VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Tweede halfjaarlijks verslag over het functioneren van het Schengengebied 1 mei 2012 - 31 oktober 2012 /* COM/2012/0686 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD Tweede halfjaarlijks verslag over het
functioneren van het Schengengebied
1 mei 2012 - 31 oktober 2012 1. Inleiding Zoals de Commissie
op 16 september 2011 heeft aangekondigd in haar mededeling over
Schengengovernance[1]
en op 8 maart 2012 door de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken/het Gemengd
Comité is bepleit, heeft de Commissie op 16 mei 2012 haar eerste halfjaarlijks
verslag aan het Europees Parlement en de Raad over het functioneren van het
Schengengebied[2]
vastgesteld. Vervolgens is dit op 7 juni 2012 in de Raad besproken en tijdens
de plenaire zitting van het Europees Parlement op 4 juli 2012. Dit tweede verslag
bestrijkt de periode 1 mei 2012 – 31 oktober 2012. 2. Situatieschets 2.1. Situatie aan de
Schengenbuitengrenzen In de periode april-juni 2012 werden er
ongeveer 23 000 illegale grensoverschrijdingen geregistreerd. Daarbij ging
het om gemengde migratiestromen. Dit houdt een afname in van 44% in de EU ten
opzichte van dezelfde periode het vorig jaar, midden in de Arabische lente.
Griekenland daarentegen maakte melding van een toename met 29% ten opzichte van
vorig jaar. De meeste aanhoudingen, namelijk 56%, vonden plaats aan de
landgrens tussen Griekenland en Turkije. Dit betekent dat dit deel van de grens
de hotspot blijft voor illegale migratie naar de EU. De meeste personen die bij
dit deel van de grens werden aangehouden, hadden de Afghaanse nationaliteit,
gevolgd door Bengalezen en Syriërs[3].
Nadat Griekenland in augustus de operatie
Shield is begonnen, waarin Griekenland zo'n 1 800 grenswachten heeft
ingezet aan de Grieks-Turkse landgrens, is de eerdere sterke toename van het
aantal vastgestelde illegale grensoverschrijdingen gevolgd door een
aanzienlijke afname. De Griekse autoriteiten hebben melding gemaakt van een
substantiële afname tot nu toe van het aantal aanhoudingen in het departement
Evros. Na de
verslechtering van de humanitaire en de veiligheidssituatie in Syrië zijn er
beduidend meer gevallen van illegale grensoverschrijding en illegaal verblijf
vastgesteld waarbij het om Syriërs ging, hoofdzakelijk in Griekenland. Syriërs
nemen voorts de tweede plaats in onder de personen die om internationale
bescherming verzoeken, vooral in Zweden en Duitsland, waar Syrische asielzoekers
bescherming wordt geboden. Een verdere verslechtering van de situatie in Syrië
zal hoogst waarschijnlijk tot een verdere toename leiden van het aantal
personen dat toevlucht zoekt in de buurlanden en uiteindelijk ook in de
EU-lidstaten[4].
2.2. Situatie binnen het
Schengengebied Hoewel Griekenland
op dit moment het voornaamste land van binnenkomst voor illegale immigranten
is, is het voor de meeste migranten eerder een land van doorreis dan een land
van bestemming. De secundaire bewegingen komen tot uitdrukking in de
registratie van illegale grensoverschrijdingen van de landgrenzen in de hele
Westelijke Balkan, de Italiaanse zeegrenzen en vluchten vanaf Griekse
luchthavens naar de voornaamste vliegvelden in de EU[5]. Van 16 tot 22 april 2012 vond in 24 lidstaten[6] alsook in Noorwegen en
Zwitserland, de operatie Balder plaats, waarbij de meest recente informatie
werd verzameld inzake migratiestromen in het EU/Schengengebied.
