TOELICHTING Op basis van het mandaat van de Raad[1], heeft de Europese Commissie met de Republiek Guinee-Bissau onderhandeld met het oog op de verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau van 17 maart 2008. Ter afronding van deze onderhandelingen is op 15 juni 2011 een nieuw protocol geparafeerd. De onderhandelingen over het nieuwe protocol liepen vertraging op vanwege het overleg tussen de Europese Unie en Guinee-Bissau in 2011 in het kader van artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou. Aangezien heel weinig tijd overblijft voor de sluiting van een nieuw protocol vóór het verstrijken van het vorige protocol, hebben beide partijen besloten een protocol voor één jaar te sluiten om zichzelf de tijd te geven de perspectieven van een toekomstig protocol van langere duur te evalueren. Het nieuwe protocol bestrijkt een periode van 1 jaar vanaf 16 juni 2011. In het nieuwe protocol worden de bepalingen van het vorige protocol gehandhaafd en wordt bovendien een clausule opgenomen waardoor het kan worden geschorst in geval van schending van de mensenrechten en de democratische beginselen. De onderhavige procedure loopt parallel aan de procedures met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het protocol zelf, alsmede de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten van de Unie. Het voornaamste doel van het protocol is om de vangstmogelijkheden voor de vaartuigen van de Europese Unie te handhaven binnen de grenzen van het beschikbare overschot. De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie achteraf door externe deskundigen en op de adviezen van het in het kader van de overeenkomst ingestelde wetenschappelijk comité. Het algemene doel is de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau voort te zetten en daartoe, in het belang van beide partijen, een partnerschapskader in te stellen voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van Guinee-Bissau. Beide partijen hebben het nieuwe protocol nodig geacht om het partnerschap en de samenwerking in de visserijsector te versterken met gebruikmaking van alle beschikbare financieringsinstrumenten. Hiertoe wordt eraan herinnerd dat een situatie moet worden geschapen die gunstig is voor de ontwikkeling van de investeringen. De in het protocol bedoelde financiële tegenprestatie van in totaal 7 500 000 euro over de hele periode is gebaseerd op: a) maximaal 27 machtigingen voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en 8 800 brt voor trawlers, voor een financiële tegenprestatie van 4 550 000 euro en b) steun voor de ontwikkeling van het visserijbeleid van de Republiek Guinee-Bissau ten bedrage van 2 950 000 euro. Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen van het nationale visserijbeleid. Meer in het bijzonder worden in het protocol, evenals in zijn voorganger, de vangstmogelijkheden voor de volgende visserijtakken vastgesteld: - 4 400 brt voor vriestrawlers voor de garnaalvisserij - 4 400 brt voor vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen - 23 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen/vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: - 14 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel. De Commissie stelt op grond hiervan voor dat de Raad, met instemming van het Parlement, bij besluit dit nieuwe protocol goedkeurt. 2011/0257 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 6, onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de instemming van het Europees Parlement[2], Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 17 maart 2008 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 241/2008 van de Raad betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau goedgekeurd[3]. (2) De Unie heeft met de Republiek Guinee-Bissau onderhandeld over een nieuw protocol waarbij aan de vaartuigen van de Europese Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de wateren waarover Guinee-Bissau de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft. (3) Na afloop van de onderhandelingen is het nieuwe protocol op 15 juni 2011 geparafeerd. (4) Dit nieuwe protocol is op grond van Besluit nr. .../2011/EU[4][5] ondertekend en wordt sinds 16 juni 2011 voorlopig toegepast. (5) Het protocol dient te worden gesloten, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Het tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau, die van kracht is tussen beide partijen, wordt namens de Unie goedgekeurd. Artikel 2 De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 14 van het protocol bedoelde kennisgeving, teneinde tot uitdrukking te brengen dat de Unie ermee instemt door het protocol gebonden te zijn[6]. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie . Gedaan te Brussel Voor de Raad De voorzitter PROTOCOL tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen Artikel 1 Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden 1. De krachtens de artikelen 5 en 6 van de overeenkomst verleende vangstmogelijkheden worden voor een periode van 1 jaar die ingaat op 16 juni 2011, vastgesteld als volgt: - schaaldieren en demersale soorten a) vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 4 400 brt per jaar; b) vriestrawlers voor de visvangst en voor de vangst van koppotigen: 4 400 brt per jaar; - sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982) c) vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugschepen: 23 vaartuigen; d) vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 14 vaartuigen. 2. Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 5 en 6 van dit protocol. 3. Op grond van artikel 6 van de overeenkomst mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voeren, slechts visserijactiviteiten in de visserijzones van Guinee-Bissau uitoefenen indien daarvoor in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bijlagen bij dit protocol een vergunning is afgegeven. Artikel 2 Financiële tegenprestatie en specifieke bijdrage - Betalingswijze 1. De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1 van dit protocol bepaalde periode, vastgesteld op 7 miljoen euro. 2. Als het gebruik van de in artikel 1, lid 1, onder a) en b), van dit protocol bedoelde vangstmogelijkheden door de vaartuigen van de Unie evenwel toeneemt, kent de Unie Guinee-Bissau binnen de grenzen van de in dit protocol vastgestelde vangstmogelijkheden een aanvullend financieel bedrag toe dat evenredig is met die stijging en ten hoogste 1 miljoen euro per jaar bedraagt. Uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van dit protocol komen beide partijen in de gemengde commissie overeen de referentieperiode, de basisindex en de specifieke betalingsmechanismen vast te stellen. 3. Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 11 en 12 van dit protocol. 4. De Unie betaalt de in lid 1 vastgestelde financiële tegenprestatie uiterlijk op 15 maart 2012. 5. Onverminderd artikel 8 van dit protocol worden besluiten over de budgettaire toewijzing van deze tegenprestatie genomen in het kader van de financieringswet van Guinee-Bissau; deze besluiten vallen dan ook volledig onder de bevoegdheid van Guinee-Bissau. 6. Bij het in lid 1 bedoelde bedrag komt een specifieke bijdrage van de Unie ten belope van 500 000 euro per jaar, die bestemd is voor de invoering van een sanitair en fytosanitair systeem voor visserijproducten. Indien nodig kunnen beide partijen evenwel beslissen een deel van deze specifieke bijdrage te gebruiken voor de versterking van het systeem voor toezicht, controle en bewaking in de visserijzones van Guinee-Bissau. Deze bijdrage wordt beheerd overeenkomstig artikel 3 van dit protocol. 7. Onverminderd artikel 3 van dit protocol wordt de in lid 6 bedoelde specifieke bijdrage uiterlijk op 15 maart 2012 betaald. 8. De in dit artikel vastgestelde bedragen worden betaald op een bij de Centrale Bank van Guinee-Bissau geopende rekening van de Schatkist, waarvan de gegevens elk jaar door het ministerie worden meegedeeld. Artikel 3 Specifieke bijdrage ter verbetering van de sanitaire en fytosanitaire omstandigheden voor de visserijproducten en ter ondersteuning van het toezicht, de controle en de bewaking van de visserij 1. De in artikel 2, lid 6, van dit protocol vermelde specifieke bijdrage van de Unie dient met name om de visserijsector te helpen zich aan de sanitaire normen aan te passen en om, indien nodig, het beleid inzake toezicht, controle en bewaking van Guinee-Bissau te ondersteunen. 2. Guinee-Bissau is verantwoordelijk voor het beheer van het desbetreffende bedrag en gaat bij dat beheer uit van de acties en de jaarlijkse programmering die beide partijen in onderling overleg hebben vastgesteld. 3. Onverminderd deze door beide partijen vastgestelde doelstellingen komen beide partijen, in overeenstemming met de artikelen 8 en 9 van dit protocol, overeen zich te concentreren op het volgende: a) alle acties die tot doel hebben de sanitaire en fytosanitaire omstandigheden voor de visserijproducten te verbeteren, met inbegrip van de versterking van de bevoegde autoriteit, de aanpassing van het CIPA aan de ISO 9000-norm, de opleiding van functionarissen en het conform maken van het nodige rechtskader;en, indien nodig, b) alle acties ter ondersteuning van het toezicht, de controle en de bewaking van de visserij, met inbegrip van de bewaking op zee en via de lucht van de wateren van Guinee-Bissau, de invoering van een satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen (VMS), de verbetering van het rechtskader en van de toepassing daarvan met betrekking tot inbreuken. 4. Een gedetailleerd jaarverslag wordt ter goedkeuring aan de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie voorgelegd. 5. De Unie behoudt zich evenwel het recht voor om de betaling van de in artikel 2, lid 6, van dit protocol bedoelde specifieke bijdrage vanaf het eerste jaar van de toepassing van het protocol te schorsen bij geschillen over de programmering van de acties of wanneer de verkregen resultaten, behoudens in uitzonderlijke omstandigheden, niet in overeenstemming zijn met de programmering. Artikel 4 Wetenschappelijke samenwerking 1. Beide partijen verbinden zich ertoe de verantwoorde visserij in de visserijzone van Guinee-Bissau aan te moedigen op basis van de beginselen van duurzaam beheer, met name door op subregionaal niveau en vooral in het kader van de subregionale visserijcommissie (Commission Sous Régionale des Pêches – CSRP) de samenwerking inzake verantwoorde visserij te bevorderen. 2. Tijdens de geldigheidsduur van dit protocol werken beide partijen samen om dieper in te gaan op bepaalde vraagstukken met betrekking tot de situatie van de visbestanden in de visserijzones van Guinee-Bissau; hiertoe komt het gezamenlijk wetenschappelijk comité overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de overeenkomst ten minste éénmaal per jaar bijeen. Op verzoek van één van de partijen en indien daar in het kader van de overeenkomst behoefte aan is, kunnen ook extra vergaderingen van dit gezamenlijk wetenschappelijk comité worden belegd. 