1.
|
besluit het aantal leden van de vaste commissies als volgt te wijzigen:
|
Commissie buitenlandse zaken: 76 leden
|
|
Commissie ontwikkelingssamenwerking: 30 leden
|
|
Commissie internationale handel: 29 leden
|
|
Begrotingscommissie: 44 leden
|
|
Commissie begrotingscontrole: 30 leden
|
|
Commissie economische en monetaire zaken: 48 leden
|
|
Commissie werkgelegenheid en sociale zaken: 51 leden
|
|
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid: 68 leden
|
|
Commissie industrie, onderzoek en energie: 60 leden
|
|
Commissie interne markt en consumentenbescherming: 41 leden
|
|
Commissie vervoer en toerisme: 46 leden
|
|
Commissie regionale ontwikkeling: 50 leden
|
|
Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling: 44 leden
|
|
Commissie visserij: 24 leden
|
|
Commissie cultuur en onderwijs: 32 leden
|
|
Commissie juridische zaken: 25 leden
|
|
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken: 60 leden
|
|
Commissie constitutionele zaken: 25 leden
|
|
Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid: 35 leden
|
|
Commissie verzoekschriften: 35 leden
|
en het aantal leden van de parlementaire subcommissies als volgt te wijzigen:
|
Subcommissie mensenrechten: 31 leden
|
|
Subcommissie veiligheid en defensie: 31 leden;
|
|