52011PC0931

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van een aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project (2014-2018) /* COM/2011/0931 definitief - 2011/0460 (NLE) */


TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het in bijlage toegevoegde voorstel voor een besluit van de Raad heeft tot doel een financieringsregeling in te voeren voor de EU-bijdrage aan het ITER-project voor de periode 2014-2018 via een "aanvullend onderzoeksprogramma" in het kader van het Euratom-Verdrag.

Doel van het ITER-project[1] is de bouw en exploitatie van een experimentele fusiereactor. ITER is een belangrijke stap voorwaarts bij de demonstratie van fusie als duurzame energiebron. Gezien de belangrijke voordelen daarvan, zoals de beschikbaarheid van grote brandstofreserves en het ontbreken van CO2-emissies, zou fusie een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de langetermijn-energiestrategie van de EU. Voorts heeft fusie inherente veiligheidskenmerken die de technologie heel anders maken dan traditionele kernenergie. ITER is een onderdeel van het Strategisch plan voor energietechnologie (het "SET-plan") van de EU en zal bijdragen aan de Europa 2020-strategie aangezien de betrokkenheid van de Europese hightechindustrie de EU een mondiaal concurrentievoordeel in deze veelbelovende sector kan geven.

Het ITER-project wordt uitgevoerd in het kader van de internationale Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (de "ITER-overeenkomst")[2] tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ("Euratom") en zes andere partijen: China, India, Japan, Korea, Rusland en de VS. Bij deze wettelijk bindende overeenkomst is de ITER-organisatie met volledige internationale rechtspersoonlijkheid opgericht, als de entiteit die verantwoordelijk is voor de gezamenlijke tenuitvoerlegging van het ITER-project. De Commissie vertegenwoordigt Euratom in de verschillende ITER-organen, met name in de ITER-Raad die het voornaamste leidinggevende orgaan is van het project.

In het kader van de onderhandelingen voor het verwerven van de steun van de andere ITER-partijen voor vaststelling van de ITER-locatie in Europa, hebben Euratom en Japan een bilaterale overeenkomst gesloten met het oog op de uitvoering van aanvullende activiteit op het gebied van fusie-energie-onderzoek, de zogenaamde 'bredereaanpakactiviteiten'[3].

Aangezien Euratom de gastpartij is en een groot deel van de kosten draagt tijdens de bouwfase van ITER (5/11 of ongeveer 45% van het totaal) heeft de Gemeenschap speciale verantwoordelijkheden en verplichtingen, inclusief de onmogelijkheid om zich unilateraal uit de ITER-overeenkomst terug te trekken.

De EU-bijdrage aan het ITER-project wordt beheerd via de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie ("Fusion for Energy" genoemd) die op 27 maart 2007 bij beschikking van de Raad werd opgericht[4]. De leden van Fusion for Energy (Euratom, de 27 lidstaten en Zwitserland) zijn vertegenwoordigd in de desbetreffende Raad van bestuur. De EU-bijdrage aan het ITER-project bestaat voornamelijk uit door Fusion for Energy aangekochte grote systemen en componenten die gedurende de bouwfase "in natura" aan de ITER-organisatie worden geleverd. Het Europees Parlement is verantwoordelijk voor het verstrekken van de kwijting van de begroting voor Fusion for Energy.

Een belangrijk kenmerk van de bouw van ITER is de extreme technische uitdaging daarvan. Door de ongeziene schaal en complexiteit van het project is dit een enorme onderneming met bijdragen op het gebied van civieltechnische, mechanische, elektrische en nucleaire engineering.

ITER deelt bepaalde kenmerken met andere grootschalige projecten van belang voor de EU: zij kunnen buitensporig duur zijn in vergelijking met de kleine EU-begroting en zij hebben de neiging de oorspronkelijke kostenramingen te overschrijden. De daaruit voortvloeiende behoefte aan extra fondsen resulteert hetzij in een herschikking van middelen die reeds waren toegewezen aan andere prioriteiten, hetzij in het in vraag stellen van de grenzen die zijn vastgesteld in het meerjarig financieel kader (MFK). Over deze gevolgen is ook gediscussieerd binnen het Europees Parlement. Bovendien kan uitsluitend over een herschikking worden beslist na een lang en ingewikkeld interinstitutioneel proces dat risico's genereert voor het nakomen van de door de EU op internationaal niveau aangegane verbintenissen.

Dit is geen duurzaam model. Er is een nieuwe aanpak nodig die langetermijnzekerheid biedt voor dit veeleisende project. Om deze reden heeft de Commissie in haar mededeling van 29 juni 2011 "Een begroting voor Europa 2020"[5] voorgesteld om de EU-bijdrage aan het ITER-project na 2013 te financieren buiten het meerjarig financieel kader (MFK). Zij heeft derhalve voorgesteld een aanvullend onderzoeksprogramma in het kader van het Euratom-Verdrag op te zetten voor de bijdrage van de EU aan het ITER-project voor de periode 2014-2018.

Opgemerkt dient te worden dat de looptijd van onderzoeksprogramma's krachtens het Euratom-Verdrag beperkt is tot vijf jaar. Overeenkomstig de ITER-overeenkomst heeft het ITER-project een initiële looptijd van 35 jaar (d.w.z. tot 2041). Er zullen dus besluiten van de Raad nodig blijven om de EU-bijdrage aan dit project te financieren.

2.           TOEPASSINGSGEBIED VAN HET VOORSTEL

Het voorgestelde aanvullende onderzoeksprogramma heeft betrekking op de bijdragen voor de bouw van de ITER-faciliteit, de aankoop van uitrusting en installaties en de algemene technische en administratieve ondersteuning van het project gedurende de bouw, alsook op de bijdragen voor de deelname aan de ingebruikname en de initiële exploitatie van de faciliteit en voor andere aan ITER gerelateerde activiteiten, bijvoorbeeld in het kader van de overeenkomst betreffende de bredereaanpakactiviteiten.

