Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/003 DE/Arnsberg en Düsseldorf, automobielsector, Duitsland) /* COM/2011/0447 definitief - 2011/ () */
TOELICHTING Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing
aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een
jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro boven het maximum van de betrokken
rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld. De regels die van toepassing zijn op de bijdragen
uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds
voor aanpassing aan de globalisering[2]. Op 9 februari 2011 heeft Duitsland aanvraag
EGF/2011/003 DE/Arnsberg en Düsseldorf, automobielsector, voor een financiële
bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in vijf bedrijven
die vallen onder afdeling 29 van de NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van
auto's, aanhangwagens en opleggers")[3]
in de NUTS II-regio's Arnsberg (DEA5) en Düsseldorf (DEA1) in Duitsland
ingediend. Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht,
heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG)
nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële
bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan. SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG EN ANALYSE Belangrijkste gegevens: || EGF-referentienummer || EGF/2011/003 Lidstaat || Duitsland Artikel 2 || onder b) Betrokken ondernemingen || 5 NUTS II-regio's || Arnsberg (DEA5) Düsseldorf (DEA1) NACE Rev. 2-afdeling || 29 ("Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers") Referentieperiode || 1.3.2010 – 1.12.2010 Startdatum voor de individuele dienstverlening || 1.3.2010 Datum van de aanvraag || 9.2.2011 Ontslagen tijdens de referentieperiode || 778 Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || 778 Uitgaven voor individuele dienstverlening in euro's || 6 389 028 Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4] in euro's || 300 000 % van de uitgaven voor de implementatie van het EFG || 4,48 Totaal budget in euro's || 6 689 028 EFG-bijdrage in euro's (65%) || 4 347 868 1.
De aanvraag werd op 9 februari 2011 bij de
Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 28
april 2011 toegevoegd. 2.
De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor
steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening
(EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die
verordening genoemde termijn van tien weken. Verband tussen de ontslagen en de grote
structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de
globalisering of de financiële en economische wereldcrisis 3.
Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en
de financiële en economische wereldcrisis heeft Duitsland aangevoerd dat de
vraag naar nieuwe motorvoertuigen in de Europese Unie (EU) in 2009 als gevolg
van de economische en financiële crisis met 5,6% is gedaald in vergelijking met
2008 en met 13,3% in vergelijking met 2007, het jaar vóór de crisis[5]. De EU volgde deze wereldwijde neerwaartse
trend: de vraag naar nieuwe motorvoertuigen daalde met 5,6% in 2009 in
vergelijking met 2008. In reactie op deze daling van de vraag hebben de
producenten van motorvoertuigen hun productie zelfs nog drastischer
ingekrompen. In 2009 nam de productie van motorvoertuigen in de EU af met 17%
in vergelijking met 2008 en met 23% in vergelijking met 2007. Deze neerwaartse trend zette zich in 2010 voort.
De productie van motorvoertuigen in de EU lag tijdens de eerste drie kwartalen
van 2010 14% onder de productie tijdens dezelfde periode in 2008. Aangezien
Duitsland het grootste automobielproducerende land van de EU is, had de crisis
zware gevolgen voor de Duitse automobielindustrie. In 2009 daalde de productie
van motorvoertuigen in Duitsland met 13,8% in vergelijking met 2008 en met
16,1% in vergelijking met 2007. De leveranciers van de automobielindustrie
hadden hier zwaarder onder te lijden dan de hoofdproducenten. In 2009 daalde de
omzet van de automobielproducenten in Duitsland met 20% in vergelijking met
2008, terwijl de daling voor de leveranciers van deze producenten tijdens
dezelfde periode 26% bedroeg. Deze aanvraag betreft met name ontslagen bij de
leveranciers. Bewijsstukken voor het aantal ontslagen
en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b) 4.
De aanvraag werd door Duitsland ingediend in het
kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van
Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan in een lidstaat ten minste
vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van negen
maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 in een regio
of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling. 5.
In de aanvraag wordt melding gemaakt van 778
gedwongen ontslagen in vijf ondernemingen die vallen onder afdeling 29 van de
NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers")[6] in de NUTS II-regio's Arnsberg (DEA5) en
Düsseldorf (DEA1) tijdens de referentieperiode van negen maanden van 1 maart
2010 tot en met 1 december 2010. Al deze ontslagen werden in overeenstemming
met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr.
1927/2006 berekend. Het onvoorziene karakter van deze
ontslagen 6.
