52011DC0311

/* COM/2011/0311 def. */ MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Een strategische visie voor Europese normen: de duurzame groei van de Europese economie tussen nu en 2020 bevorderen en versnellen (Voor de EER relevante tekst)


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Een strategische visie voor Europese normen: de duurzame groei van de Europese economie tussen nu en 2020 bevorderen en versnellen

(Voor de EER relevante tekst)

EEN STRATEGISCHE VISIE VOOR NORMEN IN EUROPA

Europese normen

Normen zijn vrijwillige documenten met technische of kwalitatieve voorschriften waaraan bestaande of toekomstige producten, productieprocessen, diensten of methoden kunnen voldoen. Zij zijn het resultaat van vrijwillige samenwerking tussen bedrijven, overheden en andere belanghebbende partijen in een systeem dat op openheid, transparantie en consensus berust.

Normen werken handelsbevorderend omdat de kosten erdoor worden gedrukt en de informatie-asymmetrie tussen de vraag- en de aanbodzijde wordt beperkt, zeker bij grensoverschrijdende transacties. In verschillende econometrische studies is een duidelijk verband op macro-economisch niveau aangetoond tussen normalisatie in de economie, productiviteitsgroei, handel en algehele economische groei . De economische voordelen van normalisatie kunnen sterk uiteenlopen tussen verschillende EU-landen. Studies wijzen uit dat het effect van normen op de jaarlijkse groei van het bbp tussen 0,3 en 1 procentpunt bedraagt. Voor Duitsland wordt dit effect geschat op 1% van het bruto nationaal product, voor Frankrijk op 0,8% en voor het Verenigd Koninkrijk op slechts 0,3%.

Een van de unieke aspecten van de vrijwillige samenwerking tussen bedrijven, overheden en andere belanghebbende partijen in de EU is dat er steeds meer Europese normen door de Europese normalisatie-instellingen (ENI’s)[1] worden vastgesteld en dat deze in de hele EU van toepassing zijn. De ENI’s zijn onafhankelijke privaatrechtelijke organisaties. Voor het bedrijfsleven worden in Europese normen de beste praktijken op een bepaald gebied samengevat, omdat hierin de collectieve deskundigheid van de deelnemende actoren is geconcentreerd. Het overgrote deel van de Europese normen wordt nog altijd op initiatief van het bedrijfsleven vastgesteld , wat erop duidt dat deze instrumenten vooral voorzien in de behoeften van ondernemingen en grotendeels door de privésector worden aangestuurd.

Europese normalisatie is buitengewoon succesvol geweest en vormde een van de drijvende factoren voor de totstandkoming van de interne markt voor goederen. Europese normen komen in de plaats van nationale normen, die elkaar veelal tegenspreken en daardoor technische belemmeringen voor een nationale markt kunnen opwerpen. Veel Europese normen worden op verzoek van de Commissie door de ENI’s ontwikkeld. Een groot deel van deze op verzoek van de Commissie door de ENI’s ontwikkelde normen zijn zogeheten “geharmoniseerde normen” die ervoor zorgen dat producten aan de essentiële eisen in de EU-harmonisatiewetgeving voldoen. Door een Europese geharmoniseerde norm toe te passen wordt gewaarborgd dat aan de toepasselijke (veiligheids)eisen in de desbetreffende EU-harmonisatiewetgeving wordt voldaan. Toch is de toepassing van geharmoniseerde normen niet verplicht en kan een fabrikant een andere technische oplossing kiezen als wordt aangetoond dat zijn product aan de essentiële eisen voldoet. De afgelopen twee decennia is het aandeel van geharmoniseerde normen in het totale aantal Europese normen van 3,55% toegenomen tot 20% in 2009.

Europese normen en normalisatie zijn voor de EU zeer doeltreffende beleidsinstrumenten. Zij worden gebruikt als beleidsinstrumenten om onder meer netwerken en systemen op elkaar te laten aansluiten, de eengemaakte markt goed te laten functioneren, consumenten en het milieu goed te beschermen en innovatie en sociale insluiting te bevorderen, al hebben zij voor de Europese economie veel algemenere voordelen.

Consumentenveiligheid is een zeer belangrijk element in veel Europese normen. De veiligheid van de consument staat bij de opstelling en vaststelling van een Europese norm gewoonlijk voorop. Als een veiligheidsprobleem pas aan het licht komt als het product al op de markt is (bijvoorbeeld bij een inspectie in het kader van het markttoezicht), moet daarmee rekening worden gehouden bij de voorbereiding van een nieuwe norm of de herziening van een bestaande norm. Er bestaat dan ook een nauw verband tussen normalisatie, productveiligheid en markttoezicht en bij de toekomstige herziening van het wetgevingskader voor markttoezicht zal dit verband nog worden versterkt.

In de digitale samenleving zijn Europese en andere normen onontbeerlijk om netwerken en systemen, vooral op ICT-gebied, op elkaar te laten aansluiten. ICT-oplossingen zijn in het digitale tijdperk alomtegenwoordig in elke bedrijfstak en ook in het dagelijks leven. Omdat ICT-oplossingen, -toepassingen en -diensten onderling moeten kunnen communiceren, is interoperabiliteit vereist. Hiervoor zijn normen nodig.

...in een snel veranderend mondiaal landschap

De wereld is echter veranderd. Waren er in het verleden alleen normen voor producten, vandaag de dag zijn er ook steeds meer proces- en productienormen, die een breed scala van onderwerpen betreffen. In de toekomst zal Europese normalisatie, meer nog dan nu, een cruciale rol spelen op zeer uiteenlopende gebieden , waaronder ondersteuning van het Europese concurrentievermogen, consumentenbescherming, betere toegankelijkheid voor gehandicapten en ouderen, bestrijding van klimaatverandering en efficiënt gebruik van hulpbronnen. Om snel te kunnen inspelen op de veranderende behoeften op alle gebieden zal een alomvattend, inclusief, efficiënt en technisch actueel Europees normalisatiesysteem nodig zijn. Dit systeem zal voortbouwen op de sterke punten van het bestaande systeem, maar moet ook flexibel zijn en snel op toekomstige behoeften kunnen reageren.

Met name op gebieden waarop Europa een innovatieve voortrekkersrol vervult bij de ontwikkeling van nieuwe soorten verhandelbare goederen, diensten en technologieën - zoals elektrische voertuigen, beveiliging, energie-efficiëntie en slimme netwerken - is het van cruciaal belang dat een Europese norm snel kan worden ontwikkeld zodat deze als internationale norm kan dienen. Hierdoor kan de Europese industrie haar pioniersvoordeel maximaliseren en haar concurrentievermogen vergroten. Hoewel de rol van de ENI’s van vitaal belang is, zal de Commissie in zulke gevallen snel wetgevend optreden als de vaststelling van de norm vertraging oploopt.

De Europese Raad van 4 februari 2011 heeft bevestigd dat normalisatie een cruciale randvoorwaarde is om private investeringen in innovatieve goederen en diensten te stimuleren en dat de normalisatieprocessen moeten worden versneld, vereenvoudigd en gemoderniseerd . Voor de Europese economie is het van wezenlijk belang dat de Europese normalisatie zich verder aanpast aan het snel veranderende mondiale landschap en het economische klimaat . Nu de innovatiecycli snel korter worden, technologieën naar elkaar toegroeien en op de wereldmarkt hevige concurrentie plaatsvindt en nieuwe spelers opkomen, kan men zich afvragen of het Europese normalisatiesysteem op den duur nog wel geschikt is om deze uitdagingen aan te gaan. In het nieuwe mondiale tijdperk kan de beleidsrol van het normalisatieproces niet beperkt zijn tot ondersteuning van Europese wetgeving. Vandaag de dag is normalisatie op veel gebieden steeds meer een wereldwijde aangelegenheid die veelal — bijvoorbeeld als het gaat om ICT — in dynamische, snel werkende fora en consortia plaatsvindt. In dit verband vormen het strategische gebruik van normen en de Europese normalisatie strategische troeven om het concurrentievermogen van de EU veilig te stellen en een belangrijk instrument voor kennisverspreiding, interoperabiliteit, validering van nieuwe ideeën en bevordering van innovatie. Europese normen kunnen de Europese wetgeving echter wel aanvullen, maar niet vervangen en zij ontheffen de Europese wetgever niet van de taak om belangrijke vraagstukken in de EU aan te pakken.

