Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het gunnen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten /* COM/2011/0895 definitief - 2011/0439 (COD) */
TOELICHTING 1. Achtergrond van het voorstel –
Motivering en doel van het voorstel De Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame
en inclusieve groei [COM(2010) 2020] is gebaseerd op drie onderling nauw
verbonden en elkaar versterkende prioriteiten: het ontwikkelen van een op
kennis en innovatie gebaseerde economie; het bevorderen van een koolstofarme,
concurrerende economie waarin zuinig wordt omgesprongen met hulpbronnen; en het
stimuleren van een economie met veel werkgelegenheid en sociale en territoriale
cohesie. Overheidsopdrachten spelen in de Europa 2020-strategie
een belangrijke rol. Zij zijn een van de te gebruiken marktinstrumenten om deze
doelstellingen te bereiken, door het ondernemingsklimaat en de voorwaarden voor
bedrijven die willen innoveren, te verbeteren en door een ruimer gebruik van
groene overheidsopdrachten te stimuleren en zo de overgang naar een zuinige en
koolstofarme economie te ondersteunen. In
de Europa 2020-strategie wordt tegelijkertijd beklemtoond dat het beleid inzake
overheidsopdrachten voor een zo efficiënt mogelijke besteding van middelen moet
zorgen en dat de markten voor overheidsopdrachten overal in de EU open moeten
worden gehouden. Om deze uitdagingen aan te gaan moet de
bestaande wetgeving inzake overheidsopdrachten worden herzien en gemoderniseerd
zodat deze beter aansluit bij de ontwikkelingen op politiek, sociaal en
economisch gebied. Dit geldt niet alleen voor staats- en overheidsdiensten maar
ook voor het gunnen van opdrachten door nutsbedrijven, die hun eigen specifieke
aanbestedingsregels hebben. In haar mededeling "Akte voor de interne
markt: Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van
het vertrouwen" van 13 april 2011 heeft de Europese Commissie onder de
twaalf kernacties die vóór het einde van 2012 door de EU-instellingen moeten
zijn goedgekeurd, de herziening en modernisering van het wettelijk kader voor
overheidsopdrachten aangewezen, met als doel de gunning van opdrachten
flexibeler te doen verlopen en te komen tot een betere aanwending van
overheidsopdrachten ter ondersteuning van andere beleidslijnen. Dit voorstel omvat twee complementaire
doelstellingen: ·
de efficiëntie bij het besteden van middelen te
verhogen om te komen tot het best mogelijke aanbestedingsresultaat wat de prijs-kwaliteitverhouding
betreft. Dit betekent in het bijzonder dat de bestaande aanbestedingsregels
eenvoudiger en flexibeler moeten worden. Gestroomlijnde, efficiëntere
procedures zullen alle marktdeelnemers ten goede komen en zullen de
participatie van zowel kmo's als buitenlandse inschrijvers bevorderen. ·
aanbesteders in staat stellen overheidsopdrachten
beter te gebruiken ter ondersteuning van gemeenschappelijke maatschappelijke
doelen zoals milieubescherming, hogere efficiëntie in het gebruik van hulpbronnen
en energie, bestrijding van klimaatverandering, bevordering van innovatie,
werkgelegenheid en maatschappelijke integratie en het garanderen van optimale
omstandigheden voor het verstrekken van maatschappelijke diensten van hoge
kwaliteit. –
Algemene context Overheidsopdrachten spelen een belangrijke rol
in de algemene economische prestaties van de Europese Unie. In Europa besteden
overheidsdiensten ongeveer 18% van het bbp aan werken, leveringen en diensten.
Gelet op het volume van de bestedingen kunnen overheidsopdrachten gebruikt
worden als een krachtige hefboom om te komen tot een interne markt die slimme,
duurzame en inclusieve groei stimuleert. De huidige generatie van
aanbestedingsrichtlijnen – Richtlijn 2004/17/EG[1]
en Richtlijn 2004/18/EG[2]
– zijn het product van een lang ontwikkelingsproces dat in 1971 van start is
gegaan met Richtlijn 71/305/EEG. Deze richtlijnen waarborgen transparante en
niet-discriminerende procedures en willen er zo in de eerste plaats voor zorgen
dat ondernemers uit de hele interne markt ten volle gebruik kunnen maken van de
fundamentele vrijheden wanneer zij concurreren voor overheidsopdrachten. Uit een brede economische evaluatie is
gebleken dat de aanbestedingsrichtlijnen hun doelstellingen in aanzienlijke
mate hebben bereikt. Zij hebben geleid tot meer transparantie en sterkere
concurrentie terwijl de bereikte besparingen meetbaar zijn door lagere prijzen.
Belanghebbenden hebben niettemin te kennen
gegeven dat er behoefte is aan een herziening van de aanbestedingsrichtlijnen om
de regels te vereenvoudigen, de efficiëntie en effectiviteit ervan te verhogen
en deze beter te doen aansluiten bij de politieke, sociale en economische
ontwikkelingen. Gestroomlijnde, efficiëntere procedures zullen de aanbestedende
diensten meer flexibiliteit geven, zullen alle ondernemers ten goede komen en
zullen de participatie van kmo's en buitenlandse inschrijvers bevorderen.
Betere aanbestedingsregels zullen aanbestedende diensten ook in staat stellen
een beter gebruik te maken van overheidsopdrachten ter ondersteuning van
gemeenschappelijke maatschappelijke doelen, zoals milieubescherming, hogere
efficiëntie in het gebruik van hulpbronnen en energie, bestrijding van
klimaatverandering, bevordering van innovatie, werkgelegenheid en
maatschappelijke integratie en het garanderen van optimale omstandigheden voor
het verstrekken van maatschappelijke diensten van hoge kwaliteit. Deze
beleidskeuzen werden bevestigd door de resultaten van een raadpleging van
belanghebbenden, die de Europese Commissie in de lente van 2011 heeft gehouden
en waarin een zeer grote meerderheid van belanghebbenden zich heeft
uitgesproken voor een voorstel tot herziening van de aanbestedingsrichtlijnen
om deze beter aan te passen aan de nieuwe uitdagingen waarmee zowel aanbestedende
diensten als ondernemers te maken krijgen. –
Bestaande bepalingen op het door het voorstel
bestreken gebied Samen met de voorgestelde nieuwe richtlijn
inzake overheidsopdrachten zal het voorstel leiden tot vervanging van de
Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG als centrale onderdelen van het
wetgevingskader inzake overheidsopdrachten van de Europese Unie. De richtlijn zal worden aangevuld met andere
onderdelen van dat wetgevingskader: ·
Richtlijn 2009/81/EG[3]
voorziet in bijzondere regels voor aanbestedingen op het gebied van defensie en
veiligheid, ·
Richtlijn 92/13/EEG[4]
bepaalt gemeenschappelijke normen voor nationale beroepsprocedures om ervoor te
zorgen dat er in alle EU-landen snelle en doeltreffende rechtsmiddelen ter
beschikking worden gesteld in gevallen waarin inschrijvers van mening zijn dat
opdrachten op onrechtmatige wijze zijn gegund. –
Samenhang met andere beleidsgebieden en
doelstellingen van de Unie Dit initiatief geeft uitvoering aan de Europa 2020-strategie
voor slimme, duurzame en inclusieve groei [COM(2010) 2020] en de Europa 2020-vlaggenschipinitiatieven
inzake de Digitale agenda voor Europa [COM(2010) 245], de Innovatie-Unie [COM(2010)
546], het geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering [COM(2010)
614], Energie 2020 [COM(2010) 639] en het efficiënt gebruik van hulpbronnen in
Europa [COM(2011) 21]. Het geeft ook uitvoering aan de Akte voor de interne
markt [COM(2011) 206], in het bijzonder de twaalfde kernactie met betrekking
tot het "herziene en gemoderniseerde wettelijke kader voor
overheidsopdrachten". Het is een strategisch initiatief van het
werkprogramma van de Commissie voor 2011. 2. Raadpleging van belanghebbende
partijen en effectbeoordeling –
Raadpleging van
belanghebbende partijen Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde
sectoren en algemeen profiel van de respondenten De Europese Commissie publiceerde op 27
januari 2011 een Groenboek betreffende de modernisering van het EU-beleid
inzake overheidsopdrachten – Naar een meer efficiënte Europese aanbestedingsmarkt[5], waarmee zij een ruime
openbare raadpleging heeft gehouden over opties om de wetgeving te wijzigen met
het oog op een gemakkelijkere en flexibelere gunning van opdrachten en een
betere aanwending van overheidsopdrachten ter ondersteuning van andere beleidslijnen.
Het groenboek had tot doel een aantal belangrijke gebieden voor hervorming aan
te wijzen en belanghebbenden te ondervragen over concrete mogelijkheden tot
wijziging van de wet. Onderwerpen die hierin aan bod kwamen, hadden onder meer
betrekking op het vereenvoudigen en flexibeler maken van procedures, het
strategisch gebruik van overheidsopdrachten om andere beleidsdoelstellingen te
bevorderen, de verbetering van de toegang tot overheidsopdrachten voor kmo's en
de strijd tegen vriendjespolitiek, corruptie en belangenconflicten. De openbare raadpleging eindigde op 18 april 2011
en leverde zeer veel reacties op. In het totaal kwamen 623 antwoorden binnen
van zeer uiteenlopende groepen van belanghebbenden, waaronder centrale
overheidsdiensten van de lidstaten, plaatselijke en regionale aanbesteders en
associaties daarvan, ondernemingen, industrieverbonden, universiteiten,
verenigingen uit het maatschappelijk middenveld (waaronder vakbonden) en
individuele burgers. De meeste antwoorden kwamen uit het Verenigd Koninkrijk,
Duitsland, Frankrijk, en in mindere mate uit België, Italië, Nederland,
Oostenrijk, Zweden, Spanje en Denemarken. De resultaten van de raadpleging zijn
samengevat in een synthesedocument[6]
en ter discussie voorgelegd op een openbare conferentie op 30 juni 2011[7]. Samenvatting van de reacties en hoe
daarmee rekening is gehouden De overgrote meerderheid van belanghebbenden
waardeerde het initiatief van de Europese Commissie om het huidige
aanbestedingenbeleid te herzien. Naast de verschillende onderwerpen die in het
groenboek zijn besproken, is door belanghebbenden met bijzondere aandrang
gewezen op de behoefte om procedures te vereenvoudigen en deze flexibeler te
maken. Alle groepen van belanghebbenden waren het er ook over eens dat de regels
inzake aanbestedingen van nutsbedrijven nog steeds relevant waren. Een
duidelijke meerderheid van respondenten was het erover eens dat nog steeds de
behoefte bestond om een specifieke reeks van regels toe te passen op openbare
nutsbedrijven en dat de verschillende regels die van toepassing zijn op
nutsbedrijven, het specifieke karakter van aanbestedingen in de nutssector
passend weergeven. Op dezelfde wijze gaat een duidelijke
meerderheid van respondenten ermee akkoord dat de criteria die gebruikt worden
voor het bepalen van de aan de aanbestedingsregels voor nutsbedrijven
onderworpen entiteiten (activiteiten van de betrokken entiteiten, hun wettelijk
statuut, en wanneer het om privé-ondernemingen gaat, het bestaan van bijzondere
of exclusieve rechten) nog steeds geschikt zijn en gehandhaafd moeten blijven.
De meeste respondenten zijn het er ook over eens dat het streven naar winst of
het handelskarakter van privé-ondernemingen niet voldoende kan worden geacht om
objectieve en billijke aanbestedingen te waarborgen indien deze ondernemingen
werken op basis van bijzondere of exclusieve rechten. Over het strategisch gebruik van
overheidsopdrachten om de maatschappelijke doelstellingen van de Europa 2020-strategie
te bereiken, waren de meningen van de belanghebbenden verdeeld. Veel
belanghebbenden, en met name ondernemingen, stonden in het algemeen
weigerachtig ten aanzien van het idee om overheidsopdrachten te gebruiken ter
ondersteuning van andere beleidsdoelstellingen. Andere belanghebbenden, met
name organisaties uit het maatschappelijk middenveld, waren sterke voorstanders
van dit strategisch gebruik en pleitten voor ingrijpende wijzigingen in de
grondbeginselen van het aanbestedingenbeleid. –
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Naast de raadpleging over het groenboek
verrichtte de Europese Commissie in 2010/2011 een diepgaande evaluatie over de
gevolgen en de effectiviteit van de EU-aanbestedingsregels, uitgaande van een
omvangrijke verzameling van bewijsmateriaal en nieuw onafhankelijk onderzoek. Het
onderzoek had voornamelijk betrekking op de kosten en de effectiviteit van de
aanbestedingsprocedures, vragen in verband met grensoverschrijdende
aanbestedingen, toegang van kmo's tot aanbestedingsmarkten en het strategisch
gebruik van aanbestedingen in Europa. Met betrekking tot de aanbestedingen van
nutsbedrijven werd in de evaluatie nagegaan of de nutssector tegenwoordig meer
aan concurrentie is blootgesteld dan ten tijde van de vaststelling van de
aanbestedingsregels. Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat
wetgevend optreden om de toegang tot de nutssector te liberaliseren nog niet
heeft geleid tot duurzame en effectieve concurrentiedruk op gevestigde
exploitanten. In een groot aantal nutssectoren blijkt nog steeds sprake te zijn
van hoge marktconcentratie of haperende concurrentie. In de evaluatie werd
geconcludeerd dat de omstandigheden nog niet zodanig zijn gewijzigd dat de
concurrentie sterk genoeg kan worden geacht om sectoren te kunnen uitsluiten
bij het vaststellen van het toepassingsgebied van de aanbestedingsrichtlijn
voor nutsbedrijven. De ratio legis van de richtlijn blijft in het algemeen van
toepassing maar specifieke vrijstellingen van toepassing van de
aanbestedingsregels kunnen worden gerechtvaardigd op basis van een diepgaande
individuele analyse van elk apart geval. –
Effectbeoordeling De effectbeoordeling en de samenvatting
daarvan bieden een overzicht van de verschillende opties voor elk van de vijf
groepen van basisproblemen (administratieve organisatie, toepassingsgebied,
procedures, strategische aanbestedingen en toegang tot markten voor
overheidsopdrachten. Op basis van een analyse van de voor- en nadelen van de
verschillende opties werd een pakket van voorkeursopties vastgesteld waarin de
synergieën tussen de verschillende oplossingen geoptimaliseerd worden, waardoor
besparingen ten gevolge van één soort actie de betrokken kosten ten gevolge van
een andere kunnen compenseren (bv. mogelijke toename van procedurele
voorschriften ten gevolge van strategische aanbestedingen kon gedeeltelijk
worden gecompenseerd door besparingen in verband met de verbeterde opzet van
aanbestedingsprocedures). Deze voorkeursopties vormen de basis voor het
onderhavige voorstel. Het ontwerpverslag van effectbeoordeling is
gecontroleerd door de raad voor effectbeoordelingen, die heeft verzocht om
wijzigingen, met name wat betreft de aanwijzing van de te behandelen specifieke
onderdelen van het wettelijk kader, de beschrijving van de besproken opties,
een grondigere kosten-batenanalyse van de gekozen kernacties en de
systematische verwerking van de standpunten van belanghebbenden, zowel bij de
probleemomschrijving als bij de aanvullingen op de effectbeoordeling. Deze
aanbevelingen voor verbetering zijn opgenomen in het eindverslag. Het advies
van de raad voor effectbeoordelingen over het verslag wordt samen met dit
voorstel en met het definitieve effectbeoordelingsverslag en de samenvatting
daarvan gepubliceerd. 3. Juridische elementen van het voorstel –
Rechtsgrondslag Het voorstel is gebaseerd op artikel 53,
lid 1, artikel 62 en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie (VWEU). –
Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing
voorzover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve
bevoegdheid van de EU vallen. De doelstellingen van het voorstel kunnen om
de volgende reden niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt: De coördinatie van aanbestedingsprocedures
boven bepaalde drempels is een belangrijk instrument gebleken voor de voltooiing
van de interne markt op het gebied van aankopen door nutsbedrijven. Hierdoor
wordt gegarandeerd dat ondernemers in heel de interne markt effectieve en
gelijke toegang tot overheidsopdrachten krijgen. Uit ervaringen met de
Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG en vroegere generaties van
aanbestedingsrichtlijnen is gebleken dat Europa-wijde aanbestedingsprocedures
zorgen voor transparantie en objectiviteit in de aanbestedingsactiviteiten,
hetgeen leidt tot aanzienlijke besparingen en betere resultaten die nutsbedrijven,
hun klanten en uiteindelijk de Europese belastingbetaler ten goede komen. Deze doelstelling kan niet voldoende worden
bereikt door het optreden van de lidstaten, dat onvermijdelijk zou resulteren
in afwijkende voorschriften en mogelijk conflicterende procedureregelingen met
een toenemende complexiteit in de regelgeving en ongerechtvaardigde obstakels
voor grensoverschrijdende activiteiten tot gevolg. Het voorstel is derhalve in overeenstemming
met het subsidiariteitsbeginsel. –
Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is in overeenstemming met het
evenredigheidsbeginsel, aangezien het niet verder gaat dan nodig is om de goede
werking van de interne markt te garanderen door middel van een reeks
Europa-wijd gecoördineerde aanbestedingsprocedures. Voorts berust het voorstel
op een "toolbox"-aanpak, waarbij lidstaten een maximale graad van
flexibiliteit wordt geboden om de procedures en instrumenten aan te passen aan
hun specifieke situatie. In vergelijking met de huidige
aanbestedingsrichtlijnen zal het voorstel de administratieve last die verbonden
is aan het verloop van de procedure, verlichten zowel voor de aanbestedende
diensten als voor de ondernemers; waar nieuwe eisen worden gesteld
(bijvoorbeeld met betrekking tot strategische aanbestedingen), worden deze
gecompenseerd door het opheffen van verplichtingen op andere gebieden. –
Keuze van instrumenten Aangezien het voorstel gebaseerd is op artikel
53, lid 1, artikel 62 en artikel 114 VWEU, is het gebruik van een verordening
voor bepalingen die van toepassing zijn op aanbestedingen van goederen en
diensten, niet toegestaan door het Verdrag. Het voorgestelde instrument is
derhalve een richtlijn. Zoals in de effectbeoordeling is aangegeven,
zijn niet-wetgevende opties tijdens de effectbeoordelingsprocedure afgevallen. 4. Gevolgen voor de begroting Het voorstel heeft geen gevolgen voor de
begroting. 5. Aanvullende informatie –
Intrekking van bestaande wetgeving De goedkeuring van dit voorstel zal leiden tot
de intrekking van bestaande wetgeving (Richtlijn 2004/17/EG). –
Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling Het voorstel bevat een herzieningsbepaling met
betrekking tot de economische gevolgen van de drempelbedragen. –
Omzettingsmaatregelen en
toelichtende stukken Het voorstel
heeft betrekking op een gebied waarin de wetgeving van de Unie coördinatie
beoogt, hetgeen aanzienlijke gevolgen heeft voor een groot aantal onderdelen
van het nationale recht. Ondanks de coördinatiedoelstelling leiden vele van de
bepalingen tot volledige harmonisatie en bevat het voorstel een groot aantal
juridische verplichtingen. De lidstaten vullen de regels van de Unie aan met
bijkomende nationale voorschriften zodat het hele stelsel operationeel wordt. In dit verband
heeft de Commissie een reeks factoren aangewezen die verdere toelichting door
de lidstaten behoeven om tot een correct begrip van de omzettingsmaatregelen te
komen alsmede om het geheel van aanbestedingsregels op nationaal niveau
operationeel te maken: –
omzettings- en uitvoeringsmaatregelen worden
vastgesteld op verschillende institutionele echelons (nationaal/federaal,
regionaal, lokaal); –
naast de verschillende niveaus van regelgeving
worden in veel lidstaten ook regels vastgesteld naargelang van de betrokken
sector of het type aanbesteding; –
administratieve maatregelen van algemene of
specifieke aard vormen een aanvulling op en in sommige gevallen een overlapping
met het centrale wettelijke kader. Alleen de
lidstaten kunnen uitleggen in welke zin de verschillende maatregelen een
omzetting van de aanbestedingsrichtlijnen van de Unie vormen en hoe deze
maatregelen zich onderling tot elkaar verhouden. Om deze redenen
moeten samen met de omzettingsmaatregelen stukken worden meegedeeld waarin het
verband tussen de verschillende onderdelen van deze richtlijn en de
overeenkomstige omzettingsmaatregelen wordt toegelicht. Het gaat dan in het
bijzonder om concordantietabellen die een operationeel instrument vormen voor
de analyse van de nationale maatregelen. –
Europese Economische Ruimte De voorgestelde maatregel betreft een
onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid
tot de Europese Economische Ruimte. –
Nadere uitleg van het voorstel 1) Vereenvoudiging en flexibilisering van
de aanbestedingsprocedures De voorgestelde richtlijn voorziet in het
vereenvoudigen en flexibiliseren van de procedureregeling zoals vastgesteld in
de huidige aanbestedingsrichtlijnen. Met dat doel worden de volgende
maatregelen vastgesteld: Verduidelijking van het toepassingsgebied: Het basisbegrip "opdracht", dat ook in de titel van de
voorgestelde richtlijn voorkomt, is opnieuw ingevoerd om het toepassingsgebied
en het doel van de aanbestedingsregels beter af te bakenen en de toepassing van
de drempels te vergemakkelijken. De definities van een aantal kernbegrippen
waarmee het toepassingsgebied van de richtlijn wordt omschreven (zoals
publiekrechtelijke instelling, overheidsopdrachten voor werken en diensten,
gemengde opdrachten), zijn herzien in het licht van de rechtspraak van het Hof
van Justitie. Tegelijkertijd wordt ernaar gestreefd de continuïteit te bewaren
in het gebruik van begrippen die in de loop der jaren in de rechtspraak van het
Hof zijn ontwikkeld en die welbekend zijn bij praktijkmensen. In dit verband
moet worden opgemerkt dat kleine afwijkingen van de bewoordingen of van de
wijze van voorstelling zoals die in de vroegere richtlijnen bekend was, niet
noodzakelijk een inhoudelijke verandering meebrengen maar te wijten kunnen zijn
aan een vereenvoudiging van de teksten. Het begrip bijzondere of uitsluitende rechten
staat centraal in de omschrijving van het toepassingsgebied van deze richtlijn
aangezien diensten die geen aanbestedende diensten of overheidsbedrijven in de
zin van deze richtlijn zijn, alleen aan deze richtlijn zijn onderworpen
voorzover zij activiteiten op basis van dergelijke rechten uitoefenen. Derhalve
moet worden verduidelijkt dat rechten die zijn verleend door middel van een
procedure waarin passende publiciteit is gegeven en waarin de verlening van
deze rechten gebaseerd was op objectieve criteria, met name uit hoofde van
EU-wetgeving, geen bijzondere of uitsluitende rechten vormen in de zin van deze
richtlijn. Het traditionele onderscheid tussen zogenoemde
prioritaire en niet-prioritaire diensten ("A"- en
"B"-diensten) wordt afgeschaft. Uit de resultaten van de evaluatie is
gebleken dat het niet langer gerechtvaardigd is de volle toepassing van de
aanbestedingswetgeving te beperken tot een gelimiteerde groep van diensten. Het
is echter ook duidelijk geworden dat de gewone aanbestedingsregels niet aangepast
zijn voor sociale diensten die een specifieke reeks regels nodig hebben (zie
hieronder). Volgens de resultaten van de evaluatie blijft
het toepassingsgebied wat sectoren betreft grotendeels onveranderd.
Aanbestedingen voor de exploratie van aardolie en gas zijn echter uit het
toepassingsgebied verwijderd aangezien in deze sector een zodanige
concurrentiedruk blijkt te bestaan dat de aanbestedingsverplichtingen die de
richtlijn oplegt, niet langer nodig zijn. De concurrentie in deze
activiteitensector is onderzocht naar aanleiding van vier verschillende
verzoeken om vrijstelling overeenkomstig het huidige artikel 30[8]. In alle vier gevallen was
steeds vastgesteld dat de relevante geografische markt mondiaal was, hetgeen
overigens overeenstemt met de vaste praktijk in concentratiezaken[9]. Er is steeds geconcludeerd dat
de markt van de exploratie niet te maken heeft met hoge concentratie. Afgezien
van ondernemingen in staatsbezit, wordt de markt gekenmerkt door de
aanwezigheid van internationale verticaal geïntegreerde particuliere spelers,
de zogenaamde super majors (BP, ExxonMobil en Shell), alsmede door een aantal
zogenaamde 'majors', terwijl het individuele marktaandeel van zelfs de super
majors ruim onder het één procent ligt. Uit al deze elementen komt steeds naar
voren dat er aanwijzingen zijn van rechtstreekse blootstelling aan mededinging
en de toegang tot de markt is bovendien geliberaliseerd door toepassing van de
richtlijn inzake vergunningen voor koolwaterstoffen[10]. Het is daarom aangewezen de
wettelijke situatie te vereenvoudigen en de administratieve last voor alle
betrokken partijen (aanbestedende diensten, lidstaten, Europese Commissie,
Europees Parlement en Raad) te verlichten en te vermijden dat voor elk van de 23
overblijvende lidstaten een individueel besluit op grond van artikel 30 moet
worden genomen. Toolbox-aanpak: De
stelsels van de lidstaten zullen voorzien in de drie basisvormen van procedures
die reeds in de huidige richtlijnen bestaan: openbare en niet-openbare
procedures alsmede procedures van gunning door onderhandelingen met
voorafgaande oproep tot mededinging. Zij kunnen daarnaast als
standaardprocedure of onder bepaalde voorwaarden voorzien in het
innovatiepartnerschap, een nieuwe vorm van procedure voor innovatieve
aanbesteding (zie hieronder). Aanbestedende diensten zullen bovendien
beschikken over een reeks van zes specifieke aanbestedingstechnieken en
-instrumenten voor gegroepeerde en elektronische aanbestedingen:
raamovereenkomsten, dynamisch aankoopsystemen, elektronische veilingen,
elektronische catalogi, aankoopcentrales en gezamenlijke aanbesteding. In
vergelijking met de bestaande richtlijn zijn deze instrumenten verbeterd en
verduidelijkt om elektronische aanbestedingen te vergemakkelijken. Bevorderen van elektronische aanbesteding: Het gebruik van elektronische communicatie en transactieverwerking
door inkopers kan aanzienlijke besparingen opleveren en kan de uitkomst van de
aanbesteding verbeteren terwijl verspilling en fouten worden tegengegaan. Het
voorstel wil de lidstaten hulp bieden bij het overstappen naar elektronische
aanbesteding door leveranciers in staat te stellen deel te nemen aan
online-aanbestedingsprocedures in heel de interne markt. Met het oog hierop
voorziet de voorgestelde richtlijn in verplichte elektronische doorzending van
aankondigingen en de verplichte elektronische beschikbaarstelling van de
aanbestedingsdocumenten en wordt de overgang naar zuiver elektronische
communicatie, in het bijzonder elektronische inschrijving, binnen een periode
van twee jaar verplicht gesteld in alle aanbestedingsprocedures. Hiermee worden
dynamische aankoopsystemen en elektronische catalogi gestroomlijnd en verbeterd
en worden dit volledig elektronische aanbestedingsinstrumenten die bijzonder
geschikt zijn voor sterk gegroepeerde aanbestedingen van aankoopcentrales. Door
middel van het instrument van elektronische aanbestedingen kunnen aanbestedende
diensten ook fouten voorkomen, opsporen en corrigeren die gewoonlijk te wijten
zijn aan een verkeerd begrip of een verkeerde interpretatie van de
aanbestedingsregels. Modernisering van procedures: Het voorstel voorziet in een flexibelere en gebruiksvriendelijke
aanpak voor een aantal belangrijke aspecten van aanbestedingsprocedures. De
termijnen voor deelneming en indiening van inschrijvingen zijn ingekort en
maken een snellere en meer gestroomlijnde aanbesteding mogelijk. Het
onderscheid tussen de selectie van inschrijvers en de gunning van de opdracht,
vaak een bron van vergissingen en misverstanden, is flexibeler gemaakt; hierdoor
kunnen aanbestedende diensten besluiten hoe zij de opeenvolging zo praktisch
mogelijk aanpakken door de gunningscriteria vóór de selectiecriteria te
onderzoeken, en kunnen zij bij het gunnen rekening houden met het criterium van
de organisatie en de kwaliteit van het personeel dat bestemd is voor de
uitvoering van de opdracht. De procedure voor vrijstelling van de gunning
van opdrachten in voldoende concurrerende markten (de huidige "artikel 30-besluiten")
is vereenvoudigd en gestroomlijnd. Een aantal vrijstellingen, in het bijzonder
de uit praktisch oogpunt belangrijke intragroepvrijstellingen en vrijstellingen
voor gemeenschappelijke ondernemingen, zijn eveneens herzien en verduidelijkt. Het wijzigen van opdrachten gedurende de
looptijd ervan is voor praktijkmensen steeds belangrijker en daarmee
problematisch geworden. Een specifieke bepaling over wijziging van opdrachten
neemt de basisoplossingen over die in de rechtspraak zijn ontwikkeld, en levert
een pragmatische oplossing voor het aanpakken van onvoorziene omstandigheden
die een aanpassing van een overheidsopdracht gedurende de looptijd ervan
vergen. 2) Strategisch gebruik van
overheidsopdrachten bij nieuwe uitdagingen De voorgestelde richtlijn is gebaseerd op het
creëren van mogelijkheden en voorziet de aanbestedende diensten van de nodige
instrumenten om bij te dragen tot de strategische doelstellingen van Europa 2020
door gebruikmaking van hun koopkracht voor de aankoop van producten en diensten
die innovatie bevorderen, milieu- en klimaatvriendelijk zijn en ook gunstig
voor werkgelegenheid, openbare gezondheid en sociale omstandigheden. Levenscycluskosten:
In het voorstel wordt aan inkopers de mogelijkheid geboden hun
gunningsbeslissingen te baseren op de levenscycluskosten van de aan te kopen
producten, diensten of werken. De levenscyclus dekt alle fasen van het bestaan
van een product of werk of verrichting van een dienst, vanaf de aanschaf van de
grondstof of het opwekken van de hulpbronnen tot het verwijderen, het opruimen
of het afwerken ervan. De kosten waarmee rekening moet worden gehouden,
bevatten niet alleen de directe monetaire uitgaven maar ook de externe
milieukosten indien deze in geld kunnen worden uitgedrukt en gecontroleerd.
Wanneer in de Europese Unie een gemeenschappelijke methodologie voor de
berekening van levenscycluskosten wordt ontwikkeld, zullen aanbestedende
diensten verplicht worden daar gebruik van te maken. Productieproces:
Aanbestedende diensten kunnen in de technische specificaties en in de
gunningscriteria verwijzen naar alle factoren die rechtstreeks verbonden zijn
met het productieproces, voorzover deze betrekking hebben op aspecten van het
productieproces die nauw verbonden zijn met de specifieke productie of levering
van de aangeschafte goederen of diensten. Dit sluit uit dat rekening kan worden
gehouden met voorschriften die geen verband houden met de totstandbrenging van
de onder de aanbesteding vallende producten, werken of diensten, zoals het
algemene vereiste van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap dat het
geheel van de werkzaamheden van de ondernemer omvat. Keuren:
Aanbestedende diensten kunnen eisen dat werken, leveringen of diensten voorzien
zijn van specifieke certificatie van milieu-, sociale of andere eigenschappen,
op voorwaarde dat ook equivalente keuren worden aanvaard. Dit geldt
bijvoorbeeld voor Europese of (pluri-) nationale milieukeuren of certificaten
waarmee wordt aangegeven dat voor het product geen kinderarbeid is gebruikt. De
bedoelde certificatieregelingen moeten betrekking op kenmerken die verband
houden met het voorwerp van de opdracht en moeten opgesteld zijn op basis van
wetenschappelijke informatie, die tot stand gekomen is in een open en
transparante procedure en toegankelijk is voor alle belanghebbende partijen. Bestraffing van schendingen van dwingende
sociale, arbeids- of milieuwetgeving: Volgens de
voorgestelde richtlijn kan een aanbestedende dienst ondernemers van de
procedure uitsluiten indien inbreuken op verplichtingen uit hoofde van
wetgeving van de Unie op het gebied van sociaal, arbeids- of milieurecht of uit
hoofde van het internationaal arbeidsrecht worden vastgesteld. Daarnaast zullen
aanbestedende diensten verplicht zijn inschrijvingen af te wijzen indien zij
hebben vastgesteld dat deze abnormaal laag zijn wegens schendingen van de
wetgeving van de Unie op het gebied van sociaal, arbeids- of milieurecht. Maatschappelijke diensten: Uit de evaluatie van de gevolgen en de effectiviteit van de
EU-aanbestedingsregels is gebleken dat maatschappelijke diensten, gezondheidszorg
en onderwijsvoorziening specifieke kenmerken vertonen waardoor zij niet
geschikt zijn voor toepassing van de gewone procedures voor de gunning van
overheidsopdrachten. Deze diensten worden gewoonlijk verstrekt binnen een
specifieke context die ten gevolge van verschillende administratieve,
organisationele en culturele omstandigheden sterk varieert naargelang van de
lidstaten. Deze diensten hebben in wezen slechts een zeer beperkte
grensoverschrijdende dimensie. Lidstaten moeten derhalve een grote vrijheid
krijgen om de keuze van dienstenaanbieders te organiseren. In het voorstel
wordt daarmee rekening gehouden door de invoering van een specifieke regeling
voor opdrachten voor deze diensten, met een hogere drempel van 1 000 000
euro en met als enige verplichting de grondbeginselen van transparantie en
gelijke behandeling in acht te nemen. Uit de kwantitatieve analyse van de
waarde van de opdrachten voor dergelijke aan buitenlandse ondernemers gegunde
diensten is gebleken dat opdrachten onder deze drempelwaarde gewoonlijk geen
grensoverschrijdend belang hebben wanneer het met name gaat om aanbestedingen
in de nutssector. Innovatie:
Onderzoek en innovatie spelen een centrale rol in de Europa 2020-strategie voor
slimme, duurzame en inclusieve groei. Aankoopdiensten moeten de mogelijkheid
krijgen innovatieve producten en diensten aan te schaffen om de toekomstige
groei te bevorderen en de efficiëntie en de kwaliteit van overheidsdiensten te
verbeteren. In het voorstel wordt aan dit doel tegemoetgekomen door het
innovatiepartnerschap, een nieuwe speciale procedure voor de ontwikkeling en de
daaropvolgende aankoop van nieuwe, innovatieve producten, werken en diensten,
op voorwaarde dat deze geleverd kunnen worden tegen overeengekomen kwaliteits-
en prijsniveaus. Daarnaast wordt in het voorstel de concurrentiegerichte
dialoog verbeterd en vereenvoudigd en worden grensoverschrijdende gezamenlijke
aanbestedingen, een belangrijk instrument voor innovatieve aankopen,
vergemakkelijkt. 3) Betere toegang tot de markt voor kmo's
en startende ondernemingen Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)
bezitten een enorm potentieel voor het scheppen van werkgelegenheid, groei en
innovatie. Vlotte toegang tot de aanbestedingenmarkt kan een hulp zijn om dit
potentieel te ontsluiten en geeft aanbestedende diensten ook de mogelijkheid om
het aanbod van toeleveranciers te vergroten, hetgeen een positieve weerslag
heeft door de toename van de concurrentie voor overheidsopdrachten. Om
overheidsopdrachten voor kmo's zo toegankelijk mogelijk te maken, publiceerde
de Commissie in 2008 de "Europese code van goede praktijken ter
vergemakkelijking van de toegang van het mkb tot overheidsopdrachten"[11]. Het voorstel bouwt voort op
dit werk en biedt concrete maatregelen om belemmeringen voor de markttoegang
van kmo's op te heffen. Vereenvoudiging van
informatieverplichtingen: Om deze reden wordt bepaald
dat aanbestedende diensten de selectiecriteria kunnen toepassen waarin de
voorgestelde aanbestedingsrichtlijn voorziet, en dat, wanneer zij dat doen, zij
dan de verplichting hebben de bepalingen die met name betrekking hebben op het
plafond van de voorschriften inzake minimumomzet, alsmede de bepalingen met
betrekking tot met name zelfcertificering toe te passen. Betere toegang tot raamovereenkomsten: In de huidige richtlijnen bestaat er geen beperking voor de duur van
raamovereenkomsten in de nutssector. Dit kan leiden tot marktafscherming. Het
voorstel beperkt de duur tot vijf jaar (behoudens in naar behoren gemotiveerde
omstandigheden), waardoor meer bedrijfskansen ontstaan en de concurrentie
toeneemt, hetgeen ook kmo's ten goede komt. Rechtstreekse betaling van onderaannemers: Een lidstaat kan voorts bepalen dat onderaannemers kunnen verzoeken
om rechtstreekse betaling door de aanbestedende dienst voor leveringen, werken
en diensten die aan de hoofdaannemer zijn verstrekt bij de uitvoering van de
opdracht. Hierdoor beschikken onderaannemers, die vaak kmo's zijn, over een
efficiënt middel om hun belangen bij de betaling beschermd te zien. 4) Deugdelijke procedures Door de financiële belangen die ermee gemoeid
zijn en de nauwe interactie tussen de openbare en de particuliere sector zijn
overheidsopdrachten gevoelig voor ondeugdelijke handelspraktijken, zoals
belangenconflicten, vriendjespolitiek en corruptie. Het voorstel verbetert de
bestaande mechanismen van vrijwaring tegen dergelijke gevaren en zorgt voor
aanvullende bescherming. Belangenconflicten:
Het voorstel bevat een specifieke bepaling over belangenconflicten die
betrekking heeft op reële, potentiële of vermoede situaties waarin zich een
belangenconflict voordoet ten aanzien van personeelsleden van de aanbestedende
dienst of van aanbieders van aanbestedingsdiensten die in het
aanbestedingsproces optreden, en bestuursleden van de aanbestedende dienst die
de uitkomst van een aanbestedingsprocedure kunnen beïnvloeden, zelfs al zijn
zij er formeel niet bij betrokken. Gelet op de verschillen in het
besluitvormingsproces tussen aanbestedende diensten en ondernemingen, moeten
deze bepalingen alleen van toepassing zijn op aanbestedingen die door
eerstgenoemde diensten worden uitgevoerd. Onrechtmatig gedrag: Het voorstel bevat een specifieke bepaling om op te treden tegen
onrechtmatig gedrag van gegadigden en inschrijvers: pogingen om het
besluitvormingsproces onrechtmatig te beïnvloeden of het sluiten van
overeenkomsten met andere deelnemers om het resultaat van de procedure te
manipuleren moeten uit de procedure worden gebannen. Dergelijke onrechtmatige
activiteiten schenden de grondbeginselen van het recht van de Europese Unie en
kunnen resulteren in ernstige verstoringen van de concurrentie. Onbillijke voordelen: Marktraadplegingen zijn voor aanbestedende diensten een nuttig
instrument om informatie te vergaren over de structuur, de mogelijkheden en de
capaciteit van een markt terwijl marktdeelnemers tegelijkertijd voorgelicht
worden over de aanbestedingsplannen en ‑vereisten van de aankopende
instanties Verkennende contacten met marktdeelnemers mogen echter niet leiden
tot onbillijke voordelen en concurrentievervalsing. Het voorstel bevat daarom
een specifieke bepaling over vrijwaringsmechanismen tegen ongegronde
bevoordeling van deelnemers die de aanbestedende dienst geadviseerd hebben of
bij de voorbereiding van de procedure betrokken zijn geweest. 5) Bestuur Nationale toezichtsinstanties: Uit de evaluatie is gebleken dat niet alle lidstaten consequent en
systematisch toezicht houden op de uitvoering en werking van de
aanbestedingsregels. Dit legt een hypotheek op efficiënte en eenvormige
toepassing van de Europese wetgeving. In het voorstel is derhalve bepaald dat
de lidstaten één nationale instantie aanwijzen die belast is met het toezicht,
de tenuitvoerlegging en de controle van de aanbestedingsregels. Alleen deze
instantie met overkoepelende taken zal een overzicht verkrijgen van de
belangrijkste moeilijkheden bij de uitvoering en zal in staat zijn passende
oplossingen voor te stellen voor meer structurele problemen. De instantie zal
zich in een goede positie bevinden om rechtstreeks feedback te geven over de
werking van het beleid en over potentiële zwakke punten in de nationale
wetgeving en de praktijk, en zal dus bijdragen tot een snelle afbakening van
oplossingen en een verbetering van de aanbestedingsprocedures. Kenniscentra: In
vele gevallen beschikken de aanbestedende diensten niet over de interne
expertise om complexe aanbestedingsprojecten te behandelen. Aangepaste en
onafhankelijke professionele ondersteuning door administratieve structuren kan
het resultaat van aanbestedingen aanzienlijk verbeteren door een vergroting van
de kennisbasis en de professionele ervaring van de aanbestedende instanties en
door bijstand aan het bedrijfsleven en met name kmo's. Het voorstel verplicht
de lidstaten derhalve ondersteunende structuren aan te bieden met juridisch en
economisch advies, richtsnoeren, opleiding en bijstand in de voorbereiding en
uitvoering van aanbestedingsprocedures. Er bestaan op nationaal vlak reeds
ondersteunende structuren of mechanismen die op zeer uiteenlopende wijze zijn
georganiseerd maar toch verschillende belangstellingsgebieden voor
aanbestedende diensten en instanties dekken. De lidstaten zullen deze
mechanismen daarom kunnen gebruiken, hun expertise verder uitbouwen en deze
diensten promoten als een geschikt en modern instrument voor passende
ondersteuning van aanbestedende diensten en ondernemers. Om corruptie en
vriendjespolitiek beter te bestrijden zullen aanbestedende diensten verplicht
zijn de tekst van de gegunde opdrachten te zenden aan de toezichtsinstantie,
die deze opdrachten dus op verdachte patronen zal kunnen controleren en
belanghebbende personen toegang tot deze documenten kan verlenen, voorzover
gewettigde openbare of particuliere belangen daardoor niet aangetast worden.
Wegens de voor de hand liggen problemen met betrekking tot de bescherming van
commerciële belangen en om concurrentievervalsing te vermijden hoeft deze
verplichting niet te worden uitgebreid tot de (particuliere of openbare)
ondernemingen die in deze sectoren werkzaam zijn. Bovendien moet worden vermeden
dat er onevenredig zware administratieve lasten worden opgelegd: de
verplichting tot doorzending van de volledige tekst van de gegunde opdracht
moet daarom beperkt blijven tot opdrachten met een relatief hoge waarde. De
voorgestelde drempels vormen daarom een juist evenwicht tussen een verzwaring
van de administratieve lasten en een verhoogde transparantie: met een drempel
van 1 000 000 euro voor leveringen en diensten en van 10 000 000
euro is deze verplichting van toepassing op 10 tot 20% van alle in het
Publicatieblad bekendgemaakte aanbestedingen. De voorschriften inzake toezichtsinstanties en
kenniscentra voor de lidstaten zullen naar verwachting in het algemeen geen
bijkomende financiële lasten meebrengen. Hoewel er enige kosten worden verwacht
om bestaande mechanismen en structuren te hervormen en beter af te stemmen,
zullen deze uitgaven gecompenseerd worden door de vermindering van de
gerechtskosten (zowel voor aanbestedende diensten als ondernemingen), de kosten
ten gevolge van vertragingen in de gunning van opdrachten door verkeerde
toepassing van aanbestedingsregels of slechte voorbereiding van
aanbestedingsprocedures, en de kosten die te wijten zijn aan de huidige
versnippering en inefficiëntie in de adviesverlening aan aanbestedende diensten. Administratieve samenwerking: Het voorstel voorziet ook in daadwerkelijke samenwerking, waardoor
nationale toezichtsinstanties informatie en beste praktijken met elkaar kunnen
delen en kunnen samenwerken door middel van het Informatiesysteem interne markt
(IMI). 2011/0439 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende het gunnen van opdrachten in de
sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 53, lid 1, artikel 62 en
artikel 114, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen[12], Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[13], Gezien het advies van het Comité van de
Regio's[14],
Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Gelet op de resultaten van de evaluatie over de
impact en de effectiviteit van de Europese aanbestedingswetgeving[15] is het aangewezen regels te
handhaven met betrekking tot aanbestedingen door diensten die in de sectoren
water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten werkzaam zijn, aangezien
de nationale autoriteiten de mogelijkheid behouden het gedrag van deze
instanties te beïnvloeden, met name door deelneming in het kapitaal en
vertegenwoordiging in de bestuurs-, directie- of toezichtsorganen. Een andere
reden om aanbestedingen in deze sectoren te blijven reguleren, is het gesloten
karakter van de markten waarop deze exploitanten actief zijn, wat een gevolg is
van de bijzondere of uitsluitende rechten die door de lidstaten zijn verleend
voor het bevoorraden, aanleggen of exploiteren van netwerken voor het
verstrekken van de betrokken dienst. (2)
Om te waarborgen dat overheidsopdrachten die gegund
worden door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en
energievoorziening, vervoer en postdiensten, voor mededinging worden opengesteld,
moeten voor opdrachten boven een bepaalde waarde procedures voor coördinatie
van de aanbestedingen worden opgesteld. Deze coördinatie is noodzakelijk om de
uitwerking te verzekeren van de beginselen van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie, met name het vrije verkeer van goederen, de
vrijheid van vestiging en het vrij verlenen van diensten, alsmede de daarvan
afgeleide beginselen, zoals gelijke behandeling, het discriminatieverbod,
wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie. Gezien de aard van de
sectoren waarop deze coördinatie betrekking heeft, moet zij, zonder aan de
genoemde beginselen afbreuk te doen, een kader voor loyale handelspraktijken
scheppen en ruimte laten voor de grootst mogelijke soepelheid. (3)
Voor aanbestedingen waarvan de waarde lager is dan
de drempelwaarden voor de toepassing van de coördinatieregeling van de Unie,
kan worden verwezen naar de door het Hof van Justitie ontwikkelde rechtspraak
volgens welke de voorschriften en beginselen van het Verdrag van toepassing
zijn. (4)
Overheidsopdrachten spelen in de Europa
2020-strategie[16]
een belangrijke rol en zijn een van de marktinstrumenten die kunnen worden
ingezet om een slimme, duurzame en inclusieve groei te bereiken en
tegelijkertijd overheidsmiddelen zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Met het
oog daarop moeten de bestaande aanbestedingsregels die zijn vastgesteld
krachtens Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31
maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten
in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten[17] en Richtlijn 2004/18/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie
van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken,
leveringen en diensten[18],
worden herzien en gemoderniseerd om de efficiëntie van de overheidsbestedingen
te verhogen, in het bijzonder door de deelneming van kleine en middelgrote
ondernemingen aan overheidsopdrachten te bevorderen, en om aanbesteders in
staat te stellen overheidsopdrachten beter te gebruiken ter ondersteuning van
gemeenschappelijke maatschappelijke doelen. Er is ook behoefte aan
verduidelijking van de basisbegrippen en -concepten om de rechtszekerheid te
verhogen en om rekening te houden met een aantal aspecten van de desbetreffende
vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. (5)
Overeenkomstig artikel 11 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie moeten eisen inzake
milieubescherming worden geïntegreerd in de omschrijving en uitvoering van het
beleid en het optreden van de Unie, in het bijzonder met het oog op het
bevorderen van duurzame ontwikkeling. In deze richtlijn wordt aangegeven hoe de
aanbestedende diensten aan de bescherming van het milieu en het bevorderen van
duurzame ontwikkeling kunnen bijdragen, met de verzekering dat zij voor hun
opdrachten tegelijk de beste prijs-kwaliteitverhouding kunnen verkrijgen. (6)
Het begrip aanbesteding of de definitie van wat één
enkele aanbesteding vormt, dienen zo nauw mogelijk aan te sluiten bij die welke
worden toegepast overeenkomstig Richtlijn […] van het Europees Parlement en de
Raad van […] betreffende aanbestedingen[19],
rekening houdend met de specifieke kenmerken van de onder deze richtlijn
vallende sectoren. Het concept één enkele aanbesteding omvat alle werken,
leveringen en diensten die nodig zijn om een bepaald project uit te voeren,
bijvoorbeeld een project van werken of een geheel van werken, leveringen en/of
diensten. Aanwijzingen voor het bestaan van één enkel project vormen
bijvoorbeeld de algemene voorafgaande planning en conceptie door de
aanbestedende dienst, het feit dat de verschillende aangekochte onderdelen één
enkele economische en technische functie vervullen of dat zij anderszins
logisch met elkaar verbonden zijn en binnen een kort tijdsbestek worden
uitgevoerd. (7)
Om te zorgen voor een werkelijke openstelling van
de markt en met het oog op een evenwichtige toepassing van de
aanbestedingsvoorschriften in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer
en postdiensten, dienen de desbetreffende diensten op een andere wijze te
worden omschreven dan door verwijzing naar hun rechtsvorm. Derhalve moet worden
gewaarborgd dat geen afbreuk wordt gedaan aan de gelijke behandeling van
aanbestedende diensten uit de overheidssector en uit de particuliere sector.
Bovendien moet er overeenkomstig artikel 345 van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie ook voor worden gezorgd dat de regeling van het
eigendomsrecht in de lidstaten onverlet wordt gelaten. (8)
Het begrip bijzondere of uitsluitende rechten staat
centraal in de omschrijving van het toepassingsgebied van deze richtlijn
aangezien entiteiten die geen aanbestedende diensten of overheidsbedrijven in
de zin van deze richtlijn zijn, alleen aan de bepalingen ervan zijn onderworpen
voorzover zij een activiteit op basis van dergelijke rechten uitoefenen.
