16.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 368/1


VERSLAG

over de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming Artemis betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming

2011/C 368/01

INLEIDING

1.

De gemeenschappelijke onderneming Artemis, gevestigd te Brussel, werd in december 2007 (1) opgericht voor een periode van 10 jaar.

2.

De voornaamste doelstelling van de gemeenschappelijke onderneming is het vaststellen en ten uitvoer leggen van een „onderzoeksagenda” voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen (2).

3.

De oprichtende leden van de gemeenschappelijke onderneming Artemis zijn de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, de lidstaten België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, en Zweden en Artemisia, een vereniging die optreedt als vertegenwoordiger van ondernemingen en andere onderzoeksorganisaties die actief zijn op het gebied van ingebedde computersystemen in Europa. In 2009 werden ook Cyprus, Letland, Noorwegen en de Tsjechië lid van de gemeenschappelijke onderneming.

4.

De maximale EU-bijdrage in de gemeenschappelijke onderneming Artemis ter dekking van de bedrijfskosten en onderzoeksactiviteiten bedraagt 420 miljoen euro en wordt betaald uit de kredieten van het zevende kaderprogramma voor onderzoek (3). De vereniging Artemisia betaalt een maximale bijdrage van 30 miljoen euro voor de bedrijfskosten. De lidstaten van Artemis betalen bijdragen in natura voor de bedrijfskosten (door het bevorderen van de uitvoering van projecten) alsook financiële bijdragen die ten minste 1,8 maal de EU-bijdrage belopen. Bijdragen in natura worden ook betaald door de onderzoeksorganisaties die deelnemen aan projecten.

5.

De gemeenschappelijke onderneming begon autonoom te werken op 26 oktober 2009.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

6.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie controleerde de Rekenkamer de jaarrekening (4) van de gemeenschappelijke onderneming Artemis, die bestaat uit de „financiële staten” (5) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting” (6) betreffende het per 31 december 2010 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

7.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (7) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht.

De verantwoordelijkheid van de directeur

8.

Als ordonnateur voert de directeur de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling van de gemeenschappelijke onderneming, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten (8). De directeur is verantwoordelijk voor het opzetten (9) van de organisatorische structuur en van de systemen en procedures voor beheer en interne controle die van belang zijn om definitieve rekeningen (10) te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en om te verzekeren dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn.

De verantwoordelijkheid van de Rekenkamer

9.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle een verklaring af te geven over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

10.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (11). Volgens die standaarden moet de Rekenkamer voldoen aan ethische voorschriften en de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de rekeningen geen afwijkingen van materieel belang bevatten en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

11.

De controle van de Rekenkamer houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De keuze van de procedures, waaronder de beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang in de rekeningen of van onwettige of onregelmatige verrichtingen als gevolg van fraude of fouten, is afhankelijk van haar controleoordeel. Bij deze risicobeoordelingen wordt gekeken naar de interne controle met betrekking tot de opstelling en presentatie van de rekeningen door de entiteit om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. De controle van de Rekenkamer houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door de leiding gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

12.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

13.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2010 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar financiële regeling.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

14.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming betreffende het per 31 december 2010 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

15.

De hiernavolgende opmerkingen in de paragafen 16-26 doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BEHEER

Uitvoering van de begroting

16.

In strijd met de artikelen 29-31 van de financiële regeling van de gemeenschappelijke onderneming werd de begroting 2010 niet vastgesteld vóór het eind van het voorgaande jaar (vastgesteld op 28 januari 2010). De opzet en presentatie ervan strookten niet met de bepalingen van de financiële regeling.

17.

De definitieve begroting omvatte een bedrag van 27 miljoen euro aan betalingskredieten. De bestedingsgraad beliep 37,7 %. De deposito’s op bankrekeningen beliepen aan het eind van het jaar in totaal 16,6 miljoen euro (60 % van de beschikbare betalingskredieten in 2010). Volgens de gemeenschappelijke onderneming vloeit de betrekkelijk lage uitvoeringsgraad voor betalingskredieten voort uit de vertragingen op het niveau van de lidstaten bij de ondertekening van nationale subsidieovereenkomsten (12).

