de waarnemer aan boord is, te betalen. Dit bedrag wordt overgemaakt ten bate van het door het VCC beheerde waarnemersprogramma. Aanhangsel 3 – Coördinaten (lengte- en
breedtegraden) van de visserijzone (VZ) van Madagaskar AFBAKENING VAN ZONE WAARIN NIET MAG
WORDEN GEVIST (in graden/minuten) Punt || Breedtegraad || Lengtegraad 1 || 12°18.44ZB || 47°35.63OL 2 || 11°56.64ZB || 47°51.38OL 3 || 11°53ZB || 48°00OL 4 || 12°18ZB || 48°14OL 5 || 12°30ZB || 48°05OL 6 || 12°32ZB || 47°58OL 7 || 12°56ZB || 47°47OL 8 || 13°01ZB || 47°31OL 9 || 12°53ZB || 47°26OL Aanhangsel 5 – Geografische coördinaten
en kaart van de visserijzone waar niet mag worden gevist met vaartuigen voor de
visserij met de drijvende beug Punt || Breedtegraad || Lengtegraad 1 || 12°18.44ZB || 47°35.63OL 2 || 11°56.64ZB || 47°51.38OL 3 || 11°53ZB || 48°00OL 4 || 12°18ZB || 48°14OL 5 || 12°30ZB || 48°05OL 6 || 12°32ZB || 47°58OL 7 || 12°56ZB || 47°47OL 8 || 13°01ZB || 47°31OL 9 || 12°53ZB || 47°26OL Aanhangsel 6 – Visserijlogboek – Fiche voor de
vangstaangifte van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen Statement of catch
form for tuna seiners / Fiche de déclaration de captures pour thoniers senneurs DEPART / SALIDA / DEPARTURE || ARRIVEE / LLEGADA / ARRIVAL || NAVIRE / BARCO / VESSEL || PATRON / PATRON / MASTER || FEUILLE PORT / PUERTO / PORT DATE / FECHA / DATE HEURE / HORA / HOUR LOCH / CORREDERA / LOCH || PORT / PUERTO / PORT DATE / FECHA / DATE HEURE / HORA / HOUR LOCH / CORREDERA / LOCH || || || HOJA / SHEET N° DATE FECHA DATE || POSITION (chaque calée ou midi) POSICION (cada lance o mediadia) POSITION (each set or midday) || CALEE LANCE SET || CAPTURE ESTIMEE ESTIMACION DE LA CAPTURA ESTIMATED CATCH || ASSOCIATION ASSOCIACION ASSOCIATION || COMMENTAIRES OBSERVATIONES COMMENTS || || COURANT CORRIENTE CURRENT || || || || || || 1 ALBACORE RABIL YELLOWFIN || 2 LISTAO LISTADO SKIPJACK || 3 PATUDO PATUDO BIGEYE || AUTRE ESPECE préciser le/les nom(s) OTRA ESPECIE dar el/los nombre(s) OTHER SPECIES give name(s) || REJETS préciser le/les nom(s) DESCARTES dar el/los nombre(s) DISCARDS give name(s) || || || || || || || Route/Recherche, problèmes divers, type d'épave (naturelle/artificielle, balisée, bateau), prise accessoire, taille du banc, autres associations, … Ruta/Busca, problemas varios, tipo de objeto (natural/artificial, con baliza, barco), captura accesoria, talla del banco, otras asociaciones, … Steaming/Searching, miscellaneous problems, log type (natural/artificial, with radio beacon, vessel), by catch, school size, other associations, … || || || || || || || || || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Nom Nombre Name || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Nom Nombre Name || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || || || || || || || || || || Une calée par ligne / Uno lance cada línea / One set by line || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SIGNATURE DATE Aanhangsel 7 – Visserijlogboek – Fiche voor de vangstaangifte van
vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug Aanhangsel 8 – Formulier voor de aangifte
van het binnenvaren en buitenvaren van de visserijzone MODELLEN
VOOR MELDINGEN 1. MODEL VOOR MELDINGEN BIJ HET BINNENVAREN
(TEN MINSTE 3 UUR VAN TEVOREN) GEADRESSEERDE: VCC MADAGASKAR CODE ACTIE: ENT NAAM VAN HET VAARTUIG: INTERNATIONALE RADIOROEPNAAM: VLAGGENSTAAT: SOORT VAARTUIG: NUMMER VAN DE MACHTIGING: POSITIE BIJ HET BINNENVAREN: DATUM EN TIJDSTIP (UTC) VAN HET BINNENVAREN: TOTALE HOEVEELHEID VIS AAN BOORD (IN KG): - YFT (Albacore/ Yellowfin tuna/
Geelvintonijn/Thunnus albacares) in KG: - SKJ (Listao/ Skipjack/ Gestreepte tonijn/ Katsuwonus
pelamis) in KG: - BET (Patudo/ Grootoogtonijn/ Thunnus
obesus) in KG: - ALB (Germon/ Albacore tuna/ Witte tonijn/ Thunnus
alalunga) in KG: - OVERIGE (PRECISEER) in KG: 2. MODEL VOOR MELDINGEN BIJ HET VERLATEN (TEN
MINSTE 3 UUR VAN TEVOREN) GEADRESSEERDE: VCC MADAGASKAR CODE ACTIE: EXI NAAM VAN HET VAARTUIG: INTERNATIONALE RADIOROEPNAAM: VLAGGENSTAAT: SOORT VAARTUIG: NUMMER VAN DE MACHTIGING: POSITIE BIJ HET BUITENVAREN: DATUM EN TIJDSTIP (UTC) VAN HET BUITENVAREN: TOTALE HOEVEELHEID VIS AAN BOORD (IN KG): - YFT (Albacore/ Yellowfin tuna/