Derhalve moet worden verduidelijkt dat rechten die zijn verleend door middel
van een procedure die gebaseerd was op objectieve criteria, met name uit hoofde
van EU-wetgeving, en waarvoor passende publiciteit is gegeven, geen bijzondere
of uitsluitende rechten vormen in de zin van deze richtlijn. Tot deze wetgeving
behoren Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998
betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas[20], Richtlijn 96/92/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende
gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit[21], Richtlijn 97/67/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende
gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor
postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst[22], Richtlijn 94/22/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor
het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de
exploratie en de productie van koolwaterstoffen[23] en Verordening (EG) nr. 1370/2007
van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het
openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van
Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van
de Raad[24]. (9)
Aanbestedende diensten die in de drinkwatersector
werkzaam zijn, kunnen zich ook toeleggen op andere activiteiten met betrekking
tot water, zoals projecten op het gebied van waterhuishouding, bevloeiing,
drainage, alsmede verwijdering en behandeling van afvalwater. In dat geval
moeten aanbestedende diensten de in deze richtlijn bedoelde
aanbestedingsprocedures kunnen gebruiken voor al hun activiteiten met
betrekking tot water, ongeacht om welk deel van de "watercyclus" het
gaat. Voorschriften als die welke zijn voorgesteld voor opdrachten voor leveringen
van producten, zijn echter niet geschikt voor de aankoop van water, gezien de
noodzaak zich te bevoorraden bij bronnen in de nabijheid van de plaats van
gebruik. (10)
Aanbestedingen voor de prospectie van aardolie en
gas moeten worden uitgesloten aangezien voor deze sector is vastgesteld dat er
een zodanige concurrentiedruk bestaat dat de door de EU opgelegde
aanbestedingsverplichtingen niet langer nodig zijn. (11)
Opdrachten kunnen worden gegund om te voldoen aan
de voorschriften voor een aantal verschillende activiteiten, die aan andere
wettelijke regelingen onderworpen kunnen zijn. Er dient duidelijk te worden
gesteld dat de wettelijke regeling die van toepassing is op één enkele opdracht
voor verschillende activiteiten, de voorschriften moet volgen van de activiteit
waarvoor de opdracht in hoofdzaak bedoeld was. Voor welke activiteit de
opdracht in hoofdzaak bedoeld is, kan worden vastgesteld op basis van het
onderzoek van de voorschriften voor de specifieke opdracht dat door de
aanbestedende dienst is uitgevoerd om de waarde van de opdracht te ramen en de
aanbestedingsdocumenten op te stellen. In bepaalde gevallen, zoals de aankoop
van een enkel stuk uitrusting voor de uitoefening van activiteiten waarvoor
geen gegevens beschikbaar zijn met het oog op raming van de respectieve
gebruikspercentages, kan het objectief onmogelijk zijn vast te stellen voor
welke activiteit de opdracht in hoofdzaak bedoeld is. Er moet worden bepaald
welke regels in dergelijke gevallen van toepassing zijn. (12)
Zelfs indien zij niet noodzakelijk leiden tot
corrupt gedrag, houden reële, potentiële of fbie belangenconflicten een groot
risico in dat aanbestedingsbeslissingen op ongepaste wijze worden beïnvloed
hetgeen tot gevolg heeft dat de concurrentie wordt verstoord of dat de gelijke
behandeling van gegadigden in het gedrang komt. Daarom moeten effectieve
mechanismen worden opgezet om belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en
te verhelpen. Gelet op de verschillen in het besluitvormingsproces tussen
aanbestedende diensten en ondernemingen, moeten deze bepalingen alleen van
toepassing zijn op de aanbestedingsactiviteit van de eerstgenoemde diensten. (13)
Onwettig gedrag van deelnemers aan een
aanbestedingsprocedure, zoals pogingen om het besluitvormingsproces op
ongepaste wijze te beïnvloeden of om overeenkomsten met andere gegadigden te
sluiten met het oog op het beïnvloeden van het resultaat van de procedure, kan
leiden tot schendingen van de grondbeginselen van het recht van de Unie en tot
ernstige concurrentievervalsingen. Ondernemers moeten daarom verplicht worden
op erewoord te verklaren dat zij geen onwettige handelingen zullen verrichten,
en moeten worden uitgesloten indien deze verklaring vals blijkt te zijn. (14)
Bij Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994
betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de
onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale
handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994)
voortvloeiende overeenkomsten[25]
is met name de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de
Wereldhandelsorganisatie, hierna de „overeenkomst” genoemd, goedgekeurd. De
overeenkomst beoogt de invoering van een multilateraal kader van evenwichtige
rechten en verplichtingen met betrekking tot overheidsopdrachten met het oog op
de liberalisering en de expansie van de wereldhandel. Voor opdrachten die onder
de overeenkomst vallen, alsmede onder andere toepasselijke internationale
overeenkomsten waardoor de Unie gebonden is, voldoen de aanbestedende diensten
aan de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomsten door deze richtlijn
toe te passen op ondernemingen van de derde landen die ondertekenende partij
bij de overeenkomsten zijn. (15)
De overeenkomst is van toepassing op opdrachten
boven bepaalde drempels die in de overeenkomst zijn vastgesteld en die in
bijzondere trekkingsrechten zijn uitgedrukt. De in deze richtlijn vastgestelde
drempels moeten worden geharmoniseerd om ervoor te zorgen dat zij
overeenstemmen met het equivalent in euro van de drempels van de overeenkomst.
Ook dient te worden voorzien in een periodieke herziening van de in euro
uitgedrukte drempels, om deze indien nodig aan te passen, door middel van een
zuiver rekenkundige operatie, aan eventuele schommelingen van de waarde van de
euro ten opzichte van het bijzondere trekkingsrecht. Om een te groot aantal
drempels te vermijden is het bovendien aangewezen, onverminderd de
internationale verbintenissen van de Unie, dezelfde drempels op alle
aanbestedende diensten te blijven toepassen ongeacht de sector waarin deze werkzaam
zijn. (16)
Uit de resultaten van de evaluatie is gebleken dat
de uitsluiting van een aantal diensten van de volle toepassing van deze
richtlijn moet worden herzien. Bijgevolg wordt de volle toepassing van de
richtlijn uitgebreid tot een aantal diensten (zoals hotel- en juridische
diensten, die beide een hoog percentage van grensoverschrijdende handel te zien
hebben gegeven). (17)
Andere categorieën van diensten hebben vanwege hun
aard nog steeds een beperkte grensoverschrijdende dimensie. Het gaan dan met
name om diensten aan personen zoals sociale diensten, gezondheidszorg en
onderwijs. Deze diensten worden verstrekt binnen een bijzondere context die
sterk varieert naargelang van de lidstaten, hetgeen te wijten is aan
verschillende culturele tradities. Daarom moet een specifieke regeling worden
ingevoerd voor opdrachten voor deze diensten, met een hogere drempel van 1 000 000
euro. Wat met name aanbestedingen in deze sectoren betreft, zullen aanbieders
uit andere lidstaten, tenzij concrete aanwijzingen van het tegendeel bestaan,
zoals financiering van grensoverschrijdende projecten door de Unie, over het
algemeen weinig belangstelling hebben voor diensten aan personen met een waarde
onder deze drempel. Opdrachten voor diensten aan personen die deze drempel overschrijden,
moeten over heel de Unie transparant verlopen. Wegens het belang van de
culturele context en het gevoelige karakter van deze diensten moeten de
lidstaten een grote vrijheid krijgen om de keuze van de dienstverrichters te
organiseren zoals zij dat het meest passend achten. In de voorschriften van
deze richtlijn wordt rekening gehouden met die noodzaak en wordt alleen de
naleving van de basisbeginselen van transparantie en gelijke behandeling
verplicht gesteld, en er wordt voor gezorgd dat aanbestedende diensten voor de
keuze van dienstverrichters specifieke kwaliteitscriteria kunnen toepassen
zoals vastgesteld in het facultatieve Europees kwaliteitskader voor sociale
diensten van het Comité voor sociale bescherming van de Europese Unie[26]. Lidstaten en/of aanbestedende
diensten blijven vrij om deze diensten zelf te verrichten of om sociale
diensten zo te organiseren dat er geen sprake is van gunning van
overheidsopdrachten, bijvoorbeeld door deze diensten alleen te financieren of
door licenties of machtigingen te verlenen aan alle ondernemers die
beantwoorden aan de vooraf door de aanbestedende dienst vastgestelde
voorwaarden, zonder beperkingen of quota, op voorwaarde dat dit systeem met
voldoende publiciteit gepaard gaat en aan het transparantiebeginsel en het
discriminatieverbod voldoet. (18)
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten en is
derhalve niet van toepassing op opdrachten die door internationale organisaties
in eigen naam en voor eigen rekening worden aanbesteed. Het is echter
noodzakelijk te verduidelijken in welke mate deze richtlijn moet worden
toegepast op aanbestedingen die onder specifieke internationale regels vallen. (19)
Er is een groot gebrek aan rechtszekerheid over de
vraag in hoeverre de aanbestedingsregels moeten worden toegepast op de
samenwerking tussen overheidsdiensten. De desbetreffende rechtspraak van het
Europees Hof van Justitie wordt door de lidstaten en zelfs door de
aanbestedende diensten op uiteenlopende wijze geïnterpreteerd. Aangezien deze
rechtspraak gelijkelijk moet worden toegepast op overheidsdiensten die werkzaam
zijn in de onder deze richtlijn vallende sectoren, moet ervoor worden gezorgd
dat dezelfde regels van toepassing zijn op deze richtlijn en op Richtlijn
[…/…/EU][inzake aanbestedingen]. (20)
Sommige opdrachten voor diensten, leveringen en
werken, gegund aan een verbonden onderneming waarvan de voornaamste activiteit
erin bestaat deze werken, leveringen of diensten te verrichten voor de groep
waarvan zij deel uitmaakt, moeten worden uitgesloten in plaats van op de markt
te worden aanbesteed. Ook bepaalde opdrachten voor werken, leveringen of
diensten die door een aanbestedende dienst wordt gegund aan een
gemeenschappelijke onderneming welke uit verschillende aanbestedende diensten
bestaat, en waar deze dienst zelf deel van uitmaakt, dienen van deze richtlijn
te worden uitgesloten voor de uitoefening van onder deze richtlijn vallende
activiteiten. Er dient evenwel te worden voorkomen dat deze uitsluiting leidt
tot verstoringen van de mededinging ten gunste van ondernemingen of
gemeenschappelijke ondernemingen die verbonden zijn met de aanbestedende
diensten; er dient te worden voorzien in een adequate reeks regels, met name
betreffende de grenzen tot welke de ondernemingen een deel van hun omzet op de
markt mogen halen en waarboven zij de mogelijkheid verliezen om opdrachten
zonder oproep tot mededinging te gunnen, de samenstelling van de
gemeenschappelijke ondernemingen en de stabiliteit van de betrekkingen tussen
deze gemeenschappelijke ondernemingen en de aanbestedende diensten waaruit zij
bestaan. (21)
Voorst moeten de betrekkingen worden verduidelijkt
tussen de bepalingen inzake samenwerking tussen overheidsdiensten en de
bepalingen inzake gunning van opdrachten aan verbonden ondernemingen of in het
kader van gemeenschappelijke ondernemingen. (22)
Deze richtlijn dient niet van toepassing te zijn op
opdrachten betreffende in de artikelen 5 tot en met 11 bedoelde
activiteiten noch op prijsvragen die worden georganiseerd met het oog op de
uitoefening van een dergelijke activiteit, indien de activiteit in de lidstaat
waar deze plaatsvindt, rechtstreeks blootstaat aan mededinging op markten
waarvoor de toegang niet beperkt is. Het verdient derhalve aanbeveling de
procedure te handhaven voor alle onder deze richtlijn vallende sectoren, zodat
rekening kan worden gehouden met de gevolgen van een bestaande of een
toekomstige openstelling van de markt voor mededinging. Een dergelijke
procedure moet de betrokken diensten rechtszekerheid verschaffen en moet leiden
tot een passend besluitvormingsproces dat ervoor zorgt dat het recht van de
Unie op dit gebied binnen korte termijnen eenvormig wordt toegepast. (23)
Rechtstreekse blootstelling aan mededinging moet
worden beoordeeld aan de hand van objectieve criteria waarbij rekening wordt
gehouden met de specifieke eigenschappen van de betrokken sector. Deze
beoordeling ondervindt echter beperkingen door de toepasselijke korte termijnen
en door het feit dat moet worden uitgegaan van de informatie waarover de
Commissie beschikt – ofwel reeds beschikbare bronnen ofwel informatie die in
het kader van de toepassing van artikel 28 is verkregen – die niet kan worden
aangevuld door middel van meer tijdrovende methoden, zoals met name openbare
onderzoeken door de betrokken ondernemers. De beoordeling van rechtstreekse
blootstelling aan mededinging die in het kader van deze richtlijn kan
plaatsvinden, doet bijgevolg niet af aan de volwaardige toepassing van het
mededingingsrecht. (24)
De uitvoering en de toepassing van de
desbetreffende wetgeving van de Unie waarmee een bepaalde sector of een deel
ervan wordt opengesteld, wordt voldoende geacht om het vermoeden van vrije
toegang tot de desbetreffende markt te rechtvaardigen. Dergelijke wetgeving
dient te worden aangewezen in een bijlage die door de Commissie kan worden
bijgewerkt. Het is raadzaam in deze bijlage momenteel melding te maken van
Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009
betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot
intrekking van Richtlijn 2003/55/EG[27],
Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009
betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit
en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG[28]
en Richtlijn 94/22/EG. (25)
Onderzoek en innovatie, waaronder eco-innovatie en
sociale innovatie, behoren tot de voornaamste drijvende krachten van de
toekomstige groei en staan centraal in de Europa 2020-strategie voor slimme,
duurzame en inclusieve groei. Aanbestedende diensten moeten overheidsopdrachten
zo strategisch mogelijk aanwenden om innovatie te bevorderen. De aankoop van
innovatieve goederen en diensten speelt een centrale rol in het verbeteren van
de efficiëntie en de kwaliteit van overheidsdiensten en vormt een antwoord op
grote maatschappelijke uitdagingen. Hiermee kan worden gestreefd naar de beste
prijs-/kwaliteitverhouding en naar ruimere economische, milieu- en
maatschappelijke voordelen om nieuwe ideeën te doen rijpen, deze om te zetten
in innovatieve producten en diensten en derhalve een duurzame economische groei
te bevorderen. Deze richtlijn moet helpen innovatieve activiteiten in
aanbestedingen te bevorderen en moet de lidstaten ondersteunen om de
streefdoelen van de Innovatie-Unie te bereiken. Daarom moet worden voorzien in
een specifieke aanbestedingsprocedure waarmee aanbestedende diensten een
innovatiepartnerschap op lange termijn kunnen aangaan voor de ontwikkeling en
daaropvolgende aankoop van nieuwe innovatieve producten, diensten of werken,
onder de voorwaarde dat deze geleverd kunnen worden tegen een overeengekomen
kwaliteits- en kostenniveau. Het partnerschap dient zodanig te worden
gestructureerd dat het de nodige “market-pull” kan opleveren om de ontwikkeling
van een innovatieve oplossing te bevorderen zonder de markt af te schermen. (26)
Gelet op de schadelijke gevolgen voor de
concurrentie dienen procedures van gunning via onderhandelingen zonder oproep
tot mededinging alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden te worden
gebruikt. Deze uitzondering moet worden beperkt tot gevallen waarin volgens
vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie bekendmaking om
redenen van overmacht niet mogelijk is of waarin het vanaf het begin duidelijk
is dat daardoor niet meer concurrentie op gang zal komen, niet het minst omdat
er objectief gezien slechts één ondernemer is die de opdracht kan uitvoeren.
Alleen situaties van objectieve exclusiviteit kunnen het gebruik van de
procedure van gunning via onderhandelingen zonder oproep tot mededinging
rechtvaardigen, wanneer deze situatie van exclusiviteit niet door de
aanbestedende dienst zelf is gecreëerd met het oog op de toekomstige
aanbestedingsprocedure en wanneer er geen passende substituten beschikbaar
zijn, hetgeen grondig moet worden onderzocht. (27)
Elektronische informatie- en communicatiemiddelen
kunnen de bekendmaking van opdrachten in aanzienlijke mate vereenvoudigen en de
efficiëntie en transparantie van aanbestedingsprocedures verbeteren. Dit zou de
standaardvorm moeten worden voor mededeling en uitwisseling van informatie in
aanbestedingsprocedures. Door het gebruik van elektronische middelen wordt ook
tijd bespaard. Bijgevolg dienen bij gebruik van elektronische middelen de
minimumtermijnen te worden verkort, op voorwaarde echter dat deze verenigbaar
zijn met de specifieke verzendingsmethoden die in de Unie worden toegepast.
Bovendien kunnen elektronische informatie- en communicatiemiddelen met passende
functionaliteiten de aanbestedende diensten helpen fouten die zich tijdens de
aanbestedingsprocedure voordoen, te voorkomen, op te sporen en te corrigeren. (28)
Op de aanbestedingsmarkten van de Unie ontstaat een
sterke trend waarbij aanbestedende diensten hun vraag bundelen om
schaalvoordelen te verkrijgen met lagere prijzen en transactiekosten, en om het
beheer van aanbestedingen te verbeteren en te professionaliseren. Dit kan
worden bereikt door het bundelen van aankopen met betrekking tot het aantal
deelnemende aanbestedende diensten of het volume en de waarde ervan in de tijd.
Het samenvoegen en centraliseren van aankopen moet echter nauwlettend worden
gevolgd om buitensporige concentratie van kopersmacht en collusie te voorkomen
en om de transparantie en concurrentie alsmede de kansen voor markttoegang voor
kleine en middelgrote ondernemingen te vrijwaren. (29)
Raamovereenkomsten kunnen in Europa een efficiënte
aanbestedingstechniek zijn; het is echter noodzakelijk de concurrentie te
versterken door een verbetering van de transparantie van en de toegang tot
aanbestedingen door middel van raamovereenkomsten. Daarom dienen de bepalingen
die op deze overeenkomsten van toepassing zijn, te worden herzien, met name
door te voorzien in mini-gunningsprocedures voor specifieke opdrachten die op
de overeenkomst zijn gebaseerd, en door de looptijd van de raamovereenkomsten
te beperken. (30)
Uit de opgedane ervaring blijkt ook dat de behoefte
bestaat om de regels met betrekking tot dynamisch aankoopsystemen aan te passen
zodat aanbestedende diensten ten volle voordeel kunnen halen uit de
mogelijkheden van dit instrument. De systemen moeten worden vereenvoudigd, in
het bijzonder door deze toe te passen in de vorm van een niet-openbare
procedure en derhalve de behoefte aan indicatieve inschrijvingen uit te
schakelen, hetgeen vermeld is als een van de grootste lasten die uit deze
systemen voortvloeien. Elke ondernemer die een aanvraag tot deelneming indient
en aan de selectiecriteria voldoet, moet derhalve tot aanbestedingsprocedures
in het kader van een dynamisch aankoopsysteem worden toegelaten. Dankzij deze
aankooptechniek kunnen aanbestedende diensten over een bijzonder breed gamma
van inschrijvingen beschikken, wat derhalve leidt tot een optimaal gebruik van
middelen door brede concurrentie. (31)
Daarnaast worden voortdurend nieuwe elektronische
aankooptechnieken ontwikkeld, zoals elektronische catalogi. Zij dragen bij tot
meer concurrentie en gestroomlijnde overheidsaankopen, in het bijzonder door
besparingen in tijd en geld. Er moeten echter een aantal regels worden
vastgesteld om ervoor te zorgen dat het gebruik hiervan voldoet aan de
voorschriften van de richtlijn en de beginselen van gelijke behandeling,
non-discriminatie en transparantie. In het bijzonder wanneer opnieuw tot
concurrentie is opgeroepen door middel van een raamovereenkomst of wanneer een
dynamisch aankoopsysteem wordt gebruikt en er voldoende waarborgen worden
geboden wat betreft traceerbaarheid, gelijke behandeling en voorspelbaarheid,
moeten aanbestedende diensten inschrijvingen met betrekking tot specifieke
aankopen kunnen openstellen op basis van eerder ingezonden elektronische catalogi.
Overeenkomstig de voorschriften inzake elektronische communicatiemiddelen
moeten aanbestedende diensten vermijden ongerechtvaardigde belemmeringen op te
werpen voor de toegang van ondernemers tot aanbestedingsprocedures die
inschrijvingen in de vorm van elektronische catalogi vereisen en die de
naleving van de algemene beginselen van non-discriminatie en gelijke
behandeling waarborgen. (32)
Gecentraliseerde aankooptechnieken worden in de
meeste lidstaten steeds vaker gebruikt. Aankoopcentrales zijn belast met het
verrichten van aankopen of het gunnen van overheidsopdrachten/het sluiten van
raamovereenkomsten voor andere aanbestedende diensten of entiteiten. Door de
omvang van de aankopen maken deze technieken het mogelijk de concurrentie te
verbreden en overheidsbestellingen professioneler te laten verlopen. Daarom
moet de Unie voorzien in een definitie van aankoopcentrales die in dienst staan
van aanbestedende diensten, zonder dat dit de voortzetting van minder
geïnstitutionaliseerde en systematische vormen van gecentraliseerde aankopen in
de weg staat of afdoet aan de gevestigde praktijk waarbij dienstverrichters
worden gebruikt voor de voorbereiding en het beheer van aanbestedingsprocedures
in naam en voor rekening van een aanbestedende dienst. Er dienen eveneens
regels te worden vastgesteld voor de verdeling van de verantwoordelijkheid
inzake de naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn, ook in
het geval van beroepsprocedures, tussen de aankoopcentrale en de aanbestedende
diensten die bestellingen plaatsen bij of via de aankoopcentrale. Wanneer de
laatstgenoemde dienst uitsluitend verantwoordelijk is voor de afwikkeling van
de aanbestedingsprocedures, moet hij ook uitsluitend en rechtstreeks instaan
voor de wettigheid van de procedures. Wanneer een aanbestedende dienst bepaalde
delen van de procedure op zich neemt, bijvoorbeeld het heropenen van de
concurrentie volgens een raamovereenkomst of de gunning van individuele
opdrachten op basis van een dynamisch aankoopsysteem, moet hij ook verantwoordelijk
blijven voor de stadia waarin hij optreedt. (33)
Elektronische communicatiemiddelen zijn bijzonder
geschikt om gecentraliseerde aankooppraktijken en -instrumenten te ondersteunen
omdat zij de mogelijkheid bieden gegevens te hergebruiken en automatisch te
verwerken en zo de informatie- en transactiekosten zoveel mogelijk te beperken.
In eerste instantie moet daarom het gebruik van deze elektronische
communicatiemiddelen door aankoopcentrales verplicht worden gesteld terwijl ook
de onderlinge toenadering van praktijken in de Unie moet worden bevorderd. Dit
moet na een overgangsperiode van twee jaar worden gevolgd door een algemene
verplichting tot gebruik van elektronische communicatiemiddelen in alle
aanbestedingsprocedures. (34)
Gezamenlijke aanbestedingen door aanbestedende
diensten uit verschillende lidstaten leveren thans specifieke wettelijke
problemen op, in het bijzonder door conflicten tussen nationale wetten. Ondanks
het feit dat Richtlijn 2004/117/EG grensoverschrijdende gezamenlijke
overheidsopdrachten impliciet heeft toegestaan, zijn er in de praktijk een
aantal nationale rechtsstelsels die op expliciete of impliciete wijze deze
grensoverschrijdende vorm van gunning op wettelijk vlak onzeker of onmogelijk
hebben gemaakt. Aanbestedende diensten uit verschillende lidstaten kunnen
belangstelling hebben in samenwerking en gemeenschappelijke gunning van
opdrachten om aldus maximaal profijt te halen uit het potentieel van de interne
markt met betrekking tot schaalvoordelen en deling van risico's en voordelen,
niet het minst voor innovatieve projecten die een groter risico inhouden dan
het risico dat redelijkerwijs door één aanbestedende dienst alleen kan worden
gedragen. Voor grensoverschrijdende gezamenlijke aanbestedingen dienen derhalve
nieuwe regels ter aanwijzing van het toepasselijke recht te worden opgesteld om
de samenwerking tussen aanbestedende diensten in de interne markt te
bevorderen. Daarnaast kunnen aanbestedende diensten uit verschillende lidstaten
gezamenlijke rechtspersonen naar nationaal of Unierecht oprichten. Voor
dergelijke vormen van gezamenlijke aanbesteding moeten specifieke regels worden
vastgesteld. (35)
De technische specificaties die door de
aanbestedende diensten worden opgesteld, moeten ervoor zorgen dat
overheidsopdrachten voor mededinging voor mededinging worden opengesteld.
Daarom moet het mogelijk zijn inschrijvingen in te dienen waarin de diversiteit
van technische oplossingen tot uiting komt, zodat er een voldoende hoog niveau
van concurrentie ontstaat. Bijgevolg moeten de technische specificaties op
zodanige wijze worden opgesteld dat een kunstmatige beperking van de
concurrentie wordt vermeden door het invoeren van voorschriften die een
specifieke ondernemer bevoordelen, wanneer deze voorschriften geënt zijn op de
basiskenmerken van leveringen, diensten of werken zoals deze gewoonlijk door de
betrokken ondernemer worden aangeboden. Door de technische specificaties op te
stellen in termen van functionele prestaties en eisen kan in het algemeen aan
deze doelstelling worden voldaan en wordt innovatie in de hand gewerkt. Bij
verwijzing naar een Europese norm, of bij gebreke daarvan naar een nationale
norm, moeten inschrijvingen op basis van andere gelijkwaardige oplossingen die
voldoen aan de voorschriften van de aanbestedende diensten en die qua
veiligheid gelijkwaardig zijn, door de aanbestedende diensten in overweging
worden genomen. Om de gelijkwaardigheid aan te tonen, kunnen inschrijvers
verplicht worden bewijsmiddelen aan te voeren die door derden gecontroleerd
zijn; andere passende bewijsmiddelen, zoals een technisch dossier van de
fabrikant, kunnen echter ook worden aanvaard wanneer de betrokken ondernemer
geen toegang heeft tot deze certificaten of testverslagen, of deze niet binnen
de geldende termijnen kan verkrijgen. (36)
Aanbestedende diensten die werken, leveringen of
diensten met specifieke milieu-, sociale of andere kenmerken wensen aan te
kopen, moeten daarvoor kunnen verwijzen naar specifieke keuren, zoals het
Europese milieukeur, (pluri-)nationale milieukeuren of andere keuren, op
voorwaarde dat de voorschriften voor de keur verband houden met het voorwerp
van de opdracht, zoals de beschrijving van het product en wijze van aanbieding,
waaronder verpakkingsvereisten. Voorts is het belangrijk dat deze voorschriften
worden omschreven en vastgesteld op basis van objectief controleerbare
criteria, met gebruik van een procedure waaraan belanghebbenden, zoals
overheidsinstanties, consumenten, fabrikanten, distributeurs en
milieuorganisaties kunnen deelnemen, en dat de keur toegankelijk en beschikbaar
is voor alle betrokken partijen. (37)
Voor alle overheidsopdrachten die bedoeld zijn voor
gebruik door personen, hetzij het ruime publiek of het personeel van de
aanbestedende dienst, moeten de aanbestedende diensten de technische specificaties
zo vaststellen dat rekening wordt gehouden met criteria van toegankelijkheid
voor personen met een handicap of geschiktheid van het ontwerp voor alle
gebruikers, uitgezonderd in behoorlijk gemotiveerde gevallen. (38)
Om de betrokkenheid van kleine en middelgrote
ondernemingen (kmo's) op de markt van overheidsopdrachten te bevorderen, dient
uitdrukkelijk te worden bepaald dat opdrachten kunnen worden onderverdeeld in
homogene of heterogene percelen. Wanneer een opdracht in percelen wordt
verdeeld, kunnen aanbestedende diensten, bijvoorbeeld om de concurrentie te
vrijwaren of om de continuïteit van de voorziening te waarborgen, het aantal
percelen waarvoor een ondernemer kan inschrijven, beperken; zij kunnen ook het
aantal percelen beperken dat aan één inschrijver kan worden gegund. (39)
Voorzover dit in overeenstemming is met het streven
naar loyale handelspraktijken en ruimte wordt gelaten voor de grootst mogelijke
soepelheid, moet worden voorzien in toepassing van Richtlijn [2004/18/EG]
inzake aanbestedingen waar deze betrekking heeft op voorschriften inzake
economische en financiële capaciteit en bewijsstukken. Om deze reden is
voorgeschreven dat aanbestedende diensten de selectiecriteria waarin Richtlijn
[2004/18/EG] voorziet, kunnen toepassen en dat, wanneer zij dat doen, zij de
bepalingen moeten toepassen die met name betrekking hebben op het beperken van
de vereiste minimumomzet en de zelfcertificering. (40)
Overheidsopdrachten mogen niet worden gegund aan
ondernemers die hebben deelgenomen aan een criminele organisatie of die zich
schuldig hebben gemaakt aan omkoping, fraude ten nadele van de financiële
belangen van de Unie of het witwassen van geld. Niet-betaling van belastingen
of socialezekerheidsbijdragen moet eveneens worden bestraft met verplichte uitsluiting
op het niveau van de Unie. Aangezien het mogelijk is dat aanbestedende
entiteiten, die geen aanbestedende diensten zijn, geen toegang hebben tot
onweerlegbaar bewijsmateriaal ter zake, moet hun de keuze worden gelaten de
uitsluitingscriteria van Richtlijn [2004/18] al dan niet toe te passen. De
verplichting tot toepassing van artikel 55, leden 1 et 2, van Richtlijn [2004/18]
moet derhalve worden beperkt tot aanbestedende entiteiten die aanbestedende
diensten zijn. Voorts moet aan aanbestedende diensten de mogelijkheid worden
gelaten gegadigden of inschrijvers uit te sluiten wegens schending van milieu-
of sociale verplichtingen, inclusief regels over toegankelijkheid voor
gehandicapte personen of andere vormen van ernstige beroepsfouten zoals schendingen
van mededingingsregels of intellectuele-eigendomsrechten. (41)
Wanneer aanbestedende diensten de verplichting
hebben of ervoor kiezen de voornoemde uitsluitingscriteria toe te passen,
moeten zij toepassing geven aan Richtlijn [2004/18], volgens welke ondernemers
handhavingsmaatregelen kunnen nemen om de gevolgen van misdrijven of fouten te
verhelpen en nieuwe gevallen van wangedrag daadwerkelijk te voorkomen. (42)
Aanbestedende diensten kunnen verlangen dat
maatregelen of systemen voor milieubeheer worden toegepast tijdens de
uitvoering van een opdracht. Milieubeheersystemen kunnen uitwijzen of een
ondernemer over de technische capaciteit beschikt om de opdracht uit te voeren,
ongeacht of deze geregistreerd zijn krachtens instrumenten van de Unie zoals
Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november
2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair
milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS)[29].
Een beschrijving van de maatregelen die de ondernemer neemt om hetzelfde niveau
van milieubescherming te waarborgen, dient te worden aanvaard als bewijs in
plaats van de milieubeheersystemen, wanneer de betrokken ondernemer geen
toegang heeft tot dergelijke systemen of deze niet kan verkrijgen binnen de
toepasselijke termijnen. (43)
De gunning van opdrachten dient te geschieden op
basis van objectieve criteria die ervoor zorgen dat het discriminatieverbod en
de beginselen van transparantie en gelijke behandeling in acht worden genomen.
Deze criteria moeten waarborgen dat inschrijvingen in een situatie van
daadwerkelijke mededinging worden beoordeeld, ook wanneer de aanbestedende
diensten werken, leveringen of diensten van hoge kwaliteit verlangen die
optimaal aansluiten op hun behoeften. Derhalve moeten aanbestedende diensten
als gunningscriteria de "economisch meest voordelige inschrijving" of
de "laagste prijs" kunnen toepassen, waarbij het hun in het laatste
geval vrij staat passende kwaliteitsnormen vast te stellen door gebruik te
maken van technische specificaties of voorwaarden voor de uitvoering van de
opdracht. (44)
Wanneer aanbestedende diensten besluiten de
opdracht aan de economisch meest voordelige inschrijving te gunnen, moeten zij
bepalen op basis van welke gunningscriteria zij inschrijvingen zullen
beoordelen om uit te maken welke inschrijving de beste
prijs-kwaliteitverhouding biedt. Bij de vaststelling van deze criteria wordt
rekening gehouden met het voorwerp van de opdracht, aangezien het
prestatieniveau van iedere inschrijving aan de hand hiervan kan worden
beoordeeld in verhouding tot het voorwerp van de opdracht, zoals omschreven in
de technische specificaties, en de prijs-kwaliteitverhouding van iedere
inschrijving kan worden ingeschat. De gekozen gunningscriteria mogen de
aanbestedende dienst bovendien geen onbeperkte vrijheid verlenen en moeten
ervoor zorgen dat daadwerkelijke mededinging mogelijk blijft, en moeten dus
vergezeld gaan van voorschriften op basis waarvan de door de inschrijvers
verstrekte informatie daadwerkelijk kan worden gecontroleerd. (45)
Met het oog op de doelstellingen van de Europa 2020-strategie
voor duurzame groei is het uiterst belangrijk het potentieel van aanbestedingen
volledig te benutten. Gelet op de grote verschillen tussen individuele sectoren
en markten zou het echter niet raadzaam zijn voor overheidsopdrachten algemene
verplichtingen voor milieubewuste, sociaal verantwoorde en innovatieve aankopen
vast te stellen. De wetgever van de Unie heeft reeds dwingende
aanbestedingsvoorschriften opgesteld voor het nastreven van bepaalde doelen in
de sector van de wegvoertuigen (Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement
en de Raad van 23 april 2009 inzake de bevordering van schone en energiezuinige
wegvoertuigen[30])
en de kantoorapparatuur (Verordening (EG) nr. 106/2008 van het Europees
Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een communautair
energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur[31]). Bovendien is in het
definiëren van gemeenschappelijke methodologieën voor de berekening van
levenscycluskosten aanzienlijke vooruitgang geboekt. Het is derhalve aangewezen
op deze weg voort te gaan en het vaststellen van dwingende doelstellingen en
streefdoelen aan sectorspecifieke wetgeving over te laten volgens de in de
desbetreffende sector heersende beleidskeuzen en omstandigheden, en de
ontwikkeling en het gebruik van Europese methoden van
levenscycluskostenberekening te bevorderen als een verdere aanzet voor de
aanwending van aanbestedingen met het oog op een duurzame groei. (46)
Deze sectorspecifieke maatregelen moeten worden
aangevuld door een aanpassing van de aanbestedingsrichtlijnen waardoor
aanbestedende diensten bevoegdheid wordt verleend om in hun aankoopstrategieën
de doelstellingen van de Europa 2020-strategie na te streven. Derhalve dient te
worden verduidelijkt dat aanbestedende diensten de economisch meest voordelige
inschrijving en de laagste prijs kunnen bepalen door uit te gaan van een
berekening van de levenscycluskosten, mits de te gebruiken methodologie op
objectieve en niet-discriminerende wijze wordt opgesteld en toegankelijk is
voor alle belanghebbenden. Het begrip levenscycluskosten omvat alle kosten
binnen de levenscyclus van een werk, levering of dienst, zowel de interne
kosten (zoals kosten voor ontwikkeling, productie, gebruik, onderhoud en verwijdering)
als de externe kosten, op voorwaarde dat deze in geld uitgedrukt en
gecontroleerd kunnen worden. In de Unie moeten gemeenschappelijke
methodologieën worden ontwikkeld voor de berekening van levenscycluskosten voor
specifieke categorieën van leveringen of diensten; wanneer een dergelijke
methodologie ontwikkeld is, moet zij verplicht worden gesteld. (47)
Voorts moeten aanbestedende diensten de
mogelijkheid krijgen in technische specificaties en gunningscriteria te
verwijzen naar een specifiek productieproces, een specifieke wijze van
dienstverrichting, of een specifiek proces voor elke andere fase in de
levenscyclus van een product of dienst, op voorwaarde dat deze verband houden
met het voorwerp van de opdracht. Om maatschappelijke overwegingen in overheidsopdrachten
beter in aanmerking te nemen, kunnen aanbesteders eveneens de mogelijkheid
aangrijpen om in het gunningscriterium van de economisch meest voordelige
inschrijving te letten op kenmerken die verband houden met de
arbeidsomstandigheden van de rechtstreeks aan de betrokken productieprocessen
of leveringen deelnemende personen. Deze kenmerken kunnen alleen slaan op het
beschermen van de gezondheid van het bij de productie betrokken personeel of op
het bevorderen van de sociale integratie van achtergestelde personen of
personen van kwetsbare categorieën tussen de werknemers die de opdracht
uitvoeren, inclusief de toegankelijkheid voor personen met een handicap.
Dergelijke gunningscriteria met die kenmerken moeten in elk geval beperkt
blijven tot die kenmerken welke een onmiddellijke weerslag hebben op de
personeelsleden in hun werkomgeving. Zij dienen te worden toegepast in
overeenstemming met Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met
het oog op het verrichten van diensten[32]
en wel op zodanige wijze dat er geen sprake is van directe of indirecte
discriminatie ten aanzien van ondernemers uit andere lidstaten of uit derde
landen die partij zijn bij de overeenkomst of bij de vrijhandelsakkoorden
waarbij de Unie partij is. (48)
Voor aanbestedingen van diensten en aanbestedingen
die betrekking hebben op het ontwerpen van werken, moeten aanbestedende
diensten de organisatie, kwalificatie en ervaring van het bij de uitvoering van
de opdracht betrokken personeel als gunningscriterium kunnen gebruiken,
aangezien dit van invloed kan zijn op de kwaliteit van de uitvoering van de
opdracht en bijgevolg de economische waarde van de inschrijving. (49)
Inschrijvingen die abnormaal laag worden bevonden
in verhouding tot de werken, leveringen of diensten, kunnen gebaseerd zijn op
technisch, economisch of wettelijk ondeugdelijke veronderstellingen of
praktijken. Om mogelijke nadelen tijdens de uitvoering van de opdracht te
voorkomen moeten aanbestedende diensten verplicht worden nadere uitleg over de
aangerekende prijs te vragen wanneer een inschrijving aanzienlijk lager ligt
dan de prijzen van andere inschrijvers. Indien de inschrijver niet voldoende
uitleg kan verschaffen, moet de aanbestedende dienst het recht hebben de
inschrijving af te wijzen. De aanbestedende dienst is verplicht de inschrijving
af te wijzen indien hij heeft vastgesteld dat de abnormaal lage prijzen het
gevolg zijn van niet-nakoming van dwingende sociaal-, arbeids- of milieurechtelijke
voorschriften van de Unie of van internationale arbeidsrechtelijke
voorschriften. (50)
Uitvoeringsvoorwaarden van een opdracht zijn met de
richtlijn verenigbaar indien zij niet direct of indirect discriminerend zijn,
indien zij verband houden met het voorwerp van de opdracht en indien zij worden
vermeld in de aankondiging die als oproep tot mededinging wordt gebruikt, of in
de documenten van de aanbesteding. Zij kunnen met name ten doel hebben de
beroepsopleiding op de werkplek of de arbeidsparticipatie van moeilijk in het
arbeidsproces te integreren personen te bevorderen, de werkloosheid te
bestrijden of het milieu of het welzijn van dieren te beschermen. Als voorbeeld
kan worden verwezen naar de verplichting om voor de uitvoering van de opdracht
langdurig werkzoekenden aan te werven of in opleidingsacties voor werklozen of
jongeren te voorzien, om de voorschriften van de basisverdragen van de
Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) in acht te nemen zelfs indien deze
verdragen niet in het nationale recht zijn omgezet, en om een groter dan het
bij de nationale wetgeving voorgeschreven aantal achtergestelde personen aan te
werven. (51)
Tijdens de uitvoering van een opdracht zijn zowel
de nationale wetten, regelingen en collectieve overeenkomsten als die van de
Unie inzake arbeidsvoorwaarden en veiligheid op het werk van kracht, op
voorwaarde dat deze regels en de toepassing ervan in overeenstemming zijn met
het recht van de Unie. Voor grensoverschrijdende situaties, waarbij werknemers
van een lidstaat ter verwezenlijking van een opdracht in een andere lidstaat
diensten verlenen, is bij Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van
werknemers met het oog op het verlenen van diensten[33] bepaald aan welke
minimumvoorwaarden het land van ontvangst moet voldoen ten aanzien van deze ter
beschikking gestelde werknemers. Indien het nationale recht daartoe strekkende
bepalingen bevat, kan niet-naleving van die verplichtingen beschouwd worden als
een ernstige fout van de betrokken ondernemer, hetgeen ertoe kan leiden dat hij
wordt uitgesloten van de procedure voor de aanbesteding van een
overheidsopdracht. (52)
Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de
Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van
toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden[34] is van toepassing op de
berekening van de termijnen in deze richtlijn. (53)
Rekening houdend met de desbetreffende rechtspraak
van het Hof van Justitie van de Europese Unie moet duidelijkheid worden
verschaft over de vraag onder welke voorwaarden wijzigingen van een opdracht
tijdens de uitvoering ervan een nieuwe aanbestedingsprocedure vereisen. Een
nieuwe aanbestedingsprocedure is vereist in geval van materiële wijzigingen van
de aanvankelijke opdracht, in het bijzonder van de reikwijdte en de
omschrijving van de wederzijdse rechten en verplichtingen, waaronder de
verdeling van intellectuele-eigendomsrechten. Deze wijzigingen tonen dat de
partijen de intentie hebben opnieuw te onderhandelen over de wezenlijke
voorwaarden van die opdracht. Dat doet zich met name voor wanneer de gewijzigde
voorwaarden invloed zouden hebben gehad op het resultaat van de procedure,
hadden zij deel uitgemaakt van de aanvankelijke procedure. (54)
Aanbestedende diensten kunnen af te rekenen krijgen
met externe omstandigheden die zij niet konden voorzien bij de gunning van de
opdracht. In dat geval is enige flexibiliteit vereist om de opdracht zonder
nieuwe gunningsprocedure aan deze omstandigheden aan te passen. Het begrip
onvoorzienbare omstandigheden verwijst naar omstandigheden die niet konden
worden voorzien ondanks een normaal zorgvuldige voorbereiding van de
aanvankelijke gunning door de aanbestedende dienst, rekening houdend met de
beschikbare middelen, de aard en de kenmerken van het specifieke project, de
goede praktijk in het betrokken gebied en de noodzaak te zorgen voor een
passende verhouding tussen de voor de voorbereiding van de gunning uitgetrokken
middelen en de voorzienbare waarde ervan. Dit is echter niet van toepassing in
gevallen waarin een wijziging tot een verandering van de aard van de gehele
aanbesteding leidt, bijvoorbeeld door werken, leveringen of diensten te
vervangen door iets anders of door het soort aanbesteding wezenlijk te veranderen,
want in een dergelijke situatie kan een hypothetische invloed op het resultaat
worden vermoed. (55)
Overeenkomstig de beginselen van gelijke
behandeling en transparantie mag de begunstigde inschrijver niet door een
andere ondernemer worden vervangen zonder de opdracht opnieuw voor concurrentie
open te stellen. Het is echter mogelijk dat de begunstigde inschrijver in de
loop van de uitvoering van de opdracht bepaalde structurele veranderingen
ondergaat, bijvoorbeeld door zuiver interne reorganisaties, fusies en overnames
of insolventie. Dergelijke structurele veranderingen hoeven niet automatisch te
leiden tot nieuwe gunningsprocedures voor alle opdrachten die door deze
ondernemer worden uitgevoerd. (56)
Aanbestedende diensten moeten in individuele
opdrachten zelf de mogelijkheid krijgen om door middel van herzieningsclausules
in wijzigingen te voorzien, maar deze clausules mogen hun geen onbeperkte
vrijheid geven. Deze richtlijn moet derhalve bepalen in welke mate de
aanvankelijke opdracht in wijzigingen kan voorzien. (57)
Uit de evaluatie is gebleken dat niet alle
lidstaten consequent en systematisch toezicht houden op de uitvoering en de
werking van de aanbestedingsregels. Dit heeft een negatieve invloed op de
correcte tenuitvoerlegging van de voorschriften van deze richtlijnen, hetgeen
veel kosten en onzekerheid met zich brengt. Een aantal lidstaten hebben een
nationale centrale instantie aangesteld die aanbestedingskwesties behandelt,
maar de functies waarmee deze instanties belast zijn, verschillen sterk tussen
lidstaten. Duidelijkere, meer consistente en gezagsvolle mechanismen voor
toezicht en controle verhogen de kennis van de werking van de
aanbestedingsregels, verschaffen ondernemers en aanbestedende diensten meer
rechtszekerheid en dragen bij tot het scheppen van gelijke kansen voor
marktdeelnemers. Deze mechanismen kunnen dienen als instrumenten voor het
opsporen en tijdig verhelpen van problemen, in het bijzonder voor projecten die
medegefinancierd worden door de Unie, en kunnen structurele gebreken aan het
licht brengen. Er bestaat met name een grote behoefte om deze mechanismen te
coördineren met het oog op een consistente toepassing, controle en begeleiding
van het aanbestedingenbeleid, alsook om de resultaten van het
aanbestedingenbeleid in heel de Unie te evalueren. (58)
De lidstaten moeten één nationale instantie
belasten met het toezicht, de uitvoering en de controle van aanbestedingen.
Deze centrale instantie moet beschikken over eerstehandse en tijdige informatie
met name over de verschillende problemen die zich in verband met de
tenuitvoerlegging van de aanbestedingsregels voordoen. Zij moet onmiddellijk
verslag kunnen uitbrengen over de werking van het beleid en mogelijke zwakten
in de nationale wetgeving en praktijk en bijdragen tot een snelle formulering
van oplossingen. Om corruptie en fraude efficiënt te bestrijden moeten deze
centrale instantie en het ruime publiek ook de mogelijkheid hebben de tekst van
de gegunde opdrachten nader te bekijken. Opdrachten met een hoge waarde moeten
dan ook aan de toezichtsinstantie worden doorgezonden en belanghebbende
personen moeten toegang krijgen tot deze documenten, voorzover daardoor geen
gewettigde openbare of particuliere belangen worden aangetast. (59)
Niet alle aanbestedende diensten kunnen de interne
expertise hebben om economisch of technisch complexe opdrachten af te handelen.
In dat verband zou aangepaste professionele ondersteuning een daadwerkelijke
aanvulling vormen op activiteiten van toezicht en controle. Deze doelstelling
kan worden bereikt door instrumenten voor kennisdeling (kenniscentra) die
technische bijstand bieden aan aanbestedende diensten; voorts kunnen
ondernemingen, en niet het minst kmo's, administratieve bijstand genieten, in
het bijzonder wanneer zij over de grenzen heen deelnemen aan aanbestedingsprocedures.
(60)
Op nationaal vlak bestaan er reeds structuren of
mechanismen voor toezicht, controle en ondersteuning en deze kunnen natuurlijk
worden gebruikt om toezicht te houden op aanbestedingen en om de uitvoering
daarvan te controleren alsmede om aanbestedende diensten en ondernemers de
nodige ondersteuning te verlenen. (61)
Daadwerkelijke samenwerking is vereist om in elke
lidstaat en in de Unie consistente adviesverlening en praktische hulp te
verzekeren. Instanties die belast zijn met toezicht, uitvoering, controle en
technische bijstand, moeten de mogelijkheid hebben informatie te delen en
daartoe samenwerking aan te gaan; in dit verband moet de door elke lidstaat
daartoe aangestelde instantie optreden als aanspreekpunt voor de diensten van
de Commissie ten behoeve van gegevensverzameling, uitwisseling van informatie
en toezicht op de tenuitvoerlegging van de aanbestedingsregels van de Unie. (62)
Met het oog op aanpassing aan de snelle
ontwikkelingen op het gebied van techniek, economie en regelgeving dient de
bevoegdheid om handelingen in de zin van artikel 290 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan de Commissie te
worden overgedragen wat betreft een aantal niet-essentiële onderdelen van deze
richtlijn. Wegens de verplichting tot nakoming
van internationale overeenkomsten moet de Commissie immers bevoegdheid krijgen
om de technische procedures voor de berekeningsmethoden van de drempels te
wijzigen alsmede om de drempels zelf regelmatig te herzien; verwijzingen naar
de CPV-nomenclatuur kunnen door EU-regelgeving worden gewijzigd en deze
veranderingen moeten in de tekst van de richtlijn worden overgenomen; de
technische details en kenmerken van de middelen voor elektronische ontvangst
moeten worden aangepast aan de technologische ontwikkelingen en de
administratieve behoeften; de Commissie moet eveneens bevoegdheid krijgen om
een aantal technische normen voor elektronische communicatie verplicht te
stellen teneinde, rekening houdend met technologische ontwikkelingen en
administratieve behoeften, de interoperabiliteit van technische formaten,
processen en kennisgevingen te verzekeren in aanbestedingsprocedures waar
gebruik wordt gemaakt van elektronische communicatie; voorts moet de Commissie
bevoegdheid krijgen om de inhoud van in aankondigingen verplicht mee te delen
informatie aan te passen, zodat administratieve behoeften en veranderingen in
de regelgeving op nationaal vlak en in de EU hierin worden weergegeven; de
lijst van wetgevingshandelingen van de Unie tot invoering van de in artikel 77,
lid 3, bedoelde gemeenschappelijke methodologieën voor de berekening van
levenscycluskosten; de lijst van de in de artikelen 70 en 79 bedoelde
internationale sociale en milieuovereenkomsten en de lijst van de in artikel 27,
lid 3, bedoelde EU-wetgeving waarvan de tenuitvoerlegging het vermoeden van
vrije toegang tot een bepaalde markt vormt, alsmede de in artikel 4, lid 4,
vermelde bijlage II, die een opsomming geeft van de bij de beoordeling van
het bestaan van bijzondere of uitsluitende rechten in aanmerking te nemen
wetgevingshandelingen, moeten snel worden aangepast om de op sectorale basis
vastgestelde maatregelen daarin op te nemen. Om in deze behoefte te voorzien
moet de Commissie bevoegd worden om de lijsten bij te werken. (63)
Het is van bijzonder belang dat de Commissie
tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen houdt, onder
meer op deskundigenniveau. Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde
handelingen moet de Commissie erop toezien dat de desbetreffende documenten
gelijktijdig, tijdig en op passende wijze bij het Europees Parlement en de Raad
worden ingediend. (64)
Om eenvormige voorwaarden te verzekeren
voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, alsook voor de in bijlage IX
bedoelde procedure voor verzending en bekendmaking van gegevens en voor de
procedures voor het opstellen en verzenden van aankondigingen, voor de
standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen alsmede voor
standaarden voor verwerking en kennisgevingen en het door de
toezichtsinstanties te gebruiken gemeenschappelijk model voor het opstellen van
het implementatie- en statistisch verslag, moeten aan de Commissie
uitvoeringsbevoegdheden worden verleend. Deze bevoegdheden moeten worden
uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees
Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene
voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de
lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie
controleren[35].
