52011PC0239

/* COM/2011/0239 definitief - 2011/0103 (NLE) */ Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen; eninzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Aanvullende Overeenkomst tussen ten eerste de Europese Unie en haar lidstaten, ten tweede IJsland en ten derde het Koninkrijk Noorwegen met betrekking tot de toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen


TOELICHTING

1. Achtergrond van het voorstel |

Motivering en doel van het voorstel De Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Verenigde Staten van Amerika (VS) anderzijds, die op 25 en 30 april 2007 is ondertekend (de "EU-VS-luchtvervoersovereenkomst"), is op 30 maart 2008 van kracht geworden. In artikel 18, lid 5, van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst wordt bevestigd dat beide partijen dezelfde doelstelling hebben, namelijk "de voordelen voor consumenten, luchtvaartmaatschappijen, werknemers en gemeenschappen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan optimaliseren door deze Overeenkomst uit te breiden tot derde landen". In artikel 18, lid 5, van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst wordt het bij artikel 18, lid 1, van die overeenkomst opgericht Gemengd Comité verzocht "een voorstel uit [te] werken met betrekking tot de voorwaarden en procedures waaraan derde landen moeten voldoen om tot de Overeenkomst te kunnen toetreden". Noorwegen en IJsland hebben in 2007 om toetreding tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst verzocht. Overeenkomstig artikel 18, lid 5, van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst heeft het Gemengd Comité in zijn vergadering van 16 november 2010 een voorstel opgesteld voor de toetreding van IJsland en Noorwegen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst, bestaande uit een overeenkomst tussen de vier partijen en een Aanvullende overeenkomst betreffende de interne regelingen tussen de Unie, Noorwegen en IJsland. Aangezien Noorwegen en IJsland een integrerend deel zijn van de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte zorgen deze overeenkomsten voor een samenhangend regelgevingskader voor vluchten tussen de VS en de eengemaakte luchtvaartmarkt van de EU, inclusief IJsland en Noorwegen. Dit voorstel levert commerciële voordelen op voor de luchtvaartmaatschappijen en consumenten in de EU en zorgt met name voor samenhang tussen de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst en het gemeenschappelijk Scandinavisch luchtvervoersbeleid. Het voorstel garandeert ook dat het bilaterale karakter van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst behouden blijft. IJsland en Noorwegen zullen worden betrokken bij de onderhandelingen over een EU-VS-luchtvervoersovereenkomst van de tweede fase. |

Algemene context Door de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst zijn alle commerciële hinderpalen voor vluchten tussen punten in de EU en punten in de VS uit de weg geruimd. Bovendien heeft de VS zogenaamde rechten van de zevende vrijheid toegekend aan EU-luchtvaartmaatschappijen, waardoor deze vluchten kunnen exploiteren tussen de VS en niet-EU-landen van de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte (European Common Aviation Area, ECAA), zoals Noorwegen en IJsland. De ECAA heeft echter geen externe dimensie. De EU-luchtvaartmaatschappijen hebben momenteel dan ook niet het recht om vluchten te exploiteren tussen Noorwegen en IJsland enerzijds en derde landen anderzijds. Noorse en IJslandse luchtvaartmaatschappijen hebben momenteel ook niet het recht om vluchten tussen de EU en de VS te exploiteren. De EU-VS-luchtvervoersovereenkomst creëert uniforme markttoegangsvoorwaarden voor alle EU-luchtvaartmaatschappijen en voert nieuwe regelingen in voor regelgevende samenwerking tussen de Europese Unie en de VS op gebieden die van essentieel belang zijn voor de veilige en efficiënte exploitatie van trans-Atlantische luchtdiensten. Noorwegen en IJsland hebben het volledige acquis communautaire op het gebied van het luchtvaartbeleid overgenomen. Door deze twee landen op te nemen in de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst wordt dus gegarandeerd dat alle Europese luchtvaartmaatschappijen die het acquis communautaire toepassen, trans-Atlantische luchtdiensten kunnen exploiteren in een geharmoniseerd kader. De toetreding van IJsland en Noorwegen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst kan een precedent vormen voor de toetreding van deze twee landen tot andere EU-luchtvaartovereenkomsten (bijv. de Euromediterrane luchtvaartovereenkomst met Marokko). |

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Door de bepalingen van de Overeenkomst wordt het toepassingsgebied van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst uitgebreid tot Noorwegen en IJsland. De bepalingen van de Aanvullende Overeenkomst zijn gebaseerd op het besluit van de Raad van 25 april 2007 inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst (2007/339/EG). |

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie In de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst wordt expliciet als doel vermeld dat deze overeenkomst moet worden uitgebreid naar derde landen. De Overeenkomst zorgt voor het noodzakelijke verband tussen de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst en de Overeenkomst betreffende de totstandbrenging van een Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte. Ze zorgt niet voor een externe dimensie van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. Ze is in overeenstemming met het algemene beleid van de EU ten aanzien van IJsland en Noorwegen. |