De Duitse autoriteiten argumenteren dat de
leveranciers een tijd door de automobielproducenten onder druk zijn gezet om
hun marges te beperken. De plotse en drastische crisisgerelateerde daling van
de vraag naar motorvoertuigen in 2009, die niet kon worden voorzien,
resulteerde in een aanzienlijke daling van de bezettingsgraad en de inkomsten
voor de leveranciers van de automobielsector. Als gevolg daarvan gingen heel
wat leveranciers failliet, terwijl anderen hun productiecapaciteit drastisch
moesten verminderen, met personeelsafvloeiingen tot gevolg. Drie ondernemingen
waarop de aanvraag betrekking heeft, gingen failliet, en de twee andere moesten
werknemers ontslaan om hun kosten te verminderen. De bedrijven waar de ontslagen vallen,
en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 7.
De aanvraag heeft betrekking op 778 gedwongen ontslagen
(waarbij voor alle werknemers steun wordt aangevraagd) in de volgende vijf
bedrijven: Bedrijven en aantal ontslagen Pampus Automotive GmbH & CO. KG, Arnsberg || 374 || Wiederholt GmbH, Arnsberg || 124 Continental Automotive GmbH Dortmund, Arnsberg || 45 || Tedrive Steering GmbH, Düsseldorf || 224 Leopold Kostal GmbH, Arnsberg || 11 || || Totaal aantal bedrijven: 5 || Totaal aantal ontslagen: 778 || 8.
Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt
aangevraagd: Categorie || Aantal || Percentage Mannen || 709 || 91,1 Vrouwen || 69 || 8,9 EU-burgers || 700 || 90,0 Niet-EU-burgers || 78 || 10,0 15-24 jaar || 19 || 2,4 25-54 jaar || 587 || 75,4 55-64 jaar || 172 || 22,1 Ouder dan 64 jaar || 0 || 0,0 9.
136 werknemers (17,5%) van de bovengenoemde
categorieën hebben een langdurig gezondheidsprobleem of handicap. 10.
Uitsplitsing per beroepscategorie: Categorie || Aantal || Percentage Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen || 17 || 2,2 Technici en lagere functies || 117 || 15,0 Administratieve functies || 35 || 4,5 Dienstverlenende en commerciële functies || 4 || 0,5 Ambachtsberoepen en verwante beroepen || 171 || 22,0 Bedieningspersoneel van installaties en machines en assembleurs || 346 || 44,5 Lagere beroepen || 88 || 11,3 11.
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr.
1927/2006 heeft Duitsland verklaard dat in de verschillende stadia van de
tenuitvoerlegging van het EFG, en met name bij de toegang ertoe, een beleid
inzake gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en
ook verder zal worden toegepast. Beschrijving van het betrokken gebied,
de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden 12.
Het in de eerste plaats door de ontslagen getroffen
gebied is de deelstaat Noordrijn‑Westfalen, en met name de
administratieve districten Arnsberg en Düsseldorf. De verantwoordelijke autoriteiten zijn het
ministerie van Arbeid, Integratie en Sociale Zaken van de deelstaat Noordrijn‑Westfalen,
het centrale bureau van de federale dienst voor arbeidsvoorziening, de
regionale directie van de federale dienst voor arbeidsvoorziening in Noordrijn‑Westfalen
en de diensten voor arbeidsvoorziening van Hamm en Wuppertal. Andere
belanghebbenden zijn onder meer IG Metall Unna, de curatoren van de
ondernemingen Tedrive Steering GmbH, Pampus Automotive GmbH & Co. KG en
Wiederholt GmbH, de ondernemingen Continental Automotive GmbH en Leopold Kostal
GmbH, en de re‑integratiebedrijven PEAG Personalentwicklungs- und
Arbeitsmarktagentur GmbH en Weitblick Personalpartner GmbH. Verwachte gevolgen van de ontslagen voor
de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid 13.
De Duitse autoriteiten stellen dat de financiële en
economische crisis op nationaal vlak zware gevolgen had voor de
automobielsector. In 2009 daalde de werkgelegenheid in de automobielsector met
3,5% en bij de leveranciers met 5% in vergelijking met 2008. 14.
Van de 778 ontslagen waarop deze aanvraag betrekking
heeft, vielen er 554 in het administratieve district Arnsberg en 224 in het
administratieve district Düsseldorf. Arnsberg is een regio met sterk
uitvoergerichte economische sectoren, zoals de automobiel- en de metaalsector
en de vervaardiging van machines, en werd bijgevolg zwaar getroffen door de
crisis. De werkgelegenheid in Arnsberg had bovendien reeds te lijden onder de
ontslagen bij Nokia in Bochum, waarvoor een bijdrage uit het EFG is toegekend
in het kader van aanvraag EGF/2009/002 DE/Nokia, en zal verder ook nog de
gevolgen ondervinden van de aangekondigde 1 200 ontslagen bij de vestiging
van General Motors Europe, eveneens in Bochum. De werkloosheid in het
administratieve district Düsseldorf ligt globaal genomen hoger dan het
gemiddelde voor Noordrijn‑Westfalen en Duitsland. 15.