De Europese normalisatie zal worden uitgebreid tot nieuwe gebieden en nieuwe onderwerpen. In een snel veranderende economische context die door toenemende mondialisering wordt gekenmerkt, zullen normen meer dan ooit van onschatbare waarde worden voor de internationale handel. Het succes van de toepassing van Europese normen zal echter afhangen van de legitimiteit en doelmatigheid van het vaststellingsproces . Als we willen dat Europese normen een rol van betekenis spelen in de wereld, dan moeten de inclusiviteit en de snelheid van het proces dringend worden verbeterd.

Normalisatie zal een belangrijke rol spelen bij de ondersteuning van de strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei Europe 2020 , zoals aangegeven is in verschillende kerninitiatieven. In het initiatief voor de Innovatie-Unie[2] is benadrukt dat er behoefte is aan een dynamisch en slagvaardig Europees normalisatiesysteem ter ondersteuning van innovatie. In het initiatief voor het industriebeleid[3] is erop gewezen dat in een snel veranderende wereld de Europese normalisatie slagvaardig moet zijn om het Europese concurrentievermogen op de wereldmarkt te ondersteunen en aan de behoeften van zowel het bedrijfsleven als de overheden te voldoen. In de digitale agenda voor Europa[4] werd aangegeven dat ICT-normen van groot belang zijn om te waarborgen dat apparatuur, toepassingen, databestanden, diensten en netwerken op elkaar aansluiten. En in het kerninitiatief voor een efficiënt gebruik van hulpbronnen[5] is benadrukt dat normen een belangrijke rol spelen bij de bevordering van eco-innovatie. Normalisatie speelt tevens een rol in beleidsmaatregelen als de mededeling Naar een Single Market Act[6], de mededeling Handel, groei en wereldvraagstukken[7] en de Europese strategie inzake handicaps 2010-2020[8]. Ook bij de herziening van de Small Business Act voor Europa[9] komt Europese normalisatie aan de orde. In de mededeling Inspelen op de veranderingen in nabuurlanden[10] wordt er ook op gewezen dat de partnerlanden hun in het kader van onderhandelingen over diepgaande en uitgebreide vrijhandelsovereenkomsten gedane toezeggingen om EU-normen over te nemen, moeten nakomen.

Een Europees normalisatiesysteem ter ondersteuning van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei moet aan de volgende strategische doelstellingen beantwoorden:

1. normen moeten snel beschikbaar komen, in het bijzonder - maar niet uitsluitend - om te zorgen voor interoperabiliteit tussen diensten en toepassingen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie , zodat Europa optimaal van de voordelen van ICT kan profiteren. De belangrijkste ICT-normen die door de ENI’s of door wereldwijde ICT-fora en -consortia zijn ontwikkeld, moeten een prominentere rol spelen om doelstellingen van het overheidsbeleid te verwezenlijken en in maatschappelijke behoeften te voorzien, al moeten zij wel aan een reeks kwaliteitscriteria voldoen. Het moet mogelijk worden deze normen te gebruiken bij overheidsaanbestedingen en om beleidsontwikkeling en wetgeving te vergemakkelijken;

2. normalisatie binnen de EU zal een belangrijke bijdrage aan de Europese economie blijven leveren. Europese normen zijn krachtige strategische instrumenten waarmee bedrijven hun concurrentievermogen kunnen vergroten . Omdat Europese normen door bedrijven in de eerste plaats worden gebruikt als hulpmiddel om innovatieve goederen gemakkelijker op de markt te krijgen en de productiekosten te verlagen, moeten normen gelijke tred houden met de steeds snellere productontwikkelingscycli;

3. door de Europese normalisatie-instellingen ontwikkelde Europese normen moeten beantwoorden aan een toenemende vraag, als instrument om veel Europese beleidsmaatregelen en Europese wetgeving te ondersteunen. Europese normalisatie heeft een belangrijke rol gespeeld bij de onderbouwing van de eengemaakte markt voor goederen en diensten en de voorkoming van handelsbelemmeringen binnen de EU en dit zal ook in de toekomst het geval zijn. Het gebruik van normen als beleidsinstrument is mogelijk door de lange traditie van hecht partnerschap tussen vrijwillige deskundigen van bedrijven, overheidsinstanties in de EU, de ENI’s, de nationale normalisatie-instellingen (NNI’s) en andere normalisatieorganisaties. De ENI’s zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en vaststelling van Europese normen, in overleg met hun leden[11];

4. meer en meer groepen in de Europese samenleving zullen gevolgen van Europese normen ondervinden , waaronder alle soorten bedrijven en veel burgers. Een norm is het resultaat van een consensus die bereikt wordt door degenen die bij de ontwikkeling betrokken zijn. Voor de acceptatie van een norm door bedrijven en consumenten is het cruciaal dat bij de ontwikkeling voldoende verschillende deelnemers betrokken zijn. Daarom moet het Europese normalisatiesysteem zo inclusief mogelijk zijn en alle partners moeten zich inzetten voor een systeem dat op de kernwaarden openheid, transparantie en wetenschappelijke soliditeit berust. Om de normalisatiestructuren en het bestuur continu te kunnen verbeteren zal ook doeltreffende, nauwere samenwerking nodig zijn tussen alle partners, met name tussen de Europese normalisatie-instellingen en de nationale normalisatie-instellingen enerzijds en de overheden en wetgevers anderzijds;

5. normen moeten een belangrijke rol vervullen bij de ondersteuning van het concurrentievermogen van Europese bedrijven op de wereldmarkt , waardoor deze bedrijven toegang hebben tot buitenlandse markten en wereldwijd zakelijke partnerschappen kunnen aangaan.

In deze strategie wordt een pakket wetgevende en niet-wetgevende maatregelen beschreven. De wetgevende maatregelen zijn opgenomen in bijgevoegd voorstel voor een verordening betreffende normalisatie, waarin de bestaande Europese wetgeving wordt aangepast en samengevoegd en dat vergezeld gaat van een effectbeoordeling[12]. De niet-wetgevende maatregelen betreffen voorgenomen acties van de Commissie en een reeks aanbevelingen voor andere deelnemers aan het Europese normalisatiesysteem.

Al deze maatregelen zijn gebaseerd op de resultaten van een uitvoerige evaluatie van het Europese normalisatiesysteem tussen 2008 en 2010, die onder meer het EXPRESS-verslag[13], twee openbare raadplegingen, het witboek Modernisering van de ICT-normalisatie in de EU[14] en een reeks diepgaande studies omvatte. Ook is gebruikgemaakt van het verslag van het Europees Parlement uit oktober 2010 over de toekomst van de Europese normalisatie[15], waarin werd benadrukt dat moet worden uitgegaan van de sterke kanten en de kernwaarden van het bestaande systeem, dat de tekortkomingen van dat systeem moeten worden gecorrigeerd en dat het juiste evenwicht moet worden gevonden tussen de Europese, de nationale en de internationale dimensie.

Vanwege het belang van Europese normalisatie voor de Europese economie en voor het concurrentievermogen van Europese ondernemingen zal het noodzakelijk zijn regelmatiger te beoordelen of het Europese normalisatiesysteem op langere termijn voldoende in staat is zich aan te passen aan een snel evoluerende omgeving en bij te dragen tot de strategische interne en externe doelstellingen van Europa, in het bijzonder op het gebied van industriebeleid, innovatie en technologische ontwikkeling. Met de eerste beoordeling zal uiterlijk in 2013 worden begonnen.

EUROPESE NORMALISATIE TER ONDERSTEUNING VAN INDUSTRIEBELEID EN INNOVATIE

In een tijd waarin de wereldwijde concurrentie toeneemt, de Europese bevolking vergrijst en de begrotingsmiddelen beperkt zijn, is het Europese concurrentievermogen afhankelijk van ons vermogen om innovatie van producten, diensten en processen te bevorderen. Daarom bekleedt innovatie een centrale plaats in de Europa 2020-strategie en in de kerninitiatieven van de Commissie voor het industriebeleid[16] en de Innovatie-Unie[17].

Voor de Europese industrie hebben normen enorme voordelen . Met name door schaalvoordelen, de mogelijkheid om op technische voorschriften te anticiperen, lagere transactiekosten en de toegang tot genormaliseerde componenten leveren normen kostenverlagingen of besparingen op. Volgens de Wereldbank[18] is een van de belangrijkste economische voordelen van normen dat zij de productieve en innovatieve efficiëntie vergroten. Zij bieden leveranciers de mogelijkheid grote homogene partijen te produceren, waardoor de kosten per eenheid dalen. Ook winnen producenten aan vaardigheden en ervaring doordat zij zich op minder productvarianten hoeven te concentreren. Een ander voordeel is dat de markttoegang wordt verbeterd als gevolg van het toegenomen concurrentievermogen door efficiencywinst, lagere handelskosten, eenvoudigere contracten (omdat de productkenmerken en -functies als gevolg van de normen duidelijk zijn) en betere kwaliteit. Normen verbeteren tevens de betrekkingen met leveranciers en afnemers doordat de veiligheid voor consumenten toeneemt, het vertrouwen groeit, het aansprakelijkheidsrisico daalt en er een grotere keuze uit leveranciers is om de hierboven genoemde redenen. Minimumnormen voor veiligheid zijn het duidelijkste voorbeeld van normen die gebruikt worden om problemen op te lossen die door gebrekkige informatie zijn ontstaan. Europese normen hebben een enorme waarde voor het concurrentievermogen van ondernemingen op het gebied van vervoer, machines, elektrotechnische producten en andere takken van de industrie, alsook op het gebied van telecommunicatie.

