/* COM/2011/0287 def. */ MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een eengemaakte markt voor intellectuele-eigendomsrechten Creativiteit en innovatie bevorderen met het oog op economische groei, kwaliteitsjobs en eersteklasproducten en -diensten in Europa
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 4 2. KANSEN EN UITDAGINGEN VOOR EEN EENGEMAAKTE IER-MARKT 5 3. BELANGRIJKSTE BELEIDSINITIATIEVEN VOOR DE KOMENDE UITDAGINGEN 9 3.1.1. Eenheidsoctrooibescherming 9 3.1.2. Een instrument voor de valorisatie van IER 10 3.2. Modernisering van het merkenstelsel in Europa 10 3.3. Ontwikkeling van een uitgebreid kader voor auteursrecht in de digitale eengemaakte markt 11 3.3.1. Europees bestuur en beheer inzake auteursrecht 12 3.3.2. Technologie en gegevensbankenbeheer 14 3.3.3. Door gebruikers gegenereerde inhoud 14 3.3.4. Heffingen op het kopiëren voor privégebruik 15 3.3.5. Toegang tot Europa's culturele erfgoed en ondersteunen van de pluraliteit van de media 15 3.3.6. Rechten van uitvoerende kunstenaars 17 3.3.7. Audiovisuele werken 17 3.3.8. Volgrecht van de artiest 17 3.4. Aanvullende bescherming van immateriële activa 17 3.4.1. Bedrijfsgeheimen en productpiraterij 18 3.4.2. Niet-agrarische geografische aanduidingen 19 3.5. Betere bestrijding van namaak en piraterij 19 3.5.1. Bewustmaking van de burger 21 3.5.2. Een duurzamere structuur en nieuwe taken voor het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij 21 3.5.3. Herziening van de richtlijn betreffende de handhaving van IER 22 3.6. De internationale dimensie van IER 22 3.6.1. Multilaterale initiatieven, met inbegrip van coördinatie met internationale organisaties 23 3.6.2. Bilaterale onderhandelingen en samenwerking met derde landen voor de bescherming van IE 24 3.6.3. Betere bescherming en handhaving van IER aan de EU-grenzen 25 4. CONCLUSIES 25 INLEIDING Het tot stand brengen van een naadloze, geïntegreerde eengemaakte markt voor intellectuele-eigendomsrechten (IER) is een van de meest concrete manieren om het potentieel van Europese uitvinders en makers ten volle te ontwikkelen en ze in staat te stellen ideeën om te zetten in kwaliteitsbanen en economische groei. In deze mededeling stelt de Commissie haar algemene strategische visie voor over de totstandbrenging van een echte eengemaakte markt voor intellectuele eigendom, die momenteel in Europa nog ontbreekt. Het betreft een Europese IER-regeling die geschikt is voor de nieuwe economie van morgen, creatieve uitingen en vindingrijkheid beloont, innovatie in de EU stimuleert en de culturele verscheidenheid bevordert door aanvullende kanalen aan te bieden voor de verspreiding van inhoud op een open en concurrerende markt. Een moderne, geïntegreerde Europese IER-regeling zal in ruime mate bijdragen tot groei en duurzame banencreatie en zal het concurrentievermogen van onze economie vergroten. Zij zal met andere woorden de kerndoelstellingen van de EU 2020-agenda en van de jaarlijkse groeianalyse, die essentieel zijn voor het herstel van de EU na de economische en financiële crisis, mee helpen verwezenlijken. Zij zal de ontwikkeling bevorderen van sectoren als elektronische handel en digitale technologieën, die het grootste groeipotentieel hebben[1]. Innovatie zorgt niet alleen voor een welvarende Europese economie, maar is ook onmisbaar om de grote uitdagingen te kunnen aangaan waarmee de mensheid in de 21e eeuw wordt geconfronteerd, namelijk voedselzekerheid, klimaatverandering, demografische ontwikkelingen en volksgezondheid. Innovatie is bovendien belangrijk voor de levenskwaliteit via het bevorderen van culturele verscheidenheid. IER omvatten industriële eigendomsrechten als octrooien, handelsmerken, ontwerpen en geografische aanduidingen, alsmede auteursrechten en daarmee verband houdende rechten. Het IER-universum [pic] IER zijn eigendomsrechten die de toegevoegde waarde beschermen die makers en uitvinders in de Europese kenniseconomie genereren. IER-catalogi vormen een belangrijk onderdeel van heel wat Europese bedrijven. Het is voor Europese makers en bedrijven belangrijk hun IER-portefeuilles te laten renderen om hun activiteiten in stand te houden, inkomsten te genereren en nieuwe marktkansen te creëren[2]. In dit tijdperk van globalisering en internationale concurrentie is het potentiële inkomen uit intellectuele eigendom even belangrijk als de toegang tot grondstoffen en de beschikbare industriële basis. De positieve IER-spiraal gaat uit van een IER-beleid dat innovatie stimuleert. Dat moedigt investeringen aan, die tot nieuwe producten en diensten voor nieuwe consumentenvraag leiden en uiteindelijk de economische groei en de werkgelegenheid ondersteunen. De snelle technologische vooruitgang heeft heel wat veranderingen teweeggebracht in de manier waarop wij zakendoen en producten en diensten verspreiden, ontvangen en gebruiken, zoals audiovisuele en muziekdiensten op het internet. Er ontstaan nieuwe bedrijfsmodellen en de bestaande worden aangepast. Nieuwe economische actoren en dienstverleners betreden de markt. De wisselwerking tussen de consument en de markt evolueert. De Europese wetgeving inzake IER moet in een passend "stimulerend kader" voorzien dat investeringen aanmoedigt door creatieve activiteiten lonend te maken en dat innovatie in een omgeving van volledig vrije mededinging bevordert en de verspreiding van kennis vergemakkelijkt. KANSEN EN UITDAGINGEN VOOR EEN EENGEMAAKTE IER-MARKT Het is duidelijk waarom werk moet worden gemaakt van een eengemaakte markt voor IER: IER zijn in al hun vormen en uitingen belangrijke troeven van de Europese economie 1,4 miljoen Europese kleine en middelgrote ondernemingen zijn actief in de creatieve sector. Op intellectuele eigendom gebaseerde sectoren hebben een groter dan gemiddeld potentieel wat groei en banencreatie betreft. Volgens het verslag van 2010 over het Europese concurrentievermogen is de creatieve sector goed voor 3% van de werkgelegenheid (2008) en behoort hij tot de meest dynamische sectoren van de EU. In 2008 telde de creatieve sector in de 27 lidstaten van de EU 6,7 miljoen werknemers. In de periode van 2000 tot 2007 is de totale werkgelegenheid in de