Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen /* COM/2011/0773 definitief - 2011/0357 (COD) */
TOELICHTING
1.
achtergrond van het voorstel
Algemene context, motivering en doel van
het voorstel Dit voorstel wordt ingediend in het kader van
de tenuitvoerlegging van het "goederenpakket", dat in 2008 is
vastgesteld. Het maakt deel uit van een pakket voorstellen om tien
productrichtlijnen op één lijn te brengen met Besluit nr. 768/2008/EG
betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten. De harmonisatiewetgeving van de Unie om het
vrije verkeer van goederen te waarborgen heeft aanzienlijk bijgedragen tot de
voltooiing en functionering van de eengemaakte markt. De wetgeving is op een
hoog beschermingsniveau gebaseerd, biedt marktdeelnemers de middelen om
conformiteit aan te tonen en waarborgt aldus door vertrouwen in de producten het
vrije verkeer. Richtlijn 2006/95/EG is een voorbeeld van deze
harmonisatiewetgeving van de Unie en waarborgt het vrije verkeer van elektrisch
materiaal. In deze richtlijn zijn de veiligheidsdoeleinden vastgelegd waaraan
elektrisch materiaal moet voldoen om op de EU-markt te mogen worden aangeboden.
Fabrikanten moeten aantonen dat het elektrisch materiaal in overeenstemming met
de veiligheidsdoeleinden is ontworpen en vervaardigd, en moeten de CE-markering
op het apparaat aanbrengen. Uit ervaring met de harmonisatiewetgeving van
de Unie zijn in de uitvoering en handhaving van deze wetgeving – in meerdere
sectoren – bepaalde zwakke punten en inconsistenties gebleken, die hebben
geleid tot: –
de aanwezigheid op de markt van niet-conforme of
gevaarlijke producten en dientengevolge een zeker gebrek aan vertrouwen in de
CE-markering; –
concurrentienadelen voor marktdeelnemers die aan de
wetgeving voldoen, ten opzichte van marktdeelnemers die de regels omzeilen; –
ongelijke behandeling in geval van niet-conforme
producten en verstoring van de concurrentie tussen marktdeelnemers als gevolg
van verschillende handhavingspraktijken; –
uiteenlopende praktijken bij de aanwijzing van
conformiteitsbeoordelingsinstanties door nationale autoriteiten. Bovendien is het regelgevingskader steeds
ingewikkelder geworden, aangezien vaak verschillende wetgeving gelijktijdig op
een en hetzelfde product van toepassing is. Inconsistenties in deze wetgeving
maken het voor marktdeelnemers en autoriteiten steeds moeilijker om die
wetgeving op de juiste wijze te interpreteren en toe te passen. Om deze horizontale tekortkomingen in de
harmonisatiewetgeving van de Unie, die in verschillende industriesectoren zijn
waargenomen, te verhelpen, is in 2008 als onderdeel van het goederenpakket
het nieuwe wetgevingskader vastgesteld. Dit heeft ten doel de bestaande
regels aan te scherpen en aan te vullen en de praktische aspecten van de
uitvoering en handhaving te verbeteren. Het nieuwe wetgevingskader (NWK)
bestaat uit twee elkaar aanvullende instrumenten: Verordening (EG) nr.
765/2008 inzake accreditatie en markttoezicht en Besluit nr. 768/2008/EG
betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten. In de NWK-verordening zijn regels voor
accreditatie (een instrument voor de beoordeling van de bekwaamheid van
conformiteitsbeoordelingsinstanties) en eisen voor de organisatie en de goede
uitvoering van het markttoezicht en de controle van producten uit derde landen
vastgelegd. Deze regels zijn sinds 1 januari 2010 rechtstreeks in alle lidstaten
van toepassing. Het NWK-besluit omvat een gemeenschappelijk
kader voor de productharmonisatiewetgeving van de EU. Dit kader bestaat uit
vaak gebruikte bepalingen in de EU-productwetgeving (bv. definities,
verplichtingen voor marktdeelnemers, vrijwaringsmechanismen). Deze
gemeenschappelijke bepalingen zijn aangescherpt om te waarborgen dat de
richtlijnen in de praktijk doeltreffender kunnen worden toegepast en
gehandhaafd. Er zijn nieuwe elementen toegevoegd, zoals verplichtingen voor
importeurs, die cruciaal zijn om de veiligheid van producten op de markt te
verbeteren. De bepalingen van het NWK-besluit en de
NWK-verordening vullen elkaar aan en hangen nauw samen. Het NWK-besluit bevat
de overeenkomstige verplichtingen voor marktdeelnemers, zodat markttoezichtautoriteiten
de hun door de NWK-verordening opgelegde taken naar behoren kunnen verrichten
en zodat de EU-productwetgeving doeltreffend en consistent kan worden
gehandhaafd. In tegenstelling tot de NWK-verordening zijn
de bepalingen van het NWK-besluit niet rechtstreeks van toepassing. Om te
waarborgen dat alle economische sectoren die onder de harmonisatiewetgeving van
de Unie vallen, van de verbeteringen van het NWK profiteren, moeten de
bepalingen van het NWK-besluit in de bestaande productwetgeving worden
opgenomen. Uit een enquête na de vaststelling van het
goederenpakket in 2008 is gebleken dat de harmonisatiewetgeving van de Unie
betreffende producten binnen de daaropvolgende drie jaar grotendeels moest
worden herzien, niet alleen om de problemen aan te pakken die zich in alle
sectoren voordeden, maar ook om sectorspecifieke redenen. Een dergelijke
herziening zou automatisch ook stroomlijning van de desbetreffende wetgeving
met het NWK-besluit omvatten, aangezien het Parlement, de Raad en de Commissie
zich ertoe hebben verplicht de bepalingen ervan zo veel mogelijk in toekomstige
productwetgeving te gebruiken om het regelgevingskader optimale samenhang te
geven. Voor een aantal andere harmonisatierichtlijnen
van de Unie, waaronder Richtlijn 2006/95/EG, was binnen deze periode geen
revisie om sectorspecifieke redenen voorzien. Om ervoor te zorgen dat de
problemen in verband met niet-conformiteit desalniettemin in deze sectoren
worden aangepakt, en in het belang van de samenhang van het totale
regelgevingskader voor producten, is besloten deze richtlijnen in één pakket op
één lijn te brengen met het NWK-besluit. Samenhang
met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie Dit initiatief is in overeenstemming met de
Akte voor de interne markt[1], waarin de nadruk is
gelegd op de noodzaak om het vertrouwen van de consument in de kwaliteit van
producten op de markt te herstellen en op het belang van aanscherping van het
markttoezicht. Bovendien ondersteunt het initiatief het
beleid van de Commissie inzake betere regelgeving en vereenvoudiging van het
regelgevingskader.
2.
raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling
Raadpleging van belanghebbende partijen Het op één lijn brengen van Richtlijn
2006/95/EG met het NWK-besluit is besproken met nationale deskundigen die voor
de uitvoering van deze richtlijn verantwoordelijk zijn, met de groep
administratieve samenwerking en in bilaterale vergaderingen met
brancheorganisaties. Van juni tot oktober 2010 is onder alle
sectoren die bij dit initiatief betrokken zijn, een openbare raadpleging
georganiseerd. Deze bestond uit vier specifieke vragenlijsten voor
marktdeelnemers, autoriteiten, aangemelde instanties en gebruikers; de diensten
van de Commissie hebben 300 antwoorden ontvangen. De resultaten zijn
bekendgemaakt op: http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/regulatory-policies-common-rules-for-products/new-legislative-framework/index_en.htm Naast de algemene raadpleging is er een
specifieke raadpleging van de kleine en middelgrote ondernemingen uitgevoerd.
Via het Enterprise Europe Network zijn in mei-juni 2010 603 kleine en
middelgrote ondernemingen geraadpleegd. De resultaten zijn beschikbaar op http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/files/new-legislative-framework/smes_statistics_en.pdf Uit het raadplegingsproces is gebleken dat het
initiatief breed wordt gedragen. Men is unaniem van oordeel dat het
markttoezicht en het systeem voor beoordeling van en toezicht op aangemelde
instanties moeten worden verbeterd. De autoriteiten ondersteunen deze maatregel
volledig, omdat het bestaande systeem hierdoor wordt versterkt en de
samenwerking op EU-niveau wordt verbeterd. Het bedrijfsleven verwacht een
gelijker speelveld als gevolg van doeltreffender optreden tegen producten die
niet aan de wetgeving voldoen, alsmede een vereenvoudigingseffect door
stroomlijning van de wetgeving. Er was enige bezorgdheid over sommige
verplichtingen, die echter noodzakelijk zijn om de doeltreffendheid van het
markttoezicht te vergroten. Deze maatregelen zullen geen significante kosten
voor het bedrijfsleven met zich brengen en de voordelen die uit het verbeterde
markttoezicht voortvloeien, zouden de kosten ruimschoots moeten compenseren. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid De effectbeoordeling van dit uitvoeringspakket
bouwt grotendeels voort op de effectbeoordeling
die voor het nieuwe wetgevingskader is uitgevoerd. Naast de deskundigheid die
in die context is bijeengebracht en geanalyseerd, heeft er nadere raadpleging
van sectorspecifieke deskundigen en belangengroepen, alsmede van horizontale
deskundigen op het gebied van technische harmonisatie,
conformiteitsbeoordeling, accreditatie en markttoezicht plaatsgevonden. Effectbeoordeling Op basis van de verzamelde informatie heeft de
Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd
waarin drie opties zijn onderzocht en vergeleken. Optie 1 - geen wijzigingen in de huidige
situatie Deze optie houdt in dat er geen wijzigingen
van de huidige richtlijn worden voorgesteld en dat er uitsluitend van wordt
uitgegaan dat de NWK-verordening tot bepaalde
verbeteringen zal leiden. Optie 2 - op één lijn brengen met het
NWK-besluit door middel van niet-wetgevende maatregelen In optie 2 wordt de mogelijkheid overwogen
vrijwillige stroomlijning met de bepalingen van het NWK-besluit te stimuleren,
bv. door ze als beste praktijken in richtsnoeren te presenteren. Optie 3 - op één lijn brengen met het
NWK-besluit door middel van wetgevende maatregelen Deze optie bestaat uit het opnemen van de
bepalingen van het NWK-besluit in de bestaande richtlijn. Optie 3 heeft de
voorkeur, omdat: –
hiermee het concurrentievermogen van ondernemingen
die hun verplichtingen serieus nemen, ten opzichte van degenen die zich niet
aan het systeem houden, wordt verbeterd; –
hiermee de werking van de interne markt wordt
verbeterd door gelijke behandeling van alle marktdeelnemers te waarborgen, met
name van importeurs en distributeurs; –
hiermee geen significante kosten voor
marktdeelnemers gemoeid zijn en geen extra kosten of slechts verwaarloosbare
kosten worden verwacht voor degenen die al verantwoordelijk handelen; –
deze optie doeltreffender wordt geacht dan optie 2:
gezien de gebrekkige handhavingsmogelijkheden van optie 2 is het twijfelachtig
of de positieve gevolgen zich met die optie werkelijk zullen voordoen; –
opties 1 en 2 geen oplossing bieden voor het
probleem van inconsistenties in het regelgevingskader en derhalve geen
positieve uitwerking hebben op de vereenvoudiging van het regelgevingskader.