Euratom zal blijven deelnemen aan de governance en het beheer van en het verstrekken van personeel voor de ITER-organisatie en Fusion for Energy overeenkomstig het bepaalde in de Overeenkomst tot oprichting van de ITER-organisatie en de beschikking van de Raad tot oprichting van Fusion for Energy.

3.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

In dit voorstel wordt ten volle rekening gehouden met de antwoorden op een uitgebreide openbare raadpleging, gebaseerd op het groenboek "Van uitdagingen naar kansen: naar een gemeenschappelijk strategisch kader voor EU-financiering van onderzoek en innovatie"[6], in het kader van de voorbereiding van het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014-2018) dat bijdraagt tot het "Horizon 2020"-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie.

In deze raadpleging en in de interne en externe evaluaties voor de opstelling van de effectbeoordeling werd ook ITER behandeld. Conclusie van deze effectbeoordeling was dat de baten van ITER, die in evenwicht zijn met de wetenschappelijke, technische en financiële risico's, zijn: op lange termijn de commerciële exploitatie van fusie-energie en op kortere termijn een versterking van het concurrentievermogen en dus van de industrie.

Op basis van de mededeling van 29 juni 2011 werden diverse opties onderzocht voor de manier om het ITER-project buiten het MFK om te financieren. Door een aanvullend, met bijdragen van de lidstaten gefinancierd onderzoeksprogramma vast te stellen, wordt gezorgd voor continuïteit van het project, met name ten opzichte van onze internationale partners. Hierdoor wordt ook voorkomen dat nieuwe onderhandelingen van start moeten gaan om de ITER-overeenkomst te wijzigen, een ingewikkeld proces met veel onzekerheden.

4.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De rechtsgrondslag voor het aanvullend onderzoeksprogramma is artikel 7 van het Euratom-Verdrag. Het aanvullend onderzoeksprogramma, dat over 5 jaar loopt, wordt vastgesteld via een specifiek besluit van de Raad.

5.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

In het 'Financieel memorandum' dat aan dit voorstel is gehecht, worden de budgettaire gevolgen en de personele en administratieve middelen, vereist voor de tenuitvoerlegging van het aanvullend onderzoeksprogramma, omschreven.

2011/0460 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

houdende vaststelling van een aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project (2014-2018)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 7,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement[7],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[8],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project[9] (hierna de "ITER-overeenkomst") is op 21 november 2006 ondertekend door de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), de Volksrepubliek China, de Republiek India, Japan, de Republiek Korea, de Russische Federatie en de Verenigde Staten van Amerika. Bij de ITER-overeenkomst wordt de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie (hierna de "ITER-organisatie") opgericht die de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de bouw, het bedrijf, de exploitatie en de deactivatie van de ITER-faciliteiten.

(2) Krachtens de ITER-overeenkomst moeten alle partijen bijdragen leveren tot de ITER-organisatie via passende juridische entiteiten die "Binnenlandse Agentschappen" worden genoemd. Het Europees Binnenlands Agentschap dat moet zorgen voor uitvoering van de Euratom-verplichtingen ten opzichte van de ITER-organisatie is opgericht bij Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan[10].

(3) In het kader van de onderhandelingen om de steun te verkrijgen van andere partijen bij de ITER-overeenkomst om de locatie voor ITER in Europa te kiezen, werd in 2007 de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie[11] gesloten met het oog op de uitvoering van aanvullende gezamenlijke fusie-onderzoeksactiviteiten op het grondgebied van Japan teneinde de snelle start van een kwalitatief hoogstaande exploitatie van ITER te waarborgen. De bredere­aanpak­­activiteiten en andere aan ITER gerelateerde activiteiten worden uitgevoerd via de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie. De financiering van de bredereaanpakactiviteiten wordt voornamelijk gewaarborgd door bijdragen in natura van sommige leden van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, terwijl het resterende deel van de Euratom-bijdrage gedekt wordt door de Euratom-begroting.

(4) De geraamde kosten voor de bouw van ITER zijn gestegen ten opzichte van de oorspronkelijke ramingen van 2001 waarop de ITER-overeenkomst gebaseerd was. In zijn conclusies van 12 juli 2010 inzake de stand van zaken van ITER en mogelijke verdere maatregelen heeft de Raad van de Europese Unie de Europese bijdrage voor de ITER-bouwfase beperkt tot een bedrag van 6,6 miljard euro, waarde 2008. Overeenkomstig deze conclusies wordt de Europese bijdrage gefinancierd uit de middelen van Euratom (80%) en door Frankrijk (20%) en heeft deze financiering betrekking op bouwkosten, bedrijfskosten en onvoorziene kosten. In reactie op deze conclusies heeft de Commissie voorgesteld om het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[12] te wijzigen wat het meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode 2007-2013 betreft, teneinde extra middelen te verstrekken voor ITER in de periode 2012-2013.

(5) Voor de periode na 2013 heeft de Commissie in haar mededeling "Een begroting voor Europa 2020"[13] voorgesteld het ITER-project buiten het MFK te financieren. Bijgevolg moet een aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project worden vastgesteld voor de periode 2014 tot en met 2018.

