15.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 332/58


Woensdag 13 juni 2012
Onderhandelingen over het VN-wapenhandelsverdrag (ATT)

P7_TA(2012)0251

Resolutie van het Europees Parlement van 13 juni 2012 over de onderhandelingen over het wapenhandelsverdrag van de Verenigde Naties (ATT)) (2012/2636(RSP))

2013/C 332 E/10

Het Europees Parlement,

gezien de conferentie van de Verenigde Naties over de onderhandelingen over een wapenhandelsverdrag (WHV), die van 2 tot en met 27 juli 2012 zullen plaatsvinden in New York,

gezien resolutie 61/89 (1) van de Algemene Vergadering van de VN van 6 december 2006 met de titel "Op weg naar een wapenhandelsverdrag: vaststelling van gemeenschappelijke internationale normen voor de invoer, uitvoer en overdracht van conventionele wapens", die ondersteund werd door 153 lidstaten van de VN en waarmee formeel de aanzet is gegeven tot de ontwikkeling van een wapenhandelsverdrag, en resolutie 64/48 (2) van 2 december 2009 over het wapenhandelsverdrag, ook ondersteund door 153 VN-lidstaten, in het kader waarvan werd besloten een VN-conferentie bijeen te roepen over het wapenhandelsverdrag, die in 2012 vier weken achtereen zal vergaderen ter uitwerking van een juridisch bindend instrument voor zo streng mogelijke gemeenschappelijke internationale normen voor de overdracht van conventionele wapens,

gezien Besluit 2010/336/GBVB (3) van de Raad van 14 juni 2010 en eerdere besluiten van de Raad betreffende activiteiten van de Europese Unie ter ondersteuning van het wapenhandelsverdrag,

gezien het Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (4),

gezien de conclusies van de Raad van de Europese Unie, met name die van 10 december 2007 en 12 juli 2010 over het wapenhandelsverdrag,

gezien zijn resolutie van 21 juni 2007 over de sluiting van een wapenhandelsverdrag tot vaststelling van gemeenschappelijke internationale normen voor de in- en uitvoer en de overdracht van conventionele wapens (5), en zijn resoluties van 13 maart 2008 over de Gedragscode van de EU betreffende wapenuitvoer (6) en van 4 december 2008 over de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer (7), die beiden de noodzaak van een wapenhandelsverdrag onderstrepen,

gezien het antwoord van de EU op het verzoek van de secretaris-generaal van de VN om standpunten met betrekking tot de aspecten van een wapenhandelsverdrag,

gezien de vele campagnes van het maatschappelijk middenveld overal ter wereld voor een sterk en degelijk wapenhandelsverdrag, zoals de campagne "Control Arms" en de oproep van Nobelprijswinnaars,

gezien Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (8),

gezien artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat er geen wettelijk bindend, wereldwijd verdrag over de overdracht van conventionele wapens bestaat;

B.

overwegende dat meer dan 40 VN-landen geen nationale regelgeving kennen voor de controle op de overdracht van wapens en evenmin aan regionale of internationale normen voldoen

C.

overwegende dat de US Congressional Research Service de waarde van alle akkoorden over wapenoverdracht aan ontwikkelingslanden in 2010 schat op 40 355 miljard USD, en die van daadwerkelijk geleverd wapentuig op 34 989 miljard USD (9);

D.

overwegende dat resolutie 64/48 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de VN-staten oproept een doeltreffend en evenwichtig juridisch bindend instrument tot stand te brengen voor zo streng mogelijke gemeenschappelijke internationale normen voor de overdracht van conventionele wapens, en tot een sterk en solide verdrag te komen;

E.

overwegende dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het wapenhandelsverdrag heeft omschreven als "juridisch bindend verdrag houdende vaststelling van gemeenschappelijke normen voor de invoer, uitvoer en overdracht van conventionele wapens" (10) en de staten opdraagt "hun nationale stelsels en interne controles op het hoogst mogelijke peil te brengen om te voorkomen dat conventionele wapens uit het legale circuit op de illegale markt terechtkomen, waar zij gebruikt kunnen worden voor terroristische aanslagen, georganiseerde misdaad en andere criminele activiteiten" (11);

F.