De raadplegingsprocedure moet worden gebruikt voor het vaststellen van deze
uitvoeringshandelingen, die uit financieel oogpunt geen gevolgen hebben of geen
invloed hebben op de aard en reikwijdte van verplichtingen uit hoofde van deze
richtlijn. Deze handelingen worden integendeel gekenmerkt door een zuiver
administratieve doelstelling en dienen om de toepassing van regels uit hoofde
van deze richtlijn te vergemakkelijken. Voorts dienen de besluiten waarbij
wordt vastgesteld of een bepaalde activiteit rechtstreeks aan concurrentie is
blootgesteld op markten die vrije toegang bieden, te worden genomen onder
voorwaarden die eenvormigheid bij de tenuitvoerlegging van die bepaling
waarborgen. Daarom moeten aan de Commissie ook uitvoeringsbevoegdheden worden
verleend met betrekking tot de nadere regels voor de uitvoering van de
procedure krachtens artikel 28, waarbij wordt vastgesteld of artikel 27 dan wel
de besluiten zelf van toepassing zijn. Deze bevoegdheden moeten worden
uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees
Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene
voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de
lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie
controleren[36].
De raadplegingsprocedure moet worden gebruikt voor de vaststelling van deze
uitvoeringshandelingen. (65)
Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk
de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de
lidstaten die van toepassing zijn op bepaalde aanbestedingsprocedures, niet
voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de
Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van
het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel,
maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde
evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze
doelstelling te verwezenlijken. (66)
Richtlijn 2004/17/EG dient derhalve te worden
ingetrokken. (67)
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring
van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken van [datum] hebben
de lidstaten zich ertoe verbonden om in verantwoorde gevallen de kennisgeving
van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken
waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige
delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking
tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken
verantwoord, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: TITEL I: TOEPASSINGSGEBIED,
DEFINITIES EN ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I Onderwerp en definities Artikel 1: Onderwerp en toepassingsgebied Artikel 2: Definities Artikel 3: Gemengde aanbestedingen en
aanbestedingen voor verschillende activiteiten HOOFDSTUK II: Personele werkingssfeer:
definitie van activiteiten en entiteiten AFDELING 1: ENTITEITEN Artikel 4: Aanbestedende diensten AFDELING 2: ACTIVITEITEN Artikel 5: Gas en warmte Artikel 6: Elektriciteit Artikel 7: Water Artikel 8: Vervoersdiensten Artikel 9: Havens en luchthavens Artikel 10: Posterijen Artikel 11: Winning van aardolie en gas
en prospectie of winning van steenkool of andere vaste brandstoffen HOOFDSTUK III: Materiële werkingssfeer AFDELING 1: DREMPELWAARDEN Artikel 12: Drempels Artikel 13: Methoden voor de berekening
van de geraamde waarde van de aanbesteding Artikel 14: Herziening van de drempels AFDELING 2: UITGESLOTEN OPDRACHTEN EN
PRIJSVRAGEN Onderafdeling 1: Uitsluitingen die van
toepassing zijn op alle aanbestedende diensten en bijzondere uitsluitingen voor
de sectoren water- en energievoorziening Artikel 15: Opdrachten voor wederverkoop
of verhuur aan derden Artikel 16: Opdrachten en prijsvragen
voor andere doeleinden dan de uitoefening van een onder deze richtlijn vallende
activiteit of voor de uitoefening van een dergelijke activiteit in een derde
land Artikel 17: Defensie en veiligheid Artikel 18: Opdrachten en prijsvragen op
grond van internationale voorschriften Artikel 19: Specifieke uitsluitingen voor
opdrachten voor diensten Artikel 20: Opdrachten van bepaalde
aanbestedende diensten voor de aankoop van water en voor de levering van
energie of brandstoffen, bestemd voor de opwekking van energie Onderafdeling 2: Bijzondere betrekkingen
(gecontroleerde entiteiten, samenwerking, verbonden ondernemingen en
gemeenschappelijke ondernemingen)‑{}‑ Artikel 21: Betrekkingen tussen overheden Artikel 22: Opdrachten gegund aan een verbonden
onderneming Artikel 23: Opdrachten gegund aan een
gemeenschappelijke onderneming of aan een aanbestedende dienst die deel
uitmaakt van een gemeenschappelijke onderneming Artikel 24: Informatieverstrekking Onderafdeling 3: Bijzondere situaties Artikel 25: Diensten voor onderzoek en
ontwikkeling Artikel 26: Onder een bijzondere regeling
vallende opdrachten Onderafdeling 4: Rechtstreeks aan mededinging
blootgestelde activiteiten en procedurele bepalingen hiervoor Artikel 27: Rechtstreeks aan mededinging
blootgestelde activiteiten Artikel 28: Procedure om te bepalen of
artikel 27 van toepassing is HOOFDSTUK IV: Algemene beginselen Artikel 29: Aanbestedingsbeginselen Artikel 30: Ondernemers Artikel 31: Voorbehouden opdrachten Artikel 32: Vertrouwelijkheid Artikel 33: Regels betreffende
communicatiemiddelen Artikel 34: Algemene verplichting tot
gebruik van elektronische communicatiemiddelen Artikel 35: Nomenclaturen Artikel 36: Belangenconflicten Artikel 37: Onwettig gedrag TITEL II: OP OPDRACHTEN TOEPASSELIJKE
BEPALINGEN HOOFDSTUK I: Procedures Artikel 38: Voorwaarden met betrekking
tot de overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA) van de
Wereldhandelsorganisatie en andere internationale overeenkomsten Artikel 39: Keuze van de procedure Artikel 40: Openbare procedure Artikel 41: Niet-openbare procedure Artikel 42: Procedure van gunning door
onderhandelingen met voorafgaande oproep tot mededinging Artikel 43: Innovatiepartnerschap Artikel 44: Gebruik van de procedure van
gunning door onderhandelingen zonder voorafgaande oproep tot mededinging HOOFDSTUK II: Technieken en instrumenten
voor elektronische en gegroepeerde aanbesteding Artikel 45: Raamovereenkomsten Artikel 46: Dynamische aankoopsystemen Artikel 47: Elektronische veilingen Artikel 48: Elektronische catalogi Artikel 49: Gecentraliseerde
aankoopactiviteiten en aankoopcentrales Artikel 50: Aanvullende
aankoopactiviteiten Artikel 51: Occasionele gezamenlijke
gunning Artikel 52: Gezamenlijke aanbesteding
tussen aanbestedende diensten van verschillende lidstaten HOOFDSTUK III: Verloop van de procedure AFDELING 1 VOORBEREIDING Artikel 53: Voorafgaande
marktraadplegingen Artikel 54: Technische specificaties Artikel 55: Keuren Artikel 56: Testverslagen, certificatie
en andere bewijsmiddelen Artikel 57: Mededeling van technische
specificaties Artikel 58: Varianten Artikel 59: Verdeling van opdrachten in
percelen Artikel 60: Vaststelling van termijnen AFDELING 2: BEKENDMAKING EN TRANSPARANTIE Artikel 61: Periodieke indicatieve
aankondigingen Artikel 62: Aankondigingen inzake het
bestaan van een erkenningsregeling Artikel 63: Aankondigingen van opdrachten Artikel 64: Aankondigingen van gegunde
opdrachten Artikel 65: Opmaak en wijze van
bekendmaking van aankondigingen Artikel 66: Bekendmaking op nationaal
niveau Artikel 67: Elektronische beschikbaarheid
van aanbestedingsdocumenten Artikel 68: Uitnodigingen tot het
indienen van inschrijvingen of tot onderhandelingen; uitnodigingen tot
bevestiging van belangstelling Artikel 69: Informatieverstrekking aan
aanvragers van erkenning, gegadigden en inschrijvers AFDELING 3: SELECTIE VAN DEELNEMERS EN GUNNING
VAN OPDRACHTENArtikel 70: Algemene beginselen Onderafdeling 1: Erkenning en kwalitatieve
selectie Artikel 71: Erkenningsregelingen Artikel 72: Criteria voor kwalitatieve
selectie Artikel 73: Beroep op de draagkracht van
andere entiteiten Artikel 74: Gebruik van de in [Richtlijn 2004/18]
bedoelde uitsluitingsgronden en selectiecriteria Artikel 75: Kwaliteitsnormen en normen
inzake milieubeheer Onderafdeling 2: Gunning van de opdracht Artikel 76: Gunningscriteria Artikel 77: Levenscycluskosten Artikel 78: Beletsels voor gunning Artikel 79: Abnormaal lage inschrijvingen Hoofdstuk IV: Uitvoering van de opdracht Artikel 80: Voorwaarden waaronder de
opdracht wordt uitgevoerd Artikel 81: Onderaanneming Artikel 82: Wijzigingen van opdrachten
tijdens de looptijd Artikel 83: Verbreking van overeenkomsten TITEL III: BIJZONDERE
AANBESTEDINGSREGELINGEN HOOFDSTUK I: Sociale diensten en andere
specifieke diensten Artikel 84: Gunning van opdrachten voor
sociale en andere specifieke diensten Artikel 85: Bekendmaking van
aankondigingen Artikel 86: Beginselen voor gunning van
opdrachten HOOFDSTUK II: Regels voor prijsvragen op
het gebied van diensten Artikel 87: Algemene bepalingen Artikel 88: Toepassingsgebied Artikel 89: Aankondigingen Artikel 90: Regels voor de organisatie
van prijsvragen, de selectie van deelnemers en de jury Artikel 91: Beslissingen van de jury TITEL IV: BESTUUR Artikel 92: Handhaving Artikel 93: Overheidstoezicht Artikel 94: Individuele verslagen over
procedures voor de gunning van opdrachten Artikel 95: Nationale verslagen Artikel 96: Bijstand aan aanbestedende
diensten en ondernemingen Artikel 97: Administratieve samenwerking TITEL V: GEDELEGEERDE BEVOEGDHEDEN,
UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN EN SLOTBEPALINGEN Artikel 98: Uitoefening van de
bevoegdheidsdelegatie Artikel 99: Spoedprocedure Artikel 100: Comitéprocedure Artikel 101: Omzetting Artikel 102: Intrekkingen Artikel 103: Evaluatie Artikel 104: Inwerkingtreding Artikel 105: Adressaten BIJLAGEN BIJLAGE I: Lijst van activiteiten in de zin
van artikel 2, punt 8, onder a) BIJLAGE II: Lijst van wetgeving van de Unie
als bedoeld in artikel 4, lid 2 BIJLAGE III: Lijst van wetgeving van de
Unie als bedoeld in artikel 27, lid 3 BIJLAGE IV: Eisen ten aanzien van middelen
voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen/aanvragen tot deelneming of
erkenning en plannen en ontwerpen bij prijsvragen Bijlage V: Lijst van internationale
overeenkomsten als bedoeld in artikel 38 BIJLAGE VI A Informatie die in de periodieke
indicatieve aankondiging moet worden vermeld (als bedoeld in artikel 61) BIJLAGE VI B: Informatie die moet worden
vermeld in de bekendmaking van een niet als oproep tot mededinging gebruikte
periodieke indicatieve aankondiging via een kopersprofiel (als bedoeld in
artikel 61, lid 1) BIJLAGE VII: Informatie die in de
specificaties op elektronische veilingen moet worden vermeld (artikel 47, lid 4) BIJLAGE VIII: Definitie van een aantal
technische specificaties BIJLAGE IX: Specificaties betreffende de
bekendmaking BIJLAGE X: Informatie die moet worden vermeld
in de aankondiging inzake het bestaan van een erkenningsregeling (als bedoeld
in artikel 39, lid 2, onder b), en in artikel 62) BIJLAGE XI: Informatie die in de aankondiging
van opdracht moet worden vermeld (als bedoeld in artikel 63) BIJLAGE XII: Informatie die in de aankondiging
van gunning van opdracht moet worden vermeld (als bedoeld in artikel 64) BIJLAGE XIII: Inhoud van de uitnodigingen tot
indiening van inschrijvingen, tot onderhandelingen of tot bevestiging van
belangstelling, als bedoeld in artikel 68 BIJLAGE XIV: Lijst van internationale sociale
en milieuovereenkomsten, als bedoeld in de artikelen 70 en 79 BIJLAGE XV: Lijst van wetgeving van de Unie
als bedoeld in artikel 77, lid 3 BIJLAGE XVI: Informatie die moet worden
vermeld in aankondigingen van wijzigingen van een opdracht tijdens de looptijd
(als bedoeld in artikel 82, lid 6) BIJLAGE XVII: In artikel 84 bedoelde diensten BIJLAGE XVIII: Informatie die moet worden
vermeld in aankondigingen betreffende opdrachten voor sociale en andere
specifieke diensten (als bedoeld in artikel 85) BIJLAGE XIX: Informatie die in de aankondiging
betreffende een prijsvraag moet worden vermeld (als bedoeld in artikel 89, lid 1) BIJLAGE XX: Informatie die in de aankondiging
betreffende de resultaat van een prijsvraag moet worden vermeld (als bedoeld in
artikel 89, lid 1) BIJLAGE XXI: Concordantietabel TITEL I
TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIES EN ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I
Onderwerp en definities Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied 1.
Bij deze richtlijn worden regels vastgesteld
betreffende procedures voor gunning door aanbestedende diensten als
gedefinieerd in artikel 4, met betrekking tot opdrachten alsmede prijsvragen
waarvan de geraamde waarde niet minder bedraagt dan de in de artikel 12
vastgestelde drempels. 2.
Gunning in de zin van deze richtlijn is de aankoop
of de verkrijging in een andere vorm van werken, leveringen of diensten door
een of meer aanbestedende diensten van door deze aanbestedende diensten gekozen
ondernemers, mits de werken, leveringen of diensten bedoeld zijn voor de
uitoefening van een van de in de artikelen 5 tot en met 11 bedoelde
activiteiten. Een geheel van werken, leveringen en/of diensten,
zelfs indien aangekocht in verschillende opdrachten, vormt één enkele
aanbesteding in de zin van deze richtlijn indien de opdrachten deel uitmaken
van één enkel project. Artikel 2
Definities Voor de toepassing van deze richtlijn wordt
verstaan onder: (1)
"aanbestedende diensten" zijn de staats-,
regionale of lokale overheidsinstanties, publiekrechtelijke instellingen
alsmede verenigingen bestaande uit een of meer van deze overheidsinstanties of
een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen; (2)
"regionale overheden" omvatten alle
overheden van de administratieve eenheden die onder NUTS 1 en 2 vallen, als
bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad[37]; (3)
"lokale overheden" omvatten alle
overheden van de onder NUTS 3 vallende administratieve eenheden en kleinere
administratieve eenheden, als bedoeld in Verordening 1059/2003; (4)
een "publiekrechtelijke instelling" is
een instelling die voldoet aan alle volgende kenmerken: (a)
zij is opgericht voor, of heeft het specifieke doel
te voorzien in andere behoeften van algemeen belang dan die van industriële of
commerciële aard; in de zin van punt a) heeft een instelling die in normale
marktomstandigheden werkzaam is, winst nastreeft en de met de uitoefening van
haar activiteit verbonden verliezen draagt, niet het doel te voorzien in andere
behoeften van algemeen belang dan die van industriële of commerciële aard; (b)
zij bezit rechtspersoonlijkheid; (c)
zij wordt, merendeels, door de nationale, regionale
of lokale overheid of andere publiekrechtelijke lichamen gefinancierd; of is
voor haar beheer onderworpen aan toezicht door deze laatsten; of heeft een
bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan waarvan de leden voor meer
dan de helft door de staat, de regionale of lokale overheden of andere
publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen; (5)
een "overheidsonderneming" is een
onderneming waarop aanbestedende diensten rechtstreeks of middellijk een
overheersende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële
deelneming of de op de onderneming van toepassing zijnde voorschriften; (6)
"bijzondere of uitsluitende rechten" zijn
rechten die voortvloeien uit een door een bevoegde autoriteit van een lidstaat
verleende machtiging op grond van een wettelijke of bestuursrechtelijke
bepaling die tot gevolg heeft dat de uitoefening van in de artikelen 5 tot en
met 11 omschreven activiteiten aan een of meer diensten voorbehouden blijft
waardoor de mogelijkheden van andere diensten om dezelfde activiteit uit te
oefenen wezenlijk nadelig worden beïnvloed; (7)
"opdrachten voor werken, leveringen en
diensten" zijn schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel die
tussen een of meer aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 4, lid 3, en
een of meer ondernemers zijn gesloten en betrekking hebben op de uitvoering van
werken, de levering van producten of de verlening van diensten in de zin van
deze richtlijn; (8)
"opdrachten voor werken" zijn opdrachten
die betrekking hebben op een van de volgende elementen: (a)
de uitvoering, of het ontwerp en de uitvoering, van
werken die betrekking hebben op een van de in bijlage I bedoelde activiteiten; (b)
de uitvoering, of het ontwerp en de uitvoering, van
een werk; (c)
het verwezenlijken met welke middelen dan ook van
een werk dat voldoet aan de eisen van de aanbestedende dienst die een beslissende
invloed uitoefent op het soort en het ontwerp van het werk; (9)
een "werk" is het product van een geheel
van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een
economische of technische functie te vervullen; (10)
"opdrachten voor leveringen" zijn
opdrachten die betrekking hebben op de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met
of zonder koopoptie, van producten. Een opdracht voor leveringen kan in
bijkomende orde betrekking hebben op werkzaamheden voor het aanbrengen en
installeren; (11)
"opdrachten voor diensten" zijn andere
opdrachten dan de in lid 8 bedoelde opdrachten die betrekking hebben op de
verrichting van diensten; (12)
een "ondernemer" is elke natuurlijke of
rechtspersoon of aanbestedende dienst of elke combinatie van deze personen en/of
diensten die de uitvoering van werken en/of een werk, een levering van
producten of een verrichting van diensten op de markt aanbiedt; (13)
een "inschrijver" is een ondernemer die
een inschrijving heeft ingediend; (14)
een "gegadigde" is een ondernemer die
heeft verzocht om een uitnodiging, of is uitgenodigd om deel te nemen aan een
niet-openbare procedure of een procedure van gunning door onderhandelingen of
een innovatiepartnerschap; (15)
"aanbestedingsdocumenten" zijn alle
documenten die door de aanbestedende dienst zijn opgesteld of vermeld ter
omschrijving of bepaling van onderdelen van de aanbesteding, met inbegrip van
de aankondiging van opdracht, de vooraankondiging of de aankondigingen inzake
het bestaan van een erkenningsregeling wanneer deze worden gebruikt als oproep
tot mededinging, de technische specificaties, de voorgestelde
contractvoorwaarden, formaten voor de aanbieding van documenten door gegadigden
en inschrijvers, informatie over algemeen toepasselijke verplichtingen en alle
aanvullende documenten; (16)
"gecentraliseerde aankoopactiviteiten"
zijn activiteiten die permanent plaatsvinden op een van de volgende wijzen: (a)
de verkrijging van leveringen en/of diensten die
bestemd zijn voor aanbestedende diensten, (b)
de gunning van opdrachten of de sluiting van raamovereenkomsten
voor werken, leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbestedende
diensten; (17)
"aanvullende aankoopactiviteiten" zijn
activiteiten die bestaan in het verlenen van ondersteuning aan
aankoopactiviteiten, met name op de volgende wijzen: (a)
technische infrastructuur die aanbestedende
diensten in staat stelt overheidsopdrachten te gunnen of raamovereenkomsten te
sluiten voor werken, leveringen of diensten; (b)
adviesverlening over het verloop of de opzet van
aanbestedingsprocedures; (c)
voorbereiding en beheer van aanbestedingsprocedures
in naam van en voor rekening van de betrokken aanbestedende dienst; (18)
een "aankoopcentrale" is een
aanbestedende dienst in de zin van artikel 2, punt 1, of een aanbestedende
dienst in de zin van artikel 2, punt 1, van Richtlijn [2004/18/EG] die
gecentraliseerde aankoopactiviteiten en eventueel aanvullende
aankoopactiviteiten verricht; (19)
een "aanbieder van aanbestedingsdiensten"
is een openbare of particuliere instantie die aanvullende aankoopactiviteiten
op de markt aanbiedt; (20)
"schriftelijk" is elk uit woorden of
cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens
meegedeeld, met inbegrip van informatie die via elektronische middelen wordt
overgebracht en opgeslagen; (21)
een "elektronisch middel" is elektronische
apparatuur voor verwerking (met inbegrip van digitale compressie) en opslag van
gegevens die worden verspreid, overgebracht en ontvangen door draden,
straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische middelen; (22)
een "levenscyclus" is alle opeenvolgende
en/of onderling verbonden stadia, waaronder productie, vervoer, gebruik en
onderhoud, in het bestaan van een product, werk of aanbieding van een dienst,
gaande van de verkrijging van de grondstof of de opwekking van hulpbronnen tot
de verwijdering, de opruiming en de afhandeling; (23)
"prijsvragen" zijn procedures die tot
doel hebben de aanbestedende dienst, in het bijzonder op het gebied van
ruimtelijke ordening, architectuur, engineering of automatische
gegevensverwerking, een plan of ontwerp te verschaffen dat na een oproep tot
mededinging door een jury wordt geselecteerd, al dan niet met toekenning van
prijzen. Artikel 3
Gemengde aanbestedingen en aanbestedingen voor verschillende activiteiten 1.
Opdrachten die betrekking hebben op twee of meer
soorten aanbestedingen (van werken, leveringen of diensten) worden gegund
overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het type van
aanbesteding dat het voornaamste voorwerp van de betrokken opdracht kenmerkt. In het geval van gemengde opdrachten die
betrekking hebben op diensten in de zin van hoofdstuk I van titel III en andere
diensten of op diensten en leveringen, wordt het voornaamste voorwerp bepaald
door een vergelijking tussen de waarden van de respectievelijke diensten of
leveringen. In geval van gemengde opdrachten die onderdelen
van opdrachten voor werken, leveringen of diensten en van
concessieovereenkomsten bevatten, wordt het deel van de opdracht dat een onder
deze richtlijn vallende opdracht vormt, gegund overeenkomstig de bepalingen van
deze richtlijn. Wanneer de verschillende onderdelen van de
opdracht objectief gezien niet scheidbaar zijn, wordt de toepassing van de
richtlijn vastgesteld op basis van het voornaamste onderwerp van deze opdracht. 2.
Een opdracht voor meerdere activiteiten volgt de
voorschriften die van toepassing zijn op de activiteit waarvoor de opdracht in
hoofdzaak is bestemd. De keuze tussen de gunning van één opdracht voor
meerdere activiteiten of van verschillende afzonderlijke opdrachten mag echter
niet bedoeld zijn om de opdracht uit te sluiten van het toepassingsgebied van
deze richtlijn, of, in voorkomend geval, van [2004/18/EG]. 3.
Indien een van de activiteiten waarvoor de opdracht
is bestemd, aan deze richtlijn is onderworpen en de andere activiteit aan [2004/18/EG],
en indien het objectief gezien onmogelijk is vast te stellen voor welke
activiteit de opdracht in hoofdzaak bestemd is, wordt de opdracht gegund
overeenkomstig genoemde Richtlijn [2004/18/EG]. 4.
Indien een van de activiteiten waarvoor de opdracht
is bestemd, aan deze richtlijn is onderworpen, en de andere activiteit niet aan
deze richtlijn of aan de Richtlijn [2004/18/EG] of Richtlijn 2009/81/EG van het
Europees Parlement en de Raad[38]
is onderworpen, en indien het objectief gezien onmogelijk is vast te stellen
voor welke activiteit de opdracht in hoofdzaak bestemd is, wordt de opdracht
overeenkomstig deze richtlijn gegund. HOOFDSTUK II
Personele werkingssfeer: definitie van activiteiten en entiteiten Afdeling 1
Entiteiten Artikel 4
Aanbestedende diensten 1.
Het vermoeden van overheersende invloed in de zin
van artikel 2, punt 5, bestaat in een van de volgende gevallen wanneer een
aanbestedende dienst, direct of indirect: (a)
de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de
onderneming bezit; (b)
over de meerderheid van de stemrechten verbonden
aan de door genoemde onderneming uitgegeven aandelen beschikt, (c)
meer dan de helft van de leden van het bestuurs-,
leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kan aanwijzen. 2.
Rechten die zijn verleend door middel van een
procedure waarin passende publiciteit is verzekerd en waarin de verlening van
deze rechten op objectieve criteria was gebaseerd, vormen geen "bijzondere
of uitsluitende rechten" in de zin van artikel 2, punt 6. Hierbij gaat het om: (a)
aanbestedingsprocedures met een voorafgaande oproep
tot mededinging overeenkomstig Richtlijn [2004/18/EG], [Richtlijn …
(concessies)] of deze richtlijn; (b)
procedures uit hoofde van andere
wetgevingshandelingen van de Unie als opgesomd in bijlage II, die passende
voorafgaande transparantie voor het verlenen van vergunningen verzekeren op
basis van objectieve criteria. 3.
Deze richtlijn geldt voor aanbestedende entiteiten
die: (a)
aanbestedende diensten of overheidsbedrijven zijn
en die een van de in de artikelen 5 tot en met 11 bedoelde
activiteiten uitoefenen; (b)
die, indien het geen aanbestedende diensten of
overheidsbedrijven zijn, een van de in de artikelen 5 tot en met 11
bedoelde activiteiten of een combinatie daarvan uitoefenen en die bijzondere of
uitsluitende rechten genieten welke hun door een bevoegde instantie van een
lidstaat zijn verleend. 4.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 98 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de
lijst van wetgeving van de Unie als bedoeld in bijlage II, wanneer deze
wijzigingen noodzakelijk zijn ten gevolge van vaststelling van nieuwe wetgeving
en intrekking of wijziging van deze wetgeving. Afdeling 2
Activiteiten Artikel 5
Gas en warmte 1.
Met betrekking tot gas en warmte is deze richtlijn
van toepassing op de volgende activiteiten: (a)
de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste
netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie,
het vervoer of de distributie van gas of warmte; (b)
de gas- of warmtetoevoer naar deze netten. 2.
De toevoer van gas of warmte naar netten bestemd
voor openbare dienstverlening door een andere aanbestedende entiteit dan een
aanbestedende dienst, wordt niet als een in lid 1 bedoelde activiteit
beschouwd, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de productie van gas of warmte door de betrokken
entiteit is het onvermijdelijke resultaat van de uitoefening van een andere
activiteit dan de in de lid 1 of in de artikelen 6 tot en met 8
bedoelde activiteiten; (b)
de toevoer aan het openbare net heeft uitsluitend
tot doel deze productie op economisch verantwoorde wijze te exploiteren en
bedraagt niet meer dan 20% van de omzet van de entiteit berekend als het
gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar. Artikel 6
Elektriciteit 1.
Met betrekking tot elektriciteit is deze richtlijn
van toepassing op de volgende activiteiten: (a)
de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste
netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie,
het vervoer of de distributie van elektriciteit; (b)
de elektriciteitstoevoer naar deze netten. Voor de toepassing van deze richtlijn betekent
elektriciteitstoevoer opwekking (productie) en groothandels- van elektriciteit.
2.
De toevoer van elektriciteit naar netten bestemd
voor openbare dienstverlening door een andere aanbestedende entiteit dan een
aanbestedende dienst, wordt niet als een in lid 1 bedoelde activiteit
beschouwd, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de elektriciteitsproductie door de betrokken
entiteit vindt plaats omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de
uitoefening van een andere activiteit dan de in lid 1 of artikel 5 en de
artikelen 7 tot en met 8 bedoelde activiteiten; (b)
de toevoer aan het openbare net hangt uitsluitend
af van het eigen verbruik van de entiteit en bedraagt niet meer dan 30% van de
totale energieproductie van de entiteit berekend als het gemiddelde over de
laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar. Artikel 7
Water 1.
Deze richtlijn is van toepassing op de volgende
activiteiten: (a)
de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste
netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie,
het vervoer of de distributie van drinkwater; (b)
de drinkwatertoevoer naar deze netten. 2.
Deze richtlijn is eveneens van toepassing op
opdrachten die gegund worden of prijsvragen die georganiseerd worden door
entiteiten welke een activiteiten in de zin van lid 1 en die verband
houden met: (a)
waterbouwtechnische projecten, bevloeiing of
drainage voorzover de voor drinkwatervoorziening bestemde hoeveelheid water
groter is dan 20% van de totale hoeveelheid water die door middel van deze
projecten of deze bevloeiings- of drainage-installaties ter beschikking wordt
gesteld, (b)
de afvoer of behandeling van afvalwater. 3.
De toevoer van drinkwater naar netten bestemd voor
openbare dienstverlening door een andere aanbestedende entiteit dan een
aanbestedende dienst, wordt niet als een in lid 1 bedoelde activiteit
beschouwd, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de productie van drinkwater door de betrokken
entiteit vindt plaats omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de
uitoefening van een andere activiteit dan de in de artikelen 5 tot en
met 8 bedoelde activiteiten; (b)
de toevoer aan het openbare net hangt uitsluitend
af van het eigen verbruik van de entiteit en bedraagt niet meer dan 30% van de
totale drinkwaterproductie van de entiteit berekend als het gemiddelde over de
laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar. Artikel 8
Vervoersdiensten Deze richtlijn is van toepassing op
activiteiten die het ter beschikking stellen of exploiteren van netten
bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van vervoer per trein,
automatische systemen, tram, trolleybus, autobus of kabel beogen. Ten aanzien van vervoersdiensten wordt een net
geacht te bestaan wanneer de dienst wordt verleend onder door een bevoegde
instantie van een lidstaat gestelde exploitatievoorwaarden, zoals de te volgen
routes, de beschikbaar te stellen capaciteit of de frequentie van de dienst. Artikel 9
Havens en luchthavens Deze richtlijn is van toepassing op
activiteiten die de exploitatie van een geografisch gebied beogen ten behoeve
van de terbeschikkingstelling aan lucht-, zee- of riviervervoerders van
luchthaven-, zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten. Artikel 10
Posterijen 1.
Deze richtlijn is van toepassing op activiteiten
met betrekking tot het aanbieden van: (a)
postdiensten; (b)
andere diensten dan postdiensten, op voorwaarde dat
deze diensten worden aangeboden door een entiteit die ook postdiensten in de
zin van lid 2, onder b), aanbiedt, en dat met betrekking tot de onder lid 2,
onder b), vallende diensten niet is voldaan aan de in artikel 27,
lid 1, genoemde voorwaarden. 2.
Voor de toepassing van deze richtlijn en
onverminderd Richtlijn 97/67/EG wordt verstaan onder: (a)
"postzending": een geadresseerde zending
in de definitieve vorm waarin zij moet worden verstuurd, ongeacht het gewicht.
Naast brievenpost worden bijvoorbeeld als postzending aangemerkt: boeken,
catalogi, kranten, tijdschriften en postpakketten die goederen met of zonder
handelswaarde bevatten, ongeacht het gewicht; (b)
"postdiensten": diensten die bestaan in
het ophalen, sorteren, vervoeren en bestellen van postzendingen. Deze diensten
omvatten diensten die zowel binnen als buiten het toepassingsgebied van de
overeenkomstig Richtlijn 97/67/EG ingestelde universele dienst vallen; (c)
"andere diensten dan postdiensten":
diensten die op de volgende gebieden worden geleverd: (i) beheer van postdiensten (diensten die
zowel voor als na de zending worden geleverd, inclusief "mailroom management
services"), (ii) diensten met een meerwaarde die verband
houden met elektronische post en die volledig langs elektronische weg
plaatsvinden (met inbegrip van de beveiligde doorgifte van gecodeerde
documenten langs elektronische weg, diensten van adresbeheer en verzending van
geregistreerde elektronische post); (iii) diensten die betrekking hebben op niet
onder a) vallende postzendingen, zoals niet-geadresseerde direct mail; (iv) financiële diensten als gedefinieerd in
de CPV onder referentienummers 66100000-1 tot en met 66720000-3 en in artikel 19,
onder c), met inbegrip van met name postwissels en girale overschrijvingen, (v) filateliediensten; (vi) logistieke diensten (diensten waarbij
fysieke levering en/of opslag gecombineerd worden met niet-postale diensten), Artikel 11
Winning van aardolie en gas en prospectie of winning van steenkool of andere
vaste brandstoffen Deze richtlijn is van toepassing op
activiteiten die de exploitatie van een geografisch gebied beogen ten behoeve
van: (a)
de winning van olie of gas; (b)
de prospectie of winning van steenkool of andere
vaste brandstoffen. Hoofdstuk III: Materiële werkingssfeer AFDELING 1
DREMPELWAARDEN Artikel 12
Drempels Deze richtlijn is van toepassing op opdrachten
die niet zijn uitgesloten krachtens de in de artikelen 15 tot en met 20
en in artikel 27 bedoelde uitsluitingsgronden met betrekking tot de
uitoefening van de betrokken activiteit, en waarvan de geraamde waarde
exclusief belasting over de toegevoegde waarde (BTW) gelijk is aan of groter
dan de volgende drempelbedragen: (a)
400 000 euro voor opdrachten voor leveringen
en diensten alsmede voor prijsvragen; (b)
5 000 000 euro voor opdrachten voor
werken; (c)
1 000 000 euro voor opdrachten voor sociale en
andere specifieke diensten als vermeld in bijlage XVII. Artikel 13
Methoden voor de berekening van de geraamde waarde van de aanbesteding 1.
De berekening van de geraamde waarde van een
aanbesteding is gebaseerd op het totale bedrag, exclusief BTW, zoals geraamd
door de aanbestedende dienst, met inbegrip van de eventuele opties en eventuele
verlengingen van de opdracht. Wanneer de aanbestedende dienst voorziet in
prijzengeld of uitkeringen aan gegadigden of inschrijvers, berekent hij deze
door in de geraamde waarde van de opdracht. 2.
De keuze van de methode voor de berekening van de
geraamde waarde van een aanbesteding mag niet bedoeld zijn om de opdracht aan
de toepassingssfeer van de richtlijn te onttrekken. Eén enkele aanbesteding mag
derhalve niet worden gesplitst om deze aan de toepassingssfeer van deze
richtlijn te onttrekken, tenzij objectieve redenen dit rechtvaardigen. 3.
Deze raming is geldig op het tijdstip waarop de
oproep tot mededinging wordt verzonden of, in gevallen waarin een dergelijke
aankondiging niet is voorzien, op het tijdstip waarop de aanbestedingsprocedure
voor de aanbestedende dienst aanvangt, in het bijzonder door omschrijving van
de wezenlijke kenmerken van de voorgenomen aanbesteding. 4.
In het geval van een raamovereenkomst of een
dynamisch aankoopsysteem moet worden uitgegaan van de geraamde maximale waarde,
exclusief BTW, van alle voor de totale duur van de overeenkomst of van systeem
voorgenomen opdrachten. 5.
In het geval van innovatiepartnerschappen moet
worden uitgegaan van de geraamde maximale waarde, exclusief BTW, van de
onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten die zullen plaatsvinden in alle stadia
van het voorgenomen partnerschap alsmede van de werken, leveringen of diensten
die aan het einde van het voorgenomen partnerschap zullen worden ontwikkeld en
verkregen. 6.
Voor de toepassing van artikel 12 houdt de
aanbestedende dienst bij de bepaling van de geraamde waarde van een opdracht
voor de uitvoering van werken rekening met de waarde van het werk en met de
totale geraamde waarde van alle leveringen of diensten die door de
aanbestedende dienst ter beschikking van de ondernemer zijn gesteld, mits zij
noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken. 7.
Wanneer een voorgenomen werk of een voorgenomen
aankoop van diensten aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in
afzonderlijke percelen worden gegund, wordt de geraamde totale waarde van deze
percelen als grondslag worden genomen. Wanneer de samengetelde waarde van de percelen
gelijk is aan of groter is dan het in artikel 12 bepaalde drempelbedrag,
is deze richtlijn van toepassing op de gunning van elk perceel. 8.
Wanneer een voorgenomen verkrijging van
soortgelijke leveringen aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in
afzonderlijke percelen worden gegund, wordt de geraamde totale waarde van deze
percelen als grondslag genomen voor de toepassing van artikel 12. Wanneer de samengetelde waarde van de percelen
gelijk is aan of groter is dan het in artikel 12 bepaalde drempelbedrag,
is deze richtlijn van toepassing op de gunning van elk perceel. 9.
Aanbestedende diensten kunnen opdrachten voor
individuele percelen gunnen zonder de in deze richtlijn bedoelde procedures toe
te passen, mits de totale geraamde waarde, exclusief BTW, van het betrokken
perceel kleiner is dan 80 000 euro voor leveringen of diensten of 1
miljoen euro voor werken. De samengetelde waarde van de aldus zonder toepassing
van deze richtlijn gegunde percelen mag echter niet meer bedragen dan 20% van
de samengetelde waarde van alle percelen waarin het voorgenomen werk, de
voorgenomen verkrijging van soortgelijke leveringen of de voorgenomen aankoop
van diensten is verdeeld. 10.
In het geval van opdrachten voor leveringen of
diensten die met een bepaalde regelmaat worden verleend of die bestemd zijn om
gedurende een bepaalde periode te worden hernieuwd, wordt voor de berekening
van de geraamde waarde van de opdracht de volgende grondslag genomen: (a)
de totale reële waarde van de soortgelijke
opeenvolgende opdrachten die zijn gegund gedurende de voorafgaande 12 maanden
of het voorafgaande boekjaar, indien mogelijk gecorrigeerd rekening houdende
met mogelijke wijzigingen in hoeveelheid of waarde gedurende de 12 maanden
volgende op de eerste opdracht; (b)
of de totale geraamde waarde van de opeenvolgende
opdrachten die gegund zijn gedurende de 12 maanden volgende op de eerste
levering, of gedurende het boekjaar, indien dit zich over meer dan 12 maanden
uitstrekt. 11.
In het geval van opdrachten voor leveringen die
betrekking hebben op leasing, huur, of huurkoop van producten wordt de waarde
van de opdracht op de volgende grondslag geraamd: (a)
bij opdrachten met een vaste looptijd, de totale
geraamde waarde voor de gehele looptijd wanneer die ten hoogste twaalf maanden
bedraagt, dan wel de totale waarde wanneer de looptijd meer dan twaalf maanden
bedraagt, met inbegrip van de geraamde restwaarde; (b)
bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de
looptijd niet kan worden bepaald, het maandelijks te betalen bedrag
vermenigvuldigd met 48. 12.
In het geval van opdrachten voor diensten wordt de
geraamde waarde van de opdracht in voorkomend geval op de volgende grondslag
berekend: (a)
verzekeringsdiensten: de te betalen premie en
andere vormen van beloning; (b)
bankdiensten en andere financiële diensten:
honoraria, provisies en rente, alsmede andere vormen van beloning; (c)
opdrachten betreffende een ontwerp: te betalen honoraria,
provisies en andere vormen van beloning. 13.
In het geval van opdrachten voor diensten waarvoor
geen totale prijs is vastgesteld, geldt voor het geraamde bedrag van de
opdracht de volgende berekeningsgrondslag: (a)
bij opdrachten met een vaste looptijd die gelijk is
aan of korter is dan 48 maanden: de geraamde totale waarde voor de gehele
looptijd; (b)
bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de
looptijd langer is dan 48 maanden: het maandelijks te betalen bedrag
vermenigvuldigd met 48. Artikel 14
Herziening van de drempels 1.
Om de twee jaar vanaf 30 juni 2014 controleert de
Commissie of de in artikel 12, onder a) en b), bedoelde drempels overeenstemmen
met de in de overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA) vastgestelde
drempels en herziet zij indien nodig deze drempels. Overeenkomstig de in de overeenkomst inzake
overheidsopdrachten (GPA) vastgestelde berekeningsmethode berekent de Commissie
de waarde van deze drempels op basis van de gemiddelde dagwaarde van de euro
uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten over een periode van 24 maanden
die eindigt op de laatste dag van de maand augustus voorafgaande aan de datum
van 1 januari waarop de herziening ingaat. De waarde van de aldus herziene
drempels wordt, indien nodig, naar beneden afgerond op het dichtstbijzijnde
veelvoud van duizend euro om ervoor te zorgen dat de krachtens de overeenkomst
geldende drempels, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten, worden nageleefd. 2.
Om de twee jaar vanaf 1 januari 2014 bepaalt de
Commissie de waarde in de nationale valuta van de lidstaten die niet aan de
Monetaire Unie deelnemen, van de in artikel 12, onder a) en b), bedoelde
drempels, die overeenkomstig lid 1 van dit artikel zijn herzien. Tegelijkertijd bepaalt de Commissie de waarde van
de in artikel 12, onder c), bedoelde drempel in de nationale valuta van de
lidstaten die niet aan de Monetaire Unie deelnemen. Volgens de in de overeenkomst inzake
overheidsopdrachten vastgestelde berekeningsmethode worden deze waarden
vastgesteld op basis van de gemiddelde dagwaarde van deze valuta,
overeenstemmend met de toepasselijke drempel uitgedrukt in euro over een
periode van 24 maanden die eindigt op de laatste dag van de maand augustus
voorafgaande aan de herziening die op 1 januari ingaat. 3.
De in lid 1 bedoelde herziene drempels en de
tegenwaarde in de nationale valuta worden door de Commissie aan het begin van
de maand november volgend op de herziening bekendgemaakt in het Publicatieblad
van de Europese Unie. 4.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 98
gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in lid 1, tweede alinea,
vastgestelde methodologie aan te passen aan elke verandering van de in de
overeenkomst inzake overheidsopdrachten vastgestelde methodologie voor de
herziening van de in artikel 12, onder a) en b), bedoelde drempels en voor de
vaststelling van de drempels in de nationale valuta van de lidstaten die niet
aan de Monetaire Unie deelnemen, als bedoeld in het tweede lid van dit artikel. Zij is eveneens bevoegd overeenkomstig artikel 98
gedelegeerde handelingen vast te stellen om indien nodig de in artikel 12,
onder a) en b), bedoelde drempels te herzien. 5.
Wanneer het noodzakelijk is de in artikel 12,
onder a) en b), bedoelde drempels te herzien en toepassing van de in artikel 98
bedoelde procedure wegens tijdsdruk niet mogelijk is en derhalve dwingende
redenen van urgentie dit vereisen, wordt de in artikel 99 voorgeschreven
procedure toegepast op overeenkomstig lid 4, tweede alinea, van dit artikel
vastgestelde gedelegeerde handelingen. Afdeling 2
uitgesloten opdrachten en prijsvragen Onderafdeling
1
Uitsluitingen die van toepassing zijn op alle aanbestedende diensten en
bijzondere uitsluitingen voor de sectoren water- en energievoorziening Artikel 15
Opdrachten voor wederverkoop of verhuur aan derden 1.
Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten
die zijn gegund voor wederverkoop of verhuur aan derden, indien de
aanbestedende dienst geen bijzondere of uitsluitende rechten bezit om het
voorwerp van deze opdrachten te verkopen of te verhuren en andere instanties
vrij zijn om dit voorwerp te verkopen of te verhuren onder dezelfde voorwaarden
als de aanbestedende dienst. 2.
De aanbestedende diensten doen de Commissie of de
nationale toezichtsinstantie op hun verzoek mededeling van alle categorieën
producten of activiteiten die volgens hen ingevolge lid 1 zijn uitgezonderd. De
Commissie kan in het Publicatieblad van de Europese Unie periodiek
lijsten ter informatie bekend maken van de categorieën producten en
activiteiten die volgens haar onder deze uitsluiting vallen. Daarbij houdt de
Commissie rekening met alle gevoelige commerciële aspecten waarop de
aanbestedende diensten eventueel wijzen bij het verstrekken van informatie. Artikel 16
Opdrachten en prijsvragen voor andere doeleinden dan de uitoefening van een onder
deze richtlijn vallende activiteit of voor de uitoefening van een dergelijke
activiteit in een derde land 1.
Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten
die de aanbestedende diensten gunnen voor andere doeleinden dan de uitoefening
van hun activiteiten als bedoeld in de artikelen 5 tot en met 11 of voor de
uitoefening van deze activiteiten in een derde land, in omstandigheden waarbij
er geen sprake is van fysieke exploitatie van een net of van een geografisch
gebied binnen de Unie, en is evenmin van toepassing op prijsvragen die met dat
doel worden georganiseerd. 2.
De aanbestedende diensten doen de Commissie of de
nationale toezichtsinstantie op hun verzoek mededeling van elke activiteit die
zij ingevolge lid 1 uitgesloten achten. De Commissie kan in het Publicatieblad
van de Europese Unie periodiek lijsten ter informatie bekend maken van de
categorieën producten en activiteiten die volgens haar onder deze uitsluiting
vallen. Daarbij houdt de Commissie rekening met alle gevoelige commerciële
aspecten waarop de waarop de aanbestedende diensten eventueel wijzen bij het
verstrekken van informatie. Artikel 17
Defensie en veiligheid 1.
In het geval van opdrachten gegund en prijsvragen
georganiseerd op het gebied van defensie en veiligheid is deze richtlijn niet van
toepassing op: (a)
opdrachten waarop Richtlijn 2009/81/EG van
toepassing is; (b)
opdrachten waarop Richtlijn 2009/81/EG krachtens de
artikelen 8, 12 en 13 daarvan niet van toepassing is. 2.
Deze richtlijn is niet van toepassing op andere
opdrachten en prijsvragen dan die welke in lid 1 zijn genoemd, voorzover de
bescherming van de essentiële veiligheidsbelangen van een lidstaat niet kunnen
worden gewaarborgd in een procedure als bedoeld in artikel 39, lid 1. Artikel 18
Opdrachten en prijsvragen op grond van internationale voorschriften Deze richtlijn is niet van toepassing op
opdrachten of prijsvragen die de aanbestedende dienst verplicht is te gunnen of
te organiseren overeenkomstig andere aanbestedingsprocedures dan die van deze
richtlijn, en waarin voorzien is bij: (a)
een overeenkomstig het Verdrag gesloten
internationale overeenkomst tussen een lidstaat en een of meer derde landen met
betrekking tot werken, leveringen of diensten die bestemd zijn voor de
gezamenlijke verwezenlijking of exploitatie van een project door de
ondertekenende staten; (b)
een internationale overeenkomst betreffende de
legering van strijdkrachten die betrekking heeft op ondernemingen van een
lidstaat of van een derde land; (c)
een bijzondere procedure van een internationale
organisatie; (d)
aanbestedingsregels van een internationale
organisatie of een internationale financiële instelling voor opdrachten of
prijsvragen die volledig door deze organisatie of instelling worden
gefinancierd; in het geval van opdrachten of prijsvragen die in aanzienlijke mate
worden medegefinancierd door een internationale organisatie of internationale
financiële instelling, komen de partijen overeen welke aanbestedingsprocedures
moeten worden toegepast, voorzover deze in overeenstemming zijn met het
Verdrag. Elke overeenkomst als bedoeld in de eerste alinea,
onder a), wordt ter kennis gebracht van de Commissie, die het in artikel 100
bedoelde Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten kan raadplegen. Artikel 19
Specifieke uitsluitingen voor opdrachten voor diensten Deze richtlijn is niet van toepassing op
opdrachten voor diensten betreffende: (a)
de verwerving of huur, ongeacht de financiële
modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of
betreffende de rechten hierop; overeenkomsten betreffende financiële diensten
die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als vervolg op het koop- of
huurcontract worden gesloten, zijn echter, ongeacht hun vorm, aan deze
richtlijn onderworpen; (b)
arbitrage- en bemiddelingsdiensten; (c)
financiële diensten met betrekking tot de uitgifte,
verkoop, aankoop of overdracht van effecten of andere financiële instrumenten
in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad[39] en transacties in het kader
van de Europese faciliteit voor financiële stabiliteit; (d)
arbeidsovereenkomsten; (e)
openbaar personenvervoer per spoor of per metro; (f)
zendtijd die aan radio-omroeporganisaties worden
gegund. De in de eerste alinea, onder f), bedoelde
omroep omvat transmissie en distributie met behulp van elektronische netwerken
in welke vorm dan ook. Artikel 20
Opdrachten van bepaalde aanbestedende diensten voor de aankoop van water en
voor de levering van energie of brandstoffen, bestemd voor de opwekking van
energie Deze richtlijn is niet van toepassing op: (a)
opdrachten voor de aankoop van water, gegund door
aanbestedende diensten die betrokken zijn bij een of beide van de activiteiten
betreffende drinkwater als bedoeld in artikel 7, lid 1; (b)
opdrachten van aanbestedende diensten die zelf
werkzaam zijn in de energiesector doordat zij betrokken zijn bij een activiteit
als bedoeld in artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 1, of artikel 11,
voor de levering van: (i) energie; (ii) brandstoffen voor de opwekking van
energie. Onderafdeling
2
Bijzondere betrekkingen (gecontroleerde entiteiten, samenwerking, verbonden
ondernemingen en gemeenschappelijke ondernemingen)‑{}‑ Artikel 21
Betrekkingen tussen overheden 1.
