52012DC0448

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT over de tenuitvoerlegging van Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap, en over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen Productie, verwerking en grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke en andere afvalstoffen in de lidstaten van de Europese Unie, 2007-2009 /* COM/2012/0448 final */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

over de tenuitvoerlegging van Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap, en over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen Productie, verwerking en grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke en andere afvalstoffen in de lidstaten van de Europese Unie, 2007-2009

INHOUDSOPGAVE

1........... Inleiding.......................................................................................................................... 3

2........... Rapportage door de lidstaten.......................................................................................... 4

3........... Productie van gevaarlijke afvalstoffen.............................................................................. 5

4........... Overbrenging van afvalstoffen vanuit de lidstaten.............................................................. 6

5........... Overbrenging van afvalstoffen naar de lidstaten................................................................ 7

6........... Illegale overbrenging, controles en handhavingsmaatregelen.............................................. 9

7........... Algemene conclusies over de status van de tenuitvoerlegging.......................................... 10

8........... Toekomst..................................................................................................................... 11

Ontwikkelingen met betrekking tot de productie, verwerking en overbrenging van gevaarlijke en andere afvalstoffen in de lidstaten van de EU 2007-2009

1.           Inleiding

De grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan zijn geregeld bij het Verdrag van Bazel van 22 maart 1989, waarbij de Europese Unie (EU) partij is.

De EU heeft een systeem ingesteld voor het toezicht en de controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen haar grenzen in samenwerking met de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en andere derde landen die partij zijn bij het Verdrag. Verordening (EG) nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen[1] zet het Verdrag om in EU-wetgeving.

Elk kalenderjaar leggen de lidstaten aan het secretariaat van het Verdrag een verslag over betreffende de wettelijke bepalingen, de tenuitvoerlegging en milieubeschermende maatregelen in het voorgaande kalenderjaar. Dit verslag wordt ook aan de Commissie toegezonden, samen met aanvullende informatie in de vorm van een vragenlijst[2]. Aan de hand van de verslagen van de lidstaten stelt de Commissie om de drie jaar een verslag op[3]. Dit verslag gaat over de beperkingen aan de overbrenging en over het toezicht, de maatregelen tegen illegale overbrenging en de financiële dekking.

Het eerste verslag van de Commissie bestreek de periode van 1997 tot en met 2000 en werd in 2006 gepubliceerd[4]. Het tweede verslag bestreek de periode van 2001 tot en met 2006 en werd in 2009 gepubliceerd[5]. Dit verslag is het derde verslag over de tenuitvoerlegging en bestrijkt de periode van 2007 tot en met 2009. Nadere informatie over de antwoorden van de lidstaten op zowel de vragenlijst van Bazel als die van de Commissie voor de periode van 2007 tot en met 2009 is te vinden in de hoofdstukken B en E van het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit verslag is gevoegd. De kwantitatieve gegevens over de productie, de verwerking en de overbrenging van afval zijn samengevat in de tabellen en figuren van hoofdstuk A van het werkdocument.

Er zij op gewezen dat de termen "invoer" en "uitvoer" in het Verdrag van Bazel slaan op iedere overbrenging naar of vanuit een land dat partij is bij het Verdrag. Volgens het EU-recht gelden deze termen alleen voor overbrengingen vanuit en naar de Europese Unie als geheel. Omwille van de leesbaarheid zullen deze termen in dit verslag tussen aanhalingstekens staan en worden ze occasioneel gebruikt voor afvaloverbrengingen in het algemeen. In het werkdocument worden beide termen gebruikt in dezelfde betekenis als in het Verdrag van Bazel.

Krachtens artikel 60, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1013/2006 evalueert de Commissie binnen vijf jaar na 12 juli 2007 de toepassing van artikel 12, lid 1, onder c) (bezwaren tegen geplande overbrenging van afval voor terugwinning die niet in overeenstemming is met nationale wetgeving van het land van verzending), onder meer de gevolgen ervan voor de milieubescherming en de werking van de interne markt. Als voorbereiding van deze evaluatie vroeg de Commissie in 2010 aan de lidstaten inlichtingen over de toepassing van artikel 12, lid 1, onder c). Met uitzondering van drie kleine gevallen waarin de toepassing van de bepaling niet echt relevant bleek te zijn, antwoordden de lidstaten in het algemeen dat zij geen gebruik hebben gemaakt van deze bepaling.