3.
belangrijkste elementen van het voorstel
3.1.
Horizontale definities
In het voorstel
worden geharmoniseerde definities vastgelegd van termen die in de
harmonisatiewetgeving van de Unie vaak worden gebruikt en derhalve in die
wetgeving een consistente betekenis moeten krijgen.
3.2.
Verplichtingen van marktdeelnemers en traceerbaarheidseisen
In het voorstel worden de verplichtingen van
fabrikanten en gemachtigden verduidelijkt en worden verplichtingen voor
importeurs en distributeurs vastgelegd. Importeurs moeten controleren of de
fabrikant de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedure heeft uitgevoerd
en technische documentatie heeft opgesteld. Zij moeten er ook bij de fabrikant
op toezien dat deze technische documentatie op verzoek aan de autoriteiten kan
worden verstrekt. Bovendien moeten importeurs controleren of het elektrisch
materiaal de juiste markering draagt en van de vereiste informatie aangaande de
veiligheid vergezeld gaat. Zij moeten een kopie van de
EU-conformiteitsverklaring bewaren en hun naam en adres op het product
aanbrengen, of, indien dit niet mogelijk is, op de verpakking of in de
begeleidende documentatie. Distributeurs moeten controleren of het elektrisch
materiaal van de CE-markering en de naam van de fabrikant en, in voorkomend geval,
van de importeur is voorzien en of het elektrisch materiaal van de vereiste
documentatie en instructies vergezeld gaat. Importeurs en distributeurs moeten met
markttoezichtautoriteiten samenwerken en passende maatregelen nemen wanneer zij
niet-conform elektrisch materiaal hebben geleverd. Er worden voor alle marktdeelnemers aangescherpte
traceerbaarheidsverplichtingen vastgelegd. Op elektrisch materiaal moeten
de naam en het adres van de fabrikant zijn aangebracht, alsmede een nummer om
vast te stellen om welk elektrisch materiaal het gaat en welke technische
documentatie erbij hoort. Wanneer elektrisch materiaal wordt ingevoerd, moeten
ook de naam en het adres van de importeur op het elektrisch materiaal zijn
aangebracht. Bovendien moet iedere marktdeelnemer de autoriteiten kunnen
meedelen van welke marktdeelnemer hij elektrisch materiaal heeft ontvangen of
aan wie hij elektrisch materiaal heeft geleverd.
3.3.
Geharmoniseerde normen
Overeenstemming met een geharmoniseerde norm
vestigt het vermoeden van conformiteit met de essentiële eisen. Op 1 juni 2011
heeft de Commissie een voorstel voor een verordening betreffende Europese
normalisatie[2] goedgekeurd waarin een
horizontaal rechtskader voor Europese normalisatie wordt vastgelegd. Dat
voorstel voor de verordening bevat onder andere bepalingen over
normalisatieverzoeken van de Commissie aan Europese normalisatie-instellingen,
over de procedure voor bezwaar tegen een geharmoniseerde norm en over deelname
van belanghebbenden aan het normalisatieproces. Derhalve zijn de bepalingen van
Richtlijn 2006/95/EG die dezelfde aspecten betreffen, met het oog op de
rechtszekerheid uit het onderhavige voorstel geschrapt. De bepaling dat overeenstemming met
geharmoniseerde normen het vermoeden van conformiteit vestigt, is gewijzigd om
de reikwijdte van het vermoeden van conformiteit te verduidelijken wanneer
normen slechts een deel van de essentiële eisen bestrijken.
3.4.
Conformiteitsbeoordeling en CE-markering
In Richtlijn 2006/95/EG is de
conformiteitsbeoordelingsprocedure gekozen die fabrikanten moeten toepassen om
aan te tonen dat hun elektrisch materiaal aan de veiligheidsdoeleinden voldoet.
Het voorstel brengt deze procedures op één lijn met de geactualiseerde versies
die in het NWK-besluit zijn vastgelegd en bevat ook een model voor de
EU-conformiteitsverklaring. De algemene beginselen van de CE-markering
zijn in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008 vastgelegd, terwijl de
gedetailleerde bepalingen voor het aanbrengen van de CE-markering op elektrisch
materiaal in dit voorstel zijn opgenomen.
3.5.
Markttoezicht en de vrijwaringsprocedure
In het voorstel wordt de bestaande
vrijwaringsprocedure herzien. Er wordt een periode ingevoerd gedurende welke de
lidstaten informatie kunnen uitwisselen wanneer wordt vastgesteld dat niet-conform
elektrisch materiaal in de handel is gebracht, en er wordt gespecificeerd welke
stappen de betrokken autoriteiten moeten nemen. Een echte vrijwaringsprocedure
(die leidt tot een besluit op het niveau van de Commissie over de vraag of een
maatregel al dan niet gerechtvaardigd is) wordt alleen ingeleid wanneer een
andere lidstaat bezwaar maakt tegen een maatregel die tegen elektrisch
materiaal is genomen. Wanneer er overeenstemming is over de beperkende
maatregel, moeten alle lidstaten op hun grondgebied passende maatregelen nemen.
4.
juridische elementen van het voorstel
Rechtsgrondslag Het voorstel is gebaseerd op artikel 114 van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Subsidiariteitsbeginsel De Unie en de lidstaten zijn samen bevoegd
voor de interne markt. Het subsidiariteitsbeginsel is met name aan de orde bij
de nieuwe bepalingen die bedoeld zijn om de effectieve handhaving van Richtlijn
2006/95/EG te verbeteren, namelijk de verplichtingen voor importeurs en
distributeurs, de traceerbaarheidsbepalingen, de bepalingen over de beoordeling
en de aangescherpte samenwerkingsverplichtingen in het kader van de herziene
procedures voor markttoezicht en vrijwaring. Uit ervaring met de handhaving van de
wetgeving is gebleken dat maatregelen die op nationaal niveau werden genomen,
tot uiteenlopende benaderingswijzen en een verschillende behandeling van
marktdeelnemers in de EU hebben geleid, hetgeen het doel van deze richtlijn
ondermijnt. Als er op nationaal niveau maatregelen worden getroffen om de
problemen aan te pakken, houdt dit het risico in dat belemmeringen voor het
vrije verkeer van goederen worden opgeworpen. Bovendien zijn nationale
maatregelen beperkt tot de territoriale bevoegdheid van een lidstaat. Gezien de
toenemende internationalisatie van de handel stijgt het aantal
grensoverschrijdende gevallen voortdurend. De gestelde doelen en met name een
doeltreffender markttoezicht kunnen veel beter worden bereikt door
gecoördineerd optreden op EU-niveau. Daarom is het zinvoller op EU-niveau
maatregelen te treffen. Ook het probleem van inconsistenties tussen de
verschillende richtlijnen kan alleen door de EU-wetgever worden opgelost. Evenredigheidsbeginsel Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaan
de voorgestelde wijzigingen niet verder dan nodig is om de beoogde
doelstellingen te verwezenlijken. De nieuwe of gewijzigde verplichtingen leiden
niet tot onnodige lasten en kosten voor het bedrijfsleven, en in het bijzonder
kleine en middelgrote ondernemingen, of voor overheidsinstanties. Voor
wijzigingen met negatieve gevolgen kon op basis van de analyse van de gevolgen
van de optie de meest evenredige oplossing voor de geconstateerde problemen
worden gekozen. Bij een aantal wijzigingen wordt de duidelijkheid van de
bestaande richtlijn vergroot, zonder dat belangrijke nieuwe eisen worden
opgelegd waaraan extra kosten verbonden zijn. Gebruikte wetgevingstechniek Om de richtlijn met het NWK-besluit op één
lijn te brengen zijn een aantal materiële wijzigingen van Richtlijn 2006/95/EG
noodzakelijk. Met het oog op de leesbaarheid van de gewijzigde tekst is voor de
herschikkingstechniek gekozen overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord
van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van
besluiten[3]. De wijzigingen van Richtlijn 2006/95/EG
betreffen: de definities, de verplichtingen van marktdeelnemers, het vermoeden
van conformiteit dat door geharmoniseerde normen wordt geboden, de
conformiteitsverklaring, de CE-markering, de vrijwaringprocedure en de
conformiteitsbeoordelingsprocedures. Het voorstel wijzigt niet het
toepassingsgebied en de veiligheidsdoeleinden van Richtlijn 2006/95/EG.
5.
gevolgen voor de begroting
Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de
begroting van de EU.
6.
aanvullende informatie
Intrekking van bestaande wetgeving De vaststelling van het voorstel heeft de
intrekking van Richtlijn 2006/95/EG tot gevolg. Europese Economische Ruimte Het voorstel betreft een onderwerp dat onder
de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische
Ruimte. ê 2006/95 (aangepast) 2011/0357 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende de onderlinge aanpassing Ö harmonisatie Õ van de wettelijke
voorschriften Ö wetgevingen Õ van der lidstaten inzake
Ö het op de markt
aanbieden van Õ elektrisch materiaal
bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (Herschikking)
(Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gelet op Gezien het Verdrag tot oprichting van de
Europese Gemeenschap Ö betreffende de
werking van de Europese Unie Õ, en met name op
artikel 95
Ö 114 Õ, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[4], Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: ò nieuw (1)
Richtlijn 2006/95/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de
onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake
elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen[5]
moet op verscheidene punten ingrijpend worden gewijzigd. Ter wille van de
duidelijkheid dient tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan. (2)
Verordening (EG) nr.