Internecontrolesystemen

18.

De gemeenschappelijke onderneming heeft haar systemen voor interne controle en financiële informatie in 2010 nog niet volledig in gebruik genomen. Met name moet verder worden gewerkt aan de operationele verificatie van kostendeclaraties, de door de certificaten van de nationale instanties verschafte zekerheid en de strategie voor controle achteraf. Dit zijn belangrijke elementen in het internecontrolesysteem van de gemeenschappelijke onderneming.

19.

Op het gebied van de verificatie vooraf wordt volledig vertrouwd op de door de nationale instanties afgegeven certificaten en werden geen andere controles verricht om de wettigheid en regelmatigheid van de door de begunstigden gedeclareerde kosten te waarborgen.

20.

De controle achteraf van de met projecten verband houdende kostendeclaraties is volledig gedelegeerd aan de lidstaten, zonder dat de gemeenschappelijke onderneming (13) enige controle uitoefent. Hierdoor is het voor de gemeenschappelijke onderneming moeilijk om: i) ervoor te zorgen dat de financiële belangen van haar leden op adequate wijze worden beschermd, zoals voorgeschreven door de desbetreffende verordening van de Raad (14), en ii) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen te waarborgen.

21.

Een beperkte beoordeling van de IT-controles wees uit dat de gemeenschappelijke onderneming, gelet op haar omvang en taken, beschikt over een toereikende IT-organisatie en toereikende IT-praktijken, maar dat de formalisering van beleid en procedures op bepaalde terreinen evenwel achterloopt (15).

22.

De rekenplichtige van de gemeenschappelijke onderneming heeft de financiële en boekhoudsystemen (ABAC en SAP) gevalideerd, maar nog niet de onderliggende bedrijfsprocessen waaruit financiële informatie voortkomt, met name het proces dat financiële informatie levert over de validering en betaling van de van de nationale instanties ontvangen kostendeclaraties.

23.

In strijd met artikel 103 van haar financiële regeling heeft de gemeenschappelijke onderneming nog geen interne procedure doorgevoerd om de door de voorfinanciering ontstane rente in mindering te brengen op de betaling van het saldo van de aan begunstigden verschuldigde bedragen.

ANDERE AANGELEGENHEDEN

De interne-auditfunctie en de dienst Interne audit van de Commissie

24.

Artikel 6, lid 2, van de Verordening van de Raad tot oprichting van Artemis bepaalt dat de gemeenschappelijke onderneming zal beschikken over een eigen intern controleorgaan. Dit belangrijke onderdeel van het internecontrolesysteem was eind 2010 echter nog niet ingesteld.

25.

In haar voorgaande verslag wees de Rekenkamer op de noodzaak om de huidige bepaling in de statuten van de gemeenschappelijke onderneming betreffende de rol van de interne auditor van de Commissie te verduidelijken. Hoewel de financiële regeling van de gemeenschappelijke onderneming nog niet is gewijzigd om de bepaling ten aanzien van de bevoegdheden van de intern controleur van de Commissie erin op te nemen, hebben de Commissie en de gemeenschappelijke onderneming maatregelen getroffen om te waarborgen dat de respectieve operationele rollen van de dienst Interne audit van de Commissie en de interne-auditfunctie van de gemeenschappelijke onderneming duidelijk zijn omschreven.

Ontbrekende gastheerschapsovereenkomst

26.

Zoals eerder werd aangegeven door de Rekenkamer, dient krachtens de verordening van de Raad tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming een gastheerschapsovereenkomst te worden gesloten tussen de gemeenschappelijke onderneming en België betreffende kantoorruimte, de voorrechten en immuniteiten en andere ondersteunende maatregelen die door België worden verstrekt. Eind 2010 was een dergelijke overeenkomst echter nog niet gesloten.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Igors LUDBORŽS, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 25 oktober 2011.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „gemeenschappelijke onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

(2)  Ter informatie geeft de bijlage een overzicht van de bevoegdheden, activiteiten en beschikbare middelen van de gemeenschappelijke onderneming.