2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten De toetreding van IJsland en Noorwegen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst is besproken in verscheidene vergaderingen van het krachtens de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst opgericht Gemengd Comité en in informele technische vergaderingen met de lidstaten. Al deze vergaderingen zijn voorbereid tijdens bijeenkomsten van het overlegforum van de luchtvaartsector met vertegenwoordigers van luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en werknemersorganisaties. |

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden De toetreding van IJsland en Noorwegen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst is besproken in vier vergaderingen van het overlegforum van de luchtvaartsector, waar alle elementen van deze benadering in detail zijn besproken. Tijdens de voorbereiding van het EU-standpunt voor het overlegforum van 16 november 2010 is rekening gehouden met alle opmerkingen van lidstaten en belanghebbenden. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

Effectbeoordeling De Overeenkomst zorgt voor een uitbreiding van het toepassingsgebied van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst met IJsland en Noorwegen. Hierdoor kunnen luchtvaartmaatschappijen uit de EU gebruik maken van het recht dat hen op 30 maart 2008 door de VS is verleend om passagiersvluchten te exploiteren tussen de VS en IJsland of Noorwegen. |

3. Juridische elementen van het voorstel |

Samenvatting van de voorgestelde maatregel Het voorstel bestaat uit twee delen: - Door de Overeenkomst wordt het toepassingsgebied van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst uitgebreid tot de vier partijen. - De Aanvullende Overeenkomst garandeert dat het bilaterale karakter van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst blijft behouden. Noorwegen en IJsland worden in het Gemengd Comité vertegenwoordigd door de Commissie, met betrekking tot alle gebieden die niet onder de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten vallen. Er worden regels opgesteld voor de uitwisseling van informatie, de deelname aan onderhandelingen van de tweede fase en de vertegenwoordiging in arbitrageprocedures. |

Rechtsgrondslag Artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 6, eerste alinea. |

Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen. |

De doelstellingen van het voorstel kunnen niet in voldoende mate door de lidstaten worden bereikt om de volgende reden: |

De EU-VS-luchtvervoersovereenkomst voorziet in nieuwe regelingen op EU-niveau voor de uitvoering van trans-Atlantische luchtdiensten, die in de plaats zullen komen van de bestaande door de afzonderlijke lidstaten gemaakte afspraken. De toetreding van derde landen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst kan alleen op EU-niveau worden verwezenlijkt. |

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: |

Het voorstel heeft geen invloed op het regelgevingskader binnen de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte. Het voorstel heeft geen wijzigingen van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst tot gevolg. Het enige doel van het voorstel is de samenhang te garanderen tussen de gemeenschappelijke luchtvaartmarkt in Europa en het bij de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst tot stand gebrachte regelgevingskader voor trans-Atlantische vluchten. Het voorstel brengt geen nieuwe verplichtingen voor EU-luchtvaartautoriteiten of voor het EU-bedrijfsleven met zich mee. Het creëert nieuwe rechten voor EU-luchtvaartmaatschappijen en zorgt voor volledige samenhang tussen de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst en het gemeenschappelijk Scandinavisch luchtvervoersbeleid. Keuze van instrumenten |

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn: De Overeenkomst tussen de vier partijen en de Aanvullende Overeenkomst zijn de meest efficiënte instrumenten om ervoor te zorgen dat de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst integraal wordt uitgebreid tot IJsland en Noorwegen en om te garanderen dat het bilaterale karakter van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst blijft behouden. Een multilaterale overeenkomst ter vervanging van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst zou tot gevolg hebben dat de EU slechts één speler is in een overeenkomst tussen vier partijen, terwijl de voorgestelde overeenkomsten ervoor zorgen dat de bilaterale relatie tussen de VS enerzijds en Europa anderzijds blijft behouden. Parallelle bilaterale overeenkomsten tussen (1) IJsland en de VS, (2) Noorwegen en de VS, (3) IJsland en de Europese Unie en (4) Noorwegen en de Europese Unie zouden voor nodeloze complexiteit zorgen en zouden geen volledige samenhang met het regelgevingskader voor trans-Atlantische vluchten garanderen. |

4. Gevolgen voor de begroting |

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie. |

2011/0103 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen; en inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Aanvullende Overeenkomst tussen ten eerste de Europese Unie en haar lidstaten, ten tweede IJsland en ten derde het Koninkrijk Noorwegen met betrekking tot de toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

1. De overeenkomst inzake luchtvervoer die op 25 en 30 april 2007 door de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en de Verenigde Staten van Amerika is ondertekend (hierna "de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst"), zoals gewijzigd bij het protocol tot wijziging van de overeenkomst inzake luchtvervoer dat op 24 juni 2010 door de Europese Unie en haar lidstaten en de Verenigde Staten van Amerika is ondertekend (hierna "het protocol" genoemd), voorziet uitdrukkelijk in de toetreding van derde landen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst.

2. Overeenkomstig artikel 18, lid 5, van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, heeft het bij die overeenkomst opgerichte Gemengd Comité een voorstel opgesteld voor de toetreding van IJsland en het Koninkrijk Noorwegen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst.

