29.3.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 96/13


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2011/C 96/09

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9

„CARNE DE VACUNO DEL PAÍS VASCO/EUSKAL OKELA”

EG-nummer: ES-PGI-0105-0175-18.07.2008

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Naam van het product

Image

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Image

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Image

Verband

Etikettering

Nationale eisen

Overige (nader aan te geven)

2.   Aard van de wijziging(en):

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Image

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

De wijzigingen waarom wordt verzocht, betreffen de volgende rubrieken van het productdossier:

3.1.   Beschrijving van het product:

De voorgestelde wijzigingen hebben enerzijds betrekking op de rassen die onder de bescherming vallen en anderzijds op de categorieën vlees en de kenmerken van elke categorie. Met het aanbrengen van deze wijzigingen wordt ingegaan op het verzoek van de houderijsector van de autonome regio Baskenland.

De wijzigingen worden voorgesteld, enerzijds om de huidige praktijken beter weer te geven en om rekening te houden met de wensen van de consumenten die van mening zijn dat met de gegevens op het etiket voor meer transparantie kan worden gezorgd, en anderzijds om het productdossier aan te passen aan de wijzigingen in de wetgeving die zich sedert de indiening van de aanvraag hebben voorgedaan en om nieuwe eisen op te nemen die een weerslag hebben op de kwaliteit van het vlees. Uiteindelijk is het de bedoeling het product beter op de markt af te stemmen teneinde de rentabiliteit en het concurrentievermogen te verhogen.

3.2.   Bewijs van oorsprong:

Als rechtvaardiging voor de wijzigingen die in deze rubriek worden aangebracht, worden twee argumenten aangevoerd: enerzijds dat de rubriek moet worden aangepast aan de huidige wetgeving en anderzijds dat met de fabrikanten van diervoeder rekening moet worden gehouden in de waardeketen aangezien de voeding van de dieren van fundamenteel belang is voor de productie van het product.

Opdat anderzijds de geografische aanduiding in overeenstemming zou zijn met de bepalingen van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 510/2006, waarin wordt gesteld dat de organen voor productcertificering dienen te voldoen aan de Europese norm EN 45011 of aan ISO/IEC Guide 65, moet de verwijzing naar norm EN 45004 uit deze rubriek van het productdossier worden verwijderd.

3.3.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

Als verklaring voor de wijzigingen die in deze rubriek worden aangebracht, geldt dat het productdossier moet worden aangepast aan de wijzigingen in de wetgeving die zich sedert de indiening van de aanvraag hebben voorgedaan en dat nieuwe eisen moeten worden opgenomen die een weerslag hebben op de kwaliteit van het vlees.

3.4.   Verband met het geografische gebied:

De voorgestelde wijziging heeft betrekking op de rassen waarop de bescherming betrekking heeft; ook het autochtone ras Terreña is nu beschermd.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„CARNE DE VACUNO DEL PAÍS VASCO/EUSKAL OKELA”

EG-nummer: ES-PGI-0105-0175-18.07.2008

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela”

2.   Lidstaat of derde land:

Spanje

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.1:

Vers vlees en slachtafvallen

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is.:

Vers rundvlees dat afkomstig is van de runderrassen die van oudsher in de autonome regio Baskenland worden gehouden — Pirenaica (het Pyrenese ras), Limousine, Brune des Alpes, Blonde, Terreña — en van kruisingen van deze rassen; in het geval van kruisingen, moet het genetisch materiaal van sommige van de vermelde rassen waarvan gebruik is gemaakt, minimaal 50 % bedragen.

Hoewel er vijf rassen onder de bescherming vallen, is het dominante ras het autochtone Pyrenese ras van Baskenland.

Afhankelijk van de leeftijd van de dieren die het vlees leveren, wordt het vlees in drie categorieën ingedeeld:

—   „Txahala-Txekorra”: vlees van dieren die 8 à 24 maanden oud zijn.

—   „Zaharra”: vlees van dieren die 24 à 84 maanden oud zijn.

—   „Idia”: vlees van dieren die 24 à 59 maanden oud zijn.

De eisen waaraan iedere categorie moet voldoen zijn:

—   Bevleesdheid: „Txahala-Ternero/a”: klassen S, E, U en R van de Europese indeling, „Zaharra Vacuno Mayor” en „Idia Buey”: klassen S, E, U, R en O van diezelfde indeling.