Geelvintonijn/Thunnus albacares) in KG: - SKJ (Listao/ Skipjack/ Gestreepte tonijn/ Katsuwonus
pelamis) in KG: - BET (Patudo/ Grootoogtonijn/ Thunnus
obesus) in KG: - ALB (Germon/ Albacore tuna/ Witte tonijn/ Thunnus
alalunga) in KG: - OVERIGE (PRECISEER) in KG: 3. MODEL VOOR DE WEKELIJKSE VANGSTAANGIFTEN
(OM DE DRIE DAGEN WANNEER DE VAARTUIGEN IN DE WATEREN VAN MADAGASKAR VISSEN) GEADRESSEERDE: VCC MADAGASKAR CODE ACTIE: ACTIVITE NAAM VAN HET VAARTUIG: INTERNATIONALE RADIOROEPNAAM: VLAGGENSTAAT: SOORT VAARTUIG: NUMMER VAN DE MACHTIGING: TOTALE HOEVEELHEID VIS AAN BOORD (IN KG): - YFT (Albacore/ Yellowfin tuna/
Geelvintonijn/Thunnus albacares) in KG: - SKJ (Listao/ Skipjack/ Gestreepte tonijn/ Katsuwonus
pelamis) in KG: - BET (Patudo/ Grootoogtonijn/ Thunnus
obesus) in KG: - ALB (Germon/ Albacore tuna/ Witte tonijn/ Thunnus
alalunga) in KG: - OVERIGE (PRECISEER) in KG: - AANTAL TREKKEN SINDS LAATSTE AANGIFTE: Alle mededelingen moeten worden toegezonden
aan de bevoegde autoriteit op het volgende e‑mailadres of faxnummer: Fax: +261 20 22 490 14 E-mail : csp-mprh@blueline.mg Centre de Surveillance des Pêches de
Madagascar, B.P.60 114 Antananarivo Aanhangsel 9 — Formaat van het
VMS-positiebericht MEDEDELING
VAN VMS-BERICHTEN AAN MADAGASKAR
POSITIERAPPORT Gegeven || Code || Verplicht (V)/Optioneel (O) || Inhoud Begin record || SR || V || Systeeminformatie - geeft het begin van de record aan Geadresseerde || AD || V || Berichtinformatie - geadresseerde. ISO-alfa-3-landcode Afzender || FR || V || Berichtinformatie - verzender. ISO-alfa-3-landcode Vlaggenstaat || FS || O || Berichttype || TM || V || Berichtinformatie – berichttype "POS" Radioroepnaam || RC || V || Vaartuiginformatie - internationale radioroepnaam van het vaartuig Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij || IR || O || Vaartuiginformatie - uniek volgnummer van de overeenkomstsluitende partij (ISO3-code van de vlaggenstaat, gevolgd door een nummer) Extern registratienummer || XR || V || Vaartuiginformatie - kenteken aangebracht op de romp van het vaartuig Breedtegraad || LA || V || Positie-informatie - positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS‑84) Lengtegraad || LO || V || Positie-informatie - positie in graden en minuten O/W GGMM (WGS‑84) Vaarrichting || CO || V || Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360° Snelheid || SP || V || Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen Datum || DA || V || Positie-informatie - datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) Tijdstip || TI || V || Positie-informatie - tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) Einde record || ER || V || Systeeminformatie – geeft het einde van de record aan Tekenset: ISO 8859.1 De structuur van de
gegevenstransmissie is als volgt: –
een dubbele schuine streep (//) en een code geven
het begin van de transmissie aan, –
een enkele schuine streep (/) fungeert als
separator tussen code en gegeven. De facultatieve
gegevens moeten worden opgenomen tussen het begin en het einde van de record. FINANCIEEL MEMORANDUM 1. FINANCIEEL MEMORANDUM 1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief 1.2. Betrokken
beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 1.3. Aard
van het voorstel/initiatief 1.4. Doelstelling(en)
1.5. Motivering
van het voorstel/initiatief 1.6. Duur
en financiële gevolgen 1.7. Beheersvorm(en)
2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels
inzake het toezicht en de verslagen 2.2. Beheers-
en controlesysteem 2.3. Maatregelen
ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en)
van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven 3.2. Geraamde
gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de
geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde gevolgen
voor de beleidskredieten 3.2.3. Geraamde gevolgen
voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid met
het huidig meerjarig financieel kader 3.2.5. Bijdrage van derden
aan de financiering 3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten FINANCIEEL MEMORANDUM 1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het
voorstel/initiatief Voorstel
voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het tussen de Europese
Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de
vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide partijen. 1.2. Betrokken beleidsterrein(en)
in de ABM/ABB-structuur[7] 11.
– Maritieme zaken en visserij 11.03
- Internationale visserij en zeerecht 1.3. Aard van het
voorstel/initiatief ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een
proefproject/een voorbereidende actie[8]
X Het voorstel/initiatief
betreft de verlenging van een bestaande actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar
een nieuwe actie 1.4. Doelstelling(en) 1.4.1. De met het voorstel/initiatief
beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie Het
onderhandelen over en het sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen
passen bij de algemene doelstelling om de visserijactiviteiten van de vloot van
de Europese Unie, inclusief de verre vloot, in stand te houden en te beschermen
en de betrekkingen met derde landen in het kader van een partnerschap te
ontwikkelen om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de EU‑wateren
te stimuleren. De
partnerschapsovereenkomsten inzake visserij zorgen eveneens voor coherentie
tussen de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de
verbintenissen in het kader van andere Europese beleidslijnen (duurzame
exploitatie van de visbestanden van derde landen, bestrijding van illegale,
ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO), integratie van de partnerlanden
in de wereldeconomie en een beter politiek en financieel visserijbeheer). 1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en
betrokken ABM/ABB-activiteiten Specifieke doelstelling nr. 1 Bijdragen
tot een duurzame visserij in de wateren buiten de Unie, de Europese
aanwezigheid in de verre visserij handhaven en de belangen van de Europese
visserijsector en de consument beschermen door het onderhandelen over en het
sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met kuststaten, in
samenhang met andere Europese beleidslijnen. Betrokken ABM/ABB-activiteit(en) Maritieme
zaken en visserij, internationale visserij en zeerecht, internationale
visserijovereenkomsten (begrotingsonderdeel 11.0301) 1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en
gevolg(en) Vermeld de gevolgen
die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen Met
de sluiting van het protocol worden de vangstmogelijkheden van de Europese
vaartuigen in de visserijzone van Madagaskar beter gehandhaafd. Via
financiële steun (sectorale steun) voor de tenuitvoerlegging van op nationaal
niveau door het partnerland vastgestelde programma's leidt het protocol voorts
tot een beter beheer en een betere instandhouding van de visbestanden. 1.4.4. Resultaat- en
effectindicatoren Vermeld de indicatoren
aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is
uitgevoerd. Gebruik
van de vangstmogelijkheden (percentage van de gebruikte vismachtigingen ten
opzichte van de door het protocol geboden mogelijkheden); verzameling
en analyse van gegevens over de vangsten en over de handelswaarde van de
overeenkomst; bijdrage
aan de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de EU en aan de stabilisatie
van de EU-markt (op geaggregeerd niveau met andere partnerschapsovereenkomsten
inzake visserij); het
aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van de gemengde commissie. 1.5. Motivering van het
voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of
lange termijn moet worden voorzien Het
protocol voor de periode 2007-2012 loopt op 31 december 2012 af. Vanaf de datum
van ondertekening is het nieuwe protocol voorlopig van toepassing. Parallel aan
de onderhavige procedure wordt een procedure inzake de goedkeuring van een
besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het protocol
ingeleid. Met
het nieuwe protocol wordt een kader geschapen voor de visserijactiviteit van de
Europese vloot zodat de reders vismachtigingen voor de visserijzone van
Madagaskar kunnen blijven verkrijgen. Bovendien wordt met het nieuwe protocol
de samenwerking tussen de EU en Madagaskar met het oog op het bevorderen van
een duurzaam visserijbeleid versterkt. Het