(6) Het aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project moet worden gefinancierd met bijdragen van de lidstaten op basis van een afroepingspercentage dat wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen (BNI) als gedefinieerd met het oog op de berekening van de op het BNI gebaseerde bijdrage aan de eigen middelen van de algemene begroting van de Europese Unie. Deze bijdragen worden opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie en worden toegewezen aan dit aanvullend programma. Derde landen die met Euratom een samenwerkings­overeenkomst op het gebied van beheerste kernfusie hebben gesloten waarbij hun respectieve onderzoeksprogramma's worden geassocieerd met de Euratom-programma's, moeten eveneens een bijdrage kunnen leveren aan het programma.

(7) De financiële belangen van de Unie moeten gedurende de gehele uitgavencyclus worden beschermd door middel van evenredige maatregelen, waaronder de preventie, de opsporing en het onderzoek van onregelmatigheden, de terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of oneigenlijk gebruikte bedragen en, indien nodig, sancties.

(8) Het Wetenschappelijk en technisch comité heeft bij de Commissie advies uitgebracht over het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014-2018) dat bijdraagt tot het "Horizon 2020"-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. De wetenschappelijke en technische inhoud van de ITER-activiteiten blijft ongewijzigd in dit aanvullend onderzoeksprogramma.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project wordt vastgesteld voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 (hierna "het programma"). In het kader van het programma worden activiteiten gefinancierd die vereist zijn als bijdrage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) aan de ITER-organisatie, inclusief de activiteiten die noodzakelijk zijn voor de bouw, het bedrijf en de exploitatie van de ITER-faciliteiten, en als bijdrage aan de aan ITER gerelateerde activiteiten. De wetenschappelijke en technologische doelstelling, grondreden en activiteiten van/voor het programma zijn uiteengezet in de bijlage.

Artikel 2

Het programma wordt gefinancierd via een maximumbijdrage van 2,573 miljoen euro (huidige waarde) overeenkomstig artikel 3.

Artikel 3

Het programma wordt gefinancierd met bijdragen van de lidstaten op basis van een afroepingspercentage dat wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen (BNI) als gedefinieerd met het oog op de berekening van de op het BNI gebaseerde bijdrage aan de eigen middelen van de algemene begroting van de Europese Unie. Deze bijdragen worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten voor het programma in overeenstemming met [artikel XX van Verordening (EU) nr. XX/2012 van het Europees Parlement en de Raad [Nieuwe financiële verordening][14] .

Artikel 4

Derde landen die met Euratom een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van beheerste kernfusie hebben gesloten waarbij hun respectieve onderzoeksprogramma's worden geassocieerd met de Euratom-programma's (hierna "geassocieerde landen"), kunnen eveneens een bijdrage leveren aan het programma.

De bijdrage van de geassocieerde landen wordt vastgelegd in de respectieve samenwerkings­overeenkomsten met Euratom op het gebied van beheerste kernfusie.

Artikel 5

Het programma wordt door de Commissie ten uitvoer gelegd overeenkomstig Verordening (EU) nr. XXXX/2012 [Nieuwe financiële verordening].

De Commissie kan de tenuitvoerlegging van het programma toevertrouwen aan de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie[15] overeenkomstig [artikel XX van Verordening (EU) nr. XXXX/2012 van het Europees Parlement en de Raad [Nieuwe financiële verordening].

Artikel 6

1. De Commissie neemt passende maatregelen om ervoor te zorgen dat bij de uitvoering van uit hoofde van dit besluit gefinancierde acties, de financiële belangen van de Unie worden beschermd door de toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten, door middel van doeltreffende controles en, indien onregelmatigheden worden ontdekt, door middel van terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen en, voor zover van toepassing, door middel van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

2. De Commissie of haar vertegenwoordigers en de Rekenkamer hebben de bevoegdheid om audits, op basis van documenten en controles en verificaties ter plaatse, uit te voeren bij alle begunstigden, contractanten, subcontractanten en andere derde partijen die uit hoofde van dit besluit middelen van de Unie hebben ontvangen.

Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan overeenkomstig de procedures van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 controles en verificaties ter plaatse bij de direct of indirect bij de financiering betrokken economische subjecten uitvoeren om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten in verband met een subsidieovereenkomst of ‑besluit of een contract betreffende financiering door de Unie, waardoor de financiële belangen van de Unie zijn geschaad.

Onverminderd de eerste en de tweede alinea verlenen de uit dit besluit voortvloeiende samenwerkingsovereenkomsten met derde landen en internationale organisaties, subsidieovereenkomsten en ‑besluiten en contracten de Commissie, de Rekenkamer en OLAF uitdrukkelijk de bevoegdheid om dergelijke audits en controles en verificaties ter plaatse uit te voeren.

Artikel 7

Deze beschikking treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij wordt van kracht met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te …

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

BIJLAGE

WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE DOELSTELLING, GRONDREDEN EN ACTIVITEITEN VAN/VOOR HET AANVULLEND ONDERZOEKSPROGRAMMA VOOR HET ITER-PROJECT

Wetenschappelijke en technologische doelstelling

De doelstelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project is de tenuitvoerlegging van ITER als een belangrijke stap naar de uiteindelijke bouw van prototypereactoren voor op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrales die veilig, duurzaam, milieuverantwoord en economisch levensvatbaar zijn.

De eerste prioriteit van de strategie om die doelstelling te bereiken is de bouw zelf van ITER (een zeer grote experimenteerfaciliteit waarin de wetenschappelijke en technologische haalbaarheid van fusie-energie wordt aangetoond), gevolgd door de bouw van een demonstratie-eenheid van een op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrale.

Grondreden

Fusie heeft het potentieel om binnen enkele decennia een grote bijdrage te leveren aan een duurzame en verzekerde energievoorziening voor de Unie. De succesvolle ontwikkeling fusie-energie kan zorgen voor een energievoorziening die veilig, duurzaam en milieuvriendelijk is.