Het doel van de operatie bestond in het verzamelen van gegevens over
migratiestromen in de lidstaten, met name over de migratiedruk in diverse
landen, de door illegale migranten gebruikte hoofdroutes, de belangrijkste
landen van bestemming voor migranten, de landen van herkomst van illegale
migranten en de plaatsten waar illegale migranten worden aangehouden en de
gebruikte transportmiddelen. Volgens de door de
deelnemende lidstaten verstrekte gegevens, die de Deense nationale politie
bijeen heeft gebracht[7]
en in juni 2012 ter kennis heeft gebracht, werden in die week 2 396
onderdanen van 115 verschillende derde landen aangehouden. Het grootste aantal
illegale migranten binnen het Schengengebied werd gevonden in Duitsland (520
personen), Spanje (369 personen) en Oostenrijk (178 personen). De landen waar
de meeste illegale migranten de EU binnenkwamen, waren Spanje (207 personen) en
Griekenland (180 personen). De belangrijkste landen van bestemming waren Spanje
(341 personen), Duitsland (281) en Oostenrijk (175). De gegevens die tijdens dit soort operaties
worden verzameld, verschaffen weliswaar enige waardevolle basisinformatie, maar
zijn nogal onvolledig omdat zij slechts op een paar weken per jaar betrekking
hebben en niet alle lidstaten deelnemen. Vandaar dat er, zoals door de
Commissie in haar eerste halfjaarlijks verslag over het functioneren van het
Schengengebied en door de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken/het Gemengd
Comité op 7 juni 2012 is opgemerkt, behoefte is aan een betere verzameling en
analyse van gegevens over de illegale migratiestromen binnen de EU. Aangezien
de lidstaten hebben afgesproken dat de Commissie in deze een rol dient te
spelen en dat zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van de bestaande
structuren, heeft de Commissie, samen met Frontex, de lidstaten uitgenodigd
voor een bijeenkomst van deskundigen op 2 oktober 2012 om te bespreken hoe een
beter inzicht in de situatie kan worden verkregen. De lidstaten hebben de
noodzaak bevestigd van het met regelmaat verzamelen en analyseren van gegevens
en tegelijkertijd hun bezorgdheid geuit over de extra werklast en het gebruik
van de analyses. De Commissie overweegt thans, samen met Frontex, wat de beste
aanpak is. 3. Toepassing van het
Schengenacquis 3.1. Gevallen van tijdelijke
herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen Volgens artikel 23
van de Schengengrenscode[8]
kan een lidstaat in geval van een ernstige bedreiging van de openbare orde of
de binnenlandse veiligheid bij wijze van uitzondering opnieuw grenstoezicht aan
zijn binnengrenzen invoeren. In de periode van 1 mei tot en met 31 oktober 2012
is het toezicht aan de binnengrenzen tweemaal opnieuw ingevoerd. Allereerst stelde Spanje de Commissie op 20
april 2012 ervan in kennis dat het in verband met de bijeenkomst van de
Europese Centrale Bank in Barcelona op 2-4 mei 2012 het toezicht aan de
landbinnengrens met Frankrijk en op de luchthavens van Barcelona en Gerona
opnieuw zou invoeren voor de periode van 28 april tot en met 4 mei 2012.
Tijdens deze week voerde Spanje grenscontroles uit bij 669 385 personen,
waarvan er aan 68 binnenkomst werd geweigerd ofwel op grond van openbare orde
of binnenlandse veiligheid ofwel vanwege het ontbreken van geldige
reisdocumenten[9].
Vervolgens deelde Polen de Commissie op 4 mei
2012 mee dat het had besloten om vanwege het van 8 juni tot 1 juli 2012 te
houden voetbalkampioenschap EURO 2012 had besloten om tussen 4 juni en 1 juli
het toezicht aan zijn binnengrenzen opnieuw in te voeren. Tijdens deze periode
werden 28 980 personen gecontroleerd; aan 22 personen werd binnenkomst
geweigerd en 15 personen werden aangehouden[10].
