3.5.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/1


Resolutie van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de situatie in de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied

2011/C 132/01

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn zitting van 15 en 16 maart 2011 (vergadering van 15 maart) de volgende resolutie uitgebracht, die werd goedgekeurd met 149 stemmen vóór en 11 stemmen tegen, bij 10 onthoudingen:

1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) verklaart zich solidair met de bevolkingen van de landen in het zuidelijke Middellandse Zeegebied die op vreedzame wijze opkomen voor hun grondrechten en fundamentele vrijheden, en staat achter hun legitieme streven naar een stabiele democratie in deze landen.

2.

Het EESC eist dat er een einde wordt gemaakt aan het geweld tegen de burgerbevolking, en dat de roep van de mensen om meer democratie en hun recht op vrije meningsuiting en vreedzame demonstraties ten volle wordt gerespecteerd.

3.

Het EESC roept op om zonder uitstel een vreedzame en democratische overgang naar een rechtsstaat, een stabiele, op vrije en eerlijke verkiezingen gebaseerde democratie, volledige vrijheid van vereniging en eerbied voor de mensenrechten tot stand te brengen.

4.

Op dit historische breukvlak nemen zowel reeds langer in het Middellandse Zeegebied gevestigde als recent opgerichte werkgevers- en werknemersorganisaties en andere actoren van het maatschappelijk middenveld, m.n. sociaaleconomische en culturele organisaties en burger- en beroepsorganisaties, die zich laten leiden door duidelijke democratische aspiraties, een essentiële rol op zich bij de verandering van het politieke regime en zijn zij geroepen tot het vervullen van een unieke rol in de toekomst van hun land. Met het oog op de totstandbrenging van volwaardige democratische stelsels is het van essentieel belang dat er een constructieve en vruchtbare dialoog wordt gevoerd tussen deze organisaties en de politieke autoriteiten die richting geven aan de overgangsprocessen. Belangrijk is ook de bijdrage die het maatschappelijk middenveld levert aan het versterken van de nabuurschapsbetrekkingen, o.a. in de vorm van rechtstreekse contacten tussen bevolkingen.

5.

Het EESC heeft met instemming kennis genomen van de oproepen die de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken onlangs in verband met deze democratische processen heeft gedaan, alsook met het feit dat er een humanitair actieplan voor de regio is aangekondigd. Het EESC eist dat Europa, zoals in deze oproepen geformuleerd, zich onvoorwaardelijk engageert met het maatschappelijk middenveld in het zuidelijke Middellandse Zeegebied. De externe dienst van de EU heeft aangegeven dat zij reeds maatregelen treft om dit politieke engagement gestalte te geven. Het EESC onderneemt ook zelf reeds de nodige maatregelen om dit beleid te steunen m.b.v. capaciteitsopbouw, ondersteuning van het streven naar consensus en invoering van een gestructureerde en representatieve dialoog door het maatschappelijk middenveld van de verschillende landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied. Het EESC is ingenomen met de beslissing om deze nieuwe aanpak verder te ontwikkelen: de volksopstanden in de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied landen tonen duidelijk aan dat het tot nu toe door de EU m.b.t. deze landen gevoerde externe beleid tekortschiet.

6.

In dit verband biedt het EESC zijn partnerorganisaties, zowel oude als nieuwe, zijn diensten aan. Hierbij wordt bijv. gedacht aan de werkgevers- en werknemersorganisaties en andere maatschappelijke organisaties die relaties hebben met zusterorganisaties uit het Europese maatschappelijk middenveld, alsook aan het Euro-mediterrane Platform van Niet-Gouvernementele Organisaties. Het EESC ijvert voor gemeenschappelijke acties in de regio ter ondersteuning van een vreedzame overgang naar democratie.

7.

Het EESC wil dat alle democratische krachten worden betrokken bij dit overgangsproces. Deelname van democratische en onafhankelijke werkgevers- en werknemersorganisaties en andere maatschappelijke organisaties is tijdens de periode van overgang van het grootste belang.

8.

Het EESC vraagt de EU om, via een herziening van de opdracht van de Unie voor het Middellandse zeegebied, ambitieuze maatregelen te nemen voor het verlenen van politieke, institutionele, economische, sociale, technische en humanitaire bijstand aan de mediterrane landen die reeds stappen hebben gezet in de richting van democratie. Het EESC betreurt het gebrek aan coördinatie tussen de Europese instellingen en de lidstaten op dit terrein. Daarom roept het de Europese instellingen en de lidstaten op, hun activiteiten in de regio te coördineren en hun strategie voor het Middellandse Zeegebied grondig te herzien. Ondersteuning van het maatschappelijk middenveld dient een kernonderdeel van de nieuwe aanpak uit te maken, zodat de steun van de EU aan de landen in de regio maximaal rendement oplevert. Het Europees Economisch en Sociaal Comité is, net als het Comité van de Regio's (CvdR), bereid om deel te nemen aan genoemde activiteiten.

9.

Het EESC en het CvdR hebben afgesproken om hun toekomstige activiteiten t.a.v. de democratische overgangsprocessen in de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied zo nauw mogelijk op elkaar af te stemmen. Beide Comités vragen om een gezamenlijk actieplan van de Europese instellingen en andere organen, waarin staat aangegeven wie verantwoordelijk is voor welke taken in het kader van het algehele EU-beleid in de regio.

10.

Het EESC stemt in met de conclusies van de buitengewone Europese Raad van 11 maart, waarin steun wordt uitgesproken voor de democratische, economische en sociale ontwikkeling van de mediterrane landen.

11.

Het EESC roept de Europese Unie en de lidstaten op tot snelle en effectieve stappen om een gecoördineerd optreden van de internationale gemeenschap in Libië mogelijk te maken, zodat de bevolking kan worden beschermd, humanitaire hulp kan worden geboden en al het mogelijke kan worden gedaan om de overgang naar een democratie te ondersteunen.

Brussel, 15 maart 2011

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Staffan NILSSON