De mondiale dimensie van O&O op fusiegebied vandt haar uitdrukking in de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie, die de grondslag hebben gelegd voor de ITER-activiteiten.

Activiteiten

Het aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project behelst de Euratom-bijdrage aan de activiteiten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (Fusion for Energy), als uiteengezet in de beschikking van de Raad van 27 maart 2007 (2007/198/Euratom).

De activiteiten van Fusion for Energy, in de periode 2014-2018, zijn de volgende:

(a) de Euratom-bijdrage leveren aan de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie, met inbegrip van die O&O-activiteiten welke noodzakelijk zijn om de basis te leggen voor de aankoop van de ITER-componenten en de testmantelmodules voor ITER;

(b) de Euratom-bijdrage te leveren voor de bredereaanpakactiviteiten met Japan;

(c) naargelang passend, andere activiteiten teneinde de basis te leggen voor het ontwerp van een demonstratiereactor en de daaraan gerelateerde faciliteiten.

De werking van Fusion for Energy en het beheer en de personeelsbezetting ervan, alsook de desbetreffende algemene technologische en administratieve ondersteuning, worden eveneens verzekerd door het aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project.

De gedetailleerde werkprogramma's voor de tenuitvoerlegging van de bovengenoemde activiteiten worden jaarlijks vastgesteld door de Raad van bestuur van Fusion for Energy.

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.           KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

              1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

              1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

              1.3.    Aard van het voorstel/initiatief

              1.4.    Doelstelling(en)

              1.5.    Motivering van het voorstel/initiatief

              1.6.    Duur en financiële gevolgen

              1.7.    Beheersvorm(en)

2.           BEHEERSMAATREGELEN

              2.1.    Regels inzake het toezicht en de verslagen

              2.2.    Beheers- en controlesysteem

              2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.           GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

              3.1.    Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

              3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven

              3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

              3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

              3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

              3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

              3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering

              3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief

Besluit van de Raad houdende vaststelling van een aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project (2014-2018)

1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[16]

- XX XX ITER

1.3. Aard van het voorstel/initiatief

¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[17]

ý Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie

¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

1.4. Doelstellingen 1.4.1. De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

Het aanvullend onderzoeksprogramma voor het ITER-project ("het programma") heeft als algemene doelstelling bij te dragen tot het op lange termijn koolstofarm maken van het energiesysteem op een veilige, doeltreffende en goed beveiligde wijze. Het programma zal bijdragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en van het vlaggenschipinitiatief 'Innovatie-Unie', meer bepaald door steun aan de mobilisering van de Europese hightechindustrie wat zal resulteren in nieuwe vaardigheden en productiecapaciteiten door deelname aan aanbestedingen voor de aankoop van uitrusting/apparatuur voor Fusion for Energy (F4E).

1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten voor werkzaamheden onder contract

De Euratom-bijdrage leveren voor de ITER-organisatie voor de bouw, het bedrijf en de exploitatie van de ITER-faciliteiten, alsmede voor de aan ITER gerelateerde activiteiten.

Betrokken ABM/ABB-activiteiten:

1.4.3. Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten voor eigen werkzaamheden door het JRC

N.v.t.

1.4.4. Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

Het aanvullend onderzoeksprogramma zal het mogelijk maken dat Europa binnen het kader van een internationale samenwerking bijdraagt tot de bouw van de ITER-faciliteit. Aangezien Europa de grootste bijdrage levert aan het project (45% van de bouwkosten) zullen de effecten van het programma het grootst zijn in Europa. Deze effecten zullen zich zowel op korte termijn (concurrentievoordelen voor de Europese industrie) als op lange termijn (een leidende rol van Europa bij de commerciële exploitatie van fusie-energie) doen gevoelen.

Het project heeft reeds een positief effect op het industriële concurrentievermogen en de werkgelegenheid gezien de aard van de ITER-activiteiten (aankoop van hightech­componenten of gebouwen), wat een industriële bijdrage vergt op het gebied van civieltechnische, mechanische, elektrische en nucleaire engineering die onder nooit voordien geziene voorwaarden worden gecombineerd. Meer dan drie vierde van de totale bijdrage van de Gemeenschap aan ITER zal resulteren in contracten met privé-ondernemingen. Direct ten gevolge van ITER-activiteiten zullen er in Europa vele nieuwe banen worden gecreëerd aangezien een groot deel van de uitgaven bestemd is voor O&O- en engineeringstaken die arbeidsintensiever zijn dan gewone fabricage.

Op lange termijn biedt ITER een unieke kans voor de Europese hightechindustrie en de bouwsector om mondiaal een concurrentievoordeel te verwerven en een vooraanstaande speler te worden bij het ontwerp van fusiecentrales van de eerste generatie en de internationale commercialisering daarvan.

1.4.5. Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

De indicatoren die de voortgang zullen meten van de Europese bijdragen aan de bouw van ITER zijn: het bereiken van de F4E-mijlpalen, waarbij de Europese gemeenschappelijke onderneming de taak heeft componenten aan te kopen en die gedurende de bouwfase van het project als bijdrage "in natura" aan ITER te leveren.

F4E heeft in zijn projectplan belangrijke mijlpalen vastgesteld die betrekking hebben op alle aankoopactiviteiten in de bouwfase van ITER. In de algemene planning en het jaarlijkse werkprogramma van F4E is een tijdschema gespecificeerd voor het bereiken van deze mijlpalen, terwijl geregelde rapporten aan de beheersinstantie (de Raad van bestuur) en de EU-Raad de nodige informatie over de voortgang zullen verstrekken.