Europese normen kunnen, mits goed ontworpen en tijdig beschikbaar, op verschillende manieren innovatie ondersteunen. Bestaande normen kunnen de laatste ontwikkelingen van uiteenlopende technologieën codificeren en verspreiden. Ook kunnen zij de introductie van innovatieve producten bevorderen door te waarborgen dat nieuwe en bestaande producten, diensten en processen op elkaar aansluiten, bijvoorbeeld op het gebied van ecologisch ontwerp, slimme netwerken, energie-efficiëntie van gebouwen, nanotechnologie, beveiliging en e-mobiliteit. In sommige gevallen worden innovaties gemakkelijker door de markt aanvaard als zij aan bestaande veiligheids, kwaliteits- en prestatienormen voldoen. Interoperabiliteitsnormen kunnen de basis leggen voor een technologisch platform waarop andere innovaties kunnen plaatsvinden, met name op dienstengebied (hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het gebruik van LTE-diensten als platform voor commerciële mobiele oplossingen of publieke “cloud computing”-platforms voor toepassingen in het kader van de e-overheid).

Ten slotte kunnen normen helpen de kloof tussen onderzoek en verhandelbare producten of diensten te dichten . De resultaten van met overheidsgeld gefinancierd onderzoek kunnen in een norm worden gecodificeerd en daardoor als basis voor verdere innovatie beschikbaar komen. Dit kan een zeer effectief kennis- en technologieoverdrachtmechanisme zijn. Helaas wordt onvoldoende gebruikgemaakt van de mogelijkheden van normalisatie om innovatie te bevorderen. Er moet nog steeds meer inzicht worden verkregen in de interactie tussen de verschillende manieren waarop normen innovatie kunnen aanjagen.

Wetenschappelijk werk levert een belangrijke bijdrage aan het normalisatieproces. De methoden, processen en materialen die tot normen leiden, worden geheel of gedeeltelijk bepaald door de beschikbare wetenschappelijke kennis. Veel veelbelovende industriële toepassingen vereisen prenormatief onderzoek om te zorgen voor een gelijk speelveld voor industriële samenwerking en voorspelbare regelgeving voor toekomstige marktontwikkeling.

Op Europees en nationaal niveau moet een systematische benadering voor onderzoek, innovatie en normalisatie worden gekozen om de exploitatie van onderzoeksresultaten te verbeteren en ervoor te zorgen dat de beste ideeën de markt bereiken en door de markt omarmd worden.

Voor normen met een wetenschappelijke component die in het EU-beleid worden opgenomen, zullen procedures worden vastgesteld om te waarborgen dat zij onpartijdig en degelijk zijn, op evenwichtige wetenschappelijke informatie berusten en er rekening mee houden welke effecten producten en diensten gedurende hun hele levenscyclus hebben. Ter aanvulling van de resultaten van met EU-steun uitgevoerde onderzoeksprojecten die voor normalisatie van belang zijn en resultaten uit andere bronnen, zal het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie op het terrein van zijn deskundigheid wetenschappelijke bijdragen leveren om ervoor te zorgen dat normen rekening houden met economische productiviteit en maatschappelijke eisen als milieuduurzaamheid, veiligheid en beveiliging. Ook door betere opleiding en training op het gebied van normen moeten de mogelijke synergieën tussen onderzoek, innovatie en normalisatie onder de aandacht worden gebracht. In normen kan tevens technologie verwerkt zijn waarop intellectuele-eigendomsrechten rusten (“merkgebonden technologie”), zeker op innovatieve gebieden. Daarom moet in het IE-beleid van de ENI’s een goede balans worden gevonden tussen de belangen van de eigenaren en de gebruikers van de technologie, zodat concurrentieremmende effecten worden vermeden.

Europese normen vormen een belangrijke stap om onderzoeksresultaten naar de markt te brengen en technologieën te valideren. Om deze belangrijke rol te kunnen spelen moeten zij echter gelijke tred houden met de technologische ontwikkeling en met de steeds snellere productontwikkelingscycli . In het verleden liepen normen door de aanlooptijd die aan de normalisatiewerkzaamheden voorafging, gecombineerd met de drie tot vijf jaar die de ontwikkeling van een Europese norm vergde, te ver achter op snel ontwikkelende technologieën, waardoor zij soms op het moment van vaststelling al achterhaald waren. Dit probleem is ernstiger als de normen een strategisch doel dienen en innovatie en interoperabiliteit van innovatieve producten moeten bevorderen. Dit heeft ertoe geleid dat bepaalde sectoren terughoudend zijn om aan normalisatie deel te nemen of niet hebben kunnen profiteren van de positieve effecten van normen, zoals interoperabiliteit.

Om hierin verbetering te brengen zijn twee factoren van groot belang: doelmatige anticipatie op en planning van normalisatie en snelle ontwikkeling van de normen. Anticiperende en prognostische studies kunnen helpen anticiperen op de behoefte aan normontwikkeling door opkomende technologieën en de onderzoeksbehoeften voor toekomstige producten en processen te koppelen aan de ontwikkeling van beleid. Op deze gebieden zijn talloze verbeteringen mogelijk zonder dat de kernwaarden van het normalisatiesysteem, zoals inclusiviteit, consensus en de vrijwillige aard van normen, worden aangetast.

Om de planning van haar activiteiten in verband met normalisatie te verbeteren zal de Commissie een jaarlijks werkprogramma voor normalisatie goedkeuren, zoals beschreven in bijgevoegd voorstel voor een verordening. In dit werkprogramma zullen de strategische prioriteiten voor Europese normalisatie, voor mandaten[19] en voor andere vereiste acties worden vermeld. Aan innovatieve gebieden zal prioriteit worden verleend met behulp van de mechanismen die in het kerninitiatief betreffende de Innovatie-Unie zijn beschreven, zoals innovatiepartnerschappen en monitoring van innovatieontwikkelingsgebieden door de Europese Commissie. De voorgestelde verordening stroomlijnt ook de procedure voor het maken van bezwaar tegen een geharmoniseerde norm die met het oog op de toepassing van EU-wetgeving wordt vastgesteld. De financiering van Europese normalisatie door de Commissie zal op de prioriteiten in het jaarlijkse werkprogramma worden afgestemd.

De meeste belanghebbenden zijn van mening dat de Europese normalisatieprocessen moeten worden versneld, vereenvoudigd en gemoderniseerd . Daarom zal de financiële steun van de EU aan de ENI’s worden gebruikt om bij te dragen tot voortdurende verbetering van de prestaties van de ENI’s. De Commissie zal in haar verzoeken om normen uiterste termijnen opnemen en de financiering zal afhankelijk worden gesteld van onder meer de snelheid waarmee de ENI’s normen ontwikkelen, de behoorlijke vertegenwoordiging van belanghebbenden en de kwaliteit, relevantie en tijdigheid van de geproduceerde normen. De Commissie streeft ernaar de gemiddelde ontwikkelingstijd van op verzoek van de Commissie ontwikkelde Europese normen en Europese normalisatieproducten in 2020 met 50% te hebben teruggebracht[20].

De verlening van financiële steun zal met name afhangen van de vraag of de ENI’s erin slagen de efficiëntie van het Europese normalisatiesysteem te verbeteren en of de centrale secretariaten de vastgestelde doelen bereiken. Er zijn al enkele stappen gezet, zoals de vorming van een gemeenschappelijk CEN–Cenelec-bestuurscentrum onder leiding van één directeur-generaal. Nu moeten de ENI’s nog hun interne processen moderniseren, bijvoorbeeld door bestudering en overname van beste praktijken van andere organisaties die normen ontwikkelen en door onderlinge samenwerking en samenwerking met andere organisaties. De ENI’s moeten ook de bestaande geschillenbeslechtingsmechanismen onder de aandacht brengen en waarborgen dat deze mechanismen bijtijds tot een consensus leiden.