overwegende dat de ongecontroleerde en ongereguleerde wapenhandel een serieuze bedreiging vormt voor de plaatselijke, nationale, regionale en internationale vrede, veiligheid en stabiliteit en tevens voor de democratie, de rechtsstaat en duurzame sociale en economische ontwikkeling; overwegende dat ongereguleerde wapenhandel bijdraagt aan gewapende conflicten, ontheemding, georganiseerde misdaad en terrorisme;

G.

overwegende dat het wapenhandelsverdrag waarover in 2012 zal worden onderhandeld heldere en bindende bepalingen moet bevatten die aan de hoogste internationale normen voldoen en die volledig in overeenstemming zijn met de internationale mensenrechten en het internationale humanitaire recht;

H.

overwegende dat een eensgezinde, coherente en consistente EU-aanpak cruciaal is voor de goedkeuring en een doeltreffende wereldwijde toepassing van een dergelijk verdrag;

I.

overwegende dat er op het gebied van wapenoverdracht geen bindende verplichting bestaat waarbij de internationale mensenrechten en het internationale humanitaire recht ondubbelzinnig worden gegarandeerd;

J.

overwegende dat de Raad heeft benadrukt dat alles in het werk moet worden gesteld om ervoor te zorgen dat tijdens de bijeenkomsten van het voorbereidend comité een zo breed mogelijk scala van onderwerpen aan de orde komt; overwegende dat de Raad hiertoe op 14 juni 2010 Besluit 2010/336/GBVB heeft vastgesteld betreffende activiteiten van de Europese Unie ter ondersteuning van het wapenhandelsverdrag, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie, teneinde steun te winnen voor het wapenhandelsverdrag bij de VN-lidstaten, het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven;

K.

overwegende dat het gemeenschappelijk standpunt van de EU tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie sinds zijn aanvaarding heeft bijgedragen aan de harmonisering van het nationale beleid voor beheersing van de wapenexport van de EU-lidstaten, en dat de daarin vervatte beginselen en criteria door verschillende derde landen worden onderschreven;

L.

overwegende dat het wapenhandelsverdrag de verantwoordingsplicht moet versterken en dat de tenuitvoerlegging ervan open en transparant moet zijn;

M.

overwegende dat het Handvest van de Verenigde Naties de VN-lidstaten rechten en verantwoordelijkheden toekent, waaronder uit hoofde van artikel 51 het recht van alle staten op individuele of gezamenlijke zelfbescherming;

Transparantie en verantwoordingsplicht – de sleutel tot een solide wapenhandelsverdrag

1.

merkt op dat de waarde van de mondiale export onverminderd is blijven toenemen, ondanks de economische en financiële crisis, en dat de EU-lidstaten consequent ongeveer 30 % van alle export voor hun rekening nemen en daarmee tot de grootste wapenproducenten en -exporteurs ter wereld behoren (12); benadrukt daarom dat de EU zowel een verantwoordelijkheid heeft voor, als een belang bij de ontwikkeling van en de deelname aan een gereguleerde, meer doorzichtige en gecontroleerde wapenhandel op mondiaal niveau;

2.

merkt op dat de slecht gereguleerde, ongecontroleerde en ondoorzichtige wapenhandel onverantwoord is, onnodig menselijk leed heeft veroorzaakt, gewapende conflicten, instabiliteit en terroristische aanslagen en corruptie in de hand heeft gewerkt, vredesprocessen, goed bestuur en de sociaaleconomische ontwikkeling heeft ondermijnd en geleid heeft tot de omverwerping van democratisch gekozen regeringen, de schending van de rechtsstaat, de mensenrechten en het internationale humanitaire recht;

3.

pleit er daarom voor om in juli 2012 bij de onderhandelingen over een wettelijk bindend internationaal wapenhandelsverdrag een historische stap voorwaarts te zetten, door de transparantie en verantwoordingsplicht te vergroten en door de hoogste internationale normen en criteria vast te leggen voor de beoordeling van besluiten over de overdracht en de in- en uitvoer van conventionele wapens;

4.

roept de internationale gemeenschap op om haar betrokkenheid bij de regulering van de internationale wapenhandel te tonen, door volledig gebruik te maken van het Reglement om overeenstemming te bereiken over een alomvattende tekst waarin alle onderwerpen worden behandeld die van belang zijn om tijdens de conferentie in juli 2012 tot een solide verdrag te komen;