(3)  Het zevende kaderprogramma, vastgesteld bij Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad, brengt alle onderzoeksgerelateerde EU-initiatieven samen onder één dak en speelt een cruciale rol bij de verwezenlijking van de doelstellingen voor groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid. Het is ook een hoeksteen van de Europese onderzoeksruimte.

(4)  Bij deze rekening is een verslag gevoegd over het budgettair en financieel beheer tijdens het jaar, dat onder meer de uitvoeringsgraad van de kredieten vermeldt en beknopte informatie geeft over de kredietoverschrijvingen tussen de verschillende begrotingsonderdelen.

(5)  De financiële staten omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en de bijlage bij de financiële staten met een beschrijving van de voornaamste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(6)  De verslagen over de begrotingsuitvoering omvatten ook de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(7)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(8)  Artikel 33 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72).

(9)  Artikel 38 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002.

(10)  De regels inzake de rekening en verantwoording en de boekhouding van de EU-organen zijn vastgelegd in hoofdstuk 1 van titel VII van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 652/2008 (PB L 181 van 10.7.2008, blz. 23), en zijn als zodanig opgenomen in de financiële regeling van de gemeenschappelijke onderneming.

(11)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(12)  De gemeenschappelijke onderneming doet voorfinancieringsbetalingen voor projecten pas zodra de nationale instanties de nationale subsidieovereenkomsten hebben ondertekend. Aan het eind van het jaar waren er nog steeds niet-ondertekende nationale subsidieovereenkomsten voor de oproepen van 2008 en 2009.

(13)  De met de nationale financieringsinstanties (NFI’s) gesloten administratieve overeenkomsten omvatten geen expliciete bijzonderheden ten aanzien van de praktische regelingen voor door de NFI’s te verrichten controles achteraf (d.w.z. controlemethodologie, te hanteren procedures). De NFI’s zijn slechts wettelijk verplicht om de resultaten van deze controles bekend te maken aan de gemeenschappelijke onderneming.

(14)  In artikel 12 van de Verordening van de Raad betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming wordt bepaald dat de gemeenschappelijke onderneming er „door het uitvoeren of laten uitvoeren van de nodige interne en externe controles, (over waakt) dat de financiële belangen van haar leden op adequate wijze worden beschermd” en dat zij „ter plaatse controles en financiële verificaties uit(voert) bij de ontvangers van openbare financiering door de gemeenschappelijke onderneming Artemis. Deze controles en verificaties kunnen worden uitgevoerd, hetzij direct door de gemeenschappelijke onderneming Artemis, hetzij door de Artemislidstaten namens de gemeenschappelijke onderneming.”

(15)  a) Onvolledige cyclus voor strategische IT-planning en toezicht, b) gebrek aan volledig, formeel veiligheidsbeleid en -regels, c) onvolledig IT-risicobeheer, en d) ontbreken van een formeel plan voor bedrijfscontinuïteit (BCP) en een volledig en getest rampherstelplan (DRP).


BIJLAGE

Gemeenschappelijke onderneming Artemis (Brussel)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Uit artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

De Unie kan gemeenschappelijke ondernemingen of andere structuren in het leven roepen die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van programma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling en demonstratie in de Unie.

Bevoegdheden van de gemeenschappelijke onderneming

(Verordening nr. 74/2008 van de Raad)

Doelstellingen

De gemeenschappelijke onderneming Artemis draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma en het thema „Informatie- en communicatietechnologieën” van het specifiek programma „Samenwerking”.

Taken

Een „onderzoeksagenda” vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen;

de tenuitvoerlegging ondersteunen van de O&O-activiteiten door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten;

een publiek-privaat partnerschap bevorderen dat gericht is op het mobiliseren en samenbrengen van EU-, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd;

de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen;

de betrokkenheid van het mkb bevorderen.

Organisatie

1.   De raad van bestuur (rvb)

heeft de eindverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van de gemeenschappelijke onderneming en houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van haar activiteiten.

2.   De directeur

is als hoogste uitvoerende functionaris belast met het dagelijks beheer van de gemeenschappelijke onderneming overeenkomstig de besluiten van de raad van bestuur.