In december 2009 bedroeg de werkloosheid zowel in
Düsseldorf als in Arnsberg 10,5%, tegen 9,6% in Noordrijn‑Westfalen en
8,7% in Duitsland. In december 2010 bedroeg de werkloosheid 10,0% in
Düsseldorf, 9,7% in Arnsberg, 9% in Noordrijn‑Westfalen en 8% in
Duitsland. Gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde
kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde
acties 16.
De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld;
samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met
het oog op de re-integratie van de werknemers in het arbeidsproces: –
Sollicitatietoelage: uitkering voor korte duur: deze maatregel is bedoeld om het levensonderhoud veilig te stellen van
werknemers die ervoor kiezen van de diensten van een re-integratiebedrijf
("Transfergesellschaft")[7]
gebruik te maken. In het geval van de EFG-aanvraag kan de uitkering voor korte
duur slechts worden toegekend voor perioden waarin de ontslagen werknemers
deelnemen aan actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen die in het kader van een
re‑integratiebedrijf worden uitgevoerd, waaronder maatregelen die op
eigen initiatief door de werknemer worden genomen. –
Opleidingscursussen die worden afgesloten met
kwalificaties: deze cursussen zijn bedoeld voor
ontslagen werknemers zonder erkende of met verouderde opleidingskwalificaties
en voor industriële werknemers. De cursussen omvatten intensieve
opleidingsmaatregelen die aan de huidige behoeften van de arbeidsmarkt zijn
aangepast en gebaseerd zijn op profilering, een eerste gesprek met de
werknemers en een verdere evaluatie van hun kwalificatiemogelijkheden. Deze
maatregel omvat individuele en groepskwalificaties op onder meer de volgende
gebieden: leercompetentie, Duitse taal, elementaire computervaardigheden, EU‑beroepschauffeur,
conducteur van passagiers- en goederentreinen, verpleging en bejaardenzorg,
gecomputeriseerde numerieke besturing (CNC), draaien en frezen, mechanica, pneumatiek
en hydrauliek. –
Intensieve begeleiding bij het opstarten van
bedrijven: deze maatregel behelst begeleiding en
ondersteuning, met inbegrip van voorlichting over bestaande regionale
steunmaatregelen, voor de planning, uitvoering en financiering van het
opstarten van een bedrijf, alsook het verstrekken van kennis over commerciële,
marketing- en verkoopaspecten. Ook individuele coaching behoort tot de
mogelijkheden, bijvoorbeeld ter voorbereiding van financieringsgesprekken, het
opstellen van een marketingstrategie of marktstudies. –
Workshops/peer groups:
deze maatregel is reeds met succes uitgevoerd in het kader van eerdere EFG‑steunverlening
aan Duitsland en bestaat uit specifieke coaching in kleine groepen. Door de
uitwisseling van ervaringen in kleine groepjes van werknemers met een
vergelijkbare beroepsachtergrond en gelijkaardige problemen op de arbeidsmarkt,
vinden positieve benaderingen ingang en wordt het zelfvertrouwen versterkt. De
peer groups zijn in het bijzonder bedoeld voor migranten en oudere werknemers
en werknemers met een handicap. Een nieuw thema dat aan bod zal komen, is
"Werkloosheid en gezondheid" om ontslagen werknemers te helpen door
preventieve actie greep te krijgen op persoonlijke crises. –
Begeleiding op de internationale en nationale
arbeidsmarkt: met deze maatregel wordt beoogd een
beperkt aantal werknemers voor te bereiden op het solliciteren naar een baan
buiten hun regio en zelfs buiten Duitsland. De maatregel omvat onder meer
voorlichting over de arbeidsvoorwaarden in het buitenland, bezoeken aan
handelsbeurzen, de organisatie van banenbeurzen, de vertaling van
getuigschriften, interculturele training en talencursussen. –
Activeringstoeslag: dit
is een stimuleringsmaatregel voor werknemers die een nieuwe baan aanvaarden
tegen een lager loon dan in hun vorige baan. De werknemer ontvangt een vast
bedrag wanneer het nieuwe loon minstens 10% lager is dan het vorige loon en een
deeltijdse of voltijdse arbeidsovereenkomst van onbeperkte duur of van minstens
een jaar betreft. –
Plaatsingsonderzoek:
arbeidsbemiddelaars werken samen met potentiële werkgevers en stellen op basis
van specifieke vacatures vast wie de meest geschikte kandidaten zijn en welke
verdere beroepsspecifieke opleidingsbehoeften er bestaan. Tot deze maatregel
behoort ook het bijhouden van databanken van werkgevers, die ter beschikking
staan van ontslagen werknemers om op eigen initiatief sollicitaties in te
dienen. –
Begeleiding en ondersteuning in een nieuwe baan
en bij werkloosheid: deze maatregel voorziet in
coaching door het re-integratiebedrijf tijdens de fase waarin de werknemers