5.

dringt aan op vlotte onderhandelingen en een snelle goedkeuring en inwerkingstelling van een mondiaal en veelomvattend VN-wapenhandelsverdrag;

Toepassingsgebied

6.

gelooft dat een doeltreffend verdrag een zo breed mogelijk spectrum van handelsactiviteiten voor conventionele wapens dient te bestrijken, met inbegrip van de in- en uitvoer, de overdracht (inclusief de doorvoer en de overslag, en tijdelijke in- en uitvoer en wederuitvoer), de productie onder een buitenlandse licentie, voorraadbeheer, alsmede alle aan de wapenhandel gerelateerde diensten inclusief de bemiddeling, het transport en de financiering;

7.

is van oordeel dat een doeltreffend verdrag alle aspecten van de handel in conventionele wapens moet omvatten, met inbegrip van de overdracht van staat tot staat, de overdracht van staten aan private eindgebruikers, commerciële verkoop en verhuur alsmede leningen, giften, hulp of welke vorm van overdracht dan ook;

8.

is van mening dat een effectief verdrag ook het breedste spectrum van de conventionele wapens dient te bestrijken, met inbegrip van kleine en lichte wapens en munitie, immateriële overdracht, goederen voor tweeërlei gebruik, de bijbehorende onderdelen en de technologie die verbonden is aan het gebruik, de productie en het onderhoud, hetzij voor militaire doeleinden, hetzij voor andere veiligheids- en wetshandhavingsdoeleinden;

9.

stelt dat de markering en traceerbaarheid van conventionele wapens en munitie voldoende aandacht moeten krijgen, met het oog op een grotere verantwoordingsplicht en de voorkoming van wapenoverdracht aan illegale ontvangers;

Criteria en internationale normen

10.

denkt dat succes op lange termijn van het wapenhandelsverdrag valt of staat met de instelling van de hoogste en de duidelijkst mogelijke normen;

11.

wil dat het wapenhandelsverdrag de verdragsluitende partijen eraan herinnert dat alle besluiten betreffende de overdracht van wapens volledig in overeenstemming moeten zijn met hun bestaande internationale verplichtingen, in het bijzonder met betrekking tot de internationale wetgeving inzake mensenrechten, het internationale humanitaire recht en het Handvest van de Verenigde Naties, met inbegrip van de sancties en wapenembargo's van regionale organisaties en de VN-Veiligheidsraad; meent dat de verdragsluitende partijen geen wapens mogen overdragen aan landen waar een aanzienlijk risico bestaat dat die wapens worden ingezet voor het begaan of begunstigen van ernstige schendingen van de internationale wetgeving inzake mensenrechten of het internationale humanitaire recht, zoals genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden;

12.

dringt er bij de VN-lidstaten op aan om extra bindende criteria op te nemen (die uit zouden moeten groeien tot internationale maatstaven) als leidraad voor besluitvormers bij wapenexporten; meent dat deze criteria met name moeten uitgaan van de staat van dienst van het land van bestemming inzake goed bestuur, democratie, de rechtsstaat, mensenrechten, non-proliferatie, corruptiebestrijding, het risico van omleiding, het effect op de sociaaleconomische ontwikkeling van het land, en van de handhaving van vrede en veiligheid in de desbetreffende regio; is van mening dat er speciale anticorruptiecriteria in het verdrag moeten worden opgenomen;

13.

doet een beroep op de VV/HV en de EU-lidstaten om de opname in het toekomstige verdrag van krachtige anti-corruptiemechanismen te bevorderen, zoals geformuleed onder punt 3 van de EU-verklaring van 12 juli 2011; wijst er nogmaals op dat een verwijzing naar corruptie moet worden opgenomen die consistent is met de desbetreffende internationale instrumenten en dat adequate maatregelen moeten worden genomen ter bestrijding van dergelijke misdrijven;

14.

wenst dat deze criteria worden vastgelegd in de vorm van gemeenschappelijke operationele richtsnoeren voor risicoanalyses die als basis dienen voor besluiten over wapenoverdrachten;

15.