creatieve sector gemiddeld met 3,5% per jaar gestegen, tegenover een jaarlijkse groei van 1% voor de gehele Europese economie. In de voorbije tien jaar is het merendeel van de nieuwe banen in de EU gecreëerd in de kennisindustrie, die de werkgelegenheid met 24% heeft zien toenemen. In de rest van de Europese economie groeide de werkgelegenheid slechts met bijna 6%[3]. In het kader van een indicatief onderzoek van 2002 onder de Fortune 500-bedrijven werd geraamd dat IER goed zijn voor 45 tot 75% van het vermogen van individuele bedrijven[4]. In 2009 waren immateriële activa naar schatting goed voor ongeveer 81% van de waarde van de S&P 500-markt[5]. De waarde van de tien belangrijkste merken in elk land van de EU bedroeg in 2009 gemiddeld bijna 9% van het bbp per capita[6]. Intellectuele-eigendomsrechten stimuleren en beschermen investeringen in technisch onderzoek en technische ontwikkeling (1,9% van het bnp van de EU in 2008)[7]. Op het auteursrecht gebaseerde creatieve sectoren (met inbegrip van de productie van software en gegevensbanken,[8] het uitgeven van boeken en kranten,[9] muziek[10] en film[11]) dragen 3,3% bij aan het bbp van de EU (2006)[12]. IER sturen het dagelijkse leven van de burger Octrooibescherming is bijvoorbeeld essentieel voor de ontwikkeling van nieuwe baanbrekende medicijnen en medische apparatuur. De steeds geavanceerdere technische apparatuur, zoals smartphones, tabletcomputers, de derde en toekomstige generaties mobiele telefonie, consumentenelektronica, milieuvriendelijkere wagens en hogesnelheidstreinen, hangen af van duizenden octrooien. De bescherming van de waarde van merken, door consumenten te helpen de betrokken producent van goederen of diensten te herkennen, stimuleert investeringen in de kwaliteit van producten en diensten, met name in sectoren waar merken en de merkentrouw van klanten een zeer grote rol spelen. Het betreft onder meer de sectoren levensmiddelen, huishoudproducten, farmaceutische producten, modeartikelen, sportartikelen, cosmetica, consumentenelektronica en diensten op het gebied van telecommunicatie, reizen, vrije tijd en sport. In de agrovoedingssector beschermen geografische aanduidingen en kwekersrechten kwaliteitsproducten en garanderen zij de toegang tot authentieke producten op de hele eengemaakte markt. Auteursrechten moedigen de schepping van creatieve inhoud aan, zoals software, boeken, kranten en tijdschriften, wetenschappelijke publicaties, muziek, films, fotografie, beeldende kunst en videospellen. Tot slot heeft de Europese IER-regeling bijgedragen aan het concurrentievermogen van de Europese industrieën. De ontwikkeling van normen als GSM en UMTS is een Europees succesverhaal dat mogelijk was door een zorgvuldig beheer van IER. Deze Europese normen zijn dankzij hun technologische superioriteit en de solide IER-regeling van de EU uitgegroeid tot technologieën met een wereldwijd succes. In Europa gevestigde bedrijven staan aan de top wat licenties betreft voor halfgeleidertechnologieën die in meer dan 90% van de wereldwijd verkochte mobiele telefoons gebruikt worden. Heel wat Europese bedrijven halen tegenwoordig een groot deel van hun inkomsten uit de verlening van licenties voor hun intellectuele eigendomsrechten. Het momentum in stand houden Het economische potentieel van IER hangt in toenemende mate af van het vermogen van meerdere eigenaars van IER om samen te werken, licenties voor technologieën, producten en creatieve inhoud te verlenen en de consument nieuwe producten en diensten aan te bieden. Aanbieders van muziekdiensten op het internet moeten meerdere complexe afwikkelingsprocessen hanteren om hun diensten in verschillende landen te kunnen aanbieden. Het rechtskader inzake IER moet dan ook omvattend en samenhangend zijn. IER-wetgeving moet in die context gezien worden als een bestuursinstrument dat de betrekkingen tussen de drie belangrijkste actoren – makers, aanbieders van diensten en inhoud en consumenten – regelt en optimaliseert. Het IER-beleid moet dan ook "enabling legislation" bevatten die een optimaal beheer van IER mogelijk maken, met passende stimulansen voor scheppende activiteiten en investeringen, vernieuwende bedrijfsmodellen, het bevorderen van de culturele verscheidenheid en de ruimst mogelijke verspreiding van werken ten behoeve van de gehele samenleving. Europa moet wereldleider worden op het gebied van vernieuwende oplossingen inzake licentieverlening, met het oog op een vlotte exploitatie van innovatieve technologische producten en van kennis- en cultuurproducten. Alle marktdeelnemers moeten ongeacht hun omvang baat hebben bij het stimulerende IER-kader. Kleine en middelgrote ondernemingen moeten op de eengemaakte markt evenveel profijt kunnen trekken van IER als de grootste marktdeelnemers. Een IER-kader moet ook in de nodige stimulansen voorzien zodat de hele creatieve sector sterk kan presteren en aldus een bijdrage wordt geleverd aan de rijke verscheidenheid van cultuurproducten, -diensten en -uitingen. De oplossing ligt in de eengemaakte markt De versnippering van het IER-landschap in de EU heeft gevolgen voor de groei, de banencreatie en het concurrentievermogen van Europa. Transacties voor licentieverlening gaan gebukt onder hoge kosten, zijn erg ingewikkeld en brengen heel wat juridische onzekerheid met zich mee voor makers, gebruikers en consumenten. Dat is een van de redenen waarom elektronische handel in de EU nog niet optimaal tot ontwikkeling is gekomen en waarom het vaak de grootste marktdeelnemers zijn die hun weg vinden in de regelgeving en werkelijk profijt kunnen trekken van de eengemaakte markt. Hoge transactiekosten remmen innoverende en scheppende activiteiten af. Vernieuwende kleine en middelgrote ondernemingen hebben moeite om hun IER te laten renderen en op IER gebaseerde strategieën uit te werken. Het verkeer van cultuurgoederen en -diensten is nog steeds niet optimaal ontwikkeld. De bestaande regelgeving staat ook nog extra onder druk door het alsmaar snellere tempo van de technologische vooruitgang, die veranderingen met zich meebrengt in de manier waarop producten en diensten worden geproduceerd, verspreid en gebruikt. Europa is niet