52012PC0441

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius /* COM/2012/0441 final - 2012/0214 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op basis van het desbetreffende mandaat van de Raad[1] heeft de Commissie namens de Europese Unie met de Republiek Mauritius onderhandeld over de parafering van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een nieuw protocol tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius. Na deze onderhandelingen zijn op 23 februari 2012 een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een nieuw protocol geparafeerd.

De nieuwe overeenkomst heeft een looptijd van zes jaar, te rekenen vanaf de datum van ondertekening, en wordt stilzwijgend verlengd voor telkens een periode van drie jaar.

Het algemene doel is de samenwerking tussen de EU en de Republiek Mauritius te versterken en, in het belang van beide partijen, een partnerschapskader te bevorderen voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Mauritiaanse visserijzone.

Het protocol heeft een looptijd van drie jaar. Het nieuwe protocol voorziet in vangstmogelijkheden voor 86 vaartuigen voor de tonijnvisserij (41 vaartuigen voor de ringzegenvisserij en 45 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug).

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

De lidstaten zijn geraadpleegd in het kader van technische vergaderingen en in het kader van de Werkgroep visserij van de Raad. Uit deze raadplegingen is gebleken dat het van belang is om een partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een protocol met Mauritius te sluiten. De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie door externe deskundigen die in november 2011 is afgerond.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De onderhavige procedure loopt parallel aan de procedures met betrekking tot het besluit van de Raad, met de instemming van het Europees Parlement, betreffende de sluiting van de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en het nieuwe protocol en met betrekking tot de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van genoemd protocol.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het nieuwe protocol voorziet voor de gehele periode in een totale financiële tegenprestatie van 1 980 000 EUR. Dit bedrag stemt overeen met: a) 357 500 EUR per jaar, wat overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 5 500 ton per jaar, en b) 302 500 EUR per jaar, wat overeenkomt met het extra door de Unie betaalde bedrag ter ondersteuning van het beleid van Mauritius op het gebied van visserij en maritieme zaken.

De jaarlijkse financiële bijdrage uit de begroting van de Unie bedraagt derhalve 660 000 EUR.

2012/0214 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       De Unie heeft met Mauritius onderhandeld over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een nieuw protocol waarbij aan vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de wateren waarover Mauritius de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft.

(2)       Ter afronding van deze onderhandelingen zijn op 23 februari 2012 een partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een protocol geparafeerd.

(3)       De nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en het nieuwe protocol moeten worden ondertekend en moeten na de afronding van de procedures voor de formele sluiting ervan in werking treden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius en van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius wordt namens de Unie goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

De teksten van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van het protocol zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Het secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar over de overeenkomst is (zijn) aangewezen, machtiging verleent de overeenkomst en het protocol, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen.

Artikel 3

Deze partnerschapsovereenkomst inzake visserij zal in werking treden op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in dit verband te volgen procedures zijn afgerond, zulks overeenkomstig artikel 17 van de overeenkomst.

Artikel 4

Het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij zal in werking treden op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in dit verband te volgen procedures zijn afgerond, zulks overeenkomstig artikel 15 van de overeenkomst.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE VISSERIJ

tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius

DE EUROPESE UNIE, hierna "de Unie" genoemd, en

DE REPUBLIEK MAURITIUS, hierna "Mauritius" genoemd, hierna als "de partijen" aangeduid,

GELET OP de nauwe samenwerking tussen de Unie en Mauritius, met name in het kader van de overeenkomst van Cotonou, en op de wens van beide partijen deze betrekkingen te intensiveren,

GELET OP de wens van beide partijen om de verantwoorde exploitatie van de visbestanden via samenwerking te bevorderen,

REKENING HOUDEND MET de bepalingen van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties,

ERKENNEND dat Mauritius overeenkomstig het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties zijn soevereiniteits- of jurisdictierechten uitoefent in de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl vanaf de basislijnen,

VASTBESLOTEN de besluiten en aanbevelingen van de relevante regionale organisaties waarvan de partijen lid zijn, toe te passen,

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) goedgekeurde Gedragscode voor een verantwoorde visserij,

VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen,

ERVAN OVERTUIGD DAT deze samenwerking in het teken moet staan van de complementariteit van de initiatieven en de maatregelen die door beide partijen samen of afzonderlijk worden uitgevoerd en dat daartoe de coherentie van de beleidslijnen en de synergie van de inspanningen moeten worden gegarandeerd,

BESLOTEN HEBBEND DAT de partijen, met het oog op die samenwerking, de dialoog moeten aangaan die voor de uitvoering van het visserijbeleid van Mauritius vereist is, en daarbij het maatschappelijk middenveld moeten betrekken,

VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van de Unievaartuigen in de Mauritiaanse wateren en tot de steun die de Unie verleent voor een verantwoorde visserij in die wateren,

VASTBERADEN te streven naar een nog nauwere economische samenwerking op visserijgebied en in daarmee verwante sectoren door de bevordering van de samenwerking tussen bedrijven van beide partijen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 - Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)           "Mauritiaanse autoriteiten": het ministerie van Visserij van de Republiek Mauritius;

b)           "autoriteiten van de Unie": de Europese Commissie;

c)           "vissersvaartuig": elk vaartuig dat wordt gebruikt om te vissen overeenkomstig de Mauritiaanse regelgeving;

d)           "vaartuig van de Unie": vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Unie voert en in de Unie is geregistreerd;

e)           "Gemengde Commissie": een commissie van vertegenwoordigers van de Unie en Mauritius als omschreven in artikel 9 van deze overeenkomst;

f)            "overlading": het overbrengen, in de havenzone, van de volledige vangst of een deel daarvan van een vissersvaartuig naar een ander vissersvaartuig;

g)           "reder": de persoon die juridisch verantwoordelijk is voor een vissersvaartuig, de werking ervan controleert en de leiding erover heeft;

h)           "ACS-zeelieden": elke zeeman die onderdaan is van een niet-Europees land dat de overeenkomst van Cotonou heeft ondertekend;

i)            "FAO": Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties.

Artikel 2 - Werkingssfeer

Bij de onderhavige overeenkomst worden de voorwaarden vastgesteld waaronder vaartuigen die geregistreerd zijn in of de vlag voeren van de EU (hierna "EU-vaartuigen" genoemd), de tonijnvisserij mogen uitoefenen in de wateren waarover Mauritius de soevereiniteit of de jurisdictie heeft (hierna de "Mauritiaanse wateren" genoemd), overeenkomstig de bepalingen van het UNCLOS en overige regels van het internationaal recht en internationale praktijken.

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld inzake:

-             de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op het gebied van de visserij, die tot doel heeft om, ter waarborging van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, een verantwoorde visserij in de Mauritiaanse wateren te bevorderen en de visserijsector van Mauritius te ontwikkelen;

-             de samenwerking betreffende de regelingen voor het toezicht op de visserij in de Mauritiaanse wateren die tot doel hebben de bovengenoemde voorschriften te handhaven, de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer van de visbestanden te verzekeren en illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden;

-             de partnerschappen tussen ondernemers, die bedoeld zijn om, in het belang van beide partijen, economische activiteiten te ontwikkelen in de visserijsector en in daarmee verwante sectoren.

Artikel 3 - Beginselen en doelstellingen van deze overeenkomst

1.           De partijen verbinden zich ertoe de verantwoorde visserij in de Mauritiaanse wateren te bevorderen volgens de gedragscode voor een verantwoorde visserij van de FAO en zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn.

2.           De partijen werken samen bij de monitoring van de resultaten van de uitvoering van het door de Mauritiaanse regering vastgestelde visserijbeleid en bij de evaluatie van de krachtens deze overeenkomst uitgevoerde maatregelen, programma’s en acties, en gaan hiertoe een beleidsdialoog in de visserijsector aan. De resultaten van de evaluaties worden in de in artikel 9 van deze overeenkomst bedoelde Gemengde Commissie geanalyseerd.

3.           De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur en daarbij rekening te houden met de toestand van de visbestanden.

4.           Als zeelieden van Mauritius op vaartuigen van de Unie worden aangemonsterd, geldt de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep. Voor niet-Mauritiaanse ACS-zeelieden aan boord van vaartuigen van de Unie gelden dezelfde voorwaarden.

5.           De partijen raadplegen elkaar voordat zij een besluit nemen dat van invloed kan zijn op de activiteiten van vaartuigen van de Unie in het kader van deze overeenkomst.

Artikel 4 - Wetenschappelijke samenwerking

1.           Tijdens de looptijd van deze overeenkomst doen de Unie en de Mauritiaanse autoriteiten het nodige om de ontwikkeling van de visbestanden in de Mauritiaanse wateren te volgen.

2.           De partijen verbinden zich ertoe om elkaar, in het kader van een gemengde wetenschappelijke werkgroep of van de betrokken internationale organisaties, te raadplegen om het beheer en de instandhouding van de levende rijkdommen in de Indische Oceaan te coördineren en samen te werken bij relevant wetenschappelijk onderzoek.

3.           Na het in lid 2 bedoelde overleg raadplegen de twee partijen elkaar in de in artikel 9 bedoelde Gemengde Commissie en nemen zij samen de instandhoudingsmaatregelen die voor een duurzaam beheer van de visbestanden vereist zijn en betrekking hebben op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie.

Artikel 5 - Toegang van vaartuigen van de Unie tot de visserij in de Mauritiaanse wateren

1.           Mauritius verbindt zich ertoe vaartuigen van de Unie in zijn wateren te laten vissen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en van het aan de overeenkomst gehechte protocol en de daarbij horende bijlage.

2.           De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de in Mauritius geldende wetten en voorschriften. De Mauritiaanse autoriteiten stellen de autoriteiten van de Unie in kennis van elke wijziging in voornoemde wetgeving.

3.           Mauritius verbindt zich ertoe al het nodige te doen voor de doeltreffende toepassing van de in het protocol opgenomen bepalingen inzake de monitoring van de visserij. De vaartuigen van de Unie werken samen met de voor de uitvoering van deze monitoring bevoegde Mauritiaanse autoriteiten.

4.           De Unie verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de wateren van Mauritius in acht nemen.

Artikel 6 - Vismachtigingen

1.           De vaartuigen van de Unie mogen slechts in de Mauritiaanse wateren vissen als zij een op grond van deze overeenkomst en het bijbehorende protocol afgegeven vismachtiging of een kopie daarvan aan boord hebben.

2.           De procedure voor het verkrijgen van een vismachtiging voor een vaartuig, de geldende rechten en de wijze van betaling door de reder zijn vermeld in de bijlage bij het protocol.

Artikel 7 - Financiële tegenprestatie

1.           De Unie betaalt Mauritius een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijbehorende bijlagen bij deze overeenkomst vastgestelde voorwaarden. Deze financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van twee elementen, namelijk:

a)      de toegang van vaartuigen van de Unie tot de Mauritiaanse wateren en visbestanden, en

b)      de financiële steun die de Unie verleent voor de bevordering van een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie van de visbestanden in de Mauritiaanse wateren.

2.           Het in lid 1, onder b), hierboven bedoelde gedeelte van de financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van doelstellingen die de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig het protocol vaststellen voor het door de regering van Mauritius omschreven sectorale visserijbeleid en op basis van de desbetreffende jaarlijkse en meerjarige programmering van de uitvoering.