765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling
van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen
van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93[6]
stelt regels vast inzake de accreditatie van
conformiteitsbeoordelingsinstanties, verschaft een kader voor het markttoezicht
op producten en voor de controle van producten uit derde landen, en voorziet in
de algemene beginselen inzake CE-markering. (3)
Besluit 768/2008/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een
gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking
van Besluit 93/465/EEG van de Raad[7] stelt een gemeenschappelijk
kader van algemene beginselen en referentiebepalingen vast die bedoeld zijn om
in alle wetgeving tot harmonisatie van de voorwaarden voor het verhandelen van
producten te worden toegepast, zodat een coherente basis voor de herziening of
herschikking van die wetgeving wordt gelegd. Richtlijn 2006/95/EG moet derhalve
aan dat besluit worden aangepast. ê 2006/95
overweging 1 (aangepast) Richtlijn 73/23/EEG van de Raad van 19 februari
1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke
voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik
binnen bepaalde spanningsgrenzen [8] is
ingrijpend gewijzigd[9]. Ter wille
van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst, dient tot
codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan. ê 2006/95 overweging
2 De in de lidstaten
geldende voorschriften met het oog op de veiligheid bij gebruik van
elektrisch materiaal binnen bepaalde spanningsgrenzen berusten op verschillen
in inzicht, hetgeen tot handelsbelemmeringen aanleiding geeft. ê 2006/95 overweging
3 In sommige
lidstaten en voor bepaald elektrisch materiaal bedient de wetgever zich ter
bereiking van dit veiligheidsoogmerk van preventieve en repressieve middelen in
de vorm van bindende voorschriften. ê 2006/95 overweging
4 In andere
lidstaten verwijst de wetgever ter bereiking van dit zelfde oogmerk naar de
door normalisatie-instituten uitgewerkte technische normen. Dit systeem biedt
het voordeel van snelle aanpassing aan de technische vooruitgang zonder dat
de veiligheid wordt veronachtzaamd. ê 2006/95 overweging
5 Bepaalde lidstaten
passen administratieve procedures toe waarbij normen worden erkend. Deze
erkenning heeft geen invloed op de technische inhoud van de normen of op de
begrenzing van hun gebruiksvoorwaarden. Een zodanige erkenning kan dus geen
wijziging brengen in de gevolgen welke uit communautair oogpunt zijn
verbonden aan een geharmoniseerde en gepubliceerde norm. ê 2006/95 overweging
6 In communautair
verband moet het
vrije
handelsverkeer in elektrisch materiaal kunnen plaatsvinden wanneer dit
materiaal voldoet aan bepaalde in alle lidstaten erkende veiligheidseisen. Het
bewijs van het voldoen aan deze eisen kan, onverminderd enig ander
bewijsmiddel, worden geleverd door verwijzing naar geharmoniseerde
normen waarin deze zijn omschreven. Deze geharmoniseerde normen moeten in
onderlinge overeenstemming worden opgesteld door organen die door elke lidstaat
ter kennis worden gebracht van de andere
lidstaten en de Commissie en moeten op grote schaal in de bekendheid worden
gebracht. Door een dergelijke harmonisatie moeten de handelsbelemmeringen
voortvloeiend uit afwijkingen tussen nationale normen kunnen worden
opgeheven. ê 2006/95 overweging
7 Het bewijs van
de overeenstemming van het elektrisch materiaal met de geharmoniseerde normen
kan, onverminderd enig ander bewijsmiddel, worden geacht te zijn geleverd
door het aanbrengen of de afgifte van keurmerken respectievelijk certificaten
onder verantwoordelijkheid van de bevoegde instanties of, bij gebreke
daarvan, op grond van de door de fabrikant afgegeven verklaring van
overeenstemming. De lidstaten moeten evenwel ter bevordering van de opheffing
van de handelsbelemmeringen deze keurmerken
of certificaten of genoemde verklaring erkennen als bewijselementen. Deze
keurmerken of certificaten moeten met het oog hierop ter kennis van het publiek
worden gebracht, met name door bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. ò nieuw (4)
Het is de
verantwoordelijkheid van de marktdeelnemers dat elektrisch materiaal conform is
met de gestelde eisen, in overeenstemming met de respectieve rol die zij
vervullen in de toeleveringsketen, teneinde algemene belangen zoals gezondheid
en veiligheid, en de consumenten in grote mate te beschermen en eerlijke
mededinging op de markt van de Unie te waarborgen. (5)
Alle marktdeelnemers die
een rol vervullen in de toeleverings- en distributieketen moeten passende
maatregelen nemen om te waarborgen dat zij uitsluitend elektrisch materiaal op
de markt aanbieden dat aan deze richtlijn voldoet. Er moet worden gezorgd voor
een duidelijke en evenredige verdeling van de verplichtingen overeenkomstig de
rol van alle marktdeelnemers in de toeleverings- en distributieketen. (6)
De fabrikant, die op de
hoogte is van de details van het ontwerp- en productieproces, is het best
geplaatst om de conformiteitsbeoordelingsprocedure voor elektrisch materiaal
volledig uit te voeren. De verplichting voor de conformiteitsbeoordeling moet
daarom uitsluitend op de fabrikant blijven rusten. (7)
Hoewel de
conformiteitsbeoordeling de verantwoordelijkheid van de fabrikant dient te
zijn, zonder dat hierbij een onafhankelijke conformiteitsbeoordelingsinstantie
hoeft te worden betrokken, moet het de fabrikanten vrij staan zich door een
onafhankelijk conformiteitsbeoordelingslaboratorium
te laten bijstaan om de voltooiing van de conformiteitsbeoordelingsprocedure te
vergemakkelijken. (8)
Er moet worden
gewaarborgd dat elektrisch materiaal dat vanuit derde landen in de Unie in de
handel komt, aan de eisen van deze richtlijn voldoet, en met name dat de
fabrikanten adequate beoordelingsprocedures met betrekking tot dit elektrisch
materiaal hebben uitgevoerd. Bijgevolg moet worden bepaald dat importeurs erop
toezien dat het elektrisch materiaal dat zij in de handel brengen aan de eisen
van deze richtlijn voldoet en dat zij geen elektrisch materiaal in de handel
brengen dat niet aan deze eisen voldoet of een risico inhoudt. Er moet eveneens
worden bepaald dat importeurs erop toezien dat er
conformiteitsbeoordelingsprocedures hebben plaatsgevonden en dat
productmarkering en documenten die de fabrikanten opstellen ter beschikking
staan van de toezichthoudende autoriteiten. (9)
De distributeur biedt
elektrisch materiaal pas aan op de markt nadat het door de fabrikant of de
importeur in de handel is gebracht, en hij moet de nodige zorgvuldigheid
betrachten om ervoor te zorgen dat de wijze waarop hij met het elektrisch
materiaal omgaat geen negatieve invloed heeft op de conformiteit van het
elektrisch materiaal. (10)
Wanneer importeurs
elektrisch materiaal in de handel brengen, moeten zij hun naam en contactadres
op het elektrisch materiaal vermelden. Er dient te worden voorzien in
uitzonderingen hierop wanneer dit door de omvang of aard van het elektrisch
materiaal niet mogelijk is. Een dergelijk geval is bijvoorbeeld wanneer de
importeur de verpakking zou moeten openen om zijn naam en adres op het product
te vermelden. (11)
Wanneer een
marktdeelnemer elektrisch materiaal onder zijn eigen naam of handelsmerk in de
handel brengt of elektrisch materiaal zodanig wijzigt dat de conformiteit met
de eisen van deze richtlijn in het gedrang kan komen, moet hij als fabrikant
worden beschouwd en de verplichtingen van de fabrikant op zich nemen. (12)
Omdat distributeurs en
importeurs dicht bij de markt staan, moeten zij worden betrokken bij de
markttoezichttaken van de bevoegde nationale autoriteiten, en moeten zij bereid
zijn actief medewerking te verlenen door die autoriteiten alle nodige
informatie over het elektrisch materiaal te verstrekken. (13)
Het markttoezicht wordt
eenvoudiger en doeltreffender wanneer gewaarborgd wordt dat elektrisch
materiaal in de hele toeleveringsketen traceerbaar is. Een efficiënt
traceringssysteem verlicht de taak van de markttoezichtautoriteiten wanneer zij
marktdeelnemers dienen op te sporen die niet-conforme producten op de markt
hebben aangeboden. (14)
Deze richtlijn moet
beperkt blijven tot het formuleren van veiligheidsdoeleinden. Om de beoordeling
van de conformiteit met die doeleinden te vergemakkelijken, moet worden
voorzien in een vermoeden van conformiteit voor elektrisch materiaal dat
voldoet aan geharmoniseerde normen die overeenkomstig Verordening (EU) nr.
[../..] van het Europees Parlement en de Raad van […..] betreffende Europese
normalisatie en tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de
Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG,
2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en
de Raad zijn vastgesteld om die doeleinden in gedetailleerde technische
specificaties om te zetten. (15)
Verordening (EU) nr.
[../..] [betreffende Europese normalisatie] voorziet in een procedure voor
bezwaren tegen geharmoniseerde normen die niet volledig aan de eisen van deze
richtlijn voldoen. ê 2006/95 overweging
8 (aangepast) ð nieuw (16)
Voor elektrisch materiaal waarvoor nog geen
geharmoniseerde normen bestaan, moetkan
het vrije handelsverkeer bij wijze van overgang tot stand worden
gebracht door zich te bedienen van normen of van veiligheidsvoorschriften die reeds
door ð de "International Electrotechnical
Commission" (Internationale Elektrotechnische Commissie) ï andere internationale organen of door een van
de instanties die de geharmoniseerde normen vaststellen,
zijn uitgewerkt Ö , of door zich
van nationale normen te bedienen Õ. ê 2006/95 overweging
9 Het kan voorkomen
dat elektrisch materiaal in het vrije verkeer wordt gebracht, hoewel het
niet aan de veiligheidseisen voldoet en het is te dien einde wenselijk
passende bepalingen vast te stellen om dit gevaar te verhelpen. ê 2006/95 overweging
10 (nieuw) In Besluit
93/465/EEG van de Raad[10] zijn de modules vastgesteld voor de
verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures die in de
richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt. ê 2006/95 overweging
11 De keuze van
procedures mag niet leiden tot lagere veiligheidsniveaus voor elektrisch
materiaal dan die welke nu al in de gehele Gemeenschap gelden. ò nieuw (17)
Er moet worden gezorgd
voor conformiteitsbeoordelingsprocedures waarmee marktdeelnemers kunnen
aantonen en de bevoegde autoriteiten kunnen waarborgen dat op de markt
aangeboden elektrisch materiaal aan de veiligheidsdoeleinden voldoet. Besluit
nr. 768/2008/EG stelt modules voor conformiteitsbeoordelingsprocedures vast,
uiteenlopend van de minst tot de meest stringente procedure, afhankelijk van de
hoogte van het risico en het vereiste veiligheidsniveau. Om voor coherentie
tussen de sectoren te zorgen en ad-hocvarianten te voorkomen, moeten
conformiteitsbeoordelingsprocedures uit die modules worden gekozen. (18)
Fabrikanten moeten een
EU-conformiteitsverklaring opstellen waarin zij gedetailleerde informatie
verstrekken over de conformiteit van het elektrisch materiaal met de eisen van
deze richtlijn en die van andere relevante harmonisatiewetgeving van de Unie. (19)
De CE-markering, waarmee
de conformiteit van elektrisch materiaal wordt aangegeven, is de zichtbare
uitkomst van het proces van conformiteitsbeoordeling in brede zin. In
Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn algemene beginselen voor het gebruik
van de CE-markering vastgesteld. In deze richtlijn moeten voorschriften met
betrekking tot het aanbrengen van de CE-markering worden vastgesteld. (20)
Om rechtszekerheid te
waarborgen, moet duidelijk worden gemaakt dat de in Verordening (EG) nr.