3. Op 16 november 2010 heeft het Gemengd Comité een voorstel gedaan voor een luchtvervoersovereenkomst tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen (hierna "de Overeenkomst" genoemd).

4. De Commissie heeft onderhandelingen gevoerd over een Aanvullende Overeenkomst tussen ten eerste de Europese Unie en haar lidstaten, ten tweede IJsland en ten derde het Koninkrijk Noorwegen met betrekking tot de toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen (hierna "de Aanvullende Overeenkomst" genoemd).

5. De Overeenkomst en de Aanvullende Overeenkomst moeten worden ondertekend en voorlopig worden toegepast, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn voor het ondertekenen van de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen, en de Aanvullende Overeenkomst tussen ten eerste de Europese Unie en haar lidstaten, ten tweede IJsland en ten derde het Koninkrijk Noorwegen met betrekking tot de toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen.

Artikel 2

De tekst van de Overeenkomst en de Aanvullende Overeenkomst zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 3

In afwachting van de inwerkingtreding van de Overeenkomst en de Aanvullende Overeenkomst worden ze voorlopig toegepast vanaf de datum waarop ze zijn ondertekend.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt aangenomen. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te ,

Voor de Raad

De voorzitter

[…]

AANHANGSEL 1

OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOER

DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA (hierna "de Verenigde Staten" genoemd),

ten eerste;

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE REPUBLIEK BULGARIJE,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

DE REPUBLIEK FINLAND,

DE FRANSE REPUBLIEK,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

ROEMENIË,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en lidstaten van de Europese Unie (hierna de "lidstaten" genoemd),

en

DE EUROPESE UNIE,

ten tweede;

IJSLAND,

ten derde; en

HET KONINKRIJK NOORWEGEN (hierna "Noorwegen" genoemd),

ten vierde;

WENSENDE een internationaal luchtvaartstelsel te bevorderen dat gegrondvest is op mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen met een minimum aan overheidsbemoeienis en -regulering;

WENSENDE de uitbreiding van de mogelijkheden voor het internationaal luchtvervoer te bevorderen, met name door ontwikkeling van luchtvervoersnetten, om aan de behoeften van reizigers en vervoerders aan geschikte luchtvervoersdiensten te voldoen;

WENSENDE het de luchtvaartmaatschappijen mogelijk te maken om reizigers en vervoerders concurrerende prijzen en diensten aan te bieden op open markten;

WENSENDE alle sectoren van de luchtvervoersindustrie, met inbegrip van het personeel van de luchtvaartmaatschappijen, het voordeel te geven van een geliberaliseerde overeenkomst;

WENSENDE de hoogste mate van veiligheid en beveiliging in het internationaal luchtvervoer te verzekeren, en hun ernstige bezorgdheid herbevestigend over tegen de veiligheid van vliegtuigen gerichte daden of bedreigingen die de veiligheid van personen of eigendommen in gevaar brengen, de exploitatie van luchtvervoer nadelig beïnvloeden, en het vertrouwen van het publiek in de veiligheid van de burgerluchtvaart ondermijnen;

NOTA NEMENDE van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, voor ondertekening opengesteld te Chicago op 7 december 1944;

ERKENNENDE dat overheidssubsidies de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen nadelig kunnen beïnvloeden en de fundamentele doelstellingen van deze Overeenkomst in gevaar kunnen brengen;

Het belang BEVESTIGENDE van bescherming van het milieu bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van internationaal luchtvaartbeleid;

NOTA NEMENDE van het belang van bescherming van de consument, met inbegrip van de bescherming die wordt verleend door het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, gesloten te Montreal op 28 mei 1999;

VOORNEMENS ZIJNDE voort te bouwen op het kader van bestaande overeenkomsten met als doel de toegang tot markten te openen en de voordelen voor consumenten, luchtvaartmaatschappijen, werknemers en gemeenschappen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan zo groot mogelijk te maken;

Het belang ERKENNENDE van een betere toegang van hun luchtvaartmaatschappijen tot de mondiale kapitaalmarkten teneinde het concurrentievermogen te versterken en de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst te bevorderen;

VOORNEMENS ZIJNDE een wereldwijd precedent te scheppen ter bevordering van de voordelen van liberalisering in deze cruciale economische sector;

ERKENNENDE DAT de Europese Unie de Europese Gemeenschap heeft vervangen en opgevolgd als gevolg van de inwerkingtreding, op 1 december 2009, van het Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en dat vanaf die datum alle rechten en plichten van en verwijzingen naar de Europese Gemeenschap in de overeenkomst inzake luchtvervoer die op 25 en 30 april 2007 door de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en de Verenigde Staten van Amerika is ondertekend, van toepassing zijn op de Europese Unie,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definitie

Onder "Partij" worden verstaan: de Verenigde Staten, de Europese Unie en haar lidstaten, IJsland of Noorwegen.