vraagt de Europese Unie om, ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen over het wapenhandelsverdrag, te blijven vasthouden aan de strengst mogelijke normen en de striktst mogelijke uitlegging van het gemeenschappelijk standpunt 2008/944/GBVB van de Raad inzake wapenexport en de acht daarin vervatte criteria, met name ten aanzien van de internationale wetgeving inzake de mensenrechten en het internationale humanitaire recht;

Uitvoering en verslaggeving

16.

benadrukt het belang van een doeltreffende en geloofwaardige uitvoering van het wapenhandelsverdrag, vooral wat betreft de verantwoordingsplicht, transparantie, de verantwoordelijkheid van de verdragsluitende staten en nauwere samenwerking tussen de bevoegde instanties;

17.

benadrukt dat een solide wapenhandelsverdrag bepalingen en criteria moet bevatten die de verdragsluitende staten verplichten om nationale wetgeving aan te nemen en een nationale autoriteit op te zetten die verantwoordelijk is voor het controleren van de overdracht van alle zaken die onder het toepassingsgebied van het verdrag vallen en voor de naleving van alle verslaggevings- en uitvoeringsvereisten; is van oordeel dat de toepassing van het wapenhandelsverdrag ook controle op het eindgebruik en de tussenhandel in wapens moet omvatten, met inbegrip van een registratie- en vergunningsplicht voor ondernemers, openbaarmaking van de nodige informatie met onderbouwende documentatie door aanvragers van een wapenexportvergunning voordat de vergunning wordt afgegeven, en wettelijke maatregelen op grond waarvan iedere overdracht van conventionele wapens en munitie zonder vergunning van een nationale instantie of die niet in overeenstemming is met het verdrag als strafbaar feit wordt aangemerkt;

18.

denkt dat een doeltreffende uitvoering van het verdrag zal afhangen van het bevorderen van transparantie en het uitwisselen van informatie en optimale werkmethoden tussen de verdragsluitende partijen met betrekking tot de besluitvorming over de in- en uitvoer en de overdracht van wapens;

19.

denkt dat de ervaringen met het zich ontwikkelende VN-register voor conventionele wapens kunnen bijdragen tot de totstandbrenging van deze transparantie en informatieoverdracht, en vraagt om een verdere uitbreiding van wapencategorieën in het register door ook kleine en lichte wapens en munitie op te nemen;

20.

wenst daarom dat het wapenhandelsverdrag krachtige en duidelijke bepalingen bevat die alle verdragsluitende partijen verplichten op jaarbasis verslag uit te brengen over alle besluiten op het gebied van wapenoverdracht, met informatie over de types, de hoeveelheden en de ontvangers van de uitrusting waarvoor een overdrachtsvergunning bestaat, en over de volledige toepassing van het wapenhandelsverdrag en zijn bepalingen; bepleit dat het wapenhandelsverdrag de verdragsluitende partijen ook moet verplichten om voor ten minste de laatste 20 jaar een gedetailleerd archiefsysteem bij te houden van alle internationale transacties die door het nationale controlesysteem zijn verwerkt;

21.

wenst dat er een speciale uitvoerings- en ondersteuningseenheid voor het wapenhandelsverdrag wordt opgezet, met onder meer als taak het verzamelen en analyseren van de verslagen van de verdragsluitende staten, en verzoekt de secretaris-generaal van de VN om een jaarlijks verslag te publiceren met verdere voorstellen om de operationele bepalingen van het verdrag te verstevigen; pleit ervoor om de uitvoerings- en ondersteuningseenheid voor het wapenhandelsverdrag het recht te geven om ook gegevens over wapenoverdrachten te analyseren en om discrepanties en mogelijke inbreuken op het verdrag vast te stellen, en hierover verslag uit te brengen aan de vergadering van verdragsluitende staten;

22.

dringt aan op openbaarmaking van al deze verslagen;

23.

dringt aan op jaarlijkse bijeenkomsten van de verdragsluitende staten, alsmede een vijfjaarlijkse herzieningsconferentie, waarbij de deelname van organisaties uit het maatschappelijk middenveld zou moeten worden aangemoedigd;

24.