1.5. Motivering van het voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

In haar mededeling van 29 juni 2011 "Een begroting voor Europa 2020" heeft de Commissie voorgesteld de bijdrage van de EU aan het ITER-project na 2013 te financieren buiten het meerjarig financieel kader (MFK). Dit voorstel wordt via dit aanvullend onderzoeksprogramma ten uitvoer gelegd.

1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

Gezien de risico's, kosten en langetermijnaard van het ITER-project kan dit onmogelijk door afzonderlijke lidstaten of zelfs door de EU als geheel worden uitgevoerd. Het bleek dus nodig een mondiaal kader tot stand te brengen om dit project ten uitvoer te leggen. Actie op Europees niveau om deel te nemen aan deze internationale onderneming maakt dat de risico's kunnen worden gedeeld en biedt schaalvoordelen die anders niet kunnen worden verwezenlijkt.

1.5.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

In het project 'Joint European Torus' (JET) is de efficiëntie aangetoond van de bouw en het bedrijf van een grote infrastructuur voor fusie-onderzoek onder de coördinatie van Euratom en is gebleken dat op die manier de wetenschappelijke en industriële baten worden gemaximaliseerd. De schaal voor de bouw van ITER is echter zonder precedent, wat een mondiale samenwerking noodzakelijk maakt die zonder voorgaande is.

1.5.4. Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

Het programma zal synergieën en onderlinge aanvulling mogelijk maken van fusie-onderzoeksactiviteiten in het toekomstige Euratom-onderzoeksprogramma dat een aanvulling vormt op Horizon 2020 (2014-2018). De in dit kader op te zetten acties zullen met name een belangrijke wetenschappelijke bijdrage leveren voor de bouw en exploitatie van ITER en zullen belangrijke risicobeperkende maatregelen inhouden. De resultaten van de in het kader van het Euratom-onderzoekskaderprogramma voor 2012-2013 uit te voeren fusie-onderzoeksactiviteiten zullen ook een belangrijke bijdrage leveren aan de activiteiten van het programma.

1.6. Duur en financiële gevolgen

ý Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

– ý  Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 1/1/2014 tot en met 31/12/2018

– ý  Financiële gevolgen vanaf 2014 tot en met 2026

¨ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

– Uitvoering met een opstartperiode vanaf YYYY tot en met YYYY,

– gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7. Beheersvorm(en)[18]

ý Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie

ý Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan:

– ¨  uitvoerende agentschappen

– ý  door de Unie opgerichte organen[19]

– ¨  nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

– ¨  personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement

¨ Gedeeld beheer met lidstaten

¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen

¨ Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen:

Het beheer verloopt via de diensten van de Commissie en via de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie ("Fusion for Energy" – F4E). De Commissie vertegenwoordigt Euratom in de instanties op hoog niveau van zowel de ITER-organisatie (IO) als F4E.

2. BEHEERSMAATREGELEN

Het programma wordt ten uitvoer gelegd via F4E dat de Euratom-bijdrage aan het ITER-project en de Euratom-bijdrage aan andere aan ITER gerelateerde activiteiten, zoals de bredereaanpakactiviteiten met Japan, kanaliseert.

De Commissie is vertegenwoordigd in de besluitvormingsorganen van F4E en van de ITER-organisatie.

Op internationaal niveau vertegenwoordigt de Commissie Euratom in het besluitvormingsorgaan van de IO, de ITER-Raad, en neemt zij deel aan de werkzaamheden van het Wetenschappelijk en technisch Raadgevend comité (Scientific and Technical Advisory Committee - STAC) en van het Beheersadviescomité (Management Advisory Committee - MAC) van de ITER-Raad.

Wat governance en beheer van F4E betreft, is de Commissie een lid van Fusion for Energy en neemt zij, namens Euratom, deel aan de werkzaamheden van de organen ter bestuur van deze gemeenschappelijke onderneming, d.w.z. de Raad van bestuur, het Uitvoerend comité (ExCo), het Panel voor technisch advies, het Administratief en financieel comité (AFC) en het "Bureau".

2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen

Er is een monitoringsysteem ingesteld om outputs van de hoogste kwaliteit en het efficiëntste gebruik van de hulpbronnen te garanderen. De monitoring en rapportering zijn gebaseerd op de beheers- en rapporteringsregels die gelden voor F4E en de IO waarbij alle cruciale documenten door de governance-instanties moeten worden goedgekeurd. Met behulp van deze instanties monitort en herziet de Commissie de documenten ter sturing van de activiteiten met het oog op de tenuitvoerlegging van het ITER-project, zoals de werkprogramma's, het jaarlijks activiteitenverslag, de projectplannen, de plannen met een raming van de beschikbare middelen, de personeelsbeleidsplannen, de begrotingen, de rekeningen, enz.

F4E zet een projectbeheers‑ en rapporteringsproces op, met een volledige integratie van de verschillende aspecten van het systeem voor rapportering aan de Raad van Bestuur.

Jaarlijks, en in overeenstemming met de conclusies van de Raad van 12 juli 2010 (Ontwerp 11902/10 RECH 255 ATO 38 BUDGET 45; vaststelling 11821/10 ADD 1), brengt F4E bij de Raad verslag uit over de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van het kostenbeheersings‑ en ‑besparingsplan en over de prestaties en het beheer van de gemeenschappelijke onderneming en het ITER-project, inclusief de voltooiing van de geplande activiteiten binnen de grenzen van de jaarbegroting.

In reactie op deze conclusies van de Raad heeft Fusion for Energy een onafhankelijke deskundige aangesteld die de voortgang van het project op basis van de bestaande rapporten zal beoordelen en die jaarlijks zijn advies zal indienen bij de Raad van bestuur van F4E en bij de Raad Concurrentievermogen.