ARTIKEL 2

Toepassing van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol

en de bijlage bij deze overeenkomst

De bepalingen van de overeenkomst inzake luchtvervoer die op 25 en 30 april 2007 door de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en de Verenigde Staten van Amerika is ondertekend (hierna "de luchtvervoersovereenkomst"), zoals gewijzigd bij het protocol tot wijziging van de overeenkomst inzake luchtvervoer dat op 24 juni 2010 door de Europese Unie en haar lidstaten en de Verenigde Staten van Amerika is ondertekend (hierna "het protocol" genoemd), is van toepassing op alle partijen bij deze overeenkomst, onverminderd de bijlage bij deze overeenkomst. De bepalingen van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, zijn van toepassing op IJsland en Noorwegen als waren zij lidstaten van de Europese Unie, zodat IJsland en Noorwegen alle rechten genieten die uit hoofde van die overeenkomst aan de lidstaten van de Europese Unie worden toegekend. De bepalingen van de bijlagen bij deze overeenkomst vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

ARTIKEL 3

Beëindiging

1. De Verenigde Staten of de Europese Unie en haar lidstaten mogen op elk ogenblik de andere drie partijen via diplomatieke kanalen schriftelijk in kennis stellen van hun besluit om deze overeenkomst te beëindigen of om de bij artikel 5 vastgestelde voorlopige toepassing van deze overeenkomst te beëindigen.

Deze kennisgeving moet tegelijk ook naar de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) worden verzonden. Deze overeenkomst of de voorlopige toepassing ervan wordt beëindigd om middernacht GMT aan het einde van het verkeersseizoen van de Internationale vereniging voor het luchtvervoer (IATA), een jaar na de datum van schriftelijke kennisgeving van de beëindiging, tenzij de kennisgeving in onderlinge overeenstemming tussen alle partijen wordt ingetrokken voordat deze termijn is verstreken.

2. Zowel IJsland als Noorwegen mogen op elk ogenblik de andere partijen via diplomatieke kanalen schriftelijk in kennis stellen van hun besluit om deze overeenkomst te beëindigen of om de bij artikel 5 vastgestelde voorlopige toepassing van deze overeenkomst te beëindigen. Deze kennisgeving moet tegelijk ook naar de ICAO worden verzonden. Deze beëindiging van de overeenkomst of van de voorlopige toepassing van de overeenkomst treedt in werking om middernacht GMT aan het einde van het IATA-verkeersseizoen, een jaar na de datum van schriftelijke kennisgeving, tenzij de kennisgeving in onderlinge overeenstemming tussen de partij die de schriftelijke kennisgeving heeft verricht en de Europese Unie en haar lidstaten wordt ingetrokken voordat deze termijn is verstreken.

3. De Verenigde Staten of de Europese Unie en haar lidstaten mogen op elk ogenblik IJsland of Noorwegen via diplomatieke kanalen schriftelijk in kennis stellen van hun besluit om deze overeenkomst te beëindigen of om de bij artikel 5 vastgestelde voorlopige toepassing van deze overeenkomst te beëindigen ten aanzien van IJsland of Noorwegen. Deze kennisgeving moet tegelijk ook naar de andere twee partijen bij deze overeenkomst en naar de ICAO worden verzonden. Wat IJsland en Noorwegen betreft, treedt de beëindiging van de overeenkomst of van de voorlopige toepassing van de overeenkomst in werking om middernacht GMT aan het einde van het IATA-verkeersseizoen, een jaar na de datum van schriftelijke kennisgeving, tenzij de kennisgeving in onderlinge overeenstemming tussen de Verenigde Staten, de Europese Unie en haar lidstaten en de partij die de kennisgeving ontvangt, wordt ingetrokken voordat deze termijn is verstreken.

4. De in dit artikel bedoelde diplomatieke nota’s aan of van de Europese Unie en haar lidstaten worden, naar gelang van het geval, afgegeven aan of door de Europese Unie.

5. Onverminderd andere bepalingen van dit artikel, wordt deze overeenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, beëindigd wanneer de luchtvervoersovereenkomst wordt beëindigd.

ARTIKEL 4

Registratie bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO)

Deze overeenkomst en alle wijzigingen daarvan worden door het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie geregistreerd bij de ICAO.

ARTIKEL 5

Voorlopige toepassing

De partijen zijn overeengekomen deze overeenkomst vanaf de datum van ondertekening voorlopig toe te passen, in afwachting van de inwerkingtreding ervan, voor zover dit is toegestaan uit hoofde van de toepasselijke nationale wetgeving. Indien de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, wordt beëindigd overeenkomstig artikel 23, of indien de voorlopige toepassing ervan wordt beëindigd overeenkomstig artikel 25 van die overeenkomst, of indien de voorlopige toepassing van het protocol wordt beëindigd overeenkomstig artikel 9 van het protocol, wordt de voorlopige toepassing van deze overeenkomst gelijktijdig beëindigd.