3. Beide partijen plegen, op basis van de conclusies van de jaarlijkse gezamenlijke wetenschappelijke vergadering en in het licht van de aanbevelingen en de resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen (ICCAT), de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (CECAF) en alle andere regionale of internationale organisaties op dit gebied waarvan beide partijen lid zijn of waarbij zij vertegenwoordigd zijn, overleg in de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, indien nodig, in onderlinge overeenstemming maatregelen voor een duurzaam beheer van de visbestanden vast te stellen. Artikel 5 Herziening van de vangstmogelijkheden 1. De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd voor zover uit de conclusies van de in artikel 4, lid 2, van de overeenkomst bedoelde jaarlijkse gezamenlijke wetenschappelijke vergadering blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Guinee-Bissau niet schaadt. De in artikel 2, lid 1, vastgestelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig en pro rata temporis verhoogd. Het door de Europese Unie betaalde totaalbedrag van de financiële tegenprestatie mag evenwel niet meer bedragen dan tweemaal het in artikel 2, lid 1, genoemde bedrag. 2. Wanneer de partijen daarentegen overeenstemming bereiken over de vaststelling van maatregelen als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de overeenkomst die een verlaging inhouden van de in artikel 1 vastgestelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd. Onverminderd artikel 8 van dit protocol kan de financiële tegenprestatie door de Europese Unie worden geschorst indien geen van de in dit protocol vastgestelde vangstmogelijkheden kan worden benut. 3. De verdeling van de vangstmogelijkheden over de verschillende categorieën vaartuigen kan eveneens worden herzien, mits de partijen daartoe samen besluiten en eventuele aanbevelingen van de jaarlijkse gezamenlijke wetenschappelijke vergadering inzake het beheer van de bestanden waarop die herverdeling een invloed zou kunnen hebben, in acht worden genomen. De partijen spreken een overeenkomstige aanpassing van de financiële bijdrage af indien de herverdeling van de vangstmogelijkheden dat rechtvaardigt. 4. Tot de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde herzieningen van de vangstmogelijkheden wordt in onderlinge overeenstemming door beide partijen besloten in het kader van de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie. Artikel 6 Nieuwe vangstmogelijkheden en experimentele visserij 1. Indien vissersvaartuigen van de Unie belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 van dit protocol zijn vermeld, raadpleegt de Unie Guinee-Bissau met het oog op een eventuele vergunning voor die nieuwe activiteiten. In voorkomend geval spreken de partijen voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden af en indien nodig passen zij dit protocol en de bijbehorende bijlage aan. 2. De partijen kunnen experimentele visreizen in de visserijzones van Guinee-Bissau uitvoeren na advies van het in artikel 4 van de overeenkomst bedoelde gezamenlijk wetenschappelijk comité. Daartoe plegen zij overleg op verzoek van één van de partijen en bepalen per geval de soorten, voorwaarden en andere relevante parameters. 3. Machtigingen voor experimentele visserij worden toegekend voor een proefperiode van maximaal zes maanden. 4. Wanneer de partijen concluderen dat de experimentele visreizen positieve resultaten opleveren en dat daarbij de ecosystemen worden gevrijwaard en de mariene biologische rijkdommen in stand worden gehouden, kunnen volgens de in artikel 5 van dit protocol bedoelde overlegprocedure nieuwe vangstmogelijkheden worden toegekend aan vaartuigen van de Unie, zulks tot het verstrijken van het protocol en naargelang van de toelaatbare visserijinspanning. De financiële tegenprestatie wordt verhoogd overeenkomstig artikel 5 van dit protocol. 5. De vangsten in het kader van deze experimentele visserij zijn eigendom van de reder. Vangsten van vis die niet aan de wettelijk voorgeschreven maten voldoet en van soorten die krachtens de wetgeving van Guinee-Bissau niet mogen worden gevangen, aan boord gehouden en afgezet, zijn verboden. Artikel 7 Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie in abnormale omstandigheden 1. De Europese Unie kan de betaling van de in artikel 2 van dit protocol vastgestelde financiële tegenprestatie en specifieke bijdrage schorsen indien: 1. abnormale omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, de visserij in de exclusieve economische zone (EEZ) van Guinee-Bissau onmogelijk maken, of 2. de Europese Unie constateert dat in Guinee-Bissau sprake is van schending van de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten en de democratische beginselen als bedoeld in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou. Het besluit tot schorsing wordt, na overleg tussen beide partijen, genomen binnen twee maanden volgend op het verzoek van één van beide partijen, en op voorwaarde dat de Europese Unie op het moment van de schorsing alle verschuldigde bedragen heeft betaald. 2. De betaling van de in artikel 2 van dit protocol vastgestelde financiële tegenprestatie en specifieke bijdrage wordt hervat zodra de partijen, na overleg, in onderlinge overeenstemming constateren dat de omstandigheden die aan de basis van de stopzetting van de visserij lagen, verdwenen zijn en/of dat de situatie van die aard is dat er opnieuw gevist kan worden. 3. De aan Europese vaartuigen verleende vismachtigingen kunnen worden geschorst voor een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de betaling van de in artikel 2 vastgestelde financiële tegenprestatie. In geval van hervatting wordt de geldigheid van deze vismachtigingen verlengd voor een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten. Artikel 8 Bijdrage van de partnerschapsovereenkomst aan de uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau 1. Van de in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie gaat 35%, d.i. 2 450 000 euro, naar de ontwikkeling en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid in Guinee-Bissau, met de bedoeling een duurzame en verantwoorde visserij in de wateren van Guinee-Bissau in te voeren. 2. Guinee-Bissau is verantwoordelijk voor het beheer van het overeenkomstige bedrag en gaat bij dat beheer uit van de doelstellingen en de jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering die beide partijen in onderling overleg hebben vastgesteld, met name wat betreft goed beheer van de visbestanden, intensivering van wetenschappelijk onderzoek, versterking van de controlecapaciteit van de bevoegde Guinee-Bissause autoriteiten en verbetering van de productieomstandigheden voor visserijproducten. 3. Onverminderd de doelstellingen die zij hebben vastgesteld, spreken beide partijen, in overeenstemming met de prioriteiten van de strategie voor duurzame ontwikkeling van de visserijsector van Guinee-Bissau, af om, met het oog op een duurzaam en verantwoord beheer van de sector, zich onder meer te concentreren op de volgende gebieden: toezicht op en controle en bewaking van de visserijactiviteiten, wetenschappelijk onderzoek en beheer van de visgronden. Artikel 9 Bepalingen inzake de verlening van de steun voor het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau 1. Onverminderd artikel 8, lid 3, maken de Europese Unie en het ministerie, zodra dit protocol in werking treedt, in de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie afspraken over: a) de jaarlijkse richtsnoeren voor de uitvoering van de op een duurzame en verantwoorde visserij gerichte prioriteiten van het visserijbeleid van Guinee-Bissau, en met name van de prioriteiten als bedoeld in artikel 8, lid 2; b) de te bereiken jaarlijkse doelstellingen, en de criteria en indicatoren die moeten worden gebruikt om de behaalde resultaten jaarlijks te kunnen evalueren. In bijlage III zijn de basiselementen vermeld met betrekking tot de doelstellingen en de prestatie-indicatoren die in het kader van het protocol in aanmerking moeten worden genomen. 2. Elke wijziging van deze richtsnoeren, doelstellingen en evaluatiecriteria en -indicatoren wordt door beide partijen in de gemengde commissie goedgekeurd. 3. De bestemming waaraan Guinee-Bissau de in artikel 8, lid 1, van dit protocol bedoelde financiële steun toewijst, wordt aan de Europese Unie meegedeeld op het ogenblik waarop de richtsnoeren, doelstellingen en evaluatiecriteria en -indicatoren in de gemengde commissie worden goedgekeurd. 4. Deze toewijzing wordt door het ministerie uiterlijk vier maanden na de inwerkingtreding van dit protocol aan de Europese Unie meegedeeld. 5. Het jaarverslag over de uitvoering van de geprogrammeerde en gefinancierde acties, de bereikte resultaten en de eventueel ondervonden moeilijkheden wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie. 6. De Europese Unie behoudt zich evenwel het recht voor om, als de jaarlijkse beoordeling van de werkelijke resultaten van de uitvoering van het visserijbeleid het op dat ogenblik rechtvaardigt, na overleg in de gemengde Commissie de betaling van het in artikel 8, lid 1, van het protocol vastgestelde bedrag te wijzigen of te schorsen. Artikel 10 Economische integratie van de actoren van de Unie in de visserijsector van Guinee-Bissau 1. Beide partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van de actoren van de Unie in de hele visserijsector van Guinee-Bissau te bevorderen. 2. Beide partijen verbinden zich er met name toe de oprichting van tijdelijke ondernemingsverenigingen met actoren van de Unie en van Guinee-Bissau te bevorderen met het oog op de gezamenlijke exploitatie van de visbestanden van de exclusieve economische zone van Guinee-Bissau. 3. Onder een tijdelijke ondernemingsvereniging wordt elk samenwerkingsverband verstaan op basis van een contract van bepaalde duur dat tussen reders van de Unie en natuurlijke personen of rechtspersonen van Guinee-Bissau wordt gesloten om gezamenlijk de quota van Guinee-Bissau te vangen of te exploiteren met één of meer vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voeren, en om de uit de gezamenlijk ondernomen economische activiteit voortvloeiende winsten of verliezen te delen. 4. Guinee-Bissau verleent de nodige machtigingen opdat de tijdelijke ondernemingsverenigingen die worden opgericht voor de exploitatie van de visbestanden in zee, in zijn visserijzones kunnen vissen. 5. De vaartuigen van de Unie die besloten hebben in het kader van het geldende protocol tijdelijke ondernemingsverenigingen op te richten voor de in artikel 1, lid 1, onder a) en b), van dit protocol bedoelde visserijtypes, worden vrijgesteld van de betaling van vergunningsrechten. Bovendien zal Guinee-Bissau vanaf het derde jaar waarin het protocol wordt toegepast, financiële steun verlenen voor de oprichting van dergelijke tijdelijke ondernemingsverenigingen. Het bedrag van deze steun mag in totaal niet meer bedragen dan 20% van het totaalbedrag van de visrechten die de reders in het kader van dit protocol betalen. 6. De gemengde commissie stelt in het kader van het geldende protocol de nodige financiële en technische bepalingen vast voor de verlening van deze steun en de bevordering van tijdelijke ondernemingsverenigingen. Artikel 11 Geschillen — Schorsing van de toepassing van het protocol 1. De toepassing van dit protocol kan, op initiatief van één van beide partijen na overleg in de gemengde commissie, worden geschorst als één van beide partijen de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten en de democratische beginselen als bedoeld in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou schendt. 2. Voorts moeten de partijen in de gemengde commissie, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg plegen over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van dit protocol en de bijbehorende bijlagen. 