Bijgevolg heeft artikel 12, lid 1, onder c), nog geen gevolgen gehad voor de milieubescherming en de werking van de interne markt. De Commissie zal de toepasbaarheid van deze bepaling blijven monitoren en eventueel passende maatregelen nemen in het kader van een toekomstige evaluatie van de verordening.

2.           Rapportage door de lidstaten

Toen dit verslag werd voorbereid, hadden de meeste lidstaten geantwoord op zowel de vragenlijst van Bazel als die van de Commissie voor de periode 2007-2009. Hoewel alle verslagen van 2009 uiterlijk op 31 december 2010 moesten zijn overgelegd aan de Commissie, werd extra tijd toegestaan. De uiterste datum voor de analyse van de kwantitatieve gegevens in de Bazel-verslagen was 15 juli 2011. Om administratieve redenen werden de Bazel-verslagen van Griekenland (2009), Cyprus (2008 en 2009) en Malta (2007) na deze uiterste datum overgelegd. Bijgevolg werden deze verslagen niet in de analyse opgenomen. De uiterste datum voor de opname van de antwoorden van de lidstaten in de hoofdstukken B en E van het werkdocument van de diensten van de Commissie was 30 november 2011. Op die datum had de Commissie de vragenlijst van Tsjechië voor het jaar 2008 nog niet ontvangen, noch die van Nederland voor het jaar 2009. In het geval van Frankrijk ontbraken alle verslagen voor de periode 2007-2009. Tabel 1 van het werkdocument van de diensten van de Commissie bevat een samenvatting van de ontbrekende gegevens. De Commissie heeft nog geen inbreukdossiers geopend, maar wel EU-Pilot-verzoeken verstuurd om de gevallen van ontbrekende verslagen te onderzoeken.

De noodzakelijke administratieve gegevens en informatie over de toepasselijke nationale bepalingen waren in het algemeen volledig en nauwkeurig. De meeste lidstaten hebben uitgebreid verslag uitgebracht over maatregelen ter voorkoming van het ontstaan van afval. Maatregelen ter vermindering van de overbrenging van afvalstoffen werden minder vaak genoemd. De informatie over de gevolgen van productie, vervoer en verwijdering van gevaarlijke en andere afvalstoffen voor de volksgezondheid en het milieu was veeleer beperkt en in meerdere gevallen niet beschikbaar.

Wat illegale overbrenging betreft, meldden sommige lidstaten een groot aantal gevallen, terwijl andere er slechts enkele of geen meldden. Er werden weinig gevallen gemeld van verwijdering die niet volgens plan verliep, en geen enkele lidstaat meldde ongevallen tijdens de grensoverschrijdende overbrenging en verwijdering van gevaarlijke en andere afvalstoffen.

Uit een vergelijking van de totale hoeveelheden tussen de lidstaten overgebrachte afvalstoffen bleek dat de hoeveelheden die verschillende lidstaten voor dezelfde overbrenging meldden, niet consistent waren, terwijl zij identiek zouden moeten zijn. De totale "uitvoer" van gevaarlijke afvalstoffen tussen lidstaten is hoger dan de totale "invoer" (in 2009 bijvoorbeeld was het verschil 27%). Voor alle andere aangemelde afvalstoffen was de totale "invoer" hoger dan de "uitvoer" (in 2009 bijvoorbeeld was het verschil 36%). De Commissie wil met de lidstaten samenwerken om de kwaliteit van de gemelde gegevens te verbeteren.

3.           Productie van gevaarlijke afvalstoffen

In de vragenlijst van het Verdrag van Bazel wordt alle landen gevraagd informatie te verstrekken over de totale hoeveelheid geproduceerde gevaarlijke en "andere afvalstoffen". Met "andere afvalstoffen" wordt in dit verband het huishoudelijk afval bedoeld en de residuen afkomstig van de verbranding van huishoudelijk afval; het betreft twee categorieën afvalstoffen die speciale aandacht vereisen en waarvoor krachtens het Verdrag van Bazel soortgelijke controlemaatregelen gelden als voor gevaarlijke afvalstoffen (codes Y46 en Y47). Gevaarlijke afvalstoffen worden gedefinieerd aan de hand van een lijst van afvalstromen en/of bestanddelen (codes Y1-18 en Y19-45) en bepaalde gevaarlijke eigenschappen. Indien echter op grond van de nationale wetgeving afval als gevaarlijk wordt beschouwd, valt het ook onder die definitie van het Verdrag.

Toen dit verslag werd voorbereid, waren de gegevens over de totale productie van gevaarlijke afvalstoffen voor het jaar 2009 nog onvolledig. In totaal hadden 11 landen geen gegevens over de totale productie van gevaarlijke afvalstoffen voor 2009 gemeld. Voor 2008 ontbraken de gegevens van vier landen (Cyprus, Frankrijk, Italië, Spanje) en voor 2007 van drie landen (Frankrijk, Italië, Zweden). Deze ontbrekende gegevens werden vervangen door ramingen op basis van gegevens van de voorgaande jaren.

In 2009 werd ongeveer 77 miljoen ton gevaarlijke afvalstoffen geproduceerd in de EU-27[6]. 58 miljoen ton daarvan werd in de EU-15[7] geproduceerd. De totale hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen die door de EU-27 werd geproduceerd, nam tussen 2000 en 2008 met 46% toe. In dezelfde periode nam de hoeveelheid door de EU-15 geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen toe met 57%. De in 2009 geproduceerde hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen was iets lager dan die in 2008 (8%, zowel voor EU-27 als voor EU-15). In 2009 bedroeg de totale hoeveelheid geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen per hoofd van de bevolking 154 kg per jaar voor de gehele Europese Unie (EU-27). Het gemiddelde voor de EU-12[8] lag iets hoger, namelijk 186 kg per jaar. Er is een verband vastgesteld tussen deze schommelingen in de hoeveelheid in de EU geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen en de schommelingen in de economische activiteit in dezelfde periode.

Met jaarlijks ongeveer 19 miljoen ton had Duitsland de hoogste hoeveelheid geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen in de periode 2007-2009, gevolgd door Italië[9], Estland[10], Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Polen. De hoeveelheid geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen in het Verenigd Koninkrijk daalde aanzienlijk in 2009. In Polen steeg de hoeveelheid aanzienlijk tussen 2007 en 2008.

Wat de productie van gevaarlijke afvalstoffen per hoofd van de bevolking betreft, waren Estland, Finland, Nederland, Zweden, Portugal en Duitsland de koplopers voor de periode 2007-2009. De laagste hoeveelheden per hoofd van de bevolking waren te vinden in Letland, Roemenië, Litouwen en Griekenland.

De Y-codes voor afvalstoffen op grond van het Verdrag van Bazel zijn door de lidstaten op erg uiteenlopende manieren gebruikt. Verschillende lidstaten hebben geen gegevens gemeld over de productie van gevaarlijke afvalstoffen op het niveau van de Y-codes. Enkele lidstaten hebben vrijwel uitsluitend verslag uitgebracht over huishoudelijk afval (Y46) en residuen afkomstig van de verbranding van huishoudelijk afval (Y47).

4.           Overbrenging van afvalstoffen vanuit de lidstaten

Alle lidstaten, met uitzondering van Cyprus, Frankrijk, Griekenland en Malta, hebben informatie verstrekt over de overbrenging van aangemelde afvalstoffen naar buiten ("uitvoer" genoemd in het Verdrag van Bazel) over alle jaren van de periode 2007-2009.

In 2009 bedroeg de totale hoeveelheid aangemelde afvalstoffen die vanuit de EU-lidstaten (EU-27) werden overgebracht, ongeveer 11,4 miljoen ton, waarvan 7,2 miljoen ton gevaarlijke afvalstoffen. Slechts ongeveer 2% van alle naar buiten overgebrachte aangemelde afvalstoffen, en ongeveer 3% van de gevaarlijke afvalstoffen, kwam vanuit de EU-12.

De overbrenging van aangemelde afvalstoffen vanuit de lidstaten is gestaag gestegen. In 2009 bedroeg de totale hoeveelheid aangemelde afvalstoffen die vanuit de lidstaten werden overgebracht, 80% meer dan in 2001. Wat de overbrenging van enkel gevaarlijke afvalstoffen betreft, is de hoeveelheid gestegen tot 2007. Tussen 2001 en 2007 steeg de totale hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen die vanuit de lidstaten werden overgebracht met 150%. Vanaf 2007 is de totale hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen die vanuit de lidstaten werden overgebracht licht gedaald (met 9% tussen 2007 en 2009).

In de periode 2007-2009 was Nederland de grootste "uitvoerder" van gevaarlijke afvalstoffen, met 2,8 miljoen ton in 2009. Op de tweede plaats kwam Italië, gevolgd door België, Frankrijk en Ierland. Terwijl de overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen vanuit Nederland tussen 2006 en 2009 met 14% daalde, meldde Italië een stijging van 64% voor dezelfde periode. Met betrekking tot de overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen naar buiten in kilogram per hoofd van de bevolking, waren in de periode 2007-2009 Nederland en Luxemburg de koplopers, gevolgd door Ierland en België.

In de periode 2007-2009 was ook Nederland de lidstaat met de grootste totale hoeveelheid naar buiten overgebrachte aangemelde afvalstoffen met ongeveer 3 miljoen ton in 2009, gevolgd door Italië, Duitsland, Oostenrijk en België. Wat de overbrenging naar buiten van alle aangemelde afvalstoffen in kilogram per hoofd van de bevolking betreft, waren Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Ierland en België de koplopers.

In 2009 werd meer dan 90% van de gevaarlijke afvalstoffen van de EU verwerkt in het land van herkomst. Luxemburg, Slovenië, Ierland, Nederland, België en Denemarken waren de landen met een "uitvoer" van meer dan 40%.

De belangrijkste afvalcategorie was de groep "Y1-Y18" met ongeveer 38% van de totale hoeveelheid aangemelde afvalstoffen die vanuit de EU-27 in 2009 werd overgebracht, gevolgd door de categorie "Y19-Y45" met ongeveer 13% en de categorie andere afvalstoffen (Y46-Y47) (gemengd huishoudelijk afval en verbrandingsresiduen) met ongeveer 10%. Een kleinere hoeveelheid (ongeveer 1%) werd ondergebracht in een mengsel van categorieën Y1-Y45. Ongeveer 35% van de overbrengingen werd volgens een nationaal of EU-systeem voor indeling ingedeeld. Deze statistieken zijn vergelijkbaar voor de jaren 2007 en 2008.

In 2009 was slechts 3% van de overgebrachte afvalstoffen niet ingedeeld. In de voorgaande jaren (2005-2008) was dit 7 tot 14 %. In de periode 2007-2009 waren Duitsland, Frankrijk, Zweden, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland de lidstaten die de grootste hoeveelheden niet-ingedeelde afvalstoffen overbrachten. Een mengsel van Y-codes werd uitsluitend in zeldzame gevallen en in kleine hoeveelheden gebruikt. In 2008 en 2009 werden grote hoeveelheden (0,6 miljoen ton in 2008 en 1,8 miljoen ton in 2009) niet-gevaarlijke afvalstoffen met een kennisgeving vanuit Oostenrijk overgebracht. Denemarken, Frankrijk, Slovenië en Italië meldden overbrengingen van afvalstoffen naar buiten in de categorie "gevaarlijk, gespecificeerd per land".

Het grootste gedeelte van de gevaarlijke afvalstoffen die vanuit de lidstaten[11] werden overgebracht, werd behandeld voor terugwinning. In de periode 2007-2009 werd 72% tot 77% teruggewonnen van de afvalstoffen die vanuit respectievelijk de EU-15 en EU-27 werden overgebracht. Het terugwinningspercentage van afvalstoffen die vanuit de EU-12 werden overgebracht, bedroeg in de periode 2007-2009 zelfs 85% tot 89%, wat beduidend hoger is.

In 2009 kwam 40% van alle voor terugwinning vanuit de EU-27 overgebrachte gevaarlijke afvalstoffen uit Nederland. Andere lidstaten met hoge percentages en grote totale hoeveelheden van voor terugwinning vanuit hun land overgebrachte gevaarlijke afvalstoffen waren Frankrijk, België, het Verenigd Koninkrijk en Italië.

In 2009 vond vanuit Griekenland, Bulgarije, Cyprus, Italië en Roemenië hoofdzakelijk overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen voor verwijdering plaats. De grootste hoeveelheden gevaarlijke afvalstoffen die voor verwijdering werden overgebracht, kwamen uit Italië en Nederland.

Het overgrote deel van alle aangemelde naar het buitenland overgebrachte hoeveelheden afvalstoffen in de periode 2007-2009 ging naar andere EU-lidstaten. 99% van alle aangemelde vanuit de EU-27 overgebrachte afvalstoffen was bestemd voor EU-27- en EVA-landen, en meer dan 87% bleef binnen de EU-15. Hoewel het merendeel van alle vanuit de EU-12 overgebrachte afvalstoffen bestemd was voor andere EU-lidstaten, ging ook een niet onbelangrijk deel naar niet-OESO-landen (7% in 2009, 11% in 2008, maar 0% in 2007). 99% van vanuit de lidstaten (EU-27) overgebrachte gevaarlijke afvalstoffen was bestemd voor EU-27- en EVA-landen, en meer dan 95% bleef binnen de EU-15.

5.           Overbrenging van afvalstoffen naar de lidstaten

Dit hoofdstuk is gebaseerd op de verslagen van slechts 20 lidstaten. Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Malta, Portugal en Roemenië hebben voor de periode 2007-2009 geen informatie verstrekt.

In 2009 bedroeg de totale hoeveelheid aangemelde afvalstoffen die naar de EU-lidstaten werden overgebracht, ongeveer 12,4 miljoen ton, waarvan ongeveer 6,7 miljoen ton gevaarlijke afvalstoffen. De hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen die naar de lidstaten werden overgebracht, is tot 2007 sterk gestegen. Van 2001 tot 2007 steeg de hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen die naar de lidstaten werden overgebracht immers met 147%. De meeste van deze overbrengingen vinden binnen de EU plaats en de vastgestelde stijging is waarschijnlijk toe te schrijven aan het feit dat bepaalde lidstaten beschikken over hoogtechnologische installaties voor de verwerking van gevaarlijke afvalstoffen en andere niet.

In 2008 daalde de hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen die naar de lidstaten werden overgebracht, maar in 2009 nam deze opnieuw toe. De hoeveelheid voor 2009 is lager dan die voor 2007, maar hoger dan die voor 2006. Deze algemene ontwikkeling is vergelijkbaar voor alle aangemelde afvalstoffen. Tussen 2001 en 2007 stegen de hoeveelheden van alle aangemelde afvalstoffen die naar de lidstaten werden overgebracht met 72%.

In de periode 2007-2009 was Duitsland de grootste "invoerder" van gevaarlijke afvalstoffen (met 2,7 miljoen ton in 2009). Op de tweede plaats kwam Nederland, gevolgd door België, Italië, Frankrijk en Zweden. Duitsland is ook de absolute koploper voor de totale hoeveelheid gevaarlijke en andere aangemelde afvalstoffen die naar EU-lidstaten werd overgebracht (met 7,6 miljoen ton in 2009). Andere lidstaten met hoge totale hoeveelheden "ingevoerde" gevaarlijke en andere aangemelde afvalstoffen in de periode 2007-2009 waren Italië, Nederland, België, Zweden en Frankrijk. Evenals bij de overbrenging vanuit de EU, spelen de EU-12-landen een minder beduidende rol. De hoeveelheid gevaarlijke en andere aangemelde afvalstoffen die naar de EU-12-landen werd overgebracht, bedroeg slechts ongeveer 2%. De koplopers voor de inkomende overbrengingen van afvalstoffen in kilogram per hoofd van de bevolking in de periode 2007-2009 waren België, Nederland, Zweden en Duitsland, zowel voor gevaarlijke als voor alle aangemelde afvalstoffen.

Evenals bij de overbrenging van afvalstoffen naar buiten, is de "Y1-Y18"-groep de belangrijkste categorie van afvalstoffen, met ongeveer 29% van de totale hoeveelheid aangemelde afvalstoffen die in 2009 naar de EU-27-lidstaten werd overgebracht. Voor de categorie "Y19-Y45" was dit ongeveer 12% en voor de categorie andere afvalstoffen (Y46-Y47) ongeveer 5% voor de EU-27 in 2009. Voor alle referentiejaren in de periode 2007-2009 geldt een zeer vergelijkbare verdeling.

In 2006 was de afvalstoffencategorie "not-classified" (niet-ingedeeld) nog de grootste categorie met 36% van alle overbrengingen naar de Europese Unie. In 2007 was deze categorie nog goed voor 22% en in 2009 slechts voor 13%. In 2009 werden afvalstoffen zonder specificatie naar Duitsland, Zweden, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk overgebracht. Een grote hoeveelheid afvalstoffen (3,2 miljoen ton in 2009) werd naar Duitsland overgebracht met de indeling "Europese verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen of nationale niet-gevaarlijke afvalstoffen". Voor 2008 en 2009 meldde Oostenrijk "ingevoerde" niet-gevaarlijke afvalstoffen met een kennisgeving (ongeveer 96 000 ton in 2008 en 142 000 ton in 2009). Voor 2007 en 2009 meldde Italië grote hoeveelheden "ingevoerde" afvalstoffen in de categorie "gevaarlijk, gespecificeerd per land" (ongeveer 295 000 ton in 2007 en 705 000 ton in 2009).

Het grootste deel van de naar de EU-lidstaten overgebrachte afvalstoffen werd behandeld voor terugwinning. De laatste jaren is het percentage terugwinningen echter afgenomen. Terwijl in 2004 84% van de naar de EU-27-lidstaten overgebrachte afvalstoffen is gebruikt voor terugwinningen, was dat in 2009 nog 70%. Deze tendens gaat ook op voor uitsluitend de EU-15.

Wat de verhouding tussen terugwinning en verwijdering betreft, zijn er grote verschillen tussen de lidstaten. In 2008 en 2009 werd in de volgende lidstaten meer dan 40% van inkomende afvaloverbrengingen verwerkt om te worden verwijderd: Oostenrijk, Denemarken, Duitsland en Spanje. De grootste hoeveelheden voor verwijdering "ingevoerde" afvalstoffen in 2009 werden gemeld door Duitsland (1,5 miljoen ton), gevolgd door Nederland (135 000 ton) en Frankrijk (102 000 ton).

Het grootste gedeelte van de gevaarlijke en andere aangemelde afvalstoffen die in de periode 2007-2009 naar de lidstaten werden overgebracht, was afkomstig uit andere lidstaten. Meer dan 97% van alle aangemelde afvalstoffen die naar de lidstaten werden overgebracht, was afkomstig van andere lidstaten of van EVA-landen en meer dan 84% van de EU-15. Voor wat uitsluitend gevaarlijke afvalstoffen betreft, kwam 96% van andere lidstaten of van EVA-landen en meer dan 80% van de EU-15. Het percentage afvalstoffen afkomstig uit niet-OESO-landen was zeer beperkt voor zowel gevaarlijke als alle aangemelde afvalstoffen.

6.           Illegale overbrenging, controles en handhavingsmaatregelen

De meeste lidstaten maakten melding van gevallen van illegale overbrenging van afvalstoffen in de periode 2007-2009. Sommige lidstaten meldden een groot aantal gevallen, andere slechts enkele of geen. Duitsland, Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk meldden het grootste aantal gevallen (samen goed voor meer dan 70% van de gemelde gevallen voor de periode 2007-2009).

Voor 2009 meldden de lidstaten ongeveer 400 gevallen van illegale overbrenging van afvalstoffen. Een aantal gevallen werd wellicht tweemaal gemeld, eenmaal door het land van bestemming en eenmaal door het land van verzending. In 2009 vond ongeveer de helft van de door lidstaten gemelde illegale overbrengingen tussen lidstaten plaats, terwijl de andere helft overbrengingen naar of vanuit de EU waren. Hierbij mag niet uit het oog worden verloren dat het totale aantal illegale overbrengingen veel hoger ligt dan het aantal dat officieel wordt gemeld. Zo bleek uit gezamenlijke handhavingsacties van IMPEL-TFS na de meldingsperiode (2007-2009) dat 20% van de overbrengingen van afvalstoffen in de EU niet in overeenstemming was met Verordening (EG) nr. 1013/2006[12].

De redenen waarom deze overbrengingen illegaal waren, waren hoofdzakelijk dat de afvalstoffen werden overgebracht zonder kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten of dat een verbod op overbrenging krachtens Verordening (EG) nr. 1013/2006 niet werd nageleefd. Tot de typische reactiemaatregelen behoorden het terugzenden van de afvalstoffen naar het land van herkomst en het opleggen van een boete.

Door de lidstaten toegepaste maatregelen om illegale overbrenging op te sporen omvatten regelmatige grenscontroles, regelmatige controles van de faciliteiten die afvalstoffen produceren en/of verwerken, steekproefsgewijze controles tijdens grensoverschrijdende overbrenging en in faciliteiten die afvalstoffen produceren en/of verwerken en steekproefsgewijze controles op rijkswegen. De meeste lidstaten verstrekten ook gedetailleerde gegevens over het aantal controles op overbrengingen van afvalstoffen of over de daaraan gerelateerde terugwinning of verwijdering en over het aantal illegale overbrengingen die bij deze controles aan het licht kwamen. Het aantal controles en steekproefsgewijze controles die in de EU werden uitgevoerd, verschilt sterk tussen de lidstaten. Voor 2009 gaf Polen het voorbeeld voor beste praktijken inzake steekproefsgewijze controles met ongeveer 40 steekproefsgewijze controles per 1 000 ton gevaarlijke afvalstoffen die naar of vanuit het land werden overgebracht. In de meeste lidstaten ligt dit aantal minstens tienmaal lager.

7.           Algemene conclusies over de status van de tenuitvoerlegging

Rapportage

Voor de periode 2007-2009 bedroeg het responspercentage voor zowel de Bazel-vragenlijst als de vragenlijst van de Commissie bijna 100%. De meeste lidstaten dienden hun verslagen echter niet tijdig in. Sommige Bazel-verslagen werden na de uiterste datum van 15 juli 2011 ontvangen en konden daarom niet worden opgenomen in de analyse van de kwantitatieve gegevens. De lidstaten verstrekten over het algemeen voldoende informatie over de overbrenging van afvalstoffen en over de relevante administratieve aspecten, de nationale bepalingen en maatregelen.

Gegevenskwaliteit

In veel gevallen verschilden de door het land van verzending gemelde gegevens van de gegevens die door het land van bestemming werden gemeld. In 2009 bedroeg het verschil tussen de aangemelde "uitvoer" en "invoer" van gevaarlijke afvalstoffen tussen de EU-lidstaten ongeveer 27%, waarbij de "uitvoer" hoger was dan de "invoer". In hetzelfde jaar bedroeg het verschil tussen de gemelde "uitvoer" en "invoer" van andere aangemelde afvalstoffen tussen de EU-lidstaten ongeveer 36%, maar was de "invoer" hoger dan de "uitvoer".

Indeling van afvalstoffen

De afwezigheid van passende Bazel-codes voor bepaalde soorten gevaarlijke afvalstoffen vormt vaak een belemmering voor transparante rapportage. De situatie is echter verbeterd nu de landen de codes van de Europese afvalstoffenlijst[13] kunnen gebruiken. Ter harmonisering van de rapportage worden de lidstaten sterk aangemoedigd om ook de codes van deze lijst in hun verslagen te gebruiken. Bovendien zouden niet-gevaarlijke afvalstoffen die niet onder de categorieën Y46 en Y47 of specifieke Bazel-codes vallen en waarop in het geval van uitvoer krachtens Verordening (EG) nr. 1013/2006 de procedure van voorafgaande schriftelijke kennisgeving en toestemming van toepassing is, doeltreffender worden gemeld indien de codes van de afvalstoffenlijst consistenter zouden worden gebruikt.

Productie van afval

In 2009 werd ongeveer 77 miljoen ton gevaarlijke afvalstoffen in de EU-27 geproduceerd. De totale door de EU-27-landen geproduceerde hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen nam tussen 2000 en 2008 met 46% toe. De hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen die in 2009 werd geproduceerd, was iets lager dan in 2008.

Overbrenging van afvalstoffen

In de periode 2007-2009 bedroeg de totale hoeveelheid van alle aangemelde afvalstoffen die vanuit de EU-lidstaten werden overgebracht ongeveer 33,1 miljoen ton, waarvan ongeveer 22,9 miljoen ton gevaarlijke afvalstoffen. 99% van de gevaarlijke afvalstoffen die vanuit de lidstaten werden overgebracht, was bestemd voor de EU-27- en EVA-landen en meer dan 95% bleef binnen de EU-15.

In de periode 2007-2009 bedroeg de totale hoeveelheid van alle aangemelde afvalstoffen die naar de EU-lidstaten werden overgebracht ongeveer 37 miljoen ton, waarvan ongeveer 20,5 miljoen ton gevaarlijke afvalstoffen. Meer dan 96% van de gevaarlijke afvalstoffen was afkomstig van andere lidstaten of van EVA-landen en meer dan 80% van de EU-15.

Illegale overbrengingen

Voor 2009 meldden de lidstaten ongeveer 400 gevallen van illegale overbrenging van afvalstoffen. Vermoed wordt dat het totale aantal veel groter is. In 2009 vond ongeveer de helft van de gemelde illegale overbrengingen tussen lidstaten plaats, terwijl de andere helft overbrengingen naar of vanuit de EU betroffen. Het aantal controles en steekproefsgewijze controles die in de EU werden uitgevoerd, verschilt sterk tussen de lidstaten.

8.           Toekomst

De Commissie voerde tussen 25 januari en 12 april 2011 een openbare raadpleging van belanghebbenden uit over manieren om de controles en de handhaving van de verordening te versterken[14]. Het overgrote deel (89%) van de belanghebbenden was voorstander van nieuwe EU-wetgeving om de controlevereisten te versterken. Enkele voorgestelde opties hadden betrekking op de planning van controles, upstreamcontroles, de opleiding van ambtenaren en de plicht voor operatoren om in bepaalde gevallen van een redelijk vermoeden van omzeiling van de verordening bewijzen te leveren. De Commissie voert op dit moment een beoordeling uit van de economische, sociale en milieueffecten van mogelijke nieuwe wetgevende en niet-wetgevende maatregelen.

[1]               PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1.

[2]               Beschikking nr. 1999/412/EG (PB L 156 van 23.6.1999, blz. 37) en artikel 51, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1013/2006.

[3]               Art. 41 van Verordening (EEG) nr. 259/93 en artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1013/2006.

[4]               Verslag van de Commissie {SEC(2006) 1053}, 1.8.2006.

[5]               Verslag van de Commissie {SEC(2009) 811}, 24.6.2009.

[6]               Alle huidige lidstaten van de Europese Unie.

[7]               Landen die vóór 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden.

[8]               Landen die in 2004 of in 2007 tot de Europese Unie zijn toegetreden.

[9]               Waarden voor Italië en Frankrijk zijn gebaseerd op ramingen.

[10]             Gegevens van Estland omvatten afvalstoffen van olieschaliën, die goed zijn voor meer dan 95% van het totaal.

[11]             De uitdrukking "afvalstoffen die vanuit lidstaten worden overgebracht", omvat overbrenging binnen de EU. Het overgrote deel van afvalstoffen die naar buiten worden overgebracht, blijft binnen de EU.

[12]             Een gedetailleerd verslag is beschikbaar op: http://impel.eu/projects/enforcement-actions-ii.

[13]             Afvalstoffen die zijn genoemd in de bijlage bij Beschikking 2000/532/EG van de Commissie (OJ L 226 van 6.9.2000, blz. 3).

[14]             "Your Voice in Europe" website: http://ec.europa.eu/yourvoice/consultations/index_nl.htm, http://ec.europa.eu/environment/waste/shipments/news.htm.