52011PC0178

/* COM(2011) 178 definitief - COD 2009/0060/A */ ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over de amendementen van het Europees Parlement op het standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 1.4.2011

COM(2011) 178 definitief

2009/0060/A (COD)

ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over de amendementen van het Europees Parlement op het standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking

2009/0060/A (COD)

ADVIES VAN DE COMMISSIEovereenkomstig artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unieover de amendementen van het Europees Parlementop het standpunt van de Raad inzake hetvoorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking

1. Inleiding

In artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de Commissie een advies moet uitbrengen over de door het Europees Parlement in tweede lezing voorgestelde amendementen. Hieronder volgt het advies van de Commissie over de door het Parlement voorgestelde amendementen.

2. Achtergrond

Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement en de Raad: 21 april 2009

Document COM(2009) 194 definitief – 2009/0060A COD (gewijzigd op 1 december 2009 (inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon))

Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: 21 oktober 2010

Indiening van het gewijzigde voorstel bij het Europees Parlement en de Raad: niet van toepassing

Politiek akkoord over het standpunt van de Raad: niet van toepassing

Formele vaststelling van het standpunt van de Raad: 10 december 2010

Advies van het Europees Parlement in tweede lezing: 3 februari 2011

3. Doel van het voorstel

De diverse financiële instrumenten van de EU voor externe acties bevatten een kleine inconsistentie met betrekking tot de uitzonderingen op het beginsel van niet-subsidiabiliteit in het kader van EU-financiering van kosten die betrekking hebben op belastingen, heffingen en andere lasten.

Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) en Verordening (EG) nr. 1889/2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (EIDHR) laten geen ruimte voor flexibiliteit wat betreft de niet-subsidiabiliteit van dergelijke kosten. Bij de andere instrumenten mag de steun van de EU "in beginsel" niet worden aangewend om deze kosten te financieren. Zij laten derhalve ruimte voor flexibiliteit in individuele gevallen en de bevoegde ordonnateur kan, in voorkomend geval en in het belang van goed financieel beheer en de goede uitvoering van de programma’s en projecten, beslissen dat deze kosten in aanmerking komen. Er moet sprake kunnen zijn van flexibiliteit wanneer een project vast komt te zitten doordat er geen of onpraktische vrijstellingsmechanismen zijn (bijvoorbeeld doordat de procedures in het begunstigde land extreem ingewikkeld zijn of bij regionale projecten).

De Commissie heeft daarom bij de tussentijdse evaluatie van de financiële instrumenten voor het externe optreden voorgesteld het DCI en het EIDHR aan te passen door de woorden "in beginsel" toe te voegen in de bepalingen over niet-subsidiabiliteit van belastingen, heffingen en andere lasten en deze te laten vallen onder de interne regels volgens de instructies aan de bevoegde ordonnateurs.

4. Advies van de Commissie met betrekking tot de amendementen van het Europees Parlement

4.1. Door de Commissie aanvaarde amendementen

N.v.t.

4.2. Door de Commissie verworpen amendementen

De Commissie kan de amendementen met betrekking tot gedelegeerde handelingen en comitologiekwesties (overweging 2 bis; artikel 17, lid 2, artikel 21, artikel 22, lid 3, artikel 23, artikel 33, artikel 34, lid 1, artikelen 35, 35 bis en 35 ter) niet aanvaarden.

5. Conclusie

Het overleg met de medewetgevers zal na de tweede lezing worden voortgezet om een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te vinden, waarbij het Europees Parlement bij voorkeur breed recht van toetsing krijgt voor de resterende periode van de meerjarenprogrammering en opties worden opengelaten voor de volgende, inclusief de mogelijkheid van gedelegeerde handelingen, waarbij de criteria van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie volledig worden gerespecteerd.