765/2008 vastgestelde voorschriften inzake markttoezicht in de Unie en controle
van producten die de markt van de Unie binnenkomen, op elektrisch materiaal van
toepassing zijn. Deze richtlijn mag de lidstaten niet beletten te kiezen welke autoriteiten
voor de uitvoering van die taken bevoegd zijn. (21)
In Richtlijn 2006/95/EG
is al een vrijwaringsprocedure opgenomen, die uitsluitend wordt toegepast
wanneer de lidstaten het niet eens zijn over de door een lidstaat genomen
maatregelen. Om de transparantie te vergroten en tijdverlies te beperken, moet
de bestaande vrijwaringsprocedure worden verbeterd teneinde de efficiëntie te
vergroten en van de deskundigheid in de lidstaten te profiteren. (22)
Het bestaande systeem
moet worden aangevuld met een procedure om belanghebbenden te informeren over
voorgenomen maatregelen tegen producten die een risico meebrengen voor de
gezondheid en veiligheid van personen of voor andere aspecten van de
bescherming van algemene belangen. Deze procedure moet ook
markttoezichtautoriteiten in staat stellen samen met de betrokken
marktdeelnemers eerder tegen dergelijke producten op te treden. (23)
Indien de lidstaten en de
Commissie het eens zijn dat een maatregel van een lidstaat gerechtvaardigd is,
is nadere betrokkenheid van de Commissie hierbij niet nodig, behalve wanneer de
niet-conformiteit kan worden toegeschreven aan tekortkomingen van een
geharmoniseerde norm. (24)
De lidstaten moeten
regels voor sancties op overtredingen van ingevolge deze richtlijn vastgestelde
nationale bepalingen vaststellen en ervoor zorgen dat zij worden toegepast. Deze
sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. (25)
Er moet in een
overgangsregeling worden voorzien waardoor elektrisch materiaal dat op grond
van Richtlijn 2006/95/EG al in de handel is gebracht, op de markt kan worden
aangeboden. (26)
Daar de doelstelling van
deze richtlijn, namelijk waarborgen dat elektrisch materiaal op de markt aan de
eisen voldoet die een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en
veiligheid en van andere algemene belangen bieden zonder dat afbreuk wordt
gedaan aan de werking van de interne markt, niet voldoende door de lidstaten
kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en gevolgen ervan beter
op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in
artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde
subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde
evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze
doelstelling te verwezenlijken. (27)
De verplichting tot
omzetting van deze richtlijn in nationaal recht dient te worden beperkt tot de
bepalingen die ten opzichte van Richtlijn 2006/95/EG materieel zijn gewijzigd.
De verplichting tot omzetting van de ongewijzigde bepalingen vloeit voort uit
de vorige richtlijnen. ê 2006/95 overweging
12 (aangepast) (28)
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de
lidstaten met betrekking tot de in deel B van
bijlage V bij Richtlijn 2006/95/EG,
deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal
recht van de aldaar genoemde richtlijnen, en voor toepassing ervan, onverlet te
laten, ê 2006/95 (aangepast) HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: Hoofdstuk
1 Ö Algemene
bepalingen Õ Artikel 1 Ö Toepassingsgebied Õ Onder elektrisch materiaal in de zin van dDeze
richtlijn wordt
verstaan Ö is van
toepassing op Õ elektrisch materiaal
bestemd voor een nominale wisselspanning tussen 50 V en 1000 V en een nominale
gelijkspanning tussen 75 V en 1500 V, met uitzondering van het materiaal en
de verschijnselen opgenomen in bijlage II. ò nieuw Artikel 2
[artikel R1 van Besluit nr. 768/2008/EG] Definities Voor de toepassing van
deze richtlijn wordt verstaan onder: (1)
"in de handel
brengen": het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van
elektrisch materiaal; (2)
"op de markt
aanbieden": het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen
betaling, verstrekken van elektrisch materiaal met het oog op distributie,
consumptie of gebruik op de markt van de Unie; (3)
"fabrikant":
een natuurlijke of rechtspersoon die elektrisch materiaal vervaardigt of laat
ontwerpen of vervaardigen, en het onder zijn naam of handelsmerk verhandelt; (4)
"gemachtigde":
een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door
een fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen; (5)
"importeur":
een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die elektrisch materiaal
uit een derde land in de Unie in de handel brengt; (6)
"distributeur":
een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, verschillend van de
fabrikant of de importeur, die elektrisch materiaal op de markt aanbiedt; (7)
"marktdeelnemers":
de fabrikant, de gemachtigde, de importeur en de distributeur; (8)
"technische specificatie":
een document dat de technische eisen voorschrijft waaraan elektrisch materiaal
moet voldoen; (9)
"geharmoniseerde
norm": geharmoniseerde norm zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder
c), van Verordening (EU) nr. [../..] [betreffende Europese normalisatie]; (10)
"conformiteitsbeoordeling":
het proces waarin wordt aangetoond of voldaan is aan de veiligheidsdoeleinden
voor elektrisch materiaal; (11)
"terugroepen":
maatregel waarmee wordt beoogd elektrisch materiaal te doen terugkeren dat al
aan de eindgebruiker ter beschikking is gesteld; (12)
"uit de handel
nemen": maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat elektrisch
materiaal dat zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt
aangeboden; (13)
"CE-markering":
een markering waarmee de fabrikant aangeeft dat het elektrisch materiaal in
overeenstemming is met alle toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving
van de Unie die in het aanbrengen ervan voorziet; (14)
"harmonisatiewetgeving
van de Unie": alle wetgeving van de Unie die de voorwaarden voor het verhandelen
van producten harmoniseert. ê 2006/95 (aangepast) ð nieuw Artikel 32 Ö Het op de markt aanbieden en
veiligheidsdoeleinden Õ 1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat
hHet elektrische
materiaal Ö kan Õ slechts ð op de markt ï in de handel kan
worden ð aangeboden ï gebracht indien het,
vervaardigd volgens de regels van goed vakmanschap op het gebied van de
veiligheid die in de Gemeenschap Ö Unie Õ gelden, bij
correcte installatie en degelijk onderhoud en bij gebruik
overeenkomstig de bestemming, de veiligheid van mensen, huisdieren en goederen
niet in gevaar brengt. ê 2006/95 2. In bijlage I zijn de voornaamste
elementen betreffende de in lid 1 bedoelde veiligheidsdoeleinden samengevat. ê 2006/95 (aangepast) Artikel 43 Ö Vrij verkeer Õ De lidstaten treffen de nodige maatregelen
opdat niet om
veiligheidsredenen Ö omwille van de
onder deze richtlijn vallende aspecten Õ het vrije
verkeer binnen de Gemeenschap
Ö Unie Õ wordt verhinderd van
het elektrische materiaal dat, op de in de artikelen 5, 6, 7 of 8 bepaalde
wijze, voldoet aan Ö deze
richtlijn Õ de in artikel 2 vermelde
bepalingen. Artikel 54 Ö Stroomvoorziening Õ De lidstaten zien erop toe dat de
distributiebedrijven de aansluiting op het net en de stroomvoorziening aan
de verbruikers, voor elektrisch materiaal niet afhankelijk stellen van
strengere veiligheidseisen dan is bepaald in artikel 23 Ö en bijlage
I Õ. Hoofdstuk
2 Ö Verplichtingen
van marktdeelnemers Õ ê 2006/95 Artikel 5 De lidstaten nemen
de nodige maatregelen opdat hun terzake bevoegde overheidsinstanties, met het
oog op het in artikel 2 bedoelde in de handel brengen of het in artikel 3 bedoelde
in het vrije verkeer brengen, met name het elektrisch materiaal dat voldoet
aan de veiligheidsvoorschriften van de geharmoniseerde normen, beschouwen als
beantwoordende aan de bepalingen van artikel 2. Normen worden
aangemerkt als geharmoniseerd, wanneer zij, na in onderlinge
overeenstemming te zijn vastgesteld door de organen waarvan door de
lidstaten overeenkomstig artikel 11, eerste alinea, onder a), mededeling is
gedaan, in het kader van de nationale procedures zijn gepubliceerd. Zij
moeten worden bijgewerkt op grond van de
technologische vooruitgang en de ontwikkeling van de regels van goed
vakmanschap op het gebied van veiligheid. De lijst der
geharmoniseerde normen met bronvermelding wordt ter informatie bekendgemaakt in
het Publicatieblad van
de Europese Unie. ò nieuw Artikel 6
[artikel R2 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verplichtingen van fabrikanten 1. Wanneer zij
elektrisch materiaal in de handel brengen, waarborgen fabrikanten dat deze
werden ontworpen en vervaardigd overeenkomstig artikel 3 en bijlage I. 2. Fabrikanten stellen
de in bijlage III bedoelde technische documentatie op en voeren de in bijlage
III bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedure uit of laten deze uitvoeren. Wanneer met de in de
eerste alinea bedoelde procedure is aangetoond dat het elektrisch materiaal aan
de toepasselijke eisen voldoet, stellen fabrikanten een
EU-conformiteitsverklaring op en brengen zij de CE-markering aan. 3. Fabrikanten bewaren
de technische documentatie en de EU-conformiteitsverklaring gedurende tien jaar
nadat het elektrisch materiaal in de handel is gebracht. 4. Fabrikanten zorgen
ervoor dat zij beschikken over procedures om de conformiteit van hun
serieproductie te blijven waarborgen. Er wordt terdege rekening gehouden met
veranderingen in het ontwerp of in de kenmerken van het elektrisch materiaal en
met veranderingen in de geharmoniseerde normen of technische specificaties
waarnaar in de conformiteitsverklaring van het elektrisch materiaal is
verwezen. Indien dit rekening
houdend met de risico’s van elektrisch materiaal passend wordt geacht, voeren
fabrikanten met het oog op de bescherming van de veiligheid van de consumenten
steekproeven uit op elektrisch materiaal dat op de markt is aangeboden,
onderzoeken zij klachten, niet-conform elektrisch materiaal en teruggeroepen
elektrisch materiaal en houden zij daarvan zo nodig een register bij, en houden
zij de distributeurs op de hoogte van dergelijk toezicht. 5. Fabrikanten zorgen
ervoor dat op elektrisch materiaal een type-, partij- of serienummer, dan wel
een ander identificatiemiddel is aangebracht, of wanneer dit door de omvang of
aard van het elektrisch materiaal niet mogelijk is, dat de vereiste informatie
op de verpakking of in een bij het elektrisch materiaal gevoegd document is
vermeld. 6. Fabrikanten
vermelden hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en
het contactadres op het elektrisch materiaal, of wanneer dit niet mogelijk is,
op de verpakking of in een bij het elektrisch materiaal gevoegd document. Het
adres moet één enkele plaats aangeven waar de fabrikant kan worden
gecontacteerd. 7. Fabrikanten zien
erop toe dat het elektrisch materiaal vergezeld gaat van informatie aangaande
de veiligheid, in een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de consumenten
en andere eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen. 8. Fabrikanten die van
mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen in de handel
gebracht elektrisch materiaal niet conform is met deze richtlijn, nemen
onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om het elektrisch materiaal
conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.
