27.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/6


Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

2011/C 251/05

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen het verzoek. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSVERZOEK

VERORDENING (EG) Nr. 509/2006 VAN DE RAAD

WIJZIGINGSVERZOEK OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 11

„FALUKORV”

EG-nummer: SE-TSG-0107-0020-31.08.2007

1.   Aanvragende groepering:

Naam van de groepering:

Kött och Charkföretagen (Zweedse Vereniging voor de Vleesindustrie)

Adres:

Box 55680

SE-102 15 Stockholm

SVERIGE

Tel.

+46 87626525

E-mail:

info@kcf.se

2.   Lidstaat of derde land:

Zweden

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Benaming van het product

Reservering van de benaming (artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006)

Image

Beschrijving van het product

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Image

Anders: Minimumeisen en procedures voor de controle van de specificiteit

4.   Aard van de wijziging(en):

Image

Wijziging van het productdossier voor de geregistreerde GTS

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006) (bewijzen van deze maatregelen overleggen)

5.   Wijziging(en):

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

a)   Grondstoffen

i)

Vereenvoudiging en inkorting van het deel van de tekst dat gaat over het vlees en het vet dat in het product zit.

ii)

Overgang van keukenzout naar zout

iii)

Suiker, dextrose en uien toegevoegd aan de lijst van toegestane grondstoffen.

De wijziging bestaat uit een verduidelijking van de definitie van vlees. Ook worden wijzigingen voorgesteld die te maken hebben met een ontwikkeling van het recept, en met het gebruik van andere soorten zout dan keukenzout. Deze wijzigingen zijn echter niet van invloed op de specificiteit of de fundamentele eigenschappen van het levensmiddel. De verplichte grondstoffen moeten vermeld worden om de specificiteit veilig te stellen. Het gebruik van toegestane grondstoffen heeft geen significant effect op de specificiteit van het levensmiddel.

b)   Additieven

i)

Conserveermiddel E 250 wordt een verplicht additief.

ii)

Ascorbinezuur (E 300), natriumascorbaat (E 301) en E 450, E 451, E 452 (tot de maximaal toegestane hoeveelheid van 1,5 g/kg berekend als P2O5) worden toegestane additieven.

De wijziging bestaat uit een aanpassing van de benamingen van additieven en uit een verduidelijking. De wijziging vloeit voort uit natuurlijke ontwikkelingen in de productietechniek. De verplichte additieven moeten vermeld worden om de specificiteit veilig te stellen. Het gebruik van toegestane additieven heeft geen significant effect op de specificiteit van het levensmiddel.

c)   Bereidingswijze

De wijziging is ingegeven door een natuurlijke ontwikkeling in de technische uitrusting die in de vleeswarenindustrie wordt gebruikt. Er is een verduidelijking toegevoegd ten opzichte van het vorige productdossier, namelijk dat er „rookdoorlatende verpakkingen” moeten worden gebruikt. Deze verheldering is van belang om te garanderen dat het traditionele karakter van de levensmiddelen behouden blijft.

Beschrijving van het product

Vereenvoudiging van de tekst op dusdanige wijze dat dit geen effect heeft op de specificiteit of de eigenschappen van het levensmiddel. De microbiologische eigenschappen zijn niet langer relevant gezien de ontwikkelingen die zich sinds de goedkeuring van het oorspronkelijke productdossier in de wetgeving rondom hygiëne hebben voltrokken.

Er is een meer gedetailleerde beschrijving van de specificiteit van „falukorv” toegevoegd.

Minimumeisen en procedures voor de controle van de „specificiteit”

a)

Aanpassing aan de nieuwe definitie van vlees (Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Bijlage I). Omdat de EU-definitie van vlees is gewijzigd sinds de goedkeuring van het vorige productdossier, moest het minimaal toegestane vleesgehalte worden verhoogd. Er is geen sprake van een substantiële wijziging, enkel van een aanpassing van de definitie.

b)

De wijziging is het gevolg van het weglaten van de microbiologische eigenschappen.

c)

Er is een verduidelijking geïntroduceerd omtrent de frequentie van de controles en omtrent de manier waarop de controles moeten worden uitgevoerd.

6.   Bijgewerkt productdossier:

PRODUCTDOSSIER

6.1.   Te registreren benaming(en) (artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

„Falukorv”

„volgens de Zweedse traditie”

6.2.   Of de benaming:

Image

op zichzelf een specifieke benaming is

de specificiteit van het landbouwproduct of levensmiddel weergeeft

„Falukorv” is een gevestigde benaming van de productcategorie die onder het productdossier valt. De benaming wordt uitsluitend voor dit type worst gebruikt en is al heel lang in gebruik. De naam van de worst is terug te voeren op de stad Falun, maar deze geografische link is al lang geleden verbroken; vandaag de dag wordt „falukorv” gemaakt door vleesproducenten in heel Zweden.

6.3.   Of men reservering van de benaming wil overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006:

Image

Registratie met reservering van de benaming

Registratie zonder reservering van de benaming

6.4.   Productcategorie:

Categorie 1.2.

Vleeswaren (gekookt, gezouten, gerookt etc.)

6.5.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel waarop de benaming als bedoeld in punt 3.1 van toepassing is (artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

Organoleptische eigenschappen

De kleur van de plakjes varieert van bleek naar sterk bruinroze.

De consistentie is stevig.

„Falukorv” heeft een lichte tot sterke smaak van rook, specerijen en zout.