3. De toepassing van het protocol kan op initiatief van één van de partijen worden geschorst, wanneer het geschil tussen beide partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in de gemengde commissie gevoerde overleg niet is uitgemond in een minnelijke schikking. 4. De toepassing van dit protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. 5. Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie pro rata temporis overeenkomstig verlaagd afhankelijk van de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol is geschorst. Artikel 12 Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-nakoming van de verbintenissen van Guinee-Bissau met betrekking tot een verantwoorde en duurzame visserij Onverminderd het bepaalde in artikel 4 van dit protocol kan de toepassing van dit protocol overeenkomstig artikel 11, leden 3 en 4, worden geschorst wanneer Guinee-Bissau zijn verbintenis om te streven naar een verantwoorde en duurzame visserij, met name door de inachtneming van de jaarlijkse visserijbeheersplannen van de regering van Guinee-Bissau, niet nakomt. Artikel 13 Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-betaling Onverminderd het bepaalde in artikel 4 kan, wanneer de Europese Unie de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden geschorst: a) de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau stellen de Europese Commissie ervan in kennis dat de betaling niet heeft plaatsgevonden. De Europese Commissie verricht de nodige controles en gaat, indien nodig, over tot betaling binnen 30 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving; b) als binnen de onder a) vastgestelde termijn het verschuldigde bedrag niet is betaald of niet op adequate wijze is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau het recht de toepassing van het protocol te schorsen. Zij stellen de Europese Commissie daarvan onverwijld in kennis. De toepassing van dit protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald. Artikel 14 Inwerkingtreding 1. Dit protocol en de bijlagen treden in werking op de dag waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid. 2. Zij zijn voorlopig van toepassing met ingang van 16 juni 2011. 3. Dit protocol en de bijlagen daarvan zijn van toepassing voor een periode van één jaar vanaf de voorlopige toepassing ervan. De partijen verbinden zich ertoe zo spoedig mogelijk onderhandelingen te beginnen over de sluiting van een nieuw protocol dat dit protocol bij het verstrijken ervan moet vervangen. De partijen trachten deze onderhandelingen af te sluiten binnen maximaal 9 maanden, dat wil zeggen uiterlijk op 15 maart 2012. BIJLAGE I VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE UNIE IN DE VISSERIJZONE VAN GUINEE-BISSAU Hoofdstuk I - Formaliteiten voor het aanvragen en het afgeven van vergunningen Afdeling 1 Algemene bepalingen voor alle vaartuigen 1. Alleen daarvoor in aanmerking komende vaartuigen kunnen een visvergunning krijgen voor de visserijzone van Guinee-Bissau. 2. Een vaartuig komt slechts voor een vergunning in aanmerking als voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van de visserij in de wateren van Guinee-Bissau geldt. De vaartuigen moeten in overeenstemming zijn met de bestuursrechtelijke bepalingen van Guinee-Bissau, in die zin dat zij in het verleden bij hun visserijactiviteiten in de wateren van Guinee-Bissau alle verplichtingen in het kader van de met de Unie gesloten visserijovereenkomsten zijn nagekomen. 3. Vaartuigen van de Unie waarvoor een visvergunning wordt aangevraagd, kunnen worden vertegenwoordigd door een in Guinee-Bissau verblijvende gemachtigd agent. De naam en het adres van deze vertegenwoordiger worden in de vergunningsaanvraag vermeld. 4. De bevoegde autoriteiten van de Unie dienen via de delegatie van de Europese Commissie in Guinee-Bissau uiterlijk 20 dagen vóór de aanvang van de gevraagde geldigheidsduur bij het ministerie een aanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de overeenkomst wil vissen. 5. Voor het indienen van de aanvragen bij het ministerie wordt gebruik gemaakt van de daartoe door de regering van Guinee-Bissau verstrekte formulieren, waarvan een model is opgenomen in aanhangsel 1. De autoriteiten van Guinee-Bissau nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in het kader van de vergunningsaanvraag ontvangen gegevens vertrouwelijk worden behandeld. Deze gegevens worden uitsluitend in het kader van de uitvoering van de visserijovereenkomst gebruikt. 6. Elke vergunningsaanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten: - het bewijs dat de voor de geldigheidstermijn van de vergunning verschuldigde visrechten en het in hoofdstuk VII, punt 13, bedoelde bedrag zijn betaald; - elk ander document of attest dat op grond van de bijzondere bepalingen per vaartuigtype in het kader van dit protocol vereist is. 7. Het bedrag van de visrechten wordt overgemaakt op de door de autoriteiten van Guinee-Bissau opgegeven rekening. 8. De rechten omvatten alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van havenbelastingen en kosten voor dienstverlening. 9. De vergunningen voor alle vaartuigen worden, uiterlijk 20 dagen na de datum van ontvangst van alle in punt 6 bedoelde documenten, door het ministerie aan de reders of hun vertegenwoordigers afgegeven via de delegatie van de Europese Commissie in Guinee-Bissau. 10. Als de kantoren van de delegatie van de Europese Commissie gesloten zijn wanneer de vergunning moet worden ondertekend, wordt de vergunning rechtstreeks naar de gemachtigde agent van het vaartuig gezonden, met kopie aan de delegatie. 11. De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar. 12. Wanneer evenwel wordt geconstateerd dat er sprake is van overmacht, kan de vergunning van een bepaald vaartuig op verzoek van de Europese Unie worden vervangen door een nieuwe vergunning op naam van een ander vaartuig met soortgelijke kenmerken als het te vervangen vaartuig, zonder dat hiervoor nieuwe visrechten hoeven te worden betaald. Als de brutoregistertonnage (brt) van het vervangende vaartuig groter is dan die van het te vervangen vaartuig, wordt het verschil in rechten pro rata temporis betaald. 13. De reder van het te vervangen vaartuig of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Europese Commissie terug aan het ministerie. 14. De nieuwe vergunning gaat in op de datum waarop de reder de geannuleerde vergunning aan het ministerie terugzendt. De delegatie van de Europese Commissie in Guinee-Bissau wordt van de vergunningsoverdracht in kennis gesteld. 15. De vergunning moet permanent aan boord worden bewaard, onverminderd hoofdstuk I, afdeling 2, punt 1. 16. Beide partijen spreken met elkaar af de invoering te bevorderen van een vergunningssysteem dat uitsluitend steunt op elektronische uitwisseling van alle hierboven beschreven informatie en documentatie. Beide partijen komen overeen te streven naar een snelle vervanging van de papieren vergunning door een elektronisch equivalent, bijvoorbeeld de lijst van vaartuigen die in de visserijzone van Guinee-Bissau mogen vissen. 17. De partijen verbinden zich ertoe om in de gemengde commissie alle verwijzingen naar brt in dit protocol te vervangen door verwijzingen naar bt en alle betrokken bepalingen dienovereenkomstig aan te passen. Deze vervanging zal worden voorafgegaan door passende technische besprekingen tussen de partijen. Afdeling 2 Bijzondere bepalingen voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug 1. De vergunning moet steeds aan boord zijn. De Europese Unie houdt een ontwerplijst bij van vaartuigen waarvoor een visvergunning is afgegeven overeenkomstig de in dit protocol vastgestelde bepalingen. Deze ontwerplijst wordt meteen na de opstelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan aan de autoriteiten van Guinee-Bissau meegedeeld. Meteen na de ontvangst van deze ontwerplijst en van de door de Europese Commissie aan de autoriteiten van Guinee-Bissau toegestuurde kennisgeving van de betaling van het voorschot wordt het vaartuig door de bevoegde autoriteit van Guinee-Bissau ingeschreven op een lijst van visgerechtigde vaartuigen, die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten en aan de delegatie van de Europese Commissie in Guinee-Bissau wordt meegedeeld. In dat geval stuurt de delegatie van de Europese Commissie de reder een eensluidend afschrift van die lijst, dat aan boord wordt bewaard in plaats van de visvergunning totdat de bevoegde autoriteit van Guinee-Bissau de visvergunning heeft afgegeven. 2. De vergunningen zijn een jaar geldig. 3 De visrechten worden voor elk vaartuig berekend aan de hand van de bedragen die voor elk jaar zijn vastgesteld in de technische notities bij het protocol. Voor driemaandelijkse en zesmaandelijkse vergunningen worden de visrechten pro rata temporis berekend en vermeerderd met 3%, respectievelijk 2% om de vaste kosten van het opstellen van de vergunningen te dekken. 4. De vergunningen worden afgegeven nadat de forfaitaire bedragen volgens de betrokken technische notitie aan de bevoegde nationale autoriteiten zijn betaald. 5. De definitieve afrekening van de rechten die voor een bepaald jaar verschuldigd zijn, wordt uiterlijk op 15 juni van het daaropvolgende jaar door de Europese Commissie, via haar delegatie, opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften, die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen van de lidstaten, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Instituto Español de Oceanografia (IEO) en het Instituto Português de Investigaçao Maritima (IPIMAR). 6. Deze definitieve afrekening wordt terzelfdertijd aan het ministerie en aan de reders toegezonden. 7. Eventuele aanvullende betalingen worden uiterlijk op 31 juli 2012 van het volgende jaar door de reders ten gunste van de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau overgemaakt op de in punt 7 van afdeling 1 van dit hoofdstuk bedoelde rekening. 8. Als het bedrag van de definitieve afrekening evenwel lager is dan het in punt 3 bedoelde voorschot, wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald. Afdeling 3 Bijzondere bepalingen voor trawlers 1. Elke vergunningsaanvraag voor de in deze afdeling bedoelde vaartuigen gaat vergezeld van de volgende documenten, naast de reeds in afdeling 1, punt 6, van dit hoofdstuk genoemde documenten: - een voor eensluidend gewaarmerkte kopie van het door de lidstaat opgestelde document waarop de tonnage van het vaartuig in brt is vermeld, en - het conformiteitsattest dat het ministerie overeenkomstig hoofdstuk VIII, punt 3.2, heeft afgegeven na een technisch bezoek aan het vaartuig. 2. Als een nieuwe vergunning wordt aangevraagd voor een vaartuig waaraan reeds in het kader van dit protocol een vergunning is verleend en dat geen technische wijzigingen heeft ondergaan, behoeft de aanvraag, die via de delegatie van de Europese Commissie in Guinee-Bissau bij het ministerie wordt ingediend, slechts vergezeld te gaan van het bewijs dat de visrechten voor de gevraagde periodes en het in hoofdstuk VII, punt 13, bedoelde bedrag zijn betaald. Bij de toekenning van de nieuwe vergunning verwijst het ministerie op die vergunning naar de eerste vergunningsaanvraag in het kader van het protocol. 3. De vergunningen zijn slechts geldig in één van de volgende periodes: - eerste periode: van 16 juni 2011 tot en met 31 december 2011 - tweede periode: van 1 januari 2012 tot en met 15 juni 2012. 