23.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 434/123


P7_TA(2012)0505

Nieuwe overeenkomst EU-Rusland

Resolutie van het Europees Parlement van 13 december 2012 met de aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden betreffende de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland (2011/2050(INI))

(2015/C 434/11)

Het Europees Parlement,

gezien de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Russische Federatie anderzijds, die op 1 december 1997 in werking is getreden,

gezien zijn resolutie van 26 oktober 2012 over de handelsbetrekkingen tussen de EU en Rusland sinds de toetreding van Rusland tot de WTO (1),

gezien de onderhandelingen die in 2008 zijn gestart over een nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland, maar ook het partnerschap voor modernisering, dat in gang is gezet in 2010,

gezien de doelstelling die de EU en Rusland delen, als omschreven in de gemeenschappelijke verklaring afgelegd na de 11de top EU-Rusland in Sint Petersburg op 31 mei 2003, namelijk de invoering van een gemeenschappelijke economische ruimte, een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, een gemeenschappelijke ruimte van samenwerking op het gebied van externe veiligheid en een gemeenschappelijke ruimte van onderzoek en onderwijs, met inbegrip van culturele aspecten (de „vier gemeenschappelijke ruimtes”),

gezien het overleg tussen de EU en Rusland over de mensenrechten,

gezien zijn aanbeveling aan de Raad van 23 oktober 2012 over de instelling van gemeenschappelijke visumbeperkingen voor Russische functionarissen die betrokken zijn bij de zaak-Magnitsky (2),

gezien zijn vorige resoluties over de betrekkingen tussen de EU en Rusland,

gezien zijn resolutie van 4 juli 2012 over het ontwerpbesluit van de Raad tot sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Russische Federatie betreffende de invoering of verhoging van uitvoerrechten op grondstoffen (3),

gezien artikel 90, lid 4, en artikel 48 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A7-0338/2012),

A.

overwegende dat het gemeenschappelijke buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU in zijn ontwikkeling, en in overeenstemming met het beginsel van conditionaliteit, ook Rusland als strategische partner moet omvatten, op voorwaarde dat de fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest, zoals democratie, de rechtsstaat, de universaliteit en ondeelbaarheid van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de eerbiediging van de menselijke waardigheid, de beginselen van gelijkheid en solidariteit en eerbiediging van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht worden gedeeld en nageleefd; overwegende dat Rusland een land is dat zijn culturele wortels in Europa heeft en dat, als lid van de VN-Veiligheidsraad, de G8, de G20, de Raad van Europa en de OVSE, een belangrijke mondiale en regionale speler is, en derhalve zijn verplichtingen moet nakomen als lid van deze organisaties, met name in het licht van het controlerapport van de Raad van Europa;

B.

overwegende dat Rusland als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad samen met de andere leden verantwoordelijk is voor handhaving van de stabiliteit in de wereld; overwegende dat veel problemen op internationaal niveau alleen kunnen worden opgelost via een gecoördineerde aanpak met deelname van Rusland;

C.

overwegende dat de onderlinge economische afhankelijkheid van de EU en Rusland alsmaar toeneemt, en dat nauwere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de EU en Rusland daarom van groot belang zijn voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart van zowel Europa als Rusland;

D.

overwegende dat Rusland onder het presidentschap van Vladimir Poetin slechts selectieve belangstelling toont voor de ontwikkeling van gemeenschappelijk beleid en niet echt voornemens lijkt te zijn een daadwerkelijk en verreikend strategisch partnerschap op te bouwen voor de toepassing van het internationaal recht en conflictpreventie;

E.

overwegende dat zowel de EU als Rusland sinds 1994, toen de huidige partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) is gesloten, diepgaande politieke, institutionele, sociale en economische veranderingen hebben doorgemaakt;

F.

overwegende dat de Russische toetreding tot de WTO op 22 augustus 2012 een belangrijke stap is die kan helpen de modernisering van de Russische economie te versnellen en tegelijkertijd een goede stimulans voor Rusland kan zijn om te voldoen aan de internationale handelsregels en -normen waartoe het zich heeft verbonden;

G.

overwegende dat deze veranderingen, samen met de nieuwe uitdagingen en kansen voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland, zowel op bilateraal als op multilateraal niveau moeten worden besproken; overwegende dat, ondanks het huidige gebrek aan enthousiasme van Russische zijde, een ambitieuze, alomvattende en juridisch bindende nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, die de belangrijkste gebieden van samenwerking bestrijkt en gebaseerd is op de gemeenschappelijke waarden democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat de basis kan bieden voor een echt strategisch partnerschap; overwegende dat in het bijzonder moet worden benadrukt dat de ontwikkeling van een echt partnerschap tussen de EU-samenleving en de Russische samenleving noodzakelijk is;