Financiële ondersteuning voor gevraagde normalisatiewerkzaamheden zal een belangrijke aanjager blijven voor de ontwikkelingen van normen die in eerste instantie dienen om beleid en wetgeving van de EU te ondersteunen . De Commissie zal ook steun blijven verlenen aan de vertaling van geharmoniseerde normen in alle officiële talen van de EU.

Acties

6. De Commissie gaat, overeenkomstig bijgevoegd voorstel voor een verordening, een jaarlijks werkprogramma opstellen waarin de prioriteiten voor de Europese normalisatie en de vereiste mandaten, met bijbehorende termijnen, worden vermeld. Aan de vaststelling van het werkprogramma zal uitgebreide raadpleging van relevante belanghebbenden voorafgaan.

7. De Commissie zal verzoeken Europese normen voor innovatieve producten en diensten snel te ontwikkelen en vast te stellen, bijvoorbeeld op het gebied van ecologisch ontwerp, slimme netwerken, energie-efficiëntie van gebouwen, nanotechnologie, beveiliging en e-mobiliteit.

8. De Commissie zal de financiering van de ENI’s afhankelijk stellen van het naleven van prestatiecriteria en het bereiken van vastgestelde doelen, wat onder meer inhoudt dat de ENI’s sneller normen moeten ontwikkelen en hun werkmethoden moeten moderniseren. De ENI’s moeten de gemiddelde ontwikkelingstijd van op verzoek van de Commissie ontwikkelde Europese normen en Europese normalisatieproducten in 2020 met 50% hebben teruggebracht. Bovendien zal de verordening de procedure voor het maken van bezwaar tegen een geharmoniseerde norm stroomlijnen en verkorten.

9. Als normen met een wetenschappelijke component in het beleid van de Europese Unie moeten worden opgenomen, zal de Commissie alle vereiste stappen zetten om te waarborgen dat het Europese normalisatieproces op onpartijdige, gedegen en evenwichtige wetenschappelijke informatie berust. Ter aanvulling van de resultaten van met EU-steun uitgevoerde onderzoeksprojecten die voor normalisatie van belang zijn en resultaten uit andere bronnen, zal het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie op de terreinen van zijn deskundigheid wetenschappelijke bijdragen leveren om ervoor te zorgen dat normen rekening houden met het economische concurrentievermogen, met sociale behoeften, met veiligheids- en beveiligingsaspecten en met de milieueffecten gedurende de hele levenscyclus van producten en diensten.

10. Van de ENI’s, de lidstaten en andere normalisatie-instellingen wordt verwacht dat zij zorgen voor betere voorlichting en opleiding over normalisatie en mogelijke verbanden met onderzoeksprojecten. Door middel van training, voorlichtingscampagnes en gerichte workshops moet de kennis over normalisatie bij het grote publiek worden verbeterd.

GEBRUIK VAN NORMEN OM BELANGRIJKE MAATSCHAPPELIJKE PROBLEMEN AAN TE PAKKEN

Op gebieden van groot politiek en economisch belang kunnen normen strategisch worden gebruikt om de ontwikkeling van innovatieve oplossingen in een stroomversnelling te brengen, onder meer door gebruik van ICT. In de eenentwintigste eeuw staat Europa voor een aantal strategische uitdagingen, in het bijzonder op gebieden waarop normen het EU-beleid specifiek kunnen ondersteunen, zoals consumentenbescherming, toegankelijkheid, klimaatverandering, efficiënt gebruik van hulpbronnen, beveiliging en civiele bescherming, bescherming van persoonsgegevens en van de persoonlijke levenssfeer[21] en het gebruik van ICT voor interoperabiliteit op de digitale eengemaakte markt.

Normen spelen een belangrijke ondersteunende rol bij consumentenbescherming, met name doordat veiligheidsparameters zijn opgenomen in normen die een vermoeden van conformiteit met de richtlijn algemene productveiligheid (RAPV)[22] vestigen. De Commissie werkt dan ook aan een voorstel dat bedoeld is om sneller mandaten voor Europese normen te kunnen vaststellen en de rol van die normen in de richtlijn te versterken.

Nu al is normalisatie een belangrijk instrument om de toegankelijkheid voor gehandicapten en ouderen te verbeteren. Ongeveer een op de tien Europese burgers is in enige mate gehandicapt en door de vergrijzing zal dit aantal verder toenemen. Normen waarin rekening wordt gehouden met toegankelijkheid, volgens het beginsel “ontwerpen voor iedereen”[23], bieden grote mogelijkheden om belemmeringen weg te nemen en gehandicapten in staat te stellen aan alle aspecten van de samenleving deel te nemen. “Ontwerpen voor iedereen” bevordert gelijke toegang tot bijvoorbeeld werkgelegenheid, de bebouwde omgeving, vervoermiddelen, medische voorzieningen, informatie en voorlichting, onderwijs, vrijetijdsactiviteiten en cultuur. Volgens dit beginsel ontwikkelde normen kunnen ook bijdragen tot innovatie en de totstandkoming van een daadwerkelijke Europese eengemaakte markt voor producten en diensten die voor gehandicapten en ouderen toegankelijk zijn. Mogelijk is de toepassing van Europese normalisatieprocessen op sociale diensten een manier om sociale innovatie op ruime schaal te verspreiden en de dienstverleners een zichtbare stimulans te geven om een stap in de goede richting te zetten. Daarom moet bij alle relevante normalisatiewerkzaamheden de opname van toegankelijkheidseisen worden overwogen, onder meer door grotere betrokkenheid van vertegenwoordigende organisaties van gehandicapten, deskundigen op het gebied van toegankelijkheid en andere relevante deskundigen. Het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap is op 22 januari 2011 voor de EU in werking getreden en is door 17 lidstaten geratificeerd, terwijl de overige lidstaten hier nog aan werken. Het verdrag vraagt de aangesloten landen bij de ontwikkeling van normen universeel ontwerp te bevorderen en minimumnormen voor de toegankelijkheid van voorzieningen en diensten die openstaan voor of verleend worden aan het publiek te ontwerpen en bekendheid te geven, en toe te zien op de toepassing daarvan. Het Europese normalisatiewerk kan bijdragen tot de tenuitvoerlegging van het verdrag in Europa.

Europese normalisatie kan een ondersteunende rol spelen voor wetgeving en beleid in verband met klimaatverandering, groene groei en de overgang naar een koolstofarme economie waarin zuinig met hulpbronnen wordt omgegaan . Normen bevorderen een efficiënt gebruik van hulpbronnen doordat er voorschriften in worden opgenomen in verband met de criteria om uit te maken wanneer een stof niet langer een afvalstof is, met duurzaamheid en met recycleerbaarheid. Meetnormen worden bijzonder belangrijk voor de beoordeling van emissies en milieueffecten en kunnen milieuvriendelijkere producten en productieprocessen opleveren. In dit verband wordt het gebruik van de op EU-niveau ontwikkelde analysehulpmiddelen voor de levenscyclus[24] aangemoedigd. Europese normalisatie zal ook van doorslaggevend belang zijn voor de ontwikkeling van nieuwe markten voor milieuvriendelijke producten en diensten en voor de toetreding van nieuwe spelers tot de markt. In de toekomst moeten milieufactoren in aanmerking worden genomen bij de ontwikkeling van normen op andere gebieden (het “centraal stellen van milieueisen”)[25]. De Commissie erkent dat de ENI’s erin geslaagd zijn de ontwikkelaars van normen te helpen de belangrijkste milieueffecten vast te stellen en te begrijpen om te bepalen of hieraan bij de ontwikkeling van een norm aandacht kan worden besteed. De inspanningen van de NNI’s om milieuvraagstukken doeltreffend aan te pakken, blijven echter gefragmenteerd. Daarom moeten de ENI’s en NNI’s hoge prioriteit blijven geven aan het centraal stellen van milieueisen. In het bijzonder moeten de NNI’s niet-gouvernementele milieuorganisaties meer bij de normontwikkeling betrekken.

Snellere normalisatie is cruciaal voor de totstandkoming van een Europese markt voor beveiligingsproducten en heeft voor de Commissie al hoge prioriteit[26]. Op beveiligingsgebied is snelheid essentieel in de strijd tegen nieuwe en opkomende bedreigingen en moet dan ook maximaal gebruik worden gemaakt van versnelde normalisatieprocedures. Voorts moeten normen voor bepaalde beveiligingstoepassingen, zoals scanners op luchthavens of drukpersen voor bankbiljetten, alleen beschikbaar zijn voor instellingen met de vereiste veiligheidsmachtigingen.

