Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran /* COM/2012/023 definitief - 2012/0005 (NLE) */
TOELICHTING (1)
Op 25 oktober 2010 hechtte de Raad zijn goedkeuring
aan Verordening (EU) 961/2010 waarbij de beperkende maatregelen die sinds
2007 waren genomen, werden bevestigd, aanvullende beperkende maatregelen tegen
Iran overeenkomstig Resolutie 1929 (2010) van de VN-Veiligheidsraad werden
ingesteld en begeleidende maatregelen als gevraagd door de Europese Raad in
zijn verklaring van 17 juni 2010. (2)
Deze beperkende maatregelen omvatten de bevriezing
van tegoeden van bepaalde personen en entiteiten. (3)
De Raad stelt nu voor aan de lijst van beoogde
personen en entiteiten een financiële instelling toe te voegen waarvoor de
invoering van specifieke afwijkingen wordt voorgesteld. (4)
Verordening (EU) 961/2010 van
25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran moet
dan ook worden gewijzigd om er deze afwijkingen in op te nemen. 2012/0005 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 961/2010
betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 215, Gezien Besluit 2012/…GBVB van de Raad van …[1]
tot wijziging van Besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010
betreffende beperkende maatregelen tegen Iran[2], Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge
vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en
de Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Op 25 oktober 2010 hechtte de Raad zijn goedkeuring
aan Verordening (EU) 961/2010 waarbij de beperkende maatregelen die sinds 2007
waren genomen, werden bevestigd, aanvullende beperkende maatregelen tegen Iran
overeenkomstig Resolutie 1929 (2010) van de VN-Veiligheidsraad werden
ingesteld en begeleidende maatregelen als gevraagd door de Europese Raad in
zijn verklaring van 17 juni 2010. (2)
Deze beperkende maatregelen omvatten de bevriezing
van tegoeden van bepaalde personen en entiteiten. (3)
Op 23 januari 2012 heeft de Raad Besluit
2012/…/GBVB vastgesteld, waarbij aan de lijst van beoogde personen en
entiteiten een financiële instelling wordt toegevoegd waarvoor de invoering van
specifieke afwijkingen wordt voorgesteld. (4)
Een aantal van deze beperkende maatregelen valt
onder het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en EU-wetgeving
is daarom noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen, in het
bijzonder om te garanderen dat zij door de marktdeelnemers in alle lidstaten
uniform worden toegepast . (5)
Verordening (EU) 961/2010 van
25 oktober 2010 moet dan ook worden gewijzigd om er deze afwijkingen
in op te nemen. (6)
Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin
deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening op de dag van
de bekendmaking ervan in werking te treden, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EU) nr. 961/2010 wordt
als volgt gewijzigd: Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 19 bis In afwijking van artikel 16 zijn de daarin
bedoelde verbodsbepalingen niet van toepassing op: (a)
i) een overdracht door of via [vertrouwelijke
entiteit] van tegoeden of economische middelen die werden ontvangen en
bevroren na de datum van aanwijzing, of ii) een overdracht van tegoeden of
economische middelen aan of via [vertrouwelijke entiteit] waarbij de
overdracht verband houdt met een betaling door een persoon of entiteit die niet
is opgenomen in bijlage VII of VII en die verschuldigd is op grond van een
specifiek handelscontract; op voorwaarde dat de bevoegde autoriteit van de
betrokken lidstaat, voor het specifieke geval, heeft vastgesteld dat de
betaling niet direct of indirect ten goede komt van een in bijlage VII
of VIII vermelde persoon of entiteit; of (b)
een overdracht van bevroren tegoeden of economische
middelen door of via [vertrouwelijke entiteit] die bedoeld is om onder
de rechtsmacht van de lidstaten vallende financiële instellingen liquide
middelen te verschaffen voor het financieren van handelstransacties, mits de
betrokken lidstaat de betaling heeft toegestaan." Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag
van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB [2] PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.