H.

overwegende dat de Europese Unie zich blijft inzetten voor verdere verdieping en ontwikkeling van haar betrekkingen met Rusland en voor de beginselen van het partnerschap voor modernisering, die gebaseerd zijn op een diepgaand engagement voor universele waarden en democratische beginselen, eerbiediging van de fundamentele mensenrechten en de rechtsstaat;

I.

overwegende dat de veroordeling van de leden van de Russische punkband „Pussy Riot” tot twee jaar gevangenisstraf wegens een protestoptreden tegen president Vladimir Poetin in een kathedraal van de Russisch-orthodoxe kerk in Moskou disproportioneel is, en aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid over de manier waarop het Russische rechtsstelsel burgers behandelt en de Russische bevolking wil intimideren;

J.

overwegende dat in het kader van de lopende onderhandelingen de status quo van de betrekkingen tussen de EU en Rusland naar behoren moet worden geëvalueerd, rekening houdende met de bilaterale geschillen tussen Rusland en enkele EU-lidstaten;

K.

overwegende dat de betrekkingen tussen de EU en Rusland nog altijd te lijden hebben onder het feit dat Rusland erin faalt de democratische waarden volledig te omarmen en de rechtsstaat te versterken;

L.

overwegende dat de voortdurende intimidatie, pesterijen en arrestaties van vertegenwoordigers van de oppositie en ngo's, de recente goedkeuring van wetten inzake de financiering van ngo's, de vrijheid van vergadering, smaad en internetcensuur, alsook de toenemende pressie op vrije en onafhankelijke media en op religieuze en seksuele minderheden resulteren in de verdere uitholling van de mensenrechten en democratische beginselen in Rusland;

M.

overwegende dat de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties de wetten die in bepaalde delen van de Russische Federatie van kracht zijn en die „homoseksuele propaganda” verbieden, heeft afgekeurd als zijnde in strijd met het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten;

N.

overwegende dat de huidige partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst geldig en van kracht moet blijven totdat de nieuwe is gesloten en in werking treedt;

O.

overwegende dat op 14 oktober 2012 in heel Rusland lokale en regionale verkiezingen hebben plaatsgevonden;

P.

overwegende dat deze nieuwe of gewijzigde wetten zijn aangenomen door de Doema, waarvoor de meest recente verkiezingen niet vrij noch eerlijk waren volgens de waarnemingsmissie van de OVSE en de conclusies van het Europees Parlement;

Q.

overwegende dat bepaalde procedures die worden gebruikt tegen de oppositie, zoals ontneming van zijn parlementair mandaat aan een voormalig Doema-afgevaardigde — Gennadi Goedkov, lid van de oppositiepartij „Rechtvaardig Rusland” — kunnen worden geïnterpreteerd als gevallen van selectieve rechtstoepassing en verstoring van legitieme politieke activiteiten;

1.

beveelt in het kader van de lopende onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) aan:

De onderhandelingen

(a)

ervoor te zorgen dat de nieuwe overeenkomst een allesomvattend, toekomstgericht en juridisch bindend kader biedt voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen met Rusland in de komende jaren, en die rekening houdt met de noodzaak op alle gebieden waarop de belangen van de EU en van Rusland kunnen samenvallen de samenwerking te intensiveren en waar deze uiteenlopen de Europese belangen en waarden te bevorderen, alsmede de noodzaak om de democratisering en modernisering van het land te steunen; de nodige maatregelen te nemen om te verzekeren dat de onderhandelingen met Rusland in een gestaag tempo worden voortgezet, en uiting te geven aan de bestaande zorgen in de EU over de trage vooruitgang van de huidige onderhandelingen, die tot dusver niet de verwachte resultaten hebben geboekt; er nogmaals op te wijzen dat het strategische partnerschap alleen kan bestaan als beide partijen overeenkomen zich door universele democratische beginselen te laten leiden; te benadrukken dat de betrekkingen tussen de EU en Rusland geleid moet worden door wederkerigheid;

(b)

actief te werken aan de afronding van de onderhandelingen over een overeenkomst die voor beide partijen positief zal zijn en in overeenstemming met hun toegenomen en steeds verdergaande samenwerking; ervoor te zorgen dat de onderhandelingen wederzijds vertrouwen wekken en gericht zijn op tastbare resultaten en politieke inhoud;

