7.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 68/96


Dinsdag 23 oktober 2012
Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: aanvraag EGF/2011/009 NL/Gelderland Bouw

P7_TA(2012)0378

Resolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2012 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/009 NL/Gelderland Bouw (afdeling 41), Nederland) (COM(2012)0395 – C7-0190/2012 – 2012/2154(BUD))

2014/C 68 E/20

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0395 – C7-0190/2012),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1) (IIA van 17 mei 2006), en met name punt 28 hiervan,

gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2) (EGF-verordening),

gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 28 van het IIA van 17 mei 2006,

gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0334/2012),

A.

overwegende dat de Europese Unie passende wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die gebukt gaan onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

B.

overwegende dat het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) werd opengesteld voor sinds 1 mei 2009 ingediende steunaanvragen voor werknemers wier ontslag een rechtstreeks gevolg was van de wereldwijde financiële en economische crisis;

C.

overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd op het overleg van 17 juli 2008, en met eerbiediging van het IIA van 17 mei 2006 wat betreft het nemen van besluiten om middelen beschikbaar te stellen uit het EFG;

D.

overwegende dat Nederland om steun heeft verzocht in verband met 516 gedwongen ontslagen (waarbij voor 435 betrokkenen om steun wordt gevraagd) bij 54 bedrijven die vallen onder afdeling 41 van de NACE Rev.2 ("Bouw van gebouwen") (3) in de NUTS II-regio Gelderland (NL22) in Nederland;

E.

overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit die in de EFG-verordening zijn vastgelegd;

1.

is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 2, onder b), van de EFG-verordening en dat Nederland bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

2.

is verheugd over deze aanvraag van de Nederlandse regering voor een financiële bijdrage uit het EFG, hoewel deze lidstaat zich tegen verlenging van de crisisafwijking voor het lopende EFG heeft uitgesproken en daarmee de toekomst van het EFG na 2013 in gevaar brengt;

3.

merkt op dat de Nederlandse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 15 december 2011 indienden en dat de Commissie op 16 juli 2012 haar beoordeling ter beschikking stelde; stelt vast dat het beoordelingsproces en de indiening van aanvullende informatie door de lidstaat sneller hadden kunnen verlopen;

4.

merkt op dat de ontslagen gezien het belang van de bouwsector in Gelderland hard aankomen; dat er relatief veel mensen in de bouw werken (bij benadering 60 000 in 2011) in vergelijking met andere industriesectoren, zoals de chemische sector (9 000), de levensmiddelensector (15 000) en de sectoren metaal/elektriciteit (40 300); dat de werkloosheid in Gelderland in 2011 5,9 % bedroeg, iets boven het Nederlandse gemiddelde; dat in 2010 in de bouwsector 4 100 banen verloren gingen (wat neerkomt op een daling met 6,5 %); en dat de jeugdwerkloosheid in 2011 steeg met 10 %;

5.

stelt vast dat Gelderland de grootste provincie van Nederland is en ongeveer 2 miljoen inwoners telt; dat het onderwijsniveau van de bevolking goed is en de regio 146 000 ondernemingen telt; dat de grote meerderheid van de ontslagen werknemers uit eenvoudige beroepen komt; en dat er daarom behoefte is aan bijscholing en onderwijs om hen in staat te stellen terug te keren op de arbeidsmarkt;

6.

merkt echter op dat volgens Eurostat het nationale werkloosheidscijfer in Nederland in juli 2012 5,3 % bedroeg, het op één na laagste in de EU;

7.

verheugt zich over het feit dat de Nederlandse autoriteiten, met het oog op een snelle ondersteuning van de werknemers, besloten hebben met de uitvoering van de maatregelen te beginnen, vooruitlopend op het definitieve besluit over de verlening van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

8.

herinnert aan het belang van een verbetering van de inzetbaarheid van werknemers – met name in eenvoudige beroepen - door middel van scholing op maat en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verlangt dat de opleiding die in het gecoördineerd pakket wordt aangeboden, aangepast is aan het niveau en de behoeften van de ontslagen werknemers;

9.

is verheugd over de betrokkenheid van de sociale partners bij opzet en uitvoering van het gecoördineerde pakket, dat deel uitmaakt van het door de sociale partners overeengekomen sociaal plan;

10.