zich aan een nieuwe baan moeten aanpassen. Het is de bedoeling het risico dat
de werknemer zijn baan opnieuw kwijt raakt tot een minimum te beperken, en de
nieuwe arbeidsmarktsituatie van de betrokken werknemer te stabiliseren. Ook
dient deze maatregel tot ondersteuning van arbeidskrachten die bij de
beëindiging van hun re-integratieperiode geen nieuw werk hebben gevonden. Om te
voorkomen dat de continuïteit van de bemiddelingsactiviteiten verloren gaat,
behouden zij dezelfde mentoren die hen bij het re-integratiebedrijf hebben
begeleid. Het re-integratiedossier, dat voor elke werknemer niet alleen de
belangrijkste arbeidsmarktgegevens bevat, maar ook de actieve
arbeidsmarktmaatregelen waarvan hij of zij heeft geprofiteerd, speelt een
belangrijke rol bij de advisering en ondersteuning in het geval dat de
werknemer bij de opheffing van het re-integratiebedrijf werkloos is. 17.
De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de
implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr.
1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en
controle, alsook voorlichting en publiciteit. 18.
De door de Duitse autoriteiten voorgestelde
individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond
van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in
aanmerking komen. De Duitse autoriteiten ramen de totale kosten van deze
dienstverlening op 6 389 028 euro en de uitgaven voor de
implementatie van het EFG op 300 000 euro (4,48% van het totale bedrag).
Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 4 347 868 euro (65% van
de totale kosten) gevraagd. Maatregelen || Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's) || Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's ) Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 ) Sollicitatietoelage: uitkering voor korte duur (Beihilfen für die Arbeitssuche: Transferkurzarbeitergeld) || 759 || 4 816 || 3 655 344 Opleidingscursussen die worden afgesloten met kwalificaties (Qualifizierungsmassnahmen) || 350 || 3 399 || 1 189 650 Intensieve begeleiding bij het opstarten van bedrijven (Vertiefte Existenzgründungsberatung) || 35 || 1 655 || 57 925 Workshops/peer groups || 75 || 1 185 || 88 875 Begeleiding op de internationale en nationale arbeidsmarkt (Internationale und nationale Arbeitsmarktberatung) || 40 || 757 || 30 280 Activeringstoeslag (Aktivierungszuschuss) || 150 || 2 395 || 359 250 Bemiddelingsonderzoek (Stellenresearch) || 428 || 703 || 300 884 Begeleiding en ondersteuning in een nieuwe baan en bij werkloosheid (Beratung und Betreuung bei Arbeitsaufnahme und bei Arbeitslosigkeit) || 599 || 1 180 || 706 820 Subtotaal individuele dienstverlening || || 6 389 028 Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006) Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG || || 300 000 Totale geraamde kosten || || 6 689 028 EFG-bijdrage (65% van de totale kosten) || || 4 347 868 19.
Duitsland bevestigt dat de hierboven beschreven
maatregelen complementair zijn met de maatregelen die door de structuurfondsen
worden gefinancierd, met name met door het ESF gecertificeerde
opleidingscursussen ten behoeve van de verwerving van kwalificaties die in het
kader van het federale programma ESF-BA worden aangeboden. De Duitse
autoriteiten hebben de nodige regelingen getroffen om elk risico van dubbele
financiering uit te sluiten. Datum/data waarop met individuele
dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is
daarmee te beginnen 20.
Op 1 maart 2010 maakte Duitsland ten behoeve van de
getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het
gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt
aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin
uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen. Wijze waarop de sociale partners zijn
geraadpleegd 21.
Het Duitse ministerie van Arbeid en Sociale Zaken
heeft de vertegenwoordigers van de werknemers en het management van de
betrokken ondernemingen geraadpleegd en hen de mogelijkheid geboden actief deel
te nemen aan de voorbereiding van het gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening Het idee voor een pakket actieve arbeidsmarktmaatregelen is
voorgelegd aan en besproken tijdens een ronde tafel met de werknemers en het
management, IG Metall, de verstrekkers van re‑integratiediensten, het
ministerie van Werkgelegenheid, Integratie en Sociale Zaken van Noordrijn‑Westfalen
en de federale dienst voor arbeidsvoorziening. Ook is in overleg met de
bevoegde regionale diensten voor arbeidsvoorziening nagegaan in hoeverre de
maatregelen relevant zijn voor de re‑integratie op de arbeidsmarkt. 22.