protocol voorziet met name in het volgen van de vaartuigen met VMS, in de
elektronische aangifte van de vangstgegevens en, via een specifieke clausule,
in het aanmonsteren van bepaalde zeelui en het aan boord nemen van waarnemers. 1.5.2. Toegevoegde waarde van de
deelname van de EU Als
de Unie geen nieuw protocol sluit, worden er particuliere overeenkomsten
gesloten, waardoor de duurzaamheid van de visserij niet langer gewaarborgd is.
De Europese Unie hoopt met dit protocol er ook voor te zorgen dat Madagaskar en
de Unie hun vruchtbare samenwerking op het gebied van een duurzame visserij
voortzetten. De
middelen van het protocol bieden Madagaskar de mogelijkheid de strategische
planning op het gebied van de uitvoering van zijn visserijbeleid voort te
zetten. 1.5.3. Nuttige ervaring die bij
soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan Uitgaande
van de evaluatie achteraf van het vorige protocol wordt de verlenging van het
protocol aanbevolen vanwege de onderstaande redenen. -
De overeenkomst biedt toegang tot een bestand dat niet door de nationale sector
wordt geëxploiteerd en zorgt voor werk voor de nationale tonijnverwerkende
sector die zowel direct als indirect van zeer groot sociaaleconomisch belang is
voor het hele noorden van Madagaskar. -
Dankzij de overeenkomst kunnen de autoriteiten van Madagaskar hun taken in het
kader van het VCC en op het gebied van productgezondheid vervullen ten bate van
de sector visserij‑ en aquacultuurproducten uit de wateren van
Madagaskar. -
De overeenkomst heeft rechtstreekse gevolgen voor de economische activiteit van
de volledige keten in Madagaskar aangezien alle betrokken marktdeelnemers de
kans wordt geboden de hulpbronnen in een gecontroleerd beheerskader te
exploiteren, de gezondheid van de producten, ongeacht de bestemming ervan, te
controleren, en – wat de exportbedrijven betreft – te leveren aan markten waar
een vraag naar deze producten bestaat, met name die van de EU. -
De visserijovereenkomst heeft bovenop zijn oorspronkelijke doel – toegang tot
een bestand tegen evenwichtige technische en financiële voorwaarden – een
nieuwe dimensie gekregen in de zin dat wordt gestreefd naar het behoud van de
visserij‑ en de aquacultuursector van Madagaskar en de duizenden banen
die daaraan zijn verbonden. -
De visserijactiviteit in het kader van de overeenkomst doorkruist de nationale
visserijactiviteiten niet, behalve in het segment van de visserij met de beug
waar rekening moet worden gehouden met de ontwikkeling van de vloot van
Madagaskar. -
De overeenkomst is financieel evenwichtig uit het oogpunt van de
referentietonnage en het niveau van de tegenprestatie. Het sectorale
partnerschap dat op poten is gezet, getuigt van het vertrouwen tussen de twee
partijen. -
De overeenkomst is tevens belangrijk met het oog op de ondersteuning van het
optreden van de EU tegen de IOO‑visserij. Zij biedt een bilateraal kader
voor een sectorale dialoog die op doeltreffende wijze aansluit bij de andere
kaders voor bilaterale en multilaterale dialoog in de regio. 1.5.4. Samenhang en eventuele
synergie met andere relevante instrumenten De
middelen die in het kader van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij
worden overgemaakt, vormen vrij besteedbare inkomsten in de begrotingen van de
derde partnerlanden. Voorwaarde voor de sluiting en de follow-up van de
partnerschapsovereenkomsten inzake visserij is evenwel dat een deel van deze
middelen voor de tenuitvoerlegging van acties in het kader van het sectorale
beleid van het land wordt bestemd. Deze financiële middelen zijn verenigbaar
met andere financieringsbronnen van andere internationale geldschieters voor de
uitvoering van projecten en/of programma's op nationaal niveau in de
visserijsector. 1.6. Duur en financiële gevolgen X Voorstel/initiatief met een beperkte
geldigheidsduur –
X Voorstel/initiatief dat met ingang van de datum
van ondertekening voor een periode van twee jaar van kracht is. –
X Financiële gevolgen vanaf 2013 tot en met 2014. ¨ Voorstel/initiatief met een onbeperkte
geldigheidsduur –
Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en
met JJJJ, –
