22.10.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 310/17 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
2011/C 310/12
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„SZŐREGI RÓZSATŐ”
EG-nummer: HU-PGI-0005-0389-21.10.2004
BOB ( ) BGA ( X )
Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Vidékfejlesztési Minisztérium Élelmiszer-feldolgozási Főosztály |
||||
Adres: |
|
||||
Tel. |
+36 17952000 |
||||
Fax |
+36 17950096 |
||||
E-mail: |
efef@vm.gov.hu Agnes.Komari@vm.gov.hu |
2. Groepering:
Naam: |
Szőregi Virág-Dísznövény Áfész |
||||
Adres: |
|
||||
Tel. |
+36 62406606 |
||||
Fax |
+36 62405138 |
||||
E-mail: |
szoreg.rozsa@vnet.hu |
||||
Samenstelling: |
Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( ) |
3. Productcategorie:
Categorie 3.5. |
Bloemen en sierplanten |
4. Productdossier:
(samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam:
„Szőregi rózsatő”
4.2. Beschrijving:
De veredelde roos met blote wortel die in de handel gebracht wordt, bestaat uit een onderstam en een daarop geënte veredelde cultivar. De volgende variëteiten worden als onderstam gebruikt: Laxa, Polmeriana, Schmid’s Ideal, Inermis, Multiflora en Superbe. De onderstam moet de volgende eigenschappen bezitten: hij moet temperaturen tot – 30 °C kunnen verdragen zonder schade op te lopen; hij moet resistent zijn tegen ziekten (in de eerste plaats tegen rozenroest, sterroetdauw en meeldauw); hij moet tegen droogte en vochtigheid kunnen; hij moet een gezonde groei vertonen (zich sterk, gezond en snel ontwikkelen); hij moet kalk kunnen verdragen (met uitzondering van Multiflora); de voorplanting moet eenvoudig zijn (het is van belang dat de zaden snel ontkiemen zonder te hoeven liggen).
Voor de productie van „Szőregi rózsatő” worden de volgende cultivargroepen van rozen gebruikt: rozen voor tuin en perk, theehybriden, polyantha-rozen, floribunda-rozen, klimrozen, miniatuurrozen en bodembedekkende rozen. Enten van deze groepen kunnen ook op de eigen stam geënt worden (met uitzondering van floribunda-rozen). De enthoogte varieert tussen 40 en 140 cm.
De eigenschappen van de beschermde geografische aanduiding „Szőregi rózsatő” vallen onder categorie A of B:
— |
Categorie A: hiertoe behoren veredelde rozen met blote wortel die zich vertakken vanuit een ent waaruit zich, in het geval van een veredelde roos, ten minste twee takken ontwikkelen; de derde tak ontspruit binnen een afstand van 5 cm vanaf de ent; de totale doorsnede van de takken is 24 mm, en elke tak heeft een minimale doorsnede van 6 mm. Voor veredelde klimrozen met blote wortel geldt een minimale taklengte van 40 cm, voor miniatuurrozen met blote wortel is dit 20 cm, en voor rozen uit de overige groepen (tuin- en perkrozen, theehybriden, polyantha-rozen, floribunda-rozen en bodembedekkende cultivar groepen van rozen) is dit 30 cm. Voor alle groepen geldt dat de hoofdwortel zich sterk moet vertakken binnen 10 cm. De wortel moet ten minste 20 cm lang zijn. |
— |
Categorie B: hiertoe behoren veredelde rozen met blote wortel die zich vertakken vanuit een ent waaruit zich, in het geval van een veredelde roos, ten minste twee takken ontwikkelen; de totale doorsnede van de takken is ten minste 16 mm, en elke tak heeft een minimale doorsnede van 6 mm. Als de doorsnede van de twee takken kleiner is dan 16 mm, dan moet er binnen 5 cm een derde tak ontspruiten met een minimale doorsnede van 6 mm. |
— |
Al deze groepen (met uitzondering van veredelde klimrozen met blote wortel) kunnen op hun eigen stam geënt worden. De enthoogte varieert tussen 40 en 140 cm. Uit één ent moeten minstens drie takken ontstaan, en elke tak moet minimaal een doorsnede hebben van 6 mm. |
4.3. Geografisch gebied:
De veredelde blote-wortelroos met de beschermde geografische aanduiding „Szőregi rózsatő” wordt geproduceerd binnen de administratieve grenzen van de volgende plaatsen in de regio Csongrád County: Szeged-Szőreg, Szeged-Mihálytelek, Szeged-Gyálarét, Algyő, Deszk, Újszentiván, Kübekháza en Tiszasziget.