4. De geldigheidstermijn van een vergunning kan niet beginnen in de loop van een jaarlijkse periode en verstrijken in de loop van de daaropvolgende jaarlijkse periode. 5. Een kwartaal komt overeen met een periode van drie maanden die ingaat op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober, met uitzondering van de eerste en de laatste periode van het protocol die respectievelijk lopen van 16 juni 2011 tot en met 30 september 2011 en van 1 april 2012 tot en met 15 juni 2012. 6. De vergunningen zijn geldig voor de duur van één jaar, zes maanden of drie maanden. Zij kunnen worden verlengd. 7. De vergunning moet steeds aan boord zijn. 8. De visrechten worden voor elk vaartuig berekend aan de hand van de bedragen die voor elk jaar zijn vastgesteld in de technische notities bij het protocol. Voor driemaandelijkse en zesmaandelijkse vergunningen worden de visrechten pro rata temporis berekend en vermeerderd met 3%, respectievelijk 2% om de vaste kosten van het opstellen van de vergunningen te dekken. Hoofdstuk II - Visserijzones De in artikel 1 van het protocol bedoelde vaartuigen van de Unie mogen de visserij beoefenen in de wateren buiten 12 zeemijl gemeten vanaf de basislijnen. Hoofdstuk III - Regeling inzake vangstaangiften voor vaartuigen die in de wateren van Guinee-Bissau mogen vissen 1. Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt onder de duur van een visreis van een vaartuig van de Unie het volgende verstaan: - hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het uitvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau; - hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het overladen van de vangst; - hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het aanlanden van de vangst in Guinee-Bissau. 2. Alle vaartuigen die op grond van de overeenkomst in de wateren van Guinee-Bissau mogen vissen, geven hun vangsten als volgt aan bij het ministerie: 2.1 De aangiften hebben betrekking op de tijdens elke visreis door het vaartuig gedane vangsten. Bij afloop van elke visreis en in elk geval voordat het vaartuig de wateren van Guinee-Bissau verlaat, worden de aangiften via de delegatie van de Europese Commissie in Guinee-Bissau aan het ministerie meegedeeld per fax, post of e-mail, met kopie aan de Europese Commissie. Als de aangifte via e-mail wordt meegedeeld, sturen beide geadresseerden allebei onmiddellijk elektronisch een ontvangstbewijs aan het vaartuig terug, met kopie aan elkaar. Voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij worden de verklaringen aan het einde van elk visseizoen toegestuurd. 2.2 De op een fysieke drager aangebrachte originele exemplaren van de aangiften die per fax of e-mail zijn doorgestuurd tijdens een jaarlijkse geldigheidsperiode van de vergunning in de zin van hoofdstuk I, afdeling 2, punt 2, voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij en in de zin van hoofdstuk I, afdeling 3, punt 3, voor de trawlers, worden binnen 45 dagen na de laatste in die periode gemaakte visreis aan het ministerie toegestuurd. Kopieën hiervan op fysieke drager worden aan de delegatie van de Europese Commissie in Guinee-Bissau toegestuurd. 2.3 De vaartuigen voor de tonijnvisserij en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug geven hun vangsten aan met behulp van het formulier volgens het model in aanhangsel 2 (komt overeen met de desbetreffende bladzijde uit het logboek). Voor de perioden waarin het vaartuig zich niet in de wateren van Guinee-Bissau bevond, wordt de vermelding “Buiten de EEZ van Guinee-Bissau” in het logboek aangebracht. 2.4 De trawlers geven hun vangsten aan met behulp van het formulier volgens het model in aanhangsel 3, en vermelden daarop de totale vangsten per soort en per kalendermaand of gedeelte daarvan. 2.5 De formulieren moeten leesbaar worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig worden ondertekend. 3. De regering van Guinee-Bissau behoudt zich het recht voor om, wanneer de bepalingen van dit hoofdstuk niet worden nageleefd, de vergunning van het betrokken vaartuig te schorsen totdat de formaliteit is vervuld, ten aanzien van de reder van het vaartuig de sanctie toe te passen waarin de regelgeving van Guinee-Bissau voorziet, en bij recidive de vergunning niet te vernieuwen. De Europese Commissie wordt hiervan in kennis gesteld. Beide partijen komen overeen een systeem voor elektronische uitwisseling van deze gegevens in te voeren. Hoofdstuk IV – Bijvangsten De omvang van de bijvangsten voor elk visserijtype waarin dit protocol voorziet, wordt vastgesteld volgens de wetgeving van Guinee-Bissau en gepreciseerd in de technische notities voor elk van die types. Hoofdstuk V - Aanmonstering van zeelieden De reders aan wie visvergunningen in het kader van de overeenkomst worden verleend, dragen bij tot de praktische beroepsopleiding van onderdanen van Guinee-Bissau en tot de verbetering van de arbeidsmarkt onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen: 1. iedere reder van een trawler verbindt zich ertoe het volgende aantal zeevissers in dienst te nemen: - drie zeevissers op vaartuigen met een tonnage van minder dan 250 brt, - vier zeevissers op vaartuigen met een tonnage tussen 250 brt en 400 brt, - vijf zeevissers op vaartuigen met een tonnage tussen 400 brt en 650 brt, - zes zeevissers op vaartuigen met een tonnage van meer dan 650 brt. 2. De reders spannen zich in om bovenop dit aantal nog meer zeelieden van Guinee-Bissau in dienst te nemen. 3. De reders zijn vrij om via hun vertegenwoordigers de zeelieden te kiezen die zij op hun vaartuigen willen aanmonsteren. 4. De reder of zijn vertegenwoordiger deelt aan het ministerie de namen mee van de op het betrokken vaartuig aangemonsterde zeelieden van Guinee-Bissau, met vermelding van hun inschrijving op de bemanningslijst. 5. De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op vaartuigen van de EU. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep. 6. De arbeidsovereenkomsten van de zeelieden van Guinee-Bissau, waarvan de ondertekenende partijen een kopie ontvangen, worden in overleg met het ministerie gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een levens-, ziekte- en ongevallenverzekering. 7. Het loon van de zeelieden van Guinee-Bissau komt ten laste van de reder. Het wordt vóór de afgifte van de vergunningen vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers enerzijds en de autoriteiten van Guinee-Bissau anderzijds. De bezoldigingsvoorwaarden van de Guinee-Bissause zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke worden toegepast voor de bemanningen van Guinee-Bissau, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen. 8. Alle op de vaartuigen van de Unie aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren. 9. Als evenwel om andere dan de in het vorige punt genoemde redenen geen zeelieden van Guinee-Bissau worden aangemonsterd, moeten de reders van de vaartuigen van de Unie zo spoedig mogelijk voor het betrokken visseizoen een forfaitair bedrag betalen dat even groot is als de lonen van de niet-aangemonsterde zeelieden. 10. Dit bedrag wordt gestort op een aparte rekening die de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau vooraf opgeven, en zal dienen voor de financiering van de overheidsstructuren voor beroepsopleiding op visserijgebied. Hoofdstuk VI - Technische maatregelen 1. De vaartuigen die op sterk migrerende soorten vissen, nemen de maatregelen en aanbevelingen die de ICCAT heeft vastgesteld met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen. 2. De specifieke maatregelen voor de trawlers zijn opgenomen in de desbetreffende technische notities. 3. Als Guinee-Bissau met het oog op biologische rust een gebied voor de volledige visvangst of voor een visserijtype afsluit, doet het dat voor alle betrokken vaartuigen, zonder onderscheid te maken tussen nationale vaartuigen, vaartuigen van de Unie of vaartuigen die de vlag van een derde land voeren. 4 . Als dit na een effectanalyse nodig blijkt, spreken beide partijen in de gemengde commissie af welke corrigerende maatregelen inzake de biologische rustperiode moeten worden toegepast. 5. Als Guinee-Bissau naast de in punt 3 genoemde maatregelen noodmaatregelen moet nemen die leiden tot de sluiting van een gebied voor de visvangst of tot het langer dan gepland aanhouden van de sluiting in het kader van die maatregelen, wordt een vergadering van de gemengde commissie belegd om het effect van de toepassing van die maatregelen op de vaartuigen van de Unie te beoordelen. 6. Als door de toepassing van de punten 4 en 5 de periode waarin een gebied voor de visvangst wordt gesloten, langer wordt, plegen beide partijen in de gemengde commissie overleg om het bedrag van de financiële tegenprestatie aan te passen aan de beperking van de vangstmogelijkheden die voor de Unie uit die maatregelen voortvloeit. Hoofdstuk VII – Waarnemers aan boord van trawlers 1. De vaartuigen die in het kader van de overeenkomst een vergunning hebben om in de wateren van Guinee-Bissau te vissen, nemen overeenkomstig de onderstaande bepalingen waarnemers aan boord die zijn aangewezen door Guinee-Bissau. 1.1 Elke trawler neemt een door het ministerie van Visserij aangewezen waarnemer aan boord.In dat geval stellen het ministerie van Visserij en de reders of hun vertegenwoordigers in onderling overleg vast in welke haven de betrokken waarnemer aan boord zal gaan. 1.2 Het ministerie stelt de lijst vast van de vaartuigen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen, alsmede de lijst van de waarnemers die zijn aangewezen om aan boord te gaan. Deze lijsten worden bijgewerkt. Zij worden meteen na de opstelling ervan en vervolgens om de drie maanden in verband met eventuele wijziging ervan, aan de Europese Commissie meegedeeld. 1.3 Bij de afgifte van de vergunning deelt het ministerie de betrokken reder of diens vertegenwoordiger de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het betrokken vaartuig. 2. Het ministerie bepaalt hoelang de waarnemer aan boord blijft, maar in de regel is de duur van zijn aanwezigheid beperkt tot de tijd die nodig is om zijn taken te verrichten. Het ministerie stelt de reder of zijn vertegenwoordiger van deze duur in kennis wanneer het de naam van de waarnemer meedeelt die is aangewezen om aan boord van het betrokken vaartuig te gaan. 3. De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens vertegenwoordiger en de autoriteiten van Guinee-Bissau in onderlinge overeenstemming vastgesteld. 4. De waarnemer gaat aan het begin van de eerste visreis aan boord in de haven van Guinee-Bissau en, als de vergunning wordt vernieuwd, in de door de reder gekozen haven. 5. De betrokken reders krijgen twee weken de tijd om de datums en de havens te melden die voor het aan boord nemen van de waarnemers zijn vastgesteld, met dien verstande dat deze melding ten minste tien dagen vóór de waarnemers aan boord gaan, plaatsvindt. 6. Als de waarnemer in een ander land aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de reder. Als een vaartuig dat een waarnemer van Guinee-Bissau aan boord heeft, de visserijzone van Guinee-Bissau verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk kan terugkeren; de kosten hiervan zijn voor rekening van de reder. 7. Als de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, wordt de reder automatisch ontheven van zijn verplichting om hem aan boord te nemen. 