altijd een voorloper op het gebied van nieuwe digitale diensten. De digitalisering van het culturele erfgoed om het online toegankelijk te maken is juridisch gezien bijvoorbeeld zo complex dat leemten in de kennis kunnen ontstaan indien niet wordt ingegrepen. IER worden nog steeds niet optimaal gehandhaafd in Europa en aan de Europese grenzen. Door de ontwikkeling van nieuwe technologieën kan momenteel moeilijk worden voorkomen dat beschermde werken zonder toestemming worden gebruikt. Het handhavingskader van de EU voor IER is nog niet afgestemd op de nieuwe digitale omgeving. In het kader van een algemene denkoefening over een aanpassing van het EU-beleid aan het digitale tijdperk moet voor de consument een aantrekkelijk en betaalbaar legaal aanbod van digitale inhoud worden ontwikkeld en moeten maatregelen worden genomen om de handhaving van IER verder te verbeteren. IER moeten bovendien niet alleen binnen de EU-grenzen worden bevorderd en beschermd. Dat is een dringende aangelegenheid geworden, gezien de globalisering van de handelsstromen en het feit dat IER een belangrijke troef zijn voor het concurrentievermogen van de EU ten opzichte van de groeilanden. Zowel de wetgeving inzake intellectuele eigendom als het mededingingsrecht heeft ten doel scheppende en innoverende activiteiten te stimuleren en economische groei te bevorderen. Een strenge bescherming en handhaving van IER dient gepaard te gaan met een strikte toepassing van de mededingingsregels, ter voorkoming van misbruik van IER dat de innovatie kan afremmen of nieuwe marktdeelnemers, met name kleine en middelgrote ondernemingen, kan verhinderen markten te betreden. Behoefte aan een visie voor het beheer van veranderingen Het beheer van het Europese rechtskader inzake intellectuele eigendom moet worden gemoderniseerd, met name om de kosten en de transacties minder complex te maken en de rechtszekerheid te vergroten, in het bijzonder voor kleine en middelgrote ondernemingen. Daarbij dient meer gebruik te worden gemaakt van nieuwe technologieën en instrumenten, zoals automatische vertaling en zoekmachines. Er moet gezorgd worden voor evenwicht tussen de bescherming van de rechten enerzijds en toegang anderzijds, met name om tot billijke regelingen te komen die uitvinders en makers belonen en aanmoedigen, terwijl het verkeer en de verspreiding van goederen en diensten en de uitoefening van andere grondrechten wordt gewaarborgd en de culturele en talige verscheidenheid wordt bevorderd en gevrijwaard. De versterking en stroomlijning van het beheer van IER dient hand in hand te gaan met een uitbreiding van de handhavingsinstrumenten, zowel op EU- als op internationaal niveau. BELANGRIJKSTE BELEIDSINITIATIEVEN VOOR DE KOMENDE UITDAGINGEN Hervorming van het octrooisysteem in Europa en begeleidende maatregelen Eenheidsoctrooibescherming Het huidige Europese octrooistelsel is ingewikkeld, versnipperd en duur: om een Europees octrooi te verkrijgen dat in slechts 13 lidstaten geldt, moet de aanvrager in sommige gevallen tot tien keer meer betalen dan voor een Amerikaans octrooi. Indien een kleine of middelgrote onderneming op dit moment octrooibescherming gedurende 20 jaar wil bekomen of behouden in de 27 EU-lidstaten, dient het bedrijf over die hele periode naar schatting 200 000 EUR te betalen, een bedrag waarvan het grootste deel opgaat aan vertaling en kosten die worden aangerekend voor noodzakelijke transacties met nationale bureaus. In het kader van nauwere samenwerking wordt evenwel gewerkt aan een eenheidsoctrooibescherming voor vijfentwintig lidstaten[13]. De Commissie heeft na de goedkeuring door de Raad van het besluit tot machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan[14] voorstellen voor uitvoeringsmaatregelen ingediend[15]. Zij zal samenwerken met het Europees Parlement en de deelnemende lidstaten om die maatregelen zo snel mogelijk goedgekeurd te krijgen. De algehele doelstelling van het eenheidsoctrooi bestaat erin de kosten voor bedrijven zo snel mogelijk aanzienlijk te verminderen. Het zal ook in ruime mate bijdragen tot de vereenvoudiging van de administratieve procedures, omdat octrooien niet langer op nationaal niveau zullen moeten worden geldig verklaard. Bovendien is de ontwikkeling van automatische vertaalsystemen een essentiële factor die de hoge vertaalkosten kan beperken en octrooibescherming voor alle bedrijven, ongeacht hun omvang, betaalbaar kan maken. Automatische vertaling zal niet alleen een bredere toegang geven tot octrooibescherming, maar ook tot octrooi-informatie in verschillende talen vanaf het aanvraagstadium. Dat is essentieel voor de verspreiding van technologische kennis en voor het bevorderen van innovatie in het algemeen. De Commissie is dienaangaande ingenomen met en ondersteunt het programma voor de automatische vertaling van octrooidocumenten dat door het Europees Octrooibureau in 2010 werd opgezet. Dat programma heeft ten doel automatische vertalingen ter beschikking te stellen in alle officiële talen van de verdragsluitende partijen bij het Europees Octrooiverdrag, waaronder alle officiële talen van de EU. Een gemeenschappelijk stelsel voor octrooigeschillenbeslechting Geschillen in verband met octrooien moeten in verschillende nationale rechtbanken worden beslecht. Dat is niet alleen bijzonder duur en tijdverslindend voor octrooihouders, maar zorgt er ook voor dat rechters uiteenlopende beslissingen kunnen nemen in de verschillende lidstaten, wat tot rechtsonzekerheid leidt. De oprichting van eenheidsoctrooibescherming dient vergezeld te gaan van passende justitiële regelingen die inspelen op de behoeften van de gebruikers van het octrooistelsel. De eenheidsoctrooibescherming kan in de praktijk pas goed werken indien passende justitiële regelingen ervoor zorgen dat octrooien op het hele grondgebied van de deelnemende lidstaten kunnen worden gehandhaafd en herroepen en tegelijkertijd een hoge kwaliteit van arresten en rechtszekerheid voor bedrijven waarborgen. Er wordt momenteel gewerkt aan specifieke justitiële regelingen, waarbij ook rekening gehouden wordt met het recente advies van het Hof van Justitie van de Europese Unie (A-1/09) inzake