—   Vetheid: „Txahala-Txekorra”: minstens „klasse 2” van de Europese indeling. „Zaharra” en „Idia”: minstens „klasse 3”.

—   Kleur van het vlees: het vlees vertoont geen abnormale kleur en de kleur is voor elke categorie specifiek en afhankelijk van de leeftijd en de vetheid van het dier.

—   Chemische kenmerken: alle karkassen van alle categorieën moeten een pH hebben die lager is dan of gelijk aan 5,9, gemeten 24 uur na de slacht in de „Longissimus dorsi”-spier.

—   Minimale rijping: het vlees van de handelsklassen Extra en I A moet zeven dagen rijpen en het vlees van de andere handelsklassen drie dagen, te rekenen vanaf de dag van de slacht. De minimale rijpingstijd van verpakt vlees hangt af van de wijze waarop het wordt geconserveerd, de grootte van de portie en de wijze waarop het wordt aangeboden en wordt volgens welbepaalde technische criteria vastgesteld.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

Het voederrantsoen van de dieren moet bestaan uit natuurlijke voedergewassen zoals vers gras, hooi en stro. De grondstoffen die in de positieve lijst zijn vermeld, zoals volle of gemalen granen, leguminosen, oliehoudende planten en tarwezemelen en de gewassen die op het bedrijf zelf worden gewonnen, mogen als aanvulling worden gebruikt.

Alleen ter plaatse gewonnen dan wel aangekocht voeder dat van te voren is toegestaan, mag worden gebruikt in het rantsoen van de dieren die het vlees met de BGA „Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela” leveren.

Het voeder dat wordt gebruikt tijdens de groeifase en tijdens de afmestfase van de dieren moet samengesteld zijn uit toegestane grondstoffen en producten die in een gepubliceerde positieve lijst zijn vermeld.

Het aandeel edele grondstoffen (granen, leguminosen en oliehoudende planten) moet minstens 80 % van het voeder van de dieren uitmaken of, in voorkomend geval, 85 % indien het voeder ook tarwezemelen bevat.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Het vlees moet afkomstig zijn van dieren die geboren en gehouden zijn in de autonome regio Baskenland, op veehouderijbedrijven die ingeschreven zijn in de registers voor het „Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela”. Deze dieren moeten geslacht worden in slachthuizen die gevestigd zijn in het productiegebied teneinde de organoleptische kenmerken van de karkassen te handhaven en te voorkomen dat de kwaliteit van het vlees ten gevolge van het vervoer zou dalen. Karkassen waarvan de indeling en de classificatie als conform de voorschriften worden beschouwd, worden als „Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela” erkend. Het volledige productieproces, startend op het bedrijf en eindigend bij de consument, moet worden gecontroleerd overeenkomstig de bepalingen in het productdossier teneinde de traceerbaarheid van het product te garanderen.

De geregistreerde dieren worden op traditionele wijze gehouden, waarbij wordt toegezien op hun gezondheid en hun welzijn en vooral ook op het voeder dat hun wordt toegediend, overeenkomstig de bepalingen in het productdossier.

Ieder veehouderijbedrijf en ieder dier wordt door de bevoegde autoriteiten geïdentificeerd en geregistreerd. De veehouderijbedrijven moeten aan een aantal voorwaarden voldoen wat betreft oppervlakte, strooiselvoorziening, verlichting en verluchting en over het geheel genomen moet gegarandeerd zijn dat er geen schadelijke milieu-invloeden zijn.

Het vervoer van de dieren naar het slachthuis mag niet meer dan 4 uur in beslag nemen omdat factoren die stress kunnen veroorzaken en die gevolgen kunnen hebben voor de kwaliteit van het eindproduct moeten worden vermeden.

Bij alle bewerkingen die in het slachthuis plaatsvinden (het laten leegbloeden, het uitsnijden, het uitzijgen, het rijpen en het identificeren) moeten de voorschriften in het productdossier worden nageleefd.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Op het etiket moet de vermelding „Indicación geográfica protegida Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela” worden aangebracht.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

Het productiegebied waar de runderen geboren, gehouden, afgemest en geslacht worden overeenkomstig de criteria die voor de BGA „Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela” gelden, strekt zich uit over het gehele grondgebied van de autonome regio Baskenland die de provincies Alava, Gipuzkoa en Bizkaia omvat.