3.2. Handhaving van binnengrenzen
zonder toezicht Veruit de meeste vermeende schendingen van het
Schengenacquis hebben betrekking op de vraag of de uitvoering van
politiecontroles dichtbij de binnengrenzen hetzelfde effect heeft als
grenscontroles (artikel 21 van de Schengengrenscode) en op de verplichting om
alle belemmeringen voor een vlotte verkeersstroom, zoals snelheidsbeperkingen,
aan de wegdoorlaatposten aan de binnengrenzen ongedaan te maken (artikel 22 van
de Schengengrenscode). In de periode 1 mei – 31 oktober 2012 heeft de Commissie
om informatie verzocht over mogelijke schendingen van de artikelen 21 en/of 22
van de Schengengrenscode in twee nieuwe gevallen (inzake Duitsland en
Litouwen), rondde zij drie andere gevallen af (betreffende België, Estland en
Nederland) en zette zij het onderzoek van zeven lopende zaken (inzake
Duitsland, Letland, Nederland, Oostenrijk, de Tsjechische Republiek, Slowakije
en Zweden) voort. Recent hebben er een aantal zaken voor verschillende
Nederlandse rechterlijke instanties gespeeld. Daarbij ging het om de vraag of
de door de Koninklijke Marechaussee dicht bij de Nederlandse landbinnengrenzen
met België en Duitsland uitgevoerde mobiele controle (artikel 4.17a van het
Vreemdelingenbesluit 2000) verenigbaar is met de artikelen 20 en 21 van de
Schengengrenscode. De Rechtbank Roermond heeft op 7 februari 2012 in zaak
C-88/12 (Jaoo) het Hof van Justitie van de Europese Unie om een prejudiciële
beslissing verzocht over de vraag of deze mobiele surveillance in strijd is met
het verbod op controles die hetzelfde effect hebben als grenscontroles (artikel
21 van de Schengengrenscode). Bovendien heeft de Raad van State op 4 juni 2012
in zaak C-278/12 (Abdil) dezelfde vraag gesteld in een dringend verzoek om een
prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie. Op 19 juli 2012 heeft het Hof van Justitie
uitspraak gedaan in zaak C-278/12 (Adil). Het Hof concludeerde dat de artikelen
20 en 21 van de Schengengrenscode zich niet verzetten tegen controles door
ambtenaren belast met de grensbewaking en het toezicht op vreemdelingen, binnen
een geografisch gebied dichtbij een binnengrens ter verificatie of aan de
voorwaarden voor legaal verblijf is voldaan, wanneer deze controles zijn
gebaseerd op algemene informatie en ervaringsgegevens over illegaal verblijf op
deze locatie of, in beperkte mate, om dergelijke informatie en
ervaringsgegevens te verkrijgen en wanneer aan de uitoefening van deze
controles bepaalde beperkingen zijn gesteld, met name ten aanzien van de
intensiteit en de frequentie ervan. Aangezien de Nederlandse mobiele
surveillance is gericht op het bestrijden van illegaal verblijf en derhalve een
ander doel dan grenscontroles heeft, gebaseerd is op algemene
politie-informatie en –ervaring, op een andere wijze wordt uitgevoerd dan
grenscontroles en aan de nodige beperkingen is onderworpen, concludeerde het
Hof dat deze niet hetzelfde effect heeft als grenscontroles. De Commissie merkt op dat, naast Nederland,
ook Frankrijk en Duitsland specifieke wetgeving handhaven die alleen in
binnengrenszones van toepassing is. Voorts wordt opgemerkt dat de Nederlandse
en de Franse wetgeving al zijn aangepast naar aanleiding van het arrest in de
zaak Melki[11].
De Commissie verzoekt dienaangaande de lidstaten waar dergelijke specifieke
wetgeving van kracht is, ervoor te zorgen dat deze in overeenstemming met de
bovengenoemde arresten is en staat klaar om de lidstaten advies te geven over
de uitlegging daarvan. 3.3. Vermeende schendingen van
andere delen van het Schengenacquis Omzetting van de terugkeerrichtlijn
(2008/115/EG) in nationale wetgeving De uiterste termijn voor de omzetting van de
terugkeerrichtlijn (2008/115/EG) verstreek op 24 december 2010. Alle door de
richtlijn gebonden EU-lidstaten en alle geassocieerde landen, met uitzondering