Fysische en chemische eigenschappen

„Falukorv” mag maximaal 65 g water per 100 g eindproduct bevatten.

Het vetgehalte mag maximaal 23 g per 100 g eindproduct zijn, berekend op basis van het maximaal toegestane watergehalte.

6.6.   Beschrijving van de productiemethode van het landbouwproduct of levensmiddel waarop de benaming als bedoeld in punt 3.1 van toepassing is (artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

Verplichte grondstoffen

Rauw of gezouten rundvlees, paardenvlees of varkensvlees zonder zwoerd (vlees als gedefinieerd in Bijlage I van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad)

Rauw of gezouten varkensvet zonder zwoerd

Aardappelmeel

Water

Zout

Specerijen

Toegestane grondstoffen

Suiker

Dextrose

Uien

Verplichte additieven

Conserveermiddel E 250

Toegestane additieven

Antioxidanten E 300, E 301

Stabilisatoren E 450, E 451, E 452 (maximaal 1,5 g/kg berekend als P2O5)

Bereidingswijze

De grondstoffen en additieven worden vermengd en geëmulgeerd in een emulgeermachine of hakmachine.

Het worstmengsel wordt verpakt in rookdoorlatende verpakkingen met een doorsnede van minstens 45 mm.

De worsten worden gerookt en ondergaan een hittebehandeling tot een kerntemperatuur van ten minste + 72 °C.

Ze worden afgekoeld tot onder + 8 °C.

6.7.   Specificiteit van het landbouwproduct of levensmiddel (artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

De kleur van de plakjes varieert van bleek tot sterk bruinroze.

De consistentie is stevig.

„Falukorv” heeft een lichte tot sterke smaak van rook, specerijen en zout.

„Falukorv” mag maximaal 65 g water per 100 g eindproduct bevatten.

Het vetgehalte mag maximaal 23 g per 100 g eindproduct zijn, berekend op basis van het maximaal toegestane watergehalte.

„Falukorv” is een grove worst (doorsnede > 45 mm) die in plakken van een centimeter wordt gesneden en gebakken voor de lunch of avondmaaltijd. In sommige delen van Zweden wordt gesneden „falukorv” ook gebruikt als broodbeleg.

6.8.   Traditioneel karakter van het landbouwproduct of levensmiddel (artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

De geschiedenis van „Falukorv” gaat terug tot de 17e eeuw in Zweden. Nationale regels voor de productie ervan dateren uit 1973. De meeste Zweden beschouwen „falukorv” als een nationaal gerecht.

Volgens het Dalarna Museum is „falukorv” terug te voeren tot de 17e eeuw, toen runderhuiden werden gebruikt voor de productie van kabels waarmee erts werd gewonnen uit de kopermijn Falu Koppargruva. In de winter kon het overgebleven vlees worden bewaard, maar in de zomer werd er worst van gemaakt zodat het langer houdbaar werd. Deze worst kreeg de naam „falukorv”.

In de lokale krant (Stora Kopparbergs Län) van 14 december 1834 staat de volgende verwijzing: „Jaarlijks worden grote hoeveelheden gerookte worst, gemaakt in de Schedwi-parochie, naar de hoofdstad gestuurd. In Stockholm wordt deze worst Fahlu Korf genoemd (oude Zweedse spelling, nu „falukorv”) en is het al jaren een geliefd product.”

Volgens een overzicht van eetgewoonten — „Mat och måltider bland arbetare och tjänstemän i Jonsered under 1900-talet” („Voedsel en maaltijden van hand- en hoofdarbeiders in Jonsered in de 20e eeuw”) (derde semester (C1) essay in etnologie, Göteborg University, lentesemester 1976, Birgitta Frykman), is „falukorv” een veel genuttigd levensmiddel in huishoudens van zowel hoofd- als handarbeiders.

Traditioneel wordt „falukorv” gemaakt van rauwe vleesproducten, met aardappelmeel als enig bindmiddel.

Het „Receptbok för charkuterister” („Receptenboek voor vleeswarenbereiders”), samengesteld door Henning Fasth in 1936, bevat twee recepten voor „falukorv”. In de recepten wordt ofwel rundvlees of vettig varkensvlees gebruikt ofwel, in het tweede recept, een iets vettiger rundvlees, maar dan met aardappelmeel als enig bindmiddel.

Op pagina 69 van „Charkuterikursen – del 2” („Cursus voor vleeswarenproducenten — deel 2”), uitgegeven door Brevskolan och LTK in 1955, staat een recept voor „falukorv”. „Beef cat. III” bevat circa 20 % vet en „pork III” ongeveer 50 % (pagina 92). Het enige bindmiddel is aardappelmeel.

Toen in 1973 de nationale norm werd ingevoerd, legde die de minimumeisen vast voor de hoeveelheid vlees, gebaseerd op de traditionele methode die in de jaren 1900 werd toegepast bij het maken van „falukorv”.

6.9.   Minimumeisen en procedures voor de controle van de specificiteit (artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

Er moet ten minste 45 g vlees zijn per 100 g eindproduct.

Aardappelmeel mag worden toegevoegd tot een maximum van 4 g droge stof per 100 g eindproduct. De droge stof wordt berekend op basis van het maximaal toegestane watergehalte.

Jaarlijks dienen in de bereidingsbedrijven controles van het minimale en maximale gehalte en chemische controles te worden uitgevoerd door de bevoegde controle-autoriteit. Chemische waarden voor vet en water dienen te worden gemeten door na het homogeniseren een monster van 500 g van de „falukorv” te nemen.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.