de verenigbaarheid van de ontwerpovereenkomst betreffende het Gerecht voor het Europees en het EU-octrooi (EEUPC) met de Verdragen. Een gemeenschappelijk stelsel voor octrooigeschillenbeslechting dat zowel voor Europese gebundelde octrooien als voor Europese octrooien met eenheidswerking geldt zou de kosten en de duur van processen danig verminderen en de rechtszekerheid voor gebruikers doen toenemen. Een instrument voor de valorisatie van IER Immateriële activa kunnen tot wel drie kwart van de totale waarde van een bedrijf uitmaken[16] en de financiële zichtbaarheid en impact van intellectuele-eigendomsrechten zijn zo groot geworden dat op intellectuele eigendom gebaseerde transacties steeds belangrijker worden. Bedrijven moeten hun immateriële activa, zoals octrooien, handelsmerken en auteursrechten, op gepaste wijze beheren. De Raad heeft de Commissie in zijn conclusies van februari 2011 verzocht mogelijkheden te onderzoeken voor het instellen van een Europees instrument voor de valorisatie van intellectuele-eigendomsrechten, met name om kleine en middelgrote ondernemingen vlotter toegang te geven tot de kennismarkt. In deze context verwijst de term "valorisatie" naar het bepalen van de boekhoudkundige waarde van immateriële activa en het creëren van meer mogelijkheden om IER beter te laten renderen en de financiering ervan te optimaliseren. Met het oog op een grondige analyse van het onderwerp heeft de Commissie een omvattend onderzoek opgezet, met inbegrip van een deskundigengroep en een haalbaarheidsstudie. Die activiteiten zullen een algemeen beeld van de situatie schetsen en de Commissie helpen wanneer zij verschillende mogelijkheden in overweging neemt voor het instellen van een instrument voor de valorisatie van IER, zoals de oprichting van een innovatief Europees IER-platform voor de kennismarkt om de overdracht en de handel te vergemakkelijken. De Commissie brengt uiterlijk eind 2011 verslag uit aan de Europese Raad. Modernisering van het merkenstelsel in Europa De nationale inschrijving van merken in lidstaten van de EU is al 20 jaar[17] geharmoniseerd en het Gemeenschapsmerk werd 15 jaar geleden in het leven geroepen[18]. Het merkenstelsel heeft duidelijk succes geboekt in Europa. Dit is, onder andere, zichtbaar in het recordaantal nieuwe aanvragen van het Gemeenschapsmerk in 2010 (meer dan 98 000) en de in 2011 verwachte ontvangst van de miljoenste aanvraag sinds de oprichting van het Gemeenschapsmerk in 1996. Maar belanghebbenden vragen steeds snellere, kwaliteitsvollere en eenvoudigere inschrijvingsstelsels voor merken, die consistenter, gebruiksvriendelijker, toegankelijker voor het publiek en meer technologisch actueel zijn. Om aan deze eisen tegemoet te komen moet het merkenstelsel in Europa worden gemoderniseerd en aangepast aan het internettijdperk. In 2009 begon de Commissie een uitgebreide evaluatie van de algehele werking van het merkenstelsel in Europa. Op basis van deze evaluatie en een effectbeoordeling zal de Commissie voorstellen indienen om zowel de verordening inzake het Gemeenschapsmerk als de Merkenrichtlijn te wijzigen in het laatste kwartaal van 2011. Het doel van de evaluatie is het stelsel op zowel EU- als nationaal niveau te moderniseren door het doeltreffender, efficiënter en als geheel consistenter te maken. De nadruk zal in het bijzonder liggen op mogelijkheden om: (1) de inschrijvingsprocedure te vereenvoudigen en te versnellen, rekening houdend met de behoeften van het elektronische tijdperk; (2) de rechtszekerheid te vergroten, bijvoorbeeld door te herdefiniëren wat een merk is; (3) het toepassingsgebied van de merkrechten te verduidelijken, onder andere wat betreft goederen in verschillende situaties binnen het douanegebied van de EU; (4) in een kader te voorzien voor de toegenomen samenwerking tussen het Harmonisatiebureau voor de eengemaakte markt (BHIM) in Alicante en de nationale merkenbureaus, dat erop gericht is de administratieve handelswijzen te harmoniseren en gemeenschappelijke instrumenten te ontwikkelen die veel meer mogelijkheden bieden om prioritaire zoekopdrachten uit te voeren, en het register te controleren op onrechtmatige inschrijvingen; en (5) de richtlijn beter te laten aansluiten op de verordening, in het bijzonder, door de juridische grondslagen voor weigering tot inschrijving verder op elkaar af te stemmen op Europees niveau, en (6) de weigeringsgronden en de gronden voor co-existentie ingevolge zowel de richtlijn als de verordening beter aan te passen aan de regels inzake geografische aanduidingen. Hoe dan ook zullen de amendementen die de Commissie zal voorstellen op de verordening inzake het Gemeenschapsmerk in overeenstemming zijn met het concept van de eengemaakte markt en de eenheid van dit succesvolle IE-hoofdstuk behouden. Ontwikkeling van een uitgebreid kader voor auteursrecht in de digitale eengemaakte markt Het internet is grenzeloos, maar onlinemarkten in de EU worden nog steeds versnipperd door verschillende barrières. Europa is nog steeds een lappendeken van nationale onlinemarkten en in sommige gevallen kunnen Europeanen auteursrechtelijk beschermde werken of diensten niet elektronisch aankopen binnen een digitale eengemaakte markt. Zowel de technologie, het zich snel ontwikkelende karakter van digitale zakenmodellen als de groeiende autonomie van onlineconsumenten vragen dat voortdurend geëvalueerd wordt of de huidige regels inzake auteursrecht de juiste stimulansen leveren en rechthebbenden, gebruikers van rechten en consumenten in staat stellen de mogelijkheden die moderne technologieën bieden ten volle te benutten. Auteurs en andere kunstenaars verwachten een billijke vergoeding voor het gebruik van hun werk, zij het boeken, krantenartikels, geluidsopnamen, voorstellingen, films of foto's. Dit is ook het geval voor uitgevers en producers die investeringen leveren voor het produceren en verspreiden van creatieve werken. Auteurs en kunstenaars zouden hun winst kunnen verhogen als een geschikte omgeving voor auteursrecht het makkelijker zou maken om vergunningen te verlenen en de werken binnen een digitale eengemaakte markt te verspreiden. Een Europees bestuurskader om het