De Duitse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de
voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve
ontslagen is voldaan. Informatie over acties die volgens de
nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn 23.
In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening
(EG) nr. 1927/2006 hebben de Duitse autoriteiten in de aanvraag: · bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt
van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve
arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen
vallen; · aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan
individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te
herstructureren; · bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen
steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen. Beheers- en controlesystemen 24.
Duitsland heeft de Commissie meegedeeld dat de
financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die
de financiering van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Duitsland beheren en
controleren. Binnen het Duitse ministerie van Arbeid en Sociale Zaken
("Bundesministerium für Arbeit and Soziales") zal de "Gruppe
Europaïsche Fonds für Beschäftigung – Referat EF 3" fungeren als beheersautoriteit
en de "Organisationseinheit Prüfbehörde" als controleautoriteit. Financiering 25.
Op grond van de aanvraag van Duitsland bedraagt de
voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het
EFG) 4 347 868 euro (65% van de totale kosten). De Commissie
heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie
van Duitsland. 26.
Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen
uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr.
1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de
Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar
te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële
kader. 27.
Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage
laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor
toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven
bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006. 28.
Met haar voorstel om middelen uit het EFG
beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure
in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17
mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te
verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en
betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de
begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming
bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de
andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien
één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel
eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen. 29.
De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel
tot overschrijving om in de begroting voor 2011 specifieke vastleggings- en
betalingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006. Herkomst van de betalingskredieten 30.
Aangezien in de Gewijzigde Begroting nr. 2/2011 is
voorzien in een verhoging van het begrotingsonderdeel 04.0501 met
50 000 000 euro, zal dit begrotingsonderdeel worden gebruikt ter
dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 4 347 868
euro. Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD betreffende de beschikbaarstelling van
middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering
overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006
tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de
begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/003
DE/Arnsberg en Düsseldorf, automobielsector, Duitsland) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van
17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[8], en met name punt 28, Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een
Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[9], en met name artikel 12, lid 3, Gezien het voorstel van de Europese Commissie[10], Overwegende hetgeen volgt: (1) Het Europees fonds voor
aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen
aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering
veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om
hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt. (2) Het EFG staat sinds 1 mei
2009 ook open voor aanvragen om steun voor werknemers die worden ontslagen als
rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis. (3) Het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 staat uitgaven uit het EFG toe voor een
jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro. (4) Duitsland heeft op 9 februari
2011 een aanvraag ingediend om de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG
in verband met gedwongen ontslagen in vijf bedrijven die vallen onder afdeling
29 van NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers")
in de NUTS II-regio's Arnsberg (DEA5) en Düsseldorf (DEA1); aan de aanvraag
werd aanvullende informatie tot en met 28 april 2011 toegevoegd. Deze aanvraag
voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage overeenkomstig artikel
10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de Commissie voor om een
bedrag van 4 347 868 euro beschikbaar te stellen. (5) Er moeten derhalve middelen
uit het EFG beschikbaar worden gesteld om te voorzien in een financiële
bijdrage voor de door Duitsland ingediende aanvraag, HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT
VASTGESTELD: Artikel 1 Ten laste van de algemene begroting van de
Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 wordt een bedrag van 4 347 868
euro aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees
fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG). Artikel 2 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Gedaan te [Brussel/Straatsburg], Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [2] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [3] Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische
classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van
Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op
specifieke statistische gebieden (PB L 393
van 30.12.2006, blz. 1). [4] Overeenkomstig artikel 3, derde alinea, van Verordening
(EG) nr. 1927/2006. [5] De statistieken in dit hoofdstuk zijn afkomstig van de
Europese federatie van autoproducenten (ACEA). [6] Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische
classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van
Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op
specifieke statistische gebieden (PB L 393
van 30.12.2006, blz. 1). [7] Een "Transfergesellschaft" is een in het
Duitse recht voorzien instrument, dat kan worden opgericht bij
herstructureringen met daarmee gepaard gaande afvloeiingen. De
"Transfergesellschaft" maakt het mogelijk om ontslagen werknemers op
gestructureerde wijze voor te bereiden op een nieuwe baan door middel van
begeleiding en kwalificatie- en bemiddelingsactiviteiten. [8] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [9] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [10] PB C […] van […], blz.. […].