van IJsland, hebben meegedeeld dat de richtlijn volledig in nationaal recht is
omgezet. De Commissie is begonnen met een gedetailleerd onderzoek van de
wettelijke omzetting en de praktische toepassing in de lidstaten en zal eind
2013 haar eerste verslag over de toepassing aanbieden. Tenuitvoerlegging van de verordening
betreffende klein grensverkeer (Verordening (EG) nr. 1931/2006). Sinds de inwerkingtreding van de regeling
inzake klein grensverkeer in 2006 heeft de Commissie op de tenuitvoerlegging
daarvan toegezien. In juli 2012 heeft de Commissie besloten om drie lidstaten
(Letland, Polen en Slovenië) om informatie te verzoeken over de bilaterale
overeenkomsten die deze landen hebben gesloten met hun derde buurlanden. De
aandachtspunten verschillen per lidstaat, maar omvatten de voorwaarden voor een
reisverzekering voor medische kosten alsook de beperkingen van de werkingssfeer
tot alleen de burgers van de contractpartijen, het ontbreken van een vereiste
inzake minimumverblijf in de grenszone etc. Toepassing van het Schengenacquis tijdens
zeegrensbewaking Zoals eerder meegedeeld, zond de Commissie
Griekenland in oktober 2009 een ingebrekestelling naar aanleiding van berichten
over ernstige moeilijkheden die migranten die asiel aanvragen, zouden ondervinden
en over mishandeling van asielzoekers. Zo zouden er personen zijn teruggestuurd
die wellicht moeten vrezen voor ernstige schade of vervolging. De analyse van
de Commissie vindt plaats in het licht van de voortdurende ontwikkelingen,
zoals de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van het Griekse
nationaal actieplan. Voorts heeft de Commissie naar aanleiding van
groepen migranten die naar wordt gesteld door de Italiaans autoriteiten op
volle zee zijn aangehouden en naar Libië zijn teruggestuurd, Italië in juli
2009 om informatie verzocht over de maatregelen die het gevaar van uitwijzing
moeten voorkomen en over de waarborgen die met betrekking tot de betrokken
personen van de Libische autoriteiten zijn verkregen. Op 23 februari 2012 heeft
het Europese Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat Italië op grond van
de genoemde feiten het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de
mens schendt[12].
De Commissie onderzoekt thans in dit verband de implicaties van deze uitspraak
voor de grensbewakingsoperaties ter zee en voor het acquis inzake asiel. 3.4. De uitvoering van door
Frontex gecoördineerde operaties aan de zeegrenzen Op 5 september 2012 verklaarde het Hof van
Justitie[13]
besluit 2010/252/EU van de Raad, houdende aanvulling van de Schengengrenscode
op het gebied van door Frontex gecoördineerde zeegrensoperaties, nietig omdat
het essentiële onderdelen van de bewaking van maritieme buitengrenzen bevat die
meer zijn dan aanvullende maatregelen in de zin van artikel 12, lid 5, SGC en
alleen de Uniewetgever een dergelijk besluit kan vaststellen. Het Hof
handhaafde echter de gevolgen van het nietig verklaarde besluit tot aan de
inwerkingtreding, binnen een redelijke termijn, van nieuwe regels die ervoor in
de plaats komen. De Commissie zal begin 2013 een wetgevingsvoorstel indienen. 3.5. In het kader van het
Schengenevaluatiemechanisme vastgestelde gebreken De toepassing door de lidstaten van het
Schengenacquis wordt in het kader van het bestaande Schengenevaluatiemechanisme[14] regelmatig geëvalueerd
door deskundigen uit de lidstaten, het Secretariaat-Generaal van de Raad en de
Commissie. In de periode 1 mei 2012 – 31 oktober 2012
werden Schengenevaluaties uitgevoerd met betrekking tot zeegrenzen in Estland,
Letland, Litouwen, Malta, Polen en Slovenië, met betrekking tot politiële
samenwerking in Hongarije, Slowakije, Tsjechië en Polen, met betrekking tot
luchtgrenzen in Estland, Letland en Litouwen, met betrekking tot