ARTIKEL 6

Inwerkingtreding

Deze overeenkomst wordt van kracht op de laatste van de hierna genoemde data:

1. de datum van inwerkingtreding van de luchtvervoersovereenkomst,

2. de datum van inwerkingtreding van het protocol, of

3. één maand na de datum van de laatste nota in een uitwisseling van diplomatieke nota’s tussen de Partijen, waarin wordt bevestigd dat alle voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst noodzakelijke procedures zijn voltooid.

De in dit artikel bedoelde diplomatieke nota’s aan of van de Europese Unie en haar lidstaten worden, naar gelang van het geval, afgegeven aan of door de Europese Unie. De diplomatieke nota of nota's van de Europese Unie en haar lidstaten bevatten mededelingen van elke lidstaat waarin wordt bevestigd dat de voor inwerkingtreding van deze overeenkomst vereiste procedures zijn voltooid.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te ............., in viervoud, op ……2011.

VOOR DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

VOOR HET KONINKRIJK BELGIË

VOOR DE REPUBLIEK BULGARIJE:

VOOR DE REPUBLIEK CYPRUS

VOOR HET KONINKRIJK DENEMARKEN

VOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND

VOOR DE REPUBLIEK ESTLAND

VOOR DE FRANSE REPUBLIEK

VOOR DE REPUBLIEK FINLAND

VOOR DE HELLEENSE REPUBLIEK

VOOR DE REPUBLIEK HONGARIJE

VOOR IERLAND

VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK

VOOR DE REPUBLIEK LETLAND

VOOR DE REPUBLIEK LITOUWEN

VOOR HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG

VOOR DE REPUBLIEK MALTA

VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

VOOR DE REPUBLIEK OOSTENRIJK

VOOR DE REPUBLIEK POLEN

VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK

VOOR ROEMENIË

VOOR DE REPUBLIEK SLOVENIË

VOOR DE SLOWAAKSE REPUBLIEK

VOOR HET KONKRIJK SPANJE

VOOR DE TSJECHISCHE REPUBLIEK

VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD IERLAND

VOOR HET KONINKRIJK ZWEDEN

VOOR DE EUROPESE UNIE

VOOR IJSLAND

Voor het Koninkrijk Noorwegen

BIJLAGE

Specifieke bepalingen met betrekking tot IJsland en Noorwegen

De bepalingen van de luchtvervoersovereenkomst, als gewijzigd bij het protocol en als volgt gewijzigd, zijn van toepassing op alle partijen bij deze overeenkomst. De bepalingen van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, zijn van toepassing op IJsland en Noorwegen als waren zij lidstaten van de Europese Unie, zodat IJsland en Noorwegen alle rechten genieten die uit hoofde van die overeenkomst aan de lidstaten van de Europese Unie worden toegekend.

1. Artikel 1, lid 9, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, wordt gewijzigd in:

"Grondgebied", voor de Verenigde Staten de landgebieden (vasteland en eilanden), binnenwateren en binnenzeeën onder hun soevereiniteit of rechtsbevoegdheid, en voor de Europese Unie en haar lidstaten de landgebieden (vasteland en eilanden), binnenwateren en territoriale wateren waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Ruimte wordt toegepast onder de voorwaarden die in dat verdrag en ieder opvolgingsinstrument zijn neergelegd, met uitzondering van de landgebieden en binnenwateren onder bevoegdheid of jurisdictie van het Vorstendom Liechtenstein; de toepassing van deze overeenkomst op de luchthaven van Gibraltar doet geen afbreuk aan de respectieve rechtsopvattingen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk betreffende het geschil inzake de soevereiniteit over het grondgebied waarop de luchthaven is gelegen, noch aan het handhaven van de opschorting van de toepassing op de luchthaven van Gibraltar van de maatregelen van de Europese Unie inzake de luchtvaart, die sinds 18 september 2006 tussen de lidstaten van kracht zijn, overeenkomstig de ministeriële verklaring betreffende de luchthaven van Gibraltar, die op 18 september 2006 te Cordoba is aangenomen; en

2. De artikelen 23 tot en met 26 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, zijn niet van toepassing op IJsland en Noorwegen.

3. De artikelen 9 en 10 van het protocol zijn niet van toepassing op IJsland en Noorwegen.

4. Aan bijlage 1, deel 1, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, wordt het volgende toegevoegd:

w. IJsland: luchtvervoersovereenkomst, ondertekend te Washington op 14 juni 1995; gewijzigd bij een uitwisseling van nota’s op 1 maart 2002; gewijzigd bij een uitwisseling van nota’s op 14 augustus 2006 en 9 maart 2007.

x. het Koninkrijk Noorwegen: overeenkomst met betrekking tot luchtvervoersdiensten, tot stand gebracht door uitwisseling van nota’s te Washington op 6 oktober 1945; gewijzigd bij een uitwisseling van nota’s op 6 augustus 1954; gewijzigd bij een uitwisseling van nota’s op 16 juni 1995.