3.           De financiële tegenprestatie van de Unie wordt elk jaar betaald overeenkomstig de bepalingen van het protocol en is onderworpen aan de bepalingen van deze overeenkomst en van het protocol in geval van eventuele wijzigingen van het bedrag van de tegenprestatie op grond van:

a)      ernstige omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, die van die aard zijn dat ze de visserij in de Mauritiaanse wateren onmogelijk maken;

b)      een verlaging van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Unie die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld met het oog op de toepassing van maatregelen voor het beheer van de betrokken bestanden die op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig worden geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen;

c)      een verhoging van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Unie die in onderlinge overeenstemming door de partijen wordt vastgesteld voor zover dit gezien de toestand van de betrokken bestanden volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is;

d)      een herziening van de voorwaarden voor de financiële steun voor de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Mauritius, voor zover dit gerechtvaardigd is op grond van de door de partijen geconstateerde resultaten van de jaarlijkse en meerjarige programmering;

e)      de opzegging van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 12;

f)       de schorsing van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 13.

Artikel 8 – Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren en het maatschappelijk middenveld

1.           De partijen bevorderen economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en verwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te coördineren.

2.           De partijen verbinden zich ertoe de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, conserveringsmethoden en procedés voor de industriële verwerking van visserijproducten te bevorderen.

3.           De partijen spannen zich zo nodig in voor het creëren van de voorwaarden om de betrekkingen tussen de bedrijven van de partijen op technisch, economisch en commercieel gebied te bevorderen via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat.

4.           De partijen verbinden zich ertoe een actieplan tussen de actoren van Mauritius en van de Unie uit te voeren om de vaartuigen van de Unie meer vis te laten aanlanden in Mauritius.

5.           De partijen stimuleren zo nodig de oprichting van joint ventures die gericht zijn op het wederzijdse belang, met voortdurende inachtneming van de vigerende Mauritiaanse en Uniewetgeving.

Artikel 9 - Gemengde Commissie

1.           Er wordt een Gemengde Commissie opgericht die wordt belast met de monitoring van de toepassing van deze overeenkomst. De Gemengde Commissie heeft de volgende taken:

a)      monitoring van de uitvoering, interpretatie en toepassing van de overeenkomst en met name de vaststelling en beoordeling van de uitvoering van de in artikel 7, lid 2, bedoelde jaarlijkse en meerjarige programmering;

b)      optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

c)      fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of toepassing van de overeenkomst;

d)      indien nodig de vangstmogelijkheden herzien, en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie;

e)      elke andere taak die de partijen in onderlinge overeenstemming vaststellen.

2.           Bij de uitoefening van haar functies houdt de Gemengde Commissie rekening met de resultaten van het wetenschappelijk overleg als bedoeld in artikel 4 van de overeenkomst.

3.           De Gemengde Commissie komt minstens eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Mauritius en in de Unie, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van een van beide partijen kan zij een buitengewone vergadering beleggen.

Artikel 10 - Geografisch toepassingsgebied

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie van toepassing is en onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Mauritius.

Artikel 11 – Duur

Deze overeenkomst is geldig voor een periode van zes (6) jaar vanaf de datum van inwerkingtreding; zij wordt stilzwijgend verlengd voor telkens een periode van drie (3) jaar, tenzij zij overeenkomstig artikel 12 wordt opgezegd.

Artikel 12 – Opzegging

1.           Deze overeenkomst kan door een van de partijen worden opgezegd als zich ernstige omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, voordoen die aan de redelijke controle van een van de partijen ontsnappen en van die aard zijn dat ze de uitoefening van de visserijactiviteiten in de Mauritiaanse wateren onmogelijk maken. Voorts kan deze overeenkomst door elke partij worden opgezegd wanneer de toestand van de betrokken visbestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de aan vaartuigen van de Unie toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate worden benut of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst niet worden nagekomen.

2.           De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden vóór het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst op te zeggen.

3.           Beide partijen gaan in onderhandeling zodra de in het vorige lid bedoelde kennisgeving is verzonden.

4.           De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie wordt pro rata temporis evenredig verlaagd voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt.

Artikel 13 – Schorsing

1.           De toepassing van deze overeenkomst kan op initiatief van een van de partijen worden geschorst wanneer tussen de partijen een ernstige onenigheid bestaat over de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. Na ontvangst van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met het oog op een minnelijke schikking van hun geschil.

2.           De in artikel 7 bedoelde financiële bijdrage wordt voor de duur van de schorsing evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 14 - Protocol en bijlage

Het protocol, de bijlage en de aanhangsels vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 15 – Geldend nationaal recht

De activiteiten van de vaartuigen van de Unie die in de Mauritiaanse wateren actief zijn, ressorteren onder Mauritiaans recht, behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst, het protocol of de bijbehorende bijlage en aanhangsels.

Artikel 16 – Intrekking

De overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius inzake de visserij voor de kust van Mauritius, die op 1 december 1990 in werking is getreden, wordt bij de onderhavige overeenkomst ingetrokken en vervangen op de dag van de inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst.

Artikel 17 – Inwerkingtreding

Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud, in de volgende talen: Bulgaars, Tsjechisch, Ests, Deens, Nederlands, Engels, Fins, Frans, Duits, Grieks, Hongaars, Italiaans, Lets, Litouws, Maltees, Pools, Portugees, Roemeens, Slowaaks, Sloveens, Spaans en Zweeds, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

De overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

PROTOCOL

tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius

Artikel 1 Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden

1.           Op grond van artikel 5 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij worden de volgende vangstmogelijkheden toegekend, voor een periode van drie (3) jaar:

sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982):

a.            41 vaartuigen voor de tonijnvisserij in volle zee met de zegen en

b.           45 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

2.           Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 5 en 6 van dit protocol.

3.           Krachtens artikel 6 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en artikel 7 van dit protocol mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voeren, slechts visserijactiviteiten in de Mauritiaanse wateren uitoefenen indien zij daarvoor een vismachtiging hebben gekregen in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bepalingen in de bijlage bij dit protocol.

Artikel 2 Financiële tegenprestatie - Betalingswijze

1.           De in artikel 7 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij bedoelde totale financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1 bepaalde periode, vastgesteld op 1 980 000 EUR voor de gehele duur van dit protocol.

2.           Deze financiële tegenprestatie omvat:

a.            een jaarlijks bedrag van 357 500 EUR voor toegang tot de Mauritiaanse wateren, wat overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 5 500 ton per jaar, en

b.           een specifiek bedrag van 302 500 EUR per jaar voor de ondersteuning en tenuitvoerlegging van het sectoraal beleid van Mauritius op het gebied van visserij en maritieme zaken.

3.           Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 3, 4, 5 en 6 van dit protocol.

4.           Het in lid 2, onder a) en b), bedoelde totaalbedrag (d.w.z. 660 000 EUR) wordt, zolang dit protocol van toepassing is, elk jaar door de Europese Unie betaald. Voor het eerste jaar vindt de betaling uiterlijk zestig (60) dagen na de inwerkingtreding van het protocol plaats, en voor de volgende jaren uiterlijk op de datum waarop het protocol verjaart.

5.           Als de vaartuigen van de Europese Unie in de Mauritiaanse wateren in totaal meer dan 5 500 ton tonijn per jaar vangen, wordt het bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie voor toegangsrechten met 65 EUR per extra ton verhoogd. De Europese Unie mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 2, onder a), vermelde bedrag (d.w.z. 715 000 EUR). Indien vaartuigen van de Europese Unie in de Mauritiaanse wateren meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald, overeenkomstig hetgeen in de bijlage is bepaald.

6.           De beslissing over de bestemming van de in lid 2, onder a), gespecificeerde financiële tegenprestatie valt onder de exclusieve bevoegdheid van Mauritius.

7.           De financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op een enkele, bij de centrale bank van Mauritius geopende rekening van de schatkist van Mauritius. Het rekeningnummer wordt door de autoriteiten van Mauritius meegedeeld.

Artikel 3 Bevordering van een verantwoorde en duurzame visserij in de Mauritiaanse wateren

1.           Uiterlijk drie maanden na de datum van inwerkingtreding van dit protocol komen de Europese Unie en Mauritius in de Gemengde Commissie als bedoeld in artikel 9 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij een meerjarig sectoraal programma en de daarbij horende uitvoeringsbepalingen overeen, die met name het volgende omvatten:

a)           de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor de bestemming van het in artikel 2, lid 2, onder b), genoemde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie;

b)           de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis moeten worden bereikt om op termijn tot een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten in de nationale beleidslijnen van Mauritius op het gebied van visserij en maritieme zaken, en andere terreinen die met de bevordering van een verantwoorde en duurzame visserij in verband staan of deze kunnen beïnvloeden, met inbegrip van beschermde mariene gebieden;

c)           de criteria en de procedures voor de jaarlijkse beoordeling van de resultaten.

2.           Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma moeten in de Gemengde Commissie door beide partijen worden goedgekeurd.

3.           Elk jaar kan Mauritius, indien nodig, een extra bedrag toewijzen aan de in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde financiële tegenprestatie voor de tenuitvoerlegging van het meerjarige programma. De Europese Unie dient van deze toewijzing in kennis te worden gesteld.

Artikel 4 Wetenschappelijke samenwerking met het oog op een verantwoorde visserij

1.           Beide partijen verbinden zich ertoe verantwoorde visserij in de Mauritiaanse wateren te bevorderen zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in deze wateren vissen.

2.           Gedurende de door dit protocol bestreken periode volgen de Europese Unie en Mauritius de toestand van de visserijrijkdommen in de Mauritiaanse wateren.

3.           Beide partijen streven ernaar de resoluties, aanbevelingen en, in voorkomend geval, de desbetreffende beheersplannen van de IOTC (Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan) inzake de instandhouding en een verantwoord beheer van de visserij na te leven.

4.           Op basis van de aanbevelingen en de resoluties van de IOTC en het beste beschikbare wetenschappelijke advies, en in voorkomend geval, de resultaten van een gemeenschappelijke wetenschappelijke vergadering zoals bedoeld in artikel 4 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij, plegen beide partijen overleg in de in artikel 9 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij bedoelde Gemengde Commissie om, indien nodig en in onderlinge overeenstemming, maatregelen vast te stellen voor een duurzaam beheer van de Mauritiaanse visbestanden.

Artikel 5 Aanpassing van de vangstmogelijkheden in onderlinge overeenstemming

1.           De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden aangepast voor zover de aanbevelingen en resoluties van de IOTC de stelling ondersteunen dat een dergelijke aanpassing het duurzame beheer van tonijn en tonijnachtigen in de Indische Oceaan ten goede zal komen.

2.           De in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie wordt in dat geval evenredig en pro rata temporis aangepast. De Europese Unie mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in artikel 2, lid 2, onder a), vermelde bedrag.

3.           Beide partijen stellen elkaar schriftelijk in kennis van alle wijzigingen in hun respectieve visserijbeleid en -wetgeving.

Artikel 6 Nieuwe vangstmogelijkheden

1.           Indien vaartuigen van de Europese Unie belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet onder artikel 1 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij vallen, plegen beide partijen overleg alvorens voor dergelijke activiteiten machtiging wordt gegeven, en stellen zij indien nodig in onderling overleg de voorwaarden voor dergelijke visserijactiviteiten vast en passen zij dit protocol en de bijlage daarbij aan.

2.           Beide partijen moedigen experimentele visserij aan, met name op in de Mauritiaanse wateren aanwezige onderbenutte diepzeesoorten. Daartoe plegen de partijen, indien een van beide daarom verzoekt, overleg teneinde per geval de doelsoort, de voorwaarden en andere relevante parameters vast te stellen.

3.           In voorkomend geval verrichten de partijen de experimentele visserij volgens de parameters die beide partijen bij een bestuurlijke regeling zijn overeengekomen. Machtigingen voor experimentele visserij hebben een looptijd van maximaal zes maanden.

4.           Indien de experimentele visserij volgens de partijen positieve resultaten oplevert, kan de regering van Mauritius vangstmogelijkheden voor de nieuwe soorten aan de vloot van de Europese Unie toewijzen tot en met het einde van de looptijd van dit protocol. De in artikel 2, lid 2, onder a), van dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie wordt in dat geval dienovereenkomstig verhoogd. De door de reders te betalen rechten en de in de bijlage vastgelegde voorwaarden worden dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 7 Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij — Exclusiviteitsclausule

Onverminderd artikel 6 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij, mogen vaartuigen van de Europese Unie slechts visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren van Mauritius als zij in het bezit zijn van een geldige vismachtiging die door Mauritius in het kader van dit protocol en de daaraan gehechte bijlage is afgegeven.

Artikel 8 Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie

1.           Onverminderd hetgeen in artikel 9 van dit protocol is bepaald, wordt de in artikel 2, lid 2, onder a) en b), bedoelde financiële tegenprestatie geschorst of herzien na overleg tussen beide partijen en op voorwaarde dat de Europese Unie op het moment van de schorsing alle verschuldigde bedragen heeft betaald:

a)           indien uitzonderlijke omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, visserijactiviteiten in de Mauritiaanse wateren onmogelijk maken;

b)           indien zich in de beleidsrichtsnoeren van een van beide partijen belangrijke wijzigingen voordoen die de desbetreffende bepalingen van dit protocol beïnvloeden;

c)           indien de Europese Unie een inbreuk vaststelt op de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten zoals uiteengezet in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou, overeenkomstig de procedure van de artikelen 8 en 96 van voornoemde overeenkomst. In dit geval worden alle visserijactiviteiten van de vaartuigen van de EU geschorst.

2.           De Europese Unie behoudt zich het recht voor de betaling van de in artikel 2, lid 2, onder b), vastgestelde specifieke tegenprestatie geheel of gedeeltelijk te schorsen als de resultaten van de ondersteuning van het sectoraal beleid na een evaluatie en overleg in de in artikel 3 van dit protocol bedoelde Gemengde Commissie wezenlijk onverenigbaar met de begrotingsprogrammering blijken te zijn.

3.           De betaling van de financiële tegenprestatie en de visserijactiviteiten kunnen worden hervat zodra de toestand opnieuw is zoals hij was vóór de hierboven beschreven omstandigheden zich voordeden en indien beide partijen daarmee na overleg akkoord gaan.

Artikel 9 Schorsing van de tenuitvoerlegging van het protocol

1.           Op initiatief van één van beide partijen wordt de tenuitvoerlegging van dit protocol geschorst na overleg tussen en met akkoord van de partijen in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde Gemengde Commissie:

a)           indien uitzonderlijke omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, visserijactiviteiten in de Mauritiaanse wateren onmogelijk maken;

b)           indien de Europese Unie de in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde betalingen niet verricht om redenen die niet in artikel 8 van dit protocol worden vermeld;

c)           indien er tussen de partijen een geschil rijst over de interpretatie en tenuitvoerlegging van dit protocol en de bijlage dat niet minnelijk kan worden geregeld;

d)           indien een van beide partijen de in dit protocol en de bijlage daarbij vastgelegde bepalingen niet naleeft;

e)           indien zich in de beleidsrichtsnoeren van een van beide partijen belangrijke wijzigingen voordoen die de desbetreffende bepalingen van dit protocol beïnvloeden;

f)            indien een van beide partijen een inbreuk vaststelt op de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten zoals uiteengezet in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou en overeenkomstig de procedure van de artikelen 8 en 96 van voornoemde overeenkomst;

g)           in geval van niet-naleving van de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie inzake fundamentele beginselen en rechten op het werk, zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij.

2.           De uitvoering van het protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen daartoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt.

3.           Bij schorsing van de tenuitvoerlegging blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij daarin slagen, wordt de tenuitvoerlegging van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd afhankelijk van de duur van de periode waarin de tenuitvoerlegging van het protocol is geschorst.

Artikel 10 Geldend nationaal recht

1.           Op de activiteiten van vissersvaartuigen van de Europese Unie in de wateren van Mauritius zijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Mauritius van toepassing, tenzij in dit protocol en de bijlage daarbij anders is bepaald.

2.           De autoriteiten van Mauritius stellen de Europese Commissie in kennis van alle nieuwe wetgeving of van wijzigingen in bestaande wetgeving op het vlak van het visserijbeleid.

Artikel 11 Vertrouwelijkheid

De partijen zien erop toe dat alle gegevens over EU-vaartuigen en hun visserijactiviteiten in de Mauritiaanse wateren te allen tijde vertrouwelijk worden behandeld. Deze gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en voor de doeleinden van visserijbeheer, -monitoring, -controle en -bewaking met de betrokken bevoegde autoriteiten.

Artikel 12 Elektronische gegevensuitwisseling

Mauritius en de Europese Unie verbinden zich ertoe de nodige systemen voor de elektronische uitwisseling van alle met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten in te voeren. De elektronische vorm van een document wordt op ieder moment als gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd.

Beide partijen melden onverwijld iedere storing van een computersysteem dat een dergelijke uitwisseling verhindert. Onder dergelijke omstandigheden worden de met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten automatisch vervangen door hun papieren versie overeenkomstig de in de bijlage vastgestelde bepalingen.

Artikel 13

Looptijd

Dit protocol en de bijlage ervan zijn met ingang van de inwerkingtredingsdatum van toepassing voor een periode van drie (3) jaar, tenzij het protocol overeenkomstig artikel 14 wordt opgezegd.

Artikel 14 Opzegging

1.           In geval van opzegging van dit protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om het protocol op te zeggen.

2.           Beide partijen gaan in onderhandeling zodra de in het vorige lid bedoelde kennisgeving is verzonden.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit protocol en de bijlage daarbij treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in dit verband te volgen procedures zijn afgewikkeld.

BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE MAURITIAANSE WATEREN DOOR VAARTUIGEN VAN DE EUROPESE UNIE

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

1.           Aanwijzing van de bevoegde autoriteit

Voor de toepassing van deze bijlage wordt, tenzij anders is bepaald, met elke verwijzing naar de Europese Unie (EU) of Mauritius als bevoegde autoriteit, het volgende bedoeld:

– voor de EU: de Europese Commissie, in voorkomend geval via de delegatie van de EU in Mauritius;

– voor Mauritius: het ministerie van Visserij.

2.           Mauritiaanse wateren

Alle bepalingen van het protocol en de bijlagen zijn uitsluitend van toepassing op de Mauritiaanse wateren als omschreven in aanhangsel 2.

3.           Bankrekening

Mauritius stelt de EU vóór de inwerkingtreding van het protocol in kennis van de gegevens van de bankrekening(en) waarop de financiële bedragen ten laste van de EU-vaartuigen in het kader van de overeenkomst moeten worden overgemaakt. De aan de bankoverdrachten verbonden kosten zijn voor rekening van de reders.

HOOFDSTUK II

Vismachtigingen voor de tonijnvisserij

1.           Voorwaarden voor de afgifte van een vismachtiging voor de tonijnvisserij – in aanmerking komende vaartuigen

De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde vismachtigingen voor de tonijnvisserij worden afgegeven op voorwaarde dat het vaartuig is ingeschreven in het register van vissersvaartuigen van de Europese Unie die voorkomen op de lijst van vissersvaartuigen van de IOTC en dat alle eerdere verplichtingen van de reder, de kapitein of het vaartuig zelf uit hoofde van visserijactiviteiten in Mauritius in het kader van de overeenkomst en van de visserijwetgeving van Mauritius zijn nagekomen.

2.           Aanvraag van een vismachtiging

De EU dient ten minste vijfentwintig (25) werkdagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij Mauritius een vismachtigingsaanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de overeenkomst wenst te vissen, met gebruikmaking van het formulier in aanhangsel 1 van de onderhavige bijlage. De aanvraag moet getypt zijn of leesbaar geschreven in hoofdletters.

Elke eerste vismachtigingsaanvraag in het kader van het huidige protocol en elke aanvraag naar aanleiding van een technische wijziging aan het vaartuig moet vergezeld gaan van:

i)            het bewijs van betaling van het vooraf te betalen visrecht voor de geldigheidsduur van de aangevraagde vismachtiging;

ii)            de naam, het adres en de contactgegevens van:

· de eigenaar van het vissersvaartuig;

· de exploitant van het vissersvaartuig;

iii)           een recente kleurenfoto van het vaartuig (zijaanzicht) van ten minste 15 x 10 cm;

iv)           het zeewaardigheidscertificaat van het vaartuig;

v)           het registratiecertificaat van het vaartuig;

vi)           de contactgegevens van het vaartuig (fax, e-mail, enz.).

Voor vaartuigen waarvan de technische kenmerken niet zijn gewijzigd, gaat de aanvraag tot verlenging van een vismachtiging in het kader van het huidige protocol uitsluitend vergezeld van het bewijs van betaling van het visrecht.

3.           Vooraf te betalen visrecht

Het totale bedrag van het vooraf te betalen visrecht wordt vastgesteld op basis van het jaarlijkse bedrag per vaartuig zoals vastgesteld in de technische notities in aanhangsel 2 van de onderhavige bijlage. Het omvat alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van de havengelden, de rechten voor aanlanding, de rechten voor overlading en de kosten van geleverde diensten.

4.           Voorlopige lijst van vaartuigen die mogen vissen

Onmiddellijk na de ontvangst van de vismachtigingsaanvragen stelt de nationale autoriteit voor visserijcontrole voor elke categorie van vaartuigen een voorlopige lijst van aanvragende vaartuigen op. De bevoegde autoriteit van Mauritius zendt deze lijst onverwijld naar de EU.

De EU zendt de voorlopige lijst door naar de reder of de gemachtigde agent. Wanneer de kantoren van de EU gesloten zijn, kan Mauritius de voorlopige lijst rechtstreeks naar de reder of zijn gemachtigde agent zenden, met een kopie aan de delegatie van de EU in Mauritius.

5.           Afgifte van de vismachtiging

Voor alle vaartuigen worden de vismachtigingen binnen twintig (20) werkdagen nadat de bevoegde autoriteit de volledige aanvraag heeft ontvangen, aan de reders of hun gemachtigde agent afgegeven. Een kopie van deze vismachtiging wordt onmiddellijk naar de EU-delegatie in Mauritius gestuurd.

6.           Lijst van vaartuigen die mogen vissen

Onmiddellijk na de afgifte van de vismachtiging stelt de nationale autoriteit voor visserijcontrole voor elke categorie vaartuigen de definitieve lijst van vaartuigen op die in de Mauritiaanse wateren mogen vissen. Deze lijst wordt onmiddellijk naar de EU gestuurd en vervangt de bovengenoemde voorlopige lijst.

7.           Geldigheidsduur van de vismachtiging

De geldigheidsduur van de vismachtigingen bedraagt één jaar en kan worden verlengd.

Voor de bepaling van het begin van de geldigheidstermijn wordt onder jaarperiode verstaan:

i)            in het eerste jaar waarin het protocol van toepassing is, de periode tussen de datum van inwerkingtreding ervan en 31 december van hetzelfde jaar;

ii)            vervolgens elk volledig kalenderjaar;

iii)           in het laatste toepassingsjaar van het protocol, de periode tussen 1 januari en de datum waarop het protocol afloopt.

Het vooraf te betalen visrecht voor het eerste en het laatste jaar van het protocol wordt pro rata temporis berekend.

8.           Aan boord mee te nemen documenten

Tijdens het verblijf in de Mauritiaanse wateren of in een Mauritiaanse haven moeten vissersvaartuigen te allen tijde de volgende documenten aan boord hebben:

(a) de vismachtiging;

(b) de documenten die door een bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van het vissersvaartuig zijn afgegeven, met de volgende gegevens:

- het nummer waaronder het vissersvaartuig is geregistreerd;

- het registratiecertificaat van het vaartuig;

(c) bijgewerkte, gecertificeerde tekeningen of beschrijvingen van de indeling van het vissersvaartuig, en met name het aantal visruimen van het vissersvaartuig waarbij de opslagcapaciteit in kubieke meters is aangegeven;

(d) indien wijzigingen zijn aangebracht in de kenmerken van het vissersvaartuig, wat de lengte over alles, het brutoregistertonnage, het vermogen van de hoofdmotor of hoofdmotoren in pk of de inhoud van het scheepsruim betreft, een door de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van het vissersvaartuig gecertificeerd certificaat waarin de aard van die wijziging is beschreven;

(e) indien het vissersvaartuig is voorzien van tanks voor gekoeld zeewater, een door de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van het vaartuig gecertificeerd document waarin de kalibratie van de tanks in kubieke meters is aangegeven;

(f) een kopie van de Mauritiaanse wet van 2007 op de mariene en visbestanden.

9.           Overdracht van de vismachtiging

De vismachtiging wordt voor een bepaald vaartuig opgesteld en is niet overdraagbaar.

In geval van bewezen overmacht en op verzoek van de EU kan de vismachtiging van een vaartuig evenwel worden vervangen door een nieuwe machtiging die wordt afgegeven voor een gelijksoortig vaartuig of een vervangend vaartuig, waarvoor dan niet opnieuw een bedrag vooraf hoeft te worden betaald. In zo'n geval wordt bij de in hoofdstuk IV genoemde afrekening van de visrechten voor de vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug rekening gehouden met het totaal van de vangsten van beide schepen samen in de Mauritiaanse wateren.

In geval van overdracht wordt de te vervangen vismachtiging door de reder of zijn gemachtigde agent in Mauritius teruggegeven en stelt Mauritius onmiddellijk een vervangingsvergunning op. Nadat de te vervangen machtiging is teruggegeven, wordt onverwijld een vervangingsvergunning aan de reder of aan zijn gemachtigde agent afgegeven. De vervangingsmachtiging gaat in op de dag dat de te vervangen machtiging wordt teruggegeven.

Mauritius werkt de lijst van gemachtigde vaartuigen zo spoedig mogelijk bij. De nieuwe lijst wordt onmiddellijk aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de Europese Unie meegedeeld.

HOOFDSTUK III

Technische maatregelen

In de technische notities in aanhangsel 2 van de onderhavige bijlage worden per visserijtak de voor de Mauritiaanse wateren, het vistuig en de bijvangsten geldende technische maatregelen voor vaartuigen met een vismachtiging vastgesteld.

De vaartuigen moeten de visserijwetgeving van Mauritius en alle door de IOTC vastgestelde resoluties vastgestelde resoluties naleven.

HOOFDSTUK IV

Vangstaangiften

1.           Definitie van een visreis

In deze bijlage wordt onder de duur van een visreis van een EU-vaartuig het volgende verstaan:

- hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het uitvaren van de Mauritiaanse wateren;

- hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de Mauritiaanse wateren en het overladen van de vangst in een haven van Mauritius en/of het aanlanden van de vangst in Mauritius.

2.           Visserijlogboek

De kapitein van een EU-vaartuig dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt een IOTC-visserijlogboek bij waarvan het model voor elke visserijtak is opgenomen in aanhangsel 3 aan de onderhavige bijlage.

Het visserijlogboek van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug moet aan resolutie 08/04 van de IOTC voldoen, en dat van vaartuigen voor de ringzegenvisserij aan resolutie 10/03.

Het visserijlogboek wordt door de kapitein ingevuld voor elke dag waarop het vaartuig aanwezig is in de Mauritiaanse wateren.

De kapitein noteert elke dag de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (die wordt aangeduid met de FAO-drielettercode) in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de bijvangsten.

Het visserijlogboek wordt leesbaar ingevuld, in blokletters, en ondertekend door de kapitein.

De kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de in het visserijlogboek vermelde gegevens.

3.           Vangstaangiften

De kapitein meldt de vangsten van het vaartuig door toezending aan Mauritius van de tijdens de aanwezigheid in de Mauritiaanse wateren ingevulde visserijlogboeken.

De visserijlogboeken worden als volgt toegezonden:

i.             wanneer een Mauritiaanse haven wordt aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek aan de plaatselijke vertegenwoordiger in Mauritius bezorgd, die een schriftelijke ontvangstbevestiging afgeeft. Een kopie van het logboek wordt aan het Mauritiaanse inspectieteam overhandigd;

ii)            wanneer de Mauritiaanse wateren worden verlaten zonder dat vooraf een Mauritiaanse haven is aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek binnen zeven (7) werkdagen na aankomst in een andere haven verzonden, en in ieder geval binnen vijftien (15) werkdagen na het verlaten van de Mauritiaanse wateren;

a)           hetzij via e-mail, naar het door de nationale autoriteit voor visserijcontrole opgegeven e-mailadres;

b)           hetzij per fax, naar het door de nationale autoriteit voor visserijcontrole opgegeven faxnummer;

c)           hetzij per brief, gericht aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole.

De kapitein doet de EU en de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat een kopie van alle visserijlogboeken toekomen. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug doet de kapitein ook aan één van de volgende wetenschappelijke instellingen een kopie van al zijn visserijlogboeken toekomen:

i)            IRD (Institut de recherche pour le développement);

ii)            IEO (Instituto Español de Oceanografia);

iii)           IPIMAR (Instituto Português de Investigação Maritima).

Wanneer het vaartuig tijdens de geldigheidsduur van zijn vismachtiging terugkeert naar de Mauritiaanse wateren, geeft dit aanleiding tot een nieuwe vangstaangifte.

Worden de bepalingen inzake de vangstaangifte niet nageleefd, dan kan Mauritius de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en tegen de reder actie ondernemen overeenkomstig de geldende nationale wetgeving. In geval van recidive kan Mauritius de verlenging van de vismachtiging weigeren. Mauritius stelt de EU onverwijld in kennis van elke in dit verband toegepaste sanctie.

4.           Afrekening van de visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

Op basis van de door de bovenvermelde wetenschappelijke instellingen bevestigde vangstaangiften stelt de EU voor elk vaartuig voor de tonijnvisserij in volle zee met de zegen en voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug een definitieve afrekening van de voor het visseizoen van het voorgaande kalenderjaar verschuldigde visrechten vast.

De EU doet deze definitieve afrekening vóór 31 juli van het lopende jaar aan Mauritius en de reder toekomen. Mauritius kan de definitieve afrekening op basis van bewijsstukken betwisten binnen een termijn van dertig (30) werkdagen na de datum van toezending. Bij verschil van mening plegen de partijen overleg in de Gemengde Commissie. Indien Mauritius binnen de termijn van dertig (30) dagen geen bezwaar aantekent, wordt de definitieve afrekening geacht te zijn goedgekeurd.

Valt het bedrag van de definitieve afrekening hoger uit dan het voor het verkrijgen van de vismachtiging vooraf te betalen visrecht als hierboven (in hoofdstuk II, punt 3) bedoeld, dan maakt de reder het saldo uiterlijk op 30 september van het lopende jaar aan Mauritius over. Is het bedrag van de definitieve afrekening lager dan het vooraf betaalde forfaitaire visrecht, dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald.

HOOFDSTUK V

Aanlandingen en overladingen

Overlading op zee is verboden. Op alle overladingen in de haven wordt toegezien door Mauritiaanse visserijinspecteurs.

De kapitein van een EU-vaartuig die vis wil aanlanden of overladen moet Mauritius ten minste 72 uur voor de aanlanding of de overlading het volgende meedelen:

a)           de naam van het vissersvaartuig dat de vis moet aanlanden of overladen en het nummer van dat vaartuig in de IOTC-lijst van vissersvaartuigen;

b)           de haven van aanlanding of overlading;

c)           de datum en het verwachte tijdstip van aanlanding of overlading;

d)           de hoeveelheid (uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren) van elke aan te landen of over te laden soort (aangeduid met de FAO-drielettercode);

e)           in geval van overlading, de naam van het ontvangende vaartuig.

De kapitein van het ontvangende vaartuig informeert de Mauritiaanse autoriteiten uiterlijk 24 uur vóór het begin en aan het einde van de overlading over de hoeveelheden tonijn en tonijnachtigen die op zijn vaartuig zijn overgeladen, vult de overladingsaangifte in en zendt deze binnen 24 uur aan de Mauritiaanse autoriteiten.

Voorafgaand aan de overlading moet Mauritius de kapitein of zijn gemachtigde agent binnen 24 uur na bovengenoemde kennisgeving toestemming geven. De overlading moet plaatsvinden in een hiertoe gemachtigde Mauritiaanse haven.

De aangewezen vissershaven waar overlading in Mauritius is toegestaan is Port Louis (haven die op grond van resolutie 10/11 en overeenkomstig de vereisten van de havenstaatmaatregelen aan de IOTC is opgegeven).

Worden deze bepalingen niet nageleefd, dan worden de daartoe in de Mauritiaanse wetgeving vastgestelde sancties toegepast.

HOOFDSTUK VI

Controle

1.           Binnenvaren en verlaten van de Mauritiaanse wateren

Telkens wanneer een EU-vaartuig met een vismachtiging de Mauritiaanse wateren binnenvaart of verlaat, moet dit 24 uur van tevoren aan Mauritius worden gemeld.

Bij de melding van het binnenvaren of verlaten deelt het vaartuig met name de volgende gegevens mee:

i)            verwachte datum, tijd en plaats;

ii)            de aan boord gehouden hoeveelheid van elke doelsoort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren;

iii)           de hoeveelheid bijvangst van elke soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren.          

De kennisgeving gebeurt bij voorkeur per e-mail, of indien dat niet mogelijk is, per fax, naar een e-mailadres of faxnummer dat Mauritius heeft meegedeeld door middel van het formulier dat aan deze bijlage is gehecht als aanhangsel 4. Mauritius verzendt per omgaande een ontvangstbevestiging per e-mail of fax.

Mauritius stelt de betrokken vaartuigen en de EU onverwijld in kennis van elke wijziging van het e-mailadres, het oproepnummer of de radiofrequentie.

Een vaartuig dat in de Mauritiaanse wateren aan het vissen is zonder zijn aanwezigheid vooraf te hebben gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig dat zonder machtiging vist.

Overtredingen worden bestraft met de boetes en sancties waarin de Mauritiaanse wet van 2007 op de mariene en visbestanden voorziet.

Meldingen over het binnenvaren/verlaten van de wateren moeten tot ten minste één jaar na de datum waarop zij zijn verzonden, aan boord worden bewaard.

2.           Periodieke vangstaangifte

Wanneer een EU-vaartuig met een vismachtiging in de Mauritiaanse wateren actief is, moet de kapitein van dat EU-vaartuig de Mauritiaanse autoriteit eens in de drie (3) dagen melden hoeveel vis in de Mauritiaanse wateren is gevangen. De eerste vangstaangifte begint drie (3) dagen na de datum waarop het vaartuig de Mauritiaanse wateren is binnengevaren.

Eens in de drie (3) dagen meldt het vaartuig in het kader van de periodieke vangstaangifte met name:

i)          de datum, de tijd en de positie ten tijde van de aangifte;

ii)         de tijdens de driedaagse (3-daagse) periode gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke doelsoort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren;

iii)         de tijdens de driedaagse (3-daagse) periode gevangen hoeveelheid bijvangst per soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren;

iv)        de aanbiedingsvorm van de producten;

v)         voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

            - aantal succesvolle uitzettingen met FAD sinds de laatste aangifte;

            - aantal succesvolle uitzettingen bij vrij zwemmende visscholen sinds de laatste   aangifte;

            - aantal uitzettingen zonder succes;

vi)        voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de drijvende beug:

            - aantal uitzettingen sinds de laatste aangifte;

            - aantal uitgezette haken sinds de laatste aangifte.

De kennisgeving gebeurt bij voorkeur per e-mail of per fax naar een e-mailadres of faxnummer dat Mauritius heeft meegedeeld door middel van het formulier dat aan deze bijlage is gehecht als aanhangsel 5. Mauritius stelt de betrokken vaartuigen en de EU onverwijld in kennis van elke wijziging van het e-mailadres, het oproepnummer of de radiofrequentie.

Een vaartuig dat in de Mauritiaanse wateren aan het vissen is zonder zijn driedaagse (3-daagse) periodieke vangstaangifte te hebben gedaan, wordt beschouwd als een vaartuig dat zonder machtiging vist. Overtredingen worden bestraft met de boetes en sancties waarin de Mauritiaanse wet van 2007 op de mariene en visbestanden voorziet.

Periodieke vangstaangiften moeten tot ten minste één (1) jaar na de datum waarop zij zijn verzonden, aan boord worden bewaard.

3.           Inspectie op zee

De inspectie op zee van EU-vaartuigen met een vismachtiging in de Mauritiaanse wateren wordt uitgevoerd door Mauritiaanse vaartuigen en inspecteurs die duidelijk herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen vaartuigen en inspecteurs.

Alvorens aan boord te gaan stellen de bevoegde inspecteurs het EU-vaartuig in kennis van hun besluit om een inspectie uit te voeren. De inspectie wordt door visserijinspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en kwalificatie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen.

De bevoegde inspecteurs blijven niet langer aan boord van het EU-vaartuig dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading.

Aan het eind van elke inspectie stellen de bevoegde inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het EU-vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door de kapitein van het EU-vaartuig.

De bevoegde inspecteurs overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het EU-vaartuig alvorens het vaartuig te verlaten. Zoals bepaald in hoofdstuk VIII wordt bij overtredingen ook aan de EU een kopie van de kennisgeving van de overtreding toegestuurd.

4.           Inspectie in de haven in geval van aanlanding of overlading

De inspectie in een Mauritiaanse haven van EU-vaartuigen die in de Mauritiaanse wateren gedane vangsten aanlanden of overladen, wordt uitgevoerd door Mauritiaanse inspecteurs die duidelijk herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen inspecteurs.

Vóór aanvang van de inspectie moeten de inspecteurs hun identiteit en officiële functie bewijzen. De Mauritiaanse inspecteurs blijven niet langer aan boord van het EU-vaartuig dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten, en voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, het aanlanden of overladen en de lading.

Aan het eind van elke inspectie stellen de inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het EU-vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door de kapitein van het EU-vaartuig.

De Mauritiaanse inspecteurs overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het EU-vaartuig zodra de inspectie beëindigd is.

HOOFDSTUK VII

Satellietvolgsysteem (VMS)

1.           Positieberichten van vaartuigen - VMS-systeem

EU-vaartuigen met een vismachtiging moeten zijn uitgerust met een satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System - VMS) dat hun positie ieder uur automatisch meedeelt aan het visserijcontrolecentrum (Fisheries Monitoring Center - FMC) van hun vlaggenstaat.

Elk positiebericht moet het volgende bevatten:

a)           de identificatiegegevens van het vaartuig;

b)           de laatste geografische positie van het vaartuig (lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 500 meter en een betrouwbaarheidsinterval van 99%;

c)           de datum en het tijdstip van de registratie van de positie;

d)           de snelheid en de vaarrichting van het vaartuig.

Elk positiebericht moet geconfigureerd zijn volgens het formaat in aanhangsel 4 van de onderhavige bijlage.

De eerste na het binnenvaren van de Mauritiaanse wateren geregistreerde positie wordt aangeduid met de code "ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code "POS", met uitzondering van de eerste na het verlaten van de Mauritiaanse wateren geregistreerde positie, die wordt aangeduid met de code "EXI". Het FMC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de positieberichten automatisch worden verwerkt en, in voorkomend geval, elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten moeten op een beveiligde manier worden geregistreerd en drie jaar lang worden bewaard.

2.           Melding van positieberichten bij uitval van het VMS-systeem

De kapitein zorgt er te allen tijde voor dat het VMS-systeem van zijn vaartuig volledig operationeel is en dat de positieberichten correct worden doorgestuurd naar het FMC van de vlaggenstaat.

EU-vaartuigen met een defect VMS-systeem mogen de Mauritiaanse wateren niet binnenvaren. Wanneer zij reeds actief zijn in de Mauritiaanse wateren, wordt het VMS-systeem, mocht dit uitvallen, aan het einde van de visreis hersteld of binnen vijftien (15) werkdagen vervangen. Indien dat systeem niet wordt hersteld of vervangen, mag het vaartuig na die termijn niet langer in de Mauritiaanse wateren vissen.

Vaartuigen die in de Mauritiaanse wateren met een defect VMS-systeem vissen, sturen hun positieberichten ten minste om de twee uur per e-mail, per radio of per fax door aan het FMC van de vlaggenstaat en van Mauritius, met opgave van alle verplichte informatie.

3.           Beveiligde verzending van de positieberichten aan Mauritius

Het FMC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het FMC van Mauritius. De FMC’s van de vlaggenstaat en Mauritius wisselen hun e-mailadres uit en stellen elkaar onverwijld in kennis van elke wijziging daarvan.

De verzending van de positieberichten tussen de FMC's van de vlaggenstaat en Mauritius gebeurt elektronisch via een beveiligd communicatiesysteem.

Het FMC van Mauritius stelt het FMC van de vlaggenstaat en de Europese Unie onverwijld in kennis van iedere onderbreking in de ontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met een vismachtiging dat niet heeft gemeld dat het de Mauritiaanse wateren zou verlaten.

4.           Slechte werking van het communicatiesysteem

Mauritius zorgt ervoor dat zijn elektronische uitrusting compatibel is met die van het FMC van de vlaggenstaat en stelt de Europese Unie onverwijld in kennis van elk probleem bij de transmissie en de ontvangst van positieberichten met het oog op een zo spoedig mogelijke technische oplossing. Eventuele geschillen worden door de Gemengde Commissie beslecht.

De kapitein wordt verantwoordelijk geacht voor iedere bewezen manipulatie van het VMS-systeem van het vaartuig die tot doel heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen. Inbreuken worden bestraft met de in de geldende Mauritiaanse wetgeving vastgestelde sancties.

5.           Herziening van de frequentie van de positieberichten

Op basis van gefundeerde aanwijzingen voor een overtreding kan Mauritius het FMC van de vlaggenstaat, met kopie aan de EU, verzoeken het interval voor het versturen van de positieberichten van een vaartuig voor een bepaalde onderzoeksperiode te beperken tot dertig minuten. Mauritius moet deze stavingselementen overleggen aan het FMC van de vlaggenstaat en aan de EU. Het FMC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten onverwijld volgens de nieuwe frequentie door naar Mauritius.

Het FMC van Mauritius stelt het controlecentrum van de vlaggenstaat en de Europese Commissie onmiddellijk in kennis van het einde van de inspectieprocedure.

Aan het eind van de onderzoeksperiode stelt Mauritius het FMC van de vlaggenstaat en de Europese Unie in kennis van de eventuele follow-up.

HOOFDSTUK VIII

Overtredingen

Niet-naleving van een van de voorschriften en bepalingen van het protocol, van de beheers- en instandhoudingsmaatregelen of van de visserijwetgeving van Mauritius kan worden bestraft met boetes, schorsing, intrekking of niet-verlenging van de vismachtiging van een vaartuig.

1.           Behandeling van inbreuken

Elke in de Mauritiaanse wateren gepleegde inbreuk door een EU-vaartuig met een vismachtiging overeenkomstig de onderhavige bijlage moet worden vermeld in een (inspectie)verslag.

In het geval van inspectie aan boord laat de ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein het recht van verweer van de reder tegen de betrokken inbreuk onverlet. Wanneer de kapitein het inspectieverslag weigert te ondertekenen, schrijft hij in het inspectieverslag de redenen van die weigering, met de vermelding "weigert te ondertekenen".

Voor elke in de Mauritiaanse wateren gepleegde inbreuk door een EU-vaartuig met een vismachtiging worden de kennisgeving van de vastgestelde inbreuk en de desbetreffende aan de kapitein of het visserijbedrijf opgelegde sancties rechtstreeks aan de reder toegezonden overeenkomstig de in de Mauritiaanse visserijwet vastgestelde procedures. Een kopie van de kennisgeving wordt binnen 72 uur aan de vlaggenstaat van het vaartuig en de EU toegezonden.

2.           Aanhouding van een vaartuig

Wanneer de visserijwetgeving van Mauritius daar voor de betrokken inbreuk in voorziet, kan elk EU-vaartuig dat een inbreuk begaat, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en, wanneer het vaartuig zich op zee bevindt, zich naar een Mauritiaanse haven te begeven.

Mauritius stelt de Europese Unie uiterlijk binnen 24 uur in kennis van iedere aanhouding van een EU-vaartuig met een vismachtiging. In de kennisgeving worden de redenen voor de aanhouding en/of de opbrenging aangegeven.

Alvorens tegen het vaartuig, de kapitein, de bemanning of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen voor het veiligstellen van bewijsstukken, wijst Mauritius een onderzoeksambtenaar aan en belegt het op verzoek van de EU binnen één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig een informatievergadering om de feiten die hebben geleid tot de aanhouding van het vaartuig, toe te lichten en de eventuele verdere maatregelen uiteen te zetten. Aan deze informatievergadering kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat en van de reder van het vaartuig deelnemen.

3.           Vervolging van de inbreuk – Schikkingsprocedure

Een inbreuk wordt bestraft met de sanctie waarin de geldende Mauritiaanse wetgeving voorziet.

Wanneer de reder de boetes niet aanvaardt, moet voordat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, tussen de Mauritiaanse autoriteiten en het EU-vaartuig een schikkingsprocedure worden ingeleid teneinde tot een schikking te komen. Aan deze schikkingsprocedure kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen. De schikkingsprocedure wordt uiterlijk 72 uur na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig afgesloten.

4.           Gerechtelijke procedure - Bankgarantie

Indien de schikkingsprocedure faalt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft begaan, een bankgarantie bij een door Mauritius opgegeven bank waarvan het bedrag, dat door Mauritius wordt vastgesteld, de kosten van de aanhouding, de geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen dekt. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is afgerond.

De bankgarantie wordt vrijgegeven en onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis aan de reder terugbetaald:

a)           in haar geheel, wanneer geen sanctie wordt opgelegd;

b)           ten bedrage van het saldo, wanneer de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie.

Mauritius stelt de Europese Unie binnen acht dagen na de uitspraak van het vonnis in kennis van de resultaten van de gerechtelijke procedure.

5.           Vrijgave van het vaartuig en de bemanning

Het vaartuig en de bemanning mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld.

HOOFDSTUK IX

Aanmonstering van zeelieden

1.           Aantal aan te monsteren zeelieden

Gedurende haar activiteiten in de Mauritiaanse wateren heeft de EU-vloot ten minste tien (10) gekwalificeerde Mauritiaanse zeelieden aan boord. De reders van EU-vaartuigen trachten extra Mauritiaanse zeelieden aan te monsteren.

Als deze zeelieden niet worden aangemonsterd, betalen de reders een forfaitair bedrag dat overeenkomt met het loon van de niet aangemonsterde zeelieden gedurende de visserijcampagne in de Mauritiaanse wateren. Als de visserijcampagne minder dan een maand duurt, betalen de reders een bedrag dat overeenkomt met een maandsalaris.

2.           Contracten van de zeelieden

Het arbeidscontract wordt opgesteld door de reder of zijn gemachtigde agent, en de zeelieden, zo nodig bijgestaan door hun vakbond, in samenwerking met Mauritius. Het bevat met name de datum en de haven van aanmonstering.

Het contract garandeert de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is in Mauritius, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

De ondertekenende partijen krijgen een kopie van het contract.

De in de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) neergelegde fundamentele rechten op het werk zijn van toepassing op Mauritiaanse zeelieden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

3.           Loon van de zeelieden

Het loon van de Mauritiaanse zeelieden komt ten laste van de reder. Het wordt vastgesteld vóór de afgifte van de vismachtiging, in onderling overleg tussen de reder of zijn gemachtigde agent en Mauritius.

Het loon mag niet minder bedragen dan dat van de bemanning van de nationale vaartuigen en mag evenmin onder de normen van de IAO liggen.

4.           Verplichtingen van de zeeman

De zeeman meldt zich daags vóór de in zijn contract vermelde datum van aanmonstering bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. De kapitein deelt de zeeman de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd mee. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt zijn contract als vervallen beschouwd en wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren. In dat geval wordt de reder geen financiële sanctie of compenserende betaling opgelegd.

HOOFDSTUK X

1.           Waarneming van de visserijactiviteiten

Het waarnemingsprogramma is in overeenstemming met de bepalingen van de door de IOTC (Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan) vastgestelde resoluties.

2.           Aangewezen vaartuigen en waarnemers

De Mauritiaanse autoriteiten stellen een lijst van vaartuigen vast die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen. Deze lijst wordt bijgewerkt. Zodra de lijst is opgesteld, wordt zij aan de Europese Commissie toegezonden.

Uiterlijk vijftien (15) dagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord moet gaan, delen de Mauritiaanse autoriteiten aan de betrokken reder de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het betrokken vaartuig.

De waarnemer blijft niet langer aan boord van het vaartuig dan nodig is om zijn taken te verrichten.

3.           Loon van de waarnemer

Het loon en de sociale premies voor de waarnemer zijn voor rekening van de Mauritiaanse autoriteiten.

4.           Voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer

De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer, met name de duur van zijn aanwezigheid aan boord, worden in onderling overleg tussen de reder of zijn gemachtigde agent en Mauritius vastgesteld.

De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Voor zijn verblijf aan boord wordt evenwel rekening gehouden met de technische structuur van het vaartuig.

Kost en logies van de waarnemer aan boord van het vaartuig zijn voor rekening van de reder.

De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer te garanderen.

De waarnemer krijgt toegang tot alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. Hij heeft toegang tot de communicatiemiddelen, tot alle documenten aan boord, en tot de documenten die verband houden met de visserijactiviteiten van het vaartuig, met name het visserijlogboek, het verwerkingslogboek en het navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van zijn taken.

5.           Aan boord nemen en van boord gaan van de waarnemer

De waarnemer wordt in een door de reder gekozen haven aan boord genomen.

De reder of zijn vertegenwoordiger stelt Mauritius tien (10) dagen vóór het aan boord nemen van de waarnemer in kennis van de datum, het tijdstip en de haven. Indien de waarnemer in een ander land aan boord wordt genomen, zijn de reiskosten tot de haven van inscheping voor rekening van de reder.

Als de waarnemer zich niet binnen 12 uur na de vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die waarnemer aan te monsteren.

Het vaartuig mag de haven dan verlaten en zijn visserijactiviteiten aanvatten.

Indien de waarnemer niet in een Mauritiaanse haven van boord gaat, komen kost en logies voor rekening van de reder gedurende de tijd dat de waarnemer op zijn vlucht naar huis wacht.

6.           Taken van de waarnemer

Gedurende zijn verblijf aan boord:

a)           zorgt de waarnemer ervoor dat hij de visserijactiviteiten noch onderbreekt, noch hindert;

b)           gaat hij zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord;

c)           bewaart hij geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten.

Wanneer het vaartuig actief is in de Mauritiaanse wateren, deelt de waarnemer zijn waarnemingen ten minste eenmaal per week mee per radio, fax of e-mail, en geeft hij daarbij ook de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst op, en voert hij ook eventuele andere opdrachten van de autoriteit uit.

7.           Verslag van de waarnemer

Alvorens het vaartuig te verlaten, legt de waarnemer de kapitein van het vaartuig een verslag over zijn waarnemingen voor. De kapitein van het vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het verslag van de waarnemer. Het verslag wordt ondertekend door de waarnemer en de kapitein. De kapitein ontvangt een kopie van het verslag van de waarnemer.

De waarnemer zendt zijn verslag toe aan Mauritius, dat binnen vijftien (15) werkdagen na het van boord gaan van de waarnemer een kopie doet toekomen aan de EU.

Aanhangsels aan de onderhavige bijlage

1. Aanhangsel 1 - Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

2. Aanhangsel 2 – Technische notities

3. Aanhangsel 3 - Visserijlogboek

4. Aanhangsel 4 – Formaat van het VMS-positiebericht

5. Aanhangsel 5 - Vangstaangifteformulieren

Aanhangsel 1

AANVRAAG VOOR EEN VERGUNNING VOOR EEN BUITENLANDS VISSERSVAARTUIG

Naam van de aanvrager: ……………………………………………………………………………….. Adres van de aanvrager: ………………………………………………………………………….….…. Naam en adres van de bevrachter van elk vaartuig, indien deze niet de aanvrager is:………………….. Naam en adres van de zaakgelastigde in Mauritius: …………………………………………………...… Naam van het vaartuig: ……………………………………………..………………………….………... Type vaartuig: …………….……………………………………….…………………………….............. Land van registratie:………………………………………………………………………………………. Haven en registratienummer:……………………………………………………………………………. Op het vaartuig aangebrachte identificatietekens:………………………………………………………... Radioroepnaam en radiofrequentie:……………………………………………………………………… Faxnummer van het vaartuig:……………………………………………………………………………... Lengte van het vaartuig: …………………………………………………………………………………... Breedte van het vaartuig: …………………………………………………………………………………. Motortype en -vermogen: ……………………………………………………………………..…..……... Brutoregistertonnage van het vaartuig: …………………………………………………………..………. Nettoregistertonnage van het vaartuig: ………………………………………….………….………….... Minimumaantal bemanningsleden voor volledige bemanning: …………………………………………... Meestal uitgeoefend type van visserij: ……………………………………………………………….….. Soorten waarop zal worden gevist:………………………………………………………………………. Gewenste geldigheidsduur: ……………………………………………………………….………………

Ondergetekende verklaart dat bovenstaande gegevens juist zijn:

Datum: ……………………………….  Handtekening:………………………………………………... Aanhangsel 2

TECHNISCHE NOTITIE: VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN EN VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ MET DE DRIJVENDE BEUG

(1) Mauritiaanse wateren

· Buiten vijftien (15) zeemijl vanaf de basislijnen om nadelige effecten op de kleinschalige ambachtelijke visserij in Mauritius te voorkomen

(2) Toegestaan vistuig

· Zegen · Drijvende beug

(3) Bijvangsten

· Naleving IOTC-resoluties

(4) Toegestane tonnage/visrechten

Aantal vaartuigen dat mag vissen || · Vaartuigen voor de tonijnvisserij in volle zee met de zegen: 41 · Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: 45

Jaarlijks vooraf te betalen visrecht || · 3 710 EUR per vaartuig voor de tonijnvisserij in volle zee met de zegen voor de vangst van 106 ton sterk migrerende en aanverwante soorten · 3 150 EUR per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug (> 100 GT) voor de vangst van 90 ton sterk migrerende en aanverwante soorten · 1 750 EUR per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug (< 100 GT) voor de vangst van 50 ton sterk migrerende en aanverwante soorten

Aanvullend visrecht || 35 EUR per gevangen ton

(5) Mauritiaanse zeelieden

· 10 zeelieden of betaling van een compensatie (zie hoofdstuk IX van de bijlage)

·

Aanhangsel 3 – Visserijlogboek (IOTC-formulieren)

Aanhangsel 4 – Formaat van het VMS-positiebericht

MEDEDELING VAN HET VMS-POSITIEBERICHT

Gegevenselement || Code || Verplicht (V)/ Facultatief (F) || Inhoud

Begin record || SR || V || Systeemgegeven - geeft het begin van de record aan

Geadresseerde || AD || V || Berichtgegeven; ISO-drielettercode van het land van bestemming

Afzender || FR || V || Berichtgegeven; ISO-drielettercode van het land van verzending

Vlaggenstaat || FS || F || Berichtgegeven - vlaggenstaat

Berichttype || TM || V || Berichtgegeven; berichttype [ENT, POS, EXI]

Radioroepnaam || RC || V || Vaartuiggegeven – internationale radioroepnaam van het vaartuig

Intern referentienummer van de verdragsluitende partij || IR || F || Vaartuiggegeven - uniek volgnummer van de overeenkomstsluitende partij (ISO 3-code van de vlaggenstaat, gevolgd door een nummer)

Extern registratienummer || XR || V || Vaartuiggegeven – kenteken aangebracht op de romp van het vaartuig

Breedtegraad || LA || V || Positiegegeven - positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS-84)

Lengtegraad || LO || V || Positiegegeven - positie in graden en minuten O/W GGMM (WGS-84)

Vaarrichting || CO || V || Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360°

Snelheid || SP || V || Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen

Datum || DA || V || Positiegegeven – datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD)

Tijdstip || TI || V || Positiegegeven - tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM)

Einde record || ER || V || Systeemgegeven – geeft het einde van de record aan

V = verplicht element F = facultatief element

De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:

1. de tekens voldoen aan de ISO 8859.1-norm,

2. een dubbele schuine streep (//) en de code SR geven het begin van het bericht aan, 3. elk gegevenselement wordt aangegeven met de code ervan en worden van de andere gegevenselementen gescheiden door een dubbele schuine streep (//), 4. een enkele schuine streep (/) scheidt de veldcode en de gegevens, 5. de ER-code, gevolgd door een dubbele schuine streep (//) geeft het einde van het bericht aan, 6. de facultatieve gegevens moeten worden opgenomen tussen het begin en het einde van het bericht.

Aanhangsel 5 – Vangstaangifteformulier

Statement of catch form for tuna seiners / Fiche de déclaration de captures pour thoniers senneurs

DEPART / SALIDA / DEPARTURE || ARRIVEE / LLEGADA / ARRIVAL || NAVIRE / BARCO / VESSEL || PATRON / PATRON / MASTER || FEUILLE

PORT / PUERTO / PORT DATE / FECHA / DATE HEURE / HORA / HOUR LOCH / CORREDERA / LOCH || PORT / PUERTO / PORT DATE / FECHA / DATE HEURE / HORA / HOUR LOCH / CORREDERA / LOCH || || || HOJA / SHEET N°

DATE FECHA DATE || POSITION (chaque calée ou midi) POSICION (cada lance o mediadia) POSITION (each set or midday) || CALEE LANCE SET || CAPTURE ESTIMEE ESTIMACION DE LA CAPTURA ESTIMATED CATCH || ASSOCIATION ASSOCIACION ASSOCIATION || COMMENTAIRES OBSERVATIONES COMMENTS || || COURANT CORRIENTE CURRENT

|| || || || 1 ALBACORE RABIL YELLOWFIN || 2 LISTAO LISTADO SKIPJACK || 3 PATUDO PATUDO BIGEYE || AUTRE ESPECE préciser le/les nom(s) OTRA ESPECIE dar el/los nombre(s) OTHER SPECIES give name(s) || REJETS préciser le/les nom(s) DESCARTES dar el/los nombre(s) DISCARDS give name(s) || || || || || || || Route/Recherche, problèmes divers, type d'épave (naturelle/artificielle, balisée, bateau), prise accessoire, taille du banc, autres associations, … Ruta/Busca, problemas varios, tipo de objeto (natural/artificial, con baliza, barco), captura accesoria, talla del banco, otras asociaciones, … Steaming/Searching, miscellaneous problems, log type (natural/artificial, with radio beacon, vessel), by catch, school size, other associations, … || ||

Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Nom Nombre Name || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Nom Nombre Name || Taille Talla Size || Capture Captura Catch

Une calée par ligne / Uno lance cada línea / One set by line

|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

SIGNATURE   DATE

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.           KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

              1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

              1.2.    Betrokken beleidsterrein(en)

              1.3.    Aard van het voorstel/initiatief

              1.4.    Doelstelling(en)

              1.5.    Motivering van het voorstel/initiatief

              1.6.    Duur en financiële gevolgen

              1.7.    Beheersvorm(en)

2.           BEHEERSMAATREGELEN

              2.1.    Regels inzake de monitoring en de verslagen

              2.2.    Beheers- en controlesysteem

              2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.           GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

              3.1.    Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

              3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven

              3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

              3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

              3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

              3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

              3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering

              3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

1.           KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.        Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van een nieuw protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius

1.2.        Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[2]

11. - Maritieme zaken en visserij

11.03 - Internationale visserij en zeerecht

1.3.        Aard van het voorstel/initiatief

¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[3]

X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie

¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

1.4.        Doelstellingen

1.4.1.     De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

In het kader van haar exclusieve bevoegdheid voor de onderhandelingen over bilaterale visserijovereenkomsten heeft de Commissie tot taak te onderhandelen over partnerschapsovereenkomsten inzake visserij en dergelijke overeenkomsten te sluiten en ten uitvoer te leggen, waarbij zij een politieke dialoog tussen de partners op het gebied van het visserijbeleid van de betrokken derde landen zeker stelt.

Het onderhandelen over en het sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen past bij de algemene doelstelling, namelijk de visserijactiviteiten van de vloot van de Europese Unie, inclusief de verre vloot, in stand te houden en te beschermen en de betrekkingen in het kader van een partnerschap te ontwikkelen om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de EU-wateren te stimuleren, rekening houdend met ecologische, sociale en economische aspecten.

De partnerschapsovereenkomsten inzake visserij zorgen eveneens voor coherentie tussen de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de verbintenissen in het kader van andere Europese beleidslijnen (duurzame exploitatie van de visbestanden van derde landen, bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO), integratie van de partnerlanden in de wereldeconomie en een beter politiek en financieel visserijbestuur).

1.4.2.     Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Specifieke doelstelling nr. 1[4]

Bijdragen tot een duurzame visserij in de wateren buiten de Unie, de Europese aanwezigheid in de verre visserijen handhaven en de belangen van de Europese visserijsector en de consument beschermen door het onderhandelen over en het sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met kuststaten (derde landen), in samenhang met andere Europese beleidslijnen.

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

Maritieme zaken en visserij, internationale visserij en zeerecht, internationale visserijovereenkomsten (begrotingsonderdeel 11.0301)

1.4.3.     Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

De sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van het protocol tussen de EU en Mauritius draagt ertoe bij dat de vangstmogelijkheden voor de Europese vaartuigen in de Mauritiaanse wateren, met name voor de tonijnvloot, voor de periode 2012-2015 worden gehandhaafd. Het protocol draagt bij tot de handhaving van de continuïteit van de visserijzones die worden bestreken door overeenkomsten in de Indische Oceaan. Via financiële steun (ondersteuning van de sector) voor de tenuitvoerlegging van op nationaal niveau door het partnerland vastgestelde jaarlijkse en meerjarige programma's draagt het protocol voorts bij tot een beter beheer en een betere instandhouding van de visbestanden.

1.4.4.     Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

Voor de monitoring van de uitvoering van de overeenkomst worden in de context van het ABM (activiteitengestuurd beheer) de volgende indicatoren gehanteerd:

- monitoring van de jaarlijkse benutting van de vangstmogelijkheden (percentage van de per jaar gebruikte vismachtigingen ten opzichte van de door het protocol geboden mogelijkheden);

- verzameling en analyse van gegevens over de vangsten en de handelswaarde van de overeenkomst. Op geaggregeerd niveau met andere partnerschapsovereenkomsten inzake visserij tussen de EU en derde landen kunnen de volgende indicatoren worden gebruikt in het kader van een meerjarige analyse:

- bijdrage aan de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de EU;

- bijdrage aan de stabiliteit van de EU-markt.

Verder wordt ook voorgesteld de volgende indicator te gebruiken:

- aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van de Gemengde Commissie.

1.5.        Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.     Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Het nieuwe protocol bestrijkt een periode van drie jaar, die ingaat op de datum waarop het in werking treedt (hoogstwaarschijnlijk 2012-2015). Met het nieuwe protocol wordt een kader geschapen voor de visserijactiviteit van de Europese vloot zodat de reders vismachtigingen voor de Mauritiaanse wateren kunnen verkrijgen.

Een van de andere doelstellingen van het nieuwe protocol is het versterken van de samenwerking tussen de EU en Mauritius met het oog op de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en een rationele exploitatie van de visbestanden in de Mauritiaanse wateren.

De jaarlijkse financiële tegenprestatie in het kader van het nieuwe protocol bedraagt 660 000 EUR, waarvan 302 500 EUR is bestemd voor de ondersteuning van de visserijsector.

De belangrijkste elementen van het nieuwe protocol zijn:

-        vangstmogelijkheden: 41 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en 45 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug worden gemachtigd om binnen een jaarlijkse referentiehoeveelheid van 5 500 ton te vissen. Voor de toewijzing van deze vangstmogelijkheden aan de lidstaten wordt een voorstel voor een specifieke verordening van de Raad ingediend;

-        door de reders te betalen voorschotten en rechten[5]: 35 EUR per ton in de Mauritiaanse wateren door vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug. De jaarlijkse voorschotten worden vastgesteld op 3 710 EUR per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, 3 150 EUR per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT en 1 750 EUR per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van minder 100 GT.

1.5.2.     Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

Als de EU geen nieuw protocol sluit, worden er nog wel particuliere overeenkomsten gesloten, waardoor de duurzaamheid van de visserij niet langer gegarandeerd is. De Europese Unie hoopt met dit protocol ook ervoor te zorgen dat Mauritius doelmatig blijft samenwerken met de EU in de regionale organisaties zoals de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) en de Commissie voor de Indische Oceaan (IOC). Met de beschikbare middelen kan Mauritius eveneens de inspanningen op het gebied van strategische planning met het oog op de tenuitvoerlegging van zijn visserijbeleid, en met name zijn masterplan voor de visserij, voortzetten en zijn capaciteit voor de bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst versterken.

Voorts schept de visserijovereenkomst werkgelegenheid voor zeelieden uit de EU en uit Mauritius. Ook genereert de overeenkomst bedrijvigheid in de haven van Mauritius, die door EU-reders zal worden gebruikt voor reparaties van hun vaartuigen en voor aanlandingen.

1.5.3.     Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Met medewerking van een consortium van onafhankelijke consultants is een diepgaande evaluatie van de huidige visserijovereenkomst en voorwaarden voor visserijactiviteiten in de Mauritiaanse wateren uitgevoerd met het oog op de onderhandelingen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een nieuw protocol. Deze evaluatie is in november 2011 afgerond.

Met betrekking tot de belangen van de EU waren de conclusies van de evaluatie vooraf als volgt:

-        de visserijovereenkomst met Mauritius speelt in op de behoeften van de Europese vloten en zal daardoor bijdragen tot de levensvatbaarheid van de EU-sector van de tonijnvisserij in de Indische Oceaan;

-        er wordt aangenomen dat het aan de overeenkomst gehechte protocol kan bijdragen tot de levensvatbaarheid van de Europese visserij; het biedt de vaartuigen en visserijsectoren van de Europese Unie die van dat protocol afhankelijk zijn, een stabiel juridisch kader en een perspectief op middellange termijn.

Wat betreft de belangen die Mauritius bij het protocol heeft, waren de belangrijkste conclusies van de evaluatie als volgt:

– de visserijovereenkomst kan de institutionele capaciteit van de visserijsector versterken doordat ze een verbetering tot stand brengt op de volgende gebieden: onderzoek, monitoring, controle en bewaking, opleiding en levensvatbaarheid van de ambachtelijke visserij;

– de visserijovereenkomst zal ook gevolgen hebben voor de budgettaire en de politieke stabiliteit van het land.

Afgezien van de directe marktwaarde van de vangsten voor de betrokken vaartuigen, kan de overeenkomst de volgende duidelijke voordelen bieden:

-        werkzekerheid voor de bemanningen van de vissersvaartuigen;

-        een multiplicatoreffect op de werkgelegenheid in de havens, de scheepswerven, de dienstensector enz.;

-        werkgelegenheidskansen scheppen in regio's waar geen alternatief is voor de visserij;

-        bijdrage aan de voorziening van de EU-markt met visserijproducten.

1.5.4.     Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

De middelen uit hoofde van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij vormen vrij besteedbare inkomsten in de begrotingen van de derde partnerlanden. Voorwaarde voor de sluiting en monitoring van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij is evenwel dat een deel van deze middelen voor de tenuitvoerlegging van acties in het kader van het sectorale beleid van het land wordt bestemd. Deze inkomsten zijn verenigbaar met andere financieringsbronnen van andere internationale donoren, waaronder de middelen uit het EOF.

1.6.        Duur en financiële gevolgen

X       Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

X       Voorstel/initiatief is van kracht voor een periode van drie jaar, vanaf de datum waarop het in werking treedt (hoogstwaarschijnlijk 2012-2015)     

X       Financiële gevolgen vanaf 2012 tot 2015

¨ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

– Uitvoering met een opstartperiode van [JJJJ] tot en met [JJJJ],

– gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.        Beheersvorm(en)[6]

X Gecentraliseerd rechtstreeks beheer door de Commissie

¨ Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan:

– ¨  uitvoerende agentschappen

– ¨  door de Gemeenschappen opgerichte organen[7]

– ¨  nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

– ¨  personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement

¨ Gedeeld beheer met de lidstaten

¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen

¨ Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Verstrek, indien meer dan één beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

[…]

2.           BEHEERSMAATREGELEN

2.1.        Regels inzake de monitoring en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De Commissie (DG MARE, in samenwerking met zijn attaché in Mauritius en de delegatie van de Europese Unie in Mauritius) zal zorgen voor een periodieke monitoring van de uitvoering van dit protocol, met name wat betreft het gebruik van de vangstmogelijkheden door de marktdeelnemers en de gegevens over de vangsten.

Voorts voorziet de partnerschapsovereenkomst inzake visserij in ten minste één jaarlijkse bijeenkomst van de Gemengde Commissie waarop de Commissie en de belanghebbende lidstaten bijeenkomen met het derde land om de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en het protocol daarbij te bespreken.

Met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de sectorale steun is in het protocol bepaald dat beide partijen elk jaar de resultaten van de tenuitvoerlegging van het sectorale meerjarenprogramma evalueren. Het protocol voorziet in de mogelijkheid om de financiële tegenprestatie voor de sectorale steun aan te passen ingeval uit deze evaluatie zou blijken dat de gefinancierde doelstellingen niet op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt.

2.2.        Beheers- en controlesysteem

2.2.1.     Mogelijke risico's

De invoering van een protocol bij de visserijovereenkomst gaat gepaard met een aantal risico's. Zo is het niet uitgesloten dat de bedragen voor de financiering van het sectorale visserijbeleid niet de afgesproken bestemming krijgen (onderprogrammering).

2.2.2.     Controlemiddel(en)

Om de in het voorgaande punt genoemde risico’s te vermijden, is een intensieve dialoog over de programmering en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid gepland. De in punt 2.1 genoemde gezamenlijke analyse maakt eveneens deel uit van deze controlemiddelen.

Voorts voorziet het protocol in specifieke bepalingen voor de schorsing ervan, onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden.

2.3.        Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

Voor het gebruik van de door de EU in het kader van de overeenkomst betaalde financiële bijdrage is uitsluitend het betrokken soevereine derde land verantwoordelijk. Dit neemt niet weg dat de Commissie zal streven naar een permanente politieke dialoog en overleg om het beheer van de overeenkomst te verbeteren en de bijdrage van de EU aan het duurzaam beheer van de visserijrijkdommen te vergroten. Onder alle omstandigheden gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader van een visserijovereenkomst verricht, de normale begrotings- en financieringsvoorschriften en -procedures van de Commissie. Op grond daarvan moeten met name de bankrekeningen van het derde land waarnaar de bedragen van de financiële tegenprestatie worden overgemaakt, volledig kunnen worden geïdentificeerd. In het specifieke geval van het onderhavige protocol is in artikel 2 bepaald dat de totale financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën bij een door de Mauritiaanse autoriteiten aangewezen financiële instelling.

3.           GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.        Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

· Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel: || Soort krediet || Bijdrage

Aantal [Omschrijving…] || GK/ NGK[8] || van EVA-landen[9] || van kandidaat-lidstaten[10] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement

2 || 11.0301 Internationale visserijovereenkomsten 11.010404 Internationale visserijovereenkomsten, administratieve uitgaven || GK NGK || NEE || NEE || NEE || NEE

· Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

(niet van toepassing)

3.2.        Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.     Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoenen EUR (tot op 4 decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële kader || 2 || Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen

DG: MARE || || || Jaar N[11] (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || TOTAAL

Ÿ Beleidskredieten || || || ||

Nummer begrotingsonderdeel: 11.0301 || Vastleggingen || (1) || 0,660 || 0,660 || 0,660 || 1,980

Betalingen || (2) || 0,660 || 0,660 || 0,660 || 1,980

Nummer begrotingsonderdeel: || Vastleggingen || (1a) || || || ||

Betalingen || (2a) || || || ||

Ÿ Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde  administratieve kredieten[12] || || || ||

Nummer begrotingsonderdeel: 11.010404 || || (3) || 0,021 || 0,021 || 0,081 || 0,123

Ÿ TOTAAL beleidskredieten[13] || Vastleggingen || (4) || 0,660 || 0,660 || 0,660 || 1,980

Betalingen || (5) || 0,660 || 0,660 || 0,660 || 1,980

Ÿ TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde  administratieve kredieten || (6) || 0,021 || 0,021 || 0,081 || 0,123

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 2 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 0,681 || 0,681 || 0,741 || 2,103

Betalingen || =5+ 6 || 0,681 || 0,681 || 0,741 || 2,103

Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken (niet van toepassing)

Rubriek van het meerjarige financiële kader || 5 || "Administratieve uitgaven"

in miljoenen EUR (tot op 3 decimalen)

|| || || Jaar N (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || TOTAAL

DG: MARE ||

Ÿ Personele middelen || 0,064 || 0,064 || 0,064 || 0,192

Ÿ Andere administratieve uitgaven[14] || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,030

TOTAAL DG MARE || Kredieten || 0,074 || 0,074 || 0,074 || 0,222

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (Totaal vastleggingen = Totaal betalingen) || 0,074 || 0,074 || 0,074 || 0,222

in miljoenen EUR (tot op 3 decimalen)

|| || || Jaar N[15] || Jaar N+1 || Jaar N+2 || TOTAAL

TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || 0,755 || 0,755 || 0,815 || 2,325

Betalingen || 0,755 || 0,755 || 0,815 || 2,325

3.2.2.     Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

– X  Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoenen EUR (tot op 4 decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar N (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || Jaar N+3 || … invullen: zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL

OUTPUTS

Soort output[16] || Gem. kosten van de output || Aantal  outputs || Kos-ten || Aantal  outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal  outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal   outputs || Kos-ten || Totaal aantal outputs || Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[17] || || || || || || || || || || || || || || || ||

Tonijnvangsten || ref hoev || 65 EUR/t || 5 500 t || 0,3575 || 5 500 t || 0,3575 || 5 500 t || 0,3575 || || || || || || || || || 16 500 t || 1.0725

Sectorale steun || || 0,3025 || 1 || 0,3025 || 1 || 0,3025 || 1 || 0,3025 || || || || || || || || || || 0,9075

|| || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || 0,660 || || 0,660 || || 0,660 || || || || || || || || || || 1,980

DOELSTELLING NR. 2 || || || || || || || || || || || || || || || ||

Output || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || ||

TOTALE KOSTEN || || 0,660 || || 0,660 || || 0,660 || || || || || || || || || || 1,980

3.2.3.     Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.1.  Samenvatting

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

– X Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen EUR (tot op 3 decimalen)

|| Jaar N[18] (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || TOTAAL

RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || ||

Personele middelen || 0,064 || 0,064 || 0,064 || 0,192

Andere administratieve uitgaven[19] || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,030

Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,074 || 0,074 || 0,074 || 0,222

Buiten RUBRIEK 5[20] van het meerjarig financieel kader || || || ||

Personele middelen || 0,016 || 0,016 || 0,016 || 0,048

Andere administratieve uitgaven[21] || 0,005 || 0,005 || 0,065 || 0,075

Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,021 || 0,021 || 0,081 || 0,123

TOTAAL || 0,095 || 0,095 || 0,155 || 0,345

3.2.3.2.  Geraamde personeelsbehoeften

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

– X  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)

|| Jaar N (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || Jaar N+3 (2015) || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Ÿ Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 0,051 || 0,051 || 0,051 || ||

XX 01 01 02 (delegaties) || || || || ||

XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || 0 || 0 || 0 || 0 ||

10 01 05 01 (eigen onderzoek) || 0 || 0 || 0 || 0 ||

Ÿ Extern personeel (in voltijdequivalenten – VTE)[22]

XX 01 02 01 (AC, INT, END van de totale toewijzing) || 0 || 0 || 0 || 0 ||

XX 01 02 02 (AC, INT, JED, AL en END in de delegaties) || 0,013 || 0,013 || 0,013 || ||

XX 01 04 jj[23] || zetel[24] || || || || ||

- delegaties

XX 01 05 02 (AC, INT, END – onderzoek door derden) || || || || ||

10 01 05 02 (AC, INT, END – eigen onderzoek)

11 01 04 04 (AC, belast met de monitoring van de tenuitvoerlegging van de sectorale steun) || 0,016 || 0,016 || 0,016 || ||

TOTAAL || 0,080 || 0,080 || 0,080 || ||

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Raming personele middelen

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || 1 desk officer DG MARE + eenheidshoofd/adjunct-eenheidshoofd + secretariaat: geraamd op ongeveer 0,4 personen/jaar Berekening van de kosten: 0,4 personen/jaar x 127 000 EUR/jaar = 50 800 EUR => 0,051 miljoen EUR

Extern personeel || 1 LA in een delegatie (Mauritius) die verantwoordelijk is voor de monitoring van de vismachtigingen die zijn afgegeven aan/door de autoriteiten van Mauritius geraamd op ongeveer 0,2 personen/jaar Berekening van de kosten: 0,2 personen/jaar x 64 000 EUR/jaar = 12 800 EUR => 0,013 miljoen EUR

Personeel buiten rubriek 5 || 1 AC attaché bij de delegatie van Mauritius voor de monitoring van de uitvoering van de sectorale steun, geraamd op ongeveer 0,25 personen/jaar Berekening van de kosten: 0,25 personen/jaar x 64 000 EUR/jaar = 16 000 EUR => 0,016 miljoen EUR

Berekening van de totale personele middelen per jaar: 50 800 EUR + 12 800 EUR + 16 000 EUR = 79 600 EUR => 0,0796 miljoen EUR.

Beschrijving van de uit te voeren taken

-        De onderhandelaar helpen bij het voorbereiden en afronden van de onderhandelingen over de visserijovereenkomsten:

-        aan de onderhandelingen met de derde landen deelnemen teneinde visserijovereenkomsten te sluiten,

-        ontwerpevaluatieverslagen en nota's met onderhandelingsstrategieën opstellen voor de commissaris;

-        het standpunt van de Commissie toelichten en verdedigen in de Werkgroep externe visserij van de Raad;

-        bijdragen aan een compromis met de betrokken lidstaten over de definitieve tekst van de overeenkomst.

-        Monitoring van de uitvoering van de overeenkomsten:

-        zorgen voor de dagelijkse monitoring van de visserijovereenkomsten;

-        de vastleggingen en betalingen voorbereiden en controleren met betrekking tot de financiële tegenprestatie en de eventuele aanvullende specifieke bijdragen;

-        regelmatig verslag uitbrengen over de uitvoering van de overeenkomsten;

-        evaluatie van de overeenkomsten: wetenschappelijke en technische aspecten;

-        de ontwerpvoorstellen voor een verordening en een besluit van de Raad voorbereiden en de tekst van de overeenkomst redigeren;

-        de goedkeuringsprocedures inleiden en monitoren.

-        technische bijstand:

-        het standpunt voorbereiden dat de Commissie in de Gemengde Commissie zal innemen.

-        Interinstitutionele betrekkingen:

-        de Commissie vertegenwoordigen bij de Raad, het Europees Parlement en de lidstaten tijdens het onderhandelingsproces;

-        de antwoorden op mondelinge en schriftelijke vragen van het Europees Parlement opstellen.

-        Interdepartementale raadpleging en coördinatie:

-        contacten onderhouden met de overige directoraten-generaal over vraagstukken in verband met de onderhandelingen over en de monitoring van de overeenkomsten;

-        het organiseren van en reageren op interdepartementale raadplegingen.

-        Evaluatie:

-        bijdragen aan de bijwerking van de effectbeoordeling;

-        de bereikte doelstellingen en de evaluatie-indicatoren analyseren.

3.2.4.     Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

– x   Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

– ¨  Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

– ¨  Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[25]

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

3.2.5.     Bijdrage van derden aan de financiering

– X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

3.3.        Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

– X  Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

– ¨  Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

¨      voor de eigen middelen

¨      voor de diverse ontvangsten

[1]               Besluit nr. 15921/2011 van de Raad van 23.1.2012.

[2]               ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based Budgeting.

[3]               In de zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel Reglement.

[4]               p.m.: In de voor de begroting 2011 opgestelde "activity statements" betreft dit specifieke doelstelling nr. 2. Zie http://www.cc.cec/budg/bud/proc/adopt/_doc/_pdf/2011/mare.pdf

[5]               De door de reders te betalen voorschotten en rechten hebben geen invloed op de Uniebegroting.

[6]               Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html

[7]               In de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement.

[8]               GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

[9]               EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

[10]             Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.

[11]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[12]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), indirect onderzoek, direct onderzoek.

[13]             De financiële tegenprestatie omvat: a) 357 500 EUR per jaar, wat overeenkomt met de jaarlijkse referentiehoeveelheid van 5 500 ton, en b) 302 500 EUR per jaar, wat overeenkomt met de steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Republiek Mauritius. Ingeval de hoeveelheid jaarlijkse vangsten meer bedraagt dan 5 500 ton, wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie met 65 EUR per extra ton verhoogd. De EU mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan 715 000 EUR per jaar (zie artikel 2, lid 4, van het protocol).

[14]             Raming van de kosten voor controlebezoeken ter plaatse.

[15]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[16]             Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).

[17]             Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)".

[18]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[19]             Raming van de kosten voor controlebezoeken ter plaatse door personeel uit Brussel/Luxemburg.

[20]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), indirect onderzoek, direct onderzoek.

[21]             Raming van de kosten voor controlebezoeken ter plaatse door personeel van de Commissie uit de delegatie. Het bedrag voor 2014 omvat een voorziening voor een ex-postevaluatie van het protocol.

[22]             AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige).

[23]             Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).

[24]             Structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF).

[25]             Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.