raakvlak tussen ontwikkelaars, commerciële gebruikers en consumenten te reguleren is cruciaal als Europa het volledige potentieel van nieuwe technologieën en de digitale markt wil benutten. Europa moet vergunningsdiensten voor auteursrecht ontwikkelen, gecombineerd met webtoepassingen en -instrumenten om krachtige culturele en creatieve industrieën te bevorderen die miljoenen burgers de kans geven gepubliceerde kennis en amusement gemakkelijk en legaal te gebruiken en te delen binnen de Unie, ongeacht de lidstaat waarin zij verblijven. De Commissie zal een reeks initiatieven voorstellen, die hieronder vermeld staan, om deze doelstelling te verwezenlijken. Europees bestuur en beheer inzake auteursrecht Ongeacht de gebruikte technologie zouden aanpassingen van het auteursrecht binnen de eengemaakte markt de vorm moeten hebben van "enabling legislation" om het auteursrecht zo efficiënt mogelijk te gebruiken en daarbij de juiste stimulansen te bieden voor creatie en investering, innovatieve zakenmodellen en verspreiding van werken. Ze moeten het repertoire dat beschikbaar is voor alle consumenten in de Europese Unie helpen verdiepen en verbreden. Leemtes in de beschikbaarheid van onlinediensten voor consumenten in bepaalde lidstaten moeten opgevuld worden door een stabiel kader te ontwikkelen voor het bestuur van auteursrecht op Europees niveau, dat aangepast zal zijn aan nieuwe zakenmodellen. Nieuwe zakenmodellen [pic] De ontwikkeling van een Europees kader voor het online verlenen van licenties inzake auteursrecht zou het legale aanbod van beschermde culturele goederen en diensten in heel de EU erg stimuleren[19]. Middels moderne technologie voor licentieverlening zou een groter aanbod van grensoverschrijdende onlinediensten beschikbaar kunnen worden gemaakt en zouden zelfs diensten kunnen worden ontwikkeld die over heel Europa beschikbaar zijn[20]. Daarom zal de Commissie in 2011 voorstellen indienen om een wettelijk kader te ontwikkelen voor het collectieve beheer van auteursrechten om het mogelijk te maken licenties multi-territoriaal en pan-Europees te verlenen. Met het oog op de ontwikkeling van een digitale markt voor culturele goederen en diensten is het van belang de nadruk te leggen op het grensoverschrijdende beheer van auteursrechten in een onlineomgeving, maar toch moet ook aandacht besteed worden aan bestuursstructuren van andere vormen van collectief beheerde rechten. Het nieuwe kader moet gemeenschappelijke regels vastleggen inzake bestuur, transparantie en doeltreffende controle, met inbegrip van collectief beheerde inkomensstromen. Duidelijkere regels voor licentieverlening inzake auteursrechten en de verdeling van inkomsten zullen uiteindelijk zorgen voor gelijke spelregels voor alle partijen, namelijk rechthebbenden, auteursrechtenmaatschappijen, dienstverleners en consumenten. Ter ondersteuning van de ontwikkeling van nieuwe onlinediensten die een groter gedeelte van het wereldwijde repertoire aanbieden en meer Europese consumenten bedienen, moet het kader ook bepalen dat Europese "auteursrechtenmakelaars" in het leven geroepen worden, die licenties kunnen verlenen voor het wereldwijde muzikale repertoire en dit kunnen beheren op multi-territoriaal niveau, samen met het garanderen van de ontwikkeling van de Europese culturele diversiteit. Daartoe moet een uitvoerbare Europese regeling voor het beheer van auteursrechten ingevoerd worden die grensoverschrijdende licentieverlening vergemakkelijkt. Een grensoverschrijdend beheer van auteursrechten voor onlinediensten vraagt een hoog niveau van technische expertise, infrastructuur en elektronische netwerken. De nodige middelen moeten beschikbaar zijn om te garanderen dat alle aanbieders voldoen aan hoge dienstverleningsnormen voor zowel rechthebbenden als gebruikers en dat de concurrentie niet vervalst wordt. Een andere mogelijkheid voor een diepgaandere controle van auteursrechten op Europees niveau is het ontwikkelen van een European Copyright Code (Europese auteurswet). Die kan een uitgebreide wetgeving omvatten van het huidige geheel van EU-richtlijnen inzake auteursrecht om de rechten die worden bepaald door het auteursrecht en de daaraan verbonden rechten op EU-niveau te harmoniseren en te verstevigen. Dit biedt ook de gelegenheid om te onderzoeken of de huidige uitzonderingen op en beperkingen van het auteursrecht die werden toegekend ingevolge Richtlijn 2001/29/EG[21] moeten worden geactualiseerd of geharmoniseerd op EU-niveau. Een Code zou helpen de relatie tussen de verschillende exclusieve rechten die rechthebbenden genieten en het toepassingsgebied van de uitzonderingen op en beperkingen van deze rechten te verduidelijken. De Commissie zal ook onderzoeken of het ontwikkelen van een optionele auteursrechtelijke eenheidstitel haalbaar is op basis van artikel 118 VWEU en de mogelijke effecten daarvan op de eengemaakte markt, de rechthebbenden en de consumenten. Deze kwesties vragen verder onderzoek en analyse. De Commissie zal deze kwesties onderzoeken, onder meer in het kader van de dialoog met de belanghebbenden die is gepland in de digitale agenda voor Europa en zal in 2012 verslag uitbrengen, in het bijzonder over de vraag of Richtlijn 2001/29/EG moet worden geactualiseerd. Technologie en gegevensbankenbeheer Het alomtegenwoordige internet heeft de behoefte aan betere gemeenschappelijke praktijken voor licentieverlening doen groeien. Technologie kan een groot aantal pragmatische oplossingen leveren om het verlenen van auteursrechten aan te passen aan het internet en de distributie van collectief beheerde inkomensstromen te ondersteunen. In dit verband zal de Commissie maatregelen ondersteunen die het simpeler en efficiënter maken om toegang te krijgen tot auteursrechtelijk beschermde werken via innovatieve licentietechnologieën, certificering van licentie-infrastructuren, identificatie en gegevensuitwisseling van feitelijk gebruik en elektronische gegevensverwerking. Dit zal projecten van verschillende belanghebbenden voor het ontwikkelen van geautomatiseerde en geïntegreerde beheersinfrastructuur voor op normen gebaseerde rechten, aanmoedigen en ondersteunen[22]. Op elkaar afgestemde