4.4. Bewijs van de oorsprong:
De producent houdt een register bij dat door de bevoegde autoriteiten wordt geïnspecteerd en gecertificeerd en dat volgens de officiële regels wordt bijgehouden. Het register bevat de volgende gegevens: het topografische nummer van het gebied, het aantal geplante onderstammen, hun variëteit en oorsprong; een plattegrond van de beplanting; het entschema en de toepassing ervan; het aantal geënte exemplaren per variëteit; het aantal eindproducten en de kwaliteitsspreiding ervan alsmede het aantal exemplaren dat per variëteit is verkocht, de ontvanger (of koper), het nummer van de overeenkomst die met de koper is gesloten, het nummer van de producent en de plantcode. Bij het in de handel brengen van de veredelde roos met blote wortel onder de productnaam „Szőregi rózsatő” maakt de Szõregi Virág-Dísznövény Áfész gebruik van een uniform geautomatiseerd registratiesysteem dat een consistente kwaliteit garandeert. Na ontvangst (levering) van de telers worden de veredelde rooscultivars in de handel gebracht onder dezelfde productnaam, dezelfde variëteitnaam en dezelfde afbeelding.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
De eerste stap in de procedure is het verkrijgen en produceren van de onderstam. Wanneer de telers besluiten de onderstammen te produceren, dan moet het zaad worden gezaaid in ofwel de herfst ofwel de lente, al naar gelang de koude behandeling op kunstmatige of natuurlijke wijze plaatsvindt. De zaailingen worden in de late herfst uitgegraven. Nadat de zaailingen zijn uitgegraven, worden ze geselecteerd en gebundeld op dikte van de wortelhals. Het is mogelijk om zaailingen in deze fase van de procedure aan te schaffen (voor telers die niet hun eigen onderstammen produceren). Vervolgens worden de bundels — ongeacht of de telers ze zelf hebben geproduceerd dan wel ze hebben gekocht — onder een hoek in geulen geplaatst en zorgvuldig met aarde bedekt, zodat de takken gelijkmatig en overal voor driekwart bedekt zijn.
De volgende stap in de procedure is het gereedmaken van de aarde voor beplanting. De grond van de Tisza-Maros is zeer geschikt voor de rozenteelt. Toch moet men erop letten dat de grond waarin de onderstammen terechtkomen rijk is aan voedingsstoffen en vrij van onkruid. Bij de rozenteelt is wisselteelt noodzakelijk. Aan de rozen gaat een oogst van granen en hooi vooraf. Na het oogsten van het graan en het hooi wordt in de herfst gewasbescherming toegepast en wordt de grond diep omgeploegd (30-40 cm) met behulp van een schijfploeg of landbouwfrees.
Het planten vindt midden februari en begin maart plaats. De onderstammen worden geplant in orde van grootte, beginnend met de dikste en eindigend met de dunste. De onderstammen moeten gereed worden gemaakt voor het planten: de wortels worden afgesneden op een lengte van 17 cm en de takken worden gesnoeid tot 10 cm. Handmatig planten is kenmerkend, maar planten met de machine kan ook. De rijen liggen 80-90 cm van elkaar en de afstand tussen de rozen is 12-14 cm. Na het planten worden de ruggen gemaakt. De plantdiepte is erg belangrijk: de hals van de zaailing dient 2-3 cm boven de grond uit te steken, zodat het enten gemakkelijk verloopt.