Een opdracht die door een aanbestedende dienst aan
een andere rechtspersoon wordt gegund, valt buiten het toepassingsgebied van
deze richtlijn wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan: (a)
de aanbestedende dienst oefent op de betrokken
rechtspersoon toezicht uit zoals op zijn eigen diensten. (b)
ten minste 90% van de activiteiten van deze
rechtspersoon wordt uitgeoefend voor de controlerende aanbestedende dienst of
voor andere rechtspersonen die door deze aanbestedende dienst worden
gecontroleerd; (c)
er is geen privé-deelneming in de gecontroleerde
rechtspersoon. Een aanbestedende dienst wordt geacht op een
rechtspersoon toezicht zoals op zijn eigen diensten uit te oefenen in de zin
van de eerste alinea, onder a), wanneer hij zowel op strategische
doelstellingen als belangrijke beslissingen van de gecontroleerde rechtspersoon
een beslissende invloed uitoefent. 2.
Lid 1 is eveneens van toepassing wanneer een
gecontroleerde entiteit die een aanbestedende dienst is, een opdracht gunt aan
haar controlerende entiteit of aan een andere rechtspersoon die door dezelfde
aanbestedende dienst wordt gecontroleerd, mits er geen privé-deelneming is in
de rechtspersoon aan wie de overheidsopdracht wordt gegund. 3.
Een aanbestedende dienst die geen toezicht over een
rechtspersoon uitoefent in de zin van lid 1, kan niettemin zonder de
bepalingen van deze richtlijn toe te passen een opdracht gunnen aan een
rechtspersoon die hij gezamenlijk met andere aanbestedende diensten
controleert, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de aanbestedende diensten oefenen op de betrokken
rechtspersoon gezamenlijk toezicht uit zoals op hun eigen diensten. (b)
ten minste 90% van de activiteiten van deze
rechtspersoon wordt verricht voor de controlerende aanbestedende diensten of
andere rechtspersonen die door dezelfde aanbestedende diensten worden
gecontroleerd; (c)
er is geen privé-deelneming in de gecontroleerde
rechtspersoon. Voor de toepassing van punt a) worden
aanbestedende diensten geacht gezamenlijk toezicht uit te oefenen over een
rechtspersoon wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de besluitvormingsorganen van de gecontroleerde
rechtspersoon zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van alle deelnemende
aanbestedende diensten; (b)
deze aanbestedende diensten zijn in staat
gezamenlijk beslissende invloed uit te oefenen over de strategische
doelstellingen en belangrijke beslissingen van de gecontroleerde rechtspersoon; (c)
de gecontroleerde rechtspersoon streeft geen andere
belangen na dan die van de met hem verbonden overheden; (d)
de gecontroleerde rechtspersoon haalt uit de
overheidsopdrachten met de aanbestedende diensten geen andere winst dan een
vergoeding van de reële kosten. 4.
Een overeenkomst tussen twee of meer aanbestedende
diensten wordt niet geacht een "opdrachten voor leveringen, werken of
diensten" te zijn in de zin van artikel 2, punt 7, van deze richtlijn
wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan: (a)
de overeenkomst voorziet in een echte samenwerking
tussen de deelnemende aanbestedende diensten met de bedoeling hun taken van
openbaar belang gezamenlijk uit te oefenen, met wederzijdse rechten en
verplichtingen voor de partijen; (b)
de overeenkomst berust alleen op overwegingen die
verband houden met het openbare belang; (c)
de deelnemende aanbestedende diensten behalen op de
open markt niet meer dan 10% van de omzet uit de activiteiten die relevant zijn
in het kader van de overeenkomst; (d)
de overeenkomst houdt geen andere financiële
overdrachten tussen de deelnemende aanbestedende diensten in dat die welke
betrekking hebben op een vergoeding voor de reële kosten van de werken,
leveringen of diensten; (e)
in geen van de betrokken aanbestedende diensten is
sprake van privé-deelneming. 5.
De in de leden 1 tot en met 4 bedoelde afwezigheid
van privé-deelneming wordt gecontroleerd bij de gunning van de opdracht of bij
de sluiting van de overeenkomst. De uitsluitingen waarin de leden 1 tot en met 4
voorzien, zijn niet langer van toepassing wanneer een privé-deelneming
plaatsvindt, met als gevolg dat de lopende opdrachten voor mededinging moeten
worden opengesteld door middel van gewone aanbestedingsprocedures. Artikel 22
Opdrachten gegund aan een verbonden onderneming 1.
Voor de toepassing van dit artikel is een
"verbonden onderneming" elke onderneming waarvan de jaarrekening
geconsolideerd is met die van de aanbestedende dienst overeenkomstig de
voorschriften van de Zevende Richtlijn 83/349/EEG[40]. 2.
In het geval van entiteiten die niet onder die
richtlijn vallen, is een "verbonden onderneming" elke onderneming: (a)
waarop de aanbestedende dienst rechtstreeks of
middellijk een overheersende invloed kan uitoefenen in de zin van artikel 2,
punt 5, en artikel 4, lid 1, van deze richtlijn; (b)
die een overheersende invloed op de aanbestedende
dienst kan uitoefenen; (c)
die gezamenlijk met de aanbestedende dienst aan de
overheersende invloed van een andere onderneming is onderworpen uit hoofde van
eigendom, financiële deelneming of de op de onderneming van toepassing zijnde
voorschriften. 3.
Onverminderd artikel 21 en mits aan de voorwaarden
van lid 4 is voldaan, is deze richtlijn niet van toepassing op opdrachten: (a)
die een aanbestedende dienst aan een met hem
verbonden onderneming gunt; (b)
die een gemeenschappelijke onderneming, uitsluitend
bestaande uit meerdere aanbestedende diensten, voor de uitoefening van de in de
artikelen 5 tot en met 11 bedoelde activiteiten aan een met een van
deze aanbestedende diensten verbonden onderneming gunt. 4.
Lid 3 is van toepassing: (a)
op opdrachten voor diensten mits ten minste 80% van
de gemiddelde omzet die de verbonden onderneming de laatste drie jaar op het
gebied van diensten in het algemeen heeft geboekt, afkomstig is van het
verrichten van diensten aan de ondernemingen waarmee zij verbonden is; (b)
op opdrachten voor leveringen mits ten minste 80%
van de gemiddelde omzet die de verbonden onderneming de laatste drie jaar op
het gebied van leveringen in het algemeen heeft geboekt, afkomstig is van het
verrichten van leveringen aan de ondernemingen waarmee zij verbonden is; (c)
op opdrachten voor werken mits ten minste 80% van
de gemiddelde omzet die de verbonden onderneming de laatste drie jaar op het
gebied van werken in het algemeen heeft geboekt, afkomstig is van het
verrichten van werken voor de ondernemingen waarmee zij verbonden is. 5.
Wanneer in verband met de datum van oprichting of
aanvang van de bedrijfsactiviteiten van de verbonden onderneming de omzet over
de afgelopen drie jaar niet beschikbaar is, kan deze onderneming ermee volstaan
met name door bedrijfsprognoses aan te tonen dat de in lid 4,
onder a), b) of c), bedoelde omzet aannemelijk is. Wanneer dezelfde of soortgelijke werken,
leveringen of diensten door meer dan één met de aanbestedende dienst verbonden
onderneming worden verricht, wordt bij de berekening van de bovengenoemde
percentages rekening gehouden met de totale omzet die voortvloeit uit het
verrichten van respectievelijk diensten, leveringen of werken door deze
verbonden ondernemingen. Artikel 23
Opdrachten gegund aan een gemeenschappelijke onderneming of aan een
aanbestedende dienst die deel uitmaakt van een gemeenschappelijke onderneming Onverminderd artikel 21 en mits de
gemeenschappelijke onderneming is opgericht om de betrokken activiteit
gedurende een periode van ten minste drie jaar uit te oefenen en het instrument
tot oprichting van deze gemeenschappelijke onderneming bepaalt dat de
aanbestedende diensten waaruit zij bestaat, daar deel van uitmaken voor ten
minste dezelfde termijn, is deze richtlijn niet van toepassing op opdrachten: (a)
die door een gemeenschappelijke onderneming,
uitsluitend bestaande uit een aantal aanbestedende diensten, voor de
uitoefening van de in de artikelen 5 tot en met 11 bedoelde activiteiten worden
gegund aan een van deze aanbestedende diensten, of (b)
die door een aanbestedende dienst worden gegund aan
deze gemeenschappelijke onderneming waarvan hij deel uitmaakt. Artikel 24
Informatieverstrekking Aanbestedende diensten verstrekken de
Commissie of de nationale toezichtsinstantie desgevraagd de volgende informatie
betreffende de toepassing van artikel 22, leden 2 en 3, en artikel 23: (a)
de namen van de betrokken ondernemingen of
gemeenschappelijke ondernemingen, (b)
de aard en de waarde van de desbetreffende
opdrachten, (c)
de gegevens die de Commissie of de nationale
toezichtsinstantie noodzakelijk acht ten bewijze dat de betrekkingen tussen de
aanbestedende dienst en de onderneming of de gemeenschappelijke onderneming
waaraan de opdrachten worden gegund, voldoen aan de voorschriften van de artikelen
22 of 23. Onderafdeling 3
Bijzondere situaties Artikel 25
Diensten voor onderzoek en ontwikkeling 1.
Deze richtlijn is van toepassing op opdrachten voor
diensten van onderzoek en ontwikkeling met CPV-referentienummers 73000000-2 tot
en met 73436000-7, met uitzondering van 73200000-4, 73210000-7 of 73220000-0,
mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de baten komen uitsluitend toe aan de aanbestedende
dienst voor gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, (b)
de verleende dienst wordt volledig door de
aanbestedende dienst betaald. Deze richtlijn is niet van toepassing op
opdrachten voor diensten van onderzoek en ontwikkeling met
CPV-referentienummers 73000000-2 tot en met 73436000-7, met uitzondering van 73200000-4,
73210000-7 of 73220000-0 wanneer niet is voldaan aan de voorwaarden bedoeld in
de eerste alinea, onder a) of b). 2.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 98
gedelegeerde handelingen tot wijziging van de in lid 1 bedoelde
CPV-referentienummers vast te stellen om rekening te houden met veranderingen
in de CPV-nomenclatuur, mits deze wijzigingen niet tot gevolg hebben dat het
toepassingsgebied van deze richtlijn wordt gewijzigd. Artikel 26
Onder een bijzondere regeling vallende opdrachten 1.
Onverminderd artikel 27 zorgen de Republiek
Oostenrijk en de Bondsrepubliek Duitsland er door middel van de
machtigingsvoorwaarden of andere passende maatregelen voor dat elke dienst die
in de in Beschikkingen 2002/205/EG en 2004/73/EG genoemde sectoren werkzaam is: (a)
bij de gunning van opdrachten voor werken,
leveringen of diensten het discriminatieverbod en het beginsel van oproep tot
mededinging in acht neemt, met name ten aanzien van de informatie die deze
dienst de ondernemingen verstrekt met betrekking tot zijn voornemens inzake het
plaatsen van opdrachten; (b)
de Commissie onder de in Beschikking 93/327/EG[41] vastgestelde voorwaarden
informatie verstrekt inzake de door hen gegunde opdrachten. 2.
Onverminderd artikel 27 zorgt het Verenigd
Koninkrijk er door middel van de machtigingsvoorwaarden of andere passende
maatregelen voor dat elke dienst die in de in Beschikking 97/367/EEG genoemde
sectoren werkzaam is, lid 1, onder a) en b), naleeft met betrekking tot
opdrachten die voor de uitoefening van die activiteiten worden gegund in
Noord-Ierland. 3.
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op
opdrachten die worden gegund voor de prospectie naar olie of gas. Onderafdeling 4
Rechtstreeks aan mededinging blootgestelde activiteiten en procedurele
bepalingen hiervoor Artikel 27
Rechtstreeks aan mededinging blootgestelde activiteiten 1.
Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten
voor in de artikelen 5 tot en met 11 bedoelde activiteiten indien de
lidstaat of de aanbestedende dienst die het verzoek krachtens artikel 28 heeft
ingediend, kan aantonen dat de activiteit in de lidstaat waar zij wordt
uitgeoefend, rechtstreeks aan mededinging is blootgesteld op marktgebieden
waarvoor de toegang niet beperkt is; de richtlijn is evenmin van toepassing op
prijsvragen die in dat geografisch gebied voor de uitoefening van een
dergelijke activiteit worden georganiseerd. Deze beoordeling van de
mededinging, die wordt verricht op basis van de informatie waarover de
Commissie beschikt en voor de toepassing van deze richtlijn, doet geen afbreuk
aan de toepassing van het mededingingsrecht. 2.
Voor de toepassing van lid 1 dient de vraag of
een activiteit rechtstreeks aan mededinging is blootgesteld, te worden
beantwoord op basis van criteria die in overeenstemming zijn met de
mededingingsregels van het Verdrag; deze criteria kunnen betrekking hebben op
de kenmerken van de desbetreffende goederen of diensten, het voorhanden zijn
van alternatieve goederen of diensten, de prijzen en de werkelijke of
potentiële aanwezigheid van meer dan een leverancier van de deze goederen of
meer dan een aanbieder van deze diensten. De in aanmerking te nemen geografische markt op
basis waarvan blootstelling aan mededinging wordt beoordeeld, wordt gevormd
door een gebied waarin de betrokken ondernemingen een rol spelen in de vraag
naar en het aanbod van goederen of diensten, waarin de mededingingsvoorwaarden
voldoende homogeen zijn en dat van de aangrenzende gebieden kan worden
onderscheiden, met name vanwege de mededingingsvoorwaarden die duidelijk
afwijken van die welke in die gebieden heersen. Bij deze beoordeling wordt met
name rekening gehouden met de aard en de kenmerken van de betrokken producten
of diensten, het bestaan van hinderpalen voor de toegang tot de markt of van
voorkeuren van consumenten, alsmede het bestaan tussen het betrokken gebied en
de aangrenzende gebieden van aanzienlijke verschillen in marktaandelen van de
ondernemingen of van wezenlijke prijsverschillen. 3.
Voor de toepassing van lid 1 wordt de toegang
tot een markt geacht niet beperkt te zijn indien de lidstaat de in
bijlage III vermelde wetgeving van de Unie ten uitvoer heeft gelegd en
heeft toegepast. Wanneer vrije toegang tot een bepaalde markt op
grond van de vorige alinea niet kan worden vermoed, moet worden aangetoond dat
de toegang tot de betrokken markt rechtens en feitelijk vrij is. Artikel 28
Procedure om te bepalen of artikel 27 van toepassing is 1.
Wanneer een lidstaat of, indien de wetgeving van de
betrokken lidstaat daarin voorziet, een aanbestedende dienst van mening is dat
een bepaalde activiteit op grond van de in artikel 27, leden 2 en 3, bedoelde
criteria rechtstreeks aan mededinging is blootgesteld op marktgebieden waarvoor
de toegang niet beperkt is, kan hij de Commissie verzoeken vast te stellen dat
deze richtlijn niet van toepassing is op de gunning van opdrachten of de
organisatie van prijsvragen voor de uitoefening van die activiteit. Verzoeken daartoe gaan vergezeld van een
gemotiveerd standpunt van een onafhankelijke nationale instantie die bevoegd is
voor de betrokken activiteit. Dit standpunt bevat een diepgaande analyse van de
voorwaarden om artikel 27, lid 1, overeenkomstig de leden 2 en 3 daarvan op de
betrokken activiteit te kunnen toepassen. De lidstaat of de aanbestedende dienst stelt de
Commissie in kennis van alle terzake dienende feiten, en met name van elke
wettelijke en bestuursrechtelijke bepaling of overeenkomst waaruit blijkt dat
voldaan is aan de in artikel 27, lid 1, gestelde voorwaarden. 2.
Op een verzoek als ingediend overeenkomstig lid 1
van dit artikel kan de Commissie bij een uitvoeringsbesluit als aangenomen
binnen de in lid 4 van dit artikel gestelde termijnen, vaststellen of een
activiteit als bedoeld in de artikelen 5 tot en met 11 rechtstreeks aan
mededinging is blootgesteld op basis van de in artikel 27 voorgeschreven
criteria. Deze uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld overeenkomstig de in
artikel 100, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure. Opdrachten die de betrokken activiteit mogelijk
moeten maken en prijsvragen die voor de uitoefening van deze activiteit worden
georganiseerd, vallen niet langer onder deze richtlijn in een van de volgende
gevallen: (a)
de Commissie heeft het in de eerste alinea van dit
lid bedoelde uitvoeringsbesluit waarbij artikel 27, lid 1, van toepassing wordt
verklaard, vastgesteld binnen de in lid 3 van dit artikel gestelde termijn; (b)
zij heeft het in de eerste alinea van dit lid
bedoelde uitvoeringsbesluit niet vastgesteld binnen de in lid 3 van dit artikel
gestelde termijn. 3.
De in lid 2 bedoelde uitvoeringsbesluiten worden
vastgesteld binnen de volgende termijnen: (a)
90 werkdagen indien op grond van artikel 27,
lid 3, eerste alinea, vrije toegang tot een bepaalde markt wordt vermoed; (b)
130 werkdagen in andere dan de onder a) bedoelde
gevallen. Deze termijnen vangen aan op de eerste werkdag
volgend op de datum waarop de Commissie het in lid 1 bedoelde verzoek ontvangt
of, indien de met het verzoek te verstrekken informatie onvolledig is, op de
werkdag volgend op de ontvangst van de volledige informatie. De in de eerste alinea gestelde termijnen kunnen
door de Commissie worden verlengd met instemming van de lidstaat of de
aanbestedende dienst die het verzoek heeft ingediend. De Commissie kan de lidstaat of de betrokken
aanbestedende dienst of de in lid 1 van dit artikel bedoelde onafhankelijke
nationale instantie of elke andere bevoegde nationale instantie, waaronder de
in artikel 93 bedoelde toezichtsinstantie, verzoeken alle nodige informatie te
verstrekken of binnen een passende termijn de verstrekte informatie aan te
vullen of te verduidelijken. In geval van late of onvolledige antwoorden worden
de in de eerste alinea gestelde termijnen opgeschort voor de periode tussen het
verstrijken van de in het verzoek om informatie gestelde termijn en de
ontvangst van volledige en juiste informatie. 4.
Wanneer voor een activiteit in een bepaalde
lidstaat reeds een procedure op grond van de leden 1, 2 en 3 loopt, worden
latere verzoeken betreffende dezelfde activiteit in dezelfde lidstaat die vóór
het verstrijken van de voor het eerste verzoek geopende termijn zijn ingediend,
niet als nieuwe procedures beschouwd maar worden zij in het kader van het
eerste verzoek behandeld. 5.
De Commissie stelt een uitvoeringshandeling vast
met nadere regels voor de toepassing van de leden 1 tot en met 4. Deze
uitvoeringshandeling voorziet ten minste in: (a)
bekendmaking ter informatie in het Publicatieblad
van de Europese Unie van de datum waarop de in lid 3, eerste alinea,
gestelde termijn aanvangt en verstrijkt, inclusief eventuele verlengingen of
opschortingen van termijnen als bedoeld in lid 3 van dit artikel; (b)
bekendmaking van de mogelijke toepassing van
artikel 27, lid 1, overeenkomstig lid 2, tweede alinea, onder b), van dit
artikel; (c)
uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de vorm,
de inhoud en overige bijzonderheden van verzoeken krachtens lid 1 van dit artikel;
(d)
regels met betrekking tot de in lid 3 van dit
artikel gestelde termijnen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld
overeenkomstig de in artikel 100, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure. HOOFDSTUK IV
Algemene beginselen Artikel 29
Aanbestedingsbeginselen Aanbestedende diensten behandelen ondernemers
op gelijke basis en zonder te discrimineren en handelen op transparante en
evenredige wijze. Overheidsopdrachten worden niet opgesteld met
het doel om deze uit te sluiten van de toepassingssfeer van de richtlijn of om
de mededinging op kunstmatige wijze te beperken. Artikel 30
Ondernemers 1.
Ondernemers die krachtens de wetgeving van de
lidstaat waarin zij zijn gevestigd, gerechtigd zijn de betrokken verrichting
uit te voeren, mogen niet worden afgewezen louter op grond van het feit dat zij
krachtens de wetgeving van de lidstaat waarin de opdracht wordt gegund, hetzij
een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon moeten zijn. Voor opdrachten voor diensten en werken alsmede
voor opdrachten voor leveringen die bijkomende diensten of plaatsings- en
installatiewerkzaamheden inhouden, kan van rechtspersonen echter worden
verlangd dat zij in de inschrijving of in de aanvraag tot deelneming de namen
en desbetreffende beroepskwalificaties vermelden van de personen die met de
uitvoering van de opdracht worden belast. 2.
Combinaties van ondernemers kunnen inschrijvingen
indienen of zich als gegadigde opgeven. Aanbestedende diensten stellen voor
deelneming van dergelijke combinaties aan aanbestedingsprocedures geen
specifieke voorwaarden die niet aan individuele gegadigden worden opgelegd.
Voor de indiening van een inschrijving of een aanvraag tot deelneming kunnen
aanbestedende diensten van deze combinaties van ondernemers niet eisen dat zij
een bepaalde rechtsvorm aannemen. Aanbestedende diensten kunnen specifieke
voorwaarden stellen voor de uitvoering van de opdracht door een combinatie,
mits deze gerechtvaardigd zijn op basis van objectieve gronden en evenredig
zijn. In deze voorwaarden kan van een combinatie worden verlangd dat zij een
bepaalde rechtsvorm aanneemt, wanneer de opdracht haar wordt gegund, voorzover
deze verandering voor de bevredigende uitvoering van de opdracht noodzakelijk
is. Artikel 31
Voorbehouden opdrachten De lidstaten kunnen het recht om deel te nemen
aan aanbestedingsprocedures voorbehouden aan beschutte werkplaatsen en aan
ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van
gehandicapte en achtergestelde werknemers tot doel hebben, of de uitvoering van
deze opdrachten voorbehouden in het kader van programma’s voor beschermde
arbeid, mits meer dan 30% van de werknemers van deze werkplaatsen,
ondernemingen of programma's gehandicapte of achtergestelde werknemers zijn. In de oproep tot mededinging wordt naar dit
artikel verwezen. Artikel 32
Vertrouwelijkheid 1.
Aanbestedende diensten kunnen aan ondernemers eisen
stellen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de informatie die
zij ter beschikking stellen in de loop van de aanbestedingsprocedure, met
inbegrip van informatie die ter beschikking wordt gesteld met betrekking tot
het gebruik van een erkenningsregeling, ongeacht of dit is vermeld in de
aankondiging inzake het bestaan van een erkenningsregeling die als oproep tot
mededinging is gebruikt. 2.
Tenzij in deze richtlijn of in het nationale recht
inzake toegang tot informatie anders is bepaald, en onverminderd de
verplichtingen inzake bekendmaking van gegunde opdrachten en de
informatieverstrekking aan gegadigden en inschrijvers overeenkomstig de
artikelen 64 en 69 van deze richtlijn, maakt een aanbestedende dienst de
informatie die hem door een ondernemer als vertrouwelijk is verstrekt, niet
bekend; hieronder vallen met name, zonder daartoe beperkt te blijven, fabrieks-
of bedrijfsgeheimen en de vertrouwelijke aspecten van inschrijvingen. Artikel 33
Regels betreffende communicatiemiddelen 1.
Uitgezonderd wanneer het gebruik van elektronische
middelen overeenkomstig artikel 46, artikel 47, artikel 48, artikel 49, lid 4,
artikel 65, lid 2, of artikel 67 van deze richtlijn verplicht is, kunnen
aanbestedende diensten voor elke mededeling en uitwisseling van informatie
kiezen tussen de volgende communicatiemiddelen: (a)
elektronische middelen overeenkomstig de leden 3, 4
en 5; (b)
brief of fax; (c)
telefoon in de gevallen en onder de omstandigheden
genoemd in lid 6; (d)
een combinatie van deze middelen. De lidstaten kunnen in andere situaties dan die
waarin artikel 46, artikel 47, artikel 48, artikel 49, lid 4, artikel 65,
lid 2, of artikel 67 van deze richtlijn voorzien, het gebruik van elektronische
communicatiemiddelen verplicht stellen. 2.
De gekozen communicatiemiddelen moeten algemeen
beschikbaar zijn en mogen de toegang van de ondernemers tot de
gunningsprocedure niet beperken. Bij elke mededeling, uitwisseling en opslag van
informatie zorgen de aanbestedende diensten ervoor dat de integriteit van de
gegevens en de vertrouwelijkheid van de inschrijvingen en aanvragen tot
deelneming gewaarborgd zijn. Zij nemen pas na het verstrijken van de uiterste
termijn voor de indiening kennis van de inhoud van de inschrijvingen en
aanvragen tot deelneming. 3.
De voor mededelingen te gebruiken elektronische
middelen en de technische kenmerken daarvan moeten niet-discriminerend en
algemeen beschikbaar zijn alsmede interoperabel met algemeen gebruikte informatie-
en communicatietechnologieën en mogen de toegang van ondernemers tot de
aanbestedingsprocedure niet beperken. De technische details en kenmerken van de
middelen voor elektronische ontvangst die in overeenstemming met de eerste
alinea van dit lid worden geacht, zijn vastgesteld in bijlage IV. De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 98 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging, ten
gevolge van technische ontwikkelingen of om administratieve redenen, van de in
bijlage IV vastgestelde technische details en kenmerken. Om interoperabiliteit van technische formaten en
van proces- en berichtnormen te waarborgen, met name in een
grensoverschrijdende context, is de Commissie bevoegd overeenkomstig
artikel 98 gedelegeerde handelingen vast te stellen om het gebruik van
bepaalde technische normen verplicht te stellen, ten minste met betrekking tot
het gebruik van elektronische inschrijving, elektronische catalogi en middelen
voor elektronische authenticatie. 4.
Aanbestedende diensten kunnen, wanneer
noodzakelijk, het gebruik van niet algemeen beschikbare middelen verplicht
stellen, mits zij alternatieve toegangsmiddelen aanbieden. Aanbestedende diensten worden geacht passende
alternatieve toegangsmiddelen aan te bieden in een van de volgende situaties: (a)
zij bieden onbeperkte, rechtstreekse en volledige
toegang met elektronische middelen tot deze instrumenten vanaf de datum van
bekendmaking van de aankondiging in overeenstemming met bijlage IX of vanaf de
datum van verzending van de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling. De
aankondiging of de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling vermeldt het
internetadres waar deze instrumenten toegankelijk zijn; (b)
zij zorgen ervoor dat inschrijvers die in een
andere lidstaat dan die van de aanbestedende dienst gevestigd zijn, toegang
krijgen tot de aanbestedingsprocedure door gebruik van voorlopige tokens die
zonder extra kosten online beschikbaar worden gesteld; (c)
zij ondersteunen een alternatief kanaal voor
elektronische indiening van inschrijvingen. 5.
De volgende regels zijn van toepassing op middelen
voor elektronische verzending en ontvangst van inschrijvingen, alsmede voor
elektronische ontvangst van aanvragen tot deelneming: (a)
informatie betreffende de specificaties voor de
elektronische indiening van inschrijvingen en aanvragen tot deelneming,
inclusief encryptie en tijdstempeldiensten, moet voor belanghebbende partijen
beschikbaar zijn; (b)
de middelen, methoden voor authenticatie en
elektronische handtekeningen voldoen aan de voorschriften van bijlage IV; (c)
de aanbestedende diensten bepalen het vereiste
veiligheidsniveau voor de elektronische communicatiemiddelen die in de
verschillende fasen van de specifieke aanbestedingsprocedure moeten worden
gebruikt; dit niveau is evenredig met de daaraan verbonden risico's; (d)
wanneer elektronische handtekeningen als omschreven
in Richtlijn 1999/93/EG[42]
worden vereist, aanvaarden de aanbestedende diensten, zolang de handtekening
geldig is, al dan niet met een veilig middel aangemaakte handtekeningen die
gebaseerd zijn op een gekwalificeerd elektronisch certificaat, zoals bedoeld in
de vertrouwenslijst waarin Beschikking 2009/767/EG[43] van de Commissie voorziet,
mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: (i) zij stellen op basis van de in Besluit 2011/130/EU
van de Commissie[44]
vastgestelde formaten het vereiste geavanceerde handtekeningformaat vast en
voeren de nodige maatregelen in om deze formaten technisch te kunnen verwerken; (ii) wanneer een inschrijving wordt
ondertekend met ondersteuning van een gekwalificeerd certificaat dat in de
vertrouwenslijst is opgenomen, mogen zij geen bijkomende eisen stellen die het
gebruik van deze handtekeningen door inschrijvers kunnen belemmeren. 6.
De volgende regels zijn van toepassing op de
verzending van aanvragen tot deelneming: (a)
aanvragen tot deelneming aan een procedure voor de
gunning van een opdracht kunnen schriftelijk of telefonisch worden verricht; in
het laatste geval wordt een geschreven bevestiging gezonden voordat de termijn
voor ontvangst van de aanvraag is verstreken; (b)
aanbestedende diensten kunnen eisen dat per fax
ingediende aanvragen tot deelneming per post of met elektronische middelen
worden bevestigd, wanneer dat nodig is om over een wettig bewijs te beschikken.
Voor de toepassing van b) vermeldt de aanbestedende
dienst in de als oproep tot mededinging gebruikte aankondiging of in de
uitnodiging tot bevestiging van belangstelling dat hij als vereiste stelt dat
aanvragen tot deelneming per fax worden ingediend en per post of met
elektronische middelen worden bevestigd, en vermeldt hij binnen welke termijn
deze bevestiging moet worden verzonden. 7.
Aanbestedende diensten kunnen de voor de
aanbestedingsprocedures verwerkte elektronische gegevens gebruiken ter
voorkoming, opsporing en verbetering van fouten die zich in elk stadium
voordoen, door aangepaste instrumenten te ontwikkelen. Artikel 34
Algemene verplichting tot gebruik van elektronische communicatiemiddelen De lidstaten zorgen ervoor dat uiterlijk 2
jaar na de in artikel 101, lid 1, bepaalde datum alle aanbestedingsprocedures
uit hoofde van deze richtlijn worden verricht met gebruik van elektronische
communicatiemiddelen, met name elektronische inschrijving overeenkomstig de
voorschriften van dit artikel. Deze verplichting is niet van toepassing
wanneer het gebruik van elektronische middelen gespecialiseerde instrumenten of
bestandsformaten zou vereisen die niet in alle lidstaten algemeen beschikbaar
zijn in de zin van lid 3. Het staat aan de aanbestedende diensten die andere
communicatiemiddelen voor de indiening van inschrijvingen gebruiken, in de
aanbestedingsdocumenten aan te tonen dat het gebruik van elektronische middelen
wegens de bijzondere aard van de met de ondernemers uit te wisselen informatie
gespecialiseerde instrumenten of bestandsformaten vereist die niet algemeen
beschikbaar zijn in alle lidstaten. Aanbestedende diensten worden geacht
gewettigde redenen te hebben om in aanbestedingsprocedure geen elektronische
communicatiemiddelen te eisen in de volgende situaties: (a)
de omschrijving van de technische specificaties kan
wegens de gespecialiseerde aard van de aanbesteding niet worden weergegeven
door middel van bestandsformaten die door algemeen gebruikte applicaties worden
ondersteund; (b)
de applicaties voor ondersteuning van de
bestandsformaten die geschikt zijn voor de omschrijving van de technische
specificaties, maken deel uit van een merkgebonden licentieregeling en kunnen
niet beschikbaar worden gesteld voor downloads of gebruik op afstand door de
aanbestedende dienst; (c)
de applicaties voor ondersteuning van de
bestandsformaten die geschikt zijn voor de omschrijving van de technische
specificaties, gebruiken bestandsformaten die niet kunnen worden verwerkt door
andere open of downloadbare toepassingen. Artikel 35
Nomenclaturen 1.
Bij elke verwijzing naar nomenclaturen met
betrekking tot aanbestedingen wordt gebruik gemaakt van de
"Gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten", hierna CPV
(Common Procurement Vocabulary) als vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2195/2002[45]. 2.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 98 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanpassing van de
in bijlagen II en XVI gebruikte referentienummers wanneer veranderingen in de
CPV-nomenclatuur moeten worden overgenomen en dit geen wijziging van het
toepassingsgebied van deze richtlijn inhoudt. Artikel 36
Belangenconflicten 1.
De lidstaten voorzien met betrekking tot
aanbestedende diensten in de zin van artikel 2, punt 1, in regels om
belangenconflicten die bij de uitvoering van onder deze richtlijn vallende
aanbestedingsprocedures ontstaan, inclusief met betrekking tot het opzetten en
voorbereiden van de procedure, het opstellen van de aanbestedingsdocumenten, de
selectie van gegadigden en inschrijvers en de gunning van de opdracht,
daadwerkelijk te voorkomen, vast te stellen en onmiddellijk te verhelpen,
teneinde verstoring van de mededinging te voorkomen en een gelijke behandeling
van alle inschrijvers te verzekeren. Onder het begrip belangenconflict valt ten minste
elke situatie waarin de in lid 2 bedoelde categorieën van personen direct of
indirect een privé-belang hebben bij het resultaat van de
aanbestedingsprocedure, waardoor de indruk kan ontstaan dat zij worden
gehinderd bij de onpartijdige en objectieve uitoefening van hun plichten. Voor de toepassing van dit artikel zijn
"privé-belangen" alle belangen in verband met familie, gevoelsleven,
economie, politiek of andere belangen die zij delen met de gegadigden of de
inschrijvers, met inbegrip van conflicterende beroepsbelangen. 2.
De in lid 1 bedoelde regels zijn van toepassing op
belangenconflicten waarbij ten minste de volgende categorieën van personen
betrokken zijn: (a)
personeelsleden van de aanbestedende dienst,
aanbieders van aanbestedingsdiensten of personeelsleden van andere
dienstverleners die bij de uitvoering van de aanbestedingsprocedure betrokken
zijn; (b)
de voorzitter van de aanbestedende dienst en leden
van de beslissingsorganen van de aanbestedende dienst die zonder
noodzakelijkerwijs bij de uitvoering van de aanbestedingsprocedure betrokken te
zijn toch invloed kunnen uitoefenen op het resultaat van deze procedure. 3.
In het bijzonder zorgen de lidstaten ervoor dat: (a)
de in lid 2, onder a), bedoelde
personeelsleden elk belangenconflict met betrekking tot een van de gegadigden
of inschrijver openbaar maken zodra zij kennis krijgen van een dergelijk
conflict, om de aanbestedende dienst in staat te stellen deze situatie te
verhelpen, (b)
gegadigden en inschrijvers bij de aanvang van de
aanbestedingsprocedure een verklaring indienen over het bestaan van
bevoorrechte banden met de in lid 2, onder b), bedoelde personen, waardoor
dezen in een situatie van belangenconflict kunnen terechtkomen; de
aanbestedende dienst vermeldt in het in artikel 94 genoemde individuele verslag
of een gegadigde of inschrijver een verklaring heeft ingediend. In geval van belangenconflict neemt de
aanbestedende dienst passende maatregelen. Deze maatregelen kunnen leiden tot
de verwijdering van het desbetreffende personeelslid uit de betrokken
aanbestedingsprocedure of tot een herschikking van de taken en
verantwoordelijkheden van het personeelslid. Wanneer een belangenconflict niet
daadwerkelijk met andere middelen kan worden verholpen, moet de betrokken
gegadigde of inschrijver worden uitgesloten van de procedure. Wanneer bevoorrechte banden worden vastgesteld,
brengt de aanbestedende dienst de overeenkomstig artikel 93 aangewezen
toezichtsinstantie onmiddellijk op de hoogte en neemt hij passende maatregelen
om elke onrechtmatige invloed op het gunningsproces te voorkomen en een gelijke
behandeling van de gegadigden en inschrijvers te verzekeren. Indien het
belangenconflict niet daadwerkelijk met andere middelen kan worden verholpen,
wordt de betrokken gegadigde of inschrijver uitgesloten van de procedure. 4.
Alle krachtens dit artikel genomen maatregelen worden
vermeld in het in artikel 94 bedoelde individuele verslag. Artikel 37
Onwettig gedrag Gegadigden verstrekken bij de aanvang van de
procedure een verklaring op erewoord luidens welke zij geen blijk geven of
zullen geven van de volgende feiten: (a)
het onrechtmatig beïnvloeden van het
besluitvormingsproces van de aanbestedende dienst of het verkrijgen van
vertrouwelijke informatie waardoor zij onrechtmatige voordelen uit de
aanbestedingsprocedure kunnen halen; (b)
het sluiten van overeenkomsten met andere gegadigden
en inschrijvers om de concurrentie te verstoren, of (c)
het opzettelijk verstrekken van misleidende
informatie die een materiële invloed kan hebben op beslissingen inzake
uitsluiting, selectie of gunning. TITEL II
OP OPDRACHTEN TOEPASSELIJKE VOORSCHRIFTEN HOOFDSTUK I
Procedures Artikel 38
Voorwaarden met betrekking tot de overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA)
en andere internationale overeenkomsten 1.
Voorzover de bijlagen III, IV en V en de algemene
opmerkingen bij aanhangsel 1 van de Europese Unie bij de overeenkomst inzake
overheidsopdrachten en de andere internationale overeenkomsten waardoor de Unie
gebonden is, als vermeld in bijlage V bij deze richtlijn, van toepassing
zijn, geven aanbestedende diensten in de zin van artikel 4, lid 3, onder a),
aan werken, leveringen, diensten en ondernemers van de ondertekenende partijen
van deze overeenkomsten geen minder gunstige behandeling dan die welke zij aan
werken, leveringen, diensten en ondernemers van de Unie geven. Door toepassing
van deze richtlijn op ondernemers van de ondertekenende partijen bij deze
overeenkomsten leven aanbestedende diensten deze overeenkomsten na. 2.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 98 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de
lijst in bijlage V, wanneer dit noodzakelijk is ten gevolge van de sluiting van
nieuwe internationale overeenkomsten of de wijziging van bestaande
internationale overeenkomsten. Artikel 39
Keuze van de procedure 1.
Wanneer zij opdrachten voor werken, leveringen of
diensten gunnen, passen aanbestedende diensten de procedures toe die in
overeenstemming met deze richtlijn zijn gebracht, mits onverminderd artikel 42
een oproep tot mededinging in overeenstemming met deze richtlijn is
bekendgemaakt. De lidstaten bepalen dat aanbestedende diensten
openbare of niet-openbare procedures of procedures door onderhandelingen met
voorafgaande oproep tot mededinging zoals geregeld in deze richtlijn kunnen
toepassen. 2.
De oproep tot mededinging kan geschieden op een van
de volgende wijzen: (a)
een periodieke indicatieve aankondiging
overeenkomstig artikel 61 wanneer de opdracht wordt gegund in een niet-openbare
procedure of een procedure van gunning door onderhandelingen, (b)
een aankondiging inzake het bestaan van een
erkenningsregeling overeenkomstig artikel 62 wanneer de opdracht wordt gegund
in een niet-openbare procedure of een procedure van gunning door
onderhandelingen of in een innovatiepartnerschap, (c)
door middel van een aankondiging van opdracht
overeenkomstig artikel 63. In het onder a) bedoelde geval worden ondernemers
die hun belangstelling na de bekendmaking van de periodieke indicatieve
aankondiging te kennen hebben gegeven, vervolgens uitgenodigd hun
belangstelling schriftelijk te bevestigen door middel van een "uitnodiging
tot bevestiging van belangstelling" overeenkomstig artikel 68. 3.
De lidstaten kunnen bepalen dat aanbestedende
diensten een procedure van gunning door onderhandelingen zonder voorafgaande
oproep tot mededinging alleen kunnen toepassen in de specifieke gevallen en
omstandigheden als uitdrukkelijk bepaald in artikel 42. Artikel 40
Openbare procedure 1.
In openbare procedures kan elke belangstellende
ondernemer een inschrijving indienen naar aanleiding van een oproep tot
mededinging. De termijn voor ontvangst van de inschrijvingen
bedraagt minimaal 40 dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de
opdracht. De inschrijving gaat vergezeld van de gevraagde
informatie voor de kwalitatieve selectie. 2.
Wanneer aanbestedende diensten een periodieke
indicatieve aankondiging hebben bekendgemaakt die niet als oproep tot
mededinging wordt gebruikt, kan de minimale termijn voor ontvangst van
inschrijvingen als vastgesteld in lid 1, tweede alinea, van dit artikel, worden
verkort tot 20 dagen, mits aan de twee volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de periodieke indicatieve aankondiging bevat naast
de op grond van bijlage VI A, deel I, vereiste informatie alle in bijlage VI A,
deel II, vereiste informatie, voorzover laatstbedoelde informatie bij de
bekendmaking van de periodieke indicatieve aankondiging beschikbaar is; (b)
zij is tussen 45 dagen en 12 maanden voor de
verzenddatum van de aankondiging van opdracht ter bekendmaking verzonden. 3.
Wanneer het niet haalbaar blijkt de in lid 1,
tweede alinea, vastgestelde termijn in acht te nemen wegens een door de
aanbestedende dienst naar behoren gemotiveerde spoedsituatie, kan deze een
termijn vaststellen die niet minder mag bedragen dan 20 dagen na de
verzenddatum van de aankondiging van de opdracht. 4.
De aanbestedende dienst kan de in lid 1, tweede alinea,
vastgestelde termijn voor ontvangst van inschrijvingen met vijf dagen verkorten
wanneer hij ermee instemt dat de inschrijvingen krachtens artikel 33, leden 3, 4
en 5, met elektronische middelen worden ingediend. Artikel 41
Niet-openbare procedure 1.
In niet-openbare procedures kan elke ondernemer een
aanvraag tot deelneming indienen naar aanleiding van een oproep tot
mededinging, door de gevraagde informatie voor kwalitatieve selectie te
verstrekken. De minimumtermijn voor ontvangst van de aanvragen
tot deelneming bedraagt in het algemeen niet minder dan 30 dagen vanaf de
verzenddatum van de aankondiging van opdracht of van het verzoek tot
bevestiging van belangstelling, en mag in geen geval minder dan 15 dagen
bedragen. 2.
Alleen de ondernemers die na beoordeling van de
gevraagde informatie door de aanbestedende dienst daartoe worden verzocht,
kunnen een inschrijving indienen. Aanbestedende diensten kunnen in
overeenstemming met artikel 72, lid 2, het aantal geschikte gegadigden
beperken die tot deelneming aan de procedure worden uitgenodigd. De termijn voor ontvangst van de inschrijvingen
kan in onderling overleg tussen de aanbestedende dienst en de geselecteerde
gegadigden worden vastgesteld, mits alle gegadigden evenveel tijd krijgen om
hun inschrijvingen voor te bereiden en in te dienen. Wanneer geen overeenstemming over de termijn voor
ontvangst van de inschrijvingen kan worden bereikt, stelt de aanbestedende
dienst een termijn vast die in geen geval minder dan 10 dagen bedraagt
vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving. Artikel 42
Procedure van gunning door onderhandelingen met voorafgaande oproep tot
mededinging 1.
In procedures van gunning door onderhandelingen met
voorafgaande oproep tot mededinging kan elke ondernemer een aanvraag tot deelneming
indienen naar aanleiding van een oproep tot mededinging, door de gevraagde
informatie voor de kwalitatieve selectie te verstrekken. De minimumtermijn voor ontvangst van de aanvragen
tot deelneming bedraagt in het algemeen 30 dagen, te rekenen vanaf de
verzenddatum van de aankondiging van de opdracht of, wanneer een periodieke
indicatieve aankondiging als oproep tot mededinging wordt gebruikt, van het
verzoek tot bevestiging van belangstelling, en mag in geen geval minder dan 15
dagen bedragen. 2.
Alleen de ondernemers die na beoordeling van de
gevraagde informatie door de aanbestedende dienst daartoe worden uitgenodigd,
kunnen aan de onderhandelingen deelnemen. Aanbestedende diensten kunnen in
overeenstemming met artikel 72, lid 2, het aantal geschikte gegadigden
beperken om tot deelneming aan de procedure te worden uitgenodigd. De termijn voor ontvangst van de inschrijvingen
kan in onderling overleg tussen de aanbestedende dienst en de geselecteerde
gegadigden worden vastgesteld, mits alle gegadigden evenveel tijd krijgen om
hun inschrijvingen voor te bereiden en in te dienen. Wanneer het niet mogelijk is overeenstemming te
bereiken over de termijn voor ontvangst van de inschrijvingen, stelt de
aanbestedende dienst een termijn vast die in geen geval minder dan 10 dagen
bedraagt vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving. Artikel 43
Innovatiepartnerschap 1.
De lidstaten kunnen bepalen dat aanbestedende
diensten innovatiepartnerschappen kunnen toepassen als geregeld in deze
richtlijn. De lidstaten kunnen besluiten in hun nationale wetgeving geen
innovatiepartnerschappen ten uitvoer te leggen of het gebruik ervan te beperken
tot bepaalde soorten aanbestedingen. In innovatiepartnerschappen kan elke ondernemer
naar aanleiding van een oproep tot mededinging krachtens artikel 39, lid 2,
onder b) en c), een aanvraag tot deelneming indienen om een gestructureerd
partnerschap aan te gaan voor de ontwikkeling van innovatieve werken,
leveringen of diensten en de daaropvolgende aankoop van de daaruit resulterende
werken, leveringen of diensten, mits deze overeenstemmen met de afgesproken
prestatie- en prijsniveaus. 2.
Het partnerschap wordt gestructureerd in fasen die
elkaar opvolgen in een reeks van stappen in het onderzoeks- en innovatieproces,
eventueel tot aan de fabricage van de geleverde goederen of de verstrekking van
de diensten. Het partnerschap bepaalt door de partner te bereiken tussentijdse
streefdoelen en voorziet in betaling van de vergoeding in passende termijnen.
Op basis van deze streefdoelen kan de aanbestedende dienst na elke fase
besluiten het partnerschap op te zeggen en voor de resterende fasen een nieuwe
aanbestedingsprocedure op te zetten, mits hij daarvoor de betrokken
intellectuele-eigendomsrechten heeft verkregen. 3.
De opdracht wordt gegund volgens de regels van de
procedure van gunning door onderhandelingen met voorafgaande oproep tot
mededinging als vastgesteld in artikel 42. Bij de selectie van gegadigden besteden de
aanbestedende diensten bijzondere aandacht aan criteria betreffende de
capaciteiten en de ervaring van de inschrijvers op het gebied van onderzoek en
ontwikkeling of de ontwikkeling van innovatieve oplossingen. Zij kunnen in
overeenstemming met artikel 72, lid 2, het aantal geschikte gegadigden beperken
die uitgenodigd worden tot deelneming aan de procedure. Alleen de ondernemers die na beoordeling van de
gevraagde informatie door de aanbestedende dienst daartoe worden uitgenodigd,
kunnen projecten voor onderzoek en ontwikkeling indienen die voldoen aan de
door de aanbestedende dienst vastgestelde behoeften en waaraan niet door
bestaande oplossingen kan worden voldaan. De gunning van de opdracht
geschiedt uitsluitend op basis van het criterium van de economisch meest
voordelige inschrijving in overeenstemming met artikel 76, lid 1,
onder a). 4.
De structuur van het partnerschap en in het
bijzonder de duur en de waarde van de verschillende fasen weerspiegelen de
graad van innovatie van de voorgestelde oplossing en de reeks van onderzoeks-
en innovatieactiviteiten die vereist zijn voor de ontwikkeling van een
innovatieve en nog niet op de markt beschikbare oplossing. De waarde en de
looptijd van een opdracht voor de aankoop van de daaruit voortvloeiende werken,
leveringen of diensten blijven binnen passende grenzen, rekening houdend met de
noodzaak om de gemaakte kosten, inclusief voor de ontwikkeling van een
innovatieve oplossing, te vergoeden en te voorzien in een passende winst. Aanbestedende diensten maken geen gebruik van
innovatiepartnerschappen om de mededinging te verhinderen, te beperken of te
vervalsen. Artikel 44
Gebruik van de procedure van gunning door onderhandelingen zonder voorafgaande
oproep tot mededinging Aanbestedende diensten kunnen in de volgende
gevallen gebruik maken van een procedure van gunning door onderhandelingen
zonder voorafgaande oproep tot mededinging: (a)
wanneer in het kader van een procedure met
voorafgaande oproep tot mededinging geen of geen geschikte inschrijvingen of
geen aanvragen tot deelneming zijn ingediend, mits de oorspronkelijke
voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk zijn gewijzigd; (b)
wanneer een opdracht uitsluitend ten behoeve van
onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling wordt gegund en niet met het
doel de rendabiliteit te verzekeren dan wel de kosten van onderzoek en
ontwikkeling te dekken en voor zover de plaatsing van een dergelijke opdracht
niet verhindert dat een oproep tot mededinging wordt gedaan voor latere
opdrachten die dit doel in het bijzonder beogen; (c)
wanneer de aanbesteding de creatie of de
verkrijging van een kunstwerk tot doel heeft; (d)
wanneer de werken, leveringen of diensten alleen
door een bepaalde ondernemer kunnen worden verricht om een van de volgende
redenen: (i) het ontbreken van mededinging om
technische redenen; (ii) de bescherming van octrooien,
auteursrechten of andere intellectuele-eigendomsrechten; (iii) de bescherming van andere uitsluitende
rechten. Deze uitzondering geldt alleen wanneer er geen
redelijk alternatief of substituut bestaat en het ontbreken van mededinging
niet het resultaat is van een kunstmatige vernauwing van de parameters van de
aanbesteding; (e)
in strikt noodzakelijke gevallen waarin dringende
spoed, voortvloeiende uit overmacht, het onmogelijk maakt de gestelde termijnen
voor openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning
door onderhandelingen met voorafgaande oproep tot mededinging in acht te nemen.
De ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden mogen
in geen geval aan de aanbestedende diensten te wijten zijn. (f)
in het geval van opdrachten voor leveringen ten
behoeve van aanvullende leveringen door de oorspronkelijke leverancier die
bestemd zijn hetzij voor de gedeeltelijke vernieuwing van veelvuldig gebruikte
leveringen of installaties, hetzij voor de uitbreiding van bestaande leveringen
of installaties, indien verandering van leverancier de aanbestedende dienst
ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen met andere technische
eigenschappen, zodat incompatibiliteit ontstaat of zich onevenredige technische
moeilijkheden bij het gebruik en het onderhoud voordoen; (g)
in geval van nieuwe werken of diensten bestaande
uit de herhaling van soortgelijke werken of diensten die door dezelfde
aanbestedende diensten aan de met een vroegere opdracht belaste dienstverlener
zijn toevertrouwd, mits deze werken of diensten overeenstemmen met een
basisproject dat het voorwerp vormde van een overeenkomstig de in artikel 39,
lid 1, bedoelde procedures geplaatste eerste opdracht. (h)
voor leveringen die genoteerd en aangekocht worden
op een grondstoffenmarkt of op andere soortgelijke markten zoals de handel in
elektriciteit; (i)
voor gelegenheidsaankopen, wanneer zich gedurende
zeer korte tijd een bijzonder voordelige gelegenheid tot aankopen voordoet en
de te betalen prijs aanzienlijk lager ligt dan normaal op de markt het geval
is; (j)
voor aankopen van leveringen onder bijzonder
voordelige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die zijn handelsactiviteiten
staakt, hetzij bij de curator of vereffenaar in geval van een faillissement,
een gerechtelijk akkoord of een soortgelijke procedure van het nationale recht; (k)
wanneer de betrokken opdracht voor diensten
voortvloeit uit een overeenkomstig deze richtlijn
georganiseerde prijsvraag en volgens de toepasselijke voorschriften moet
worden gegund aan de winnaar of aan één van de winnaars van die prijsvraag; in
het laatstgenoemde geval moeten alle winnaars tot deelneming aan de
onderhandelingen worden uitgenodigd. Voor de toepassing van a) wordt een
inschrijving geacht niet geschikt te zijn wanneer: (a)
zij onregelmatig of onaanvaardbaar is, en (b)
zij volkomen irrelevant is ten aanzien van de
opdracht en niet voldoet aan de behoeften van de aanbestedende dienst zoals
aangegeven in de aanbestedingsdocumenten. Inschrijvingen worden met name geacht
onregelmatig te zijn wanneer zij niet overeenstemmen met de
aanbestedingsdocumenten of wanneer de aangeboden prijzen afgeschermd zijn van
de normale marktwerking; Inschrijvingen worden met name geacht
onaanvaardbaar te zijn in de volgende gevallen: (a)
zij zijn laattijdig binnengekomen; (b)
zij zijn ingediend door inschrijvers die niet over
de vereiste kwalificaties beschikken; (c)
de prijs overschrijdt het door de aanbestedende
dienst begrote bedrag als vastgesteld vóór de aanvang van de
aanbestedingsprocedure; de voorafgaande vaststelling van de begroting moet
schriftelijk gedocumenteerd zijn; (d)
de inschrijvingen zijn abnormaal laag bevonden
overeenkomstig artikel 79. Voor de toepassing van lid 1, onder g), van
dit artikel vermeldt het basisproject de omvang van mogelijke aanvullende
werken of diensten en de voorwaarden waaronder deze worden gegund. Bij de
oproep tot mededinging voor de aanbesteding van het eerste project wordt
aangekondigd dat deze procedure kan worden toegepast en het geraamde
totaalbedrag voor de daaropvolgende werken moet door de aanbestedende diensten
in aanmerking worden genomen voor de toepassing van de artikelen 12
en 13. HOOFDSTUK II
Technieken en instrumenten voor elektronische en gegroepeerde aanbesteding Artikel 45
Raamovereenkomsten 1.
Aanbestedende diensten kunnen raamovereenkomsten sluiten,
mits zij de in deze richtlijn voorgeschreven procedures toepassen. Een raamovereenkomst is een overeenkomst tussen
een of meer aanbestedende diensten en een of meer ondernemers met het doel
gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te gunnen opdrachten vast
te leggen, met name wat betreft de prijs en, in voorkomend geval, de beoogde
hoeveelheid. De looptijd van een raamovereenkomst mag niet
langer zijn dan vier jaar, behalve in uitzonderingsgevallen die behoorlijk
gemotiveerd zijn, met name op grond van het voorwerp van de raamovereenkomst. 2.
Opdrachten die gebaseerd zijn op een
raamovereenkomst, worden gegund volgens de procedures waarin dit lid en de
leden 3 en 4 voorzien. De procedures kunnen alleen worden toegepast
tussen de aanbestedende diensten die duidelijk daarvoor zijn aangewezen in de
oproep tot mededinging, in het verzoek tot bevestiging van belangstelling of,
wanneer een aankondiging inzake het bestaan van een erkenningsregeling wordt
gebruikt als middel om tot mededinging op te roepen, in de uitnodiging tot
inschrijving, en de ondernemers die oorspronkelijk partij waren bij de
raamovereenkomst. In opdrachten die op een raamovereenkomst zijn
gebaseerd, mogen in geen geval wezenlijke wijzigingen worden aangebracht met
betrekking tot in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden, met name in het in
lid 3 bedoelde geval. Aanbestedende diensten mogen geen oneigenlijk
gebruik van raamovereenkomsten maken of mogen deze niet gebruiken om de
mededinging te hinderen, te beperken of te vervalsen. 3.
Wanneer een raamovereenkomst met één enkele
ondernemer wordt gesloten, worden de op die raamovereenkomst gebaseerde
opdrachten gegund volgens de in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden. Voor de gunning van dergelijke opdrachten kunnen
de aanbestedende diensten de ondernemer die partij is bij de raamovereenkomst,
schriftelijk raadplegen en hem indien nodig verzoeken zijn inschrijving aan te
vullen. 4.
Wanneer een raamovereenkomst met meer dan één
ondernemer wordt gesloten, kan dit geschieden op een van de twee volgende
wijzen: (a)
volgens de voorwaarden van de raamovereenkomst,
zonder de opdracht opnieuw voor mededinging open te stellen, wanneer wordt
voorzien in alle voorwaarden met betrekking tot de verrichting van de betrokken
werken, leveringen of diensten alsmede in de objectieve voorwaarden ter
bepaling van de ondernemers die als partij bij de raamovereenkomst deze zullen
uitvoeren; laatstgenoemde voorwaarden worden vermeld in de
aanbestedingsdocumenten; (b)
wanneer in de raamovereenkomst niet is voorzien in
alle voorwaarden met betrekking tot de verrichting van de werken, leveringen of
diensten, door de opdracht opnieuw voor mededinging open te stellen voor de
ondernemers die partij zijn bij de raamovereenkomst. 5.
De in lid 4, onder b, bedoelde mededinging
geschiedt onder dezelfde voorwaarden als die welke voor de gunning van de
raamovereenkomst gelden en, wanneer passend, volgens nadere voorwaarden met
betrekking tot de specificaties van de raamovereenkomst, in overeenstemming met
de volgende procedure: (a)
voor elke te gunnen opdracht raadplegen de
aanbestedende diensten schriftelijk de ondernemers die in staat zijn de
opdracht uit te voeren; (b)
de aanbestedende diensten stellen een voldoende
lange termijn vast voor de indiening van inschrijvingen voor elke specifieke
opdracht, rekening houdend met elementen zoals de complexiteit van het voorwerp
van de opdracht en de nodige tijd voor de toezending van de inschrijvingen; (c)
de inschrijvingen worden schriftelijk ingediend en
de inhoud ervan wordt niet vrijgegeven totdat de gestelde indieningstermijn is
verstreken; (d)
de aanbestedende diensten gunnen elke opdracht aan
de inschrijver die op grond van de in de specificaties van de raamovereenkomst
vastgestelde gunningscriteria de beste inschrijving heeft ingediend. Artikel 46
Dynamische aankoopsystemen 1.
Voor aankopen voor courant gebruik, waarvan de
kenmerken wegens de algemene beschikbaarheid op de markt voldoen aan hun
behoeften, kunnen de aanbestedende dienstengebruik maken van een dynamisch
aankoopsysteem. Het dynamisch aankoopsysteem wordt beheerd als een volledig
elektronisch proces, dat gedurende de gehele looptijd openstaat voor elke
ondernemer die voldoet aan de selectiecriteria. 2.
Voor de gunning van opdrachten in een dynamisch
aankoopsysteem volgen aanbestedende diensten de regels van de niet-openbare
procedure. Alle gegadigden die aan de selectiecriteria voldoen, worden tot het
systeem toegelaten; het aantal tot het systeem toe te laten gegadigden wordt
niet beperkt overeenkomstig artikel 72, lid 2. Voor alle communicatie in
het kader van een dynamisch aankoopsysteem wordt alleen gebruik gemaakt van
elektronische middelen overeenkomstig artikel 33, leden 2 tot en met 6. 3.
Voor de gunning van opdrachten in een dynamisch
aankoopsysteem gaan de aanbestedende diensten te werk als volgt: (a)
zij maken een oproep tot mededinging bekend en
geven daarbij aan dat het om een dynamisch aankoopsysteem gaat; (b)
in de specificaties vermelden zij ten minste de
aard en de geraamde hoeveelheid van de beoogde aankopen, alsmede alle nodige
informatie omtrent het aankoopsysteem, de gebruikte elektronische apparatuur en
de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding; (c)
zij bieden gedurende de gehele looptijd van het
systeem onbeperkte en volledige rechtstreekse toegang tot de specificaties en
tot alle aanvullende documenten overeenkomstig artikel 67. 4.
De aanbestedende diensten verlenen elke ondernemer
tijdens de gehele looptijd van het dynamische aankoopsysteem de mogelijkheid te
verzoeken om deelneming aan het systeem onder de voorwaarden van lid 2. Zij
verrichten hun beoordeling van deze verzoeken volgens de selectiecriteria
binnen 10 werkdagen volgend op de ontvangst. De aanbestedende diensten melden de in de eerste
alinea bedoelde ondernemer zo spoedig mogelijk of hij al dan niet tot het
dynamisch aankoopsysteem is toegelaten. 5.
De aanbestedende diensten nodigen overeenkomstig
artikel 68 alle gekwalificeerde deelnemers uit om in te schrijven voor elke
specifieke gunning in het dynamisch aankoopsysteem. Zij gunnen de opdracht aan de inschrijver die de
beste inschrijving heeft ingediend op grond van de gunningscriteria als bepaald
in de aankondiging van de opdracht voor het dynamisch aankoopsysteem, in het
verzoek tot bevestiging van belangstelling, of wanneer tot mededinging is opgeroepen
door middel van een aankondiging inzake het bestaan van een erkenningsregeling,
in de uitnodiging tot inschrijving. Deze criteria kunnen in voorkomend geval
worden gepreciseerd in de uitnodiging tot inschrijving. 6.
De aanbestedende diensten vermelden de looptijd van
het dynamisch aankoopsysteem in de oproep tot mededinging. Zij brengen de
Commissie op de hoogte van elke verandering in looptijd, met gebruik van de
volgende standaardformulieren: (a)
wanneer de looptijd wordt gewijzigd zonder dat het
systeem wordt beëindigd, het formulier dat aanvankelijk is gebruikt voor de
oproep tot mededinging voor het dynamisch aankoopsysteem; (b)
wanneer het systeem wordt beëindigd, een
aankondiging van gegunde opdracht overeenkomstig artikel 64. 7.
Aan de betrokken ondernemers of partijen bij het
dynamisch aankoopsysteem mogen geen kosten in rekening worden gebracht. Artikel 47
Elektronische veilingen 1.
De aanbestedende diensten kunnen elektronische
veilingen gebruiken waarin nieuwe, verlaagde prijzen, en/of nieuwe waarden voor
bepaalde elementen van de inschrijvingen worden voorgesteld. Hiertoe gebruiken aanbestedende diensten een zich
herhalend elektronisch proces (elektronische veiling) dat plaatsvindt na de
eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen en dat hun klassering op
basis van automatische beoordelingsmethoden mogelijk maakt. 2.
Bij openbare procedures, niet-openbare procedures
en procedures van gunning door onderhandelingen met voorafgaande oproep tot
mededinging kunnen de aanbestedende diensten besluiten de gunning van een
opdracht te laten voorafgaan door een elektronische veiling, wanneer de
specificaties nauwkeurig kunnen worden vastgesteld. Onder dezelfde voorwaarden kan een elektronische
veiling worden gebruikt bij het opnieuw tot mededinging oproepen van de
partijen bij een raamovereenkomst als bedoeld in artikel 45, lid 4, onder b),
alsmede bij de oproep tot mededinging voor opdrachten die worden gegund in het
kader van een dynamisch aankoopsysteem als bedoeld in artikel 46. 3.
De elektronische veiling heeft betrekking op een
van de volgende criteria: (a)
alleen de prijzen, wanneer de opdracht wordt gegund
op basis van de laagste prijs; (b)
de prijzen en/of de nieuwe waarden van de elementen
van de inschrijvingen als aangegeven in de specificaties, wanneer de opdracht
wordt gegund op basis van de economisch meest voordelige inschrijving. 4.
De aanbestedende diensten die een elektronische
veiling houden, maken daarvan melding in de aankondiging van de opdracht, in
het verzoek tot bevestiging van belangstelling, of wanneer tot mededinging is
opgeroepen door middel van een aankondiging inzake het bestaan van een
erkenningsregeling, in de uitnodiging tot inschrijving. De specificaties
bevatten ten minste de in bijlage VII genoemde informatie. 5.
Alvorens tot de elektronische veiling over te gaan,
verrichten de aanbestedende diensten een eerste volledige beoordeling van de
inschrijvingen aan de hand van het gunningscriterium of de gunningscriteria en
de weging die daartoe is vastgesteld. Een inschrijving wordt geacht ontvankelijk te zijn
wanneer zij is ingediend door een gekwalificeerde inschrijver en overeenstemt
met de technische specificaties. Alle inschrijvers die een ontvankelijke
inschrijving hebben ingediend, worden tegelijkertijd via elektronische weg
uitgenodigd om aan de elektronische veiling deel te nemen, door op het vermelde
tijdstip overeenkomstig de in de uitnodiging vermelde instructies gebruik te
maken van de verbindingen. De elektronische veiling kan in een aantal
opeenvolgende fasen verlopen. Zij vangt op zijn vroegst twee werkdagen na
de datum van verzending van de uitnodigingen aan. 6.
Wanneer voor de gunning het criterium van de
economisch meest voordelige inschrijving wordt gehanteerd, gaat de uitnodiging
vergezeld van het resultaat van de volledige beoordeling van de betrokken
inschrijving, uitgevoerd overeenkomstig de in artikel 76, lid 5,
eerste alinea, bedoelde weging. De uitnodiging vermeldt eveneens de wiskundige
formule die tijdens de elektronische veiling zal worden gebruikt om de
automatische herklasseringen te bepalen op basis van de ingediende nieuwe
prijzen en/of nieuwe waarden. Deze formule houdt rekening met het gewicht dat
aan alle vastgestelde criteria is toegekend om de economisch voordeligste
inschrijving te bepalen, zoals in de aankondiging van de opdracht of het bestek
is aangegeven. Daartoe moeten eventuele marges vooraf in een bepaalde waarde
worden uitgedrukt. Wanneer varianten zijn toegestaan, moeten voor
elke variant afzonderlijke formules worden verstrekt. 7.
In elke fase van de elektronische veiling
verstrekken de aanbestedende diensten alle inschrijvers onmiddellijk voldoende
informatie om hen in staat te stellen op elk moment hun respectieve klassering
te kennen. Zij kunnen ook andere informatie betreffende andere ingediende
prijzen of waarden meedelen, mits dit in de specificaties is vermeld. Zij
kunnen voorts op ieder ogenblik meedelen hoeveel inschrijvers aan de fase van
de veiling deelnemen. Zij mogen echter hoe dan ook in geen enkele fase van de
elektronische veiling de identiteit van de inschrijvers bekendmaken. 8.
De aanbestedende diensten kunnen de elektronische
veiling op een of meer van de onderstaande wijzen afsluiten: (a)
op het vooraf aangegeven tijdstip; (b)
wanneer zij geen nieuwe prijzen of nieuwe waarden
meer ontvangen die voldoen aan de voorschriften inzake minimumverschillen, mits
zij vooraf hebben aangegeven welke termijn zij na ontvangst van de laatste
aanbieding in acht zullen nemen alvorens de elektronische veiling te sluiten; (c)
wanneer het vooraf aangegeven aantal fasen in de
veiling volledig is doorlopen. Wanneer de aanbestedende diensten hebben besloten
de elektronische veiling overeenkomstig c) af te sluiten, in voorkomend geval
in combinatie met de onder b) bepaalde regelingen, vermeldt de uitnodiging tot
deelneming aan de veiling het tijdschema voor elke fase van de veiling. 9.
Na sluiting van de elektronische veiling gunnen de
aanbestedende diensten de opdracht overeenkomstig artikel 76, op basis van
de resultaten van de elektronische veiling. Artikel 48
Elektronische catalogi 1.
Wanneer aanbestedende diensten overeenkomstig
artikel 33 het gebruik van elektronische communicatiemiddelen verplicht
stellen, kunnen zij eisen dat inschrijvingen in het formaat van een
elektronische catalogus worden ingediend. De lidstaten kunnen het gebruik van elektronische
catalogi verplicht stellen bij bepaalde typen aanbestedingen. Inschrijvingen die in de vorm van een
elektronische catalogus worden ingediend, kunnen vergezeld gaan van andere
documenten ter aanvulling van de inschrijving. 2.
Elektronische catalogi worden door de gegadigden of
inschrijvers opgesteld met het oog op deelneming aan een specifieke
aanbestedingsprocedure in overeenstemming met de specificaties en het formaat
als vastgesteld door de aanbestedende dienst. Voorts voldoen elektronische catalogi aan de
voorschriften inzake elektronische communicatiemiddelen alsmede aan alle
aanvullende voorschriften als vastgesteld door de aanbestedende dienst
overeenkomstig artikel 33. 3.
Wanneer de indiening van inschrijvingen in de vorm
van elektronische catalogi wordt aanvaard dan wel verplicht is gesteld, gaan de
aanbestedende diensten te werk als volgt: (a)
zij vermelden dit in de aankondiging van de
opdracht, in de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling of, wanneer tot
mededinging is opgeroepen door middel van een aankondiging inzake het bestaan
van een erkenningsregeling, in de uitnodiging tot inschrijving of tot
onderhandeling; (b)
zij verstrekken in de specificaties alle nodige
informatie overeenkomstig artikel 33, lid 5, betreffende het formaat,
de gebruikte elektronische apparatuur en de en de nadere technische bepalingen
voor de verbinding en specificaties voor de catalogus. 4.
Wanneer een raamovereenkomst met meer dan één
ondernemer is gesloten na indiening van de inschrijvingen in de vorm van
elektronische catalogi, kunnen de aanbestedende diensten bepalen dat voor
specifieke opdrachten opnieuw tot mededinging wordt opgeroepen op basis van
bijgewerkte catalogi. In dat geval gebruiken de aanbestedende diensten een van
de volgende alternatieve methoden: (a)
zij verzoeken de inschrijvers hun elektronische
catalogi opnieuw in te dienen rekening houdend met de voorschriften van de
betrokken specifieke opdracht; (b)
zij delen de inschrijvers mee dat zij voornemens
zijn uit de reeds ingediende catalogi de nodige informatie te verzamelen
(hierna "punch out") om inschrijvingen op te maken die aangepast zijn
aan de vereisten van de betrokken specifieke opdracht, mits het gebruik van
deze methode in de aanbestedingsdocumenten voor de raamovereenkomst is
aangekondigd. 5.
Wanneer de aanbestedende diensten voor specifieke
opdrachten overeenkomstig lid 4, onder b), opnieuw tot mededinging
oproepen, vermelden zij op welk tijdstip zij voornemens zijn de nodige
informatie te verzamelen voor het verrichten van nieuwe inschrijvingen die
aangepast zijn aan de vereisten van de betrokken specifieke opdracht, en
verlenen zij de inschrijvers de mogelijkheid om het verzamelen van informatie
te weigeren. De aanbestedende diensten voorzien in een
toereikende termijn tussen de mededeling en het daadwerkelijk verzamelen van de
informatie. Vóór de gunning van de opdracht leggen de
aanbestedende diensten de verzamelde informatie voor aan de betrokken
inschrijver en verlenen zij hem de mogelijkheid de juistheid van de aldus
verrichte inschrijving te bevestigen dan wel te betwisten. 6.
De aanbestedende diensten kunnen opdrachten gunnen
op basis van een dynamisch aankoopsysteem door middel van "punch
out", mits de aanvraag tot deelneming aan het dynamisch aankoopsysteem
vergezeld gaat van een elektronische catalogus in overeenstemming met de
technische specificaties en het formaat als vastgesteld door de aanbestedende
dienst. Deze catalogus wordt vervolgens door de gegadigden aangevuld wanneer
zij op de hoogte worden gebracht van het voornemen van de aanbestedende dienst
om inschrijvingen te verrichten door middel van een "punch out". De
"punch out" geschiedt in overeenstemming met lid 4, onder b) en lid 5. Artikel 49
Gecentraliseerde aankoopactiviteiten en aankoopcentrales 1.
Aanbestedende diensten kunnen werken, leveringen
en/of diensten verkrijgen van of via een aankoopcentrale. 2.
De lidstaten voorzien in de mogelijkheid voor
aanbestedende diensten om gebruik te maken van gecentraliseerde
aankoopactiviteiten van in andere lidstaten gevestigde aankoopcentrales. 3.
Een aanbestedende dienst voldoet aan zijn
verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn wanneer hij voor aanbestedingen
gebruik maakt van gecentraliseerde aankoopactiviteiten voorzover de betrokken
aanbestedingsprocedures en de uitvoering ervan door de aankoopcentrale alleen
worden verricht in alle stadia vanaf de bekendmaking van de oproep tot
mededinging tot de voltooiing van de daaruit voortvloeiende opdracht of
opdrachten. Wanneer bepaalde stadia van de
aanbestedingsprocedure of de uitvoering van de daaruit voortvloeiende
opdrachten door de betrokken aanbestedende dienst worden verricht, blijft de
aanbestedende dienst echter verantwoordelijk voor de naleving van de
verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn met betrekking tot de stadia waarvoor
hij zorgt. 4.
Voor alle aanbestedingsprocedures van een
aankoopcentrale worden elektronische communicatiemiddelen gebruikt in
overeenstemming met de voorschriften van artikel 33. 5.
Aanbestedende diensten kunnen voor gecentraliseerde
aankoopactiviteiten een aankoopcentrale kiezen zonder de procedures van deze
richtlijn toe te passen, zelfs wanneer de aankoopcentrale daarvoor wordt
vergoed. 6.
De aankoopcentrale zorgt eveneens voor de
documenten van alle transacties die zij gedurende haar gecentraliseerde aankoopactiviteiten
verricht voor de uitvoering van opdrachten, raamovereenkomsten of dynamische
aankoopsystemen. Artikel 50
Aanvullende aankoopactiviteiten Aanbieders van aanvullende aankoopactiviteiten
worden gekozen volgens de aanbestedingsprocedures van deze richtlijn. Artikel 51
Occasionele gezamenlijke gunning 1.
Een of meer aanbestedende diensten kunnen
overeenkomen bepaalde specifieke aanbestedingen gezamenlijk te verrichten. 2.
Wanneer één aanbestedende dienst de betrokken
aanbestedingsprocedures alleen vervult in alle stadia gaande van de
bekendmaking van de oproep tot mededinging tot de voltooiing van de daaruit
voortvloeiende opdracht of opdrachten, is deze aanbestedende dienst als enige
verantwoordelijk voor de naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze
richtlijn. Wanneer de aanbestedingsprocedures en de
uitvoering van de daaruit voortvloeiende opdrachten door meer dan één van de
deelnemende aanbestedende diensten worden waargenomen, blijft elke
aanbestedende dienst echter verantwoordelijk voor de naleving van de
verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn met betrekking tot de stadia
waarvoor hij zorgt. Artikel 52
Gezamenlijke aanbesteding tussen aanbestedende diensten van verschillende
lidstaten 1.
Onverminderd titel I, hoofdstuk III, afdeling 2,
onderafdeling 2: Bijzondere betrekkingen, kunnen aanbestedende diensten van
verschillende lidstaten gezamenlijk opdrachten gunnen door gebruik te maken van
een van de in dit artikel omschreven middelen. 2.
Verschillende aanbestedende diensten kunnen werken,
leveringen en/of diensten verkrijgen van of via een in een andere lidstaat
gevestigde aankoopcentrale. In dat geval wordt de aanbestedingsprocedure
verricht volgens de nationale regeling van de lidstaat waar de aankoopcentrale
is gevestigd. 3.
Meerdere aanbestedende diensten uit verschillende
lidstaten kunnen gezamenlijk een opdracht gunnen. In dat geval sluiten de
deelnemende aanbestedende diensten een overeenkomst tot regeling van: (a)
de nationale bepalingen die van toepassing zijn op
de aanbestedingsprocedure; (b)
de interne organisatie van de
aanbestedingsprocedure, met inbegrip van het beheer van de procedure, het delen
van verantwoordelijkheden, de verdeling van de te gunnen werken, leveringen of
diensten en de sluiting van overeenkomsten. Bij het vaststellen van de toepasselijke nationale
wet overeenkomstig a) kunnen de aanbestedende diensten de nationale bepalingen
kiezen van een lidstaat waarin ten minste een van de deelnemende diensten is
gevestigd. 4.
Wanneer meerdere aanbestedende diensten uit
verschillende lidstaten een gezamenlijke rechtspersoon hebben opgericht,
inclusief een rechtspersoon als de Europese groeperingen voor territoriale
samenwerking krachtens Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees
Parlement en de Raad[46]
of andere onder het recht van de Unie vallende rechtspersonen, komen de
deelnemende aanbestedende diensten bij besluit van het bevoegde orgaan van de
gezamenlijke rechtspersoon overeen welke aanbestedingsregels van een van de
volgende lidstaten van toepassing zijn: (a)
de nationale bepalingen van de lidstaat waar de
gezamenlijke rechtspersoon zijn statutaire zetel heeft; (b)
de nationale bepalingen van de lidstaat waar de
gezamenlijke rechtspersoon zijn activiteiten uitoefent; Deze overeenkomst kan gelden voor onbepaalde tijd,
indien daarin is voorzien in de oprichtingsakte van de gezamenlijke
rechtspersoon, of kan worden beperkt tot een bepaalde termijn of tot een aantal
soorten opdrachten of tot een of meer individuele gunningen van opdrachten. 5.
Bij gebreke van een overeenkomst tot vaststelling
van de toepasselijke aanbestedingswet wordt de nationale wet die de gunning
regelt, vastgesteld volgens de volgende regels: (a)
wanneer de procedure door één deelnemende
aanbestedende dienst in naam van de andere wordt uitgevoerd of beheerd, zijn de
nationale bepalingen van de lidstaat van die aanbestedende dienst van
toepassing; (b)
wanneer de procedure niet door één deelnemende
aanbestedende dienst in naam van de andere wordt uitgevoerd of beheerd, en (i) betrekking heeft op een opdracht voor
werken, passen de aanbestedende diensten de nationale bepalingen toe van de
lidstaat waar de meeste werken plaatsvinden; (ii) betrekking heeft op een opdracht voor
diensten of leveringen, passen de aanbestedende diensten de nationale
bepalingen toe van de lidstaat waar de meeste diensten of leveringen worden
verricht; (c)
wanneer het niet mogelijk is de toepasselijke
nationale wet overeenkomstig a) of b) vast te stellen, passen de aanbestedende
diensten de nationale bepalingen toe van de lidstaat van de aanbestedende
dienst die het grootste deel van de kosten draagt. 6.
Bij gebreke van een overeenkomst tot vaststelling
van de toepasselijke aanbestedingswet overeenkomstig lid 4 wordt de nationale
wet tot regeling van aanbestedingsprocedures van gezamenlijke rechtspersonen
opgericht door onderscheiden aanbestedende diensten van verschillende
lidstaten, vastgesteld volgens de volgende regels: (a)
wanneer de procedure door het bevoegde orgaan van
de gezamenlijke rechtspersoon wordt uitgevoerd of beheerd, zijn de nationale
bepalingen van toepassing van de lidstaat waar de rechtspersoon zijn statutaire
zetel heeft; (b)
wanneer de procedure wordt gevoerd of beheerd door
een lid van de rechtspersoon namens deze rechtspersoon, zijn de regels bedoeld
in lid 5, onder a) en b), van toepassing; (c)
wanneer het niet mogelijk is de toepasselijke
nationale wet overeenkomstig lid 5, onder a) en b), vast te stellen,
passen de aanbestedende diensten de nationale bepalingen toe van de lidstaat
waar de rechtspersoon zijn statutaire zetel heeft. 7.
Een of meer aanbestedende diensten kunnen
individuele opdrachten gunnen in een raamovereenkomst die gesloten is door of
samen met een in een andere lidstaat gevestigde aanbestedende dienst, mits de
raamovereenkomst specifieke bepalingen bevat volgens welke de respectieve aanbestedende
dienst of diensten de individuele opdrachten kunnen gunnen. 8.
Besluiten met betrekking tot de gunning van
opdrachten in grensoverschrijdende aanbestedingen vallen onder de gewone
beroepsprocedures die beschikbaar zijn volgens het toepasselijke nationale
recht. 9.
Om de effectieve werking van beroepsprocedures
mogelijk te maken zorgen de lidstaten ervoor dat beslissingen van
beroepsinstanties in de zin van Richtlijn 92/13/EEG van de Raad[47] die in andere lidstaten
gevestigd zijn, volledig ten uitvoer worden gelegd in hun interne rechtsorde,
wanneer deze beslissingen betrekking hebben op op hun grondgebied gevestigde
aanbestedende diensten die deelnemen aan de desbetreffende grensoverschrijdende
aanbestedingsprocedure. HOOFDSTUK III
Verloop van de procedure Afdeling 1 Voorbereiding Artikel 53
Voorafgaande marktraadplegingen 1.
Vóór de aanvang van een aanbestedingsprocedure
kunnen aanbestedende diensten marktraadplegingen houden om de structuur, de
bekwaamheid en het vermogen van de markt te beoordelen en ondernemers op de
hoogte te brengen van hun aanbestedingsplannen en -voorwaarden. Met dit doel kunnen aanbestedende diensten advies
inwinnen of ontvangen van structuren voor administratieve ondersteuning of van
derden of marktdeelnemers, mits dit advies niet tot uitschakeling van de
mededinging leidt en geen aanleiding geeft tot schending van het
discriminatieverbod en het transparantiebeginsel. 2.
Wanneer een gegadigde of inschrijver of een met een
gegadigde of inschrijver verbonden onderneming de aanbestedende dienst of
diensten heeft geadviseerd of anderszins betrokken is geweest bij de
voorbereiding van de aanbestedingsprocedure, neemt de aanbestedende dienst
passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de mededinging niet wordt
verstoord door de deelneming van die gegadigde of inschrijver. Deze maatregelen omvatten de mededeling aan andere
gegadigden en inschrijvers van relevante informatie waarover uitwisseling heeft
plaatsgevonden in het kader van of ten gevolge van de betrokkenheid van de
gegadigde of inschrijver bij de voorbereiding van de aanbestedingsprocedure,
alsmede de vaststelling van passende termijnen voor de ontvangst van
inschrijvingen. De betrokken gegadigde of inschrijver wordt slechts van de
aanbestedingsprocedure uitgesloten indien er geen andere middelen zijn om de
naleving van het beginsel van gelijke behandeling te verzekeren. Alvorens te worden uitgesloten moeten gegadigden
of inschrijvers de kans krijgen te bewijzen dat hun betrokkenheid bij de
voorbereiding van de aanbestedingsprocedure de mededinging niet kan verstoren.
De maatregelen moeten worden vermeld in het krachtens artikel 94 vereiste
individuele verslag. Artikel 54
Technische specificaties 1.
De technische specificaties als omschreven in punt 1
van bijlage VIII maken deel uit van de aanbestedingsdocumenten. Zij bepalen
welke kenmerken worden voorgeschreven voor werken, leveringen of diensten. Deze kenmerken kunnen betrekking hebben op
specifieke productie- of leveringsprocessen voor de gegunde werken, leveringen
of diensten of voor elk ander stadium in de levenscyclus als bedoeld in artikel
2, punt 22. De technische specificaties vermelden eveneens of
de overdracht van intellectuele-eigendomsrechten vereist is. Voor alle aanbestedingen die bedoeld zijn voor
gebruik door personen, hetzij door het ruime publiek hetzij door het personeel
van de aanbestedende dienst, moeten deze technische specificaties, uitgezonderd
in naar behoren gemotiveerde gevallen, zodanig worden opgesteld dat rekening
wordt gehouden met criteria inzake toegankelijkheid voor personen met een
handicap of de geschiktheid van het ontwerp voor alle gebruikers. Wanneer bij wetgevende handeling van de Unie
verplichte normen inzake toegankelijkheid worden aangenomen, moet bij de
vaststelling van technische specificaties inzake toegankelijkheidscriteria
daarnaar worden verwezen. 2.
De technische specificaties moeten de inschrijvers
gelijke toegang tot de aanbestedingsprocedures waarborgen en mogen niet tot
gevolg hebben dat ongerechtvaardigde belemmeringen voor de openstelling van
overheidsopdrachten voor mededinging worden geschapen. 3.
Onverminderd dwingende nationale technische
voorschriften, voorzover deze verenigbaar zijn met het recht van de Unie,
worden de technische specificaties aangegeven op een van de volgende wijzen: (a) in termen van prestatie- of functionele
eisen, inclusief milieukenmerken, mits de parameters voldoende nauwkeurig zijn
opdat de inschrijvers het voorwerp van de opdracht kunnen bepalen en de
aanbestedende diensten de opdracht kunnen gunnen; (b) door verwijzing naar de technische
specificaties en, in volgorde van voorkeur, de nationale normen waarin Europese
normen zijn omgezet, de Europese technische goedkeuringen, de
gemeenschappelijke technische specificaties, internationale normen, andere door
de Europese normalisatie-instellingen opgestelde technische referentiesystemen,
of, bij gebreke daarvan, de nationale normen, de nationale technische
goedkeuringen dan wel de nationale technische specificaties, andere technische
referentiesystemen, inzake het ontwerpen, het berekenen en het uitvoeren van de
werken en het gebruik van de leveringen; elke verwijzing gaat vergezeld van de
woorden "of gelijkwaardig"; (c) in termen van de onder a) bedoelde
prestatie- of functionele eisen, waarbij onder vermoeden van overeenstemming
met deze prestatie- of functionele eisen wordt verwezen naar de onder b)
bedoelde technische specificaties; (d) door verwijzing naar de onder b)
bedoelde technische specificaties voor bepaalde kenmerken, en naar de
onder a) bedoelde prestatie- of functionele eisen voor andere kenmerken. 4.
Behalve indien dit door het voorwerp van de
opdracht gerechtvaardigd is, mag in de technische specificaties geen melding
worden gemaakt van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst of van een
bijzondere werkwijze, noch mogen deze een verwijzing bevatten naar een merk,
een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie,
waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of
uitgeschakeld. Deze vermelding of verwijzing is bij wijze van uitzondering
toegestaan wanneer een voldoende nauwkeurige en begrijpelijke omschrijving van
het voorwerp van de opdracht niet mogelijk is door toepassing van lid 3. Een
dergelijke vermelding of verwijzing gaat vergezeld van de woorden "of
gelijkwaardig". 5.
Wanneer een aanbestedende dienst gebruik maakt van
de mogelijkheid te verwijzen naar de in lid 3, onder b), genoemde
specificaties, wijst hij een inschrijving niet af op grond van het feit dat de
aangeboden werken, leveringen of diensten niet overeenstemmen met de betrokken
specificaties, wanneer de inschrijver in zijn inschrijving met elk passend
middel, inclusief de in artikel 56 bedoelde bewijsmiddelen, aantoont dat de
door hem voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige wijze voldoen aan de in de
technische specificaties gestelde eisen. 6.
Wanneer een aanbestedende dienst gebruik maakt van
de in lid 3, onder a), geboden mogelijkheid de technische specificaties in
termen van prestatie- of functionele eisen vast te stellen, wijst hij een
inschrijving voor werken, leveringen of diensten niet af die voldoet aan een
nationale norm waarbij een Europese norm is omgezet, een Europese technische
goedkeuring, een gemeenschappelijke technische specificatie, een internationale
norm, een door een Europees normalisatieorgaan ingesteld technisch
verwijzingssysteem, wanneer deze specificaties betrekking hebben op de door de
aanbestedende dienst vastgestelde prestatie- of functionele eisen. De inschrijver bewijst in zijn inschrijving met
elk passend middel, waaronder de in artikel 56 bedoelde middelen, dat de
werken, leveringen of diensten in overeenstemming zijn met de norm en voldoen
aan de prestatie- of functionele eisen van de aanbestedende dienst. Artikel 55
Keuren 1.
Wanneer aanbestedende diensten milieu-, sociale of
andere kenmerken van een werk, levering of dienst voorschrijven in termen van
prestatie- of functionele eisen als bedoeld in artikel 54, lid 3, onder
a), kunnen zij eisen dat deze werken, leveringen of diensten een specifieke
keur dragen, mits voldaan is aan alle volgende voorwaarden: (a)
de voorschriften voor de keur hebben alleen
betrekking op kenmerken die verband houden met het voorwerp van de opdracht en
zijn geschikt voor de omschrijving van de kenmerken van de werken, leveringen
of diensten die het voorwerp van de opdracht vormen; (b)
de voorschriften voor de keur zijn ontwikkeld op
grond van wetenschappelijke gegevens of zijn gebaseerd op andere objectief
controleerbare en niet discriminerende criteria; (c)
de keur is vastgesteld in een open en transparante
procedure waaraan alle belanghebbenden, inclusief regeringsinstanties,
consumenten, fabrikanten, kleinhandelaars en milieuorganisaties, kunnen
deelnemen, (d)
de keur is voor alle betrokken partijen
toegankelijk; (e)
de criteria van de keur worden vastgesteld door een
derde partij die onafhankelijk is van de ondernemer die de keur aanvraagt. Aanbestedende diensten die een specifieke keur
eisen, aanvaarden alle gelijkwaardige keuren die voldoen aan de voorschriften
van de door de aanbestedende diensten aangegeven keur. Voor producten die de
keur niet dragen, aanvaarden de aanbestedende diensten eveneens een technisch
dossier van de fabrikant of andere geschikte bewijsmiddelen. 2.
Wanneer een keur aan de voorwaarden van lid 1,
onder b), c), d) en e), voldoet maar eveneens eisen stelt die geen verband
houden met het voorwerp van de opdracht, kunnen de aanbestedende diensten de
gedetailleerde specificaties van die keur gebruiken, of indien noodzakelijk
delen daarvan, die verband houden met het voorwerp van de opdracht en geschikt
zijn om de kenmerken van dit voorwerp te omschrijven. Artikel 56
Testverslagen, certificatie en andere bewijsmiddelen 1.
Aanbestedende diensten kunnen eisen dat ondernemers
een testverslag van een erkende instantie of een door deze instantie afgegeven
certificaat verstrekken als bewijs van conformiteit met de technische
specificaties. Wanneer aanbestedende diensten eisen dat
certificaten van erkende organisaties worden overgelegd waaruit conformiteit
met een bijzondere technische specificatie blijkt, kunnen ook certificaten van
andere gelijkwaardige erkende organisaties worden aanvaard. 2.
Aanbestedende diensten aanvaarden andere geschikte
bewijsmiddelen dan die welke in lid 1 worden bedoeld, zoals een technisch
dossier van de fabrikant, wanneer de ondernemer geen toegang heeft tot de in
lid 1 bedoelde certificaten of testverslagen of deze niet binnen de
desbetreffende termijnen kan verkrijgen. 3.
"Erkende instanties" in de zin van lid 1
van dit artikel zijn testlaboratoria, ijklaboratoria en inspectie- en
certificatieorganisaties die geaccrediteerd zijn overeenkomstig Verordening
(EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad[48]. 4.
De lidstaten verstrekken andere lidstaten op hun
verzoek alle informatie met betrekking tot de middelen en documenten die
overeenkomstig artikel 54, lid 6, artikel 55 en de leden 1, 2 en 3 van dit
artikel zijn overgelegd ten bewijze van de naleving van de technische
voorschriften. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van vestiging
verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 96. Artikel 57
Mededeling van technische specificaties 1.
Op verzoek van ondernemers die belangstelling
hebben in een opdracht, verstrekken de aanbestedende diensten de technische
specificaties die regelmatig in hun opdrachten voor werken, leveringen of
diensten worden vermeld, of de technische specificaties die zij voornemens zijn
toe te passen in opdrachten die voor mededinging worden opengesteld via een
periodieke indicatieve aankondiging. Deze specificaties worden met
elektronische middelen beschikbaar gesteld voor onbeperkte, volledige en
kosteloze toegang. 2.
Indien de technische specificaties gebaseerd zijn
op documenten die met elektronische middelen vrij, rechtstreeks en kosteloos
beschikbaar zijn voor belangstellende ondernemers, kan worden volstaan met een
verwijzing naar deze documenten. Artikel 58
Varianten 1.
De aanbestedende diensten kunnen door de
inschrijvers voorgestelde varianten in aanmerking nemen indien deze aan de door
de aanbestedende diensten gestelde minimumeisen voldoen. Aanbestedende diensten vermelden in de
specificaties of zij varianten al dan niet toestaan, en zo ja, aan welke
minimumeisen deze varianten moeten voldoen, alsmede hoe zij moeten worden
ingediend. Wanneer varianten toegestaan zijn, zorgen zij ervoor dat de gekozen
gunningscriteria daadwerkelijk kunnen worden toegepast op varianten die aan
deze minimumvoorschriften voldoen, en op conforme inschrijvingen die geen
varianten zijn. 2.
Bij procedures voor het gunnen van opdrachten voor
leveringen of diensten mogen de aanbestedende diensten die varianten hebben
toegestaan, een variant niet afwijzen uitsluitend omdat deze, mocht hij worden
gekozen, tot een opdracht voor diensten in plaats van een opdracht voor
leveringen, dan wel tot een opdracht voor leveringen in plaats van een opdracht
voor diensten zou leiden. Artikel 59
Verdeling van opdrachten in percelen 1.
Opdrachten kunnen worden verdeeld in homogene of
heterogene percelen. Artikel 13, lid 7, is van toepassing. Aanbestedende diensten vermelden in de aankondiging
van de opdracht, in het verzoek tot bevestiging van belangstelling, of wanneer
tot mededinging is opgeroepen in een aankondiging inzake het bestaan van een
erkenningsregeling, in de uitnodiging tot inschrijving of tot onderhandeling,
of inschrijvingen beperkt zijn tot één perceel dan wel tot een aantal percelen. 2.
Aanbestedende diensten kunnen, zelfs wanneer de
mogelijkheid tot inschrijven voor alle percelen is vermeld, het aantal aan een
inschrijver te gunnen percelen beperken, mits het maximumaantal in de
aankondiging van de opdracht of in de uitnodiging tot bevestiging van
belangstelling is aangegeven. Aanbestedende diensten stellen in de
aanbestedingsdocumenten vast volgens welke objectieve en niet-discriminerende
criteria of regels verschillende percelen worden gegund indien de toepassing
van de gekozen gunningscriteria zou leiden tot de gunning van meer percelen dan
het maximumaantal aan een zelfde inschrijver. 3.
Indien meer dan een perceel aan dezelfde
inschrijver kan worden gegund, kunnen aanbestedende diensten bepalen of zij één
opdracht per perceel dan wel een of meer opdrachten voor verschillende of voor
alle percelen zullen gunnen. De aanbestedende diensten vermelden in de
aanbestedingsdocumenten of zij het recht voorbehouden om een dergelijke keuze
te maken, en in bevestigend geval, welke percelen in één opdracht kunnen worden
samengebracht. Aanbestedende diensten bepalen eerst voor elk
individueel perceel welke inschrijvingen het beste voldoen aan de
overeenkomstig artikel 76 vastgestelde gunningscriteria. Zij kunnen een
opdracht voor meer dan een perceel gunnen aan een inschrijver die niet als
eerste staat gerangschikt voor alle individuele onder deze opdracht vallende
percelen, op voorwaarde dat voor alle onder deze opdracht vallende percelen beter
aan de overeenkomstig artikel 76 vastgestelde gunningscriteria is voldaan. De
aanbestedende diensten vermelden in de aanbestedingsdocumenten welke methoden
zij voornemens zijn te gebruiken voor deze vergelijking. Deze methoden moeten
transparant, objectief en niet-discriminerend zijn. 4.
Aanbestedende diensten kunnen eisen dat alle
inschrijvers gecoördineerd optreden onder leiding van de ondernemer aan wie het
perceel voor de coördinatie van het gehele project of van relevante onderdelen
daarvan is gegund. Artikel 60
Vaststelling van termijnen 1.
Bij de vaststelling van de termijnen voor de
aanvragen tot deelneming en de ontvangst van inschrijvingen moeten
aanbestedende diensten in het bijzonder rekening houden met de complexiteit van
de opdracht en met de voor de voorbereiding van de inschrijvingen benodigde
tijd, onverminderd de in de artikelen 39 tot en met 44 vastgestelde
minimumtermijnen. 2.
Wanneer inschrijvingen slechts kunnen plaatsvinden
na een bezoek aan de plaats of na inzage ter plaatse van de documenten waarop
de aanbestedingsdocumenten berusten, worden de termijnen voor ontvangst van de
inschrijvingen verlengd zodat alle betrokken ondernemers kunnen beschikken over
de voor het opstellen van de inschrijvingen vereiste informatie. Afdeling 2
Bekendmaking en transparantie Artikel 61
Periodieke indicatieve aankondigingen 1.
Aanbestedende diensten kunnen hun voornemens met
betrekking tot geplande aanbestedingen te kennen geven door zo snel mogelijk na
de aanvang van het begrotingsjaar een periodieke indicatieve aankondiging
bekend te maken. Deze aankondiging bevat de in bijlage VI, deel A, afdeling I,
omschreven informatie. Zij wordt bekendgemaakt door de Commissie of door de
aanbestedende diensten via hun kopersprofiel overeenkomstig punt 2, onder b),
van bijlage IX. Wanneer de aankondiging door de aanbestedende diensten via hun
kopersprofiel wordt bekendgemaakt, zenden deze een aankondiging van
bekendmaking van de periodieke indicatieve aankondiging in het kopersprofiel
overeenkomstig punt 3 van bijlage IX. 2.
Wanneer een oproep tot mededinging geschiedt door
middel van een periodieke indicatieve aankondiging voor niet-openbare
procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met voorafgaande
oproep tot mededinging, voldoet de aankondiging aan de volgende vereisten: (a)
zij verwijst specifiek naar de werken, leveringen
of diensten waarop de te gunnen opdracht betrekking heeft; (b)
zij vermeldt dat de opdracht zal worden gegund door
middel van een niet-openbare procedure of een procedure van gunning door
onderhandelingen, waarbij geen oproep tot mededinging wordt bekendgemaakt, en
verzoekt belangstellende ondernemers hun belangstelling schriftelijk kenbaar te
maken; (c)
zij bevat naast de in bijlage VI, deel A, afdeling
I, bedoelde informatie de in bijlage VI, deel A, afdeling II,
bedoelde informatie; (d)
de bekendmaking geschiedt niet meer dan 12 maanden
vóór de datum waarop de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling is
verzonden. Artikel 62
Aankondigingen inzake het bestaan van een erkenningsregeling Wanneer aanbestedende diensten een
erkenningsregeling overeenkomstig artikel 71 wensen in te voeren, moet met
betrekking tot deze regeling een aankondiging worden opgesteld als bedoeld in
bijlage X, waarin het doel van de regeling en de wijze waarop inzage in de
werking van de regeling kan worden verkregen, worden aangegeven. Wanneer de
regeling een geldigheidsduur van meer dan drie jaar heeft, moet de aankondiging
jaarlijks worden bekendgemaakt. Wanneer de regeling een kortere looptijd heeft,
volstaat een eenmalige aankondiging. Artikel 63
Aankondigingen van opdrachten Aankondigingen van opdrachten kunnen voor alle
procedures worden gebruikt als oproep tot mededinging. Zij bevatten de in het
desbetreffende onderdeel van bijlage XI omschreven informatie en worden bekendgemaakt
overeenkomstig artikel 65. Artikel 64
Aankondigingen van gegunde opdrachten 1.
Binnen twee maanden na de gunning van een opdracht
of de sluiting van een raamovereenkomst zenden de aanbestedende diensten een
aankondiging over de resultaten van de aanbestedingsprocedure. Deze aankondiging bevat de in bijlage XII
omschreven informatie en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 65. 2.
Wanneer de oproep tot mededinging voor de betrokken
opdracht is verricht door middel van een periodieke indicatieve aankondiging en
de aanbestedende dienst niet het voornemen heeft om verdere opdrachten te
gunnen gedurende de periode van 12 maanden waarop de periodieke indicatieve
aankondiging betrekking heeft, wordt dit specifiek vermeld in de aankondiging
van gegunde opdracht. In het geval van overeenkomstig artikel 45
gesloten raamovereenkomsten zijn de aanbestedende diensten niet verplicht een
aankondiging betreffende de resultaten van de aanbestedingsprocedure te zenden
voor elke opdracht die op deze overeenkomst is gebaseerd. De aanbestedende diensten zenden een aankondiging
van gegunde opdracht binnen twee maanden na de gunning van elke opdracht op
basis van een dynamisch aankoopsysteem. Deze aankondigingen kunnen echter per
kwartaal worden gebundeld. In dat geval worden de gebundelde aankondigingen
binnen twee maanden na het einde van elk kwartaal gezonden. 3.