(c)

naar een consensus te streven tussen de EU-lidstaten over de doelstellingen en over de onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst met Rusland zodat de EU met één krachtige stem kan spreken; te benadrukken hoe belangrijk het is dat de Unie als één enkel orgaan onderhandelt en ervoor te pleiten dat de belangen van de lidstaten met betrekking tot Rusland en vice versa binnen de Unie beter worden gepropageerd en beschermd;

(d)

nauwe aandacht te besteden aan de eisen die de EU wil stellen met betrekking tot de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de rechtsstaat, en deze als een absolute voorwaarde voor de ondertekening van een overeenkomst tussen de EU en Rusland te beschouwen;

(e)

te benadrukken dat de nieuwe overeenkomst een logische en noodzakelijke stap vooruit is in de betrekkingen EU-Rusland, in lijn met de huidige PSO en na de toetreding van Rusland tot de WTO;

(f)

te herhalen, vanuit deze gedachte, dat de EU uitsluitend met Rusland over deze overeenkomst moet onderhandelen en niet met de douane-unie waarbij Rusland partij is;

(g)

te herhalen dat de economische en politieke modernisering van Rusland in het gemeenschappelijk belang van beide partijen is en dat de EU het proces dat is geïnitieerd door het partnerschap voor modernisering wil versnellen; te onderstrepen dat het Russische moderniseringsbeleid niet beperkt kan blijven tot de economie en gepaard moet gaan met grondige politieke hervormingen, waarbij de nadruk moet liggen op waarborging van de rechtstaat en bestrijding van corruptie;

(h)

de verschillende bilaterale partnerschappen voor modernisering van de EU-lidstaten met de Russische Federatie actief te coördineren, en te zorgen voor een samenhangend en efficiënter EU-beleid;

Politieke dialoog en samenwerking

(i)

nauwlettend de interne ontwikkeling van Rusland te volgen, met alle belangrijke politieke hoofdrolspelers samen te werken, en de institutionele opbouw in Rusland en de beginselen van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat te ondersteunen; daarbij actieve steun te verlenen aan alle sociale initiatieven die gericht zijn op de opbouw van een maatschappelijk middenveld op basis van democratische beginselen en de rechtsstaat, en bijzondere aandacht te schenken aan het gebruik van internet voor dit doel;

(j)

te benadrukken hoe belangrijk het is dat Rusland een onafhankelijke en onpartijdige werking van het rechtsstelsel waarborgt en de corruptiebestrijding opvoert;

(k)

Rusland op te roepen te voldoen aan zijn verplichting om vrije en eerlijke verkiezingen te waarborgen, teneinde de legitimiteit van het politieke stelsel te waarborgen;

(l)

te benadrukken hoe belangrijk het is dat Rusland zijn internationale wettelijke verplichtingen volledig naleeft, alsmede de fundamentele beginselen van de mensenrechten van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), waarbij Rusland partij is; erop te wijzen dat politiek pluralisme, vrijheid van de media, de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de vrijheid van meningsuiting en vergadering, ook met betrekking tot het internet, effectieve en onafhankelijke vakbonden en non-discriminatie noodzakelijke voorwaarden zijn voor de verdere ontwikkeling en modernisering van Rusland en voor een duurzaam karakter van de strategische samenwerking tussen Rusland en de EU;

(m)

te onderstrepen dat Rusland, als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad, serieus invulling moet geven aan zijn verantwoordelijkheid voor de internationale vrede, stabiliteit en veiligheid;

(n)

zijn bezorgdheid te uiten over het verslechterende klimaat voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld in Rusland, met name gezien de recente goedkeuring van wetten inzake betogingen, ngo's, smaad en internetregulering, die dubbelzinnige bepalingen bevatten en kunnen leiden tot willekeur in de handhaving, en over de goedkeuring door de Doema van een reeks amendementen op de wetgeving inzake verraad en spionage, als gevolg waarvan er in het wetboek van strafrecht nieuwe bepalingen worden opgenomen die zouden kunnen worden gebruikt om mensenrechtenactivisten aan te vallen; de Russische autoriteiten eraan te herinneren dat in een moderne en welvarende samenleving de individuele en collectieve rechten van alle burgers moeten worden erkend en beschermd; er in dit verband bij de Russische autoriteiten op aan te dringen dat zij te zijner tijd stappen ondernemen om de bovengenoemde wetten in overeenstemming te brengen met de internationale normen, en het onderwerp tijdens de onderhandelingen aan te kaarten;