8. De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Wanneer het vaartuig zich in de wateren van Guinee-Bissau bevindt, verricht hij de volgende taken: 8.1 hij observeert de visserijactiviteiten van de vaartuigen; 8.2 hij controleert de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn; 8.3 hij verricht bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's; 8.4 hij noteert welk vistuig wordt gebruikt; 8.5 hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de visserijwateren van Guinee-Bissau zijn gedaan; 8.6 hij verifieert de percentages bijvangsten en raamt de teruggegooide hoeveelheden; 8.7 hij deelt ten minste eenmaal per week per radio de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst. 9. De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen. 10. De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat de waarnemer de communicatiemiddelen gebruiken die deze voor zijn werk nodig heeft, stelt hem de documenten ter beschikking die rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van met name het logboek en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taken. 11. Tijdens zijn verblijf aan boord gedraagt de waarnemer zich als volgt: 11.1 hij zorgt ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen, 11.2 hij gaat zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord van het vaartuig, en bewaart geheimhouding over alle documenten van het betrokken vaartuig, 11.3 hij stelt een activiteitenverslag op, dat wordt overgelegd aan de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau. Deze autoriteiten verwerken het verslag en doen binnen een week een afschrift ervan toekomen aan de delegatie van de Europese Commissie in Bissau. 12. Aan het einde van de waarnemingsperiode stelt de waarnemer, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn activiteiten op, dat aan de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau wordt toegestuurd, met kopie aan de Europese Commissie. De waarnemer ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein, die er de door hem nuttig geachte opmerkingen in een bijlage aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het verslag aan de kapitein. 13. De reder zorgt, op zijn kosten, voor kost en logies van de waarnemers, die op dit punt als officier worden behandeld, rekening houdend met de mogelijkheden die de indeling van het vaartuig biedt. Als bijdrage in de kosten voor de aanwezigheid aan boord van deze waarnemer maakt de reder aan de autoriteiten van Guinee-Bissau samen met de betaling van de visrechten een bedrag over van 12 euro per brt per jaar, pro rata temporis , voor elk vaartuig dat in de wateren van Guinee-Bissau vist. 14. Het loon en de sociale lasten voor de waarnemer zijn voor rekening van het ministerie. Hoofdstuk VIII – Waarnemers aan boord van vaartuigen voor de tonijnvisserij Beide partijen gaan zo snel mogelijk met de belanghebbende landen aan tafel zitten om een systeem van regionale waarnemers in te voeren en de bevoegde regionale visserijorganisatie te kiezen. Hoofdstuk IX - Controle 1. Overeenkomstig hoofdstuk I, afdeling 2, punt 1, houdt de Europese Unie een lijst bij van vaartuigen waarvoor een visvergunning is afgegeven overeenkomstig het protocol. Deze lijst wordt meteen na de opstelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan meegedeeld aan de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau. 2. Meteen na de ontvangst van de kennisgeving waaruit blijkt dat de in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 3, van deze bijlage bedoelde voorschotten zijn betaald, worden de vaartuigen die op sterk migrerende soorten vissen, op de in het vorige punt genoemde lijst ingeschreven. In dat geval wordt een eensluidend afschrift van de lijst van vaartuigen voor de tonijnvisserij aan de reder toegestuurd; dit afschrift wordt aan boord bewaard in plaats van de visvergunning totdat de bevoegde autoriteit van Guinee-Bissau de visvergunning heeft afgegeven. 3. Technische bezoeken voor trawlers 3.1 Iedere trawler van de Unie meldt zich eens per jaar en na elke wijziging van de tonnage of elke verandering van visserijtype die tot het gebruik van andere soorten vistuig leidt, in de haven van Guinee-Bissau aan om de in de regelgeving voorgeschreven inspecties te ondergaan. Deze inspecties vinden verplicht plaats binnen 48 uur na aankomst van het schip in de haven. 3.2 Wanneer het vaartuig in orde is bevonden, wordt aan de kapitein van het vaartuig een verklaring afgegeven met een geldigheidsduur die gelijk is aan de duur van de vergunning en die de facto wordt verlengd voor vaartuigen die hun vergunning in de loop van het jaar vernieuwen. De totale geldigheidsduur van de verklaring mag echter niet meer bedragen dan één jaar. De verklaring moet te allen tijde aan boord van het vaartuig worden bewaard. 3.3 Bij de technische inspectie wordt nagegaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het vistuig aan boord in overeenstemming zijn met de bepalingen van de overeenkomst en of is voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot de bemanning. 3.4 De kosten van de controle worden aan de reder in rekening gebracht volgens de in de regelgeving van Guinee-Bissau vastgestelde tariefregeling. Zij mogen niet hoger zijn dan de gewoonlijk door andere vaartuigen voor dezelfde diensten betaalde bedragen. 3.5 Als de in de punten 3.1 en 3.2 vastgestelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat door de reder aan deze verplichtingen wordt voldaan. 4. Binnenvaren en verlaten van de zone: Alle vaartuigen van de Europese Unie die in het kader van de overeenkomst in de visserijzone van Guinee-Bissau vissen, delen, telkens als zij de visserijzone van Guinee-Bissau binnenvaren of verlaten, datum en uur en hun positie mee aan het radiostation van het ministerie van Visserij. Het ministerie van Visserij deelt de roepletters, de radiofrequentie en de oproeptijden aan de reders mee bij de afgifte van de visserijvergunning. Als het niet mogelijk is de radio te gebruiken, mogen de vaartuigen de bedoelde gegevens via andere communicatiemiddelen meedelen, bijv. via telex, fax (nr. 20.11.57, nr. 20.19.57 of nr. 20.69.50) of telegram. 4.1 De vaartuigen van de Unie die van plan zijn om de visserijzone van Guinee-Bissau binnen te varen of te verlaten, delen dit ten minste 24 uur van te voren mee aan het ministerie. Voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij bedraagt deze termijn slechts zes uur. 4.2 Wanneer het vaartuig zijn voornemen om de wateren te verlaten meedeelt, geeft het tevens zijn positie en de aan boord gehouden gevangen hoeveelheden en soorten door. Deze berichten worden bij voorkeur per fax doorgestuurd; vaartuigen die daarmee niet zijn uitgerust, mogen hun gegevens via de radio of per e-mail meedelen. 4.3 Vaartuigen die hun aanwezigheid niet aan het ministerie hebben gemeld en op de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, worden beschouwd als vaartuigen zonder vergunning. 4.4 De fax- en telefoonnummers en het e-mailadres worden eveneens bij het afgeven van de visvergunning meegedeeld. 5. Controleprocedures 5.1 De kapitein van een vaartuig van de Unie dat in de visserijwateren van Guinee-Bissau vist, moet elke ambtenaar van Guinee-Bissau die met de inspectie en controle van de visserijactiviteiten is belast, het aan boord gaan toestaan en vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken. 5.2. Deze ambtenaren blijven niet langer aan boord dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is. 5.3 Na elke inspectie en controle wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven. 6. Aanhouding 6.1 Wanneer een vaartuig van de Unie in de visserijwateren van Guinee-Bissau wordt aangehouden of een sanctie op een dergelijk vaartuig wordt toegepast, stelt het ministerie de Europese Commissie via haar delegatie in Guinee-Bissau daarvan binnen 48 uur in kennis. 6.2 Op dat moment ontvangt de Europese Commissie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding. 7. Proces-verbaal van de aanhouding 7.1 De kapitein van het vaartuig ondertekent het proces-verbaal waarin de bevoegde autoriteit van de kuststaat de geconstateerde feiten heeft opgetekend. 7.2 Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd. 7.3 De kapitein kan overeenkomstig de geldende wetgeving worden verzocht zijn vaartuig naar een door de bevoegde autoriteiten opgegeven haven te brengen. 8. Informatievergadering bij aanhouding 8.1 Voordat ten aanzien van de kapitein, de bemanning van het vaartuig, de lading of de uitrusting van het vaartuig maatregelen worden overwogen - tenzij het maatregelen betreft om bewijsmateriaal over de vermoedelijke overtreding veilig te stellen - wordt op verzoek van de Unie één werkdag na ontvangst van de hierboven bedoelde gegevens een informatievergadering gehouden tussen de Europese Commissie en het ministerie, eventueel in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de betrokken lidstaat. 8.2 Tijdens deze vergadering verstrekken de partijen elkaar alle documenten of inlichtingen die de omstandigheden van de geconstateerde feiten kunnen helpen ophelderen. De reder of zijn vertegenwoordiger wordt in kennis gesteld van de resultaten van dit overleg en van alle maatregelen die naar aanleiding van de aanhouding van het vaartuig kunnen worden getroffen. 9. Afwikkeling van de aanhouding 9.1 Voordat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar gestreefd de vermoedelijke overtreding via een schikkingsprocedure af te handelen. Deze procedure moet uiterlijk vier werkdagen na de aanhouding zijn afgewikkeld. 9.2 Bij een schikkingsprocedure wordt het bedrag van de boete vastgesteld overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau. 9.3 Als de zaak niet volgens een schikkingsprocedure kan worden afgehandeld en door een bevoegde rechterlijke instantie in behandeling moet worden genomen, stelt de reder bij een door het ministerie opgegeven bank een bankgarantie die wordt vastgesteld met inachtneming van de met de aanhouding gepaard gaande kosten, de boetesom en de vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die verantwoordelijk zijn voor de overtreding. 9.4 De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid. De bankgarantie wordt vrijgegeven wanneer de procedure niet tot een veroordeling heeft geleid. Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, wordt het saldo door het ministerie vrijgegeven. 9.5 Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten: - zodra aan de bij de schikkingsprocedure vastgestelde verplichtingen is voldaan, of - zodra, in afwachting van de afronding van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in punt 9.3 is gesteld en deze door het ministerie is aanvaard. 10. Naleving van de voorschriften Alle gegevens over door vaartuigen van de Unie begane overtredingen worden regelmatig, via de delegatie, aan de Commissie meegedeeld. 11. Overlading 11.1 Vaartuigen van de Unie die hun vangsten in de wateren van Guinee-Bissau willen overladen, doen dat op de rede van een haven van Guinee-Bissau. 11.2 De reders van die vaartuigen stellen het ministerie ten minste 24 uur van tevoren in kennis van: - de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen; - de naam van het vrachtschip waarop wordt overgeladen; - de over te laden hoeveelheid (in ton) van elke soort; - de dag waarop wordt overgeladen. 11.3 Overladen wordt beschouwd als het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau. De vaartuigen moeten derhalve de vangstaangiften bij de bevoegde autoriteiten indienen en meedelen of zij voornemens zijn door te gaan met vissen dan wel de visserijzone van Guinee-Bissau te verlaten. 