52011PC0210

/* COM/2011/0210 def. - NLE 2011/0088 */ Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1425/2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde kunststof zakken uit de Volksrepubliek China en Thailand en tot beëindiging van de procedure betreffende de invoer van bepaalde kunststof zakken uit Maleisië


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 18.4.2011

COM(2011) 210 definitief

2011/0088 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1425/2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde kunststof zakken uit de Volksrepubliek China en Thailand en tot beëindiging van de procedure betreffende de invoer van bepaalde kunststof zakken uit Maleisië

TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

2. Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel heeft betrekking op de toepassing van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap.

- Algemene context

Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd overeenkomstig de materiële en procedurele eisen in de basisverordening.

- Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Verordening (EG) nr. 1425/2006 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde kunststof zakken uit de Volksrepubliek China en Thailand.

- Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

Niet van toepassing.

3. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

4. Raadpleging van belanghebbende partijen

Partijen die belang hebben bij de procedure, werden overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening in de loop van het onderzoek in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen.

- Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

- Effectbeoordeling

Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening.

De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

5. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

6. Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)

Bijgaand voorstel voor een verordening van de Raad is gebaseerd op de definitieve bevinding dat één Chinese producent-exporteur aan alle criteria voldoet om als nieuwe producent-exporteur te worden behandeld en dat voor hem daarom het gewogen gemiddelde antidumpingrecht van 8,4% geldt.

- Rechtsgrondslag

Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap.

- Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

- Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

De vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in de basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Unie, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, de bedrijven en de burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing.

- Keuze van instrumenten

Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn:

Andere instrumenten zouden ongeschikt zijn omdat de basisverordening niet in andere mogelijkheden voorziet.

7. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

2011/0088 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1425/2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde kunststof zakken uit de Volksrepubliek China en Thailand en tot beëindiging van de procedure betreffende de invoer van bepaalde kunststof zakken uit Maleisië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[1] ("de basisverordening"),

Gezien Verordening (EG) nr. 1425/2006[2] van de Raad, en met name artikel 2,

Gezien het voorstel dat de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A. VOORAFGAANDE PROCEDURE

8. Bij Verordening (EG) nr. 1425/2006 heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op invoer in de Unie van bepaalde kunststof zakken van oorsprong uit, onder andere, de Volksrepubliek China ("VRC"). Gezien het grote aantal medewerkende producenten-exporteurs in het onderzoek dat leidde tot de instelling van het antidumpingrecht ("het oorspronkelijke onderzoek") in de VRC, werd een steekproef van Chinese producenten-exporteurs geselecteerd en werden voor de in de steekproef opgenomen ondernemingen individuele rechten, variërend van 4,8% tot 12,8%, ingesteld, terwijl voor andere niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen een recht van 8,4% werd vastgesteld. Bij Verordening (EG) nr. 249/2008 werd voor een bepaalde onderneming een recht van 4,3% vastgesteld. Aan ondernemingen die zich niet bekendmaakten of geen medewerking verleenden aan het onderzoek, werd voor de VRC een recht van 28,8% opgelegd.

9. Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1425/2006 van de Raad bepaalt dat wanneer een nieuwe producent-exporteur in de VRC ten genoegen van de Commissie aantoont dat:

10. hij het in artikel 1, lid 1, van die verordening omschreven product in het onderzoektijdvak (1 april 2004 tot en met 31 maart 2005) ("het onderzoektijdvak") niet naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd (eerste criterium);

11. hij niet verbonden is met exporteurs of producenten in de VRC waarop de bij die verordening ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn (tweede criterium); en

12. hij de betrokken producten na het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd daadwerkelijk naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd of dat hij een onherroepelijke contractuele verplichting heeft om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Gemeenschap uit te voeren (derde criterium);

13. artikel 1 van die verordening kan worden gewijzigd en de nieuwe producent-exporteur het recht kan worden toegekend dat van toepassing is op de ondernemingen die niet in de steekproef waren opgenomen, d.w.z. 8,4%.

14. De lijst van ondernemingen waaraan het gewogen gemiddelde recht van 8,4% voor medewerkende ondernemingen wordt toegekend, werd gewijzigd bij de verordeningen (EG) nr. 249/2008[3] en (EG) nr. 189/2009[4] en bij Verordening (EU) nr. XXX van de Raad.

B. VERZOEKEN VAN NIEUWE PRODUCENTEN-EXPORTEURS

15. Zes Chinese ondernemingen hebben verzocht op dezelfde manier te worden behandeld als de ondernemingen die aan het oorspronkelijke onderzoek hadden meegewerkt, maar niet in de steekproef waren opgenomen ("behandeling als nieuwe producent-exporteur").

16. Er werd een onderzoek uitgevoerd om te bepalen of de zes indieners van het verzoek voldeden aan de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1425/2006 van de Raad genoemde criteria om als nieuwe producent-exporteur te worden behandeld.

17. Er werd een aanvraagformulier gestuurd naar alle zes indieners van de verzoeken, aan wie ook werd gevraagd om bewijsmateriaal te verstrekken waaruit blijkt dat zij aan bovengenoemde drie criteria voldoen.

18. Eén onderneming die een behandeling als nieuwe producent-exporteur had aangevraagd, heeft de vereiste informatie niet verstrekt. Daardoor kon niet worden gecontroleerd of deze onderneming aan de criteria in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1425/2006 van de Raad voldeed, zodat het verzoek moest worden afgewezen.

19. Eén onderneming heeft haar verzoek ingetrokken.

20. Eén onderneming voerde het betrokken product niet uit naar de Unie en heeft geen onherroepelijke contractuele verplichting om na het onderzoekstijdvak een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren. Zij voldeed dus niet aan het derde criterium en haar verzoek werd daarom afgewezen.

21. Eén onderneming werd niet als nieuwe producent-exporteur beschouwd omdat zij verbonden is met een producent-exporteur in de VRC ten aanzien waarvan bij Verordening (EG) nr. 1425/2006 antidumpingmaatregelen waren ingesteld. Zij voldeed dus niet aan het tweede criterium en haar verzoek werd daarom afgewezen.

22. Eén onderneming diende misleidende informatie over haar oprichtingsdatum in. Dit roept twijfels op over de betrouwbaarheid van de verstrekte inlichtingen, waaronder de periode waarin het betrokken product naar de Unie zou kunnen zijn uitgevoerd. Haar verzoek werd daarom afgewezen.

23. Het door de overige Chinese producent-exporteur verstrekte bewijs werd voldoende geacht om aan te tonen dat zij aan de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1425/2006 van de Raad genoemde criteria voldoet. Deze producent-exporteur kan daarom het recht worden toegekend dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef waren opgenomen, (d.w.z. 8,4 %) en zijn naam kan derhalve worden toegevoegd aan de lijst van producenten-exporteurs in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1425/2006.

24. De indieners van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld hun opmerkingen in te dienen.

25. Alle argumenten en standpunten van belanghebbenden werden onderzocht en waar nodig werd er terdege rekening mee gehouden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende onderneming wordt toegevoegd aan de lijst van producenten in de Volksrepubliek China in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1425/2006:

Onderneming | Stad | Aanvullende Taric-code |

Xiamen Good Plastic Co., Ltd. | Xiamen | B109 |

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[1] PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

[2] PB L 270 van 29.9.2006, blz. 4.

[3] PB L 76 van 19.3.2008, blz. 8.

[4] PB L 67 van 12.3.2009, blz. 5.