3.   De raad van openbare instanties

is verantwoordelijk voor besluiten over het toepassingsgebied en de begroting voor uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, de selectie van voorstellen en toewijzing van overheidsfinanciering voor geselecteerde voorstellen.

4.   Het Comité industrie en onderzoek

werkt het strategisch meerjarenplan uit, evenals de onderzoeksagenda en het jaarlijks werkprogramma.

5.   Externe controle

De Europese Rekenkamer.

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Het Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad.

In 2010 ter beschikking van de gemeenschappelijke onderneming gestelde middelen

Begroting

de begroting omvatte 38,5 miljoen euro aan vastleggingskredieten en 27 miljoen euro aan betalingskredieten.

Personeelsbestand per 31 december 2010

8 posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan er 7 bezet waren.

Andere dienstverbanden:

gedetacheerde nationale deskundigen: 0,

arbeidscontractanten: 4,

plaatselijke functionarissen: 0,

totaal aantal werknemers: 11,

waarvan er:

5 operationele activiteiten,

4 administratieve taken, en

2 gemengde taken verrichten.

In 2010 geleverde producten en diensten

In 2010 werd een oproep tot het indienen van voorstellen georganiseerd met een algehele begroting van 93 miljoen euro.

Bron: Door de gemeenschappelijke onderneming verstrekte gegevens.


ANTWOORDEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING ARTEMIS

Paragraaf 16

Aangezien het operationele deel van de begroting afhankelijk is van de toezeggingen van de lidstaten, die alleen mogelijk zijn nadat zij hun nationale begroting hebben vastgesteld, is de begroting door de raad van bestuur vastgesteld in de vergadering van januari 2011.

De structuur en de presentatie zijn aangepast voor de begroting voor het jaar 2011 overeenkomstig de door de Rekenkamer gemaakte opmerkingen en aanbevelingen.

Paragraaf 17

Wij stemmen in met de opmerkingen van de Rekenkamer. Artemis verricht inspanningen om dit proces te versnellen.

Paragraaf 20

De controles achteraf zijn hoofdzakelijk gedelegeerd aan de bij Artemis aangesloten lidstaten. Uitzonderingen zijn voorzien in de vastgestelde strategie voor controle achteraf. Artemis verzamelt momenteel de verschillende nationale strategieën van de lidstaten en de bijbehorende resultaten van de controles achteraf. Vervolgens zullen wij samen met de IAS (de interne auditor van Artemis) analyseren hoe wij onze strategie kunnen verbeteren en herzien.

Paragraaf 21

De formalisering van beleid en procedures is in volle gang en inderdaad nog niet afgerond vanwege de tijdelijke huisvestingssituatie van de gemeenschappelijke onderneming Artemis in 2010.

Paragraaf 22

Artemis baseert zich voor de overige onderliggende bedrijfsprocessen op de door de nationale autoriteiten verstrekte informatie en neemt maatregelen het systeem te verbeteren (zie paragraaf 20).

Paragraaf 23

Artemis heeft in ABAC, het IT-hulpmiddel voor het beheren van facturen en betalingen, een procedure om de door de voorfinancieringen ontstane rente af te trekken, zoals voorzien en vastgelegd in ABAC door de Europese Commissie. Tot nu toe hebben de nationale autoriteiten echter geen rente op voorfinancieringen opgegeven. Artemis zal de nationale autoriteiten vragen hun regelingen met betrekking tot de verplichting voor begunstigden tot opgave van de door de voorfinanciering ontstane rente over te leggen.

Paragraaf 24

Dit punt wordt opgepakt met de dienst Interne audit van de Commissie.

Paragraaf 25

De statuten van de dienst Interne audit van de Commissie zijn op 25 november 2010 door de raad van bestuur vastgesteld. De financiële regeling van Artemis zal te gelegener tijd dienovereenkomstig worden aangepast.

Paragraaf 26

De gemeenschappelijke onderneming Artemis blijft werken aan het sluiten van een gastlandovereenkomst en gaat ervan uit dat de resultaten van de volgende fase in de procedure tot het ondertekenen van een overeenkomst zullen leiden.