11.4 In de visserijzone van Guinee-Bissau mag op geen enkele andere wijze dan hierboven beschreven worden overgeladen. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende Guinee-Bissause regelgeving voorziet. 12. De kapiteins van de vaartuigen van de Unie die hun vangst in een haven van Guinee-Bissau aanlanden of overladen, moeten de controle op deze verrichtingen door inspecteurs van Guinee-Bissau toestaan en vergemakkelijken. Na elke inspectie en controle in de haven wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven. Hoofdstuk X - Satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen Beide partijen spreken in de gemengde commissie af dat zij, zodra de technische omstandigheden dit mogelijk maken, bepalingen vaststellen inzake een satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen van de Unie die in het kader van deze overeenkomst vissen. AANHANGSELS 1 – Formulier voor de aanvraag van een visvergunning 2 – Statistische gegevens over de vangsten en de visserijinspanning 3 – Logboek van vaartuigen voor de tonijnvisserij Aanhangsel 1 FORMULIER VOOR DE AANVRAAG VAN EEN VISVERGUNNING Door de overheid in te vullen vak | Opmerkingen | Nationaliteit…………………………….….… Nummer van de vergunning……………….. Datum van ondertekening………………. … Datum van afgifte……………………………. | ……………………………………………….. ……………………………………………….. ……………………………………………….. ………………………………………………... | AANVRAGER Bedrijfsnaam: Nummer handelsregister: Voornaam en naam van de verantwoordelijke persoon: Geboorteplaats en –datum: Beroep: Adres: Aantal werknemers: Naam en adres van de gemachtigde: VAARTUIG Vaartuigtype: Registratienummer: Nieuwe naam: Voormalige naam: Bouwjaar en plaats van constructie: Oorspronkelijke nationaliteit: Lengte: Breedte: Hoogte: Brutotonnage: Nettotonnage: Aard constructiemateriaal: Merk hoofdmotor: Soort: Vermogen in pk: Schroef: Vast ( Verstelbaar ( Met straalbuis ( Snelheid: Roepnaam: Frequentie: Lijst van de beschikbare opsporings-, navigatie- en communicatiemiddelen: Radar: ( Sonar: ( Sonde bovenpees (netsonde): ( VHF: ( BLU: ( Satellietnavigatie: ( Andere: Aantal zeelieden: CONSERVERINGSMETHODE IJs: ( IJs en koeling: ( Invriezen: in pekel: ( droog: ( in gekoeld zeewater: ( Totaal koelvermogen (in frigorieën): Invriescapaciteit/24 uur (in tonnen): Capaciteit van de ruimen: VISSERIJTYPE A. Demersale visserij Demersale visserij in de kustwateren: ( Demersale visserij in volle zee: ( Trawltype: vangst van koppotigen: ( garnaalvangst: ( visvangst: ( Lengte van de trawl: Lengte van de bovenpees: Maaswijdte bij de kuil: Maaswijdte bij de vleugels: Trawlsnelheid: B. Visserij op grote pelagische soorten (tonijnvisserij) Met de hengel: ( Aantal hengels: ( Met de zegen: ( Lengte van het net: Hoogte: Aantal tanks: Capaciteit (in tonnen): C. Beugvisserij en visserij met korven Met de drijvende beug: ( Met de grondkubbe: ( Lengte van de beug: Aantal haken: Aantal beuglijnen: Aantal grondkubben: INSTALLATIES AAN WAL Adres en nummer van de vergunning: Bedrijfsnaam: Activiteiten: Voor binnenlandse handel: ( voor uitvoer: ( Bedrijfstype en nummer groothandelaar: Beschrijving van de behandelings- en conserveringsinstallaties: Aantal werknemers: Noot: het desbetreffende hokje aankruisen. Opmerkingen van technische aard Vergunning van het staatsministerie Aanhangsel 2 MINISTERIE VAN VISSERIJ STATISTISCHE GEGEVENS OVER DE VANGSTEN EN DE Maand: Jaar: VISSERIJINSPANNING Naam van het vaartuig: | Motorvermogen: | Visserijmethode: | Nationaliteit: | Brutotonnage (ton): | Aanvoerhaven: | Datum | Visserijzone | Aantal uitzetten van het net | Aantal visuren | Vissoorten | LOGBOEK VAN VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ | Beug | 1. Visserijzone | Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°. | 2. Toegestaan vistuig | Er mag gebruik worden gemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig. Er mag met de boomkor worden gevist. Het is verboden om bij welk vistuig dan ook voorzieningen aan te brengen die de mazen van de netten versperren of de selectieve werking ervan verminderen. Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, uitsluitend aan de onderkant van de kuil van bodemtrawls, beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen mogen uitsluitend worden bevestigd aan de voorkant en de zijkanten van de kuil van bodemtrawls. Als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de uitgerokken mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn. Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd. | 3. Toegestane minimummaaswijdte | 70mm | 4. Biologische rustperiode | Overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau. Als de regelgeving van Guinee-Bissau niet in de nodige bepalingen voorziet, stellen de twee partijen in de gemengde commissie de meest geschikte biologische rustperiode vast op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke en door de gezamenlijke wetenschappelijke vergadering goedgekeurde adviezen. | 5. Bijvangsten | Overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau: Voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van vis mag de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau gerealiseerde vangst aan het einde van een visreis als gedefinieerd in hoofdstuk III van de bijlage bij dit protocol, voor niet meer dan 9% uit schaaldieren en niet meer dan 9% uit koppotigen bestaan. Voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van koppotigen mag de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau gerealiseerde vangst aan het einde van een visreis als gedefinieerd in hoofdstuk III van de bijlage bij dit protocol, voor niet meer dan 9% uit schaaldieren bestaan. Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft. De twee partijen plegen in de gemengde commissie overleg met het oog op de eventuele aanpassing van de toegestane percentages. | 6. Toegestane tonnage/visrechten | Toegestane tonnage (brt) per jaar | 4.400 | Visrechten in euro/brt/jaar | 229 euro/brt/jaar Voor driemaandelijkse en zesmaandelijkse vergunningen worden de visrechten pro rata temporis berekend en vermeerderd met 3%, respectievelijk 2% om de vaste kosten van het opstellen van de vergunningen te dekken. | 7. Opmerkingen | De voorwaarden voor de uitoefening van de visserijactiviteiten door de vaartuigen zijn vastgesteld in de bijlage bij het protocol. | NOTITIE 2 - VISSERIJTYPE 2: TRAWLERS VOOR DE GARNAALVISSERIJ | 1. Visserijzone | Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°. | 2. Toegestaan vistuig | Er mag gebruik worden gemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig. Er mag met de boomkor worden gevist. Het is verboden om bij welk vistuig dan ook voorzieningen aan te brengen die de mazen van de netten versperren of de selectieve werking ervan verminderen. Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, uitsluitend aan de onderkant van de kuil van bodemtrawls, beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen mogen uitsluitend worden bevestigd aan de voorkant en de zijkanten van de kuil van bodemtrawls. Als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de uitgerokken mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn. Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd. | 3. Toegestane minimummaaswijdte | 40mm Guinee-Bissau verbindt zich ertoe zijn wetgeving uiterlijk 12 maanden na de inwerkingtreding van dit protocol zodanig te wijzigen dat er een maaswijdte van 50 mm zal gelden, in overeenstemming met de in de subregio geldende wetgevingen; deze wijziging zal gelden voor de hele vloot die op schaaldieren vist en werkzaam is in de visserijzone van Guinee-Bissau. ] | 4. Biologische rustperiode | Overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau. Als de regelgeving van Guinee-Bissau niet in de nodige bepalingen voorziet, stellen de twee partijen in de gemengde commissie de meest geschikte biologische rustperiode vast op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke en door de gezamenlijke wetenschappelijke vergadering goedgekeurde adviezen. | 5. Bijvangsten | Overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau: Voor vaartuigen die hun activiteit richten op de garnaalvangst mag de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau gerealiseerde vangst aan het einde van een visreis als gedefinieerd in hoofdstuk III van de bijlage bij dit protocol, voor niet meer dan 50% uit koppotigen en vis bestaan. Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft. | 6. Toegestane tonnage/visrechten | Toegestane tonnage (brt) per jaar | 4.400 | Visrechten in euro/brt/jaar | 307 euro/brt/jaar Voor driemaandelijkse en zesmaandelijkse vergunningen worden de visrechten pro rata temporis berekend en vermeerderd met 3%, respectievelijk 2% om de vaste kosten van het opstellen van de vergunningen te dekken. | 7. Opmerkingen | De voorwaarden voor de uitoefening van de visserijactiviteiten door de vaartuigen zijn vastgesteld in de bijlage bij het protocol. | NOTITIE 3 - VISSERIJTYPE 3: VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL | 1. Visserijzone | Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°. Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel mogen het levend aas vangen dat ze nodig hebben voor het uitoefenen van hun activiteiten in de visserijzone van Guinee-Bissau. | 2. Toegestaan vistuig en technische maatregelen | Hengels Ringzegen met levend aas: 16 mm De vaartuigen die op sterk migrerende soorten vissen, nemen de maatregelen en aanbevelingen die de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT) heeft vastgesteld met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen. | 3. Bijvangsten | Gezien de aanbevelingen van de ICCAT en de FAO ter zake, is de visserij op reuzenhaai (Cetorhinus maximus), witte haai (Carcharodon carcharias), zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en ruwe haai (Galeorhinus galeus) verboden. | 4. Toegestane tonnage/visrechten | Rechten per gevangen ton | 25 euro per ton | Jaarlijks forfaitair visrecht: | 500 euro voor 20 ton | Aantal vaartuigen dat mag vissen | 14 | 5. Opmerkingen | De voorwaarden voor de uitoefening van de visserijactiviteiten door de vaartuigen zijn vastgesteld in de bijlage bij het protocol. | NOTITIE 4 - VISSERIJTYPE 4: VRIESSCHEPEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN EN BEUGSCHEPEN | 1. Visserijzone | Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°. | 2. Toegestaan vistuig en technische maatregelen | Zegen + drijvende beug De vaartuigen die op sterk migrerende soorten vissen, nemen de maatregelen en aanbevelingen die de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT) heeft vastgesteld met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen. | 3. Toegestane minimummaaswijdte | Door de ICCAT aanbevolen normen | 4. Bijvangsten | Gezien de aanbevelingen van de ICCAT en de FAO ter zake, is de visserij op reuzenhaai (Cetorhinus maximus), witte haai (Carcharodon carcharias), zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en ruwe haai (Galeorhinus galeus) verboden. | 5. Toegestane tonnage/visrechten | Rechten per gevangen ton | 35 euro per ton | Jaarlijks forfaitair visrecht | 3.150 euro voor 90 ton | Aantal vaartuigen dat mag vissen | 23 | 6. Opmerkingen: | De voorwaarden voor de uitoefening van de visserijactiviteiten door de vaartuigen zijn vastgesteld in de bijlage bij het protocol. | Bijlage III Basisgegevens met betrekking tot de doelstellingen en de prestatie-indicatoren die in