Bovendien brengen fabrikanten, indien het elektrisch materiaal een risico
vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het
elektrisch materiaal op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de
hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen
corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven. 9. Fabrikanten
verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale
autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de
conformiteit van het elektrisch materiaal aan te tonen, in een taal die deze
autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen
zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s
van het door hen in de handel gebrachte elektrisch materiaal. Artikel 7
[artikel R3 van Besluit nr. 768/2008/EG] Gemachtigden 1. Een fabrikant kan
via een schriftelijk mandaat een gemachtigde aanstellen. De verplichtingen
uit hoofde van artikel 6, lid 1, en de opstelling van technische documentatie
maken geen deel uit van het mandaat van de gemachtigde. 2. Een gemachtigde
voert de taken uit die gespecificeerd zijn in het mandaat dat hij van de
fabrikant heeft ontvangen. Het mandaat laat de gemachtigde toe ten minste de
volgende taken te verrichten: a)
hij houdt de
EU-conformiteitsverklaring en de technische documentatie gedurende een periode
van tien jaar nadat het elektrisch materiaal in de handel is gebracht, ter
beschikking van de nationale toezichtautoriteiten; b)
hij verstrekt een
bevoegde nationale autoriteit op grond van een met redenen omkleed verzoek alle
benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het elektrisch
materiaal aan te tonen; c)
hij verleent op verzoek
van de bevoegde nationale autoriteiten medewerking aan eventueel genomen
maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van elektrisch materiaal dat
onder het mandaat van de gemachtigde valt. Artikel 8
[artikel R4 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verplichtingen van importeurs 1. Importeurs brengen
alleen elektrisch materiaal in de handel dat aan de gestelde eisen voldoet. 2. Alvorens elektrisch
materiaal in de handel te brengen, zien importeurs erop toe dat de fabrikant de
juiste conformiteitsbeoordelingsprocedure heeft uitgevoerd. Zij zorgen ervoor
dat de fabrikant de technische documentatie heeft opgesteld, dat het elektrisch
materiaal voorzien is van de CE-markering en vergezeld gaat van de vereiste
documenten, en dat de fabrikant aan de eisen in artikel 6, leden 5 en 6, heeft
voldaan. Wanneer een importeur
van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat elektrisch materiaal niet
conform is met artikel 3 en bijlage I, mag hij het elektrisch materiaal niet in
de handel brengen alvorens het conform is gemaakt. Wanneer het elektrisch
materiaal een risico vertoont, brengt de importeur de fabrikant en de
markttoezichtautoriteiten hiervan bovendien op de hoogte. 3. Importeurs
vermelden hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en
het contactadres op het elektrisch materiaal, of wanneer dit niet mogelijk is,
op de verpakking of in een bij het elektrisch materiaal gevoegd document. 4. Importeurs zien
erop toe dat het elektrisch materiaal vergezeld gaat van informatie aangaande
de veiligheid, in een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de
consumenten en andere eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen. 5. Importeurs zorgen
gedurende de periode dat zij voor elektrisch materiaal verantwoordelijk zijn,
voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van het
elektrisch materiaal met de veiligheidsdoeleinden in artikel 3 en
bijlage I niet in het gedrang komt. 6. Indien dit rekening
houdend met de risico’s van elektrisch materiaal passend wordt geacht, voeren
importeurs met het oog op de bescherming van de veiligheid van de consumenten,
steekproeven uit op elektrisch materiaal dat op de markt is aangeboden,
onderzoeken zij klachten, niet-conform elektrisch materiaal en teruggeroepen
elektrisch materiaal en houden daarvan zo nodig een register bij, en houden zij
de distributeurs op de hoogte van dit toezicht. 7. Importeurs die van
mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen in de handel
gebracht elektrisch materiaal niet conform is met deze richtlijn, nemen
onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om het elektrisch materiaal
conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.
Bovendien brengen importeurs, indien het elektrisch materiaal een risico
vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het
elektrisch materiaal op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de
hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende
maatregelen uitvoerig beschrijven. 8. Importeurs houden
gedurende een periode van tien jaar nadat het elektrisch materiaal in de handel
is gebracht, een kopie van de EU-conformiteitsverklaring ter beschikking van de
markttoezichtautoriteiten en zorgen ervoor dat de technische documentatie op
verzoek aan die autoriteiten kan worden verstrekt. 9. Importeurs
verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale
autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de
conformiteit van elektrisch materiaal aan te tonen, in een taal die deze
autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen
zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s
van het door hen in de handel gebrachte elektrisch materiaal. Artikel 9
[artikel R5 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verplichtingen van distributeurs 1. Distributeurs die
elektrisch materiaal op de markt aanbieden, betrachten de nodige zorgvuldigheid
in verband met de eisen van deze richtlijn. 2. Alvorens elektrisch
materiaal op de markt aan te bieden, controleren distributeurs of het
elektrisch materiaal voorzien is van de CE-markering en vergezeld gaat van de
informatie aangaande de veiligheid, in een taal die de consumenten en andere
eindgebruikers in de lidstaat waar het elektrisch materiaal op de markt wordt
aangeboden, gemakkelijk kunnen begrijpen, en of de fabrikant en de importeur
aan de eisen in artikel 6, leden 5 en 6, en artikel 8, lid 3, hebben voldaan. Wanneer een
distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat elektrisch
materiaal niet conform is met de eisen in artikel 3 en bijlage I, mag hij het
elektrisch materiaal pas op de markt aanbieden nadat het conform is gemaakt.
Wanneer het elektrisch materiaal een risico vertoont, brengt de distributeur de
fabrikant of de importeur hiervan bovendien op de hoogte, evenals de
markttoezichtautoriteiten. 3. Distributeurs
zorgen gedurende de periode dat zij voor elektrisch materiaal verantwoordelijk
zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van
het elektrisch materiaal met de eisen in artikel 3 en bijlage I niet
in het gedrang komt. 4. Distributeurs die
van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen op de markt
aangeboden elektrisch materiaal niet conform is met deze richtlijn, zien erop
toe dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen om dat materiaal
conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.
Bovendien brengen distributeurs, indien het elektrisch materiaal een risico
vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het
elektrisch materiaal op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de
hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen
corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven. 5. Distributeurs
verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale
autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de
conformiteit van elektrisch materiaal aan te tonen. Op verzoek van deze
autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter
uitschakeling van de risico’s van het door hen op de markt aangeboden
elektrisch materiaal. Artikel 10 [artikel R6 van Besluit nr. 768/2008/EG] Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van
toepassing zijn op importeurs en distributeurs Een importeur of
distributeur wordt voor de toepassing van deze richtlijn als een fabrikant
beschouwd en hij moet aan de in artikel 6 vermelde verplichtingen van de
fabrikant voldoen wanneer hij elektrisch materiaal onder zijn eigen naam of
merknaam in de handel brengt of reeds in de handel gebracht elektrisch
materiaal zodanig wijzigt dat de conformiteit met de eisen van deze richtlijn
in het gedrang kan komen. Artikel 11
[artikel R7 van Besluit nr. 768/2008/EG] Identificatie van marktdeelnemers Marktdeelnemers delen,
op verzoek, aan de markttoezichtautoriteiten mee: a) welke
marktdeelnemer elektrisch materiaal aan hen heeft geleverd; b) aan welke
marktdeelnemer zij elektrisch materiaal hebben geleverd. Marktdeelnemers
moeten tot tien jaar nadat het elektrisch materiaal aan hen is geleverd en tot
tien jaar nadat zij het elektrisch materiaal hebben geleverd, de in de eerste
alinea bedoelde informatie kunnen verstrekken. Hoofdstuk 3 Conformiteit van
het elektrisch materiaal Artikel 12
[artikel R8 van Besluit nr. 768/2008/EG] Vermoeden van conformiteit met geharmoniseerde normen Elektrisch materiaal
dat conform is met geharmoniseerde normen of delen daarvan waarvan de
referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn
bekendgemaakt, worden geacht in overeenstemming te zijn met de
veiligheidsdoeleinden die door die normen of delen daarvan worden bestreken,
zoals beschreven in artikel 3 en bijlage I. [Wanneer een
geharmoniseerde norm voldoet aan de eisen die zij bestrijkt en die worden
beschreven in artikel 3 en bijlage I, maakt de Commissie het referentienummer
van die norm bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.] ê 2006/95 (aangepast) ð nieuw Artikel 136 Ö Vermoeden van conformiteit met
internationale normen Õ 1. Voor zover er nog
geen geharmoniseerde normen in de zin van artikel 125 zijn
vastgesteld en gepubliceerd, nemen de lidstaten de nodige maatregelen opdat hun
terzaketer zake bevoegde overheidsinstanties
met het oog op het in artikel 23 bedoelde in de handel
brengen ð op de markt aanbieden ï of het in artikel 34 bedoelde in het vrije verkeer
brengen, eveneens als beantwoordende aan de bepalingen van artikel 32 Ö en bijlage
I Õ beschouwen, het
elektrisch materiaal dat beantwoordt aan de veiligheidsvoorschriften van de "Commission Internationale des
Réglementations en vue de l'approbation de l'équipement électrique"
(CEE) (Internationale Commissie voor de keuring van elektrisch materiaal) of
van de Ö "International
Electrotechnical Commission" (IEC) (Internationale Elektrotechnische
Commissie) Õ "Commission
Electrotechnique Internationale" (CEI) (Internationaal Elektrotechnisch
Comité) ten aanzien
waarvan de in de leden 3 en 23 bedoelde publicatieprocedure is gevolgd. 2. De in lid 1 bedoelde
veiligheidsvoorschriften worden door de Commissie aan de lidstaten medegedeeld bij de
inwerkingtreding van de onderhavige richtlijn en vervolgens op het ogenblik
waarop zij worden gepubliceerd. De Commissie vermeldt, na
overleg met de lidstaten, de voorschriften, en met name de varianten ten
aanzien waarvan zij bekendmaking aanbeveelt. 3. Binnen drie maanden
stellen de lidstaten de Commissie in kennis van hun eventuele bezwaren tegen de
aldus
Ö overeenkomstig
lid 2 Õ medegedeelde
voorschriften waarbij zij vermelden om welke veiligheidsredenen zij
een bepaald voorschrift niet kunnen aanvaarden. De veiligheidsvoorschriften waartegen geen
bezwaar werd gemaakt, worden ter informatie bekendgemaakt in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Artikel 147 Ö Vermoeden van conformiteit met
nationale normen Õ Voor zover er nog geen geharmoniseerde normen
in de zin van artikel 512 of overeenkomstig
artikel 6 bekendgemaakte veiligheidsvoorschriften Ö in de zin van
artikel 13 Õ bestaan, nemen de lidstaten
de nodige maatregelen opdat hun terzaketer zake bevoegde overheidsinstanties
met het oog op het in artikel 23 bedoelde in de handel
brengen ð op de markt aanbieden ï of het in artikel 34 bedoelde in het vrije verkeer brengen,