Het productiegebied van het vlees met de beschermde geografische aanduiding beslaat dus de gehele autonome regio Baskenland.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Om kwaliteitsvlees te produceren in het kader van een houderijsysteem dat gebaseerd is op natuurlijke voedergewassen, moeten de klimaatomstandigheden en de bodemgesteldheid ideaal zijn Dat is een van de belangrijkste onderscheidende elementen van het van oudsher in Baskenland geproduceerde vlees.

De natuurlijke omstandigheden die de grootste invloed uitoefenen op de veeteelt in Baskenland zijn: het reliëf, de bodemgesteldheid, het klimaat en de voedergewassen met hun uitstekende voedingswaarde.

De autonome regio Baskenland is een bergachtig gebied hetgeen de topografische en klimatologische beperkingen verklaart die dan ook niet te onderschatten gevolgen hebben voor de primaire landbouwactiviteit die hier vooral op de veehouderij is toegespitst.

Het oceaanklimaat zorgt voor vochtige gronden die rijk zijn aan micro-organismen die het organisch materiaal sneller doen ontbinden en ook bij laatstgenoemd proces zorgt het klimaat voor het nodige vocht. Talrijke gronden zijn humusrijke gronden die door een belangrijke A-horizont gekenmerkt worden en uitzonderlijk rijk zijn aan organisch materiaal (bruine kalkgronden in vochtige streken). Het betreft op kalkhoudend materiaal gevormde gronden met een hoog gehalte aan organisch materiaal.

De luchtstreek waarin de autonome regio Baskenland gelegen is, is de geografische factor die de grootste invloed op het klimaat van de regio uitoefent. De regio wordt gekenmerkt door een Atlantisch klimaat dat op het vlak van de temperatuur gematigd is waardoor de temperatuurschommelingen dag/nacht of zomer/winter weinig uitgesproken zijn en dat zeer regenachtig is (met een neerslag die gemiddeld meer bedraagt dan 1 200 mm).

De nabijheid van de zee zorgt voor temperaturen die in het algemeen aan de kust en in de naburige regio's zacht zijn maar die grotere schommelingen vertonen naarmate de Cantabrische Zee verder verwijderd is en men meer in de buurt komt van de depressie van de Ebro, waar de zomers ietwat warmer en de winters ietwat kouder zijn.

Het karakteristiekste systeem van slachtvleesproductie in Baskenland is gebaseerd op de afwisselende beweiding op de graslanden in de bergen en in de dalen. Dit traditionele systeem is van zeer groot belang, enerzijds omdat de veehouders hierdoor van de natuurlijke voedergewassen kunnen profiteren en anderzijds omdat hierdoor de landschapswaarde en de milieuwaarde van de natuurlijke omgeving in stand worden gehouden.

Wijzigingen in dit systeem of de verdwijning ervan zouden ook het landschap grondig wijzigen en leiden tot een grotere afhankelijkheid van externe voedselbronnen en tot een intensief houderijsysteem dat problemen voor het milieu met zich mee zou kunnen brengen.

5.2.   Specificiteit van het product:

Er moet worden op gewezen dat de vetheid een specifieke factor is van dit product. Dit element dat door de Baskische consument zeer op prijs wordt gesteld, verleent het product een zodanig bijzonder karakter dat karkassen die niet de minimumklasse halen welke geldt voor de categorie waarin ze zijn ingedeeld, worden geweigerd.

De vetheidklasse en de kwaliteit van het vet alsook de kenmerken van elke vleescategorie die in punt 3.2 zijn beschreven, hebben gevolgen voor belangrijke sensorische eigenschappen zoals de geur, het aroma, de sappigheid en de zachtheid van het vlees.

Talrijke documenten staven het traditionele karakter van de rundvleesproductie in Baskenland waarvan reeds sporen terug te vinden zijn in het neolithicum.

Wat de vleesconsumptie betreft, zijn de Basken steeds grotere rundvleeseters geweest dan de overige Spanjaarden. Wat de kwaliteit betreft, wordt in talrijke historische documenten verwezen naar de faam van het in Baskenland geproduceerde vlees.