is ervan overtuigd dat het succes van het wapenhandelsverdrag op lange termijn afhankelijk is van totale transparantie en een volledige verantwoordingsplicht jegens de bevoegde nationale instanties, zoals parlementaire controleorganen in de landen van invoer en van uitvoer; vraagt om die reden om solide transparantiemechanismen – waaronder jaarlijkse verslaggeving – om de rol van de parlementen te verstevigen, zodat die hun regeringen kunnen vragen rekenschap af te leggen omtrent besluitvorming over de in- en uitvoer en overdracht van wapens;

25.

is van mening dat iedere verdragsluitende staat die om steun vraagt bij de uitvoering van zijn verplichtingen in het kader van het wapenhandelsverdrag van de noodzakelijke hulp en technische ondersteuning moet worden voorzien; roept de Europese Unie op haar ondersteunende activiteiten voort te zetten en meer hulp te bieden op gebieden als wetgeving, institutionele opbouw en administratie, en bij het verhogen van de nationale deskundigheid in alle organen die betrokken zijn bij de overdrachtscontrole, met inbegrip van maatschappelijke organisaties en parlementen;

De rol van de EU-begroting en het EP

26.

erkent de coherente en consistente rol die de EU en de lidstaten hebben vervuld bij de ondersteuning van het internationale proces voor de vaststelling van een wapenhandelsverdrag; roept op tot een blijvende betrokkenheid en activiteit in de aanloop naar de conferentie, ook op het hoogste politieke niveau bij toppen en demarches ter voorbereiding van de conferentie in juli, alsmede bij het daaropvolgende ratificatie- en uitvoeringsproces;

27.

is ervan overtuigd dat het antwoord van de EU op het verzoek van de secretaris-generaal van de VN om standpunten ten aanzien van de aspecten van een wapenhandelsverdrag voldoende basis biedt voor een gecoördineerd optreden door de EU-lidstaten op de internationale conferentie voor het wapenhandelsverdrag;

28.

dringt bij de HV/VV aan op intensief overleg met alle lidstaten en op een doeltreffende coördinatie, om ervoor te zorgen dat de EU met één stem zal spreken en een krachtig standpunt uitdraagt;

29.

roept de lidstaten op om, overeenkomstig de verplichtingen van het Verdrag van Lissabon, op de conferentie vast te houden aan het standpunt dat ingenomen is in het antwoord aan de secretaris-generaal van de VN, om zodoende een ambitieuze uitkomst en een solide verdrag veilig te stellen; vraagt de lidstaten daarom dringend om openlijk en ondubbelzinnig hun volledige steun te betuigen aan de EU-delegatie die aan de onderhandelingen deelneemt;

30.

vraagt de VV/HV en de lidstaten dringend om degelijkheid de boventoon te laten voeren bij de inhoud van en de toetreding tot het toekomstige verdrag; dringt er bij de VS op aan zijn standpunt dat het wapenhandelsverdrag op basis van consensus tot stand moet komen, los te laten;

31.

verheugt zich over de verklaring van de HV/VV, overeenkomstig artikel 34, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarin zij het standpunt van de EU voorafgaand aan de conferentie aan het Parlement zal presenteren;

*

* *

32.

verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de Verenigde Naties en de nationale parlementen van de EU-lidstaten.


(1)  http://daccess-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/N06/499/77/PDF/N0649977.pdf?OpenElement

(2)  http://daccess-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/N09/464/71/PDF/N0946471.pdf?OpenElement

(3)  PB L 152 van 18.6.2010, blz. 14.

(4)  PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99.

(5)  PB C 146 E van 12.6.2008, blz. 342.

(6)  PB C 66 E van 20.3.2009, blz. 48.

(7)  PB C 21 E van 28.1.2010, blz. 2.

(8)  PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1.

(9)  http://www.sipri.org:9090/research/armaments/transfers/transparency/national_reports/united_states/CRS_Report_DN_03-10.pdf/view

(10)  Resolutie 61/89 van de Algemene Vergadering van de VN.

(11)  Resolutie 63/240 van de Algemene Vergadering van de VN.

(12)  Cijfers afkomstig van de SIPRI Trend Indicator Values (uitgedrukt in USD t.o.v. het prijsindexjaar 1990) en te raadplegen via: http://www.sipri.org/databases/armstransfers/background/explanations2_default