gevolgd door een volledige uitvoering. 1.7. Beheersvorm(en)[9] X Direct gecentraliseerd beheer door de
Commissie ¨ Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan: –
¨ uitvoerende agentschappen –
¨ door de Gemeenschappen opgerichte organen[10] –
¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met een
openbaredienstverleningstaak –
¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van
titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die
worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het
Financieel Reglement ¨ Gedeeld beheer met
de lidstaten ¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen ¨ Gezamenlijk beheer
met internationale organisaties (geef aan welke) Verstrek, indien meer
dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder
"Opmerkingen". Opmerkingen 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en
de verslagen Vermeld frequentie en
voorwaarden. De
Commissie (DG MARE, in samenwerking met zijn attaché in Mauritius en de
delegatie van de Europese Unie in Madagaskar) zal de uitvoering van dit
protocol regelmatig toetsen, en daarbij met name kijken naar het gebruik van de
vangstmogelijkheden door de marktdeelnemers en naar de vangstgegevens. Voorts
voorziet de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector in ten minste één
jaarlijkse bijeenkomst van de gemengde commissie. Tijdens deze bijeenkomst
bespreekt de Commissie met het derde land de tenuitvoerlegging van de
overeenkomst en het protocol en worden zo nodig de programmering en de
financiële tegenprestatie aangepast. 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Geconstateerd(e) risico('s) Aan
de invoering van een protocol bij de visserijovereenkomst is een aantal
risico's verbonden die met name betrekking hebben op de bedragen voor de
financiering van het sectorale visserijbeleid (onderprogrammering). 2.2.2. Controlemiddel(en) Er
is een intensieve dialoog over de programmering en de uitvoering van het
sectorale visserijbeleid gepland. De in punt 2.1 genoemde gezamenlijke analyse
van de resultaten maakt eveneens deel uit van deze controlemiddelen. Voorts
voorziet het protocol in specifieke bepalingen voor de opschorting ervan, onder
bepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden. 2.3. Maatregelen ter voorkoming
van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande
en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen. De
Commissie zal streven naar een permanente politieke dialoog en overleg om het
beheer van de overeenkomst te verbeteren en de bijdrage van de Unie aan het
duurzaam beheer van de visserijrijkdommen te vergroten. Onder alle
omstandigheden gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader van
een visserijovereenkomst verricht, de normale begrotings- en
financieringsvoorschriften van de Commissie. Op grond daarvan moeten met name
de bankrekeningen van het derde land waarop de bedragen van de financiële
tegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd. In het
geval van het onderhavige protocol is in artikel 2, lid 6, bepaald dat de
totale financiële tegenprestatie moet worden overgemaakt op een rekening van de
schatkamer bij een door de autoriteiten van Madagaskar aangewezen financiële
instelling. 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het meerjarig
financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven · Bestaande begrotingsonderdelen In volgorde van de
rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarig financieel kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Deelname Nummer [Omschrijving…] || GK/ NGK ([11]) || van EVA-landen[12] || van kandidaat-lidstaten[13] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement 2 || 11.0301 Internationale visserijovereenkomsten || GK || NEE || NEE || NEE || NEE 2 || 11.010404 Internationale visserijovereenkomsten - Uitgaven voor het administratief beheer || NGK || NEE || NEE || NEE || NEE · Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen (niet van toepassing) 3.2. Geraamde gevolgen voor de
uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de geraamde