5. Bijlage 1, deel 2, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, wordt gewijzigd in:

Niettegenstaande deel 1 van deze bijlage blijven voor de gebieden die niet onder de definitie van "grondgebied" in artikel 1 van deze overeenkomst vallen, de onder e) (Denemarken-Verenigde Staten), g) (Frankrijk-Verenigde Staten), v) (Verenigd Koninkrijk-Verenigde Staten) en x) (Noorwegen-Verenigde Staten) van genoemd deel vermelde overeenkomsten van toepassing, onder de daarin neergelegde voorwaarden.

6. Bijlage 1, deel 3, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, wordt gewijzigd in:

Niettegenstaande artikel 3 van deze overeenkomst hebben Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen niet het recht om naar of vanuit punten in de lidstaten vrachtdiensten te verzorgen die geen deel uitmaken van een de Verenigde Staten bestrijkende dienst, behalve naar of vanuit punten in de Tsjechische Republiek, de Franse Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Slowaakse Republiek, IJsland en het Koninkrijk Noorwegen.

7. Aan bijlage 2, artikel 3, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, wordt de volgende zin toegevoegd:

Voor IJsland en Noorwegen omvat dit onder meer, maar niet uitsluitend, de artikelen 53, 54 en 55 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en de EU-verordeningen ter uitvoering van de artikelen 101, 102 en 105 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zoals opgenomen in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en alle wijzigingen daarvan.

8. Artikel 21, lid 4, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, is van toepassing op IJsland en Noorwegen voor zover de relevante wetten en regels van de Europese Unie zijn opgenomen in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, overeenkomstig eventuele aanpassingen die daarbij zijn gestipuleerd.

Gezamenlijke verklaring

Vertegenwoordigers van de Verenigde Staten van Amerika, de Europese Unie en haar lidstaten, IJsland en het Koninkrijk Noorwegen hebben bevestigd dat de tekst van de luchtvervoersovereenkomst tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen ("de Overeenkomst") authentiek moet worden verklaard in andere talen, ofwel vóór de ondertekening van de Overeenkomst door uitwisseling van brieven tussen de Verenigde Staten van Amerika, de Europese Commissie namens de Europese Unie en haar lidstaten, IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, ofwel na de ondertekening van de Overeenkomst door een besluit van het Gemengd Comité.

Deze gezamenlijke verklaring vormt een integrerend deel van de Overeenkomst.

Voor de Verenigde Staten van Amerika: | Voor de Europese Unie en haar lidstaten: |

XXX | XXX |

Voor IJsland: | Voor het Koninkrijk Noorwegen: |

XXX | XXX |

AANHANGSEL 2

AANVULLENDE OVEREENKOMST

TUSSEN de Europese Unie en haar lidstaten,ten EERSTE,

IJSLAND, TEN TWEEDE,

EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN, TEN DERDE,

inzake de toepassing van de OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOERTUSSENDE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA, TEN EERSTE, DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, TEN TWEEDE,IJSLAND, ten DERDE,

EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN, TEN VIERDE,

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE REPUBLIEK BULGARIJE,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

DE REPUBLIEK FINLAND,

DE FRANSE REPUBLIEK,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

ROEMENIË,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en lidstaten van de Europese Unie (hierna de "lidstaten" genoemd),

en

DE EUROPESE UNIE,

ten eerste;

IJSLAND,

ten tweede;

en

HET KONINKRIJK NOORWEGEN (hierna "Noorwegen" genoemd),

ten derde;

EROP WIJZENDE DAT de Europese Commissie namens de Europese Unie en de lidstaten heeft onderhandeld over een overeenkomst inzake luchtvervoer met de Verenigde Staten van Amerika, overeenkomstig het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om onderhandelingen te openen,

EROP WIJZENDE DAT de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten (hierna "de luchtvervoersovereenkomst" genoemd) op 2 maart 2007 is geparafeerd, op 25 april 2007 te Brussel en op 30 april 2007 te Washington D.C. is ondertekend en voorlopig wordt toegepast sinds 30 maart 2008,

EROP WIJZENDE DAT de luchtvervoersovereenkomst is gewijzigd bij het protocol tot wijziging van de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie en haar lidstaten (hierna "het protocol" genoemd), dat op 2 maart 2010 is geparafeerd en op 24 juni 2010 te Luxemburg is ondertekend,

EROP WIJZENDE DAT IJsland en Noorwegen, die via de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte volledig zijn geïntegreerd in de eengemaakte Europese luchtvaartmarkt, zijn toegetreden tot de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, via een overeenkomst tussen ten eerste de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde het Koninkrijk Noorwegen (hierna "de Overeenkomst" genoemd), die op dezelfde datum is ondertekend en waarin de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, is opgenomen.

ERKENNENDE DAT procedures moeten worden vastgesteld volgens dewelke, indien van toepassing, wordt beslist hoe maatregelen uit hoofde van artikel 21, lid 5, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, moeten worden genomen.