is ingenomen met het feit dat in vergelijking met eerdere Nederlandse aanvragen een uitgebreidere toelichting is verstrekt over de modules die in het gecoördineerde pakket zijn opgenomen; wijst echter op de zeer hoge opleidingskosten van 18 000 euro per werknemer (beoogd voor 75 werknemers) en outplacementsteun van 8 500 euro per werknemer (beoogd voor 150 werknemers), en verzoekt om nadere informatie over deze twee maatregelen en de uitvoerende instanties;

11.

wijst erop dat er lering moet worden getrokken uit de opstelling en uitvoering van deze en andere aanvragen betreffende massaontslagen in een groot aantal kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) in één sector, met name wat betreft de subsidiabiliteit van zelfstandigen en eigenaars van kmo's in het kader van de toekomstige EFG-verordening en de regelingen die de regio's en de lidstaten hanteren om snel te komen met een aanvraag voor steun aan een groot aantal bedrijven in een bepaalde sector;

12.

is tevreden met het feit dat de EFG-bijdrage volgens de planning alleen zal dienen voor de ondersteuning van actieve arbeidsmarktmaatregelen (opleiding en advisering) en niet zal worden gebruikt voor uitkeringen;

13.

verzoekt de betrokken instellingen de nodige inspanningen te leveren om de procedurele en begrotingsregelingen te verbeteren teneinde de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen; waardeert de verbeterde procedure die de Commissie naar aanleiding van het verzoek van het Parlement heeft ingesteld om de vrijgave van subsidies te bespoedigen en die erop gericht is dat de Commissie haar beoordeling van de subsidiabiliteit van een EFG-aanvraag samen met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG aan de begrotingsautoriteit voorlegt; hoopt dat verdere verbeteringen aan de procedure zullen worden ingepast in de nieuwe verordening betreffende het EFG (2014-2020), en dat er meer doelmatigheid, transparantie en zichtbaarheid van het EFG zullen worden bewerkstelligd;

14.

is verheugd dat de Nederlandse autoriteiten besloten hebben op 1 januari 2012 met de uitvoering van de maatregelen te beginnen om de werknemers snel bijstand te verlenen, ruimschoots vooruitlopend op het definitieve besluit over de verlening van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

15.

brengt in herinnering dat de instellingen zich ertoe verbonden hebben een soepel lopende en snelle procedure te garanderen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele ondersteuning te verlenen aan werknemers die als gevolg van de globalisering en de financiële en economische crisis werkloos geworden zijn; benadrukt de rol die het EFG kan vervullen om ontslagen werknemers te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

16.

beklemtoont dat er overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening op moet worden toegezien dat het EFG de langdurige terugkeer van ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt steunt; wijst er voorts op dat de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat ondersteuning vanuit het EFG niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen ter herstructurering van bedrijven of sectoren; betreurt het feit dat het EFG een stimulans zou kunnen zijn voor bedrijven om hun vaste personeel te vervangen door flexibeler personeel met kortlopende contracten;

17.

merkt op dat de informatie die is verstrekt over het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening die door het EFG moet worden gefinancierd, gegevens bevat over de complementariteit met acties die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen om ervoor te zorgen dat de bestaande verordeningen volledig in acht worden genomen en dubbel gebruik van door de EU gefinancierde diensten wordt voorkomen;

18.

is verheugd over het feit dat er, na herhaalde verzoeken van het Parlement, in de begroting voor 2012 50 000 000 EUR aan betalingskredieten is opgenomen onder begrotingslijn 04 05 01 van het EFG; herinnert eraan dat het EFG gecreëerd is als afzonderlijk specifiek instrument met eigen doelstellingen en termijnen, en dat het bijgevolg ook een specifieke toewijzing verdient, waardoor wordt voorkomen dat er, zoals in het verleden, bedragen worden overgeschreven uit andere begrotingslijnen, hetgeen schadelijk kan zijn voor de verwezenlijking van de beleidsdoelen van het EFG;

19.

betreurt het besluit van de Raad om de "crisisafwijking", die het mogelijk maakt ook financiële steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van de huidige financiële en economische crisis en niet alleen aan werknemers die hun baan verliezen als gevolg van veranderingen in de wereldhandelspatronen, en die het tevens mogelijk maakt het percentage van medefinanciering door de Unie te verhogen tot 65 % van de kosten van het programma, niet te verlengen voor programma's die na de einddatum van 31 december 2011 zijn ingediend, en roept de Raad op deze maatregel onmiddellijk weer in te voeren;

20.

hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

21.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

22.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(2)  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).


Dinsdag 23 oktober 2012
BIJLAGE

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/009 NL/Gelderland, bouwsector (afdeling 41), Nederland)

(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit 2012/681/EU.)