Acties

11. De Commissie zal de richtlijn algemene productveiligheid herzien, waarbij zij met name de rol van Europese normen wil versterken en de procedure voor de vaststelling van deze normen wil verkorten.

12. De Commissie zal het strategische gebruik van normalisatie ter ondersteuning van milieu- en toegankelijkheidswetgeving en -beleid en op het gebied van civiele beveiliging en bescherming uitbreiden.

13. De lidstaten moeten zorgen voor effectieve deelname van belanghebbenden, milieu-ngo ’ s en gehandicapten - en ouderenvertegenwoordigers aan normalisatie op nationaal niveau .

14. De ENI’s en de NNI’s moeten waarborgen dat in normen naar behoren rekening wordt gehouden met consumenten-, milieu- en toegankelijkheidsfactoren en dat hun representatieve belanghebbenden naar behoren aan het normalisatieproces deelnemen .

EEN INCLUSIEF NORMONTWIKKELINGSPROCES

De sterkte van een vrijwillige norm wordt bepaald door de sterkte van de consensus die bij de ontwikkeling is bereikt. Een sterke consensus is essentieel voor de acceptatie en het gebruik van een norm door het bedrijfsleven. Acceptatie van de norm door andere belanghebbenden is van groot belang op gebieden waarop normen worden gebruikt ter ondersteuning van overheidsbeleid en wetgeving. Momenteel zijn echter niet alle belanghebbenden behoorlijk vertegenwoordigd in het normalisatieproces. Hoewel het midden- en kleinbedrijf (mkb) de ruggengraat van de Europese economie vormt, zijn kleine en middelgrote bedrijven in de verschillende technische instanties voor Europese normalisatie nog altijd minder goed vertegenwoordigd dan grote ondernemingen. Dit komt doordat mkb-bedrijven slechts weinig werknemers hebben en zich zelden kunnen veroorloven dat een werknemer een substantieel gedeelte van zijn arbeidstijd aan de ontwikkeling van normen besteedt. Naar verhouding kost dit hun te veel tijd en geld aan reiskosten en lidmaatschapsbijdragen.

Bovendien betreedt normalisatie nieuwe gebieden . Van oudsher dienden normen voor technische coördinatie. Tegenwoordig worden er ook normen voor algemener gebruik in organisaties ontwikkeld, waarin bijvoorbeeld richtsnoeren voor bestuurssystemen, diensten of maatschappelijke en milieuvraagstukken worden opgenomen. Tevens is het zo dat de traditionelere normen, hoewel ontwikkeld door de particuliere sector, veelal grote gevolgen hebben voor de samenleving in het algemeen doordat zij van invloed zijn op de veiligheid en het welzijn van burgers, de efficiëntie van netwerken, het milieu en andere terreinen van het overheidsbeleid.

Daarom moeten het mkb en maatschappelijke belanghebbenden die deze algemenere groepen (bv. consumenten, vakbonden, milieu-ngo’s en gehandicaptenorganisaties) vertegenwoordigen, nauw bij het normalisatieproces worden betrokken . Hiertoe kunnen de ENI’s zich baseren op het model dat bij de ontwikkeling van de ISO-norm Richtlijn voor maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties[27] is toegepast, de zogeheten “alternatieve productielijn”. Dit model is bijzonder geschikt voor werkterreinen die zeer gevoelig zijn of een bijzonder openbaar belang vertegenwoordigen.

Het lidmaatschapsmodel van het ETSI staat nu al rechtstreekse deelname van bedrijven uit het mkb toe. Voor het CEN en het Cenelec geldt dat de deelname van mkb-bedrijven en maatschappelijke belanghebbenden aan de ontwikkeling van Europese normen door de NNI wordt gekanaliseerd. Dit is een gevolg van het “ beginsel van nationale delegatie ”, waarbij de belangen van alle nationale belanghebbenden binnen het CEN en het Cenelec door hun NNI worden vertegenwoordigd. Het voordeel van dit beginsel is dat een groot deel van het werk op nationaal niveau plaatsvindt, waardoor de kosten van de deelname, en met name de reiskosten, kunnen worden beperkt en rekening kan worden gehouden met nationale bijzonderheden, bijvoorbeeld talen. Omdat het normalisatiesysteem binnen het CEN en het Cenelec op dit beginsel zal blijven berusten, moeten de NNI’s een robuust platform voor consensusvorming kunnen bieden. Hoewel sommige NNI’s op dit punt goede vooruitgang hebben geboekt, moeten andere NNI’s belanghebbenden die van oudsher aan de zijlijn staan nog proactiever bij het normalisatieproces betrekken. In sommige gevallen vormt de prijs van normen nog altijd een toegangsbelemmering voor het mkb en maatschappelijke belanghebbenden. Door verbreiding van beste praktijken, zoals speciale tarieven of goedkopere bundels, kunnen deze belemmeringen worden weggenomen terwijl de financiële rentabiliteit van het systeem gelijk blijft of zelfs verbetert.

Bij al hun activiteiten volgen het CEN, het Cenelec en het ETSI de basisbeginselen voor normalisatie [28] van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) die in het kader van de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen[29] zijn vastgesteld. De ENI’s en NNI’s zouden op basis van de WTO-beginselen een vrijwillige regeling met meetbare parameters moeten vaststellen om aan te tonen dat de NNI ’ s aan deze criteria voldoen en ervoor te zorgen dat het Europese normalisatiesysteem voortdurend wordt verbeterd .

Zo’n regeling moet de grondslag vormen voor een toekomstige collegiale toetsing van de NNI’s, die ook andere elementen, zoals kostenstructuur, transparantie en doelmatigheid, moet omvatten. Door versterkte samenwerking tussen NNI’s, met uitwisseling van goede praktijken en twinningprojecten, kunnen bovendien de prestaties van de NNI’s op een hoger plan worden gebracht.

Ook de deelname van het mkb en van maatschappelijke belanghebbenden aan de Europese normalisatiecomités kan nog aanzienlijk worden vergroot, hoewel tijd- en kostenaspecten de toegankelijkheid sterk belemmeren. Hoewel de ENI’s zijn begonnen het mkb meer bij normalisatie te betrekken en het meer van normalisatie te laten profiteren, is verdere actie noodzakelijk. De Commissie zal daarom financiële steun blijven verlenen aan de deelname van mkb-bedrijven en van maatschappelijke belanghebbenden aan de Europese normalisatiecomités [30] . Ook zal zij de Europese vertegenwoordigende organisaties van het mkb en van maatschappelijke belanghebbenden blijven steunen door de activiteiten van hun secretariaten te financieren. Daarnaast moeten het CEN en het Cenelec de aanbevelingen uit het verslag SME access to European standardization [31] volledig uitvoeren. Zij moeten tevens hun interne regels aanpassen om de positie van Europese verenigingen van het mkb en van maatschappelijke belanghebbenden te versterken.

Acties

15. De Commissie zal de ENI’s verzoeken de invoering van alternatieve, meer inclusieve werkprocessen te overwegen (de “alternatieve productielijn”), in het bijzonder voor werkterreinen die zeer gevoelig zijn of een bijzonder openbaar belang vertegenwoordigen.

16. De Commissie zal de ENI’s en NNI’s vragen een vrijwillige regeling in te voeren om aan te tonen dat de NNI’s aan de lidmaatschapscriteria op basis van de WTO - beginselen van de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen voldoen en dat ENI’s deze naleving regelmatig controleren. De Commissie vraagt de ENI’s tevens haar jaarlijks verslag te doen over de resultaten van deze controles.

17. De Commissie verzoekt de ENI’s en NNI’s ook een systeem van collegiale toetsing te ontwikkelen om onder meer actief na te gaan of er sprake is van een brede deelname aan het normalisatieproces.

18. De lidstaten moeten de deelname van nationale vertegenwoordigende organisaties van het mkb en nationale maatschappelijke belanghebbenden ondersteunen, zo nodig ook financieel.

19. De nationale normalisatie-instellingen worden aangemoedigd te zorgen voor speciale tarieven of goedkopere bundels voor het mkb en maatschappelijke belanghebbenden.

20. De positie van Europese vertegenwoordigende verenigingen van het mkb en van maatschappelijke belanghebbenden moet worden versterkt, onder meer door voortzetting van de financiële ondersteuning door de Commissie.

NORMALISATIE EN DE EUROPESE EENGEMAAKTE MARKT VOOR DIENSTEN

Om de Europa 2020-strategie uit te voeren is een bloeiende en volledig functionerende Europese eengemaakte markt nodig, zoals beschreven in het kerninitiatief Naar een Single Market Act[32]. Het fundament van de eengemaakte markt vormen de vier vrijheden: vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Aan een van deze gebieden, goederen, heeft het Europese normalisatiesysteem al een belangrijke bijdrage geleverd, met name in het kader van de “nieuwe aanpak” voor wetgeving, die bedoeld was om technische handelsbelemmeringen te voorkomen.