(o)

aan te dringen op versterking van de mensenrechtendialoog tussen de EU en Rusland, zodat het een effectief en resultaatgericht instrument voor de bevordering van de mensenrechten in Rusland wordt; in het bijzonder de Russische autoriteiten op te roepen zich te onthouden van onnodige beperkingen van vreedzame vergadering, de bescherming te verzekeren van mensenrechtenactivisten, de straffeloosheid voor in het verleden begaan geweld tegen en moord op activisten op te heffen, een klimaat te scheppen waarin organisaties van het maatschappelijk middenveld en ngo's vrij kunnen werken zonder angst voor bedreiging of intimidatie, en voor volledige naleving van de uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens te zorgen; beide partijen aan te sporen meer transparantie en openheid te verzekeren met betrekking tot de mensenrechtendialoog tussen Rusland en de EU, onder andere door de deelname van vertegenwoordigers van alle relevante Russische ministeries aan voorbereidende bijeenkomsten met Russische en internationale ngo's en aan overlegbijeenkomsten;

(p)

opnieuw met klem te benadrukken dat de herhaalde pogingen op regionaal en federaal niveau tot inperking van de mensenrechten, met name de vrijheid van meningsuiting en vergadering in verband met seksuele gerichtheid en genderidentiteit, in strijd zijn met de verplichtingen die Rusland is aangegaan in het kader van zijn grondwet, het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten; vraagt dat de Doema conform de uitspraak van de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties in de zaak Fedotova vs. Rusland afziet van de goedkeuring van een federaal verbod op „homoseksuele propaganda”;

(q)

te benadrukken dat de Russische autoriteiten een eind moeten maken aan de in het land alomtegenwoordige straffeloosheid, politiek gemotiveerde vervolgingen, arrestaties en detenties en te onderstrepen dat het gebruik van onderdrukkende maatregelen tegen de politieke oppositie moet worden gestaakt; ervoor te zorgen dat de vele mensenrechtenschendingen die hebben plaatsgevonden volledig worden opgehelderd, waaronder de inhechtenisneming van Michail Chodorkovsky en de dood van Sergei Magnitsky, Alexander Litvinenko, Anna Politkovskaja en Natalja Estemirova e.a., die nog altijd op onpartijdige en onafhankelijke wijze moeten worden onderzocht;

(r)

het standpunt van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa over de politiek gemotiveerde veroordeling van leden van de groep Pussy Riot te steunen en de ogenblikkelijke vrijlating van deze personen te eisen;

(s)

Rusland op te roepen niet het concept van 'traditionele waarden' te gebruiken om discriminatie van minderheidsgroepen te legitimeren, afwijkende meningen tot zwijgen te brengen, of mensenrechten te schenden;

(t)

in de een nieuwe en alomvattende partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst clausules en criteria op te nemen inzake de bescherming en bevordering van de mensenrechten, zoals vastgelegd in de grondwet van Rusland, en zoveel mogelijk gebruik te maken van de door de Raad van Europa en de OVSE geboden kaders waartoe Rusland zich heeft verbonden, met een duidelijk opschortingsmechanisme in geval van ernstige schending of niet-naleving;

(u)

te benadrukken dat de Russische samenleving als geheel, evenals het strategische partnerschap EU-Rusland, zou worden gestimuleerd door, en zou profiteren van een politiek systeem dat een gelijk speelveld garandeert voor alle politieke partijen, en werkelijke concurrentie en effectieve politieke alternatieven biedt; Rusland in dit verband op te roepen alle aanbevelingen van de OVSE met betrekking tot de laatste verkiezingen concreet op te volgen;

(v)

de noodzakelijke bepalingen op te nemen betreffende acties voor de uitroeiing van de endemische corruptie, die het vertrouwen van burgers in de staat ondermijnt en de moderniseringsinspanningen schaadt; daarnaast specifieke voorwaarden op te nemen voor samenwerking tussen Rusland en de EU bij de bestrijding van grensoverschrijdende corruptie;

(w)

een strategisch partnerschap tussen de EU en Rusland te bevorderen om mondiale uitdagingen aan te pakken, zoals de non-proliferatie, de terrorismebestrijding, vreedzame oplossing van slepende of nieuwe conflicten op basis van de beginselen van het VN-Handvest en het bestaande internationale recht, continuïteit van de energievoorziening, de Arctische dimensie, klimaatverandering en armoedebestrijding, alsmede de gemeenschappelijke doelstellingen van het partnerschap; er bij Rusland op aan te dringen onmiddellijk te stoppen met zijn wapenleveranties aan landen die de EU, OVSE en VN een wapenembargo hebben opgelegd;

