17.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 369/14


Gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken

2011/C 369/02

Artikel 288 VWEU luidt: „Een richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen.”.

De lidstaten en de Commissie onderkennen dat de doeltreffende uitvoering van het recht van de Unie een absolute voorwaarde is voor het verwezenlijken van de beleidsdoelstellingen van de Unie en, hoewel de verantwoordelijkheid ter zake in de eerste plaats bij de lidstaten berust, tegelijk een zaak van gemeenschappelijk belang, aangezien ze er onder meer toe strekt in alle lidstaten gelijke spelregels te creëren.

De lidstaten en de Commissie onderkennen dat een correcte en tijdige omzetting van richtlijnen van de Unie een juridische verplichting vormt. Zij nemen er nota van dat de Commissie krachtens de Verdragen toezicht op de toepassing van het recht van de Unie moet houden, onder supervisie van het Hof van Justitie, en zijn het erover eens dat de kennisgeving van omzettingsmaatregelen de vervulling van deze taak door de Commissie moet vergemakkelijken.

In dit verband onderkennen de lidstaten dat de inlichtingen die zij aan de Commissie verstrekken met betrekking tot de omzetting van richtlijnen in nationaal recht „duidelijk en nauwkeurig dienen te zijn” en „ondubbelzinnig moeten aangeven, met welke wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen” of andere maatregelen van nationaal recht, alsook, waar van toepassing, met welke jurisprudentie van de nationale rechtbanken, de lidstaten menen aan de verschillende uit de richtlijn voortvloeiende verplichtingen te hebben voldaan (1).

Teneinde de kwaliteit van de informatie over de omzetting van richtlijnen van de Unie te verbeteren, verantwoordt de Commissie, wanneer zij van oordeel is dat het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten moet worden toegelicht, bij de indiening van de betreffende voorstellen per geval de noodzaak en de evenredigheid van het verstrekken van toelichtende stukken, rekening houdend met, met name en respectievelijk, de complexiteit van de richtlijn en van de omzetting ervan, alsook de mogelijke extra administratieve lasten.

In verantwoorde gevallen verbinden de lidstaten zich ertoe de kennisgeving van omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer toelichtende stukken, die de vorm kunnen aannemen van concordantietabellen of andere stukken met hetzelfde doel.


(1)  Zie het arrest van het Hof van Justitie van 16 juli 2009 in zaak C-427/07, punt 107 en de daarin aangehaalde jurisprudentie.