Hoewel Europese normen op grote schaal worden toegepast voor vervoer en logistiek, postdiensten en elektronische-communicatienetwerken en -diensten, hebben de vrijwillige Europese normen bij de ondersteuning van de voltooiing van de eengemaakte dienstenmarkt en de vergroting van de concurrentiekracht van deze sleutelsector van de Europese economie een minder prominente rol gespeeld. Diensten vormen vandaag de dag een van de belangrijkste motoren van de EU-economie, zijn goed voor meer dan twee derde van het bbp van de EU en waren het afgelopen jaar verantwoordelijk voor de volledige nettobanengroei. Toch worden nog niet alle mogelijkheden van de eengemaakte dienstenmarkt benut zolang er op deze markt talloze juridische en administratieve obstakels voor diensten blijven bestaan. Normen bieden in dit verband grote mogelijkheden om de dienstensector Europeser te maken en verder tot bloei te brengen en zo de innovatie- en concurrentiekracht van de economie te vergroten, door de interoperabiliteit en de kwaliteit van de diensten te verbeteren.

De ontwikkeling van Europese normen voor diensten verloopt echter traag en bij de nieuwe dienstennormen die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld, gaat het vooral om nationale normen (in de periode 2005-2009 zijn 453 nieuwe nationale normen ontwikkeld en slechts 24 Europese). Door deze wildgroei aan nationale normen ontstaan belemmeringen voor de dienstenhandel binnen de EU doordat van bedrijven wordt verlangd dat zij zich binnen de eengemaakte markt aan steeds meer verschillende nationale normen aanpassen.

Daarom heeft de Commissie in haar mededeling “Akte voor de interne markt: Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen” de uitbreiding van het Europese normalisatiesysteem tot diensten opgenomen in de twaalf kernacties die de EU-instellingen voor eind 2012 moeten uitvoeren. Vrijwillige dienstennormen zijn dan ook opgenomen in het toepassingsgebied van de voorgestelde verordening betreffende Europese normalisatie , zodat de kans op verschillende en tegenstrijdige nationale normen kleiner wordt en de Commissie de mogelijkheid krijgt, na een zorgvuldige afweging, mandaten voor de ontwikkeling van Europese dienstennormen te verlenen. Uit de antwoorden op de openbare raadpleging over de hervorming van het normalisatiesysteem blijkt dat dit voorstel breed wordt gesteund. Volgens het voorstel wordt de kennisgeving van ontwerpen van verplichte voorschriften voor producten echter niet uitgebreid tot diensten, aangezien de verordening daarop geen betrekking heeft. Het voorstel laat dit systeem, dat inhoudt dat ontwerpen voor technische voorschriften voor producten en diensten van de informatiemaatschappij aan de Commissie en de andere lidstaten moeten worden gemeld, ongemoeid. Eventueel kan later bij de evaluatie van Richtlijn 98/34/EG worden overwogen dit systeem tot diensten uit te breiden.

Europese normen voor diensten moeten rekening houden met het algemeen belang, op consensus berusten en marktgestuurd zijn , waarbij de behoeften van de direct of indirect door de norm geraakte marktdeelnemers en belanghebbenden leidend zijn. Daarom wil de Commissie belanghebbenden uit de dienstensector raadplegen om ervoor te zorgen dat toekomstige normen voldoende relevant zijn voor de markt. De in de mededeling van de Commissie Naar een Single Market Act[33] voorgestelde Groep op hoog niveau voor zakelijke dienstverlening moet ook dienen als forum om hierover en over andere vraagstukken in verband met de normalisatie van diensten te spreken. Overigens bestaat de dienstensector voor het overgrote deel uit kleine bedrijven. Daarom is deelname van het mkb en van maatschappelijke belanghebbenden cruciaal voor het normalisatieproces.

Acties

21. Dienstennormen worden opgenomen in het toepassingsgebied van de bijgevoegde nieuwe verordening betreffende normalisatie.

22. Als de markt er behoefte aan heeft, zal de Commissie, na raadpleging van belanghebbenden, vragen om de ontwikkeling van vrijwillige normen voor de dienstensector die marktgestuurd zijn, op consensus berusten en rekening houden met het algemeen belang .

23. De Commissie zal een Groep op hoog niveau voor zakelijke dienstverlening oprichten, die ook normalisatievraagstukken in diverse sectoren zal onderzoeken.

NORMALISATIE, INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT) EN INTEROPERABILITEIT

ICT vertegenwoordigt 5% van het Europese bbp en heeft een marktwaarde van 660 miljard euro. Dit economische effect valt echter in het niet bij het effect dat ICT heeft als smeermiddel voor de productiviteitsgroei in alle andere bedrijfstakken. Bovendien is ICT rechtstreeks van invloed op het leven van de burgers: in de EU zijn al meer dan 250 miljoen mensen dagelijks op internet te vinden en vrijwel alle Europese burgers bezitten een mobiele telefoon. Hierdoor zijn de handel en de samenleving al op vele punten ingrijpend veranderd en deze veranderingen gaan in een steeds hoger tempo door. Zo bevorderen aantrekkelijke inhoud en diensten in een efficiënte internetomgeving de vraag naar hogere snelheid en grotere capaciteit, wat weer zal leiden tot nieuwe handel en nog innovatievere diensten.

Er moeten normen beschikbaar zijn om ervoor te zorgen dat apparatuur, toepassingen, databestanden, diensten en netwerken op elkaar aansluiten , zodat Europa optimaal kan profiteren van de mogelijkheden van ICT. Ook moet, onder meer door overheidsaanbestedingen en desbetreffend beleid en wetgeving van de EU, het gebruik van normen worden bevorderd.

Gelijk met het ICT-landschap is ook het landschap voor ICT-normalisatie ingrijpend veranderd. Naast de traditionele normalisatieorganisaties zijn er gespecialiseerde, meestal wereldwijd opererende ICT-fora en -consortia actief geworden, waarvan er enkele inmiddels toonaangevend zijn op het gebied van ICT-normen. Ook deze toonaangevende organisaties volgen meestal voorschriften, processen en procedures die grotendeels in overeenstemming zijn met de WTO-voorschriften voor internationale normalisatie-instellingen. Hoewel de ENI’s al veel hebben gedaan om nauwer met fora en consortia samen te werken, zijn de door fora en consortia ontwikkelde normen nog niet in Europese normen opgenomen.

Er moet ten minste een doeltreffend interoperabiliteitsniveau worden bereikt en openbare aanbesteders moeten interoperabele ICT-diensten en -toepassingen kunnen aanschaffen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de technologie van vandaag, waarbij het normalisatielandschap voor gebieden als internet en het wereldwijde web door fora en consortia, en niet door de ENI’s, wordt beheerst. In dit verband heeft de Commissie in een witboek[34] gedetailleerde voorstellen voor de modernisering van de Europese ICT-normalisatie gedaan, waarover een openbare raadpleging is gehouden. Gezien de positieve reacties op het witboek zal de Commissie de voorstellen nu verder ten uitvoer brengen.

Zoals aangegeven in de digitale agenda voor Europa[35] zal de verordening een systeem tot stand brengen waarbij de belangrijkste door toonaangevende mondiale ICT-fora en -consortia ontwikkelde ICT-normen in overheidsaanbestedingen gebruikt kunnen worden om te voorkomen dat overheden aan een bepaalde technologie vast komen te zitten en om de concurrentie te bevorderen bij de levering van interoperabele ICT-diensten, -toepassingen en -producten. In bepaalde gevallen kan de implementatie van op wereldniveau vastgestelde genormaliseerde interfaces in overheidsaanbestedingen worden voorgeschreven wanneer deze in ICT-beleidsmaatregelen en strategische initiatieven, architecturen en interoperabiliteitskaders zijn gedefinieerd en de beginselen van openheid, eerlijkheid, objectiviteit en non-discriminatie, alsook de richtlijnen betreffende overheidsopdrachten, in acht worden genomen.

De geselecteerde ICT-normen zullen de Europese normen aanvullen en moeten voldoen aan kwaliteitscriteria . Deze criteria, die zowel de normalisatieprocessen als de normen zelf betreffen, hebben betrekking op aspecten als openheid, transparantie en neutraliteit en de toepassing van dezelfde minimumeisen voor de omgang met intellectuele-eigendomsrechten (IE-rechten) als de ENI’s toepassen.