De planten moeten verzorgd en beschermd worden gedurende de gehele productiecyclus. Door bodembewerking verdwijnen onkruid en plagen. De rozen krijgen meer weerstand dankzij een toevoer van voedingsstoffen; hiervoor kan kunstmest of eventueel organische koeienmest worden gebruikt. Wisselteelt helpt de verspreiding van bepaalde plagen te voorkomen. Rond de onderstammen moet regelmatig onkruid worden gewied; dit gebeurt met behulp van mechanische rotivators of door te ploegen en met de hand te schoffelen. Dit zorgt er meteen voor dat de grond goed wordt doorgelucht. Dit moet 4-6 keer per jaar herhaald worden. De planten dienen regelmatig te worden bespoten om ze te beschermen tegen schimmelziekten en plagen. Ook irrigatie is belangrijk; dit hangt echter af van het weer.
Het enten, dat na het planten plaatsvindt, duurt van half juli tot begin september. Bij rozen wordt enten met slapend oog toegepast. Het enten vindt in drie afzonderlijke stappen plaats: opening maken in de onderstam, enten en inwikkelen. De knoppen moeten afkomstig zijn van veredelde, bescheiden bloeiende rooscultivars die het voorgaande jaar geënt zijn.
De eerste taak na het enten is om in de winter gecombineerde mest over de onderstammen uit te strooien. De lentetaken met betrekking tot de rozen beginnen in het tweede jaar, wanneer de rozen gesnoeid worden. De onderstam wordt dan boven de knop afgeknipt met een scherpe schaar. De uitloper tussen de scheuten moet worden verwijderd. De enten moeten worden ingekort nadat ze 5-10 cm zijn gegroeid, zodat de roos voller kan worden. Tot de lente- en zomertaken rond de veredelde roos behoren ook het regelmatig mechanisch onkruid wieden, het met de hand schoffelen en spuiten. In de zomer worden van de zo gecreëerde rozen de enttakken verzameld die nodig zijn voor het enten van de onderstammen.
In de herfst worden de rozen uitgegraven. Oktober is de beste maand voor het plukken van de rozen. Voordat ze worden uitgegraven, moeten de rozen gesnoeid worden op een hoogte van 40 cm. Bij het plukken moeten van de rozen, die geploegd en gedraaid zijn met behulp van een schudtrekker, de bladeren en uitlopers worden verwijderd; ook moeten de rozen gesorteerd en gebundeld worden en voorzien worden van een etiket. Na het sorteren en bundelen moeten de rozen zo snel mogelijk worden vervoerd naar een koele plaats en beschermd worden tegen uitdrogen. Het meest geschikt voor de opslag zijn koelruimtes met een temperatuur tussen 0 en 2 °C in zowel zomer als winter.
Het basismateriaal voor de verpakking is een mengsel van turf en houtschaafsel in de juiste verhouding (50:50), bijeengehouden door polyester of papier. Dit laatste kan worden geplant samen met de papierrol, die in de aarde uiteenvalt. De verpakking moet ervoor zorgen dat de wortels van de rozen niet uitdrogen of beschadigd raken door machines. Rozen van dezelfde kwaliteitsklasse worden gebundeld in bossen van 10 en vervolgens wordt een etiket aan de bundel bevestigd. De zo ontstane bossen van 10 worden vervolgens weer gebundeld in groepen van vijf.
4.6. Verband:
De „Szőregi rózsatő” heeft zijn bijzondere kwaliteit deels te danken aan een meer dan honderd jaar oude traditie, en deels aan het uitstekende klimaat en de uitstekende geografische ligging van het gebied.