gevolgen voor de uitgaven in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Rubriek van het meerjarig financieel kader || 2 || Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen DG: MARE || || || Jaar N[14] 2013 || Jaar N+1 2014 || TOTAAL Beleidskredieten || || || Nummer begrotingsonderdeel: 11.0301 || Vastleggingen || (1) || 1,525 || 1,525 || 3,050 Betalingen || (2) || 1,525 || 1,525 || 3,050 Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[15] || || || Nummer begrotingsonderdeel: 11.010404 || || (3) || 0,031 || 0,071 || 0,102 TOTAAL kredieten voor DG MARE || Vastleggingen || =1+3 || 1,556 || 1,596 || 3,152 Betalingen || =2+3 || 1,556 || 1,596 || 3,152 TOTAAL beleidskredieten[16] || Vastleggingen || (4) || 1,525 || 1,525 || 3,050 Betalingen || (5) || 1,525 || 1,525 || 3,050 TOTAAL van de uit de programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || 0,031 || 0,071 || 0,102 TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 2 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 1,556 || 1,596 || 3,152 Betalingen || =5+ 6 || 1,556 || 1,596 || 3,152 Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor
meerdere rubrieken: (niet van toepassing) Rubriek van het meerjarig financieel kader || 5 || "Administratieve uitgaven" in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || || Jaar N 2013 || Jaar N+1 2014 || TOTAAL DG: MARE || Personele middelen || 0,082 || 0,082 || 0,164 Overige administratieve uitgaven || 0,010 || 0,010 || 0,020 TOTAAL DG MARE || || 0,092 || 0,092 || 0,184 TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || (Totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 0,092 || 0,092 || 0,184 in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || || || Jaar N[17] 2013 || Jaar N+1 2014 || TOTAAL TOTAAL kredieten voor de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || 1,648 || 1,688 || 3,336 Betalingen || 1,648 || 1,688 || 3,336 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de
beleidskredieten – ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen
beleidskredieten nodig –
X Voor het
voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt
beschreven: Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op 3
decimalen) Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar N 2013 || Jaar N+1 2014 || TOTAAL || Gem. kosten van de output || || Type[18] || Gem. kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Totaal aantal outputs || Totale kosten || SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[19] || || || || || || || || || || || || || || || Machtigingen tonijnvisserijvaartuigen voor de || Tonnage || 65 EUR/t || 15000 || 0,975 || 15000 || 0,975 || 30000 || 1,950 || Sectorale steun || || 0,550 || 1 || 0,550 || 1 || 0,550 || 2 || 1,100 || TOTALE KOSTEN || || 1,525 || || 1,525 || || 3,050 || 3.2.3. Geraamde gevolgen voor de
administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten
nodig –
X Voor het voorstel/initiatief zijn
administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: in miljoenen euro's
(tot op 3 decimalen) || Jaar N[20] 2013 || Jaar N+1 2014 || TOTAAL RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || Personele middelen || 0,082 || 0,082 || 0,164 Overige administratieve uitgaven || 0,010 || 0,010 || 0,020 Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 0,092 || 0,092 || 0,184 Buiten RUBRIEK 5[21] van het meerjarig financieel kader || || || Personele middelen || 0,031 || 0,031 || 0,062 Overige administratieve uitgaven || 0,000 || 0,040 || 0,040 Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 0,031 || 0,071 || 0,102 TOTAAL || 0,123 || 0,163 || 0,286 3.2.3.2. 3.2.3.3. Geraamde personeelsbehoeften –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig –
x Voor het voorstel/initiatief zijn personele
middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1
decimaal) || Jaar N 2013 || Jaar N+1 2014 Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) || || XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 0,65 || 0,65 XX 01 01 02 (delegaties) || || XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || Extern personeel (in voltijdequivalent – VTE)[22] || || XX 01 02 01 (AC, END, INT van de totale toewijzing) || || XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || || XX 01 04 yy[23] 11010104 || - in de zetel[24] || || - in de delegatie || 0,25 || 0,25 || XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden) || || 10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) || || 11010404 (AC, met de follow-up van de tenuitvoerlegging van de sectorale steun belaste attaché) || || TOTAAL || 0,90 || 0,90 XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel De benodigde personele
middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer
van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel
aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure
met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen
worden toegewezen. Beschrijving van de
uit te voeren taken: Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Beheer en follow‑up van de (her)onderhandeling van de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector en goedkeuring van het resultaat van de onderhandelingen door de instellingen; beheer van de lopende partnerschapsovereenkomst in de visserijsector, met inbegrip van de permanente financiële en operationele follow‑up; beheer van de machtigingen. Extern personeel || Follow‑up van de tenuitvoerlegging van de sectorale steunverlening – arbeidscontractant in de delegatie (Mauritius): geraamd op ongeveer 0,3 persoon/jaar. 3.2.4. Verenigbaarheid met het huidig
meerjarig financieel kader –
X Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het
huidig meerjarig financieel kader 3.2.5. Bijdrage van derden aan de
financiering –
X Het voorstel/initiatief voorziet niet in
medefinanciering door derden 3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten –
X Het voorstel/initiatief heeft geen financiële
gevolgen voor de ontvangsten [1] Op 24 april 2012 aangenomen door de Raad Algemene Zaken.
[2] PB C […] van [...], blz. […]. [3] PB L 15 van 18.1.2008, blz. 1. [4] PB C … [5] De tekst van het protocol is samen met het
ondertekeningsbesluit bekendgemaakt in PB … . [6] De datum van inwerkingtreding van het protocol zal door
het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese
Unie worden bekendgemaakt. [7] ABM: Activity Based Management – ABB: Activity
Based Budgeting. [8] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a)
of b), van het Financieel Reglement. [9] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen
naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html. [10] In de zin van artikel 185 van het Financieel
Reglement. [11] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten. [12] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie. [13] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële
kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan. [14] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [15] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU
(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
Voor het onderhavige protocol: een jaarlijks bedrag van 0,031 M EUR
(voor 2013 en 2014) voor de kosten van een arbeidscontractant en een
plaatselijke functionaris in de delegatie, alsmede een geraamd bedrag van 0,040 M EUR
voor de kosten van de evaluatie achteraf en vooraf in 2014. [16] De financiële tegenprestatie omvat: a) 975 000 EUR
voor de toegangsrechten tot de visserijzone van Madagaskar en b) 550 000
EUR, wat overeenkomt met de steun voor de ontwikkeling van het visserijbeleid
van de Republiek Madagaskar. [17] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [18] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.
aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,
enz.). [19] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)
…". [20] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [21] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU
(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [22] CA= arbeidscontractant (Contract Agent); LA = plaatselijk
functionaris (Local Agent); END = expert national détaché (gedetacheerd
nationaal deskundige); INT = intérimaire (uitzendkracht); JED = jeune expert en
délégation (jonge deskundige in delegaties). [23] Submaximum voor extern personeel uit beleidskredieten
(vroegere “BA”-onderdelen). [24] Vooral voor structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF).