Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten tussen de Europese Unie en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka /* COM/2012/038 final - 2012/0017 (NLE) */
TOELICHTING 1. Achtergrond van het voorstel 110 || · Motivering en doel van het voorstel Naar aanleiding van de arresten van het Hof van Justitie in de zogenaamde "Open Skies"-zaken heeft de Raad de Commissie op 5 juni 2003 een mandaat verleend om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande overeenkomsten door een overeenkomst op het niveau van de Unie[1] (het "horizontale mandaat"). Deze overeenkomst heeft tot doel alle EU-luchtvaartmaatschappijen niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de Europese Unie en derde landen te verlenen en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en derde landen in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Unie. 120 || · Algemene context De internationale luchtvaartbetrekkingen tussen lidstaten en derde landen worden traditiegetrouw vastgelegd in bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten, in bijlagen bij deze overeenkomsten en in aanverwante bilaterale of multilaterale regelingen. Traditionele aanwijzingsbepalingen in bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten zijn in strijd met de wetgeving van de Unie. Dergelijke bepalingen verlenen een derde land het recht de machtigingen en vergunningen van een luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken of op te schorten als deze luchtvaartmaatschappij door een lidstaat is aangewezen maar niet substantieel in handen is van en gecontroleerd wordt door deze lidstaat of onderdanen ervan. Dit wordt beschouwd als discriminatie van communautaire luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten. Dit is in strijd met artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat onderdanen van een lidstaat die hun recht op vrijheid van vestiging uitoefenen, garandeert dat ze in de ontvangende lidstaat dezelfde behandeling krijgen als de onderdanen van die lidstaat. 130 || · Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied De bepalingen van de Overeenkomst vervangen de bestaande bepalingen in de 15 bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka, of vormen een aanvulling daarop. 140 || · Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU De Overeenkomst dient ook een fundamentele doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de Unie, omdat zij de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten in overeenstemming brengt met de wetgeving van de Unie. 2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling || · Raadpleging van belanghebbende partijen 211 || Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Zowel de lidstaten als het bedrijfsleven zijn geraadpleegd tijdens de volledige duur van de onderhandelingen. 212 || Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Er is rekening gehouden met de opmerkingen van de lidstaten en het bedrijfsleven. 3. Juridische elementen van het voorstel 305 || · Samenvatting van de voorgestelde maatregel Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het “horizontale mandaat”, heeft de Commissie met de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka onderhandeld over een overeenkomst ter vervanging van sommige bepalingen in de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka. Bij artikel 2 van deze Overeenkomst worden de traditionele aanwijzingsbepalingen vervangen door een EU-aanwijzingsbepaling, waardoor alle luchtvaartmaatschappijen uit de Europese Unie gebruik kunnen maken van het vestigingsrecht. Bij artikel 4 worden mogelijke conflicten met de mededingingsregels van de Unie opgelost. 310 || · Rechtsgrondslag Artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, leden 5 en 8, van het VWEU. 329 || · Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel is volledig gebaseerd op het door de Raad verleende "horizontale mandaat", rekening houdend met de onder de wetgeving van de Unie en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten vallende kwesties. || · Evenredigheidsbeginsel Bij de Overeenkomst worden bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten slechts in zoverre gewijzigd of aangevuld als nodig is om deze in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Unie. || · Keuze van instrumenten 342 || De Overeenkomst tussen de Unie en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka is het meest efficiënte instrument om alle bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Unie. 4. Gevolgen voor de begroting 409 || Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie. 5. Aanvullende informatie 510 || · Vereenvoudiging 511 || Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van de wetgeving. 512 || De desbetreffende bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka worden vervangen of aangevuld door in één enkele EU-overeenkomst ondergebrachte bepalingen. 570 || · Nadere uitleg van het voorstel Overeenkomstig de standaardprocedure voor de ondertekening en sluiting van internationale overeenkomsten wordt de Raad verzocht de besluiten inzake de ondertekening en inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten goed te keuren en de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de Overeenkomst namens de Unie te ondertekenen. 2012/0017 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening, namens de Europese
Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake bepaalde aspecten
van luchtdiensten tussen de Europese Unie en de Democratische Socialistische
Republiek Sri Lanka DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, juncto artikel 218, leden 5
en 8, eerste alinea, Gezien het voorstel van de Europese Commissie[2], Overwegende hetgeen volgt: (1)
Bij besluit van 5 juni 2003 heeft de Raad de
Commissie gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van
sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een overeenkomst
op het niveau van de Unie. (2)
De Commissie heeft namens de Unie met de
Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka onderhandeld over een
Overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna "de
Overeenkomst" genoemd), overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in
de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003. (3)
Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip
dient de overeenkomst door de Unie te worden ondertekend en voorlopig te worden
toegepast, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 (1)
De ondertekening van de Overeenkomst tussen de
Europese Unie en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake
bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt hierbij goedgekeurd namens de Unie, onder
voorbehoud van de sluiting van de Overeenkomst. De tekst van de Overeenkomst is aan dit besluit
gehecht. (2)
Het secretariaat-generaal van de Raad zal de door
de onderhandelaar over de Overeenkomst aangewezen persoon (personen) de
volledige bevoegdheid verlenen om die Overeenkomst te ondertekenen. Artikel 2 In afwachting van de inwerkingtreding van de
Overeenkomst wordt ze, overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de Overeenkomst,
voorlopig toegepast vanaf de dag waarop ze wordt ondertekend. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Artikel 4 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het
Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, op Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE OVEREENKOMST tussen
de Europese Unie en de regering van de Democratische Socialistische Republiek
Sri Lanka inzake
bepaalde aspecten van luchtdiensten DE EUROPESE UNIE, (hierna "de Unie" genoemd) enerzijds, en DE REGERING VAN DE DEMOCRATISCHE
SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA (hierna "Sri Lanka" genoemd), anderzijds, (hierna "de partijen" genoemd) EROP WIJZENDE dat tussen diverse lidstaten van
de Unie en Sri Lanka bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten zijn
gesloten. ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de
tussen lidstaten van de Unie en Sri Lanka gesloten bilaterale overeenkomsten
voor luchtdiensten die in strijd zijn met de wetgeving van de Unie met deze
wetgeving in overeenstemming moeten worden gebracht om een solide rechtsgrond
voor luchtdiensten tussen de Unie en Sri Lanka tot stand te brengen en om de
continuïteit van dergelijke luchtdiensten te garanderen. VASTSTELLEND dat de Unie exclusief bevoegd is
voor diverse aspecten die mogelijk zijn opgenomen in bilaterale overeenkomsten
voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Unie en derde landen. OPMERKENDE dat in een lidstaat gevestigde
communautaire luchtvaartmaatschappijen overeenkomstig de wetgeving van de Unie
het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de
lidstaten van de Unie en derde landen. GELET OP de overeenkomsten tussen de Unie en
bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen (zie lijst van
landen in bijlage 3) de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in
luchtvaartmaatschappijen die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de
wetgeving van de Unie. VASTSTELLEND dat luchtvaartmaatschappijen
volgens de EU-wetgeving in principe geen overeenkomsten mogen sluiten die de
handel tussen de lidstaten van de Unie kunnen beïnvloeden en die tot doel of
als gevolg hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of verstoord. ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de
tussen lidstaten van de Unie en Sri Lanka gesloten bilaterale overeenkomsten
voor luchtdiensten i) die luchtvaartmaatschappijen verplichten of aanzetten tot
overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en
onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of tot gevolg
hebben dat de mededinging op de relevante routes wordt verhinderd, beperkt of
vervalst; of ii) die de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of
onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken; of iii) waarbij de
verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging tussen
luchtvaartmaatschappijen op de relevante routes verhinderen, beperken of
verstoren, wordt toevertrouwd aan luchtvaartmaatschappijen of andere
particuliere economische operatoren, de doeltreffendheid in het gedrang brengen
van de mededingingsregels die van toepassing zijn op ondernemingen. ERKENNENDE dat, wanneer een lidstaat een
luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van
een andere lidstaat staat, de rechten van Sri Lanka uit hoofde van de
veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de
luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en Sri Lanka, ook van toepassing zijn
met betrekking tot die andere lidstaat. VASTSTELLEND dat de in bijlage 1 vermelde
bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten gebaseerd zijn op het algemene
beginsel dat de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de partijen billijke en
gelijke mogelijkheden hebben om de overeengekomen diensten op de gespecificeerde
routes te exploiteren. VASTSTELLEND dat deze overeenkomst niet tot
doel heeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Unie en Sri Lanka te
wijzigen, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvaartmaatschappijen
en luchtvaartmaatschappijen uit Sri Lanka te wijzigen, noch om te onderhandelen
over wijzigingen in de bepalingen van bestaande bilaterale
luchtdienstovereenkomsten inzake verkeersrechten, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: ARTIKEL
1 Algemene
bepalingen (1)
In deze Overeenkomst wordt onder 'lidstaten'
lidstaten van de Europese Unie, en onder 'EU-Verdragen' het Verdrag betreffende
de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
verstaan. (2)
Wanneer in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten
wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de
Overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de
lidstaten. (3)
Wanneer in de overeenkomsten van bijlage 1 wordt
verwezen naar luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de
Overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat
aangewezen luchtvaartmaatschappijen. (4)
Het verlenen van verkeersrechten blijft geschieden
op basis van bilaterale overeenkomsten. ARTIKEL
2 Aanwijzing
door een lidstaat (1)
De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel
hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder a)
en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van
luchtvaartmaatschappijen door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en
machtigingen die door Sri Lanka aan deze luchtvaartmaatschappij zijn toegekend
en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en
machtigingen van de luchtvaartmaatschappij. (2)
Bij ontvangst van een aanwijzing door een lidstaat
verstrekt Sri Lanka de passende vergunningen en machtigingen met zo weinig
mogelijk procedurele vertraging, wanneer: (a)
de luchtvaartmaatschappij, overeenkomstig de
EU-Verdragen, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en
beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig de wetgeving van
de Unie; en (b)
de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte
van het Air Operator Certificate effectief controleert of de
luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft, en mits de relevante
luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld; en (c)
de luchtvaartmaatschappij rechtstreeks of door een
meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten,
en/of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen,
en deze landen en/of onderdanen te allen tijde daadwerkelijk zeggenschap
uitoefenen over de luchtvaartmaatschappij. (3)
Sri Lanka mag de vergunningen of machtigingen van
een door een lidstaat aangewezen luchtvaartmaatschappij weigeren, intrekken,
opschorten of beperken wanneer: (a)
de luchtvaartmaatschappij, overeenkomstig de
EU-Verdragen, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd
of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig de
wetgeving van de Unie; of (b)
de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte
van het Air Operator Certificate niet effectief controleert of de
luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft, of wanneer de relevante
luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; of (c)
de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via
een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten
of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die
landen, of deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap
uitoefenen over de luchtvaartmaatschappij; of (d)
de luchtvaartmaatschappij reeds over een
exploitatievergunning beschikt krachtens een bilaterale overeenkomst tussen Sri
Lanka en een andere lidstaat en, door krachtens de onderhavige Overeenkomst
verkeersrechten uit te oefenen op een route die een punt in die andere lidstaat
omvat, de krachtens die andere overeenkomst opgelegde beperkingen van de verkeersrechten
omzeilt; of (e)
de aangewezen luchtvaartmaatschappij houder is van
een Air Operator Certificate dat is afgegeven door een lidstaat waarmee Sri
Lanka geen bilaterale overeenkomst voor luchtdiensten heeft gesloten en die
lidstaat verkeersrechten heeft geweigerd aan Sri Lanka. Bij de uitoefening van de rechten die
krachtens deze alinea aan Sri Lanka zijn verleend, mag Israël geen onderscheid
maken tussen communautaire luchtvaartmaatschappijen op grond van nationaliteit. ARTIKEL
3 Veiligheid (1)
De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een
aanvulling op de desbetreffende bepalingen in de in bijlage 2, onder c),
vermelde artikelen. (2)
Wanneer een lidstaat een luchtvaartmaatschappij
heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat
staat, zijn de rechten van Sri Lanka uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften
van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvaartmaatschappij heeft