De overeenkomstig bijlage XII verstrekte informatie
die voor bekendmaking is bestemd, wordt overeenkomstig bijlage IX
bekendgemaakt. Sommige informatie betreffende de gunning van een opdracht of de
sluiting van een raamovereenkomst behoeft niet voor bekendmaking te worden
vrijgegeven indien de openbaarmaking van deze informatie de toepassing van de
wet in de weg zou staan, in strijd zou zijn met het openbare belang, schade zou
berokkenen aan de rechtmatige commerciële belangen van bepaalde publieke of
particuliere ondernemers, inclusief de belangen van de ondernemer aan wie de
opdracht is gegund, of afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging
tussen ondernemers. In het geval van opdrachten voor diensten inzake
onderzoek en ontwikkeling ("R&D services"), kan de informatie
betreffende de aard en de hoeveelheid van de diensten respectievelijk beperkt
worden tot: (a)
de aanduiding "R&D services", wanneer
de opdracht is gegund door middel van een procedure van gunning door
onderhandelingen zonder oproep tot mededinging in overeenstemming met artikel 44,
onder b); (b)
ten minste even gedetailleerde informatie als die
van de aankondiging welke als oproep tot mededinging was gebruikt. 4.
Overeenkomstig bijlage XII verstrekte
informatie die niet voor bekendmaking is bestemd, wordt overeenkomstig
bijlage IX om statistische redenen enkel in vereenvoudigde vorm
bekendgemaakt. Artikel 65
Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen 1.
De in de artikelen 61 tot en met 64 bedoelde
aankondigingen bevatten de in de bijlagen XI, X, VI A, VI B en XII vermelde
informatie in de vorm van standaardformulieren, met inbegrip van
standaardformulieren voor correcties. De Commissie stelt deze standaardformulieren vast.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 100
bedoelde raadplegingsprocedure. 2.
De in de artikelen 61 tot en met 64 bedoelde
aankondigingen worden opgesteld, langs elektronische weg aan de Commissie gezonden
en bekendgemaakt overeenkomstig bijlage IX. Aankondigingen worden uiterlijk
vijf dagen na verzending bekendgemaakt. De kosten voor de bekendmaking van de
aankondigingen door de Commissie worden gedragen door de Unie. 3.
Oproepen tot mededinging in de zin van artikel 39,
lid 2, worden onverkort bekendgemaakt in een officiële taal van de Unie als
gekozen door de aanbestedende dienst. Alleen de tekst in deze taalversie is
authentiek. Een samenvatting met de belangrijke gegevens van elke aankondiging
wordt in de andere officiële talen bekendgemaakt. 4.
De Commissie zorgt voor herhaalde bekendmaking van
de volledige tekst en van de samenvatting van de in artikel 61, lid 2, bedoelde
periodieke indicatieve aankondigingen, de in artikel 46, lid 3, onder a),
bedoelde oproepen tot mededinging waarbij een dynamisch aankoopsysteem wordt
opgezet, en de aankondigingen inzake het bestaan van een erkenningsregeling die
overeenkomstig artikel 39, lid 2, onder b), als oproep tot
mededinging worden gebruikt: (a)
in het geval van periodieke indicatieve
aankondigingen, gedurende 12 maanden of tot de ontvangst van een aankondiging
van gegunde opdracht als bedoeld in artikel 64, lid 2, waarin wordt vermeld dat
er geen verdere opdrachten worden gegund gedurende de periode van 12 maanden waarop
de oproep tot mededinging betrekking heeft; (b)
in het geval van oproepen tot mededinging waarbij
een dynamisch aankoopsysteem wordt opgezet, voor de geldigheidsduur van het
dynamisch aankoopsysteem; (c)
in het geval van aankondigingen over het bestaan
van een erkenningsregeling, voor de geldigheidsduur daarvan. 5.
De aanbestedende diensten moeten de verzenddatum
van de aankondigingen kunnen aantonen. De Commissie verstrekt de aanbestedende dienst een
bevestiging van ontvangst van de aankondiging en van bekendmaking van de
verzonden informatie, met vermelding van de datum van bekendmaking. Deze
bevestiging vormt het bewijs van de bekendmaking. 6.
Aanbestedende diensten kunnen aankondigingen van
opdrachten voor werken, leveringen of diensten bekendmaken die niet onder de in
deze richtlijn voorgeschreven bekendmakingsvoorschriften vallen, mits deze
aankondigingen in elektronische vorm aan de Commissie worden gezonden in het
formaat en op de wijze als omschreven in bijlage IX. Artikel 66
Bekendmaking op nationaal niveau 1.
De in de artikelen 61 tot en met 64 bedoelde
aankondigingen en de inhoud daarvan worden op nationaal niveau niet
bekendgemaakt voordat zij overeenkomstig artikel 65 zijn bekendgemaakt. 2.
Aankondigingen die op nationaal niveau worden
bekendgemaakt, bevatten geen andere informatie dan de informatie in de
aankondigingen die aan de Commissie zijn gezonden of via een kopersprofiel zijn
bekendgemaakt, en vermelden de datum van toezending van de aankondiging aan de
Commissie of van de bekendmaking via het kopersprofiel. 3.
Periodieke indicatieve aankondiging worden niet via
het kopersprofiel bekendgemaakt voordat de aankondiging van bekendmaking in
deze vorm aan de Commissie is verzonden; zij vermelden de datum van deze
verzending. Artikel 67
Elektronische beschikbaarheid van aanbestedingsdocumenten 1.
Aanbestedende diensten bieden met elektronische
middelen kosteloze, rechtstreekse en volledige toegang tot de specificaties en
alle aanvullende documenten, vanaf de datum van bekendmaking van de
aankondiging overeenkomstig artikel 65 of vanaf de datum waarop de uitnodiging
tot bevestiging van belangstelling is verzonden. Wanneer tot mededinging is
opgeroepen door middel van een aankondiging inzake het bestaan van een
erkenningsregeling, wordt deze toegang zo snel mogelijk geboden en uiterlijk
vanaf het ogenblik waarop de uitnodiging tot inschrijving of tot onderhandeling
is verzonden. De tekst van de aankondiging of van deze uitnodigingen vermeldt
het internetadres waar deze documenten toegankelijk zijn. 2.
De aanbestedende diensten of de bevoegde diensten
verstrekken nadere inlichtingen over de specificaties en de ondersteunende
documenten, mits dit tijdig is aangevraagd, uiterlijk zes dagen vóór de
uiterste datum van ontvangst van de inschrijvingen. In het geval van de versnelde
openbare procedure als bedoeld in artikel 40, lid 3, bedraagt deze termijn vier
dagen. Artikel 68
Uitnodigingen tot het indienen van inschrijvingen of tot onderhandelingen;
uitnodigingen tot bevestiging van belangstelling 1.
Bij niet-openbare procedures, innovatiepartnerschappen
en procedures voor gunning via onderhandelingen met voorafgaande oproep tot
mededinging nodigen de aanbestedende diensten de daartoe uitgekozen gegadigden
gelijktijdig en schriftelijk uit om een inschrijving in te dienen of te onderhandelen. Wanneer overeenkomstig artikel 39, lid 2, onder
a), een periodieke indicatieve aankondiging als oproep tot mededinging wordt
gebruikt, nodigen de aanbestedende diensten de ondernemers die hun
belangstelling kenbaar hebben gemaakt, gelijktijdig en schriftelijk uit om hun
voortdurende belangstelling te bevestigen. 2.
De in lid 1 bedoelde uitnodigingen bevatten een
verwijzing naar het elektronische adres waar de rechtstreeks met elektronische
middelen beschikbaar gestelde specificaties en andere ondersteunende documenten
rechtstreeks beschikbaar zijn. Daarnaast bevatten zij de in bijlage XIII
voorgeschreven informatie. Artikel 69
Informatieverstrekking aan aanvragers van erkenning, gegadigden en inschrijvers 1.
Aanbestedende diensten stellen elke gegadigde en
inschrijver zo spoedig mogelijk in kennis van besluiten inzake sluiting van een
raamovereenkomst, gunning van een opdracht of toelating tot een dynamisch
aankoopsysteem, met inbegrip van de redenen waarom zij hebben besloten de
raamovereenkomst niet te sluiten, de opdracht na oproep tot mededinging niet te
gunnen of de procedure te heropenen, of het dynamisch aankoopsysteem niet in te
stellen. 2.
Op verzoek van de betrokken partij informeren
aanbestedende diensten zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen 15 dagen na
ontvangst van een schriftelijk verzoek, (a)
iedere afgewezen gegadigde over de redenen voor de
afwijzing van zijn aanvraag tot deelneming; (b)
iedere afgewezen inschrijver over de redenen voor
de afwijzing van zijn inschrijving voor de in artikel 54, leden 5 en 6,
bedoelde gevallen, de redenen voor het besluit inzake niet-gelijkwaardigheid of
het besluit dat de werken, leveringen of diensten niet aan de prestatie- en
functionele eisen voldoen; (c)
iedere inschrijver die een ontvankelijke
inschrijving heeft ingediend, over de kenmerken en relatieve voordelen van de
geselecteerde inschrijving, alsmede over de naam van de begunstigde of de
partijen bij de raamovereenkomst; (d)
iedere inschrijver die een ontvankelijke
inschrijving heeft ingediend, over het verloop en de voortgang van de
onderhandelingen en de dialoog met de inschrijvers. 3.
De aanbestedende diensten kunnen besluiten dat
bepaalde informatie als bedoeld in lid 1 betreffende de gunning van de
opdracht, de sluiting van de raamovereenkomst of de toelating tot het dynamisch
aankoopsysteem niet wordt meegedeeld indien openbaarmaking van deze informatie
de toepassing van de wet in de weg zou staan, in strijd zou zijn met het
openbare belang, schade zou berokkenen aan de rechtmatige commerciële belangen
van bepaalde publieke of particulier ondernemers, inclusief de belangen van de
ondernemer aan wie de opdracht is gegund, of afbreuk zou kunnen doen aan de
eerlijke mededinging tussen ondernemers. 4.
Aanbestedende diensten die een erkenningsregeling
invoeren en beheren, stellen de aanvragers binnen zes maanden in kennis van hun
besluit inzake de erkenning. Wanneer het erkenningsbesluit meer dan vier
maanden vanaf de indiening van het verzoek tot erkenning in beslag neemt, stelt
de aanbestedende dienst de verzoeker binnen twee maanden na de indiening
in kennis van de redenen waarom deze termijn langer moet zijn en van de datum
waarop zijn verzoek zal worden aanvaard dan wel afgewezen. 5.
Aanvragers wier verzoek om erkenning wordt
afgewezen, worden zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen vijftien dagen na
dit besluit in kennis gesteld van de redenen voor de weigering. De redenen
moeten gebaseerd zijn op de in artikel 71, lid 2, vermelde erkenningscriteria. 6.
Aanbestedende diensten die een erkenningsregeling
invoeren en beheren, kunnen de erkenning van een ondernemer slechts beëindigen
om redenen die gegrond zijn op de in artikel 71, lid 2, vermelde
criteria. Elk voornemen om een erkenning te beëindigen, alsmede de redenen
daartoe, worden uiterlijk 15 dagen vóór de datum waarop de erkenning zal worden
beëindigd, schriftelijk ter kennis worden gebracht van de ondernemer. afdeling 3
selectie van deelnemers en gunning van opdrachten Artikel 70
Algemene beginselen 1.
Voor de selectie van deelnemers aan
aanbestedingsprocedures zijn de volgende regels van toepassing: (a)
aanbestedende diensten die overeenkomstig de
artikelen 72, lid 1, of 74, lid 2, regels en criteria voor de uitsluiting van
inschrijvers of gegadigden hebben vastgesteld, sluiten ondernemers die aan deze
criteria voldoen, uit op basis van deze regels; (b)
zij selecteren inschrijvers en gegadigden
overeenkomstig de in de artikelen 72 en 74 vastgestelde objectieve regels en
criteria; (c)
in niet-openbare procedures, procedures van gunning
door onderhandelingen met een oproep tot mededinging en
innovatiepartnerschappen beperken zij overeenkomstig artikel 72, lid 2, in
voorkomend geval het aantal op grond van a) en b) van dit lid geselecteerde
gegadigden. 2.
Wanneer een oproep tot mededinging geschiedt door
middel van een aankondiging inzake het bestaan van een erkenningsregeling en
met het oog op de selectie van deelnemers in aanbestedingsprocedures voor de
specifieke opdrachten waarop de oproep tot mededinging betrekking heeft, volgen
aanbestedende diensten de onderstaande regels: (a)
zij erkennen ondernemers overeenkomstig
artikel 71; (b)
zij passen de bepalingen van lid 1 die
betrekking hebben op niet-openbare procedures, procedures van gunning door
onderhandelingen of innovatiepartnerschappen, toe op die erkende ondernemers. 3.
Aanbestedende diensten mogen, wanneer zij de
deelnemers aan een niet-openbare procedure, een procedure van gunning via
onderhandelingen of een innovatiepartnerschap selecteren, in hun besluit over
erkenning of wanneer de erkenningscriteria en -regels worden bijgewerkt: (a)
aan bepaalde ondernemers geen administratieve,
technische of financiële voorwaarden opleggen die niet aan andere zijn
opgelegd; (b)
geen proeven of bewijzen eisen die een doublure
zouden vormen met reeds beschikbare objectieve bewijzen. 4.
Aanbestedende diensten toetsen de door de
geselecteerde inschrijvers ingediende inschrijvingen aan de op de
inschrijvingen toepasselijke regels en voorschriften en gunnen de opdracht op
basis van de in de artikelen 76 en 79 bedoelde criteria, rekening houdend
met artikel 58. 5.
Aanbestedende diensten kunnen besluiten een
opdracht niet te gunnen aan de inschrijver die de beste inschrijving heeft
ingediend, wanneer zij hebben vastgesteld dat de inschrijving niet of niet op
gelijkwaardige wijze voldoet aan verplichtingen uit hoofde van wetgeving van de
Unie op het gebied van sociaal, arbeids- of milieurecht of uit hoofde van de in
bijlage XIV vermelde bepalingen van internationaal sociaal en milieurecht. 6.
In openbare procedures kunnen aanbestedende
diensten besluiten tot onderzoek van de inschrijvingen over te gaan voordat de
geschiktheid van de inschrijvers wordt beoordeeld, mits de desbetreffende
bepalingen van de artikelen 70 tot en met 79 worden nageleefd, met inbegrip van
de regel dat de opdracht niet wordt gegund aan een inschrijver die overeenkomstig
artikel 74 moet worden uitgesloten of die niet voldoet aan de overeenkomstig
artikel 72, lid 1, en artikel 74 door de aanbestedende dienst vastgestelde
gunningscriteria. 7.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 98
gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in bijlage XIV
bedoelde lijst, wanneer dit noodzakelijk is ten gevolge van de sluiting van
nieuwe internationale overeenkomsten of de wijziging van bestaande
internationale overeenkomsten. Onderafdeling 1
Erkenning en kwalitatieve selectie Artikel 71
Erkenningsregelingen 1.
Aanbestedende diensten kunnen desgewenst een
regeling voor de erkenning van ondernemers invoeren en beheren. Aanbestedende diensten die een erkenningsregeling
invoeren of beheren, zorgen ervoor dat ondernemers te allen tijde een erkenning
kunnen aanvragen. 2.
De in lid 1 bedoelde regeling kan
verschillende fasen van erkenning van geschiktheid omvatten. Aanbestedende diensten voorzien in objectieve
regels en criteria voor de uitsluiting en selectie van ondernemers die
erkenning aanvragen alsmede objectieve regels en criteria voor het beheer van
de erkenningsregeling met betrekking tot aangelegenheden als de inschrijving in
de regeling, eventuele periodieke bijwerking van de erkenningen en de looptijd
van de regeling. Wanneer deze criteria en regels technische
specificaties bevatten, zijn de artikelen 54 tot en met 56 van toepassing.
Deze criteria en regels kunnen zo nodig worden bijgewerkt. 3.
De in lid 2 bedoelde criteria en regels worden
desgevraagd ter beschikking gesteld van belangstellende ondernemers. Deze
bijgewerkt criteria en regels worden aan belangstellende ondernemers
meegedeeld. Wanneer een aanbestedende dienst van oordeel is
dat de erkenningsregeling van bepaalde andere diensten of instanties aan de voorwaarden
voldoet, deelt zij de belangstellende ondernemers de namen van deze andere
diensten of instanties mee. 4.
Er wordt een lijst van erkende ondernemers
bijgehouden; deze kan worden ingedeeld in categorieën naargelang van de aard
van de opdracht waarvoor de erkenning geldig is. 5.
Wanneer een oproep tot mededinging geschiedt door
middel van een aankondiging inzake het bestaan van een erkenningsregeling,
worden specifieke opdrachten voor de werken, leveringen of diensten waarop de
erkenningsregeling betrekking heeft, gegund door niet-openbare procedures of
procedures van gunning door onderhandelingen waarin alle inschrijvers en
deelnemers worden geselecteerd uit gegadigden die reeds erkend zijn
overeenkomstig deze regeling. 6.
Alle bijdragen die in rekening worden gebracht met
betrekking tot aanvragen tot erkenning of voor de bijwerking of het behoud van
een reeds volgens de regeling verkregen erkenning, moeten evenredig zijn met de
gemaakte kosten. Artikel 72
Criteria voor kwalitatieve selectie 1.
Aanbestedende diensten kunnen objectieve regels en
criteria opstellen voor de uitsluiting en selectie van inschrijvers of
gegadigden. deze regels en criteria worden ter beschikking gesteld van
belangstellende ondernemers. 2.
Wanneer aanbestedende diensten een passend evenwicht
tot stand moeten brengen tussen de bijzondere kenmerken van de
aanbestedingsprocedure en de daarvoor noodzakelijke middelen, kunnen zij in
niet-openbare procedures, procedures van gunning door onderhandelingen of
innovatiepartnerschappen objectieve regels en criteria vaststellen om in deze
behoefte te voorzien en kunnen zij het aantal gegadigden beperken dat tot de
inschrijving of tot onderhandelingen zal worden uitgenodigd. Bij de
vaststelling van het aantal gegadigden wordt echter rekening gehouden met de
noodzaak voldoende concurrentie te waarborgen. Artikel 73
Beroep op de draagkracht van andere entiteiten 1.
Wanneer de objectieve criteria en regels voor
uitsluiting en selectie van ondernemers die erkenning in een erkenningsregeling
aanvragen, voorschriften betreffende de economische en financiële capaciteit
van de ondernemer of zijn technische en beroepsbekwaamheid inhouden, kan deze
zich in voorkomend geval beroepen op de capaciteit van andere entiteiten,
ongeacht de juridische aard van zijn banden met die entiteiten. In dat geval
toont hij ten behoeve van de aanbestedende dienst aan dat hij voor de volledige
geldigheidsduur van de erkenningsregeling kan beschikken over deze middelen,
bijvoorbeeld door overlegging van de desbetreffende verbintenis van deze
diensten. Voor de economische en financiële draagkracht kunnen aanbestedende
diensten eisen dat de ondernemer en deze entiteiten gezamenlijk instaan voor de
uitvoering van de opdracht. Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van
ondernemers als bedoeld in artikel 30, zich beroepen op de draagkracht van de
deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten. 2.
Wanneer de objectieve criteria en regels voor
uitsluiting en selectie van gegadigden en inschrijvers in openbare of
niet-openbare procedures, procedures van gunning door onderhandelingen of
innovatiepartnerschappen voorschriften betreffende de economische en financiële
capaciteit van de ondernemer of zijn technische en beroepsbekwaamheid inhouden,
kan deze zich in voorkomend geval en voor een bijzondere opdracht beroepen op
de capaciteit van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn
banden met deze diensten. In dat geval moet hij ten behoeve van de
aanbestedende dienst aantonen dat hij kan beschikken over de noodzakelijke
middelen, bijvoorbeeld door overlegging van de desbetreffende verbintenis van
deze entiteiten. Voor de economische en financiële draagkracht kunnen
aanbestedende diensten eisen dat de ondernemer en deze diensten gezamenlijk
instaan voor de uitvoering van de opdracht. Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van
ondernemers als bedoeld in artikel 30, zich beroepen op de capaciteiten
van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten. 3.
In het geval van opdrachten voor werken, diensten
en plaatsings- en installatiewerkzaamheden in het kader van een opdracht voor
diensten, kunnen aanbestedende diensten eisen dat bepaalde kritieke taken
rechtstreeks door de inschrijver zelf worden verricht, of wanneer een
inschrijving door een combinatie van ondernemers als bedoeld in artikel 30 is
ingediend, door een deelnemer aan de combinatie. Artikel 74
Gebruik van uitsluitingsgronden en selectiecriteria als bedoeld in [Richtlijn 2004/18] 1.
De objectieve regels en criteria voor uitsluiting
en selectie van ondernemers die erkenning in een erkenningsregeling aanvragen,
en de objectieve regels en criteria voor uitsluiting en selectie van gegadigden
en inschrijvers in openbare of niet-openbare procedures, procedures van gunning
door onderhandelingen of innovatiepartnerschappen kunnen de in artikel 55 van
Richtlijn 2004/18 bedoelde uitsluitingsgronden inhouden volgens de daarin
bepaalde voorwaarden. Wanneer de aanbestedende entiteit een
aanbestedende dienst is, omvatten deze regels en criteria de in artikel 55,
leden 1 en 2, van Richtlijn 2004/18 bedoelde uitsluitingsgronden volgens de in
dat artikel bedoelde voorwaarden. 2.
De in lid 1 bedoelde regels en criteria kunnen de
in artikel 56 van Richtlijn 2004/18 bedoelde gunningscriteria inhouden volgens
de daarin bepaalde voorwaarden, met name met betrekking tot de beperkingen
inzake voorschriften over jaaromzet, als bedoeld in lid 3 van dat artikel. 3.
Voor de toepassing van de leden 1 en 2 van dit
artikel zijn de artikelen 57 tot en met 60 van Richtlijn 2004/18/EG van
toepassing. Artikel 75
Kwaliteitsnormen en normen inzake milieubeheer 1.
Ingeval aanbestedende diensten de overlegging eisen
van een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring dat de
ondernemer voldoet aan bepaalde kwaliteitsnormen, met inbegrip van normen
inzake toegankelijkheid voor gehandicapte personen, verwijzen zij naar
regelingen voor kwaliteitsbewaking op basis van de desbetreffende Europese
normenreeks die gecertificeerd zijn door instanties overeenkomstig de Europese
normenreeks voor certificering. Aanbestedende diensten erkennen gelijkwaardige
verklaringen van in andere lidstaten gevestigde instanties. Zij aanvaarden
eveneens andere bewijzen van gelijkwaardige maatregelen inzake
kwaliteitsbewaking van ondernemers die niet voor dergelijke verklaringen in aanmerking
komen of die deze verklaringen niet binnen de gestelde termijnen kunnen
verkrijgen. 2.
Wanneer aanbestedende diensten de overlegging eisen
van een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring dat de
ondernemer voldoet aan bepaalde regelingen of normen inzake milieubeheer,
verwijzen zij naar het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS)
of enig ander milieubeheersysteem als erkend overeenkomstig artikel 45 van
Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad[49] of andere normen inzake
milieubeheer op basis van de toepasselijke Europese of internationale normen
die door geaccrediteerde instanties zijn gecertificeerd. Aanbestedende diensten erkennen gelijkwaardige
verklaringen van in andere lidstaten gevestigde instanties. Zij aanvaarden
eveneens andere bewijzen van gelijkwaardige maatregelen inzake milieubeheer van
ondernemers die niet voor dergelijke verklaringen in aanmerking komen of deze
niet binnen de gestelde termijnen kunnen verkrijgen. 3.
Desgevraagd stellen de lidstaten andere lidstaten
overeenkomstig artikel 97 informatie ter beschikking met betrekking tot de
stukken die als bewijs van naleving van de in leden 1 en 2 van dit artikel
bedoelde kwaliteits- en milieunormen zijn overgelegd. Onderafdeling 2
Gunning van de opdracht Artikel 76
Gunningscriteria 1.
Onverminderd nationale wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de vergoeding van bepaalde diensten
zijn de criteria op basis waarvan aanbestedende diensten een opdracht gunnen: (a)
de economisch meest voordelige aanbieding; (b)
de laagste kostprijs. De kosten kunnen naar keuze van de aanbestedende
dienst worden beoordeeld op basis van de prijs alleen of op basis van
kosteneffectiviteit, zoals een beoordeling van de levenscycluskosten, onder de
in artikel 77 bepaalde voorwaarden. 2.
De in lid 1, onder a), bedoelde economisch
meest voordelige inschrijving wordt uit het oogpunt van de aanbestedende dienst
vastgesteld op basis van criteria die verband houden met het voorwerp van de
betrokken opdracht. Deze criteria omvatten naast de in lid 1, onder
b), bedoelde prijs of kosten andere criteria die verband houden met het
voorwerp van de betrokken opdracht, zoals: (a)
kwaliteit, waaronder technische waarde, esthetische
en functionele kenmerken, toegankelijkheid, geschiktheid van het ontwerp voor
alle gebruikers, milieukenmerken en innovatief karakter; (b)
voor opdrachten voor diensten en opdrachten die
betrekking hebben op het ontwerpen van bouwwerken, kunnen de organisatie, de
kwalificatie en de ervaring van het bij de uitvoering van de opdracht betrokken
personeel in aanmerking worden genomen, met als gevolg dat dit personeel na de
gunning van de opdracht alleen kan worden vervangen met instemming van de
aanbestedende dienst, die moet nagaan of met deze vervangingen een evenwaardige
organisatie en kwaliteit wordt verzekerd; (c)
klantenservice en technische bijstand,
leveringsdatum en leveringsperiode of termijn voor voltooiing, verbintenissen
inzake onderdelen en bevoorradingsvoorziening; (a)
het specifieke proces van productie of levering van
de gevraagde werken, goederen of diensten of in elk ander stadium van de
levenscyclus, als bedoeld in artikel 2, punt 22, voorzover deze criteria nader
bepaald zijn overeenkomstig lid 4 en betrekking hebben op factoren die
rechtstreeks verband houden met deze processen en het specifieke proces van
productie of verrichting van de gevraagde werken, leveringen of diensten
kenmerken. 3.
De lidstaten kunnen bepalen dat de gunning van
bepaalde soorten opdrachten wordt gebaseerd op de economisch meest voordelige
aanbieding als bedoeld in lid 1, onder a), en lid 2. 4.
Gunningscriteria verlenen de aanbestedende dienst
geen onbeperkte keuzevrijheid. Zij zorgen ervoor dat daadwerkelijke mededinging
mogelijk blijft en gaan vergezeld van voorschriften waarmee de door de
inschrijvers verstrekte informatie daadwerkelijk kan worden gecontroleerd.
Aanbestedende diensten controleren op basis van de door de inschrijvers
verstrekte informatie en bewijsmiddelen daadwerkelijk of de inschrijvingen aan
de gunningscriteria voldoen. 5.
In het in lid 1, onder a), bedoelde geval
specificeert de aanbestedende dienst het relatieve gewicht dat hij voor de
bepaling van de economisch meest voordelige inschrijving aan elk van de gekozen
criteria toekent. Dit relatieve gewicht kan worden uitgedrukt in een
marge met een passend verschil tussen minimum en maximum. Wanneer weging om objectieve redenen niet mogelijk
is, vermeldt de aanbestedende dienst de criteria in dalende graad van
belangrijkheid. Het relatieve gewicht of de volgorde van belangrijkheid
worden voorzover nodig vermeld in de aankondiging die als oproep tot
mededinging wordt gebruikt, in de uitnodiging tot bevestiging van
belangstelling, in de uitnodiging tot het indienen van inschrijvingen of tot
onderhandelingen of in de specificaties. Artikel 77
Levenscycluskosten 1.
Levenscycluskosten dekken voorzover van toepassing
de volgende kosten over de levenscyclus van een product, dienst of werk, als
bedoeld in artikel 2, punt 22: (a)
interne kosten, met inbegrip van kosten voor de
verkrijging, zoals productiekosten, het gebruik, zoals energieverbruik,
onderhoudskosten, en het levenseinde, zoals kosten voor ophaling en recycling,
en (b)
externe milieukosten die rechtstreeks verband
houden met de levenscyclus, mits de waarde in geld kan worden vastgesteld en
gecontroleerd, die betrekking kunnen hebben op kosten voor de uitstoot van
broeikasgassen of andere vervuilende uitstoot en overige kosten voor
bestrijding van klimaatverandering. 2.
Wanneer aanbestedende diensten de kosten op basis
van de levenscyclus beoordelen, vermelden zij in de aanbestedingsdocumenten
welke methodologie wordt gebruikt voor de berekening van de levenscycluskosten.
De gebruikte methodologie moet voldoen aan de volgende voorwaarden: (a)
zij is ontwikkeld op grond van wetenschappelijke
gegevens of is gebaseerd op andere objectief controleerbare en niet
discriminerende criteria; (b)
zij is bedoeld voor herhaalde of voortdurende
toepassing; (c)
zij is toegankelijk voor alle betrokken partijen. Aanbestedende diensten staan ondernemers, waaronder
ondernemers uit derde landen, toe voor de vaststelling van de
levenscycluskosten van hun offerte verschillende methodologieën toe te passen,
mits zij bewijzen dat deze methodologie voldoet aan de onder a), b) en c)
gestelde eisen en evenwaardig is aan de door de aanbestedende dienst vermelde
methodologie. 3.
Ingeval als onderdeel van een wetgevingshandeling
van de Unie, inclusief bij gedelegeerde handelingen uit hoofde van
sectorspecifieke regelgeving, een gemeenschappelijke methodologie voor de
berekening van levenscycluskosten wordt vastgesteld, is deze van toepassing
wanneer de levenscycluskosten deel uitmaken van de in artikel 76, lid 1,
bedoelde gunningscriteria. Een lijst van dergelijke wetgevings- en
gedelegeerde handelingen is opgenomen in bijlage XV. De Commissie is bevoegd
overeenkomstig artikel 98 gedelegeerde handelingen vast te stellen met
betrekking tot de bijwerking van deze lijst wanneer wijzigingen noodzakelijk
zijn ten gevolge van de vaststelling van nieuwe wetgeving en de intrekking of
wijziging van deze wetgeving. Artikel 78
Beletsels voor gunning Aanbestedende diensten sluiten geen
overeenkomst met een begunstigde inschrijver in een van de volgende gevallen: (a)
de inschrijver is niet in staat de overeenkomstig
artikel 74, lid 3, vereiste certificaten en documenten over te leggen; (b)
de krachtens artikel 37 afgelegde verklaring van de
inschrijver is vals; (c)
de krachtens artikel 36, lid 3, onder b), afgelegde
verklaring van de inschrijver is vals. Artikel 79
Abnormaal lage inschrijvingen 1.
De aanbestedende dienst verzoekt ondernemers om
toelichting over de gevraagde prijs of kosten wanneer aan alle volgende
voorwaarden is voldaan: (a)
de aangerekende prijs of kosten zijn meer dan 50%
lager dan de gemiddelde prijs of kosten van de andere inschrijvingen; (b)
de aangerekende prijzen of kosten zijn meer dan 20%
lager dan de prijzen of kosten van de tweede laagste inschrijving; (c)
er zijn ten minste vijf inschrijvingen ingediend. 2.
Wanneer inschrijvingen om andere redenen abnormaal
laag lijken, kunnen aanbestedende diensten ook om toelichting verzoeken. 3.
De in de leden 1 en 2 bedoelde toelichting kan in
het bijzonder betrekking hebben op: (a)
de doelmatigheid van het productieproces van de
producten, van de dienstverrichting of van het bouwproces; (b)
de gekozen technische oplossingen of uitzonderlijk
gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de levering van de
producten, het verrichten van de diensten of de uitvoering van de werken kan
profiteren; (c)
de originaliteit van de door de inschrijver
voorgestelde werken, leveringen of diensten; (d)
naleving, tenminste op gelijkwaardige wijze, van
verplichtingen uit hoofde van wetgeving van de Unie op het gebied van sociaal,
arbeids- of milieurecht of met betrekking tot de in bijlage XIV vermelde
bepalingen van internationaal sociaal en milieurecht, of indien deze niet van
toepassing zijn, uit hoofde van andere regelingen die een gelijkwaardig
beschermingsniveau bieden; (e)
de eventuele ontvangst van staatssteun door de
inschrijver. 4.
De aanbestedende dienst controleert de verstrekte
informatie in overleg met de inschrijver. Hij kan de inschrijving alleen afwijzen wanneer
het lage niveau van de aangerekende prijzen of kosten niet uit het
bewijsmateriaal blijkt rekening houdend met de in lid 3 bedoelde elementen. Aanbestedende diensten wijzen de inschrijving af
wanneer zij hebben vastgesteld dat de inschrijving abnormaal laag is omdat zij
niet voldoet aan verplichtingen die gelden uit hoofde van wetgeving van de Unie
op het gebied van sociaal, arbeids- of milieurecht of de in bijlage XIV vermelde
bepalingen van internationaal sociaal en milieurecht. 5.
Wanneer een aanbestedende dienst vaststelt dat een
inschrijving abnormaal laag is doordat de inschrijver overheidssteun heeft
gekregen, kan de inschrijving alleen op die grond worden afgewezen na overleg
met de inschrijver wanneer deze niet binnen een door de aanbestedende dienst
gestelde toereikende termijn kan aantonen dat de betrokken steun verenigbaar
met de interne markt is in de zin van artikel 107 van het Verdrag. Wanneer de
aanbestedende dienst in een dergelijke situatie een inschrijving afwijst, stelt
hij de Commissie daarvan in kennis. 6.
De lidstaten stellen overeenkomstig artikel 97
andere lidstaten desgevraagd informatie ter beschikking over de bewijzen en
stukken die met betrekking tot de in lid 3 bedoelde gegevens worden overgelegd. Hoofdstuk IV
Uitvoering van de opdracht Artikel 80
Voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd Aanbestedende diensten kunnen speciale
voorwaarden verbinden aan de uitvoering van een opdracht, mits deze voorwaarden
in de oproep tot mededinging of in de specificaties worden vermeld. Deze
voorwaarden kunnen in het bijzonder betrekking hebben op overwegingen op
sociaal en milieugebied. Zij kunnen eveneens de verplichting voor ondernemingen
inhouden om te voorzien in compensaties voor het risico op prijsstijgingen die
het gevolg zijn van prijsschommelingen (hedging) en een aanzienlijke invloed
kunnen hebben op de uitvoering van de opdracht. Artikel 81
Onderaanneming 1.
In de aanbestedingsdocumenten kan de aanbestedende
dienst de inschrijver verzoeken, of hij kan daartoe door een lidstaat worden
verplicht, in zijn inschrijving aan te geven welk gedeelte van de opdracht hij
eventueel voornemens is aan derden in onderaanneming te geven en welke
onderaannemers hij voorstelt. 2.
De lidstaten kunnen bepalen dat de aanbestedende
dienst verschuldigde betalingen op verzoek van de onderaannemer en wanneer de
aard van de opdracht dit mogelijk maakt, rechtstreeks aan de onderaannemer
overmaakt voor werken, leveringen of diensten aan de hoofdaannemer. In dat
geval voeren de lidstaten passende mechanismen in waardoor de hoofdaannemer
zich kan verzetten tegen onverschuldigde betalingen. Regelingen betreffende
deze wijze van betaling worden in de aanbestedingsdocumenten omschreven. 3.
De leden 1 en 2 laten de vraag naar de
aansprakelijkheid van de hoofdondernemer onverlet. Artikel 82
Wijzigingen van opdrachten tijdens de looptijd 1.
Een wezenlijke wijziging van de bepalingen van een
opdracht voor werken, leveringen of diensten tijdens de looptijd ervan vormt
een nieuwe gunning in de zin van deze richtlijn en vereist een nieuwe
gunningsprocedure overeenkomstig deze richtlijn. 2.
Een wijziging van een opdracht tijdens de looptijd
ervan wordt geacht wezenlijk te zijn in de zin van lid 1 wanneer de
opdracht hierdoor wezenlijk verschilt van de aanvankelijk gesloten opdracht.
Onverminderd de leden 3 en 4 wordt een wijziging in elk geval geacht wezenlijk
te zijn wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de wijziging voorziet in voorwaarden die, hadden
zij deel uitgemaakt van de aanvankelijke gunningsprocedure, de selectie van
andere dan de aanvankelijk geselecteerde gegadigden en de gunning van de
opdracht aan een andere inschrijver mogelijk zouden hebben gemaakt; (b)
de wijziging verandert de economische balans van de
opdracht ten gunste van de ondernemer; (c)
de wijziging verruimt het toepassingsgebied van de
opdracht in aanzienlijke mate tot werken, leveringen of diensten die
aanvankelijk daar niet onder vielen. 3.
De vervanging van de ondernemer wordt geacht een
wezenlijke wijziging te zijn in de zin van lid 1. De eerste alinea geldt echter niet in het geval
van rechtsopvolging onder algemene of gedeeltelijke titel in de positie van de
aanvankelijke ondernemer, ten gevolge van herstructurering van de onderneming
of insolventie, door een andere ondernemer die voldoet aan de aanvankelijk
vastgestelde criteria voor kwalitatieve selectie, mits dit geen andere
wezenlijke wijzigingen in de opdracht meebrengt en niet is bedoeld om de
toepassing van deze richtlijn te omzeilen. 4.
Wanneer de waarde van een wijziging in geld kan
worden uitgedrukt, wordt de wijziging niet geacht wezenlijk te zijn in de zin
van lid 1 wanneer de waarde ervan de in artikel 12 vastgestelde drempels
niet overschrijdt en wanneer deze minder dan 5% van de prijs van de
aanvankelijke opdracht bedraagt, mits de wijziging de algemene aard van de
opdracht niet wijzigt. Wanneer een aantal opeenvolgende wijzigingen
plaatsvinden, wordt de waarde beoordeeld op basis van de cumulatieve waarde van
de opeenvolgende wijzigingen. 5.
Wijzigingen van een opdracht worden niet geacht
wezenlijk te zijn in de zin van lid 1 wanneer door de aanbestedingsdocumenten
is voorzien in duidelijke, precieze en ondubbelzinnige herzieningsclausules of
-opties. Deze clausules omschrijven de omvang en de aard van mogelijke
wijzigingen of keuzemogelijkheden alsmede de voorwaarden waaronder deze kunnen
worden gebruikt. Zij voorzien niet in wijzigingen of keuzemogelijkheden die de
algemene aard van de gunningsprocedure kunnen veranderen. 6.
In afwijking van lid 1 vereist een wezenlijke
wijziging geen nieuwe aanbestedingsprocedure wanneer aan de volgende
cumulatieve voorwaarden is voldaan: (a)
de behoefte aan wijziging is het gevolg van
omstandigheden die een zorgvuldige ondernemer niet kon voorzien, (b)
de wijziging brengt geen verandering in de algemene
aard van de aanbesteding. Aanbestedende diensten maken deze wijzigingen
bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze aankondigingen
bevatten de in bijlage XVI omschreven informatie en wordt bekendgemaakt
overeenkomstig artikel 65. 7.
De aanbestedende diensten maken geen gebruik van
wijzigingen in de opdracht in de volgende gevallen: (a)
wanneer de wijziging tot doel heeft gebreken bij de
uitvoering door de ondernemer of de gevolgen daarvan te verhelpen die door de
handhaving van contractuele verplichtingen kunnen worden verholpen; (b)
wanneer de wijziging tot doel heeft het risico te
compenseren van prijsverhogingen die door de contractant afgedekt zijn. Artikel 83
Verbreking van overeenkomsten De lidstaten zorgen ervoor dat aanbestedende
diensten onder de bij het toepasselijke nationale contractenrecht bepaalde
voorwaarden een opdracht voor werken, leveringen of diensten gedurende de
looptijd ervan kunnen verbreken wanneer aan een van de volgende voorwaarden is
voldaan: (a)
de in artikel 21 bepaalde uitzonderingen zijn niet
langer van toepassing ten gevolge van een privé-deelneming in de rechtspersoon
aan wie de opdracht is gegund overeenkomstig artikel 21, lid 4; (b)
een wijziging van de opdracht vormt een nieuwe
gunning in de zin van artikel 82; (c)
het Hof van Justitie van de Europese Unie stelt in
een procedure overeenkomstig artikel 258 van het Verdrag vast dat een lidstaat
zijn verplichtingen krachtens de Verdragen niet is nagekomen wegens het feit
dat een tot deze lidstaat behorende aanbestedende dienst de betrokken opdracht
heeft gegund zonder zijn verplichtingen krachtens de Verdragen en deze
richtlijn na te komen. TITEL III
BIJZONDERE AANBESTEDINGSREGELINGEN HOOFDSTUK I
Sociale diensten en andere specifieke diensten Artikel 84
Gunning van opdrachten voor sociale en andere specifieke diensten De in bijlage XVII opgesomde opdrachten voor
sociale en andere specifieke diensten worden gegund in overeenstemming met dit
hoofdstuk wanneer de waarde van de opdracht gelijk is aan of hoger dan de in
artikel 12, onder c), vastgestelde drempel. Artikel 85
Bekendmaking van aankondigingen 1.
Aanbestedende diensten die voornemens zijn een
opdracht te gunnen voor de in artikel 84 bedoelde diensten, maken hun voornemen
hiertoe bekend in een aankondiging van opdracht. 2.
Aanbestedende diensten die een opdracht hebben
gegund voor de in artikel 84 bedoelde diensten, maken de resultaten hiervan
bekend in een aankondiging van een gegunde opdracht. 3.
De in de leden 1 en 2 bedoelde aankondigingen
bevatten de in bijlage XVIII omschreven informatie in overeenstemming met de
standaardmodellen. De Commissie stelt de standaardformulieren vast. Deze
uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 100 bedoelde
raadplegingsprocedure. 4.
De in de leden 1 en 2 bedoelde aankondigingen
worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 65. Artikel 86
Beginselen voor gunning van opdrachten 1.
De lidstaten voeren voor de gunning van onder dit
hoofdstuk vallende opdrachten passende procedures in waarbij wordt gezorgd voor
volledige naleving van de beginselen van transparantie en gelijke behandeling
van ondernemers en aanbestedende diensten rekening kunnen houden met de
specifieke kenmerken van de betrokken diensten. 2.
De lidstaten zorgen ervoor dat aanbestedende
diensten rekening kunnen houden met de noodzaak de kwaliteit, continuïteit,
toegankelijkheid, beschikbaarheid en volledigheid van de diensten, de
specifieke behoeften van verschillende categorieën gebruikers, de betrokkenheid
en inspraak van gebruikers en de innovatie te verzekeren. De lidstaten kunnen
ook bepalen dat de keuze van de dienstenaanbieder niet alleen op de prijs voor
de verrichting van de dienst wordt gebaseerd. HOOFDSTUK II
REGELS VOOR PRIJSVRAGEN Artikel 87
Algemene bepalingen 1.
De regels voor het uitschrijven van een prijsvraag
worden vastgesteld overeenkomstig dit hoofdstuk en worden ter beschikking
gesteld van belangstellenden voor deelneming aan de prijsvraag. 2.
De toelating van deelnemers tot prijsvragen mag
niet worden beperkt: (a)
tot het grondgebied van een lidstaat of een deel
daarvan; (b)
op grond van het feit dat de deelnemers, ingevolge
de wetgeving van de lidstaat waar de prijsvraag wordt uitgeschreven, hetzij
natuurlijke personen hetzij rechtspersonen moeten zijn. Artikel 88
Toepassingsgebied 1.
Dit hoofdstuk is van toepassing op prijsvragen die
worden georganiseerd als onderdeel van een aanbestedingsprocedure van een
opdracht voor diensten, mits de geraamde waarde van de opdracht, exclusief BTW,
en met inbegrip van andere mogelijke prijzen of betalingen aan deelnemers,
gelijk is aan of groter dan het in artikel 12, onder a), vastgestelde bedrag. 2.
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle prijsvragen
waarvan het totale bedrag van het prijzengeld en de betalingen aan deelnemers,
met inbegrip van de geraamde waarde exclusief BTW van de overheidsopdracht voor
diensten die later kan worden gegund overeenkomstig artikel 44, onder k),
indien de aanbestedende dienst in de aankondiging van de prijsvraag een
dergelijke gunning niet uitsluit, gelijk is aan of groter dan het in artikel 12,
onder a), vastgestelde bedrag. Artikel 89
Aankondigingen 1.
Aanbestedende diensten die voornemens zijn een
prijsvraag uit te schrijven, doen daartoe een oproep tot mededinging in een
aankondiging van een prijsvraag. Wanneer zij het voornemen hebben
overeenkomstig artikel 44, onder k), een vervolgopdracht voor een dienst te
gunnen, wordt dit in de aankondiging van de opdracht vermeld. Aanbestedende
diensten die een prijsvraag hebben uitgeschreven, maken de resultaten daarvan
bekend in een aankondiging. 2.
De oproep tot mededinging bevat de in bijlage XIX
omschreven informatie en de aankondiging betreffende de resultaten van een
prijsvraag bevat de in bijlage XX bedoelde informatie in het formaat van
standaardformulieren. De Commissie stelt de standaardformulieren vast. Deze
uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 100
bedoelde raadplegingsprocedure. De aankondiging van de resultaten van een
prijsvraag wordt binnen twee maanden na de sluiting van de prijsvraag gezonden
aan de Commissie. Indien openbaarmaking van de gegevens over de
uitslag van de prijsvraag de toepassing van de wet in de weg zou staan, in
strijd zou zijn met het openbare belang, schade zou berokkenen aan de
rechtmatige commerciële belangen van publieke of particuliere ondernemers,
inclusief de belangen van de ondernemer aan wie de opdracht is gegund, of
afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging tussen ondernemers,
behoeven deze gegevens niet te worden bekendgemaakt. 3.
Artikel 65, leden 2 tot en met 6, is
ook van toepassing op mededelingen betreffende prijsvragen. Artikel 90
Regels voor de organisatie van prijsvragen, de selectie van deelnemers en de
jury 1.
Voor het organiseren van prijsvragen passen aanbestedende
diensten procedures toe die aan deze richtlijn zijn aangepast. 2.
Bij prijsvragen met een beperkt aantal deelnemers
stellen aanbestedende diensten duidelijke en niet-discriminerende
selectiecriteria vast. In elk geval moet het aantal gegadigden dat tot
deelneming aan de prijsvraag wordt uitgenodigd, toereikend zijn om een
daadwerkelijke mededinging te waarborgen. 3.
De jury bestaat uitsluitend uit natuurlijke
personen die onafhankelijk zijn van de deelnemers aan de prijsvraag. Wanneer
van de deelnemers aan een prijsvraag een bijzondere beroepskwalificatie wordt
geëist, moet ten minste een derde van de juryleden dezelfde kwalificatie of een
gelijkwaardige kwalificatie hebben. Artikel 91
Beslissingen van de jury 1.
De jury is autonoom in haar beslissingen en
adviezen. 2.
De jury onderzoekt de projecten op basis van door
de gegadigden anoniem voorgelegde ontwerpen en uitsluitend op grond van de
criteria die in de aankondiging van de prijsvraag zijn vermeld. 3.
Zij stelt een door haar leden ondertekend verslag
op met de op basis van de merites van elk project vastgestelde rangorde van de
projecten, vergezeld van opmerkingen en punten die verduidelijking behoeven. 4.
De anonimiteit moet worden geëerbiedigd totdat het
advies of de beslissing van de jury bekend is. 5.
De gegadigden kunnen zo nodig worden uitgenodigd om
door de jury in haar notulen vermelde vragen te beantwoorden teneinde
duidelijkheid te verschaffen omtrent bepaalde aspecten van de projecten. 6.
Van de dialoog tussen de leden van de jury en de
gegadigden worden volledige notulen opgesteld. TITEL IV
BESTUUR Artikel 92
Handhaving Overeenkomstig Richtlijn 92/13/EEG van de Raad
zorgen de lidstaten voor een correcte tenuitvoerlegging van deze richtlijn door
doeltreffende, beschikbare en transparante mechanismen ter aanvulling van het
bestaande stelsel van beroepsmogelijkheden tegen beslissingen van aanbestedende
diensten. Artikel 93
Overheidstoezicht 1.
De lidstaten wijzen één onafhankelijke instantie
aan die belast is met toezicht op en coördinatie van uitvoeringsactiviteiten
(hierna "de toezichtsinstantie"). De lidstaten stellen de Commissie
op de hoogte van de aangewezen instantie. Alle aanbestedende diensten zijn onderworpen aan
dit toezicht. 2.
De bevoegde instanties die bij de
uitvoeringsactiviteiten betrokken zijn, worden zo georganiseerd dat
bevoegdheidsconflicten worden vermeden. Het stelsel van overheidstoezicht is
transparant. Met dat doel worden richtsnoeren en adviezen alsmede een
jaarverslag over de tenuitvoerlegging en toepassing van de in deze richtlijn vastgestelde
regels bekendgemaakt. Het jaarverslag bevat de volgende informatie: (a)
een vermelding over de slaagkansen van kleine en
middelgrote ondernemingen (kmo's) in aanbestedingen; wanneer het
slaagpercentage lager is dan 50% wat de waarde van aan kmo's gegunde opdrachten
betreft, wordt in het verslag onderzocht wat hiervoor de redenen zijn; (b)
een algemeen overzicht over de tenuitvoerlegging
van het beleid inzake duurzame aanbestedingen, met inbegrip van procedures
waarin rekening wordt gehouden met overwegingen inzake milieubescherming,
sociale integratie, waaronder de toegankelijkheid voor personen met een
handicap of bevordering van innovatie; (c)
gecentraliseerde gegevens over gemelde gevallen van
fraude, omkoping, belangenconflicten en andere ernstige onregelmatigheden op
het gebied van overheidsaanbestedingen, met inbegrip van de gevallen die zich
voordoen in door de begroting van de Unie medegefinancierde projecten. 3.