gegevensbescherming in Estland, Letland, Litouwen, Malta en Slovenië, SIS/Sirene
in Denemarken, IJsland en Noorwegen en met betrekking tot visa in Letland en
Litouwen. De verslagen worden nog afgerond, maar zullen waarschijnlijk zowel
positieve als negatieve opmerkingen bevatten, alsmede aanbevelingen betreffende
zaken als opleiding, risicoanalyse, gegevensuitwisseling, internationale
samenwerking en infrastructuur bij grensdoorlaatposten en
ambassades/consulaten. Net als tijdens de voorgaande zes maanden is er in het
algemeen ruimte voor verbetering, maar er zijn geen tekortkomingen vastgesteld
die om een onmiddellijk optreden van de Commissie vragen. Bovendien werd van 28 mei tot 2 juni 2012 een
peer-to-peer missie in Griekenland uitgevoerd ter evaluatie van de vorderingen
van het Griekse actieplan om de bij de Schengenevaluatie in de periode
2010–2011 geconstateerde tekortkomingen te verhelpen en om de punten vast te
stellen waarop de lidstaten bijstand zouden kunnen verlenen. Hierbij werden
onder meer de internationale luchthaven van Athene ('Eleftherios Venizelos'),
de haven van Piraeus en het departement Evros bezocht, zodat alle soorten
grenzen aan bod kwamen. Er werd vastgesteld dat er weliswaar zichtbare
verbeteringen hadden plaatsgevonden, maar dat deze nog steeds de nodige
aandacht en bevordering behoeven. De Commissie nodigt Griekenland uit om door te
gaan met de uitvoering van zijn Schengenactieplan en verklaart zich andermaal
bereid Griekenland te helpen bij zijn inspanningen op het gebied van
buitengrensbeheer, onder meer door middel van het Buitengrenzenfonds en Frontex-bijstand. Zie bijlage I voor een indicatieve kalender
van de Schengenevaluaties in de periode november 2012 -april 2013. 3.6. Opheffing van het toezicht
aan de binnengrenzen met Bulgarije en Roemenië Nadat de Raad in juni 2011 had besloten dat
zowel Roemenië als Bulgarije voldoen aan de criteria voor de volledige
toepassing van het Schengenacquis, heeft de Europese Raad de Raad in maart 2012
verzocht om de maatregelen vast te stellen en uit te voeren die tot de
toetreding van deze twee landen zouden bijdragen. De Raad heeft sindsdien een
aantal van dergelijke maatregelen aangewezen, waaronder lopende en geplande
Frontex-activiteiten, maatregelen in verband met het tegengaan van valse
documenten en identiteitsfraude en maatregelen betreffende de strijd tegen
smokkel en mensenhandel. Op de uitvoering van deze maatregelen wordt
voortdurend toezicht gehouden. 4. Flankerende maatregelen 4.1. Gebruik van het
Schengeninformatiesysteem Zoals in het vorige verslag werd benadrukt, is
het Schengeninformatiesysteem (SIS) een zeer succesvol systeem dat elk jaar
vele duizenden positieve resultaten oplevert. Dit succes brengt een
aanzienlijke werklast met zich mee op het gebied van de grensoverschrijdende
samenwerking tussen de SIRENE-bureaus. Er heeft een seminar plaatsgevonden
waar afgevaardigden van de SIRENE-bureaus van de lidstaten en de Commissie
discussieerden over het efficiënter maken van de werkwijzen. Het seminar
leverde verscheidene voorstellen op, die op korte termijn zouden kunnen worden
uitgevoerd. Andere voorstellen zullen de lidstaten en de Commissie gezamenlijk
onderzoeken om te beoordelen of de kwestie in elk geval in 2013 kan worden
opgelost met behulp van SIS II dan wel moet worden verfijnd in de vorm van een
herziene werkwijze. 4.2. Gebruik van het
visuminformatiesysteem Het visuminformatiesysteem (VIS) is een
systeem voor de uitwisseling van informatie over visa voor kort verblijf
waarmee de bevoegde autoriteiten van de Schengenlanden gegevens kunnen
verwerken over visumaanvragen en over afgegeven, geweigerde, nietig verklaarde,
ingetrokken of verlengde visa. Op 10 mei 2012 werd het VIS succesvol gelanceerd
in de tweede regio, het Nabije Oosten (Israël, Jordanië, Libanon en Syrië).
Voorts werden in het kader van het VIS op 2 oktober 2012 operaties gestart in
een derde regio, de Golf (Afghanistan, Bahrein, Iran, Irak, Koeweit, Oman,
Qatar, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Jemen). De lidstaten overleggen over de data voor de
invoering in de overblijvende regio’s. In de komende maanden zal daarover
overeenstemming worden bereikt. Het VIS functioneert goed en tegen 4 november
2012 had het systeem 1 774 965 visumaanvragen verwerkt, 1 457 708
visa afgegeven en 220 644 visa geweigerd. Het voornaamste punt van zorg blijft de
kwaliteit van de gegevens (zowel biometrische als alfanumerieke gegevens) die
de consulaire autoriteiten van de lidstaten in het VIS invoeren. Hierdoor werden
de prestaties van het systeem soms nadelig beïnvloed, wat in de toekomst moet
worden voorkomen, aangezien het systeem in alle wereldregio’s ingezet zal
blijven. Ondanks de geleidelijke verbeteringen moet worden getracht het
verkrijgen van vingerafdrukken van goede kwaliteit verder te verbeteren en in
het VIS alle verplichte velden van de visumaanvragen in te voeren. 4.3. Visumbeleid en
overnameovereenkomsten Monitoringmechanisme na visumliberalisering
voor landen van de Westelijke Balkan In augustus 2012
bood de Commissie haar derde verslag aan inzake de monitoring na
visumliberalisering voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië,
Montenegro, Servië, Albanië en Bosnië en Herzegovina[15], waarin de onlangs
genomen maatregelen en de voorgestelde volgende stappen werden uiteengezet.
Terwijl het aantal asielzoekers uit Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië in de eerste helft van 2012 afnam ten opzichte van dezelfde periode
in 2011 (-13% voor Servië en -48% voor de voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië in de periode mei 2011 tot mei 2012), was er een aanzienlijke toename
van het aantal asielzoekers uit Albanië (+725%), Bosnië en Herzegovina (+14%)
en Montenegro (+77%). De meeste asielaanvragen worden ongegrond geacht en het
percentage ingewilligde asielaanvragen blijft bijzonder laag. België,
Duitsland, Luxemburg en Zweden blijven de belangrijkste landen van bestemming.
Deze lidstaten hebben maatregelen getroffen om de aanvragen sneller te
verwerken, maar er is nog steeds ruimte voor verbetering op het gebied van
onder meer informatie-uitwisseling, onderzoek naar mensensmokkelaars, verscherpte
inreis- en/of uitreiscontroles, gerichte voorlichtingscampagnes en bijstand aan
minderheidsgroepen. Overnameovereenkomsten De Commissie parafeerde in april 2012 een
overnameovereenkomst met Kaapverdië en begon vervolgens de procedure voor
formele ratificatie. De onderhandelingen met Turkije over een
overnameovereenkomst zijn afgerond en de tekst van de overeenkomst werd in 2012
geparafeerd. De ondertekening van de overnameovereenkomst en het begin van een
dialoog over visumliberalisering worden verwacht. In oktober 2012 werd een
overnameovereenkomst met Armenië geparafeerd en de Commissie streeft er nu naar
de overeenkomst zo snel mogelijk te ondertekenen en te sluiten. Verder zijn er
ook onderhandelingen over een visumversoepelings- en overnameovereenkomst van
start gegaan met Azerbeidzjan. BIJLAGE I: Indicatieve kalender van
Schengenevaluaties in november 2012-april 2013[16] Tijdstip || Lidstaten || Onderwerp 11- 17 november 2012 || Estland, Letland, Litouwen || Politiële samenwerking 18- 28 november 2012 || Tsjechië, Polen en Slowakije || Luchtgrenzen 20- 26 januari 2013 || Estland || Visa 10-20 maart 2013 || Polen, Slowakije || Visa 14-25 april 2013 || Estland, Letland, Litouwen || Landgrenzen [1] COM(2011) 561 definitief. [2] COM(2012) 230 final. [3] Frontex-risicoanalyse voor april-juni 2012. [4] Frontex-risicoanalyse voor april-juni 2012. [5] Frontex-risicoanalyse voor april-juni 2012. [6] Frankrijk, Griekenland en Ierland namen geen deel. [7] Beknopt verslag van de Deense nationale politie, juni
2012 [8] Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement
en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de
overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode). [9] Document van de Raad nr. 10491/12 FRONT 84 COMIX 337. [10] Document van de Raad nr. 13219/12 FRONT 115 COMIX 467. [11] Arrest van 22 juni 2010 in zaak C-188/10. [12] Zaak Hirsi Jamaa en anderen tegen Italië. Verzoek no.
27765/09 [13] Arrest van 5 september 2012 in zaak C-355/10, Europees
Parlement tegen Raad [14] SCH/Com-ex (98) 26 def. [15] COM(2012) 472 final. [16] Raadsdocumenten 5090/4/12 SCH-EVAL 1 COMIX 6 REV 4 en
12032/12 SCH-EVAL 99 COMIX 423