aangewezen en Sri Lanka zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of
handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de
exploitatievergunning van die luchtvaartmaatschappij. ARTIKEL
4 Verenigbaarheid
met de mededingingsregels (1)
Onverminderd eventuele andersluidende bepalingen
mag niets in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten (i) vereisen of
aanmoedigen dat overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van
ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen tot
stand komen die de mededinging verhinderen of verstoren; of (ii) de gevolgen
van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke
gedragingen versterken; of (iii) de verantwoordelijkheid voor het nemen van
maatregelen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken,
toevertrouwen aan particuliere economische operatoren. (2)
De bepalingen in de in bijlage 1 vermelde
overeenkomsten die niet verenigbaar zijn met lid 1 van dit artikel, worden niet
toegepast. ARTIKEL
5 Bijlagen
bij de Overeenkomst De bijlagen bij deze Overeenkomst maken
integrerend deel uit van de Overeenkomst. ARTIKEL
6 Beoordeling,
herziening of wijziging
De partijen mogen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming
beoordelen, herzien of wijzigen. ARTIKEL
7 Inwerkingtreding
en voorlopige toepassing (1)
Deze Overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen
elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de
inwerkingtreding van de Overeenkomst hebben voltooid. (2)
Onverminderd lid 1 komen de partijen overeen deze
Overeenkomst vanaf de datum van ondertekening voorlopig toe te passen tot ze in
werking treedt. (3)
Deze Overeenkomst is van toepassing op alle in
bijlage 1 vermelde overeenkomsten en regelingen, inclusief die welke op de
datum van ondertekening van deze Overeenkomst nog niet in werking zijn getreden
en niet voorlopig worden toegepast. ARTIKEL 8 Beëindiging (1)
Wanneer een in bijlage 1 vermelde overeenkomst
wordt beëindigd, worden ook alle bepalingen van de onderhavige Overeenkomst die
betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage 1 vermelde overeenkomst
tegelijkertijd beëindigd. (2)
Wanneer alle in bijlage 1 vermelde overeenkomsten
worden beëindigd, wordt de onderhavige Overeenkomst tegelijkertijd beëindigd. TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe
naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend. Gedaan te [….] in tweevoud, op [../../….] in
de Singalese, Bulgaarse, Tsjechische, Deense, Nederlandse, Engelse, Estse,
Finse, Franse, Duitse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse,
Maltese, Poolse, Portugese, Roemeense, Slowaakse, Sloveense, Spaanse en Zweedse
taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. VOOR DE EUROPESE UNIE: VOOR DE
REGERING VAN DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA: Bijlage 1 Lijst
van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze
Overeenkomst Overeenkomsten voor luchtdiensten en andere
regelingen tussen Sri Lanka en lidstaten, zoals gewijzigd of geamendeerd, die
op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst zijn gesloten, ondertekend
of geparafeerd: –
Luchtvervoersovereenkomst tussen de Oostenrijkse
bondsregering en de regering van de Democratische Socialistische Republiek Sri
Lanka, opgesteld te Colombo op 15 februari 1978, hierna de
"Overeenkomst tussen Sri Lanka en Oostenrijk" genoemd in
bijlage 2; –
Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van
het Koninkrijk België en de regering van de Democratische Socialistische
Republiek Sri Lanka, opgesteld te Brussel op 15 december 1998, hierna de
"Overeenkomst tussen Sri Lanka en België" genoemd in bijlage 2; –
Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van
de Republiek Cyprus en de regering van de Democratische Socialistische
Republiek Sri Lanka, geparafeerd te Colombo op 15 november 2002, hierna de
"Overeenkomst tussen Sri Lanka en Cyprus" genoemd in bijlage 2; –
Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten
tussen de regering van de Tsjechische Republiek en de regering van de
Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka, opgesteld te Praag op 20
april 2004, hierna de "Overeenkomst tussen Sri Lanka en Tsjechië"
genoemd in bijlage 2; –
Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten
tussen de regering van Denemarken en de regering van Ceylon, opgesteld
te Colombo op 29 mei 1959, hierna de "Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Denemarken " genoemd in bijlage 2; –
Luchtvervoersovereenkomst tussen de Franse
Republiek en Ceylon, opgesteld te Colombo op 18 april 1966, hierna de
"Overeenkomst tussen Sri Lanka en Frankrijk" genoemd in bijlage 2; –
Luchtvervoersovereenkomst tussen de
Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Sri Lanka, opgesteld te Colombo op
24 juli 1973, hierna de "Overeenkomst tussen Sri Lanka en Duitsland"
genoemd in bijlage 2; –
Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van
de Helleense Republiek en de regering van de Democratische Socialistische
Republiek Sri Lanka, geparafeerd te Athene op 5 november 2002, hierna de
"Overeenkomst tussen Sri Lanka en Griekenland" genoemd in
bijlage 2; –
Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten
tussen de regering van de Republiek Italië en de regering van Ceylon, opgesteld
te Colombo op 1 juni 1959, hierna de "Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Italië" genoemd in bijlage 2; –
Overeenkomst tussen de regering van het
Koninkrijk der Nederlanden en de regering van Ceylon met betrekking tot
luchtdiensten tussen hun grondgebieden en over de grenzen van hun respectieve
grondgebieden heen, opgesteld te Colombo op 14 september 1953, hierna de
"Overeenkomst tussen Sri Lanka en Nederland" genoemd in bijlage 2; –
Overeenkomst tussen de regering van de
Volksrepubliek Polen en de regering van de Democratische Socialistische
Republiek Sri Lanka met betrekking tot luchtdiensten tussen hun
grondgebieden en over de grenzen van hun respectieve grondgebieden heen,
opgesteld te Colombo op 26 januari 1982, hierna de "Overeenkomst tussen
Sri Lanka en Polen" genoemd in bijlage 2; –
Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten
tussen de Socialistische Republiek Roemenië en de regering van de
Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka, opgesteld te Colombo op
29 augustus 1980, hierna de "Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Roemenië" genoemd in bijlage 2; –
Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten
tussen de regering van Zweden en de regering van Ceylon, opgesteld te
Colombo op 29 mei 1959, hierna de "Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Zweden" genoemd in bijlage 2; –
Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de
regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en
de regering van de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka,
opgesteld te Colombo op 22 april 1998, zoals gewijzigd, hierna de
"Overeenkomst tussen Sri Lanka en het Verenigd Koninkrijk" genoemd in
bijlage 2. Bijlage 2 Lijst
van artikelen die zijn opgenomen in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten en
waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2, 3 en 4 van deze Overeenkomst (a)
Aanwijzing door een lidstaat: –
Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Oostenrijk; –
Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
België; –
Artikel 4 van de overeenkomst tussen Sri Lanka en
Cyprus; –
Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Tsjechië; –
Artikel 2 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Denemarken; –
Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Frankrijk; –
Artikel 3, lid 4, van de Overeenkomst tussen Sri
Lanka en Duitsland; –
Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Griekenland; –
Artikel 4, leden 1 tot en met 3, van de
Overeenkomst tussen Sri Lanka en Italië; –
Artikel 2 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Nederland; –
Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Polen; –
Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Roemenië; –
Artikel 2 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Zweden; –
Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
het Verenigd Koninkrijk. (b)
Weigering, intrekking, opschorting of beperking van
vergunningen of machtigingen: –
Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Oostenrijk; –
Artikel 5 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
België; –
Artikel 5 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Cyprus; –
Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Tsjechië; –
Artikel 6 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Denemarken; –
Artikel 3, lid 4, en artikel 4 van de Overeenkomst
tussen Sri Lanka en Frankrijk; –
Artikel 4, lid 1, van de Overeenkomst tussen Sri
Lanka en Duitsland; –
Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Griekenland; –
Artikel 4, leden 4 tot en met 6, van de
Overeenkomst tussen Sri Lanka en Italië; –
Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Nederland; –
Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Roemenië; –
Artikel 6 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Zweden; –
Artikel 5 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
het Verenigd Koninkrijk. (c)
Veiligheid: –
Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Oostenrijk; –
Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
België; –
Artikel 10 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Cyprus; –
Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Tsjechië; –
Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Denemarken; –
Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Griekenland; –
Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Polen; –
Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Roemenië; –
Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Sri Lanka en
Zweden. Bijlage 3 Lijst
van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze Overeenkomst (a)
De Republiek IJsland
(in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); (b)
Het Vorstendom Liechtenstein (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische
Ruimte); (c)
Het Koninkrijk Noorwegen (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische
Ruimte); (d)
De Zwitserse Bondsstaat
(in het kader van de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese
Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat). [1] Besluit 11323/03 van de Raad van 5 juni 2003 (niet publiek
toegankelijk). [2] PB C […]
van […], blz. […].