Bovendien hebben F4E en de Commissie een administratieve overeenkomst ondertekend waarin de specifieke voorwaarden voor de overdracht door de Commissie van de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan F4E zijn omschreven.

2.2. Beheers- en controlesysteem

De Commissie neemt deel aan de besluitvormingsorganen van de IO en eveneens aan de beheersinstanties van F4E.

Op het niveau van de Commissie zullen de diensten van het DG dat bevoegd is voor de gemeenschappelijke onderneming alle initiatieven volgen en evalueren die vereist zijn om het ITER-project op doeltreffende wijze ten uitvoer te leggen, in het bijzonder de initiatieven van financiële aard.

Voorts zal de dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie vanaf 2012 optreden als Interne Auditor van F4E, onder de tussen het Directoraat-generaal van de IAS en F4E overeengekomen voorwaarden.

Bovendien beschikt het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) over dezelfde bevoegdheden ten aanzien van F4E en het personeel daarvan als het heeft in verband met de Commissiediensten.

Wat de governance van Fusion for Energy betreft, heeft de Raad van bestuur van F4E in mei 2011 op initiatief van de Commissie een reeks maatregelen vastgesteld om de governance en het beheer van F4E te verbeteren. Deze reeks maatregelen omvat de oprichting van het AFC dat bij de Raad van bestuur opmerkingen en aanbevelingen indient over administratieve en financiële kwesties; een "Bureau" dat de werkzaamheden en besluiten van de Raad van bestuur voorbereidt; alsmede een herziening van de rol van het ExCo waarbij de klemtoon zal liggen op de upstream-aankoopactiviteiten van F4E.

De nieuw aangewezen directeur heeft bovendien per 1 januari 2011 een nieuwe organisatiestructuur ingevoerd om te komen tot een meer projectgeoriënteerde organisatie met een sterke financiële dienst.

De financiële verordening voor F4E is vergelijkbaar met de financiële verordening van de Commissie en bevat procedures voor openbare aanbestedingen die voldoen aan de gevestigde normen van de Commissie. De door F4E in overeenstemming met de desbetreffende financiële verordening gesloten contracten omvatten de vereiste bepalingen inzake het toezicht op en de controle van het gebruik van de begrotingsmiddelen van F4E. Na adviezen van de Rekenkamer heeft F4E, rekening houdend met de voornaamste aanbevelingen van de Rekenkamer, zijn financiële verordening herzien.

F4E legt rekenschap af aan zijn Raad van bestuur en aan het Europees Parlement, waarbij die laatste de jaarlijkse kwijting voor de begroting verleent, gebaseerd op een aanbeveling van de Raad. Voorts wordt F4E twee keer per jaar aan een audit door de Europese Rekenkamer onderworpen, die als onderdeel van de jaarlijkse kwijting een verslag toezendt aan de Commissie, de Raad en het Parlement. Voor gemeenschappelijke beheersactiviteiten tussen F4E en ITER (zoals gezamenlijke aankopen) zal de Commissie er blijven op toezien dat de procedures voor boekhouding, interne controle, auditing en openbare aanbestedingen van de partners conform de EU-regels en ‑normen zijn. Met de naar aanleiding van afgelopen audits door de Rekenkamer verstrekte aanbevelingen wordt rekening gehouden.

2.2.1. Interne controlemiddelen

Het kader voor interne controle is gebouwd op de volgende elementen:

1. de normen voor interne controle van de Commissie, die door het voor het ITER-project bevoegde Directoraat-generaal worden toegepast bij de vaststelling van besluiten inzake F4E, met name wanneer die van financiële aard zijn;

2. de normen voor interne controle die F4E invoert met het oog op de uitvoering van systematische controles en follow-up van de tenuitvoerlegging van de resulterende aanbevelingen. Gedetacheerde personeelsleden van de Commissie hebben hun steun verleend om F4E bij te staan bij de tenuitvoerlegging van het Actieplan voor interne controle, de vaststelling van checklists, de toepassing van een geregeld bewakingsmechanisme en het toezicht op het begrotingsbeheer;

3. een evaluatie door de Commissie van de technische, financiële en beleidsaspecten van de F4E‑ en ITER-activiteiten in elke fase van het project;

4. voorafgaande controles van de aankoopprocedures en controles achteraf. De risico's worden op gezette tijden beoordeeld en de voortgang bij de uitvoering van de werkzaamheden en het verbruik van hulpmiddelen wordt regelmatig gemonitord, met gebruikmaking van de vastgelegde doelstellingen en indicatoren.

2.2.2.     Verwacht risico van niet-naleving

Gezien de aard van de activiteiten van F4E (grote en complexe aankopen "in natura", met hoge technische risico's) gelden er inherente financiële risico's. Er zijn maatregelen ingevoerd om de functionering van F4E te monitoren en beter te controleren en bovendien zou de reorganisatie van de F4E-structuur de problemen moeten verlichten.

De Commissie zal de met de tenuitvoerlegging van dit project verbonden risico's blijven opsporen en identificeren, met name wat de desbetreffende kosten betreft, en zal de meest geschikte maatregelen treffen om deze risico's te beheren en te beperken.

2.3.        Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Het Directoraat-generaal van de Commissie dat belast is met de tenuitvoerlegging van het ITER-project en de ITER-begroting is vastbesloten om in alle fasen van uitvoering van het project fraude te bestrijden overeenkomstig de fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie, COM(2011) 376 van 24 juni 2011.

De administratieve monitoring van de contracten, subsidies en desbetreffende betalingen gebeuren onder de verantwoordelijkheid van F4E. De Commissie en F4E zien met name toe op het in de hand houden van de kosten.