De toezichtsinstantie is belast met de volgende
taken: (a)
toezicht op de toepassing van de aanbestedingsregels
en de daaraan verbonden praktijk van aanbestedende diensten en in het bijzonder
van aankoopcentrales; (b)
juridisch advies aan aanbestedende diensten over de
interpretatie van aanbestedingsregels en -beginselen en over de toepassing van
aanbestedingsregels in specifieke gevallen; (c)
verstrekking van initiatiefadviezen en richtsnoeren
over aangelegenheden van algemeen belang met betrekking tot de interpretatie en
toepassing van aanbestedingsregels, vaak terugkerende vragen en systeemgebonden
moeilijkheden betreffende de toepassing van aanbestedingsregels, op basis van
de bepalingen van deze richtlijn en de desbetreffende rechtspraak van het Hof
van Justitie van de Europese Unie; (d)
invoering en toepassing van algemene, werkbare,
'red flag' indicatorsystemen om gevallen van fraude, corruptie,
belangenconflicten en andere ernstige onregelmatigheden te voorkomen, op te
sporen en op passende wijze te rapporteren; (e)
bewustmaking van de bevoegde nationale instanties,
waaronder de auditinstanties, met betrekking tot vastgestelde specifieke
schendingen en systeemgebonden problemen; (f)
onderzoek van klachten van burgers en ondernemingen
over de toepassing van aanbestedingsregels in specifieke gevallen en
doorzending van de onderzoeksresultaten aan de bevoegde aanbestedende diensten,
die verplicht zijn in hun beslissingen daarmee rekening te houden, of wanneer
de onderzoeksresultaten niet worden gevolgd, de redenen voor de afwijzing
daarvan toe te lichten; (g)
toezicht op de beslissingen van nationale
gerechtelijke instanties en autoriteiten naar aanleiding van een uitspraak van
het Hof van Justitie van de Europese Unie op basis van artikel 267 van het
Verdrag of bevindingen van de Europese Rekenkamer waarin schendingen van de
Europese aanbestedingsregels met betrekking tot door de Unie medegefinancierde
projecten zijn vastgesteld; de toezichtsinstantie meldt elke inbreuk op
aanbestedingsprocedures van de Unie aan het Europees Bureau voor
fraudebestrijding wanneer deze betrekking heeft op opdrachten die direct of
indirect door de Europese Unie worden gefinancierd. De onder e) bedoelde taken laten de uitoefening
van het recht van hoger beroep overeenkomstig nationaal recht of overeenkomstig
de bij Richtlijn 92/13/EEG ingevoerde regeling onverlet. De lidstaten machtigen de toezichtsinstantie om in
beroepsprocedures tegen beslissingen van aanbestedende diensten krachtens
nationaal recht bevoegde gerechtelijke instanties aan te zoeken wanneer deze
een schending heeft vastgesteld tijdens haar activiteiten van toezicht en
juridisch advies. 4.
Onverminderd de algemene procedures en werkmethoden
die de Commissie heeft vastgesteld voor haar mededelingen aan en contacten met
de lidstaten, treedt de toezichtsinstantie op als specifiek contactpunt voor de
Commissie wanneer deze overeenkomstig artikel 17 van het Verdrag betreffende de
Europese Unie en artikel 317 van het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie toeziet op de toepassing van het Europese recht en op de
uitvoering van de begroting van de Unie. Zij brengt aan de Commissie verslag
uit over elke schending van deze richtlijn in procedures voor de gunning van
direct of indirect door de Unie gefinancierde opdrachten. De Commissie kan de toezichtsinstantie in het
bijzonder aanzoeken voor de behandeling van individuele gevallen wanneer de
opdracht nog niet is gegund of het nog mogelijk is een beroepsprocedure in te
stellen. Zij kan deze instantie ook belasten met de controleactiviteiten die
noodzakelijk zijn ter uitvoering van de maatregelen waartoe lidstaten zich
hebben verbonden om door de Commissie aangewezen schendingen van Europese
aanbestedingsregels en ‑beginselen te verhelpen. De Commissie kan de toezichtsinstantie verzoeken
beweerde inbreuken op de aanbestedingsregels van de Unie te onderzoeken met
betrekking tot door de begroting van de Unie medegefinancierde projecten. Zij
kan de toezichtsinstantie belasten met de begeleiding van bepaalde gevallen om
ervoor te zorgen dat ten aanzien van inbreuken op de aanbestedingsregels van de
Unie met betrekking tot medegefinancierde projecten passende maatregelen worden
genomen door de bevoegde nationale autoriteiten, die verplicht zijn de
instructies van de toezichtsinstantie te volgen. 5.
De onderzoeks- en handhavingsactiviteiten die de
toezichtsinstantie verricht om te verzekeren dat de beslissingen van de
aanbestedende diensten voldoen aan deze richtlijn en de algemene beginselen van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, komen niet in de
plaats van en doen niet af aan de institutionele rol van de Commissie als
behoeder van het Verdrag. Wanneer de Commissie een individueel geval voor
behandeling verwijst, behoudt zij voorts het recht om op te treden in
overeenstemming met de haar krachtens het Verdrag verleende bevoegdheden. 6.
De aanbestedende diensten verstrekken de nationale
toezichtsinstantie de volledige tekst van alle gegunde opdrachten met een
waarde die gelijk is aan of hoger dan: (a)
1 000 000 euro in het geval van opdrachten voor
leveringen of diensten; (b)
10 000 000 euro in het geval van opdrachten voor
werken. 7.
Onverminderd nationale wetgeving betreffende
toegang tot informatie en in overeenstemming met nationale en EU-wetgeving
betreffende gegevensbescherming geeft de toezichtsinstantie op schriftelijk
verzoek kosteloze, onbeperkte, volledige en rechtstreekse toegang tot de in lid
6 bedoelde opdrachten. Toegang tot bepaalde delen van de opdrachten kan worden
geweigerd wanneer de vrijgeving daarvan de handhaving van de wet in de weg zou
staan of anderszins in strijd zou zijn met het openbare belang, schade zou
berokkenen aan de rechtmatige commerciële belangen van bepaalde publieke of
particulier ondernemers of afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging
tussen ondernemers. Toegang tot de onderdelen die voor vrijgeving in
aanmerking komen, wordt binnen een redelijke termijn verleend en niet later dan
45 dagen vanaf de datum van het verzoek. De verzoekers die om toegang vragen, hoeven geen
direct of indirect belang met betrekking tot de desbetreffende opdracht aan te
tonen. De ontvanger van de informatie mag deze publiek maken. 8.
Het in lid 2 genoemde verslag bevat eveneens een
overzicht van alle activiteiten die de toezichtsinstantie overeenkomstig de
leden 1 tot en met 7 uitoefent. Artikel 94
Individuele verslagen over procedures voor de gunning van opdrachten 1.
Aanbestedende diensten bewaren passende informatie
over elke opdracht en raamovereenkomst en telkens wanneer een dynamisch
aankoopsysteem wordt ingevoerd. Deze informatie moet toereikend zijn om hen
later in staat te stellen hun beslissingen te rechtvaardigen met betrekking
tot: (a)
de erkenning en de selectie van de ondernemers en
de gunning van de opdrachten, (b)
het gebruik van procedures van gunning door
onderhandelingen zonder voorafgaande oproep tot mededinging overeenkomstig
artikel 44; (c)
de niet-toepassing van het bepaalde in de
hoofdstukken II tot en met IV van titel II krachtens de in de hoofdstukken II
en III van titel I vervatte afwijkingen. Aanbestedende diensten documenteren het verloop
van alle gunningsprocedures, ongeacht of deze al dan niet elektronisch worden
verricht. Daartoe bewaren zij documenten voor alle stadia in de
aanbestedingsprocedure, met inbegrip van de communicatie met ondernemers en
interne beraadslaging, voorbereiding van de inschrijvingen, eventuele dialoog
of onderhandeling, selectie en gunning van de opdracht. 2.
De gegevens worden gedurende ten minste vier jaar
na de datum van gunning van de opdracht bewaard, zodat de aanbestedende dienst
de Commissie of de nationale toezichtsinstantie gedurende dat tijdvak
desgevraagd de nodige inlichtingen kan verstrekken. Artikel 95
Nationale verslaglegging 1.
De overeenkomstig artikel 93 opgerichte of
aangewezen instanties zenden de Commissie uiterlijk op 31 oktober van het
volgende jaar op basis van een standaardformulier een uitvoerings- en
statistisch verslag over het jaar. 2.
Het in lid 1 bedoelde verslag vermeldt ten minste
de totale waarde, uitgesplitst naar categorie van activiteiten als bedoeld in
de artikelen 5 tot en met 11, van de opdrachten die onder de in artikel 12
vastgestelde drempelwaarden zijn gegund maar waarop deze richtlijn van
toepassing zou zijn indien de waarde ervan de drempelwaarde overschreed. 3.
De lidstaten zorgen ervoor dat dit verslag ten
minste melding maakt van het aantal en de waarde van de gegunde opdrachten,
uitgesplitst naar categorie van de activiteiten als bedoeld in de artikelen 5
tot en met 11 en alle andere gegevens die nodig zijn om de correcte toepassing
van de overeenkomst te controleren. Het verslag vermeldt het aantal en de
waarde van de opdrachten die volgens een procedure van gunning door
onderhandelingen zonder oproep tot mededinging zijn gegund, uitgesplitst
volgens de in artikel 44 bedoelde omstandigheden en naar categorie van
activiteiten als bedoeld in de artikelen 5 tot en met 11. Het vermeldt eveneens
de lidstaat of het derde land van de begunstigde ondernemer. 4.
Dit jaarlijks verslag bevat voorts voor elk van de
in de artikelen 5 tot en met 11 bedoelde activiteiten een lijst van
aanbestedende diensten die de bedoelde activiteit uitoefenen, met vermelding
voor elke dienst van het uniek identificatienummer wanneer de nationale
wetgeving in een dergelijk nummer voorziet. De Commissie kan op gezette tijdstippen in het Publicatieblad
van de Europese Unie een lijst van deze aanbestedende diensten ter
informatie bekendmaken. 5.
De Commissie stelt het standaardformulier vast voor
het opmaken van het in lid 1 bedoelde jaarlijkse uitvoerings- en statistisch
verslag. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in
artikel 100 bedoelde raadplegingsprocedure. 6.
De in lid 5 bedoelde handelingen zorgen ervoor dat: (a)
de statistische gegevens ten behoeve van
administratieve vereenvoudiging steekproefsgewijs kunnen worden verzameld, mits
de representativiteit daardoor niet wordt aangetast; (b)
het vertrouwelijke karakter van de verstrekte
informatie wordt geëerbiedigd. Artikel 96
Bijstand aan aanbestedende diensten en ondernemingen 1.
De lidstaten stellen structuren voor technische
ondersteuning ter beschikking om aanbestedende diensten juridisch en economisch
advies, voorlichting en bijstand te verlenen bij de voorbereiding en uitvoering
van aanbestedingsprocedures. De lidstaten zorgen er eveneens voor dat elke
aanbestedende dienst bekwame bijstand en adviesverlening over individuele
aangelegenheden kan verkrijgen. 2.
Teneinde de toegang van ondernemers, en met name
kmo's, tot aanbestedingen te verbeteren en het correcte begrip van de
bepalingen van deze richtlijn te bevorderen, zorgen de lidstaten ervoor dat
passende bijstand kan worden verkregen, ook met elektronische middelen of met
gebruik van bestaande netwerken voor beroepsondersteuning. 3.
Specifieke administratieve ondersteuning wordt ter
beschikking gesteld van ondernemers die voornemens zijn deel te nemen aan een
aanbestedingsprocedure in een andere lidstaat. Deze ondersteuning heeft ten
minste betrekking op de administratieve verplichtingen in de betrokken lidstaat
en op mogelijke verplichtingen op het gebied van elektronische aanbestedingen. De lidstaten zorgen ervoor dat belangstellende
ondernemers een vlotte toegang krijgen tot passende informatie over
verplichtingen met betrekking tot belastingen, milieubescherming en sociaal- of
arbeidsrechtelijke verplichtingen die gelden in de lidstaat, regio of plaats
waar de werken moeten worden uitgevoerd of de diensten moeten worden verricht
en die bij de uitvoering van de opdracht van toepassing zullen zijn op de ter
plaatse uit te voeren werken of te leveren diensten. 4.
Voor de toepassing van de leden 1, 2 en 3 kunnen de
lidstaten een of meerdere instanties of administratieve structuren aanwijzen.
De lidstaten zorgen voor een passende coördinatie tussen deze instanties en
structuren. Artikel 97
Administratieve samenwerking 1.
De lidstaten verlenen elkaar wederzijdse bijstand
en nemen maatregelen met het oog op daadwerkelijke onderlinge samenwerking
teneinde uitwisseling van informatie over de in de artikelen 56, 75 en 79
bedoelde onderwerpen te verzekeren. Zij zien toe op de vertrouwelijkheid van de
onderling uitgewisselde informatie. 2.
De bevoegde autoriteiten van alle betrokken
lidstaten wisselen informatie uit met inachtneming van de wetgeving inzake
bescherming van persoonsgegevens als bedoeld in de Richtlijnen 95/46/EG van het
Europees Parlement en de Raad[50]
en 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad[51]. 3.
Voor de toepassing van dit artikel wijzen de
lidstaten een of meerdere contactpunten aan en delen zij de contactgegevens
daarvan mee aan de overige lidstaten, de toezichtsinstanties en de Commissie.
De lidstaten publiceren de lijst van contactpunten en werken deze regelmatig
bij. De toezichtsinstantie wordt belast met de coördinatie van deze
contactpunten. 4.
De uitwisseling van informatie geschiedt door
middel van het informatiesysteem interne markt (IMI) opgericht overeenkomstig
Verordening (EU) nr. XXX/XXXX van het Europees Parlement en de Raad[52] [voorstel van verordening
van het Europees Parlement en de Raad betreffende de administratieve
samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ('de IMI-verordening')
COM(2011) 522]. De lidstaten verstrekken onverwijld de door andere
lidstaten gevraagde informatie. TITEL V
GEDELEGEERDE BEVOEGDHEDEN, UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN EN SLOTBEPALINGEN Artikel 98
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te
stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde
voorwaarden. 2.
De in de artikelen 4, 35, 33, 38, 25, 65, 70, 77, 85
en 95 bedoelde delegatie van bevoegdheden aan de Commissie geschiedt voor
onbepaalde tijd vanaf [de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn]. 3.
De in de artikelen 4, 35, 33, 38, 25, 65, 70, 77, 85
en 95 bedoelde delegatie van bevoegdheden kan door het Europees Parlement of de
Raad te allen tijde worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking beëindigt de
delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op
de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de
geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling
vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in
kennis. 5.
Een overeenkomstig artikel 98 vastgestelde
gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement
of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de
handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft
gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het
verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat
zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees
Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd. Artikel 99
Spoedprocedure 1.
Gedelegeerde handelingen die overeenkomstig dit
artikel worden vastgesteld, treden onverwijld in werking en zijn van toepassing
zolang geen bezwaar wordt aangetekend overeenkomstig lid 2. In de
kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de
Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de
spoedprocedure. 2.
Het Europees Parlement of de Raad kan
overeenkomstig de in artikel 98, lid 5, bedoelde procedure bezwaar aantekenen
tegen een gedelegeerde handeling. In dit geval trekt de Commissie de handeling
na kennisgeving van het besluit van het Europees Parlement en de Raad om
bezwaar aan te tekenen onverwijld in. Artikel 100
Comitéprocedure 1.
De Commissie wordt bijgestaan door het Raadgevend
Comité inzake overheidsopdrachten, dat is ingesteld bij Besluit 71/306/EEG van
de Raad[53].
Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. 2.
Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, is
artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Artikel 101
Omzetting 1.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 2014
aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die
bepalingen onverwijld mede. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen,
wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze
richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de
lidstaten. 2.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de
belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze
richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 102
Intrekkingen Richtlijn 2004/17/EG wordt ingetrokken met
ingang van 30 juni 2014. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn
gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens
de concordantietabel in bijlage XXI. Artikel 103
Evaluatie De Commissie evalueert de economische gevolgen
voor de interne markt die voortvloeien uit de toepassing van de in artikel 12
vastgestelde drempelwaarden en brengt daarover uiterlijk op 30 juni 2017
verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad. In geval van verandering van de krachtens de
overeenkomst geldende drempelwaarden wordt het verslag, indien passend, gevolgd
door een wetgevingsvoorstel tot wijziging van de in deze richtlijn vastgestelde
drempelwaarden. Artikel 104
Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de
twintigste dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Artikel 105
Adressaten Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 20.12.2011 Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter BIJLAGE I
Lijst van activiteiten in de zin van
artikel 2, punt 8, onder a) Bij verschillen tussen CPV en NACE is de
CPV-nomenclatuur van toepassing. NACE(1): || CPV-code SECTIE F || BOUWNIJVERHEID Afdeling || Groep || Klasse || Omschrijving || Toelichting 45 || || || Bouwnijverheid || Deze afdeling omvat: nieuwbouw, restauratiewerk en gewone reparaties. || 45000000 || 45.1 || || Het bouwrijp maken van terreinen || || 45100000 || || 45.11 || Slopen van gebouwen; grondverzet || Deze klasse omvat: — het slopen van gebouwen en andere bouwwerken, — het ruimen van bouwterreinen, — het grondverzet: graven, ophogen, egaliseren en nivelleren van bouwterreinen, graven van sleuven en geulen, verwijderen van rotsen, grondverzet met behulp van explosieven enz. — het geschikt maken van terreinen voor mijnbouw: — verwijderen van deklagen en overige werkzaamheden in verband met de ontsluiting van delfstoffen en de voorbereiding van de ontginning. Deze klasse omvat voorts: — de drainage van bouwterreinen, — de drainage van land- en bosbouwgrond. || 45110000 || || 45.12 || Proefboren en boren || Deze klasse omvat: — het proefboren en het nemen van bodemmonsters ten behoeve van de bouw of voor geofysische, geologische of dergelijke doeleinden. Deze klasse omvat niet: — het boren van putten voor de aardolie- of aardgaswinning, zie 11.20, — het boren van waterputten, zie 45.25, — het delven van mijnschachten, zie 45.25, — de aardolie- en aardgasexploratie en geofysisch, geologisch en seismisch onderzoek, zie 74.20. || 45120000 || 45.2 || || Burgerlijke en utiliteitsbouw; weg- en waterbouw || || 45200000 || || 45.21 || Algemene bouwkundige en civieltechnische werken || Deze klasse omvat: — de bouw van alle soorten gebouwen de uitvoering van civieltechnische werken, — bruggen, inclusief die voor verhoogde wegen, viaducten, tunnels en ondergrondse doorgangen, — pijpleidingen, kabels en hoogspanningsleidingen over lange afstand, — pijpleidingen, kabels en hoogspanningsleidingen in de bebouwde kom, — bijkomende werken, — het monteren en optrekken van geprefabriceerde constructies ter plaatse. Deze klasse omvat niet: — diensten in verband met de aardolie- en de aardgaswinning, zie 11.20, — het optrekken van volledige geprefabriceerde constructies van zelf vervaardigde onderdelen, niet van beton, zie 20, 26 en 28, — bouwwerkzaamheden aan of in stadions, zwembaden, sporthallen, tennisbanen, golfterreinen en andere sportaccommodaties, andere dan het optrekken van gebouwen, zie 45.23, — installatiewerkzaamheden, zie 45.3, — de afwerking van gebouwen, zie 45.4, — architecten en ingenieurs, zie 74.20, — projectbeheer voor de bouw, zie 74.20. || 45210000 Met uitzondering van: -45213316 45220000 45231000 45232000 || || 45.22 || Dakbedekking en bouw van dakconstructies || Deze klasse omvat: — de bouw van daken, — dakbedekking, — het waterdicht maken. || 45261000 || || 45.23 || Bouw van autowegen en andere wegen, vliegvelden en sportaccommodaties || Deze klasse omvat: — de bouw van autowegen, straten en andere wegen en paden voor voertuigen en voetgangers, — de bouw van spoorwegen, — de bouw van start- en landingsbanen, — bouwwerkzaamheden aan of in stadions, zwembaden, sporthallen, tennisbanen, golfterreinen en andere sportaccommodaties, andere dan het optrekken van gebouwen, — het schilderen van markeringen op wegen en parkeerplaatsen. Deze klasse omvat niet: — voorafgaand grondverzet, zie 45.11. || 45212212 en DA03 45230000 behalve: -45231000 -45232000 -45234115 || || 45.24 || Waterbouw || Deze klasse omvat: — de aanleg van: — waterwegen, haven- en rivierwerken, jachthavens, sluizen enz., — dammen en dijken, — baggerwerk, — werkzaamheden onder water. || 45240000 || || 45.25 || Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw || Deze klasse omvat: — gespecialiseerde bouwwerkzaamheden ten behoeve van diverse bouwwerken, waarvoor specifieke ervaring of een speciale uitrusting nodig is, — bouw van funderingen, inclusief heien, — boren en aanleggen van waterputten, delven van mijnschachten, — opbouw van niet zelf vervaardigde elementen van staal, — buigen van staal, — metselen, inclusief zetten van natuursteen, — optrekken en afbreken van steigers en werkplatforms, inclusief verhuur van steigers en werkplatforms, — bouw van schoorstenen en industriële ovens. Deze klasse omvat niet: — de verhuur van steigers zonder optrekken en afbreken, zie 71.32. || 45250000 45262000 || 45.3 || || Installatie || || 45300000 || || 45.31 || Elektrische installatie || Deze klasse omvat: de installatie in gebouwen en andere bouwwerken van: — elektrische bedrading en toebehoren, — telecommunicatiesystemen, — elektrische verwarmingssystemen, — antennes, — brandalarmsystemen, — inbraakalarmsystemen, — liften en roltrappen, — bliksemafleiders, enz. || 45213316 45310000 Met uitzondering van: -45316000 || || 45.32 || Isolatie || Deze klasse omvat: — het aanbrengen in gebouwen en andere bouwwerken van isolatiemateriaal (warmte, geluid, trillingen). Deze klasse omvat niet: — het waterdicht maken, zie 45.22. || 45320000 || || 45.33 || Loodgieterij || Deze klasse omvat: — de installatie in gebouwen en andere bouwwerken van: — waterleidingen en artikelen voor sanitair gebruik, — gasaansluitingen, — apparatuur en leidingen voor verwarming, ventilatie, koeling en klimaatregeling, — sprinklerinstallaties. Deze klasse omvat niet: — de installatie en reparatie van elektrische verwarmingsinstallaties, zie 45.31. || 45330000 || || 45.34 || Overige bouwinstallatie || Deze klasse omvat: — de installatie van verlichtings- en signaleringssystemen voor wegen, spoorwegen, luchthavens en havens, — de installatie in en aan gebouwen en andere bouwwerken van toebehoren, niet elders geklasseerd. || 45234115 45316000 45340000 || 45.4 || || Afwerking van gebouwen || || 45400000 || || 45.41 || Stukadoorswerk || Deze klasse omvat: — het aanbrengen van pleister- en stukadoorswerk (inclusief het aanbrengen van een hechtgrond) aan de binnen- of buitenzijde van gebouwen en andere bouwwerken. || 45410000 || || 45.42 || Schrijnwerk || Deze klasse omvat: — het plaatsen van niet zelf vervaardigde deuren, vensters, kozijnen, inbouwkeukens, trappen, winkelinrichtingen en dergelijke, van hout of van ander materiaal, — de binnenafwerking, zoals plafonds, wandbekleding van hout, verplaatsbare tussenwanden enz. Deze klasse omvat niet: — het leggen van parket of andere houten vloerbedekking, zie 45.43. || 45420000 || || 45.43 || Vloerafwerking en behangen || Deze klasse omvat: — het aanbrengen in gebouwen en andere bouwwerken van: — — vloer- of wandtegels van keramische stoffen, beton of gehouwen steen, — parket en andere houten vloerbedekking; tapijt en vloerbedekking van linoleum, — ook van rubber of van kunststof, — vloerbedekking en wandbekleding van terrazzo, marmer, graniet of lei, — behang. || 45430000 || || 45.44 || Schilderen en glaszetten || Deze klasse omvat: — het schilderen van het binnen- en buitenwerk van gebouwen, — het schilderen van wegen- en waterbouwkundige werken, — het aanbrengen van glas, spiegels, enz. Deze klasse omvat niet: — de installatie van vensters, zie 45.42. || 45440000 || || 45.45 || Overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen || Deze klasse omvat: — de installatie van particuliere zwembaden, — gevelreiniging met behulp van stoom, door middel van zandstralen enz., — overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen, n.e.g. Deze klasse omvat niet: — het reinigen van het interieur van gebouwen en andere bouwwerken, zie 74.70. || 45212212 en DA04 45450000 || 45.5 || || Verhuur van bouw- of sloopmachines met bedieningspersoneel || || 45500000 || || 45.50 || Verhuur van bouw- of sloopmachines met bedieningspersoneel || Deze klasse omvat niet: — de verhuur van bouw- en sloopmachines zonder bedieningspersoneel, zie 71.32. || 45500000 (1) Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 (PB L 293 van 24.10.1990, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie (PB L 83 van 3.4.1993, blz. 1). BIJLAGE II
LIJST VAN DE IN ARTIKEL 4, LID 2, BEDOELDE WETGEVING Rechten die zijn verleend door middel van een
procedure waarin passende publiciteit is verzekerd en waarin de verlening van
deze rechten gebaseerd was op objectieve criteria, vormen geen "bijzondere
of uitsluitende rechten" in de zin van deze richtlijn. Hieronder volgt een
lijst van procedures, waarin passende voorafgaande transparantie wordt
verzekerd, voor het verlenen van vergunningen op basis van andere
wetgevingshandelingen van de Europese Unie die geen "bijzondere of
uitsluitende rechten" in de zin van deze richtlijn vormen: (a)
het verlenen van een toestemming om
aardgasinstallaties te exploiteren in overeenstemming met de procedures
vastgesteld in artikel 4 van Richtlijn 98/30/EG; (b)
een vergunning of uitnodiging tot inschrijving voor
de bouw van nieuwe installaties voor elektriciteitsproductie in overeenstemming
met Richtlijn 96/92/EG; (c)
het verlenen van vergunningen met betrekking tot
een postdienst die niet is voorbehouden en niet zal worden voorbehouden, in
overeenstemming met de procedures vastgesteld in artikel 9 van Richtlijn 97/67/EG; (d)
een procedure voor het verlenen van een vergunning
voor activiteiten die de exploitatie van koolwaterstoffen inhouden, in
overeenstemming met Richtlijn 94/22/EG; (e)
openbaredienstcontracten in de zin van Verordening
(EG) nr. 1370/2007 die krachtens artikel 5, lid 3, daarvan op basis van een
aanbestedingsprocedure zijn verleend. BIJLAGE III
LIJST VAN DE IN ARTIKEL 27, LID 3, BEDOELDE WETGEVING A. VERVOER OF DISTRIBUTIE VAN GAS OF WARMTE Richtlijn 2009/73/EG B. PRODUCTIE, VERVOER OF DISTRIBUTIE VAN
ELEKTRICITEIT Richtlijn 2009/72/EG C. PRODUCTIE, VERVOER OF DISTRIBUTIE VAN
DRINKWATER Geen D. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN
VERVOERDIENSTEN PER TREIN Goederenvervoer per spoor Richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991
betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap[54] Passagiersvervoer per spoor Geen E. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN
STADSSPOORWEG-, TRAM-, TROLLEYBUS- OF BUSVERBINDINGEN Geen F. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN
POSTDIENSTEN Richtlijn 97/67/EG G. WINNING VAN AARDOLIE OF GAS Richtlijn 94/22/EG H. EXPLORATIE EN WINNING VAN STEENKOOL OF
ANDERE VASTE BRANDSTOFFEN Geen I. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN
ZEEHAVEN-, BINNENHAVEN- OF ANDERE AANLANDINGSFACILITEITEN Geen J. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN
LUCHTHAVENFACILITEITEN Geen BIJLAGE IV
voorschriften met betrekking tot MIDDELEN VOOR DE ELEKTRONISCHE ONTVANGST VAN
INSCHRIJVINGEN, AANVRAGEN TOT DEELNEMING, AANVRAGEN TOT ERKENNING EN PLANNEN EN
ONTWERPEN BIJ PRIJSVRAGEN De middelen voor de elektronische ontvangst
van inschrijvingen, aanvragen tot deelneming of erkenning en plannen en
ontwerpen bij prijsvragen moeten door passende technische voorzieningen en
procedures ten minste waarborgen dat: (a)
het exacte tijdstip en de exacte datum van
ontvangst van inschrijvingen, aanvragen tot deelneming of erkenning en van
indiening van plannen en ontwerpen precies kunnen worden vastgesteld; (b)
redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand
voor het verstrijken van de vastgestelde termijnen toegang krijgt tot de op
grond van de onderhavige voorschriften verstrekte informatie; (c)
in geval van een inbreuk op dit toegangsverbod
redelijkerwijs kan worden verzekerd dat de inbreuk gemakkelijk kan worden
opgespoord; (d)
alleen gemachtigde personen de data voor
openbaarmaking van de ontvangen informatie kunnen vaststellen of wijzigen; (e)
tijdens de verschillende fasen van de
erkenningsprocedure, de gunningsprocedure of de prijsvraag alleen door een
gelijktijdig optreden van de daartoe gemachtigde personen toegang kan worden
verkregen tot de verstrekte informatie of een gedeelte daarvan; (f)
door het gelijktijdige optreden van de gemachtigde
personen eerst na de opgegeven datum toegang tot de verstrekte informatie kan
worden verkregen; (g)
de met toepassing van de onderhavige voorschriften
ontvangen en openbaar gemaakte informatie alleen toegankelijk blijft voor de
tot inzage gemachtigde personen, en (h)
de authenticatie van inschrijvingen geschiedt
overeenkomstig de in deze bijlagen vastgestelde voorschriften. BIJLAGE V
Lijst van internationale overeenkomsten
als bedoeld in artikel 38 Overeenkomsten met de volgende landen of
groepen van landen: –
Albanië (PB L 107 van 28.4.2009) –
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L
87 van 20.3.2004) –
CARIFORUM (PB L 289 van 30.10.2008) –
Chili (PB L 352 van 30.12.2002) –
Kroatië (PB L 26 van 28.1.2005) –
Mexico (PB L 276 van 28.10.2000, L 157 van 30.6.2000) –
Montenegro (PB L 345 van 28.12.2007) –
Zuid-Korea (PB L 127 van 14.5.2011) –
Zwitserland (PB L 300 van 31.12.1972) BIJLAGE
VI
DEEL A
INFORMATIE DIE IN PERIODIEKE INDICATIEVE AANKONDIGINGEN MOET WORDEN VERMELD
(als bedoeld in artikel 61) I. INFORMATIE DIE IN ALLE GEVALLEN MOET WORDEN
VERMELD 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3. (a) Voor opdrachten voor
leveringen: aard en hoeveelheid of waarde van de prestaties of de te leveren
producten (referentienummer(s) van de nomenclatuur). (b) Voor opdrachten voor werken: aard en
omvang van de prestaties, algemene kenmerken van het werk of van de percelen
die betrekking hebben op het werk (referentienummer(s) van de nomenclatuur). (c) Voor opdrachten voor diensten: totaal van
de voorgenomen aankopen voor elk van de beoogde categorieën van diensten
(referentienummer(s) van de nomenclatuur). 4. Datum van verzending van de
aankondiging of van de aankondiging van bekendmaking van deze vooraankondiging
in het kopersprofiel. 5. Andere inlichtingen. II. BIJKOMENDE INFORMATIE DIE MOETEN WORDEN
VERSTREKT WANNEER DE AANKONDIGING DIENT ALS OPROEP TOT MEDEDINGING OF EEN GROND
VORMT VOOR EEN VERKORTING VAN DE TERMIJNEN VOOR ONTVANGST VAN DE INSCHRIJVINGEN
(Artikel 61, lid 2) 6. Vermelding van het feit dat
belangstellende ondernemers de dienst op de hoogte moeten brengen van hun belangstelling
voor de opdracht(en). 7. E-mail- of internetadres waar
de specificaties en aanvullende documenten beschikbaar zullen zijn voor
kosteloze, rechtstreekse en volledige toegang. 8. Zo nodig, vermelden of de
aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering
ervan in het kader van programma's voor beschutte werkplaatsen plaatsvindt. 9. Uiterste termijn voor
ontvangst van het verzoek om te worden uitgenodigd tot het indienen van een
inschrijving of tot onderhandelingen. 10. Aard en hoeveelheid van de te
leveren producten of algemene aard van het werk of categorie waartoe de dienst
behoort, en beschrijving, met vermelding of het om (een) raamovereenkomst(en)
gaat, inclusief van mogelijke latere aanbestedingen en een voorlopig tijdschema
voor de uitoefening van deze mogelijkheid, alsook van het aantal eventuele
verlengingen. In geval van periodiek terugkerende opdrachten, verdere
vermelding van het voorlopige tijdschema van latere oproepen tot mededinging.
Vermelding of het een aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan
betreft. 11. NUTS-code voor de voornaamste
plaats van uitvoering van de werken in het geval van opdrachten voor werken of
NUTS-code voor de voornaamste plaats van leveringen of prestatie in het geval
van leveringen en diensten; indien de opdracht verdeeld is in percelen, moet
deze informatie worden verstrekt voor elk perceel. 12. Leverings- of
uitvoeringstermijn of looptijd van de opdracht voor diensten en, in de mate van
het mogelijke, de datum van aanvang. 13. Adres waar belangstellende
ondernemingen schriftelijk hun belangstelling te kennen kunnen geven. 14. Uiterste termijn voor
ontvangst van de blijken van belangstelling. 15. Taal of talen waarin de
aanvragen tot deelneming of inschrijvingen moeten worden ingediend. 16. Voorschriften van economische
en technische aard, financiële en technische waarborgen die van de leveranciers
worden verlangd. 17. (a) Vermoedelijke datum van
aanvang van de procedures voor het gunnen van de opdracht(en) (indien bekend); (b) Aard van de gunningsprocedure
(niet-openbaar of via onderhandelingen); (c) Bedrag en wijze van betaling van de
kosten voor het verkrijgen van de documentatie betreffende de raadpleging. 18. Indien van toepassing, de
bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht(en). 19. Indien van toepassing,
vermelding van: (a)
verplichting of mogelijkheid tot elektronische
indiening van inschrijvingen of aanvragen tot deelneming, (b)
gebruik van elektronische orders, (c)
gebruik van elektronische facturatie, (d)
gebruik van elektronische betalingen. 20. Naam en adres van de instantie
die bevoegd is voor beroepsprocedures en, in voorkomend geval,
bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen
van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoon- en faxnummer en
e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen verkrijgbaar zijn. 21. De in artikel 76 bedoelde
criteria die, indien bekend, bij de toewijzing van de opdracht zullen worden
gehanteerd: "laagste prijs" of "economisch meest voordelige
inschrijving". De criteria die de economisch meest voordelige inschrijving
opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van
belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in de
specificaties staan of niet zullen worden vermeld in de uitnodiging tot
bevestiging van belangstelling als bedoeld in artikel 61, lid 2,
onder b), of in de uitnodiging tot indiening van een inschrijving of tot
onderhandelingen. DEEL B
informatie DIE MOET WORDEN VERMELD IN DE AANKONDIGING VAN bekendmaking VIA HET
KOPERSPROFIEL VAN EEN NIET ALS OPROEP TOT MEDEDINGING GEBRUIKTE periodieke
indicatieve aankondiging
(als bedoeld in artikel 61, lid 1) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Referentienummer(s) van de CPV-nomenclatuur. 4.
Internetadres van het "kopersprofiel"
(URL). 5.
Datum van verzending van de aankondiging van
bekendmaking van de periodieke indicatieve aankondiging in het kopersprofiel Bijlage
VII
Informatie die in de specificaties op elektronische veilingen moet worden
vermeld (artikel 47, lid 4) De te gebruiken
specificaties wanneer aanbestedende diensten besloten hebben een elektronische
veiling te houden, bevatten ten minste de volgende informatie: (a)
de elementen waarvan de waarden deel uitmaken van
de elektronische veiling, voorzover deze elementen kwantificeerbaar zijn en in
cijfers of procenten kunnen worden uitgedrukt; (b)
de eventuele limieten van de waarden die kunnen
worden ingediend, zoals deze voortvloeien uit de specificaties betreffende het
voorwerp van de opdracht; (c)
de informatie die in de elektronische veiling ter
beschikking van de inschrijvers zal worden gesteld en het tijdstip waarop die
informatie in voorkomend geval ter beschikking wordt gesteld; (d)
relevante informatie betreffende het verloop van de
elektronische veiling; (e)
de voorwaarden waaronder de inschrijvers een bod
kunnen doen en met name de minimumverschillen die in voorkomend geval voor de
biedingen vereist zijn; (f)
relevante informatie betreffende de gebruikte
elektronische uitrusting en de nadere technische bepalingen en specificaties
voor de verbinding. BIJLAGE VIII
DEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES Voor de toepassing van deze richtlijn wordt
verstaan onder: (1)
"technische specificatie" heeft een van
de volgende betekenissen: (a)
in het geval van opdrachten voor leveringen of voor
diensten, een specificatie die voorkomt in een document ter omschrijving van de
vereiste kenmerken van een product of een dienst, zoals het kwaliteitsniveau,
prestaties op het gebied van milieu en klimaat, geschiktheid van het ontwerp
voor alle behoeften (met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten)
en conformiteitsbeoordeling, prestaties, gebruik, veiligheid of afmetingen van
het product, met inbegrip van de voor het product geldende voorschriften inzake
handelsbenaming, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden,
verpakking, markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen, productieprocédés
en -methoden in elk stadium van de levenscyclus van de levering of dienst, en
conformiteitsprocedures; (b) in het geval van opdrachten voor werken,
alle technische voorschriften, met name die welke zijn vermeld in de
aanbestedingsdocumenten en een omschrijving geven van de vereiste kenmerken van
een materiaal, een product of een levering en aan de hand waarvan een materiaal,
een product of een levering zodanig kan worden omschreven dat dit voldoet aan
het gebruik waarvoor het door de aanbestedende dienst is bestemd; tot deze
kenmerken behoren ook de prestaties op het gebied van het milieu en het
klimaat, de geschiktheid van een ontwerp voor alle behoeften (met inbegrip van
de toegankelijkheid voor gehandicapten) en de conformiteitsbeoordeling, de
prestaties, veiligheid of afmetingen, met inbegrip van
kwaliteitsborgingsprocedures, terminologie, symbolen, proefnemingen en
proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering,
gebruiksaanwijzingen en productieprocessen en –methoden in elk stadium van de
levenscyclus van de werken; deze kenmerken omvatten eveneens voorschriften voor
ontwerpen en kostenberekening, de voorwaarden voor proefnemingen, controle en
oplevering van de werken, alsmede de bouwtechnieken of bouwwijzen en alle
andere technische voorwaarden die de aanbestedende dienst bij algemene dan wel
bijzondere maatregel kan opleggen met betrekking tot de voltooide werken en tot
de materialen of bestanddelen waaruit deze werken zijn samengesteld; (2)
"norm" is een technische specificatie die
door een erkende normalisatie-instelling voor herhaalde of voortdurende
toepassing is goedgekeurd, waarvan de inachtneming niet verplicht is en die tot
een van de volgende categorieën behoort: (a)
"internationale norm": een norm die door
een internationale normalisatie-instelling is aangenomen en ter beschikking van
het publiek is gesteld; (b)
"Europese norm": een norm die door een
Europese normalisatie-instelling is aangenomen en ter beschikking van het
publiek is gesteld; (c)
"nationale norm": een norm die door een
nationale normalisatie-instelling is aangenomen en ter beschikking van het
publiek is gesteld; (3)
"Europese technische goedkeuring" is een
gunstige technische beoordeling op basis van de bevinding dat aan de essentiële
eisen wordt voldaan, waarbij een product, gezien zijn intrinsieke eigenschappen
en de vastgestelde voorwaarden voor de toepassing en het gebruik ervan, geschikt
wordt verklaard voor het gebruik voor bouwdoeleinden. De Europese technische
goedkeuring wordt afgegeven door een instelling die daartoe door de lidstaat is
aangewezen; (4)
"gemeenschappelijke technische
specificaties" zijn technische specificaties opgesteld volgens een door de
lidstaten erkende procedure of volgens de artikelen 9 en 10 van Verordening
[XXX] van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese normalisatie
[en tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad, de
Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG,
2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad] die in het
Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt; (5)
"technisch referentiekader" is ieder
ander document dan de officiële normen, dat door Europese
normalisatie-instellingen is opgesteld volgens procedures die aan de
ontwikkeling van de markt zijn aangepast. BIJLAGE IX
NADERE GEGEVENS BETREFFENDE DE BEKENDMAKING 1.
Bekendmaking van aankondigingen De in de artikelen 61, 62, 63, 64, 85 en 89
bedoelde aankondigingen moeten door de aanbestedende diensten naar het Bureau
voor publicaties van de Europese Unie worden gezonden en bekend worden gemaakt
volgens onderstaande regels: (a)
De in de artikelen 61, 62, 63, 64, 85 en 89
bedoelde aankondigingen worden bekendgemaakt door het Bureau voor publicaties
van de Europese Unie of door de aanbestedende diensten in het geval van een
overeenkomstig artikel 61, lid 1, via een kopersprofiel bekendgemaakte
periodieke indicatieve aankondiging. De aanbestedende diensten kunnen deze informatie
bovendien via een "kopersprofiel" als bedoeld in punt 2, onder b), op
het internet bekendmaken. (b)
Het Bureau voor publicaties van de Europese Unie
verstrekt de aanbestedende dienst de in artikel 65, lid 5, tweede alinea,
bedoelde bevestiging. 2.
Bekendmaking van aanvullende of bijkomende
informatie (a)
De aanbestedende diensten maken de specificaties en
de aanvullende documentatie volledig op het internet bekend. (b)
Het kopersprofiel kan periodieke indicatieve aankondigingen,
als bedoeld in artikel 61, lid 1, bevatten alsmede informatie over
lopende uitnodigingen tot indiening van inschrijvingen, voorgenomen aankopen,
gegunde opdrachten, geannuleerde procedures, en alle nuttige algemene
informatie, zoals het contactpunt, een telefoon- en faxnummer, een postadres en
een e-mailadres. 3.
Formaat en procedure voor de elektronische
verzending van aankondigingen Het formaat en de procedure voor de
elektronische verzending van aankondigingen zijn op te vragen op internetadres
"http://simap.eu.int". BIJLAGE X
INFORMATIE DIE IN DE AANKONDIGING INZAKE HET BESTAAN VAN EEN ERKENNINGSREGELING
MOET WORDEN OPGENOMEN
(als bedoeld in artikel 39, lid 2, onder b), en artikel 62) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Zo nodig, vermelden of de aanbesteding bestemd is
voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van
programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 4.
Onderwerp van de erkenningsregeling (beschrijving
van (categorieën van) producten, diensten of werken die door middel van deze
regeling moeten worden aangekocht - referentienummer(s) van de nomenclatuur).
NUTS-code voor de voornaamste plaats van uitvoering van de werken in het geval
van opdrachten voor werken of NUTS-code voor de voornaamste plaats van levering
of verrichting van de prestatie in het geval van opdrachten voor leveringen en
diensten. 5.
Voorwaarden die door ondernemers moeten worden
vervuld met het oog op hun erkenning overeenkomstig de regeling en methoden
waarmee elk van deze voorwaarden zal worden gecontroleerd. Indien de
beschrijving van deze voorwaarden en toetsingsmethoden omvangrijk is en
gebaseerd is op documenten waarover de ondernemers kunnen beschikken, kan
worden volstaan met een samenvatting van de belangrijkste voorwaarden en methoden
en met een verwijzing naar deze documenten. 6.
Geldigheidsduur van de erkenningsregeling en
formaliteiten voor de verlenging ervan. 7.
Vermelding van het feit dat de aankondiging dient
als oproep tot mededinging. 8.
Adres waar nadere inlichtingen en documenten over
de erkenningsregeling kunnen worden aangevraagd (indien dat adres afwijkt van
het in punt 1 vermelde adres). 9.
Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor
beroepsprocedures en, in voorkomend geval, bemiddelingsprocedures. Precieze
aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of in voorkomend
geval, naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de dienst waar
deze inlichtingen verkrijgbaar zijn. 10.
De in artikel 76 bedoelde criteria die, indien
bekend, bij de toewijzing van de opdracht zullen worden gehanteerd:
"laagste prijs" of "economisch meest voordelige
inschrijving". De criteria die de economisch meest voordelige inschrijving
opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid
van deze criteria worden vermeld wanneer zij niet in het specificaties staan of
niet zullen worden aangegeven in de uitnodiging tot het indienen van een
inschrijving of tot onderhandelingen. 11.
Indien van toepassing, vermelding van: (a)
verplichting of mogelijkheid tot elektronische
indiening van inschrijvingen of aanvragen tot deelneming, (b)
gebruik van elektronische orders, (c)
gebruik van elektronische facturatie, (d)
gebruik van elektronische betalingen. 12.
Andere inlichtingen. BIJLAGE XI
INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN OPDRACHTEN MOET WORDEN VERMELD
(als bedoeld in artikel 63) A. OPENBARE PROCEDURES 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Zo nodig, vermelden of de aanbesteding bestemd is
voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van
programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 4.
Aard van de opdracht (leveringen, werken of
diensten; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst gaat
of om een dynamisch verkoopsysteem), beschrijving (referentienummer(s) van de
nomenclatuur). Indien van toepassing, vermelding of de inschrijvingen worden
gevraagd met het oog op aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie
hiervan. 5.
NUTS-code voor de voornaamste plaats van uitvoering
van de werken in het geval van opdrachten voor werken of NUTS-code voor de
voornaamste plaats van levering of verrichting van de prestatie in het geval
van opdrachten voor leveringen en diensten. 6.
Voor leveringen en werken: (a)
Aard en hoeveelheid van de te leveren producten
(referentienummer(s) van de nomenclatuur). Vermelding van met name de opties
voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de
uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. In
het geval van periodiek terugkerende opdrachten, verdere vermelding, indien
mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging
voor aan te kopen producten of de aard en omvang van de prestaties en de
algemene kenmerken van de werken (referentienummer(s) van de nomenclatuur). (b)
Vermelding of leveranciers de mogelijkheid hebben
om voor delen en/of voor het geheel van de gevraagde leveringen in te
schrijven. Indien, bij opdrachten voor werken, het werk of de
opdracht in meerdere percelen is verdeeld, vermelding van de orde van grootte
van de percelen en van de mogelijkheid om voor één, meerdere of alle percelen
in te schrijven. (c)
Voor opdrachten voor werken: informatie betreffende
het doel van het werk of de opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de
opstelling van ontwerpen. 7.
Voor diensten: (a)
Aard en hoeveelheid van de te verlenen diensten.
Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een
voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal
eventuele verlengingen. In het geval van periodiek terugkerende opdrachten,
verdere vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de
latere oproepen tot mededinging voor de te gunnen diensten; (b)
Vermelding of het verrichten van de dienst
ingevolge wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan een bepaalde
beroepscategorie is voorbehouden. (c)
Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen; (d)
Vermelding of rechtspersonen de namen en
beroepskwalificaties dienen op te geven van het personeel dat met het
verrichten van de dienst wordt belast. (e)
Vermelding of dienstverrichters voor een gedeelte
van de betrokken diensten kunnen inschrijven. 8.
Indien bekend, aangeven of er al dan niet varianten
zijn toegestaan. 9.
Leverings- of uitvoeringstermijn of looptijd van de
opdracht voor diensten en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang. 10.
E-mail- of internetadres waar de specificaties en
aanvullende documenten beschikbaar zullen zijn voor kosteloze, rechtstreekse en
volledige toegang. 11. (a) Uiterste datum voor
ontvangst van de inschrijvingen of van de indicatieve inschrijvingen indien het
gaat om de invoering van een dynamisch aankoopsysteem; (b) Adres waar deze moeten worden ingediend; (c) Taal of talen waarin zij moeten worden
gesteld. 12. (a) Indien van toepassing,
personen die bij de opening van de inschrijvingen worden toegelaten. (b) Dag, uur en plaats van de opening. 13. Indien van toepassing,
gevraagde borgsommen en waarborgen. 14. Belangrijkste financierings-
en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waar deze te vinden
zijn. 15. Indien van toepassing, de
vereiste rechtsvorm van de combinatie van ondernemers waaraan de opdracht wordt
gegund. 16. Minimumvoorschriften van
economische en technische aard waaraan de ondernemer aan wie de opdracht wordt
gegund, moet voldoen. 17. Termijn gedurende welke de
inschrijver zijn inschrijving gestand moet doen. 18. Indien van toepassing, de
bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht(en). 19. In artikel 76 bedoelde
gunningscriteria: "laagste prijs" of "economisch meest
voordelige inschrijving". De criteria die de economisch meest voordelige
inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde
van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in de
specificaties staan. 20. Indien van toepassing, dag(en)
en referentie(s) voor de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese
Unie van de periodieke indicatieve aankondiging of van de aankondiging van
bekendmaking in het kopersprofiel waarop de opdracht betrekking heeft. 21. Naam en adres van de instantie
die bevoegd is voor beroepsprocedures en, in voorkomend geval,
bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen
van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoon- en faxnummer en
e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen verkrijgbaar zijn. 22. Datum van verzending van de
aankondiging door de aanbestedende dienst. 23. Andere inlichtingen. B. NIET-OPENBARE PROCEDURES 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Zo nodig, vermelden of de aanbesteding bestemd is
voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van
programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 4.
Aard van de opdracht (leveringen, werken of
diensten; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst
gaat). Omschrijving (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Indien van
toepassing, vermelding of de inschrijvingen worden gevraagd met het oog op
aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan. 5.