acht moeten worden genomen in het kader van de artikelen 3, 8 en 9 van het protocol Strategische prioriteiten en doelstellingen | Indicatoren | 1. Verbetering van de sanitaire omstandigheden met het oog op de ontwikkeling van de visserijsector | Werkzaamheden voor het verkrijgen van een erkenning voor uitvoer | Het parlement heeft een regelgeving inzake minimale hygiënevereisten voor industriële vaartuigen, kano’s en visserijbedrijven opgesteld en goedgekeurd en deze regelgeving wordt uitgevoerd. Er is een bevoegde autoriteit aangewezen. Het CIPA is aan de ISO 9000-norm aangepast. Er is een laboratorium dat microbiologische en chemische analyses kan uitvoeren. Er werd een bewakings- en analyseplan voor garnalen (PNVAR 2008) vastgesteld, dat in de wetgeving is opgenomen. Aantal opgeleide gezondheidsinspecteurs Aantal gezondheidsfunctionarissen en functionarissen van het ministerie van Visserij dat is opgeleid op het gebied van hygiënenormen De erkenning voor uitvoer naar de Europese Unie is verkregen. | 1.1 Modernisering en verbetering van de sanitaire voorzieningen van de industriële vloot en de artisanale vloot | Aantal aan de normen aangepaste industriële vaartuigen Aantal houten kano’s dat is vervangen door kano’s van meer geschikte materialen (in absolute cijfers en als een percentage) Aantal kano’s dat is uitgerust met koelinstallaties Uitbreiding van het aantal aanlandingsplaatsen Vaartuigen voor de artisanale visserij en de kustvisserij die voldoen aan de hygiënenormen (in absolute cijfers en als een percentage) | 1.2 Ontwikkeling van de infrastructuur, met name van de haveninfrastructuur | De haven van Bissau is gerenoveerd en de vissershaven is uitgebreid. De vismarkt van de haven van Bissau, waar de vangsten van de artisanale en de industriële visserij worden aangevoerd, is gerenoveerd en aan de normen aangepast De haven van Bissau is aan de internationale normen aangepast (ratificatie van het OLAS-verdrag) De scheepswrakken zijn uit de haven verwijderd | 1.3 Bevordering van de afzet van visserijproducten (sanitaire en fytosanitaire voorwaarden van de aangevoerde en verwerkte producten). | Het systeem voor de inspectie van visserijproducten is aangepast en het is operationeel. Van de hygiënevoorschriften bewustgemaakt actoren (aantal opleidingen dat is georganiseerd en aantal opgeleide personen) Het analyselaboratorium is operationeel. Aantal plaatsen dat is ingericht voor het aanlanden en verwerken van de vangsten van de artisanale visserij De oprichting van technische en commerciële partnerschappen met particuliere buitenlandse partners wordt bevorderd Er is een begin gemaakt met de eco-etikettering van Guinee-Bissause producten | 2. Verbetering van toezicht, controle en bewaking in de visserijzone | Verbetering van het rechtskader | Het ministerie van Visserij en het ministerie van Defensie hebben een overeenkomst over bewaking en controle goedgekeurd. Er is een nationaal plan voor toezicht, controle en bewaking vastgesteld en ten uitvoer gelegd. | 2.1 Versterking van toezicht, controle en bewaking | Er is een team van onafhankelijke beëdigde controleurs operationeel (aantal in dienst genomen en opgeleide personen) en in de daarvoor benodigde begrotingsmiddelen is voorzien in het kader van de financieringswet Aantal dagen bewaking op zee: 250 dagen per jaar aan het einde van de looptijd van het protocol Aantal controles in de haven en op zee Aantal controles vanuit de lucht Aantal statistische bulletins dat is gepubliceerd Het door radar bestreken gebied Aantal met VMS uitgeruste vaartuigen binnen de volledige vloot Het opleidingsprogramma is aangepast aan de toegepaste bewakingstechnieken (aantal opleidingsuren, aantal technici dat is opgeleid, enz.) | 2.2 Follow-up van de aanhoudingen van vaartuigen | Het systeem van aanhoudingen, sancties en betaling van boetes is veel transparanter gemaakt De regelgeving inzake de betaling van boetes is verbeterd en het is verboden de boete op een andere dan financiële wijze te vereffenen. Het systeem voor de inning van de boetes is verbeterd. Jaarlijks worden statistische gegevens over geïnde boetes bekendgemaakt Er wordt een zwarte lijst van gestrafte vaartuigen opgesteld Jaarlijks worden statistieken over de sancties opgesteld en bekendgemaakt Het jaarverslag van het FISCAP wordt bekendgemaakt | 3. Verbetering van het visserijbeheer | Beheer van de visserijinspanning voor de garnaalvisserij en de vangst van koppotigen | Behoud, in 2007, van de bestaande overeenkomsten met derde landen en de Europese Unie. Als geen gebruik wordt gemaakt van de vangstmogelijkheden die per 1 januari 2007 aan derde landen zijn toegekend, hoeven deze vangstmogelijkheden niet meer te worden aangeboden voor 2008 en de daaropvolgende jaren. Er worden geen vangstmogelijkheden voor bevrachting toegekend. Binnen 30 dagen na de inwerkingtreding van dit protocol zijn alle overeenkomsten met Europese vennootschappen, verenigingen of ondernemingen definitief stopgezet en formeel opgezegd. | 3.1 Modernisering en versterking van onderzoek op het gebied van de visbestanden | De onderzoekscapaciteit van het CIPA is vergroot. | 3.2 Verbetering van de kennis op het gebied van de visbestanden | De jaarlijkse trawlervisreis is verricht. Aantal visbestanden dat is geëvalueerd Aantal onderzoeksprogramma’s Aantal aanbevelingen dat is opgesteld en opgevolgd over de toestand van de belangrijkste visbestanden (met name de maatregelen op het gebied van stillegging van de visserij en maatregelen voor de instandhouding voor overbeviste bestanden) Evaluatie van de jaarlijkse visserijinspanning voor soorten waarvoor een ontwikkelingsplan is opgesteld Instrument voor het beheer van de operationele visserij (opzetten van een databank, instrumenten voor statistische controle, oprichten van een dienstennetwerk voor het beheer van de vloot, publicatie van statistische bulletins, enz.) | 3.3 Gecontroleerde ontwikkeling van de visserij | Vóór het begin van het betrokken jaar wordt het jaarlijks beheersplan voor de industriële visserij goedgekeurd. Er is een ontwikkelingsplan voor overbeviste bestanden vastgesteld, dat wordt uitgevoerd. Er wordt een bestand van de vaartuigen in de EEZ bijgehouden, waarin ook de vaartuigen voor de ambachtelijke visserij zijn opgenomen Aantal opgestelde, uitgevoerde en geëvalueerde beheersplannen | 3.4 Verbetering van de doelmatigheid van de technische diensten van het ministerie van Visserij en Economie en de diensten die betrokken zijn bij het beheer van de sector | Versterking administratieve capaciteit Er is een opleidings- en herscholingsplan opgesteld en uitgevoerd (aantal opgeleide personen, aantal opleidingsuren, enz.) Verbetering van de mechanismen voor coördinatie, overleg en samenwerking met de partners Het systeem voor het verzamelen van visserijgegevens en de statistische controle op de visserij is verbeterd. | 3.5 Versterking van het systeem voor het beheer van de vergunningen en het toezicht op de vaartuigen | Aantal opleidingsuren voor technici Aantal opgeleide technici Netwerkvorming op het gebied van diensten en statistieken | FINANCIEEL MEMORANDUM 1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief 1.2. Betrokken beleidsterrein(en) 1.3. Aard van het voorstel/initiatief 1.4. Doelstelling(en) 1.5. Motivering van het voorstel/initiatief 1.6. Duur van de actie en van de financiële gevolgen 1.7. Beheersvorm(en) 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen 2.2. Beheer- en controlesysteem 2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderd(e)l(en) van de uitgaven 3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten 3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader 3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering 3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF Benaming van het voorstel/initiatief Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een nieuw protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[7] 11. - Maritieme zaken en visserij 11.03 - Internationale visserij en zeerecht Aard van het voorstel/initiatief ( Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie ( Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[8] X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie ( Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie Doelstellingen De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie Het onderhandelen over en het sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen past bij de algemene doelstelling, namelijk de visserijactiviteiten van de vloot van de Europese Unie, inclusief de verre vloot, in stand te houden en te beschermen en de betrekkingen in het kader van een partnerschap te ontwikkelen om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de wateren van de Unie te stimuleren. De partnerschapsovereenkomsten inzake visserij zorgen eveneens voor coherentie tussen de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de verbintenissen in het kader van andere Europese beleidslijnen (duurzame exploitatie van de visbestanden van derde landen, bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO), integratie van de partnerlanden in de wereldeconomie en een beter politiek en financieel visserijbestuur). Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteit(en) Specifieke doelstelling nr. 1[9] Bijdragen tot een duurzame visserij in de wateren buiten de Unie, de Europese aanwezigheid in de verre visserijen handhaven en de belangen van de Europese visserijsector en de consument beschermen door het onderhandelen over en het sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met kuststaten, in samenhang met andere Europese beleidslijnen. Betrokken AMB/ABB-activiteit(en) Maritieme zaken en visserij, internationale visserij en zeerecht, internationale visserijovereenkomsten (begrotingsonderdeel 11.0301) Verwachte resulta(a)t(en) en effect(en) Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen. De sluiting van het protocol draagt ertoe bij dat de vangstmogelijkheden van de Europese vaartuigen in de visserijzones van Guinee-Bissau worden gehandhaafd. Via financiële steun (ondersteuning van de sector) voor de tenuitvoerlegging van op nationaal niveau door het partnerland vastgestelde programma's draagt het protocol voorts bij tot een beter beheer en een betere instandhouding van de visbestanden. Resultaat- en effectindicatoren Gebruik van de vangstmogelijkheden (percentage van de gebruikte vismachtigingen ten opzichte van de door het protocol geboden mogelijkheden); Verzameling en analyse van gegevens over de vangsten en de handelswaarde van de overeenkomst; Bijdrage aan de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de EU (op geaggregeerd niveau met andere partnerschapsovereenkomsten inzake visserij); Aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van de gemengde commissie. Motivering van het voorstel/initiatief Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien Het protocol voor de periode 2007-2011 is op 15 juni 2011 afgelopen. Het nieuwe protocol heeft betrekking op de periode van 16 juni 2011 tot en met 15 juni 2012. Parallel aan de onderhavige procedure wordt een procedure inzake de goedkeuring van een besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het protocol ingeleid. Met het nieuwe protocol wordt een kader geschapen voor de visserijactiviteit van de Europese vloot zodat de reders ook na 16 juni 2011 visvergunningen voor de vissserijzones van Guinee-Bissau kunnen verkrijgen. Bovendien wordt met het nieuwe protocol de samenwerking tussen de Europese Unie en Guinee-Bissau met het oog op het bevorderen van een duurzaam visserijbeleid versterkt. Toegevoegde waarde van de communautaire steun Als de Unie geen nieuw protocol sluit, worden er particuliere overeenkomsten gesloten, waardoor de duurzaamheid van de visserij niet langer gegarandeerd is. De Europese Unie hoopt met dit protocol ook ervoor te zorgen dat Guinee-Bissau doelmatig met de Unie blijft samenwerken aan een duurzame visserij. De middelen van het protocol bieden Guinee-Bissau eveneens de mogelijkheid de strategische planning op het gebied van de uitvoering van zijn visserijbeleid voort te zetten. Belangrijkste uit soortgelijke activiteiten getrokken lering De partijen hebben besloten een protocol voor één jaar te sluiten om in die periode de perspectieven van een toekomstig protocol van langere duur te evalueren. Er was derhalve geen aanleiding om de visserijmogelijkheden te wijzigen, aangezien de wetenschappelijke adviezen daartoe niet strekten. Bijgevolg is ook de financiële tegenprestatie op het niveau van het vorige protocol gehandhaafd. Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten De middelen uit hoofde van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij vormen fungibele inkomsten in de begrotingen van de derde partnerlanden. Voorwaarde voor de sluiting en de follow-up van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij is evenwel dat een deel van deze middelen voor de tenuitvoerlegging van acties in het kader van het sectorale beleid van het land wordt bestemd. Deze financiële middelen zijn verenigbaar met andere financieringsbronnen van andere internationale geldschieters voor de uitvoering van projecten en/of programma's in de visserijsector op nationaal niveau. Duur van de actie en van de financiële gevolgen X Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur X Voorstel/initiatief van kracht van 16 juni 2011 tot en met 15 juni 2012 X Financiële gevolgen van 2011 tot en met 2012 ( Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur - Uitvoering met een opstartperiode van [AAAA] tot en met [AAAA], - gevolgd door een volledige uitvoering. Beheersvorm(en)[10] X Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie ( Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan: - ( uitvoerende agentschappen - ( door de Gemeenschappen opgerichte organen[11] - ( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak - ( personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement ( Gedeeld beheer met de lidstaten ( Gedecentraliseerd beheer met derde landen ( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke) Verstrek, indien meer dan één beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen". Opmerkingen […] BEHEERSMAATREGELEN Regels inzake het toezicht en de verslagen Vermeld frequentie en voorwaarden. De Commissie (DG MARE, in samenwerking met zijn attaché in Dakar en de delegatie van de Europese Unie in Bissau) zal regelmatig toezicht houden op de uitvoering van dit protocol, met name wat betreft het gebruik van de vangstmogelijkheden door de marktdeelnemers en de gegevens over de vangsten. Voorts voorziet de partnerschapsovereenkomst inzake visserij in ten minste één jaarlijkse bijeenkomst van de gemengde commissie waarop de Commissie bijeenkomt met het derde land om de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en het protocol daarbij te bespreken en zo nodig de programmering en de financiële tegenprestatie aan te passen. Beheers- en controlesysteem Geconstateerde risico's De invoering van een protocol bij de visserijovereenkomst gaat gepaard met een aantal risico's, bijvoorbeeld: het kan gebeuren dat de bedragen voor de financiering van het sectorale visserijbeleid niet de afgesproken bestemming krijgen (onderprogrammering). Controlemiddel(en) Er is een intensieve dialoog over de programmering en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid gepland. De in punt 2.1 genoemde gezamenlijke analyse maakt eveneens deel uit van deze controlemiddelen. Voorts voorziet het protocol in specifieke bepalingen voor de schorsing ervan, onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen. De Commissie zal streven naar een permanente politieke dialoog en overleg om het beheer van de overeenkomst te verbeteren en de bijdrage van de Unie aan het duurzaam beheer van de visserijrijkdommen te vergroten. In ieder geval is iedere door de Commissie in het kader van een visserijovereenkomst verrichte betaling onderworpen aan de normale begrotings- en financiële regels en procedures van de Commissie. Op grond hiervan moeten met name de bankrekeningen van het derde land waarop de bedragen van de financiële tegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd. In het geval van het onderhavige protocol is in artikel 2, lid 8, bepaald dat de totale financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën bij een door de autoriteiten van Guinee-Bissau aangewezen financiële instelling. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) van de uitgaven - Bestaande begrotingsonderdelen In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen. Rubriek van het meerjarige financiële kader | Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Deelname | Nummer [Omschrijving………………………….] | GK/ NGK[12] | van EVA-landen[13] | van kandidaat-lidstaten[14] | van derde landen | in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement | 2 | 11.0301 Internationale visserijovereenkomsten | CD | NEEN | NEEN | NEEN | NEEN | - Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen Niet van toepassing. In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen. Rubriek van het meerjarige financiële kader | Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Deelname | Nummer [Omschrijving……………………….....] | GK/ NGK | van EVA-landen | van kandidaat-lidstaten | van derde landen | in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement | […] | [XX.YY.YY.YY] […] | […] | JA/NEEN | JA/NEEN | JA/NEEN | JA/NEEN | Geraamde gevolgen voor de uitgaven Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven in miljoen euro (tot op 4 decimalen) Rubriek van het meerjarige financiële kader: | 2 | Instandhouding en beheer van de natuurlijke hulpbronnen | in miljoen euro (tot op 3 decimalen) ( Formatieplaatsen (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) | xx 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) | 0,5 | 0,5 | XX 01 01 02 (delegaties) | XX 01 05 01 (indirect onderzoek) | 10 01 05 01 (direct onderzoek) | ( Extern personeel (in voltijdequivalent – VTE)[26] | XX 01 02 01 (CA, END, INT van de totale toewijzing) | 0 | 0 | 0 | 0 | XX 01 02 02 (CA, LA, END, INT en JED in de delegaties) | 0,1 | 0,1 | 10 01 05 02 (CA, END, INT – direct onderzoek) | 11010404 (CA, met de follow-up van de tenuitvoerlegging van de sectorale steun belaste attaché) | 0,25 | 0,25 | TOTAAL | 0,85 | 0,85 | - XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen. Beschrijving van de uit te voeren taken: Ambtenaren en tijdelijk personeel/arbeidscontractanten | Beheer en follow-up van het proces voor de (her)onderhandeling over de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en de goedkeuring van het resultaat van de onderhandelingen door de instellingen, beheer van de lopende overeenkomst, met inbegrip van de permanente financiële en operationele follow-up; beheer van de vergunningen | Extern personeel | Follow-up van de uitvoering van de sectorale ondersteuning | Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader - x Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering. - ( Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader. Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. […] - ( Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[29]. Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. […] Bijdrage van derden aan de financiering - X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden - Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd: Kredieten in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen) Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | zoveel jaren invullen als nodig is om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | Totaal | Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | … zoveel jaren invullen als nodig is om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | Artikel …………... | | | | | | | | | |Vermeld voor de diverse ontvangsten die worden “toegewezen”, het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en). […] Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten. […] [1] Goedgekeurd door de Raad "Landbouw en visserij" op 27 september 2010. [2] PB C … [3] PB L 75 van 18.3.2008, blz. 49. [4] PB C … [5] PB: verwijzingen van doc. ... [6] De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt. [7] ABM: activiteitsgestuurd beheer – ABB: activiteitsgestuurde begroting. [8] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel Reglement. [9] p.m. : In de voor de begroting 2010 opgestelde "activity statements" betreft dit specifieke doelstelling nr. 2; cf. Ref. http://www.cc.cec/budg/bud/proc/adopt/_doc/_pdf/2010/apb2010-working-documents-part1-11-mare.pdf [10] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_fr.html [11] In de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement. [12] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten. [13] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie. [14] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan. [15] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. [16] Aangezien de betaling pas kan plaatsvinden na goedkeuring door het Europees Parlement, kan het zijn dat zij pas in 2012 kan worden uitgevoerd. [17] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van programma's en/of acties van de Unie (vroegere "BA"-onderdelen), indirect onderzoek, direct onderzoek. [18] De financiële tegenprestatie omvat: a) 4 550 000 euro voor de toegangsrechten tot de visserijzone van Guinee-Bissau en b) 2 950 000, wat overeenkomt met de steun voor de ontwikkeling van het visserijbeleid van de Republiek Guinee-Bissau. [19] De administratieve uitgaven zijn gespreid over 2 begrotingsjaren, aangezien het protocol de periode juni 2011 – juni 2012 bestrijkt. De uitgaven voor personele middelen zijn pro rata berekend voor elk jaar. [20] Raming van de kosten voor controlebezoeken ter plaatse. [21] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. [22] Outputs zijn verstrekte producten en diensten (bijv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,…). [23] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…". [24] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. [25] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van programma's en/of acties van de Unie (vroegere "BA"-onderdelen), indirect onderzoek, direct onderzoek. [26] CA = arbeidscontractant; LA = plaatselijk functionaris (Local Agent); END = gedetacheerde nationale deskundige; INT = uitzendkrachten ("Intérimaire"); JED = jonge deskundige in delegatie. [27] Submaximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen). [28] Structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF). [29] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord. [30] Wat de traditionele eigen middelen betreft (douanerechten, suikerheffingen) zijn de aangegeven bedragen nettobedragen, dat wil zeggen de brutobedragen na aftrek van 25% invorderingskosten.