De Commissie zal voor Europees beleid in toenemende mate gebruikmaken van geselecteerde ICT-normen die door andere normalisatieorganisaties dan de ENI ’ s zijn ontwikkeld , maar wel aan deze kwaliteitscriteria moeten voldoen. Dat zal met name gebeuren om de interoperabiliteit tussen apparatuur, toepassingen, databestanden, diensten en netwerken verder te verbeteren. Zo zijn de normalisatiewerkzaamheden en de normen op het gebied van “cloud computing”, een terrein dat sterk in opkomst is, talrijk en sterk versnipperd. Er moet nog veel gebeuren voordat deze normen bruikbaar zijn ter ondersteuning van het Europese streven naar keuzevrijheid voor gebruikers door middel van interoperabiliteit en gegevensportabiliteit.

Als Europa tijdig over de noodzakelijke ICT-normen wil kunnen beschikken, moet een permanente dialoog plaatsvinden tussen de overheden en de belanghebbenden, alsook een dialoog tussen de normalisatieorganisaties, waaronder fora en consortia. De Commissie zal ook met belanghebbenden blijven zoeken naar manieren om de transparantie en voorspelbaarheid van de omgang met IE-rechten bij ICT-normalisatie te vergroten. Tegelijkertijd zal de Commissie de ENI’s helpen en aanmoedigen om beter met fora en consortia samen te werken, met name om de specificaties van fora en consortia in het Europese normalisatiesysteem op te nemen, bijvoorbeeld met versnelde procedures.

Acties

24. Bijgevoegd voorstel voor een verordening maakt het mogelijk in documenten voor overheidsaanbestedingen te verwijzen naar geselecteerde ICT-normen die breed aanvaard zijn door de markt en voldoen aan een reeks kwaliteitscriteria die op de WTO-beginselen voor internationale normalisatieprocessen zijn gebaseerd, op gebieden waarop de ENI’s niet actief zijn of waarop de normen van de ENI’s verouderd zijn of niet door de markt zijn geaccepteerd.

25. In het EU-beleid zal de Commissie in toenemende mate gebruikmaken van geselecteerde ICT-normen die aan die reeks kwaliteitscriteria voldoen. Dat zal met name gebeuren om de interoperabiliteit tussen apparatuur, toepassingen, databestanden, diensten en netwerken verder te verbeteren.

26. In 2011 zal de Commissie een speciaal platform oprichten en voorzitten waarin diverse belanghebbenden vertegenwoordigd zijn om haar te voorzien van advies over vraagstukken in verband met de uitvoering van normalisatiebeleid op het gebied van ICT, waaronder het werkprogramma voor ICT-normalisatie, de vaststelling van prioriteiten ter ondersteuning van wetgeving en beleid en de identificatie van specificaties die ontwikkeld zijn door mondiale ICT-fora en -consortia.

27. De lidstaten moeten bij overheidsaanbestedingen voor ICT meer gebruikmaken van normen, waaronder geselecteerde ICT-normen , om interoperabiliteit en innovatie te bevorderen en te voorkomen dat overheden aan een bepaalde technologie komen vast te zitten.

28. Van de ENI’s wordt verwacht dat zij voortdurend zorgen voor verbetering van processen voor de opname van door andere normalisatieorganisaties ontwikkelde ICT-normen in het Europese normalisatiesysteem , bijvoorbeeld met versnelde procedures.

NORMEN OM HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE EU OP DE WERELDMARKT TE VERGROTEN

Via de Europese NNI’s, die alle lid zijn van de ISO en de IEC, speelt Europa al een voortrekkersrol in de internationale normalisatie. Normen moeten een belangrijke rol vervullen bij de ondersteuning van het concurrentievermogen van Europese bedrijven op de wereldmarkt , waardoor deze bedrijven toegang hebben tot buitenlandse markten en wereldwijd zakelijke partnerschappen kunnen aangaan[36].

Daarom erkent het Europese normalisatiesysteem door middel van de overeenkomsten van Wenen en Dresden, waarin het kader voor de samenwerking tussen de ENI’s en de internationale normalisatie-instellingen is vastgesteld, het primaat van internationale normen. Internationale normen dragen in het bijzonder bij tot de opheffing van handelsbelemmeringen die het gevolg zijn van verschillen tussen de technische voorschriften van landen en zijn een krachtig hulpmiddel om convergentie van regelgeving te bevorderen. Daarom moeten Europese normen waar mogelijk op de internationaal aanvaarde normen van de ISO, de IEC en de ITU worden gebaseerd. Onderzocht moet worden hoe de convergentie met internationale normen verder kan worden vergroot. Europese normen zijn noodzakelijk wanneer er geen internationale normen beschikbaar zijn of wanneer de beschikbare internationale normen niet adequaat aan legitieme regelgevings- en beleidsdoelstellingen beantwoorden. Wanneer Europese normen afwijken van bestaande internationale normen, moeten de redenen voor die afwijking worden aangegeven.

Terwijl de EU en de EVA zich ertoe verbonden hebben alle internationale normen die verenigbaar zijn met de waarden van Europese normalisatie toe te passen door strijdige Europese normen in te trekken, heeft geen enkel ander land en geen enkele andere regionale organisatie een soortgelijke allesomvattende toezegging gedaan betreffende de toepassing van internationale normen. De EU zal zich dan ook blijven inzetten voor de toepassing van internationale normen , zich proactief blijven opstellen om protectionistische maatregelen te voorkomen en van haar partners een soortgelijke houding verwachten.

Europa loopt vaak voorop bij de ontwikkeling van nieuwe soorten verhandelbare goederen, diensten en technologieën, bijvoorbeeld op gebieden als elektrische voertuigen, beveiliging, energie-efficiëntie en slimme netwerken. Door het voortouw te nemen bij de ontwikkeling van Europese of internationale normen op deze gebieden kan Europa haar pioniersvoordeel maximaliseren en het concurrentievermogen van de Europese industrie vergroten. De in de EU gevestigde normalisatie-instellingen moeten daarom voorstellen voor internationale normen blijven doen op gebieden waarop Europa wereldwijd de leiding heeft om het Europese concurrentievoordeel te maximaliseren. Internationale normalisatie zal ook belangrijk zijn voor de aanpak van maatschappelijke problemen als klimaatverandering, toegankelijkheid en de levensomstandigheden van een vergrijzende bevolking. Om doeltreffend te kunnen optreden moet de samenwerking tussen de ENI’s en hun internationale zusterorganisaties in de voorbereidende normontwikkelingsfase worden versterkt.

Europese normalisatie kan als inspiratie dienen voor onze buurlanden en voor andere regio’s in de hele wereld. Het Europese normalisatiesysteem moet worden gepropageerd door meer en beter gecoördineerde initiatieven op het gebied van zichtbaarheid en technische bijstand te nemen, bijvoorbeeld om de deelname van ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen aan internationale normalisatiewerkzaamheden te vergroten of door deskundigen op het gebied van normalisatie en internemarktregulering op derde markten te vestigen.

Aangezien de Verenigde Staten, China, Rusland, Japan, India en Brazilië een bijzondere plaats innemen in het handelsbeleid van de EU, is nauwere samenwerking op het gebied van normalisatie van groot belang voor onze economische betrekkingen met deze landen. In dit verband is de Commissie bijzonder ingenomen met de resultaten die de Trans-Atlantische Economische Raad (TEC) en het forum op hoog niveau voor samenwerking op regelgevingsgebied (HLRCF) hebben geboekt bij het verbeteren van de vroegtijdige samenwerking tussen de EU en de VS bij normalisatie op het gebied van energie-efficiëntie, elektrische voertuigen, toegankelijkheid en slimme netwerken. Ook de samenwerking tussen de Commissie en China heeft veelbelovende resultaten opgeleverd en met andere partners, zoals India, moeten soortgelijke initiatieven worden opgezet.

In het kader van het Europees nabuurschapsbeleid wordt het regelgevingsmodel van de EU gepropageerd en worden de partners aangemoedigd gebruik te maken van de mogelijkheid om te profiteren van de aantrekkingskracht van een gezamenlijk regelgevingskader. Verschillende partners hebben al gekozen voor brede convergentie met de EU-normen en werken aan de nakoming van toezeggingen om de Europese normen over te nemen in het kader van onderhandelingen over diepgaande en uitgebreide vrijhandelsovereenkomsten met de EU.