De Commissie en de gemeenschappelijke onderneming houden rekening met de financiële belangen van de Europese Unie, met name overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen en artikel 53, onder a), van de financiële verordening.

Zij nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat bij de uitvoering van uit hoofde van dit besluit gefinancierde acties, de financiële belangen van de Unie worden beschermd door de toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten, door middel van doeltreffende controles en, indien onregelmatigheden worden ontdekt, door middel van terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen en, voor zover van toepassing, door middel van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

Fusion for Energy is begonnen met de uitwerking van een strategie voor achteraf uitgevoerde audits, die vanaf 2012 ten uitvoer zal worden gelegd. Deze strategie levert een cruciale controle met het oog op de evaluatie van de wettelijkheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties.

Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) heeft dezelfde bevoegdheden ten aanzien van F4E en de personeelsleden daarvan als het heeft ten aanzien van de Commissiediensten.

OLAF kan controles en verificaties ter plaatse uitvoeren bij direct of indirect bij EU-financiering betrokken economische spelers, dit overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996, teneinde na te gaan of er in dit verband fraude, corruptie of andere illegale activiteiten heeft plaatsgevonden bij een subsidie-overeenkomst of een subsidiebesluit of ‑contract betreffende EU-financiering.

3.           GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

2.3. 3.1.    Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

· Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader: || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage

Nummer: 08 01 xx || GK/ NGK ([20]) || van EVA-landen[21] || van kandidaat-lidstaten [22] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement

Buiten het MFK || 08 01 04 40 Fusion For Energy || NGK || NEE || NEE || JA || JA

· Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage

Buiten het meerjarig financieel kader || GK / NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement

H1/buiten het MFK || 08 01 XX 01 Personeelsuitgaven* 08 01 XX 02 Uitgaven voor extern personeel* 08 01 XX 03 Andere beheersuitgaven* 08 06 01 xx Aan ITER gerelateerde uitgaven || GK / NGK || NEE || NEE || JA || JA

* De exacte nummering van de begrotingsonderdelen wordt in een later stadium vastgelegd.

3.2.        Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.     Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

Huidige prijzen - in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

|| || Buiten het meerjarig financieel kader

|| || || Jaar 2014[23] || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || >2018 || TOTAAL ||

Ÿ Beleidskredieten buiten het MFK || || || || || || || ||

Nummer begrotingsonderdeel 08 06 01 xx ITER || Vastleggingen || (1) || 897,230 || 631,578 || 285,383 || 282,081 || 253,262 || - || 2 349,534 ||

Betalingen || (2) || 107,000 || 306,140 || 405,263 || 304,368 || 353,455 || 873,308 || 2 349,534 ||

Uit het budget voor het ITER-programma gefinancierde administratieve kredieten[24] || || || || || || || ||

Nummer begrotingsonderdeel. 08 01 04 40 F4E -personeel || || (3) || 43,000 || 43,860 || 44,737 || 45,632 || 46,545 || - || 223,774 ||

TOTAAL kredieten Buiten het MFK || Vastleggingen || =1+1a +3 || 940,230 || 675,438 || 330,120 || 327,713 || 299,807 || || 2 573,308 ||

Betalingen || =2+2a +3 || 150,000 || 350,000 || 450,000 || 350,000 || 400,000 || 873,308 || 2 573,308 ||

|| || Rubriek 1

DG: || || || Jaar 2014[25] || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || >2018 || TOTAAL

Ÿ Beleidskredieten || || || || || || ||

Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1) || || || || || || ||

Betalingen || (2) || || || || || || ||

Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1a) || || || || || || ||

Betalingen || (2a) || || || || || || ||

Uit het budget voor specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[26] || || || || || || ||

Nummer begrotingsonderdeel 08 01 XX 01 08 01 XX 02 08 01 XX 03 || || (3) || 6,350 0,960 2,559 || 6,477 0,979 2,610 || 6,606 0,999 2,662 || 6,738 1,019 2,715 || 6,874 1,039 2,769 || || 33,045 4,996 13,315

TOTAAL kredieten voor || Vastleggingen || =1+1a +3 || 9,869 || 10,066 || 10,267 || 10,472 || 10,682 || || 51,356

Betalingen || =2+2a +3 || 9,869 || 10,066 || 10,267 || 10,472 || 10,682 || || 51,356

Ÿ TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || || 0

Betalingen || (5) || || || || || || ||

Ÿ TOTAAL uit het budget voor specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || ||

TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 a van het meerjarig financiële kader || Vastleggingen || || || || || || || ||

Betalingen || || || || || || || ||

Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken: N.v.t.

In miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

|| || || Jaar 2014[27] || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || >2018 || TOTAAL

TOTAAL kredieten onder rubriek 1/BUITEN HET MFK || Vastleggingen || 950,099 || 685,504 || 340,387 || 338,185 || 310,489 || || 2 624,664

Betalingen || 159,869 || 360,066 || 460,267 || 360,472 || 410,682 || 873,308 || 2 624,664

3.2.2.     Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

– ý  Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2017+2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL

OUTPUTS

Soort output[28] || Gem. kosten van de output || Aantal  outputs || Kos-ten || Aantal  outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal  outputs || Kos-ten || Aantal  outputs || Kos-ten || Aantal  outputs || Kos-ten || Totaal aantal outputs || Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[29]… || || || || || || || || || || || || || || || ||

- Output* || || || 1 || 897,230 || 1 || 631,578 || 1 || 285,383 || 1 || 282,081 || 1 || 253,262 || || || || || 5 || 2 349,534

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || || || || || || || || || || || || || || ||

TOTALE KOSTEN || 1 || 897,230 || 1 || 631,578 || 1 || 285,383 || 1 || 282,081 || 1 || 253,262 || || || || || 5 || 2 349,534

* De output van het ITER-project bestaat uit een door F4E (het Barcelona-agentschap) ingediend jaarlijks activiteitenverslag waarin de voortgang van het project wordt beschreven.