(x)

met Rusland samen te werken om verantwoordelijkheid te nemen voor het verbeteren van de stabiliteit, politieke samenwerking en economische ontwikkeling in het gedeelde nabuurschap, en daarbij het soevereine recht van elk land te benadrukken om zijn koers voor het buitenlands beleid te bepalen en veiligheidsregelingen te treffen;

(y)

de Russische autoriteiten te verzoeken een eind te maken aan het wijdverbreide klimaat van straffeloosheid voor mensenrechtenschendingen en de afwezigheid van de rechtsstaat in de noordelijke Kaukasus;

(z)

Rusland aan te sporen de vreedzame oplossing van vastgelopen conflicten actief te bevorderen en de samenwerking tussen de EU en Rusland te intensiveren met betrekking tot het oplossen van de slepende conflicten in Moldavië en de zuidelijke Kaukasus, op basis van het internationaal recht en de beginselen van vreedzame oplossing van conflicten; de besprekingen met Rusland te intensiveren om ervoor te zorgen dat onvoorwaardelijk aan de overeenkomst van 2008 inzake het staakt-het-vuren wordt voldaan; Rusland te verzoeken zijn erkenning van Abchazië en Zuid-Ossetië te annuleren; en de EU-waarnemingsmissie volledige en onbeperkte toegang tot de Georgische gebieden te bieden;

(aa)

de bestaande inspanningen voort te zetten voor een volledige uitvoering van gemeenschappelijke maatregelen inzake visumvrije korte reizen, met als doel een geleidelijke afschaffing van de visumregeling tussen de Schengen-landen en Rusland; zo veel en zo snel mogelijk de verstrekking van visa voor academici, studenten, onderzoekers, journalisten, zakenlieden en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, alsmede voor uitwisseling van jongeren te faciliteren; de toepassing van de visumwetgeving door de lidstaten met betrekking tot de vereisten op een minimumniveau te harmoniseren;

(ab)

te benadrukken dat de maatregelen die de EU neemt om de visumvoorschriften te versoepelen, niet ten goede mogen komen aan misdadigers en schenders van de mensenrechten; verzoekt de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger om de aanbeveling van het Parlement op de agenda van een van de volgende vergaderingen van de Raad Buitenlandse Zaken te plaatsen;

(ac)

de samenwerking op wetenschappelijk, cultureel en onderwijsgebied extra te stimuleren, ter bevordering van contacten tussen de burgers en een beter begrip tussen de Russische en de EU-samenleving;

Economische samenwerking

(ad)

terdege rekening te houden met de groeiende economische samenwerking tussen de EU en Rusland, als wederzijdse importmarkten en leveranciers van goederen, diensten en energie;

(ae)

de naleving door Rusland van de WTO-regels en zijn bereidheid om het WTO-lidmaatschap te gebruiken als stuwende kracht voor structurele hervormingen nauwlettend te volgen, evalueren, stimuleren en ondersteunen; uiteindelijk een aanvraag van Rusland bod van het OESO-lidmaatschap aan te moedigen;

(af)

te onderstrepen dat volledige naleving door Rusland van de WTO-regels een noodzakelijke voorwaarde en de minimumnorm voor een overeenkomst met de EU is; te toetsen in hoeverre de bestaande belemmeringen voor de invoer van Russische goederen en diensten in dit opzicht in overeenstemming met de WTO-normen zijn, en deze belemmeringen waar nodig op te heffen;

(ag)

aan te dringen op een bilaterale overeenkomst tussen de EU en Rusland, en er daarbij op te wijzen dat de mogelijkheid van een overeenkomst tussen de EU en de douane-unie onder leiding van Rusland alleen op de lange termijn kan worden overwogen, wanneer de bilaterale overeenkomst eenmaal in werking is getreden;

(ah)

de Russische tegenhangers aan te moedigen de politieke wil te tonen om een akkoord te bereiken over juridisch bindende bepalingen inzake 'handel en investeringen', op basis van de bepalingen die reeds in de PSO zijn opgenomen en die in overeenstemming zijn met het WTO-lidmaatschap; eraan te herinneren dat de EU op dit gebied streeft naar verbetering en stabilisering van het ondernemingsklimaat, daar dit positief is voor beide partijen en bijdraagt tot de verdere bevordering van de doelstellingen van het partnerschap voor modernisering dat in 2010 is gestart;