Historisch verband: Het telen van rozen en verkopen van geënte onderstammen en snijbloemen in de regio Szeged-Szőreg is tegen het einde van de 19e eeuw begonnen in Új-Szeged. De geschiedenis van de rozenteelt in Szőreg hangt samen met de productietradities in Szeged en Új-Szeged en met de ontwikkeling van tuinen. De jonge entmeesters die afstudeerden aan de kwekerijen van Szeged vestigden zich in Szőreg, en tuinierden daarnaast voor zichzelf op hun kleine stukjes land van 400-800 négyszögöl (1 440-2 880 m2). Ze richtten een kwekerij op en verkochten het grootste deel van de tijd de geënte onderstammen, naast de bestellingen die zij kregen van de kwekerij van Szeged, waar zij in dienst waren. Begin twintigste eeuw ontstond in Szőreg een nieuwe bedrijfstak, waarvan de pioniers zonder uitzondering arme, landloze pachtboeren en dagloners waren. Omdat zij veel praktijkervaring hadden, konden de kleine tuinders van Szőreg hun werk perfectioneren en vertrokken zij, nadat hun eigen entwerk thuis klaar was, naar verafgelegen plaatsen om daar te enten. Szőreg werd zo beroemd vanwege hun werk. Deze kleine groep gaf les aan de huidige groep tuinders. De rozenteelt van Szőreg’s beleefde zijn grootste bloei in 1927.
De kleine kwekerijeigenaren waren afhankelijk van elkaar. Om de problemen met de verkoop van hun rozen het hoofd te bieden richtten zij in 1936 hun eerste coöperatie op. In 1938 besloeg het oppervlak van de kwekerijen in de Szeged-Szőreg in totaal 350 kh (2), en maakten de telers 1 250 000 enten. Het oppervlak van de overige kwekerijen in het land besloeg 850 Hongaarse acres, die 2 040 000 enten opleverden. De kwekerijen van Szeged-Szőreg waren in de beginjaren van de 20e eeuw al begonnen met de export van rozen. Tussen 1929 en 1931 was gemiddeld 63,6 % van de kwekerij-export van het hele land (d.w.z. 587 000 enten) afkomstig van de kwekerijen van Szeged-Szőreg, wat aangeeft dat deze kleine kwekerijen enten van de hoogste kwaliteit teelden.
98 % van de in Hongarije geteelde rozen groeit in Szőreg en omgeving, de enige toonaangevende rozenteeltregio in Hongarije. Ook in het buitenland heeft de „Szőregi rózsatő” een goede naam en wordt hij erg gewaardeerd, getuige het feit dat het merendeel (ruim driekwart) van de jaarlijks geteelde 4-5 miljoen veredelde rozen met blote wortel geëxporteerd wordt.
Natuurlijke factoren: Naast de teelttradities verbinden ook de uitstekende milieucondities de roos aan Szőreg. Drie milieucondities zijn noodzakelijk om kwalitatief goede, winterharde en sterke rozen te verkrijgen: een kwalitatief goede bodem die rijk is aan voedingsstoffen, de juiste watertoevoer en voldoende zonlicht.
De regio waar de „Szőregi rózsatő” groeit, is gelegen in een voormalig overstromingsgebied waar de rivieren Tisza en Maros samenkomen. Het matig compacte leem dat zich hier heeft ontwikkeld, en dat rijk is aan humus en een goede afwateringscapaciteit heeft, zorgt samen met de aangeslibde, alluviale grond voor een zich sterk vertakkende onderstam die meer wortelharen bevat dan het geval is bij veredelde rozen met blote wortel die in andere bodemtypen groeien. Dankzij de goede afwateringscapaciteit blijft het water niet in de bodem staan en dankzij de losse en luchtige structuur van de grond is er genoeg zuurstof aanwezig zodat de wortel zich goed kan ontwikkelen. De sterk vertakkende onderstam zorgt voor een betere opname van voedingsstoffen en het veredelde deel groeit beter, ontwikkelt zich goed en krijgt meer takken, scheuten en bloemen dan planten die verbouwd worden in bodems met andere kenmerken. De veredelde roos met blote wortel die bedoeld is om op de markt te brengen is dan ook veel beter bestand tegen ziekten en vorst en zal ook haar kwaliteit behouden in andere typen bodem. De nabijheid van de rivieren Tisza en Maros zorgt bovendien voor een optimale relatieve vochtigheid voor de rozenteelt en maakt irrigatie mogelijk.
Een van de belangrijkste milieucondities voor de rozenteelt is licht, omdat licht de energie geeft die nodig is voor fotosynthese. Naast het aantal uren zonlicht hebben ook de lengte van de dag, de lichtsterkte en de lichtenergie een grote invloed op de kwaliteit van „Szőregi rózsatő”. De groeiregio van de Szőreg-roos kent warmere zomers en meer zonlicht dan alle overige regio's in het land. De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 11,5 °C; tijdens het groeiseizoen is dit 18 °C. Het aantal uren zonlicht in de regio bedraagt meer dan 2 100 en dat is meer dan het gemiddelde van de noordelijker gelegen regio's. Het groeiseizoen begint eerder in de lente en duurt tot later in de herfst, en de vegetatieve periode duurt langer, zodat de planten in totaal meer zonlicht en warmte krijgen dan in de meer noordelijk gelegen gebieden. Dit leidt tot een robuuste groei. De veredelde rozen met blote wortel komen goed door de herfst en produceren een volle, niet al te houtige bos takken met mooi ontwikkelde, gezonde knoppen. Dankzij de aanzienlijke voedselreserves die in de winterharde takken zijn opgeslagen, kunnen in de herfst geoogste rooscultivars langdurig worden bewaard en schieten ze wortel wanneer ze in de jaren daarna worden geplant. De weerstand tegen vorst is groter doordat hete zomers in het Szőreg-gebied niet zelden worden gevolgd door strenge winters; de planten bouwen dan voldoende weerstand op voor de rest van hun leven. De „Szőregi rózsatő” zal na het planten dus zeker wortelschieten.
Menselijke factoren, deskundigheid: De productie van de „Szőregi rózsatő” gaat terug tot meer dan een eeuw geleden en kent tradities die uniek zijn in het land. De uitzonderlijk arbeids- en vaardigheidsintensieve teelt van de veredelde roos met blote wortel vindt meestal plaats op landbouwbedrijven die generaties lang in familiebezit zijn. De kennis en vaardigheden die in de regio worden ontwikkeld, worden van generatie op generatie doorgegeven. Hiertoe behoren de tradities van de rozenteelt, technieken van het handmatig enten en behendigheid.
Samenvattend kan men stellen dat de regio van de Tisza-Maros, met zijn continentale klimaat, zijn bodem die rijk is aan voedingsstoffen en bestaat uit een uitstekend geïrrigeerde leemachtige en alluviale grond met een losse structuur, en zijn blootstelling aan zonlicht, zeer geschikt is voor de teelt van de „Szőregi rózsatő”. Dankzij de uitzonderlijke natuurlijke omstandigheden en de specialistische kennis en ervaring die van vader op zoon wordt doorgegeven, blijven de specifieke eigenschappen van de „Szőregi rózsatő” in elk denkbaar klimaat behouden.
4.7. Controlestructuur:
Naam: |
Mezőgazdasági Szakigazgatási Hivatal Központ Élelmiszer- és Takarmánybiztonsági Igazgatóság |
||||
Adres: |
|
||||
Tel. |
+36 13369115 |
||||
Fax |
+36 13369011 |
||||
E-mail: |
menyhertt@mgszh.gov.hu |
4.8. Etikettering:
Op het etiket staat de tekst: „Szőregi rózsatő”, met daarbij de volgende afbeelding:
Na opname in het EU-register moeten de benaming „beschermde geografische aanduiding” en het bijbehorende EU-symbool eveneens op het etiket komen te staan.
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) Een kadastrale acre is een archaïsche term voor een maat die gelijk is aan 1 600négyszögöl, d.w.z. 0,5755 hectare ofwel 5 755 m2.