onlinegegevensbanken moeten helpen bij het identificeren van rechthebbenden en de ontwikkeling van licentie-infrastructuur ondersteunen. Het is bijvoorbeeld cruciaal om correcte informatie over het eigendom op auteursrechten van muziekauteurs te verzamelen en beschikbaar te stellen in één gezaghebbende gegevensbank, om het efficiënt verlenen van grensoverschrijdende licenties en de consistente distributie van auteursrechten tussen de relevante rechthebbenden binnen Europa te vergemakkelijken. Dit zal het ook makkelijker maken licenties te verlenen voor het Europese repertoire in het buitenland en de overeenkomstige auteursrechten te verdelen onder de Europese auteurs. Deze informatie moet publiek beschikbaar zijn en transparant zijn voor de gebruikers, om zo het verlenen van licenties te vergemakkelijken. Door gebruikers gegenereerde inhoud In het licht van de zich snel ontwikkelende sociaalnetwerksites en sociale media die berusten op het aanmaken en uploaden van digitale inhoud door de eindgebruikers (blogs, podcasts, posts, wiki's, mash-ups, het delen van documenten en video's), zal specifieke aandacht worden besteed aan een mogelijke aanpak voor het omgaan met deze door gebruikers aangemaakte of gegenereerde inhoud (UGC)[23]. In het verlengde van haar algehele aanpak pleit de Commissie voor verantwoordelijk gebruik, maar wil ze ook garanderen dat gebruikers alle voordelen van nieuwe interactieve onlinediensten genieten. Het bewustzijn groeit dat oplossingen nodig zijn om het makkelijker en betaalbaarder te maken voor eindgebruikers om auteursrechtelijk beschermde werken van derden te gebruiken in hun eigen creaties. Gebruikers die auteursrechtelijk beschermde werken integreren in eigen creaties die worden geüpload op het internet, moeten toegang hebben tot een simpel en efficiënt toestemmingsstelsel. Dit is vooral belangrijk in het geval van "amateurgebruikers" van wie de UGC wordt aangemaakt voor niet-commerciële doeleinden, maar die toch te maken krijgen met inbreukprocedures indien zij materiaal uploaden zonder toestemming van de rechthebbende. Het is tijd om verder te bouwen op de sterkte van het auteursrecht en op een verantwoordelijke manier op te treden als tussenpersoon tussen rechthebbenden en gebruikers van inhoud. De Commissie zal de kwestie verder onderzoeken, in het bijzonder in het kader van de voornoemde dialoog met stakeholders, onder andere via contacten met alle betrokken partijen om zo een evenwicht te vinden tussen de rechten van de aanmakers van de inhoud en de noodzaak rekening te houden met nieuwe expressievormen. Heffingen op het kopiëren voor privégebruik De goede werking van de eengemaakte markt vereist ook dat heffingen op kopiëren voor privégebruik worden verzoend met het vrije verkeer van goederen, om vlotte grensoverschrijdende handel mogelijk te maken in goederen waarop heffingen op het kopiëren voor privégebruik worden geïnd[24]. De inspanningen worden verdubbeld om een impuls te geven aan een overeenkomst tussen belanghebbenden, gebaseerd op de resultaten van het ontwerp voor een memorandum van overeenstemming (MvO) van 2009 waarbij de Commissie als bemiddelaar optrad. In 2011 wordt een onafhankelijke bemiddelaar op hoog niveau aangesteld die is belast met de taak de mogelijke manieren voor het verbeteren van de administratie van heffingen te verkennen met het oog op het harmoniseren van de methodiek die wordt gebruikt om de heffingen op te leggen, in het bijzonder het soort apparatuur dat onderworpen is aan heffingen, hoe het tarief wordt vastgesteld, en de mate waarin de verschillende nationale systemen op elkaar afgestemd zijn in het kader van de grensoverschrijdende effecten die een uiteenlopend heffingenstelsel heeft op de eengemaakte markt. De grondslag voor uitgebreide wetgevingsmaatregelen op EU-niveau tegen 2012 moet een gecoördineerd optreden op alle vlakken zijn om resterende problemen op te lossen. Toegang tot Europa's culturele erfgoed en ondersteunen van de pluraliteit van de media Het behoud en de verspreiding van Europa's rijke culturele en intellectuele erfgoed vergemakkelijken en de totstandbrenging van Europese digitale bibliotheken aanmoedigen is cruciaal voor de ontwikkeling van de kenniseconomie. Er is behoefte aan innovatieve oplossingen voor licentieverlening om het probleemloos delen van kennis en cultuur te promoten waardoor academische instellingen, bedrijven, onderzoekers, en particulieren auteursrechtelijk beschermd materiaal wettelijk kunnen gebruiken, door auteurs, uitgevers en andere kunstenaars te compenseren voor het gebruik van hun werk. In 2011 is de Commissie van plan met een tweeledige aanpak de digitalisering te promoten en de collecties van de Europese culturele instellingen (bibliotheken, musea en archieven) beschikbaar te maken. Enerzijds zal ze collectieve vergunningsstelsels promoten voor werken die nog steeds door het auteursrecht beschermd worden, maar niet langer commercieel beschikbaar zijn (werken die uit de handel zijn). Anderzijds zal ze een Europees wetgevingskader ontwikkelen om zogenaamde "verweesde werken" te identificeren en beschikbaar te maken[25]. De succesvolle voltooiing van deze twee initiatieven zal ook de ontwikkeling van Europeana stimuleren[26], een onlineplatform waarlangs burgers toegang hebben tot de diversiteit en de rijkdom van Europa's culturele erfgoed. De Commissie verbindt zich er ook toe te blijven samenwerken met de lidstaten om haalbare alternatieven te ontwikkelen om de "boekenschaarste" waar miljoenen visueel gehandicapten mee te kampen hebben, aan te pakken. Momenteel is slechts een erg klein percentage van publicaties beschikbaar in toegankelijke formaten zoals braille, groteletterdruk of audio. De Commissie onderhandelde onlangs over een MvO[27] (ondertekend in september 2010) om de grensoverschrijdende uitwisseling van werken in speciale formaten te vergemakkelijken en deze beschikbaar te stellen voor personen met een visuele handicap. Het MvO zet een systeem van "vertrouwde tussenpersonen" op die de taak hebben materialen in speciale formaten over nationale grenzen heen online af te leveren. De Commissie zal verder samenwerken met