Het toegenomen gebruik van vrijwillige internationale normen in regelgeving is ook een krachtig hulpmiddel om convergentie van regelgeving tussen verschillende landen en handelsblokken tot stand te brengen en er zo voor te zorgen dat de wereldmarkten, waaronder de financiële markten, goed functioneren. Bij handelsbesprekingen en regelgevingsdialogen moeten de Europese Commissie en de lidstaten daarom convergentie van regelgeving blijven bevorderen en gebruikmaken van de bestaande sectorale initiatieven met een normalisatiecomponent. Ook moet de EU met haar internationale partners samenwerken om het gebruik van vrijwillige internationale normen in regelgeving te bevorderen en de openheid, transparantie, kwaliteit en doeltreffendheid van onze respectieve processen te vergroten.

De ENI’s werken al samen en coördineren hun activiteiten met hun internationale zusterinstellingen. Zij moeten samen verdere overeenkomsten sluiten met de erkende normalisatie-instellingen in derde landen en regio’s.

Acties

29. De Commissie zal zich bij regelgevingsdialogen en handelsbesprekingen blijven inzetten om grotere convergentie met internationale normen en het gebruik van vrijwillige normen in regelgeving en van de bestaande sectorale initiatieven op het gebied van regelgevingsconvergentie te bevorderen. Zij zal de huidige regelgevingsdialogen, en in het bijzonder die waarin normalisatie expliciet aan de orde komt, steunen en versterken en onderzoeken of verdere dialogen met nieuwe partners kunnen worden aangeknoopt.

30. De Commissie zal technische bijstand aan landen en regio’s verlenen om hen aan te moedigen aan internationale normalisatiewerkzaamheden deel te nemen.

31. Door steun te verlenen aan Europese normalisatiedeskundigen in de landen met een strategische handelsdimensie voor de EU, zal de Commissie de samenwerking met hun normalisatie-instellingen versterken.

32. De Commissie verwacht dat de ENI’s en de NNI’s meer voorstellen doen voor internationale normen op gebieden waarop Europa wereldwijd de leiding heeft . De Commissie vraagt de ENI’s bovendien actief toezicht te houden op de Europese prestaties bij internationale normalisatie en hierover jaarlijks verslag uit te brengen aan de Commissie.

33. Van de ENI ’ s wordt verwacht dat zij bij internationale aangelegenheden gezamenlijk optrekken en de bestaande samenwerking met hun internationale zusterinstellingen versterken. Die verbeterde samenwerking moet ook innovatieve gebieden van normontwikkeling omvatten, alsmede de verdere bevordering van mechanismen voor de gezamenlijke voorbereiding van normen.

MONITORING VAN VOORUITGANG EN ONTWIKKELING VAN EEN STRATEGIE VOOR DE PERIODE NA 2020

De Commissie zal onmiddellijk beginnen met de uitvoering van haar acties, al kan met sommige acties pas worden gestart als de bijgevoegde verordening in werking is getreden (bij voorkeur op 1 januari 2013).

Uiterlijk in 2013 zal een onafhankelijke evaluatie worden begonnen om te meten en beoordelen of de strategische doelstellingen van deze mededeling worden verwezenlijkt. De hoofddoelstelling van die evaluatie zal zijn om te beoordelen of het Europese normalisatiesysteem op langere termijn in staat is zich aan te passen aan de snel evoluerende omgeving en bij te dragen tot de strategische interne en externe doelstellingen van Europa, in het bijzonder op het gebied van industriebeleid, innovatie en technologische ontwikkeling. Ook zal worden onderzocht of het Europese normalisatiesysteem uit het oogpunt van marktbehoeften, inclusiviteit en representativiteit voldoet. In dit verband zal ook worden nagegaan of stemrecht moet worden toegekend aan geselecteerde Europese organisaties die het mkb en maatschappelijke belanghebbenden in de ENI’s vertegenwoordigen. Daarnaast moet worden beoordeeld hoe het Europese normalisatiesysteem Europese normen ook buiten de eengemaakte markt, in de gemondialiseerde economie, kan bevorderen. De Commissie zal tevens zorgen voor volledige afstemming op het meerjarig financieel kader voor de periode na 2013 en op het Financieel Reglement. De onafhankelijke evaluatie zal tevens een nuttige grondslag vormen voor de vaststelling van de strategische prioriteiten voor normalisatie na 2020. Deze prioriteiten zullen een gedegen basis leggen voor het Europese normalisatiebeleid, waarbij gewaarborgd wordt dat normalisatie een belangrijke ondersteunende rol voor de toekomst van Europa blijft spelen.

Actie

34. Uiterlijk in 2013 wordt een onafhankelijke evaluatie gestart om te beoordelen in hoeverre de strategische doelstellingen zijn verwezenlijkt en of het huidige bestuur van het Europese normalisatiesysteem goed functioneert. Er zal worden gekeken welke maatregelen genomen kunnen worden om het normalisatieproces sneller, inclusiever en efficiënter te maken en tegelijkertijd de strategische positie van de EU ten opzichte van onze belangrijkste handelspartners te behouden. De Commissie zal tevens zorgen voor afstemming op het meerjarig financieel kader voor de periode na 2013 en op het Financieel Reglement.

[1] De ENI’s zijn: CEN (het Europees Comité voor Normalisatie), Cenelec (Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie) en ETSI (Europees Instituut voor Telecommunicatienormen).

[2] COM(2010) 546.

[3] COM(2010) 614.

[4] COM(2010) 245.

[5] COM(2011) 21.

[6] COM(2011) 206.

[7] COM(2010) 612.

[8] COM(2010) 636.

[9] COM(2011) 78.

[10] COM(2011) 303.

[11] In het geval van het CEN en het Cenelec zijn de leden de NNI’s, terwijl het ETSI een “gemengd” lidmaatschapsmodel heeft, waarbij de leden uit het bedrijfsleven rechtstreeks aan de normontwikkeling deelnemen en de nationale comités in het eindstadium betrokken zijn bij het overeenkomen van een Europese norm.

[12] In de effectbeoordeling wordt ook de relevantie beoordeeld van de door de EU gefinancierde normalisatiewerkzaamheden ten aanzien van de behoeften van het beleid en de wetgeving van de EU, zoals voorgeschreven in artikel 6, lid 2, van Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie.

[13] Expert Panel for the Review of the European Standardisation System (EXPRESS), Standardisation for a competitive and innovative Europe: a vision for 2020, verslag voor de Europese Commissie, 2010. http://ec.europa.eu/enterprise/policies/european-standards/files/express/exp_384_express_report_final_distrib_en.pdf

[14] COM(2009) 324 van 3.7.2009.

[15] A7-0276/2010.

[16] COM(2010) 614.

[17] COM(2010) 546.

[18] Quality Systems and Standards for a Competitive Edge (opgesteld door J. Luis Guasch, Jean-Louis Racine, Isabel Sánchez en Makhtar Diop), Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling/Wereldbank, 2007.

[19] Mandaten zijn verzoeken aan de ENI’s om werkzaamheden in verband met de planning of ontwikkeling van normen uit te voeren.

[20] Dit betekent dat de gemiddelde ontwikkelingstijd van 36 maanden wordt teruggebracht tot 18 maanden in 2020.

[21] COM(2010) 609, “Een integrale aanpak van de bescherming van persoonsgegevens in de Europese Unie”.

[22] Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid.

[23] Mandaat M 473 “ontwerpen voor iedereen”.

[24] International Life Cycle Database Handbook (http://lct.jrc.ec.europa.eu/); lopende werkzaamheden voor de milieuvoetafdruk van producten en bedrijven (http://ec.europa.eu/environment/eussd/corporate_footprint.htm, http://ec.europa.eu/environment/eussd/product_footprint.htm)

[25] Zie de voor een aantal productgroepen reeds verleende mandaten voor ecologisch ontwerp, bv. M/439, M/450, M/451, M/469 en M/470.

[26] COM(2009) 691.

[27] ISO 26000.

[28] Dit zijn: transparantie, openheid, onpartijdigheid en consensus, doeltreffendheid en relevantie, en samenhang.

[29] Wereldhandelsorganisatie, Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen, bijlage 3c: Praktijkrichtlijn voor het opstellen, het vaststellen en de toepassing van normen, http://www.wto.org/english/docs_e/legal_e/17-tbt_e.htm . .

[30] Bijvoorbeeld in het kader van de Small and Medium Enterprises Standardisation Toolkit (SMEST 1 en 2).

[31] De Vries, Blind, Mangelsdorf, Verheul, Van der Zwan, SME access to European standardization , Rotterdam, 2009.

[32] COM(2010) 608.

[33] COM(2010) 608.

[34] Modernisering van de ICT-normalisatie in de EU - Hoe nu verder? COM(2009) 324 definitief van 3.7.2009.

[35] COM(2010) 245.

[36] Kerninitiatief van Europa 2020 op het gebied van Handel, groei en wereldvraagstukken, COM(2010) 612.