Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kiribati, anderzijds /* COM/2012/0466 final - 2012/0227 (NLE) */
TOELICHTING Overeenkomstig het desbetreffende mandaat van
de Raad[1]
heeft de Commissie namens de Europese Unie met de Republiek Kiribati
onderhandeld met het oog op de verlenging van het protocol bij de
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de
Republiek Kiribati. Na deze onderhandelingen is op 3 juni 2012 een
nieuw protocol geparafeerd voor een periode van drie jaar die ingaat op 16
september 2012. Deze procedure voor de toewijzing van
vangstmogelijkheden in het kader van dit protocol loopt parallel met de
procedures met betrekking tot het besluit van de Raad, met instemming van het
Europees Parlement, betreffende de sluiting van het nieuwe protocol en het
besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de EU, en de
voorlopige toepassing van voornoemd protocol. Het nieuwe protocol is in overeenstemming met
de doelstellingen van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij, die erop
gericht is de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Kiribati te
versterken en, in het belang van beide partijen, een partnerschapskader te
bevorderen voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de
verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de EEZ van Kiribati. Beide partijen zijn overeengekomen samen te
werken aan de tenuitvoerlegging van het sectoraal visserijbeleid van Kiribati
en zetten daartoe de beleidsdialoog over de desbetreffende programmering voort. Het nieuwe protocol voorziet voor de hele
periode in een totale financiële tegenprestatie van 1 325 000 EUR per
jaar. Dit bedrag omvat: a) 975 000 EUR per jaar voor de toegang tot
de EEZ van Kiribati, en b) 350 000 EUR per jaar als extra bedrag dat de EU
betaalt om het visserijbeleid van Kiribati te ondersteunen. Op basis daarvan stelt de Commissie voor dat
de Raad deze verordening goedkeurt. 2012/0227 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de toewijzing van de
vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol tot vaststelling van de
vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap,
enerzijds, en de Republiek Kiribati, anderzijds DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 23 juli 2007 heeft de Raad
zijn goedkeuring gehecht aan Verordening (EG) nr. 893/2007 betreffende de
sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese
Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kiribati, anderzijds[2]. (2) Aangezien het huidige
Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële
tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake
visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kiribati,
anderzijds (hierna "het protocol" genoemd) op 15 september 2012
afloopt, is op 3 juni 2012 een nieuw protocol geparafeerd. Het nieuwe
protocol biedt vissersvaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden in de wateren
van Kiribati. (3) Op […] heeft de Raad Besluit 2012/…/EU
betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het nieuwe
protocol[3]
vastgesteld. (4) Bepaald moet worden hoe de
vangstmogelijkheden voor de looptijd van het nieuwe protocol over de lidstaten
moeten worden verdeeld, zulks overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG)
nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de
duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk
visserijbeleid[4]. (5) Overeenkomstig artikel 10,
lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008
betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire
vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen
van derde landen tot de communautaire wateren[5]
brengt de Commissie de betrokken lidstaten op de hoogte wanneer blijkt dat de
aan de Unie in het kader van het protocol afgegeven vismachtigingen of
toegewezen vangstmogelijkheden niet volledig worden benut. Als niet wordt
geantwoord binnen een door de Raad vast te stellen termijn, wordt dit beschouwd
als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun
vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. Deze termijn
moet worden vastgesteld. (6) Aangezien het huidige
protocol op 15 september 2012 verstrijkt en het de bedoeling is om het nieuwe
protocol vanaf 16 september 2012 voorlopig toe te passen, moet deze verordening
van toepassing zijn met ingang van 16 september 2012, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 1. De vangstmogelijkheden die in het
protocol zijn vastgesteld, worden als volgt over de lidstaten verdeeld: a) vaartuigen voor de visserij met
de ringzegen: Spanje – 3 vaartuigen Frankrijk – 1 vaartuig b) vaartuigen voor de visserij met
de beug: Spanje – 3
vaartuigen Portugal – 3 vaartuigen. 2. Verordening (EG) nr. 1006/2008 geldt
onverminderd de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese
Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kiribati, anderzijds. 3. Als met de vismachtigingsaanvragen
van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle krachtens het protocol
vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, neemt de Commissie
overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008
vismachtigingsaanvragen van andere lidstaten in overweging. 4. De in artikel 10, lid 1, van
Verordening (EG) nr. 1006/2008 bedoelde termijn bedraagt tien
werkdagen. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag
na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 16
september 2012. Deze verordening is verbindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De voorzitter [1] Goedgekeurd als "A"-punt in document 7707/12
tijdens de 3155e zitting van de Raad (Landbouw en Visserij) op dinsdag 20 maart
2012. [2] PB L 205 van 7.8.2007, blz. 1. [3] PB L … van …, blz. …. PB: gelieve datum,
nummer en PB-referentie van het besluit in te voegen. [4] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. [5] PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33.