belanghebbenden om in elke lidstaat een netwerk van vertrouwde tussenpersonen op te zetten. Dit maakt de vlekkeloze levering van materialen in speciale formaten mogelijk in een veilige omgeving in heel de EU. Het stelsel dat het MvO heeft opgezet zal jaarlijks worden getoetst om vast te stellen of de grensoverschrijdende uitwisseling van materialen in speciale formaten effectief toeneemt of dat meer actie ondernomen moet worden. Journalisten zijn auteurs en hun werk is belangrijk, niet alleen omdat ze over de wereld waarin we leven rapporteren, becommentariëren en interpreteren, maar ook omdat persvrijheid het levende bewijs is van Europa's pluralistische en democratische maatschappij. Auteursrechten van journalisten beschermen en ervoor zorgen dat zij inspraak behouden over de manier waarop hun werk wordt gebruikt, is daarom cruciaal voor het behouden van onafhankelijke en professionele journalistiek van een hoge kwaliteit. Uitgevers spelen zelf een belangrijke rol in de verspreiding van het werk van schrijvers, journalisten, onderzoekers, wetenschappers, fotografen en andere kunstenaars. In dit opzicht is het belangrijk de rechten die journalisten en uitgevers hebben op het gebruik van hun werk op het internet te vrijwaren, in het bijzonder gezien de opkomst van diensten die nieuws verzamelen. De Commissie zal deze kwesties blijven onderzoeken in het licht van de nieuwe juridische en technische ontwikkelingen. Vrije toegang als middel om de verspreiding van onderzoeksresultaten te maximaliseren is een vrij recent fenomeen. Er bestaan verschillende manieren om vrije toegang te verwezenlijken, in het bijzonder "open access publishing" (bijvoorbeeld in publicatiebladen met vrije toegang) en zelfarchivering door auteurs in institutionele of thematische gegevensbanken. Het potentieel van vrije toegang om kennis toegankelijker te maken wordt in wetenschappelijke kringen al algemeen erkend, en wordt verder onderzocht.[28] Rechten van uitvoerende kunstenaars De Commissie verbindt zich ertoe te garanderen dat alle vormen van creativiteit vergoed worden. In een tijdperk dat gedijt op multimediaformats gebeurt het vaak dat uitvoerende kunstenaars, ook professionele, niet billijk worden erkend en vergoed voor hun creatieve inbreng in een artistiek werk. Een manier om eerlijke en gelijke spelregels voor kunstenaars te bereiken is door de beschermingstermijn van uitvoerende kunstenaars op muzikaal gebied beter af te stemmen op die van auteurs. De Commissie heeft een dergelijk voorstel ingediend[29] en verwacht dat het in de erg nabije toekomst zal worden aangenomen. De voordelen van dit vroege initiatief, dat deel uitmaakt van het algehele auteursrechtenbeleid van de Commissie, zullen zich ook uitbreiden naar producenten. De toename van hun inkomensstroom, in het bijzonder vanop het internet, zal nieuw talent aanmoedigen en producenten aanzetten tot investeren in nieuwe muzikale creaties. Audiovisuele werken De juiste omstandigheden scheppen voor vlotte, makkelijkere en technologisch neutrale oplossingen voor grensoverschrijdende en pan-Europese licentieverlening in de audiovisuele sector, zal producenten van inhoud helpen de beschikbaarheid van de inhoud te verhogen, ten voordele van de Europese burgers. De Commissie start in 2011 het overleg over onlineverspreiding van audiovisuele werken om hierover te rapporteren in 2012. Het overleg zal zich toeleggen op kwesties inzake auteursrecht, video op verzoek, hun invoering in de keten van de media, grensoverschrijdende licentieverlening voor omroeporganisaties, efficiënte licentieverlening en de promotie van Europese werken. Het audiovisuele groenboek zal ook de status van audiovisuele auteurs behandelen en of zij delen in de baten van online-inkomensstromen. Volgrecht van de artiest In oktober 2011 zal de Commissie over de uitvoering en de effecten van de volgrechtrichtlijn rapporteren[30]. Zij houdt momenteel een openbare raadpleging om een brede waaier van vragen met betrekking tot de uitvoering van deze richtlijn te beantwoorden, met inbegrip van: de impact van de richtlijn op de eengemaakte markt, op het concurrentievermogen van de EU-markt in moderne en hedendaagse kunst, op het effect van de invoer van het volgrecht in die lidstaten die het volgrecht niet toepasten in nationaal recht voordat de richtlijn in werking trad[31], en op het cultiveren van artistieke creativiteit. Aanvullende bescherming van immateriële activa De huidige EU-wetgeving inzake de bescherming van IER wordt aangevuld door nationale regels op bepaalde praktijken van "concurrentie op de rand van de wet", die zich vaak op de grens tussen het beschermen van industrieel eigendom en andere wetgevingsgebieden bevinden. Bedrijfsgeheimen en productpiraterij Een voorbeeld is de bescherming van bedrijfsgeheimen[32]. Bedrijfsgeheimen zijn waardevolle immateriële activa van een bedrijf zoals technologie, een bedrijfs- of marketingstrategie, een gegevensverzameling (bijvoorbeeld een klantenlijst) of een recept. De wettelijke regelingen van lidstaten en het beschermingsniveau dat in de EU wordt verleend verschillen aanzienlijk. In een aantal lidstaten bevat het burgerlijk recht specifieke bepalingen inzake bedrijfsgeheimen: Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Duitsland, Italië, Litouwen, Polen, Portugal, Slovakije, Slovenië, Spanje en Zweden. Sommige van deze landen voorzien bovendien ook in strafrechtelijke sancties. Toch bevat het burgerlijk recht in een groot aantal lidstaten geen specifieke bepalingen inzake bedrijfsgeheimen: België, Cyprus, Verenigd Koninkrijk, Ierland, Finland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Frankrijk (hoewel de Franse IE-code sommige aspecten regelt). Bedrijfsgeheimen kunnen toch beschermd worden, tenminste voor een deel, met andere middelen, zoals een algemene verbodsbepaling op oneerlijke concurrentie, recht inzake onrechtmatige daden, verbintenissenrecht, arbeidsrecht en strafrecht. De significante verschillen in nationale wetgevingen inzake de aard en het toepassingsgebied van bescherming van bedrijfsgeheimen en de beschikbare rechtsmiddelen en desbetreffende oplossingen, monden onvermijdelijk uit