NUTS-code voor de voornaamste plaats van uitvoering
van de werken in het geval werken of NUTS-code voor de voornaamste plaats van
levering of verrichting van de dienst. 6.
Voor leveringen en werken: (a)
Aard en hoeveelheid van de te leveren producten
(referentienummer(s) van de nomenclatuur). Vermelding van met name de
mogelijkheden tot latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema
voor de uitoefening van de mogelijkheden, alsook van het aantal eventuele
verlengingen. In het geval van periodiek terugkerende opdrachten, verdere vermelding,
indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot
mededinging voor aan te kopen producten of de aard en omvang van de prestaties
en de algemene kenmerken van de werken (referentienummer(s) van de
nomenclatuur). (b)
Vermelding of leveranciers de mogelijkheid hebben
om voor delen en/of voor het geheel van de gevraagde leveringen in te
schrijven. Indien, bij opdrachten voor werken, het werk of de
opdracht in meerdere percelen is verdeeld, vermelding van de orde van grootte
van de percelen en van de mogelijkheid om voor één, meerdere of alle percelen
in te schrijven. (c)
Informatie betreffende het doel van het werk of de
opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de opstelling van ontwerpen. 7.
Voor diensten: (a)
Aard en hoeveelheid van de te verlenen diensten.
Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een
voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal
eventuele verlengingen. In het geval van periodiek terugkerende opdrachten, verdere
vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere
oproepen tot mededinging voor de te gunnen diensten; (b)
Vermelding of het verrichten van de dienst
ingevolge wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan een bepaalde beroepscategorie
is voorbehouden. (c)
Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen; (d)
Vermelding of rechtspersonen de namen en
beroepskwalificaties dienen op te geven van het personeel dat met het
verrichten van de dienst wordt belast. (e)
Vermelding of dienstverrichters voor een gedeelte
van de betrokken diensten kunnen inschrijven. 8.
Indien bekend, aangeven of er al dan niet varianten
zijn toegestaan. 9.
Leverings- of uitvoeringstermijn of looptijd van de
opdracht en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang. 10.
Indien van toepassing, de vereiste rechtsvorm van
de combinatie van ondernemers waaraan de opdracht wordt gegund. 11. (a) Uiterste datum voor
ontvangst van de aanvragen tot deelneming; (b) Adres waar deze moeten worden ingediend; (c) Taal of talen waarin zij moeten worden
gesteld. 12. Uiterste datum voor de
verzending van de uitnodigingen tot inschrijving. 13. Indien van toepassing,
gevraagde borgsommen en waarborgen. 14. Belangrijkste financierings-
en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waar deze te vinden
zijn. 15. Informatie over de situatie
van de ondernemer en minimumvoorschriften van economische en technische aard
waaraan hij moet voldoen. 16. In artikel 76 bedoelde
gunningscriteria: "laagste prijs" of "economisch meest
voordelige inschrijving". De criteria die de economisch meest voordelige
inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde
van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in de
specificaties staan of niet zullen worden vermeld in de uitnodiging tot het
indienen van een inschrijving. 17. Indien van toepassing, de
bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht(en). 18. Indien van toepassing, dag(en)
en referentie(s) voor de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese
Unie van de periodieke indicatieve aankondiging of van de aankondiging van
bekendmaking in het kopersprofiel waarop de opdracht betrekking heeft. 19. Naam en adres van de instantie
die bevoegd is voor beroepsprocedures en, in voorkomend geval,
bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen
van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoon- en faxnummer en
e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen verkrijgbaar zijn. 20. Datum van verzending van de
aankondiging door de aanbestedende dienst. 21. Andere inlichtingen. C. PROCEDURES VAN GUNNING DOOR
ONDERHANDELINGEN 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit 3.
Zo nodig, vermelden of de aanbesteding bestemd is
voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van
programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 4.
Aard van de opdracht (leveringen, werken of
diensten; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst
gaat). Omschrijving (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Indien van
toepassing, vermelding of de inschrijvingen worden gevraagd met het oog op
aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan. 5.
NUTS-code voor de voornaamste plaats van uitvoering
van de werken in het geval werken of NUTS-code voor de voornaamste plaats van
levering of verrichting van de dienst. 6.
Voor leveringen en werken: (a)
Aard en hoeveelheid van de te leveren producten
(referentienummer(s) van de nomenclatuur). Vermelding van met name de
mogelijkheden tot latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema
voor de uitoefening van de mogelijkheden, alsook van het aantal eventuele
verlengingen. In het geval van periodiek terugkerende opdrachten, verdere
vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere
oproepen tot mededinging voor aan te kopen producten of de aard en omvang van
de prestaties en de algemene kenmerken van de werken (referentienummer(s) van
de nomenclatuur). (b)
Vermelding of leveranciers de mogelijkheid hebben
om voor delen en/of voor het geheel van de gevraagde leveringen in te
schrijven. Indien, bij opdrachten voor werken, het werk of de
opdracht in meerdere percelen is verdeeld, vermelding van de orde van grootte
van de percelen en van de mogelijkheid om voor één, meerdere of alle percelen
in te schrijven. (c)
Voor opdrachten voor werken: informatie betreffende
het doel van het werk of de opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de
opstelling van ontwerpen. 7.
Voor diensten: (a)
Aard en hoeveelheid van de te verrichten diensten,
met inbegrip van mogelijkheden voor latere aanbestedingen en, indien mogelijk,
een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van deze mogelijkheden, alsook van
het aantal eventuele verlengingen. In het geval van periodiek terugkerende
opdrachten, verdere vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema
van de latere oproepen tot mededinging voor de te gunnen diensten; (b)
Vermelding of het verrichten van de dienst
ingevolge wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan een bepaalde
beroepscategorie is voorbehouden. (c)
Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen; (d)
Vermelding of rechtspersonen de namen en
beroepskwalificaties dienen op te geven van het personeel dat met het
verrichten van de dienst wordt belast. (e)
Vermelding of dienstverrichters voor een gedeelte
van de betrokken diensten kunnen inschrijven. 8.
Indien bekend, aangeven of er al dan niet varianten
zijn toegestaan. 9.
Leverings- of uitvoeringstermijn of looptijd van de
opdracht en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang. 10.
Indien van toepassing, de vereiste rechtsvorm van
de combinatie van ondernemers waaraan de opdracht wordt gegund. 11. (a) Uiterste datum voor
ontvangst van de aanvragen tot deelneming; (b) Adres waar deze moeten worden ingediend; (c) Taal of talen waarin zij moeten worden
gesteld. 12. Indien van toepassing,
verlangde borgsommen of andere waarborgen. 13. Belangrijkste financierings-
en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waar deze te vinden
zijn. 14. Informatie over de situatie
van de ondernemer en minimumvoorschriften van economische en technische aard
waaraan hij moet voldoen. 15. In artikel 76 bedoelde
gunningscriteria: "laagste prijs" of "economisch meest
voordelige inschrijving". De criteria die de economisch meest voordelige
inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde
van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in de
specificaties staan of niet zullen worden vermeld in de uitnodiging tot
onderhandelen. 16. Indien van toepassing, naam en
adres van reeds door de aanbestedende dienst geselecteerde ondernemers. 17. Indien van toepassing, de
bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht(en). 18. Indien van toepassing, dag(en)
en referentie(s) voor de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese
Unie van de periodieke indicatieve aankondiging of van de aankondiging van
bekendmaking in het kopersprofiel waarop de opdracht betrekking heeft. 19. Naam en adres van de instantie
die bevoegd is voor beroepsprocedures en, in voorkomend geval,
bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen
van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoon- en faxnummer en
e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen verkrijgbaar zijn. 20. Datum van verzending van de
aankondiging door de aanbestedende dienst. 21. Andere inlichtingen. BIJLAGE XII
INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN GEGUNDE OVERHEIDSOPDRACHTEN MOET WORDEN
VERMELD
(als bedoeld in artikel 64) I. In het Publicatieblad van de Europese
Unie[55]
te publiceren gegevens: 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Aard van de opdracht (leveringen, werken of
diensten en referentienummer(s) van de nomenclatuur; indien van toepassing,
vermelding of het om een raamovereenkomst gaat). 4.
Ten minste een beknopte beschrijving van de aard en
hoeveelheid van de producten, werken of diensten. 5. (a) Vorm van de oproep tot
mededinging (mededeling betreffende de erkenningsregeling, periodieke
aankondiging, aanbesteding). (b) Dag(en) en referentie(s) voor
bekendmaking van de aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie; (c) In het geval van opdrachten die zonder
oproep tot mededinging worden gegund, vermelding van de toepasselijke bepaling
van artikel 44. 6. Gevolgde
aanbestedingsprocedure (openbare procedure, niet-openbare procedure of gunning
via onderhandelingen). 7. Aantal ontvangen
inschrijvingen, met vermelding van (a)
aantal inschrijvingen van ondernemers die kleine en
middelgrote ondernemingen zijn, (b)
aantal inschrijvingen vanuit het buitenland, (c)
aantal elektronisch ontvangen inschrijvingen. In het geval van meervoudige gunning (percelen,
verschillende raamovereenkomsten) moet volgende informatie worden verstrekt
voor elke gunning. 8. Datum van gunning van de
opdracht(en). 9. Prijs die is betaald voor
gelegenheidsaankopen uit hoofde van artikel 44, onder i). 10. Voor elke gunning, naam, adres
en NUTS-code, telefoon- en faxnummer, e-mail- en internetadres van de
begunstigde inschrijver(s), met inbegrip van; (a)
informatie of de begunstigde inschrijver een
kleine of middelgrote ondernemingen is, (b)
vermelding of de opdracht aan een consortium is
gegund. 11. Indien van toepassing, staat
was de opdracht in onderaanbesteding is of kan worden gegeven. 12. Betaalde prijs, c.q. prijs van
de hoogste en de laagste inschrijving die bij de gunning van de opdracht in
aanmerking is genomen. 13. Naam en adres van de instantie
die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures.
Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in
voorkomend geval, naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de
dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. 14. Facultatieve gegevens: –
waarde en deel van de opdracht die aan derden in
onderaanbesteding is gegeven of kan worden gegeven; –
gunningscriteria. II. Niet voor publicatie bestemde gegevens 15. Aantal geplaatste opdrachten
(wanneer een opdracht over verschillende leveranciers is verdeeld). 16. Waarde van elke gegunde
opdracht. 17. Land van oorsprong van het
product of de dienst (van oorsprong uit de Gemeenschap of niet van oorsprong
uit de Gemeenschap; in het laatste geval, uitgesplitst per derde land). 18. Welke gunningscriteria zijn
gebruikt (economisch voordeligste aanbieding; laagste prijs)? 19. Is de opdracht gegund aan een
inschrijver die een variant voorstelt op grond van artikel 58, lid 1? 20. Zijn overeenkomstig artikel 79
bepaalde inschrijvingen niet in aanmerking genomen omdat zij abnormaal laag
waren? 21. Datum van verzending van de
aankondiging door de aanbestedende dienst. BIJLAGE XIII
Inhoud van de uitnodigingen tot
indiening van inschrijvingen, tot onderhandelingen of tot bevestiging van
belangstelling, als bedoeld in artikel 68 1.
De uitnodiging tot indiening van inschrijvingen of
tot onderhandelingen als bedoeld in artikel 68 bevat ten minste volgende
gegevens: (a)
de uiterste datum voor de ontvangst van de
inschrijvingen, het adres waar deze moeten worden ingediend en de taal of talen
waarin zij moeten worden gesteld; In het geval van opdrachten die door middel van
een innovatiepartnerschap worden gegund, verschijnt deze informatie echter niet
in de uitnodiging tot onderhandelingen maar wordt zij bekendgemaakt in de
uitnodiging tot indiening van inschrijvingen. (b)
verwijzing naar elke bekendgemaakte oproep tot
mededinging; (c)
vermelding van eventueel bij te voegen stukken; (d)
de gunningscriteria, indien deze niet vermeld zijn
in de als oproep tot mededinging gebruikte aankondiging inzake het bestaan van
een erkenningsregeling; (e)
de relatieve weging van de gunningscriteria of, in
voorkomend geval, de volgorde van deze criteria naar belangrijkheid, indien
deze gegevens niet in de aankondiging van de opdracht, de aankondiging inzake
het bestaan van een erkenningsregeling of de specificaties vermeld zijn. 2.
Wanneer een oproep tot mededinging wordt gedaan
door middel van een periodieke indicatieve aankondiging, verzoeken de
aanbestedende diensten alle gegadigden nadien hun belangstelling te bevestigen
aan de hand van nadere gegevens betreffende de betrokken opdracht, alvorens aan
te vangen met de selectie van de inschrijvers of deelnemers aan de
onderhandelingen. Deze uitnodiging omvat ten minste de volgende
gegevens: (a)
de aard en de hoeveelheid, met inbegrip van
eventuele mogelijkheden voor latere opdrachten en, indien mogelijk, een
schatting van de termijn voor de uitoefening van deze mogelijkheden; in het
geval van periodiek terugkerende opdrachten, de aard en de hoeveelheid en,
indien mogelijk, een schatting van de termijnen waarop de latere oproepen tot
mededinging voor werken, leveringen of diensten worden bekendgemaakt; (b)
type aanbestedingsprocedure: niet-openbaar of via
onderhandelingen; (c)
in voorkomend geval, de begin- of einddatum van de
levering, de werken of de diensten; (d)
het adres en de uiterste datum voor indiening van
aanvragen van aanbestedingsdocumenten alsmede de taal of talen waarin deze
moeten worden gesteld; (e)
het adres van de instantie die de opdracht zal
gunnen en die de nodige informatie zal verstrekken voor het verkrijgen van
specificaties en andere documenten; (f)
de economische en technische voorschriften, de
financiële waarborgen en de informatie die van de ondernemers wordt gevraagd; (g)
de contractvorm van de opdracht waarvoor
inschrijvingen worden gevraagd: aankoop, leasing, huur of huurkoop, of een
combinatie van deze vormen; en (h)
de gunningscriteria en de weging ervan, of, in
voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria, indien dit
niet in de indicatieve aankondiging, de specificaties of de uitnodiging tot
indiening van inschrijvingen of tot onderhandelingen is vermeld. BIJLAGE XIV
Lijst van internationale sociale en
milieuovereenkomsten, als bedoeld in de artikelen 70 en 79 –
Verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het
oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht; –
Verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van de
beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen; –
Verdrag nr. 29 betreffende de gedwongen of
verplichte arbeid; –
Verdrag nr. 105 betreffende de afschaffing van
gedwongen arbeid; –
Verdrag nr. 138 betreffende de minimumleeftijd voor
toelating tot het arbeidsproces; –
Verdrag nr. 111 betreffende discriminatie in arbeid
en beroep; –
Verdrag nr. 100 betreffende gelijke beloning van
mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde; –
Verdrag nr. 182 over de ernstigste vormen van
kinderarbeid; –
Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag
en het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken; –
Verdrag van Bazel inzake beheersing van de
grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de
verwijdering ervan (Verdrag van Bazel); –
Verdrag van Stockholm inzake persistente organische
verontreinigende stoffen (POPs-Verdrag van Stockholm); –
Verdrag inzake voorafgaande geïnformeerde
toestemming voor bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de
internationale handel (UNEP/FAO) (PIC-Verdrag), Rotterdam, 10/9/1998, en de 3
regionale protocols. BIJLAGE
XV
LIJST VAN DE IN ARTIKEL 77, LID 3, BEDOELDE WETGEVING (a)
Richtlijn 2009/33/EG. BIJLAGE XVI
INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN WIJZIGINGEN VAN EEN OPDRACHT TIJDENS DE
LOOPTIJD
(als bedoeld in artikel 82, lid 6) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Referentienummer(s) van de CPV-nomenclatuur; 4.
NUTS-code voor de voornaamste plaats van uitvoering
van de werken in het geval van opdrachten voor werken of NUTS-code voor de
voornaamste plaats van levering of verrichting van de prestatie in het geval
van opdrachten voor leveringen en diensten; 5.
Beschrijving van de aanbesteding vóór en na de
wijziging: aard en omvang van de werken, aard en hoeveelheid of waarde van de
leveringen, aard en omvang van de diensten. 6.
Indien van toepassing, verhoging van de prijs ten
gevolge van de wijziging. 7.
Omschrijving van de omstandigheden die de wijziging
noodzakelijk hebben gemaakt. 8.
Datum van het besluit tot gunning van de opdracht. 9.
Indien van toepassing, naam, adres en NUTS-code,
telefoon- en faxnummer, e-mail- en internetadres van de nieuwe ondernemer(s). 10.
Vermelding of de opdracht betrekking heeft op een
project en/of programma gefinancierd met EU-middelen. 11.
Naam en adres van de toezichtsinstantie en van de
instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel
bemiddelingsprocedures. Preciseringen betreffende de termijnen voor
beroepsprocedures of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoon-, faxnummer en
e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. BIJLAGE XVII
DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 84 CPV-Code || Beschrijving 79611000-0 en van 85000000-9 tot en met 85323000-9 (met uitzondering van 85321000-5 en 85322000-2) || Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 75121000-0, 75122000-7, 75124000-1; 79995000-5 tot en met 79995200-7 80100000-5 tot en met 80533000-8 (met uitzondering van 80533000-9, 80533100-0, 80533200-1) 92000000-1 tot en met 92700000-8 (met uitzondering van 92230000-2, 92231000-9, 92232000-6) || Administratieve diensten, onderwijs, gezondheidszorg en culturele diensten 75300000-9 || Diensten voor verplichte sociale verzekering 75310000-2, 75311000-9, 75312000-6, 75313000-3, 75313100-4, 75314000-0, 75320000-5, 75330000-8, 75340000-1 || Uitkeringsdiensten 98000000-3 || Overige gemeenschaps-, sociale en persoonlijke diensten 98120000-0 || Diensten verleend door vakbonden 98131000-0 || Religieuze diensten BIJLAGE XVIII
Informatie die moet worden vermeld in aankondigingen betreffende opdrachten
voor sociale en andere specifieke diensten
(als bedoeld in artikel 85) Deel A Aankondiging van opdracht 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Omschrijving van (categorieën van) diensten en
indien van toepassing, te gunnen bijkomende werken en leveringen, met inbegrip
van vermelding van hoeveelheden of waarden, referentienummer(s) van de
nomenclatuur. 4.
NUTS-code voor de voornaamste plaats van
verrichting van de diensten. 5.
Zo nodig, vermelden of de aanbesteding bestemd is
voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van
programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 6.
Voornaamste voorwaarden waaraan ondernemers moeten
voldoen om te kunnen deelnemen, of indien van toepassing, het elektronisch
adres waar nadere informatie verkrijgbaar is. 7.
Termijn(en) voor contact met de aanbestedende
diensten voor de deelneming. 8.
Andere inlichtingen. Deel B Aankondiging van gunning van
opdracht 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale wetgeving
daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en faxnummer,
e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien verschillend,
van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Ten minste een beknopte beschrijving van de aard en
hoeveelheid van de producten, en indien van toepassing, de bijkomende werken en
leveringen. 4.
Verwijzing naar bekendmaking van de aankondiging in
het Publicatieblad van de Europese Unie. 5.
Aantal ontvangen inschrijvingen. 6.
Naam en adres van de gekozen ondernemer(s). 7.
Andere inlichtingen. BIJLAGE XIX
INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN VERMELD
(als bedoeld in artikel 89, lid 1) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Beschrijving van het ontwerp (referentienummer(s)
van de nomenclatuur). 4.
Type prijsvraag: openbaar of niet-openbaar. 5.
In geval van een openbare prijsvraag: uiterste
datum voor ontvangst van de ontwerpen. 6.
In geval van een niet-openbare prijsvraag: (a)
beoogd aantal deelnemers, of minimum- en
maximumaantal; (b)
indien van toepassing, namen van reeds
geselecteerde deelnemers; (c)
criteria voor selectie van de deelnemers; (d)
uiterste datum voor ontvangst van de aanvragen tot
deelneming. 7.
Indien van toepassing, vermelding of de deelneming
aan een bepaalde beroepscategorie is voorbehouden. 8.
Criteria die bij de beoordeling van de ontwerpen
worden gehanteerd. 9.
Indien van toepassing, namen van de geselecteerde
juryleden. 10.
Vermelding of de beslissing van de jury bindend is
voor de aanbestedende dienst. 11.
Indien van toepassing, aantal prijzen en waarde
ervan. 12.
Indien van toepassing, nadere gegevens over
vergoedingen aan alle deelnemers. 13.
Vermelding of de winnaars recht hebben op eventuele
vervolgopdrachten. 14.
Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor
beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van
de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam,
adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze
inlichtingen kunnen worden verkregen. 15.
Datum van verzending van de aankondiging. 16.
Andere relevante inlichtingen. BIJLAGE XX
INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN UITSLAGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN
VERMELD
(als bedoeld in artikel 89, lid 1) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving daarin voorziet), adres met inbegrip van NUTS-code, telefoon- en
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien
verschillend, van de dienst waar aanvullende informatie te verkrijgen is. 2.
Hoofdactiviteit. 3.
Beschrijving van het ontwerp (referentienummer(s)
van de nomenclatuur). 4.
Totaal aantal deelnemers. 5.
Aantal buitenlandse deelnemers. 6.
Winnaar(s) van de prijsvraag. 7.
Indien van toepassing, toegekende prijs of prijzen. 8.
Andere inlichtingen. 9.
Verwijzing naar de aankondiging van de prijsvraag. 10.
Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor
beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van
de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam,
adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze
inlichtingen kunnen worden verkregen. 11.
Datum van verzending van de aankondiging. BIJLAGE XXI
TRANSPONERINGSTABEL[56]
Deze richtlijn || Richtlijn 2004/17/EG || Art. 1 || - || Nieuw Art. 2, eerste zin || Art. 1, lid 1 || = Art. 2, punt 1 || Art. 2, lid 1, onder a), eerste alinea || = Art. 2, punten 2 en 3 || - || Nieuw Art. 2, punt 4, onder a), eerste deel || Art. 2, lid 1, punt a), tweede alinea, eerste streepje || = Art. 2, punt 4, onder a), tweede deel || || Nieuw Art. 2, punt 4, onder b) || Art. 2, lid 1, punt a), tweede alinea, tweede streepje || = Art. 2, punt 4, onder c) || Art. 2, lid 1, punt a), tweede alinea, derde streepje || = Art. 2, punt 5 || Art. 2, lid 1, onder b), eerste alinea || = Art. 2, punt 6 || Art. 2, lid 3 || Aangepast Art. 2, punt 7 || Art. 1, lid 2, onder a) || Aangepast Art. 2, punt 8 || Art. 1, lid 2, onder b), eerste zin || Aangepast Art. 2, punt 9 || Art. 1, lid 2, onder b), tweede alinea || = Art. 2, punt 10 || Art. 1, lid 2, onder c) || Aangepast Art. 2, punt 11 || Art. 1, lid 2, onder d), eerste alinea || Gewijzigd Art. 2, punt 12 || Art. 1, lid 7, eerste en tweede alinea || Aangepast Art. 2, punt 13 || Art. 1, lid 7, derde alinea || = Art. 2, punt 14 || Art. 1, lid 7, derde alinea || Gewijzigd Art. 2, punt 15 || Art. 34, lid 1 || Gewijzigd Art. 2, punt 16 || Art. 1, lid 8 || Gewijzigd Art. 2, punt 17 || || Nieuw Art. 2, punt 18 || Art. 1, lid 8 || Gewijzigd Art. 2, punt 19 || || Nieuw Art. 2, punt 20 || Art. 1, lid 11 || = Art. 2, punt 21 || Art. 1, lid 12 || = Art. 2, punt 22 || || Nieuw Art. 2, punt 23 || Art. 1, lid 10 || = Art. 3, lid 1, eerste alinea || || Nieuw Art. 3, lid 1, tweede alinea || Art. 1, lid 2, onder d), tweede en derde alinea || Gewijzigd Art. 3, lid 1, derde alinea || || Nieuw Art. 3, lid 2 || Art. 9, lid 1 || = Art. 3, lid 3 || Art. 9, lid 2 || = Art. 3, lid 4 || Art. 9, lid 3 || Gewijzigd Art. 4, lid 1 || Art. 2, lid 1, onder b), tweede alinea || = Art. 4, lid 2, eerste alinea || Art. 2, lid 3; overweging 25 || Aangepast Art. 4, lid 2, tweede alinea || || Nieuw Art. 4, lid 3 || Art. 2, lid 2 || = Art. 4, lid 4 || || Nieuw Art. 5 || Art. 3, leden 1 en 2 || = Art. 6, lid 1 || Art. 3, lid 3 || Aangepast Art. 6, lid 2 || Art. 3, lid 4 || = Art. 7 || Art. 4 || = Art. 8 || Art. 5, lid 1 || = || Art. 5, lid 2 || Geschrapt Art. 9 || Art. 7, onder b) || = Art. 10, lid 1 || Art. 6, lid 1 || Aangepast Art. 10, lid 2, onder a) || Art. 6, lid 2, onder a) || = Art. 10, lid 2, onder b) || Art. 6, lid 2, onder b) || Gewijzigd Art. 10, lid 2, onder c) || Art. 6, lid 2, onder c) || Aangepast Art. 11, onder a) || Art. 7, onder a) || Gewijzigd Art. 11, onder b) || Art. 7, onder a) || = || Art. 8 || Geschrapt || Bijlagen I - X || Geschrapt Art. 12 || Art. 16 en 61 || Gewijzigd Art. 13, lid 1 || Art. 17, lid 1; Art. 17, lid 8 || Gewijzigd Art. 13, lid 2 || Art. 17, lid 2; Art. 17, lid 8 || Gewijzigd Art. 13, lid 3 || || Nieuw Art. 13, lid 4 || Art. 17, lid 3 || = Art. 13, lid 5 || || Nieuw Art. 13, lid 6 || Art. 17, leden 4 en 5 || Aangepast Art. 13, lid 7 || Art. 17, lid 6, onder a), eerste en tweede alinea || = Art. 13, lid 8 || Art. 17, lid 6, onder b), eerste en tweede alinea || = Art. 13, lid 9 || Art. 17, lid 6, onder a), derde alinea, en lid 6, onder b), derde alinea || Aangepast Art. 13, lid 10 || Art. 17, lid 7 || = Art. 13, lid 11 || Art. 17, lid 9 || = Art. 13, lid 12 || Art. 17, lid 10 || = Art. 13, lid 13 || Art. 17, lid 11 || = Art. 14 || Art. 69 || Aangepast Art. 15, lid 1 || Art. 19, lid 1 || = Art. 15, lid 2 || Art. 19, lid 1 || Gewijzigd Art. 16, lid 1 || Art. 20, lid 1; Art. 62, punt 1 || Aangepast Art. 16, lid 2 || Art. 20, lid 2 || Gewijzigd Art. 17, lid 1 || Art. 22a || Aangepast Art. 17, lid 2 || Art. 21; Art. 62, punt 1 || Gewijzigd Art. 18 || Art. 22; Art. 62, punt 1 || Gewijzigd Art. 19, onder a) en b) || Art. 24, onder a) en b) || = Art. 19, onder c) || Art. 24, onder c) || Gewijzigd Art. 19, onder d) || Art. 24, onder d) || = Art. 19, onder e) || || Nieuw Art. 19, onder f) en tweede alinea || || Nieuw Art. 20 || Art. 26 || Aangepast Art. 21 || || Nieuw Art. 22, lid 1 || Art. 23, lid 1 || Aangepast Art. 22, lid 2 || Art. 23, lid 1 || Aangepast Art. 22, lid 3 || Art. 23, lid 2 || Aangepast Art. 22, lid 4 || Art. 23, lid 3, onder a) tot en met c) || Aangepast Art. 22, lid 5 || Art. 23, lid 3, tweede en derde alinea || Aangepast Art. 23 || Art. 23, lid 4 || Aangepast Art. 24 || Art. 23, lid 5 || Gewijzigd Art. 25, lid 1 || Art. 24, onder e) || Gewijzigd Art. 25, lid 2 || || Nieuw Art. 26, leden 1 en 2 || Art. 27 || Gewijzigd Art. 26, lid 3 || || Nieuw Art. 27, lid 1, eerste zin || Art. 30, lid 1; Art. 62, punt 2 || Aangepast Art. 27, lid 1, tweede zin || || Nieuw Art. 27, lid 2, eerste alinea || Art. 30, lid 2 || = Art. 27, lid 2, tweede alinea || || Nieuw Art. 27, lid 3 || Art. 30, lid 3 || = Art. 28, lid 1 || Art. 30, lid 4, eerste alinea; lid 5, eerste en tweede alinea || Gewijzigd Art. 28, lid 2 || Art. 30, lid 4, tweede alinea; lid 5, vierde alinea; Art. 62, punt 2 || Aangepast || Art. 30, lid 4, derde alinea || Geschrapt Art. 28, lid 3, eerste en tweede alinea || Art. 30, lid 6, eerste alinea || Gewijzigd Art. 28, lid 3, derde alinea || || Nieuw Art. 28, lid 3, vierde alinea || Art. 30, lid 6, eerste alinea, tweede volzin || Gewijzigd Art. 28, lid 4 || Art. 30, lid 6, tweede alinea || = Art. 28, lid 5 || Art. 30, lid 6, vierde alinea || Gewijzigd Art. 29 || Art. 10 || Gewijzigd Art. 30, lid 1 || Art. 11, lid 1 || Aangepast Art. 30, lid 2 || Art. 11, lid 2 || Gewijzigd Art. 31 || Art. 28 || Gewijzigd Art. 32 || Art. 13 || Gewijzigd Art. 33, lid 1 || Art. 48, lid 1; Art. 64, lid 1 || Gewijzigd Art. 33, lid 2 || Art. 48, leden 2 en 3; Art. 64, leden 1 en 2 || Aangepast Art. 33, lid 3, lid 3, eerste alinea || Art. 48, lid 4; Art. 64, lid 1 || Gewijzigd Art. 33, lid 3, tweede alinea || Art. 70, lid 2, onder f) || = Art. 33, lid 3, derde alinea || || Nieuw Art. 33, lid 4 || || Nieuw Art. 33, lid 5 || Art. 48, lid 5; Art. 64, lid 3 || Gewijzigd Art. 33, lid 6 || Art. 48, lid 6 || Aangepast Art. 33, lid 7 || || Nieuw Art. 34 || || Nieuw Art. 35, lid 1 || Art. 1, lid 13 || Gewijzigd Art. 35, lid 2 || Art. 70, lid 2, onder c) en d) || Aangepast Art. 36 || || Nieuw Art. 37 || || Nieuw Art. 38, lid 1 || Art. 12 || Gewijzigd Art. 38, lid 2 || || Nieuw Art. 39, lid 1 || Art. 40, leden 1 en 2 || Gewijzigd Art. 39, lid 2 || Art. 42 || = Art. 39, lid 3 || || Nieuw Art. 40, lid 1 || Art. 1, lid 9, onder a); Art. 45, lid 2 || Gewijzigd Art. 40, lid 2 || Art. 45, lid 4 || Gewijzigd Art. 40, lid 3 || || Nieuw Art. 40, lid 4 || || Nieuw Art. 41 || Art. 1, lid 9, onder b); Art. 45, lid 3 || Gewijzigd Art. 42 || Art. 1, lid 9, onder c); Art. 45, lid 3 || Gewijzigd Art. 43 || || Nieuw Art. 44, onder a) || Art. 40, lid 3, onder a) || = Art. 44, onder b) || Art. 40, lid 3, onder b) || = Art. 44, onder c) || Art. 40, lid 3, onder c) || Gewijzigd Art. 44, onder d) || Art. 40, lid 3, onder c) || Gewijzigd Art. 44, onder e) || Art. 40, lid 3, onder d) || Gewijzigd Art. 44, onder f) || Art. 40, lid 3, onder e) || = Art. 44, onder g) || Art. 40, lid 3, onder g) || Gewijzigd Art. 44, onder h) || Art. 40, lid 3, onder h) || Gewijzigd Art. 44, onder i) || Art. 40, lid 3, onder j) || = Art. 44, onder j) || Art. 40, lid 3, onder k) || Aangepast Art. 44, onder k) || Art. 40, lid 3, onder l) || Aangepast Art. 44, tweede en derde alinea || || Nieuw Art. 44, vierde alinea || Art. 40, lid 3, onder g) in fine || Aangepast Art. 45, lid 1, eerste en tweede alinea || Art. 14, lid 1; Art. 1, lid 4 || Aangepast Art. 45, lid 1, derde alinea || || Nieuw Art. 45, leden 2 tot en met 5 || Art. 14, leden 2 – 4; Art. 40, lid 3, onder l) || Gewijzigd Art. 46, lid 1 || Art. 1, lid 5; Art. 15, lid 1 || Gewijzigd Art. 46, lid 2 || Art. 15, lid 2 || Gewijzigd Art. 46, lid 3 || Art. 15, lid 3 || Aangepast Art. 46, lid 4 || Art. 15, lid 4 || Gewijzigd Art. 46, lid 5 || Art. 15, lid 6 || Gewijzigd Art. 46, lid 6 || || Nieuw Art. 46, lid 7 || Art. 15, lid 7, derde alinea || = Art. 47, lid 1 || Art. 1, lid 6; Art. 56, lid 1 || Gewijzigd Art. 47, lid 2, eerste alinea || Art. 56, lid 2, eerste alinea || = Art. 47, lid 2, tweede alinea || Art. 56, lid 2, tweede alinea || Aangepast Art. 47, lid 3 || Art. 56, lid 2, derde alinea || Aangepast Art. 47, lid 4 || Art. 56, lid 3 || Aangepast Art. 47, lid 5 || Art. 56, lid 4 || Aangepast Art. 47, lid 6 || Art. 56, lid 5 || Aangepast Art. 47, lid 7 || Art. 56, lid 6 || = Art. 47, lid 8 || Art. 56, lid 7 || Aangepast Art. 47, lid 9 || Art. 56, lid 8, eerste alinea || = Art. 48 || || Nieuw Art. 49, lid 1 || Art. 29, lid 1 || Gewijzigd Art. 49, lid 2 || || Nieuw Art. 49, lid 3 || Art. 29, lid 2 || Gewijzigd Art. 49, lid 4 || || Nieuw Art. 49, lid 5 || Art. 29, lid 2 || Gewijzigd Art. 49, lid 6 || || Nieuw Art. 50 || || Nieuw Art. 51 || || Nieuw Art. 52 || || Nieuw Art. 53, lid 1 || overweging 15 || Gewijzigd Art. 53, lid 2 || || Nieuw Art. 54, lid 1 || Art. 34, lid 1 || Gewijzigd Art. 54, lid 2 || Art. 34, lid 2 || Aangepast Art. 54, lid 3 || Art. 34, lid 3 || Aangepast Art. 54, lid 4 || Art. 34, lid 8 || = Art. 54, lid 5 || Art. 34, lid 4 || Aangepast Art. 54, lid 6 || Art. 34, lid 5 || Gewijzigd Art. 55, lid 1 || Art. 34, lid 6 || Gewijzigd Art. 55, lid 2 || Art. 34, lid 6 || Aangepast Art. 56, lid 1 || Art. 34, leden 4, 5, 6 en 7 || Gewijzigd Art. 56, lid 2 || Art. 34, leden 4, 5 en 6 || Gewijzigd Art. 56, lid 3 || Art. 34, lid 7 || Aangepast Art. 56, lid 4 || || Nieuw Art. 57 || Art. 35 || Gewijzigd Art. 58, lid 1 || Art. 36, lid 1 || Gewijzigd Art. 58, lid 2 || Art. 36, lid 2 || Aangepast Art. 59 || || Nieuw Art. 60, lid 1 || Art. 45, lid 1 || Aangepast Art. 60, lid 2 || Art. 45, lid 9 || Gewijzigd || Art. 45, lid 10 || Geschrapt Art. 61, lid 1 || Art. 41, leden 1 en 2 || Aangepast Art. 61, lid 2 || Art. 42, lid 3; Art. 44, lid 1 || Aangepast Art. 62 || Art. 41, lid 3 || Aangepast Art. 63 || Art. 42, lid 1, onder c); Art. 44, lid 1 || Aangepast Art. 64, lid 1 || Art. 43, lid 1, eerste alinea; Art. 44, lid 1 || Aangepast Art. 64, lid 2 || Art. 43, lid 1, tweede en derde alinea || Gewijzigd Art. 64, lid 3 || Art. 43, leden 2 en 3 || Gewijzigd Art. 64, lid 4 || Art. 43, lid 5 || Aangepast Art. 65, lid 1 || Art. 44, lid 1; Art. 70, lid 1, onder b) || Gewijzigd Art. 65, lid 2 || Art. 44, lid 2, lid 3 en lid 4, tweede alinea || Gewijzigd Art. 65, lid 3 || Art. 44, lid 4, eerste alinea || Aangepast Art. 65, lid 4 || || Nieuw Art. 65, lid 5 || Art. 44, leden 6 en 7 || Gewijzigd Art. 65, lid 6 || Art. 44, lid 8 || Gewijzigd Art. 66, lid 1 || Art. 44, lid 5, eerste alinea || Gewijzigd Art. 66, leden 2 en 3 || Art. 44, lid 5, tweede en derde alinea || Aangepast Art. 67, lid 1 || Art. 45, lid 6 || Gewijzigd Art. 67, lid 2 || Art. 46, lid 2 || Gewijzigd Art. 68, lid 1 || Art. 47, lid 1, eerste zin || Aangepast Art. 68, lid 2 || Art. 47, lid 1, tweede zin || Aangepast Art. 69, lid 1 || Art. 49, lid 1 || Aangepast Art. 69, lid 2 || Art. 49, lid 2, eerste en tweede alinea || Aangepast Art. 69, lid 3 || Art. 49, lid 2, derde alinea || = Art. 69, leden 4, 5 en 6 || Art. 49, leden 3, 4 en 5 || = Art. 70, lid 1 || Art. 51, lid 1 || Aangepast Art. 70, lid 2 || Art. 51, lid 2 || = Art. 70, lid 3 || Art. 52, lid 1 || = Art. 70, lid 4 || Art. 51, lid 3 || Aangepast Art. 70, lid 5 || || Nieuw Art. 70, lid 6 || || Nieuw Art. 70, lid 7 || || Nieuw Art. 71, lid 1 || Art. 53, lid 1 || = Art. 71, lid 2 || Art. 53, lid 2 || Aangepast Art. 71, lid 3 || Art. 53, lid 6 || = Art. 71, lid 4 || Art. 53, lid 7 || = Art. 71, lid 5 || Art. 53, lid 9 || Aangepast Art. 71, lid 6 || || Nieuw Art. 72, lid 1 || Art. 54, leden 1 en 2 || Aangepast Art. 72, lid 2 || Art. 54, lid 3 || Aangepast Art. 73, lid 1 || Art. 53, leden 4 en 5 || Gewijzigd Art. 73, lid 2 || Art. 54, leden 5 en 6 || Gewijzigd Art. 73, lid 3 || || Nieuw Art. 74, lid 1 || Art. 53, lid 3; Art. 54, lid 4 || Aangepast Art. 74, lid 2 || || Nieuw Art. 74, lid 3 || Art. 53, lid 3; Art. 54, lid 4 || Gewijzigd Art. 75, lid 1 || Art. 52, lid 2 || Gewijzigd Art. 75, lid 2 || Art. 52, lid 3 || Gewijzigd Art. 75, lid 3 || || Nieuw Art. 76, lid 1 || Art. 55, lid 1 || Gewijzigd Art. 76, lid 2 || Art. 55, lid 1, onder a) || Gewijzigd Art. 76, lid 3 || || Nieuw Art. 76, lid 4 || Overweging 1; overweging 55, derde alinea || Gewijzigd Art. 76, lid 5 || || Gewijzigd Art. 77 || || Nieuw Art. 78 || || Nieuw Art. 79, lid 1 || Art. 57, lid 1 || Gewijzigd Art. 79, lid 2 || Art. 57, lid 1 || Aangepast Art. 79, lid 3, onder a) || Art. 57, lid 1, tweede alinea, onder a) || = Art. 79, lid 3, onder b) || Art. 57, lid 1, tweede alinea, onder b) || = Art. 79, lid 3, onder c) || Art. 57, lid 1, tweede alinea, onder c) || = Art. 79, lid 3, onder d) || Art. 57, lid 1, tweede alinea, onder d) || Gewijzigd Art. 79, lid 3, onder e) || Art. 57, lid 1, tweede alinea, onder e) || = Art. 79, lid 4, eerste en tweede alinea || Art. 57, lid 2 || Gewijzigd Art. 79, lid 4, derde alinea || || Nieuw Art. 79, lid 5 || Art. 57, lid 3 || Aangepast Art. 79, lid 6 || || Nieuw || Art. 58; Art. 59 || Geschrapt Art. 80 || Art. 38 || Gewijzigd Art. 81, lid 1 || Art. 37, eerste zin || = Art. 81, lid 2 || || Nieuw Art. 81, lid 3 || Art. 37, tweede zin || Aangepast Art. 82, leden 1 – 5, lid 7 || || Nieuw Art. 82, lid 6 || Art. 40, lid 3, onder f) || Gewijzigd Art. 83 || || Nieuw Art. 84 || || Nieuw Art. 85 || || Nieuw Art. 86 || || Nieuw Art. 87 || Art. 60 || = Art. 88 || Art. 61 || Aangepast Art. 89, lid 1 || Art. 63, lid 1, eerste alinea || Aangepast Art. 89, lid 2, eerste en tweede alinea || Art. 63, lid 1, eerste alinea; tweede alinea, eerste zin || Aangepast Art. 89, lid 2, derde alinea || Art. 63, lid 1, tweede alinea, tweede volzin || Gewijzigd Art. 89, lid 3 || Art. 63, lid 2 || Aangepast Art. 90 || Art. 65 || = Art. 91 || Art. 66 || = Art. 92 || Art. 72, eerste zin || Aangepast Art. 93, lid 1 || Art. 72, tweede alinea || Gewijzigd Art. 93, leden 2 - 8 || || Nieuw Art. 94 || Art. 50 || Gewijzigd Art. 95, leden 1 - 3 || Art. 67 || Gewijzigd Art. 95, lid 4 || || Nieuw Art. 95, lid 5 || Art. 70, lid 1, onder c) || Aangepast Art. 95, lid 6 || Art. 67, lid 3 || Gewijzigd Art. 96 || || Nieuw Art. 97 || || Nieuw Art. 98 || Art. 68, leden 3 en 4 || Gewijzigd Art. 99 || Art. 68, lid 5 || Gewijzigd Art. 100, lid 1 || Art. 68, lid 1 || Aangepast Art. 100, lid 2 || Art. 68, lid 3 || Aangepast Art. 101, lid 1 || Art. 71, lid 1 || Aangepast Art. 101, lid 2 || Art. 71, lid 2 || = Art. 102 || Art. 73 || Aangepast Art. 103 || || Nieuw Art. 104 en 105 || Art. 74; Art. 75 || = || Bijlagen I tot en met X || Geschrapt Bijlage I (uitgezonderd eerste zin) || Bijlage XII (uitgezonderd voetnoot 1) || = Eerste zin van bijlage I || Voetnoot 1 van bijlage XII || Gewijzigd Bijlage II || || Nieuw Bijlage III, punten A, B, C, E, F, G, H, I en J || Bijlage XI || Aangepast Bijlage III, punt D || || Nieuw Bijlage IV, (a) – (g) || Bijlage XXIV, (b) – (h) || = Bijlage IV, (h) || || Nieuw Bijlage V || || Nieuw Bijlage VI || Bijlage XV || Gewijzigd Bijlage VII || Art. 56, lid 3, onder a) – f) || = Bijlage VIII, uitgezonderd voor punt 4 || Bijlage XXI || Aangepast Bijlage VIII, punt 4 || Bijlage XXI || Gewijzigd Bijlage IX || Bijlage XX || Gewijzigd Bijlage X || Bijlage XIV || Gewijzigd Bijlage XI || Bijlage XIII || Gewijzigd Bijlage XII || Bijlage XVI || Gewijzigd Bijlage XIII, 1. || Art. 47, lid 4 || Aangepast Bijlage XIII, 2. || Art. 47, lid 5 || Aangepast Bijlage XIV || Bijlage XXIII || Gewijzigd Bijlage XV || || Nieuw Bijlage XVI || Bijlage XVI || Gewijzigd Bijlage XVII || Bijlage XVII || Gewijzigd Bijlage XVIII || || Nieuw Bijlage XIX || Bijlage XVIII || Gewijzigd Bijlage XX || Bijlage XIX || Gewijzigd Bijlage XI || Bijlage XXVI || Gewijzigd || Bijlage XXII || Geschrapt || Bijlage XXV || Geschrapt [1] Richtlijn 2004/17/EEG van de Raad van 31 maart 2004
houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de
sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie, PB L 134
van 30.4.2004, blz. 1. [2] Richtlijn 2004/18/EG van 31 maart 2004 betreffende
de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor
werken, leveringen en diensten, PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114. [3] Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het
plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van
Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG, PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76. [4] Richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot
coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de
toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het
plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water-
en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie, PB L 76 van 23.3.1992, blz.
14. [5] COM(2011) 15.
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2011:0015:FIN:NL:PDF [6] http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/docs/2011/public_procurement/synthesis_document_en.pdf [7] http://ec.europa.eu/internal_market/publicprocurement/modernising_rules/conferences/index_en.htm [8] Uitvoeringsbesluit 2011/481/EU van de Commissie van 28 juli
2011 tot vrijstelling van de exploratie naar en exploitatie van aardolie en
aardgas in Denemarken, met uitzondering van Groenland en de Faeröer, van de
toepassing van Richtlijn 2004/17/EG houdende coördinatie van de procedures voor
het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening,
vervoer en postdiensten, PB L 197 van 29.7.2011, blz. 20; Uitvoeringsbesluit 2011/372/EU
van de Commissie van 24 juni 2011 tot vrijstelling van de exploratie naar
en exploitatie van aardolie en aardgas in Italië van de toepassing van
Richtlijn 2004/17/EG houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen
van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en
postdiensten, PB L 166 van 25.6.2011, blz. 28; Besluit 2010/192/EU van de
Commissie van 29 maart 2010 tot vrijstelling van de exploratie naar en
exploitatie van aardolie en aardgas in Engeland, Schotland en Wales van de
toepassing van Richtlijn 2004/17/EG houdende coördinatie van de procedures voor
het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening,
vervoer en postdiensten, PB L 84 van 31.3.2010, blz. 52. Besluit 2009/546/EU
van de Commissie van 8 juli 2009 tot vrijstelling van de exploratie naar en
exploitatie van aardolie en aardgas in Engeland, Schotland en Wales van de
toepassing van Richtlijn 2004/17/EG houdende coördinatie van de procedures voor
het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening,
vervoer en postdiensten, PB L 181 van 14.7.2009, blz. 53. [9] Zie met name Beschikking 2004/284/EG van de Commissie
van 29 september 1999 waarbij een concentratie verenigbaar met de
gemeenschappelijke markt en met de werking van de EER-overeenkomst wordt
verklaard (zaak nr. IV/M.1383 — Exxon/Mobil) en daaropvolgende
beschikkingen, onder meer de beschikking van de Commissie van 3 mei 2007
waarbij een concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt
wordt verklaard op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 (zaak COMP/M.4545
- STATOIL/HYDRO). [10] Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik
maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van
koolwaterstoffen, PB L 79 van 29.3.1996, blz. 30. [11] Werkdocument van de Commissiediensten SEC(2008) 2193. [12] PB C [13] PB C [14] PB C [15] SEC(2011) 853 definitief van 27.6.2011. [16] COM(2010) 2020 definitief, 3.3-2010. [17] PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. [18] PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114. [19] Zie blz. […] van dit Publicatieblad. [20] PB L 204 van 21.7.1998,
blz. 1. [21] PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20. [22] PB L 15 van 21.1.1998, blz. 14. [23] PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3. [24] PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1. [25] PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1. [26] SPC/2010/10/8 Final van 6.10.2010. [27] PB L 211 van 14.8.2009,
blz. 94. [28] PB L 211 van 14.8.2009,
blz. 55. [29] PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1. [30] PB L 120 van 15.5.2009, blz. 5. [31] PB L 39 van 13.2.2008, blz. 1. [32] PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1. [33] PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1. [34] PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1. [35] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13. [36] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13. [37] PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1. [38] PB L 217 van 20.8.2009, blz. 76. [39] PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1. [40] PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1. Laatstelijk gewijzigd bij
Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 283 van 27.10.2001,
blz. 28). [41] Beschikking van de Commissie van 13 mei 1993 tot
vaststelling van de voorwaarden waaronder aanbestedende diensten die
geografische gebieden exploiteren ter wille van de prospectie en de winning van
aardolie, gas, steenkool of andere vaste brandstoffen, aan de Commissie
informatie moeten verstrekken inzake de door hen geplaatste opdrachten, PB L 129
van 27.5.1993, blz. 25. [42] Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische
handtekeningen, PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12. [43] PB L 274 van 20.10.2009, blz. 36. [44] PB L 53 van 26.2.2011, blz. 66. [45] PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1. [46] PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19. [47] PB L 76 van 23.3.1992, blz. 14. [48] PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30. [49] PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1. [50] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. [51] PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37. [52] PB L […] [53] PB L 185 van 16.8.1971, blz. 15. [54] PB L 237 van 24.8.1991, blz. 25. [55] De in de punten 6, 9 en 11 bedoelde informatie
wordt als niet voor publicatie bestemde informatie beschouwd wanneer de
aanbestedende dienst van oordeel is dat publicatie in strijd zou zijn met een
gevoelig commercieel belang. [56] "Aangepast" betekent dat de bewoordingen van de
tekst gewijzigd zijn, terwijl de betekenis van de ingetrokken richtlijn bewaard
blijft. Ingeval van betekeniswijzigingen wordt de term "gewijzigd"
gebruikt.