In zijn boek: „Alimentos y guisos en la cocina vasca” (1958) zegt José María Busca Isusi hierover het volgende: „Een zo oude praktijk als de „asado” (vlees grillen of roosteren aan het spit) wordt door een volk zo oud als het onze alle eer aangedaan. Destijds werden hele dieren boven houtskool geroosterd en zelfs heden ten dage wordt deze praktijk nog in stand gehouden in bepaalde gemeenten. De chuletón (overdwars gesneden runderribstuk met een minimumgewicht van 350 g) die boven houtskool wordt geroosterd, is één van de meest typische en oudste Baskische gastronomische gerechten waarvan de faam de grenzen van de autonome regio Baskenland ver overschrijdt.”

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De beschermde rassen zijn de rassen die van oudsher in de autonome regio Baskenland worden gehouden — Pirenaica (het Pyrenese ras), Limousine, Brune des Alpes, Blonde, Terreña — en kruisingen van deze rassen.

Het Pyrenese ras dat een autochtoon ras is waarvan de aanwezigheid teruggaat tot het neolithicum, domineert. Het Terreña-ras, eveneens een autochtoon ras, werd van oudsher ingezet voor landbouwwerkzaamheden. De zware arbeid die de ossen van dit ras konden verrichten, was opmerkelijk.

De rassen Limousine, Brune des Alpes en Blonde konden zich goed aanpassen aan de regio Baskenland en aan het extensieve, op natuurlijke voedergewassen gebaseerde houderijsysteem. Dat is een van de belangrijkste onderscheidende elementen van het van oudsher in Baskenland geproduceerde vlees. Dankzij haar klimatologische en orografische kenmerken beschikt de regio over weiden die de ontwikkeling in de hand hebben gewerkt van een houderijsysteem dat sterk met de streek is verbonden.

Dit houderijsysteem en het voeder dat wordt toegediend, zijn de fundamentele bouwstenen van de vetheid van de dieren en deze factoren hebben samen met de aan te houden minimale rijpingstijd van het vlees de grootste invloed op de kenmerken van het „Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela” met name op de smaak, de sappigheid en de zachtheid die door de consument zo zeer op prijs worden gesteld.

De conclusie van een recent onderzoek van karkassen waarop de BGA „Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela” van toepassing was — afkomstig van dieren met verschillende leeftijden, van verschillende rassen en van beide geslachten — waarbij metingen met behulp van instrumentale technieken werden verricht, luidde dat de fysisch-chemische kenmerken van de karkassen homogener waren dan werd vastgesteld in het kader van andere gelijkaardige onderzoeken, zelfs onderzoeken waarbij slechts één ras werd beoordeeld.

De faam van het product wordt ruimschoots erkend en door twee recente studies (IKERFEL 2006, IKERFEL 2009) bevestigd. Volgens deze beide studies bedraagt het aantal ondervraagde personen dat het product spontaan benoemt of antwoordt dat het het product kent wanneer het bij naam wordt genoemd, meer dan 90 %. Men kan dus gerust stellen dat „Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela” bij iedereen in de autonome regio Baskenland bekend is.

Het Baskische „Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela” dankt zijn faam en zijn bekendheid aan de grote Baskische culinaire traditie die van generatie op generatie wordt overgeleverd en waarvan rundvlees in het algemeen, en boven houtskool gegrilde ribstukken in het bijzonder, de belangrijkste gastronomische specialiteiten zijn. Onderstrepen we bijvoorbeeld dat naar aanleiding van het XVIde nationale congres van chef-koks in Vitoria in april 2010, waaraan de beste koks ter wereld deelnamen, met een specifiek evenement eer werd bewezen aan een stuk rundvlees (ribstuk). Het feit dat 70 barbecues werden georganiseerd waarop „Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela”„al burduntzi” werd klaargemaakt (de oudste en traditioneelste methode om hele kalveren te roosteren) is een ander voorbeeld van de populariteit van het Baskische rundvlees. Deze barbecues vinden jaarlijks plaats naar aanleiding van populaire feesten in de Baskische dorpen waar het product wordt gedegusteerd en de verdiensten ervan worden geprezen.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Het productdossier dat het gevolg zal zijn van het nog lopende wijzigingsverzoek kan worden geraadpleegd op:

http://www.nasdap.ejgv.euskadi.net/r50-4633/es/contenidos/informacion/igp_carne/es_agripes/adjuntos/pliegocondiciones.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.