eveneens als beantwoordende aan de bepalingen van artikel 23 Ö en bijlage
I Õ beschouwen, het
elektrisch materiaal dat is gefabriceerd overeenkomstig de
veiligheidsvoorschriften van de in de lidstaat waarin het is vervaardigd
geldende normen, indien dit materiaal een even grote veiligheid biedt als die
welke op hun eigen grondgebied is vereist. ê 2006/95 Artikel 8 1. Het elektrische
materiaal moet, voordat het in de handel wordt gebracht, voorzien zijn van
de in artikel 10 bedoelde CE-markering, waarbij wordt verklaard dat het
voldoet aan de voorschriften van deze richtlijn, met inbegrip van de in
bijlage IV beschreven overeenstemmingsbeoordelingsprocedure. 2. In geval van
betwisting kan de fabrikant of de importeur een door een overeenkomstig
artikel 11, eerste alinea, onder b), medegedeeld orgaan opgesteld rapport
overleggen inzake het overeenkomen van het elektrisch materiaal met de
bepalingen van artikel 2. 3. Indien
elektrisch materiaal met betrekking tot andere aspecten onder andere richtlijnen valt die voorzien in het aanbrengen van
de CE-markering, geeft deze markering aan dat dit materiaal geacht wordt ook
aan de voorschriften van deze andere richtlijnen te voldoen. Indien echter in
een of meer van deze richtlijnen gedurende een overgangsperiode de
fabrikant de keuze van de toe te passen regeling wordt gelaten, geeft de
CE-markering alleen aan dat het elektrische materiaal aan de voorschriften van
de door de fabrikant toegepaste richtlijnen voldoet. In dat geval moeten de
in het Publicatieblad
van de Europese Unie bekendgemaakte referenties van de toegepaste
richtlijnen worden vermeld op de door deze richtlijnen vereiste
documenten, handleidingen of gebruiksaanwijzingen die bij dit
elektrische materiaal zijn gevoegd. Artikel 9 1. Indien een
lidstaat om veiligheidsredenen het op de markt brengen van elektrisch
materiaal verbiedt of het vrije verkeer ervan belemmert, stelt hij de
overige betrokken lidstaten en de Commissie onverwijld daarvan in kennis en
deelt daarbij de beweegredenen van zijn beslissing mede en geeft onder meer aan: a) of het niet voldoen
aan artikel 2 het gevolg is van een leemte in de in artikel 5 bedoelde
geharmoniseerde normen, in de in artikel 6 bedoelde bepalingen, of in de in
artikel 7 bedoelde normen; b) of het niet voldoen
aan artikel 2 het gevolg is van het slecht toepassen van genoemde normen of
publicaties of van het niet naleven van de in dat artikel bedoelde regels van
goed vakmanschap. 2. Indien andere
lidstaten bezwaren inbrengen tegen de beslissing, bedoeld in lid 1, treedt
de Commissie onverwijld in overleg met de betrokken lidstaten. 3. Indien binnen
drie maanden na de datum van de kennisgeving, bedoeld in lid 1, geen
overeenstemming is bereikt, wint de Commissie het advies in van één van de
overeenkomstig artikel 11, eerste alinea, onder b), medegedeelde organen dat
zijn zetel buiten het grondgebied van de betrokken lidstaten heeft, en niet
is opgetreden in het kader van de procedure van artikel 8. In het advies wordt
aangegeven in hoeverre de bepalingen van artikel 2 niet zijn nageleefd. 4. De Commissie
deelt het advies van het in lid 3 bedoelde orgaan mede aan alle lidstaten;
binnen een maand kunnen deze hun op- en aanmerkingen aan de Commissie doen
toekomen. De Commissie neemt terzelfder tijd van de op- en aanmerkingen van
de betrokken partijen ten aanzien van genoemd advies kennis. 5. Na kennis
genomen te hebben van deze op- en aanmerkingen kan de Commissie eventueel de
dienstige aanbevelingen of adviezen formuleren. Artikel 10 1. De in
bijlage III bedoelde CE-markering wordt door de fabrikant of zijn in
de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde zichtbaar, gemakkelijk leesbaar en
onuitwisbaar aangebracht op het elektrische materiaal, of, indien dit niet
mogelijk is, dan wel op de verpakking, de gebruiksaanwijzing of het
garantiebewijs. 2. Op elektrisch
materiaal mogen geen andere markeringen worden aangebracht die derden kunnen
misleiden omtrent de betekenis of de grafische vorm van de CE-markering. Op het
elektrische materiaal, de verpakking, de gebruiksaanwijzing of het
garantiebewijs mogen andere markeringen worden aangebracht op voorwaarde
dat de zichtbaarheid en de leesbaarheid van de CE-markering niet worden
verminderd. 3. Onverminderd
artikel 9: a) ontstaat, wanneer
een lidstaat vaststelt dat de CE-markering ten onrechte is aangebracht, voor
de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde de
verplichting om onder de door de lidstaat gestelde voorwaarden het product in
overeenstemming te brengen met de bepalingen inzake de CE-markering en aan de
overtreding een einde te maken; b) treft de lidstaat,
indien de tekortkoming blijft bestaan, alle nodige maatregelen om
overeenkomstig artikel 9 het in de handel brengen van het betrokken product te
beperken of te verbieden dan wel het uit de handel te laten nemen. Artikel 11 Elke lidstaat
stelt de overige lidstaten en de Commissie in kennis van: a) de lijst van de
in artikel 5, tweede alinea, bedoelde organen; b) de lijst van de
organen die overeenkomstig artikel 8, lid 2, een rapport opstellen of
overeenkomstig artikel 9 een advies uitbrengen; c) de vindplaats van
de in artikel 5, tweede alinea, bedoelde publicatie. Elke wijziging
van deze gegevens wordt door elke lidstaat aan de andere lidstaten en de
Commissie medegedeeld. Artikel 12 Deze richtlijn
is niet van toepassing op elektrisch materiaal dat bestemd is voor uitvoer
naar derde landen. ò nieuw Artikel 15
[artikel R10 van Besluit nr. 768/2008/EG] EU-conformiteitsverklaring 1. In de
EU-conformiteitsverklaring wordt vermeld dat aangetoond is dat aan de veiligheidsdoeleinden
in artikel 3 en bijlage I is voldaan. 2. De
EU-conformiteitsverklaring komt qua structuur overeen met het model in
bijlage IV bij deze richtlijn, bevat de in module A van bijlage III
bij deze richtlijn vermelde elementen en wordt voortdurend bijgewerkt. Zij
wordt vertaald in de taal of talen zoals gevraagd door de lidstaat waar het
elektrisch materiaal in de handel wordt gebracht of op de markt wordt
aangeboden. 3. Indien voor het elektrisch materiaal uit hoofde van
meer dan één handeling van de Unie een EU-conformiteitsverklaring vereist is,
wordt één EU-conformiteitsverklaring met betrekking tot al die handelingen van
de Unie opgesteld. In die verklaring moet duidelijk worden aangegeven om welke handelingen
het gaat, met vermelding van de publicatiereferenties. 4. Door de
EU-conformiteitsverklaring op te stellen, neemt de fabrikant de
verantwoordelijkheid voor de conformiteit van het elektrisch materiaal op zich.
Artikel 16
[artikel R11 van Besluit nr. 768/2008/EG] Algemene beginselen van de CE-markering De CE-markering is
onderworpen aan de algemene beginselen die zijn vastgesteld in artikel 30
van Verordening (EG) nr. 765/2008. Artikel 17
[artikel R12 van Besluit nr. 768/2008/EG] Voorschriften en voorwaarden voor het aanbrengen van de CE-markering 1. De CE-markering
wordt zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar op het elektrisch materiaal of op het
gegevensplaatje aangebracht. Wanneer dit gezien de aard van het elektrisch
materiaal niet mogelijk of niet gerechtvaardigd is, wordt de CE-markering
aangebracht op de verpakking en in de begeleidende documenten. 2. De CE-markering
wordt aangebracht voordat het elektrisch materiaal in de handel wordt gebracht.
Hoofdstuk 4 Markttoezicht in
de Unie, controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen en
vrijwaringsprocedures Artikel 18 Markttoezicht in de Unie en controle van
producten die de markt van de Unie binnenkomen Artikel 15, lid 3,
en de artikelen 16 tot en met 29 van Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn van
toepassing op elektrisch materiaal. Artikel 19
[artikel R31 van Besluit nr. 768/2008/EG] Procedure voor elektrisch materiaal dat op nationaal niveau een risico
vertoont 1. Wanneer de
markttoezichtautoriteiten van een lidstaat maatregelen hebben genomen krachtens
artikel 20 van Verordening (EG) nr. 765/2008 of voldoende redenen hebben om aan
te nemen dat onder deze richtlijn vallend elektrisch materiaal een risico voor
de veiligheid van personen, huisdieren of goederen vormt, voeren zij een
beoordeling van het elektrisch materiaal uit in het licht van alle in deze
richtlijn vastgestelde eisen. De desbetreffende marktdeelnemers werken op elke
vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen. Wanneer de
markttoezichtautoriteiten bij deze beoordeling vaststellen dat het elektrisch materiaal
niet aan de eisen van deze richtlijn voldoet, verlangen zij onverwijld van de
betrokken marktdeelnemer dat hij passende corrigerende maatregelen neemt om het
elektrisch materiaal met deze eisen conform te maken of binnen een door hen
vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico,
uit de handel te nemen of terug te roepen. Artikel 21 van
Verordening (EG) nr. 765/2008 is van toepassing op de in de tweede alinea
bedoelde maatregelen. 2. Wanneer de
markttoezichtautoriteiten van mening zijn dat de niet-conformiteit niet tot hun
nationale grondgebied beperkt is, brengen zij de Commissie en de andere
lidstaten op de hoogte van de resultaten van de beoordeling en van de
maatregelen die zij van de marktdeelnemer hebben verlangd. 3. De marktdeelnemer
zorgt ervoor dat alle passende corrigerende maatregelen worden toegepast op het
betrokken elektrisch materiaal dat hij in de Unie op de markt heeft aangeboden. 4. Wanneer de
desbetreffende marktdeelnemer niet binnen de in lid 1, tweede alinea, bedoelde
termijn doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de
markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het op hun
nationale markt aanbieden van het elektrisch materiaal te verbieden of te
beperken, dan wel het elektrisch materiaal in de betrokken lidstaat uit de
handel te nemen of terug te roepen. De
markttoezichtautoriteiten brengen de Commissie en de andere lidstaten
onverwijld van de genomen maatregelen op de hoogte. 5. De in lid 4
bedoelde informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die
nodig zijn om het niet-conforme elektrisch materiaal te identificeren en om de
oorsprong van het elektrisch materiaal, de aard van de beweerde
niet-conformiteit en van het risico, en de aard en de duur van de nationale
maatregelen vast te stellen, evenals de argumenten die worden aangevoerd door
de desbetreffende marktdeelnemer. De markttoezichtautoriteiten vermelden met
name of de niet-conformiteit een van de volgende redenen heeft: a) het elektrisch materiaal
voldoent niet aan de eisen ten aanzien van de veiligheid van personen,
huisdieren of goederen; b) tekortkomingen in
de geharmoniseerde normen waarnaar in artikel 12 wordt verwezen als normen
die een vermoeden van conformiteit vestigen. 6. De andere lidstaten
dan die welke de procedure in gang heeft gezet, brengen de Commissie en de
andere lidstaten onverwijld op de hoogte van door hen genomen maatregelen en
van aanvullende informatie over de niet-conformiteit van het elektrisch
materiaal waarover zij beschikken, en van hun bezwaren indien zij het niet eens
zijn met de aangemelde nationale maatregel. 7. Indien binnen twee
maanden na de ontvangst van de in lid 4 bedoelde informatie geen bezwaar tegen
een voorlopige maatregel van een lidstaat is ingebracht door een lidstaat of de
Commissie, wordt die maatregel geacht gerechtvaardigd te zijn. 8. De lidstaten zorgen
ervoor dat ten aanzien van het betrokken elektrisch materiaal onverwijld
passende beperkende maatregelen worden genomen. Artikel 20
[artikel R32 van Besluit nr. 768/2008/EG] Vrijwaringsprocedure van de Unie 1. Wanneer na
voltooiing van de procedure in artikel 19, leden 3 en 4, bezwaren tegen een
maatregel van een lidstaat worden ingebracht of de Commissie van mening is dat
de nationale maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de
Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken
marktdeelnemer(s) en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit.