ERKENNENDE DAT het bovendien noodzakelijk is om procedurele regelingen vast te stellen voor de deelname van IJsland en Noorwegen aan het bij artikel 18 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, opgericht Gemengd Comité en aan de bij artikel 19 van het de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, voorziene arbitrageprocedures. Deze procedurele regelingen moeten zorgen voor samenwerking, doorstroming van informatie en overleg voorafgaand aan de vergaderingen van het Gemengd Comité, en voor de tenuitvoerlegging van bepaalde bepalingen van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, waaronder deze inzake beveiliging, veiligheid, het verlenen en intrekken van verkeersrechten en overheidssteun,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

ARTIKEL 1

Kennisgeving

Indien de Europese Unie en haar lidstaten beslissen om de Overeenkomst te beëindigen overeenkomstig artikel 3 van de Overeenkomst of om de voorlopige toepassing ervan stop te zetten of om kennisgevingen daartoe in te trekken, moet de Commissie, alvorens de Verenigde Staten van Amerika via diplomatieke kanalen daarvan in kennis te stellen, onmiddellijk IJsland en Noorwegen daarvan in kennis stellen. Omgekeerd moeten ook IJsland en/of Noorwegen de Commissie onmiddellijk in kennis stellen van dergelijke beslissingen.

ARTIKEL 2

Opschorting van verkeersrechten

Een besluit waarbij luchtvaartmaatschappijen van de andere partij geen toestemming krijgen om extra frequenties te exploiteren of nieuwe markten aan te boren in het kader van de Overeenkomst en waarbij de Verenigde Staten van Amerika daarvan in kennis worden gesteld, of de opheffing van een dergelijk besluit, overeenkomstig artikel 21, lid 5, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, wordt met eenparigheid van stemmen en overeenkomstig de relevante bepalingen van het Verdrag genomen door de Raad, namens de Unie en de lidstaten, en door IJsland en Noorwegen. Vervolgens stelt de voorzitter van de Raad de Verenigde Staten van Amerika in kennis van een dergelijk besluit namens de Europese Unie en de lidstaten, IJsland en Noorwegen.

ARTIKEL 3

Gemengd Comité

1. De Europese Unie, de lidstaten, IJsland en Noorwegen worden in het bij artikel 18 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, opgerichte Gemengd Comité vertegenwoordigd door vertegenwoordigers van de Commissie, de lidstaten, IJsland en Noorwegen.

2. Het standpunt van de Europese Unie, de lidstaten, IJsland en Noorwegen in het Gemengd Comité wordt vertolkt door de Commissie, behalve op gebieden die onder de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten vallen; in dat geval wordt het standpunt vertolkt door het voorzitterschap van de Raad of door de Commissie, IJsland en Noorwegen.

3. Het door IJsland en Noorwegen in het Gemengd Comité in te nemen standpunt in zaken die onder de artikelen 14 en 20 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, vallen of in zaken die geen besluit met juridische gevolgen vereisen, wordt vastgesteld door IJsland en Noorwegen, in overleg met de Commissie.

4. Met betrekking tot andere beslissingen van het Gemengd Comité over zaken waarop verordeningen en richtlijnen van toepassing zijn die in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn opgenomen, wordt het standpunt van de Europese Unie, de lidstaten, IJsland en Noorwegen vastgesteld door de Commissie, in overleg met en IJsland en Noorwegen.

5. Met betrekking tot andere beslissingen van het Gemengd Comité over zaken waarop geen verordeningen en richtlijnen van toepassing zijn die in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn opgenomen, wordt het standpunt van IJsland en Noorwegen vastgesteld door IJsland en Noorwegen, in overleg met de Commissie.

6. De Commissie neemt passende maatregelen om te garanderen dat IJsland en Noorwegen volwaardig kunnen deelnemen aan coördinatie-, overleg- of beleidvormingsvergaderingen met de lidstaten en dat IJsland en Noorwegen, ter voorbereiding op vergaderingen van het Gemengd Comité, toegang krijgen tot de relevante informatie.

ARTIKEL 4

Arbitrage

1. Bij de arbitrageprocedure in het kader van artikel 19 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, worden de Europese Unie, de lidstaten, IJsland en Noorwegen vertegenwoordigd door de Commissie.

2. Indien nodig neemt de Commissie maatregelen om te garanderen dat IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de voorbereiding en coördinatie van de arbitrageprocedures.

3. Als de Raad beslist voordelen uit hoofde van artikel 19, lid 7, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, op te schorten, worden IJsland en Noorwegen in kennis gesteld van deze beslissing. Omgekeerd stellen ook IJsland en/of Noorwegen de Commissie in kennis van dergelijke beslissingen.

4. Iedere andere krachtens artikel 19 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, te nemen maatregel inzake aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de EU vallen, wordt genomen door de Commissie, met de hulp van een Speciaal Comité van door de Raad benoemde vertegenwoordigers van de lidstaten en van vertegenwoordigers van IJsland en Noorwegen.

ARTIKEL 5

Uitwisseling van informatie

1. IJsland en Noorwegen stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van elk besluit tot weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen van een luchtvaartmaatschappij van de Verenigde Staten van Amerika dat zij krachtens artikel 4 of 5 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, hebben genomen. Omgekeerd stelt de Commissie IJsland en Noorwegen onmiddellijk in kennis van dergelijke besluiten van de lidstaten.