(ai)

het aanhoudende probleem van de productie en verkoop van namaakproducten in Rusland te bespreken;

(aj)

Rusland te stimuleren de herstructurering van zijn economie voort te zetten, en zijn ontwikkeling te versnellen van een economie gericht en geconcentreerd op energie naar een op industrie en diensten gerichte economie, op basis van een efficiënt gebruik van grondstoffen en gebruik van hernieuwbare energie; te benadrukken dat olieprijzen volatiel zijn en dat de huidige hoge prijzen niet als reden gebruikt moeten worden om de noodzakelijke modernisering van de economie uit te stellen;

(ak)

te benadrukken hoe belangrijk het is om met het oog op de verbetering van de energiezekerheid een gemeenschappelijk Europees buitenlands energiebeleid te voeren, door een trilaterale samenwerking aan te gaan tussen de EU, Rusland en de doorvoerlanden;

(al)

er rekening mee te houden dat er nog aanzienlijke investeringen moeten worden gedaan in de uit de Sovjettijd stammende infrastructuur, die van cruciaal belang is voor de Russische economie en voor de EU-investeringen;

(am)

ervoor te zorgen dat een substantieel en juridisch bindend hoofdstuk over energie wordt opgenomen om een betrouwbare en kostenefficiënte energielevering aan de EU veilig te stellen; te verzekeren dat dit energiepartnerschap wordt gebaseerd op de beginselen van transparantie, eerlijke concurrentie, uitsluiting van monopoliegedrag, wederkerigheid en non-discriminatie; te benadrukken dat de onopgeloste kwesties met betrekking tot de energietoevoer naar de EU-lidstaten moeten worden afgehandeld; ervoor te zorgen dat de beginselen van het Verdrag inzake het Energiehandvest een onlosmakelijk onderdeel worden van de nieuwe overeenkomst;

(an)

ervoor te zorgen dat er een juridisch bindend hoofdstuk wordt opgenomen over de invoering of verhoging van uitvoerrechten op grondstoffen;

(ao)

toezicht te houden op en aan te dringen op de uitvoering en handhaving van de hoogste internationale veiligheidsnormen voor — zowel werkende als in aanbouw zijnde — kerncentrales in Rusland, met gebruik van alle beschikbare instrumenten en verdragen; Rusland in dit verband aan te sporen het UNECE-Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband onmiddellijk te ratificeren en na te leven;

(ap)

er bij Rusland op aan te dringen om alle kernreactoren van de eerste generatie en van het type Tsjernobyl te sluiten, met name de reactoren dicht bij de EU-grenzen, en uiting te geven aan de ernstige zorgen over de kerncentraleprojecten in Kaliningrad Oblast en Sosnovy Bor;

(aq)

verdere wederzijdse samenwerking te intensiveren op het gebied van onderzoek, onderwijs, cultuur en wetenschap; een gemeenschappelijk inzicht in de geschiedenis van de twintigste eeuw te bevorderen;

(ar)

uiting te geven aan de grote bezorgdheid over het boren voor commerciële doeleinden in het noordpoolgebied en over de grootschalige vervuiling rondom boorplekken in heel Rusland;

(as)

het Europees Parlement te raadplegen over de bepalingen over parlementaire samenwerking;

(at)

te voorzien in duidelijke criteria voor de uitvoering van de nieuwe overeenkomst, evenals in controlemechanismen, waaronder regelmatige verslagen aan het Europees Parlement;

(au)

het onderhandelingsteam van de EU aan te moedigen de goede samenwerking met het EP voort te zetten en het voortdurend op de hoogte te houden, op basis van documentatie, van de voortgang van de onderhandelingen, overeenkomstig artikel 218, lid 10, van het VWEU, waarin staat dat het Parlement in iedere fase van de procedure onverwijld en ten volle wordt geïnformeerd;

2.

blijft waakzaam ten aanzien van de eisen die de EU wil stellen met betrekking tot de naleving van de democratische beginselen, en beschouwt deze als een absolute voorwaarde voor de ondertekening van een overeenkomst tussen de EU en Rusland;

o

o o

3.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie met de aanbevelingen van het Europees Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de Europese dienst voor extern optreden, en, ter informatie, aan de regering van de Russische Federatie en de Russische Doema.


(1)  Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0409.

(2)  Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0369.

(3)  Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0286.