Aan de hand van die evaluatie besluit de Commissie of de nationale maatregel al
dan niet gerechtvaardigd is. De Commissie richt
haar besluit tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken
marktdeelnemer(s) er onmiddellijk van op de hoogte. 2. Indien de nationale
maatregel gerechtvaardigd wordt geacht, nemen alle lidstaten de nodige
maatregelen om het niet-conforme elektrisch materiaal uit de handel te nemen,
en zij stellen de Commissie daarvan in kennis. Indien de nationale maatregel
niet gerechtvaardigd wordt geacht, trekt de betrokken lidstaat de maatregel in. 3. Indien de nationale
maatregel gerechtvaardigd wordt geacht en de niet-conformiteit van het
elektrisch materiaal wordt toegeschreven aan tekortkomingen in de
geharmoniseerde normen als bedoeld in artikel 19, lid 5, onder b), van deze
richtlijn, past de Commissie de procedure toe van artikel 8 van Verordening
(EU) nr. [../..] [betreffende Europese normalisatie]. Artikel 21
[artikel R33 van Besluit nr. 768/2008/EG] Conform elektrisch materiaal dat toch een risico voor de veiligheid
meebrengt 1. Wanneer een
lidstaat na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 19, lid 1,
vaststelt dat elektrisch materiaal dat conform is met deze richtlijn toch een
risico voor de veiligheid van personen meebrengt, verlangt deze lidstaat van de
desbetreffende marktdeelnemer dat hij alle passende maatregelen neemt om ervoor
te zorgen dat het elektrisch materiaal dat risico niet meer meebrengt wanneer
het in de handel wordt gebracht, of om het elektrisch materiaal binnen een door
de lidstaat vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van
het risico, uit de handel te nemen of terug te roepen. 2. De marktdeelnemer
zorgt ervoor dat de door hem genomen corrigerende maatregelen worden toegepast
op het betrokken elektrisch materiaal dat hij in de Unie op de markt heeft
aangeboden. 3. De lidstaat brengt
de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk van de genomen corrigerende
maatregelen op de hoogte. Die informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met
name de gegevens die nodig zijn om het elektrisch materiaal te identificeren en
om de oorsprong en de toeleveringsketen van het elektrisch materiaal, de aard
van het risico en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te
stellen. 4. De Commissie treedt
onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en
beoordeelt de corrigerende maatregelen die zijn genomen. Aan de hand van die
beoordeling besluit de Commissie of de maatregel al dan niet gerechtvaardigd
is, en stelt zij zo nodig passende maatregelen voor. 5. De Commissie richt
haar besluit tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken
marktdeelnemer(s) er onmiddellijk van op de hoogte. Artikel 22
[artikel R34 van Besluit nr. 768/2008/EG] Formele niet-conformiteit 1. Onverminderd
artikel 19 verlangt een lidstaat, wanneer hij een van de volgende feiten
vaststelt, van de betrokken marktdeelnemer dat deze een einde maakt aan de
niet-conformiteit: a) de CE-markering is
in strijd met artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008 of artikel 17 van
deze richtlijn aangebracht; b) de CE-markering is
niet aangebracht; c) de
EU-conformiteitsverklaring is niet opgesteld; d) de
EU-conformiteitsverklaring is niet correct opgesteld; e) technische
documentatie is niet beschikbaar of onvolledig. 2. Wanneer de in lid 1
bedoelde niet-conformiteit voortduurt, neemt de betrokken lidstaat alle
passende maatregelen om het op de markt aanbieden van het elektrisch materiaal
te beperken of te verbieden, of het elektrisch materiaal terug te roepen of uit
de handel te nemen. Hoofdstuk 5 Overgangs- en
slotbepalingen Artikel 23 Sancties De lidstaten stellen regels
vast voor tegen marktdeelnemers te nemen sancties op overtredingen van
ingevolge deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle nodige
maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. De vastgestelde
sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten delen deze
bepalingen uiterlijk op [datum invullen – de in artikel 25, lid 1,
tweede alinea, vermelde datum] aan de Commissie mede en stellen haar onverwijld
in kennis van eventuele latere wijzigingen. Artikel 24 Overgangsbepalingen De lidstaten
belemmeren niet dat elektrisch materiaal dat onder Richtlijn 2006/95/EG
valt en in overeenstemming met die richtlijn is, op de markt wordt aangeboden,
wanneer dat elektrisch materiaal vóór [de in artikel 25, lid 1, tweede alinea,
vermelde datum] in de handel is gebracht. ê Artikel 25 Omzetting 1. De lidstaten dienen uiterlijk op [datum
invoegen – twee jaar na de vaststelling] de nodige wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan
artikel 2, artikel 3, lid 1, de artikelen 6 tot en met 12, artikel 13, lid 1,
de artikelen 14 tot en met 24, en de bijlagen III en IV te voldoen. Zij delen
de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter
weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. Zij passen die bepalingen toe vanaf [de dag na
de in de eerste alinea vermelde datum]. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen,
wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze
richtlijn verwezen. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in
bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze
richtlijn ingetrokken richtlijn, gelden als verwijzingen naar de onderhavige
richtlijn. De regels voor die verwijzing en de formulering van die vermelding
worden vastgesteld door de lidstaten. ê 2006/95 (aangepast) Artikel 13 2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen
van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende
gebied vaststellen. Artikel 1426 Ö Intrekking Õ Richtlijn 73/23/EEG2006/95/EG wordt ingetrokken Ö met ingang van
[de in artikel 25, lid 1, tweede alinea, van deze richtlijn vermelde datum], Õ onverminderd de
verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage
V, deel B van bijlage V
bij Richtlijn 2006/95/EG genoemde termijnen voor omzetting in
nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn
gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens
de concordantietabel in bijlage VI. Artikel 2715 Ö Inwerkingtreding Õ ê 2006/95 Deze richtlijn treedt in werking op de
twintigste dag volgende op na die van haar
de bekendmaking ervan in het Publicatieblad
van de Europese Unie. ê Artikel 1, artikel 3, lid 2, artikel 4,
artikel 5, artikel 13, lid 2, artikel 13, lid 3, en de bijlagen I, II en V zijn
van toepassing met ingang van [de in artikel 25, lid 1, tweede alinea, vermelde
datum]. ê 2006/95 (aangepast) Artikel 2816 Ö Adressaten Õ ê 2006/95 Deze richtlijn is
gericht tot de lidstaten. Gedaan te […], Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De
voorzitter De voorzitter ê 2006/95 (aangepast) ð nieuw BIJLAGE I Hoofdelementen Vvan Dde Vveiligheidsdoeleinden Vvoor Eelektrisch Mmateriaal, Bbestemd Vvoor Ggebruik Bbinnen Bbepaalde Sspanningsgrenzen 1. Algemene eisen a) De voornaamste kenmerken waarvan bekendheid
en inachtneming noodzakelijk zijn voor gebruik overeenkomstig de
bestemming en zonder gevaar, zijn op het elektrisch materiaal aangegeven
of, indien dit niet mogelijk is, op een bijgevoegde
gebruiksaanwijzing. b) De merknaam of het handelsmerk is duidelijk
op het elektrisch materiaal of, wanneer zulks onmogelijk is, op de
verpakking aangebracht. c)b)
Het elektrisch materiaal alsmede de samenstellende delen daarvan zijn
zodanig geconstrueerd dat zij veilig en behoorlijk ð in elkaar kunnen worden gezet en ï kunnen worden aangesloten. d)c)
Het elektrisch materiaal is zodanig ontworpen en geconstrueerd dat, bij
juist gebruik en behoorlijk onderhoud, de beveiliging tegen de gevaren,
beschreven in de punten 2 en 3 van deze bijlage, gewaarborgd is. 2. Beveiliging tegen gevaren die aan het
elektrisch materiaal verbonden kunnen zijn Er worden technische maatregelen
overeenkomstig punt 1 vastgesteld opdat: a) personen en huisdieren afdoende
worden beschermd tegen gevaar van verwonding of andere schade die kan worden
toegebracht door directe of indirecte aanraking; b) geen temperaturen,
boogontladingen of stralingen optreden die gevaar zouden kunnen opleveren; c) personen, huisdieren en goederen
afdoende worden beveiligd tegen gevaren van niet-elektrische aard die, naar de
ervaring leert, door het elektrisch materiaal kunnen worden veroorzaakt; d) de isolatie berekend is op de te
verwachten belastingen. 3. Bescherming tegen de gevaren die kunnen
ontstaan door invloeden van buiten op elektrisch materiaal Er worden technische maatregelen
overeenkomstig punt 1 vastgesteld, opdat: a) het elektrisch materiaal voldoet
aan de gestelde mechanische eisen, zodat personen, huisdieren en goederen geen
gevaar lopen; b) het elektrisch materiaal bestand
is tegen niet-mechanische invloeden in de te verwachten milieusituatie, zodat
personen, huisdieren en goederen geen gevaar lopen; c) personen, huisdieren en goederen
niet in gevaar worden gebracht bij de te verwachten overbelasting van het
elektrisch materiaal. BIJLAGE II Materiaal Een Vverschijnselen Ddie Nniet Oonder Ddeze Rrichtlijn Vvallen Elektrisch materiaal bestemd voor gebruik in
explosieve omgeving Elektro-radiologisch en elektro-medisch materiaal Elektrisch gedeelte van personen- en
goederenliften Elektriciteitsmeters Contactdozen en contactstoppen voor
huishoudelijk gebruik Voedingen voor elektrische afrasteringen Radio-elektrische storingen Gespecialiseerd elektrisch materiaal bestemd
om in schepen of vliegtuigen of bij de spoorwegen te worden gebruikt dat
beantwoordt aan de veiligheidsvoorschriften die zijn vastgesteld door
internationale instellingen waarbij de lidstaten zijn aangesloten ê 2006/95 BIJLAGE III Ce-Markering Van Overeenstemming
En Eg-Verklaring Van Overeenstemming A.