2. IJsland en Noorwegen stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van verzoeken of kennisgevingen die zij uit hoofde van artikel 8 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, hebben gedaan of ontvangen. Omgekeerd stelt de kennisgevingen IJsland en Noorwegen onmiddellijk in kennis van dergelijke verzoeken of aanmeldingen die zijn gedaan of ontvangen door lidstaten.

3. IJsland en Noorwegen stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van verzoeken of kennisgevingen die zij uit hoofde van artikel 9 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, hebben gedaan of ontvangen. Omgekeerd stelt de kennisgevingen IJsland en Noorwegen onmiddellijk in kennis van dergelijke verzoeken of aanmeldingen die zijn gedaan of ontvangen door lidstaten.

ARTIKEL 6

Overheidssubsidies en -steun

1. Indien IJsland of Noorwegen van mening zijn dat een subsidie of steunmaatregel die door een overheidsinstantie op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika wordt verstrekt of overwogen, de in artikel 14, lid 2, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, vermelde nadelige gevolgen voor de mededinging zal hebben, vestigen zij de aandacht van de Commissie op deze kwestie. Indien een lidstaat de Commissie op een soortgelijke kwestie heeft gewezen, brengt de Commissie deze kwestie onder de aandacht van IJsland en Noorwegen.

2. De Commissie, IJsland en Noorwegen mogen contact opnemen met de betreffende instantie of vragen om een vergadering van het Gemengd Comité dat is opgericht bij artikel 18 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol.

3. De Commissie, IJsland en Noorwegen brengen elkaar onmiddellijk op de hoogte wanneer de Verenigde Staten van Amerika uit hoofde van artikel 14, lid 3, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, contact met hen opnemen.

ARTIKEL 7

Beëindiging

1. Elke partij mag op om het even welk ogenblik de andere partij schriftelijk via diplomatieke kanalen in kennis stellen van haar beslissing deze Aanvullende Overeenkomst of de voorlopige toepassing daarvan te beëindigen. Deze Aanvullende Overeenkomst of de voorlopige toepassing daarvan wordt beëindigd op middernacht GMT, zes maanden na de dag van de schriftelijke kennisgeving van de beëindiging van de aanvullende Overeenkomst of van de voorlopige toepassing ervan, tenzij de partijen overeenkomen de kennisgeving vóór het einde van deze periode in te trekken.

2. Onverminderd andere bepalingen van dit artikel wordt de Aanvullende Overeenkomst of de voorlopige toepassing ervan beëindigd wanneer de Overeenkomst of de voorlopige toepassing ervan wordt beëindigd.

ARTIKEL 8

Voorlopige toepassing

In afwachting van de inwerkingtreding overeenkomstig artikel 9 komen de partijen overeenkomstig hun nationale wetgeving overeen om deze Aanvullende Overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de datum van de ondertekening van deze Aanvullende Overeenkomst of vanaf de in artikel 5 van de Overeenkomst gespecificeerde datum van voorlopige toepassing, indien dit later is.

ARTIKEL 9

Inwerkingtreding

Deze Aanvullende Overeenkomst treedt in werking, ofwel (a) een maand na de datum van de laatste nota in de uitwisseling van diplomatieke nota's tussen de partijen, waarbij zij bevestigen dat alle nodige procedures voor de inwerkingtreding van deze Aanvullende Overeenkomst zijn voltooid, ofwel (b) op de datum van inwerkingtreding of voorlopige toepassing van de Overeenkomst.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Aanvullende Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te …. in drievoud, op ……. 2011 in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Ierse, IJslandse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Noorse, Poolse, Portugese, Roemeense, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische en Zweedse taal, waarbij alle teksten authentiek zijn.

VOOR HET KONINKRIJK BELGIË

VOOR DE REPUBLIEK BULGARIJE:

VOOR DE REPUBLIEK CYPRUS

VOOR HET KONINKRIJK DENEMARKEN

VOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND

VOOR DE REPUBLIEK ESTLAND

VOOR DE REPUBLIEK FINLAND

VOOR DE FRANSE REPUBLIEK

VOOR DE HELLEENSE REPUBLIEK

VOOR DE REPUBLIEK HONGARIJE

VOOR IERLAND

VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK

VOOR DE REPUBLIEK LETLAND

VOOR DE REPUBLIEK LITOUWEN

VOOR HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG

VOOR DE REPUBLIEK MALTA

VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

VOOR DE REPUBLIEK OOSTENRIJK

VOOR DE REPUBLIEK POLEN

VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK

VOOR ROEMENIË

VOOR DE REPUBLIEK SLOVENIË

VOOR DE SLOWAAKSE REPUBLIEK

VOOR HET KONKRIJK SPANJE

VOOR DE TSJECHISCHE REPUBLIEK

VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD IERLAND

VOOR HET KONINKRIJK ZWEDEN

VOOR DE EUROPESE UNIE

VOOR IJSLAND

VOOR HET KONINKRIJK NOORWEGEN