3.2.3.     Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.1.  Samenvatting

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

– ý  Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

|| Jaar 2014[30] || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || TOTAAL

RUBRIEK 1 van het meerjarige financiële kader || || || || || ||

Personele middelen voor uitvoering van het programma || 7,310 || 7,456 || 7,605 || 7,757 || 7,913 || 38,041

Andere administratieve uitgaven || 2,559 || 2,610 || 2,662 || 2,715 || 2,769 || 13,315

Subtotaal RUBRIEK 1 van het meerjarige financiële kader || 9,869 || 10,066 || 10,267 || 10,472 || 10,682 || 51,356

Buiten het MFK || || || || || ||

Personele middelen || 33,996 || 34,676 || 35,369 || 36,077 || 36,798 || 176,916

Andere administratieve uitgaven * || 9,004 || 9,184 || 9,368 || 9,555 || 9,747 || 46,858

|| || || || || ||

* ramingen

TOTAAL || 52,869 || 53,926 || 55,004 || 56,104 || 57,227 || 275,130

3.2.3.2.  Geraamde personeelsbehoeften

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

– ý Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)

|| Jaar 2014[31] || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || TOTAAL

|| Ÿ Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) voor ITER, te integreren in een specifieke lijst van het aantal ambten voor ITER in Rubriek 1

Zetel || 50 || 50 || 50 || 50 || 50 || 50

|| || || || || ||

|| || || || || ||

|| || || || || ||

|| Ÿ Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE)[32] voor ITER in Rubriek 1 ||

CA, INT, SNE || 15 || 15 || 15 || 15 || 15 || 15

|| || || || || ||

08 01 04 40[33] || - Zetel[34] || || || || || ||

- (JU ITER-F4E (Barcelona) (*) || 422 || 422 || 422 || 422 || 422 || 422

XX 01 05 02 (CA, INT, SNE - Onderzoek door derden) || || || || || ||

10 01 05 02 (CA, INT, SNE - Eigen onderzoek) || || || || || ||

Andere begrotingsonderdelen (te vermelden) || || || || || ||

TOTAAL || 487 || 487 || 487 || 487 || 487 || 487

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG RTD zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

De administratieve kosten (inclusief personeel) voor de uitvoering van het ITER-programma (buiten de subsidie voor huishoudelijke uitgaven van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER (F4E)) moeten de beleidskredieten voor het ITER-programma zelf volgen.

(*) De 422 VTE gefinancierd in Begroting 2012 onder het begrotingsonderdeel 08.01 04 40.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Het op de zetel werkende personeel is belast met de omschrijving en vervolgens follow-up van de activiteiten van zowel het Agentschap in Barcelona (F4E) als het ITER-project wanneer de Commissie een vertegenwoordiger is van het Europese partnerschap. Het personeel dat werkzaam is in het Agentschap in Barcelona (F4E) is belast met de Europese bijdrage voor de aankoop, contractering en financiële tenuitvoerlegging van het werkplan voor de Internationale organisatie ITER als omschreven in Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 betreffende ITER.

Extern personeel

3.2.4.     Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

– ¨  Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader.

– ¨  Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader.

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

– ¨  Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[35].

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.2.5.     Bijdrage van derden aan de financiering

– ¨  Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

– ý Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd*:

Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

|| Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || Totaal

Medefinancieringsbron || || || || || || || ||

TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || ||

* Het programma kan bijdragen ontvangen van derde landen (gebaseerd op de samenwerkingsovereenkomst tussen de derde landen en Euratom) die in dit stadium nog niet bekend zijn.

3.3.        Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

– ¨  Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

– ý  Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

¨         voor de eigen middelen

ý         voor de diverse ontvangsten

in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

Begrotings­onderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[36]

Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel XXXX || || || || || || || ||

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

08 01 04 40, 08 06 01 Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

Het programma wordt gefinancierd met bijdragen van de lidstaten op basis van een afroepingspercentage dat voor elke lidstaat wordt toegepast op zijn bruto nationaal inkomen (BNI) als gedefinieerd met het oog op de berekening van de op het BNI gebaseerde bijdrage aan de eigen middelen van de algemene begroting van de Europese Unie. Deze bijdragen worden opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie en worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten voor het programma in overeenstemming met artikel 18 van Verordening (EU) nr. XX/2012 van het Europees Parlement en de Raad [Nieuwe financiële verordening], van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie.

[1]               Oorspronkelijk 'International Thermonuclear Experimental Reactor' (internationale thermonucleaire experimentele reactor) genoemd.

[2]           PB L 358 van 16.12.2006, blz. 62.

[3]               PB L 246 van 21.9.2007, blz. 34.

[4]               PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58.

[5]               COM(2011) 500 definitief van 29.6.2011.

[6]               COM(2011) 48.

[7]               PB C , , blz. .

[8]               PB C , , blz. .

[9]               PB L 358, 16.12.2006, blz. 62.

[10]             PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58.

[11]             PB L 246 van 21.9.2007, blz. 34.

[12]             PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

[13]             COM(2011) 500 definitief.

[14]             PB L …

[15]             Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan.

[16]             ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based Budgeting.

[17]             In de zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel Reglement.

[18]             Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html

[19]             In de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement.

[20]             GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

[21]             EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

[22]             Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.

[23]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[24]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

[25]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[26]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

[27]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[28]             Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).

[29]             Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…".

[30]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[31]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[32]             AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).

[33]             Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).

[34]             Vooral voor structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF).

[35]             Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[36]             Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.