CE-markering van overeenstemming De CE-markering
van overeenstemming bestaat uit de initialen CE in de volgende grafische vorm: –
Bij
verkleining of vergroting van de CE-markering moeten de verhoudingen van
bovenstaande gegradueerde afbeelding in acht worden genomen. –
De onderscheiden
onderdelen van de CE-markering moeten nagenoeg dezelfde hoogte hebben, die
minimaal 5 mm bedraagt. B.
EG-verklaring van overeenstemming De EG-verklaring
van overeenstemming moet de volgende gegevens bevatten: –
naam en adres van
de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde, –
beschrijving
van het elektrische materiaal, –
verwijzing
naar de geharmoniseerde normen, –
vermelding van, in
voorkomend geval, de specificaties waarop de verklaring van overeenstemming
betrekking heeft, –
identiteit van de
ondertekenaar die gemachtigd is verplichtingen voor de fabrikant of diens in
de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde aan te gaan, –
de laatste twee
cijfers van het jaar waarin de CE-markering is aangebracht. ò nieuw BIJLAGE III [module A van
bijlage II bij Besluit nr. 768/2008/EG] Module A Interne productiecontrole 1. Met "interne
productiecontrole" wordt de conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld
waarbij de fabrikant de verplichtingen in de punten 2, 3 en 4 nakomt en op
eigen verantwoording garandeert en verklaart dat het betrokken elektrisch
materiaal aan de eisen van deze richtlijn voldoet. 2. Technische
documentatie De fabrikant stelt
de technische documentatie samen. Aan de hand van deze documentatie moet kunnen
worden beoordeeld of het elektrisch materiaal aan de relevante eisen voldoet;
zij omvat een adequate risicoanalyse en -beoordeling. In de technische
documentatie worden de toepasselijke eisen vermeld; zij heeft, voor zover
relevant voor de beoordeling, betrekking op het ontwerp, de fabricage en de
werking van het elektrisch materiaal. De technische documentatie bevat, indien
van toepassing, ten minste de volgende elementen: – een algemene
beschrijving van het elektrisch materiaal; – ontwerp- en
fabricagetekeningen, alsmede schema’s van componenten, onderdelen, circuits
enz.; – beschrijvingen
en toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van die tekeningen
en schema's en van de werking van het elektrisch materiaal; – een lijst van de
geheel of gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen en/of andere relevante
technische specificaties waarvan de referenties in het Publicatieblad van de
Europese Unie zijn bekendgemaakt, en indien de geharmoniseerde normen niet
zijn toegepast, een beschrijving van de wijze waarop aan de
veiligheidsdoeleinden van deze richtlijn is voldaan. Bij gedeeltelijk
toegepaste geharmoniseerde normen wordt in de technische documentatie
gespecificeerd welke delen zijn toegepast; – berekeningen voor
ontwerpen, uitgevoerde controles enz. en – testverslagen. 3. Fabricage De fabrikant neemt
alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricage- en
controleproces waarborgt dat het elektrisch materiaal conform is met de in punt
2 bedoelde technische documentatie en met de eisen van deze richtlijn. 4. CE-markering en
EU-conformiteitsverklaring 4.1. De fabrikant
brengt de CE-markering aan op elk afzonderlijk elektrisch toestel dat voldoet
aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn. 4.2. De fabrikant
stelt voor een productmodel een EU-conformiteitsverklaring op en houdt deze
verklaring, samen met de technische documentatie, tot tien jaar na het in de
handel brengen van het elektrisch materiaal ter beschikking van de nationale autoriteiten.
In de EU-conformiteitsverklaring wordt het elektrisch materiaal beschreven. Een kopie van de
EU-conformiteitsverklaring wordt op verzoek aan de relevante autoriteiten
verstrekt. 5. Gemachtigde De in punt 4
vervatte verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn
verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat
dit in het mandaat gespecificeerd is. ê 2006/95 BIJLAGE IV Interne Fabricagecontrole 1. De interne
fabricagecontrole is de procedure waarbij de fabrikant of zijn in de
Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde, die aan de verplichtingen van punt 2
voldoet, garandeert en verklaart dat het elektrische materiaal voldoet aan de
desbetreffende eisen van deze richtlijn. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt op
ieder product de CE-markering aan en stelt een verklaring van overeenstemming
op. 2. De fabrikant
stelt de in punt 3 beschreven technische documentatie samen; deze wordt door de
fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde gedurende
ten minste tien jaar na de vervaardiging van het laatste product voor
controledoeleinden ter beschikking gehouden van de bevoegde nationale
instanties op het grondgebied van de Gemeenschap. Indien noch de
fabrikant noch zijn gevolmachtigde in
de Gemeenschap gevestigd is, rust deze verplichting op de persoon die ermee is
belast het elektrische materiaal in de Gemeenschap in de handel te brengen. 3. Op grond van de
technische documentatie moet kunnen worden beoordeeld of het elektrische
materiaal voldoet aan de eisen van deze richtlijn. Voor zover dat voor deze
beoordeling nodig is, dient de technische documentatie tevens inzicht te
verschaffen in het ontwerp, de fabricage en de werking van het elektrische
materiaal; zij bevat: – een
algemene beschrijving van het elektrisch materiaal, – ontwerp-
en fabricagetekeningen, alsmede schema's van delen, onderdelen, leidingen,
enz., – beschrijvingen
en toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van genoemde
tekeningen en schema's en van de werking van
het elektrisch materiaal, – een
lijst van de normen die geheel of gedeeltelijk zijn toegepast en
een beschrijving van de oplossingen die zijn gekozen om uit
veiligheidsoogpunt aan deze richtlijn te voldoen ingeval de normen niet
zijn toegepast, – de
resultaten van de ontwerpberekeningen, onderzoeken, enz., – de
keuringsrapporten. 4. De fabrikant of
zijn gevolmachtigde bewaart samen met de technische documentatie een
afschrift van de verklaring van overeenstemming. 5. De fabrikant
neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricageproces
waarborgt dat de producten in overeenstemming zijn met de in punt 2
bedoelde technische documentatie en met de desbetreffende eisen van deze
richtlijn. ò nieuw BIJLAGE IV [bijlage III bij Besluit
nr. 768/2008/EG] EU-CONFORMITEITSVERKLARING 1. Nr. xxxxxx (uniek
identificatienummer van het elektrisch materiaal): 2. Naam en adres van de fabrikant of zijn
gemachtigde: 3. Deze EU-conformiteitsverklaring wordt
verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de fabrikant: 4. Voorwerp van de verklaring (beschrijving
aan de hand waarvan het elektrisch materiaal kan worden getraceerd, met
inbegrip van een afbeelding in kleur die voldoende duidelijk is om het
elektrisch materiaal te kunnen identificeren): 5. Het hierboven beschreven voorwerp is
conform de desbetreffende harmonisatiewetgeving van de Unie………: 6. Vermelding van de toegepaste relevante
geharmoniseerde normen of van de specificaties waarop de
conformiteitsverklaring betrekking heeft: 7. Aanvullende informatie: Ondertekend voor en
namens: …………………………. (plaats en datum van
afgifte) (naam, functie)
(handtekening) ê 2006/95 (aangepast) BIJLAGE V Deel A Ingetrokken richtlijn met de achtereenvolgende
wijzigingen daarvan Richtlijn 73/23/EEG van de Raad Richtlijn 93/68/EEG van de Raad Slechts artikel 1, punt 12, en artikel 13 || (PB L 77 van 26.3.1973, blz. 29) (PB L 220 van 30.8.1993, blz. 1) Deel B Termijnen voor omzetting in nationaal recht en
toepassing (bedoeld in artikel 14) Richtlijn || Omzettingstermijn || Toepassingsdatum 73/23/EEG 93/68/EEG || 21 augustus 1974[11] 1 juli 1994 || - 1 januari 1995[12] ê 2006/95 (aangepast) BIJLAGE VI Concordantietabel Richtlijn 73/23/EEG Ö 2006/95/EG Õ || De onderhavige richtlijn || Artikelen 1 — 7 Artikel 8, lid 1 Artikel 8, lid 2 Artikel 8, lid 3, punt a) Artikel 8, lid 3, punt b) Artikel 9, lid 1, eerste streepje Artikel 9, lid 1, tweede streepje Artikel 9, leden 2 tot en met 5 Artikel 10 Artikel 11, eerste streepje Artikel 11, tweede streepje Artikel 11, derde streepje Artikel 12 Artikel 13, lid 1 Artikel 13, lid 2 — — Artikel 14 Bijlagen I — IV — — || Artikelen 1 — 7 Artikel 8, lid 1 Artikel 8, lid 2 Artikel 8, lid 3, eerste alinea Artikel 8, lid 3, tweede alinea Artikel 9, lid 1, punt a) Artikel 9, lid 1, punt b) Artikel 9, leden 2 tot en met 5 Artikel 10 Artikel 11, punt a) Artikel 11, punt b) Artikel 11, punt c) Artikel 12 — Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Bijlagen I — IV Bijlage V Bijlage VI || Ö Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8, lid 1 Artikel 8, lid 2 Artikel 8, lid 3 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage VÕ || Ö Artikel 1 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 16 - - Artikelen 18 tot en met 20 Artikelen 16 en 17 - - Artikel 25, lid 2 Artikel 26 Artikel 27 Bijlage I Bijlage II Artikelen 15 en 16 en bijlage IV Bijlage III -Õ [1] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement,
de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de
Regio's, COM(2011) 206 definitief. [2] COM(2011) 315 definitief, voorstel voor een verordening
van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese normalisatie en tot
wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de
Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG,
2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad. [3] PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1. [4] PB C […] van […], blz. […]. [5] PB L 374 van 27.12.2006, blz. 10. [6] PB L 218 van 13.8.2008, blz.
30. [7] PB L 218 van 13.8.2008, blz.
82. [8] (3) PB L 77 van 26.3.1973, blz. 29. Richtlijn
gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG (PB L 220 van 30.8.1993, blz. 1). [9] Zie bijlage V, deel A. [10] Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993
betreffende de modules voor de verschillende fasen van de
overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het
aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming (PB L 220 van
30.8.1993, blz. 23). [11] Voor Denemarken was de omzettingstermijn tot vijf
jaar verlengd, d.w.z. tot 21 februari 1978 (zie artikel 13, lid 1, van Richtlijn73/23/EEG). [12] De lidstaten dienden tot 1 januari 1997 het in de handel brengen en het
gebruik toe te staan van de producten die in overeenstemming waren met de
markeringsregelingen welke vóór 1 januari 1995 van kracht waren. Zie artikel
14, lid 2, van Richtlijn 93/68/EEG.