in verschillende beschermingsniveaus; met als gevolg dat, afhankelijk van hun locatie, sommige bedrijven beter uitgerust zijn dan andere om de uitdagingen van een op informatie gebaseerde economie aan te gaan. De laatste jaren zijn bedrijfsgeheimen kwetsbaarder geworden voor spionageaanvallen van buitenaf[33], in het bijzonder door de verhoogde gegevensuitwisseling en het gebruik van het internet, en worden ze ook steeds vaker bedreigd van binnen het bedrijf uit: volgens een studie van de privésector, is de diefstal van gevoelige informatie door bv. werknemers per incident tien keer zo duur als onopzettelijk verlies[34]. In andere omstandigheden kunnen bedrijfsgeheimen echter ook worden ingeroepen om belangrijke informatie achter te houden om zo innovatie en technische ontwikkelingen bij concurrenten te belemmeren. Gezien de complexiteit van deze kwestie en de verschillende gevolgen daarvan, moet de Commissie zich verder beraden en moet ze uitgebreid bewijsmateriaal vergaren voordat ze een positie inneemt wat betreft mogelijke toekomstige maatregelen. Een ander interesseveld is de bescherming tegen zogenaamde "productpiraterij" of "lookalikes"[35]. Productpiraterij zijn kopieën die zijn ontworpen om te lijken op bestaande producten van bekende merken, maar die toch bepaalde verschillen behouden zodat ze niet kunnen worden bestempeld als vervalsingen. Dit kan verwarring veroorzaken bij minder oplettende consumenten of bij consumenten die het merk niet goed genoeg kennen om de verschillen op te merken. Lidstaten gebruiken verschillende concepten om dit fenomeen aan te pakken en voorzien in verschillende beschermingsniveaus. Sommige lidstaten hebben dus specifieke bepalingen inzake productpiraterij binnen de wetgeving inzake oneerlijke concurrentie (Oostenrijk, Duitsland, Tsjechië en Spanje), andere behandelen productpiraterij onder een vangnetbepaling of een algemene bepaling die oneerlijke concurrentie verbiedt (België, Denemarken en Finland). Wetgevingen van andere lidstaten bevatten geen bepalingen betreffende oneerlijke concurrentie die toepasbaar zijn op productpiraterij en behandelen deze kwesties in het burgerlijk wetboek, ofwel in specifieke bepalingen (Italië), ofwel in bepalingen die algemeen toepasbaar zijn op onrechtmatige daden (Frankrijk, Nederland). Ten slotte heeft het Verenigd Koninkrijk geen wetgeving inzake oneerlijke concurrentie en zijn er geen specifieke bepalingen inzake productpiraterij: hier moet de onrechtmatige daad van "passing-off" worden gebruikt. Daarom verschilt de bescherming aanzienlijk wat betreft doeltreffendheid. De Commissie is begonnen met de economische impact van de huidige versnippering van het wettelijke kader te bepalen, met als doel bedrijfsgeheimen te beschermen en andere praktijken van "concurrentie op de rand van de wet", zoals productpiraterij, tegen te gaan. Dit werk zal een uitgebreide externe studie en overleg met belanghebbenden bevatten om de eigenlijke impact van deze praktijken op de economie en de maatschappij te onderzoeken. Ze zal ook de economische voordelen die een EU-aanpak op deze gebieden zou hebben, beoordelen. Niet-agrarische geografische aanduidingen Geografische aanduidingen (GA's) zijn een instrument om de relatie tussen de kwaliteit van een product en zijn geografische oorsprong te waarborgen. Dit zorgt voor niche-marketing, merkenontwikkeling en marketing gebaseerd op reputatie. Lidstaten bieden echter verschillende juridische stelsels aan voor de bescherming van niet-agrarische producten (bijvoorbeeld, op basis van concurrentie- of consumentenrecht of op basis van gemeenschaps- of kwaliteitsmerken) en slechts een derde heeft een specifieke wetgeving ontwikkeld waarin GA's worden beschouwd als een specifieke vorm van IER. Deze versnippering van het wettelijke kader voor de bescherming van GA's voor niet-agrarische producten kan de werking van de eengemaakte markt negatief beïnvloeden. Bovendien, is bescherming voor GA's van niet-agrarische producten ook een belangrijke kwestie in bilaterale en multilaterale handelsbesprekingen met derde landen. De Commissie zal weldra een uitvoerbaarheidsstudie laten uitvoeren betreffende GA's voor niet-agrarische en non-food producten, die alle gerelateerde wetgevingsgebieden zal omvatten. Het werk zal met name een analyse van de bestaande wettelijke kaders in de lidstaten, een diepgaande beoordeling van de behoeften van belanghebbenden en het potentiële economische effect van bescherming voor niet-agrarische GA's bevatten. Op basis van de resultaten, verder beraad en uitgebreide bewijsvergaring, zal de Commissie beslissen over passende toekomstige maatregelen. Betere bestrijding van namaak en piraterij [36] De ontwikkeling van op IER gebaseerde producten en diensten kan erg lastig en duur zijn, terwijl het resultaat gemakkelijk kan worden nagemaakt en gereproduceerd. Georganiseerde en grootschalige schending van IER is een mondiaal fenomeen geworden en is wereldwijd een bron van bezorgdheid. De OESO schat in haar recentste onderzoek ( 2009) dat de internationale handel in namaakgoederen is gegroeid van ruim 100 miljard USD in 2000 tot 250 miljard USD in 2007[37]. Volgens de OESO is dat bedrag groter dan het nationale bbp-cijfer van ongeveer 150 economieën. De door de Europese Commissie gepubliceerde cijfers over nationale douaneactiviteiten geven aan dat het aantal geregistreerde gevallen van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op IER is gestegen van 26 704 in 2005 tot 43 572 in 2009, ofwel een stijging van meer dan 60 procent in vijf jaar tijd[38]. Personen die inbreuk maken op IER ontnemen Europese makers een passende beloning, bemoeilijken innovatie, schaden de concurrentiekracht, doen banen verdwijnen, verminderen de overheidsinkomsten en kunnen een gevaar vormen voor de gezondheid en de veiligheid van de EU-burgers. Het Centre for Economics and Business Research (CEBR) benadrukt in een van zijn onderzoeken dat namaak en piraterij het Europese bbp jaarlijks tot wel 8 miljard EUR kosten[39]. Namaak levert georganiseerde criminele groeperingen ook grote winsten op en verstoort de eengemaakte markt, omdat illegale praktijken binnen bedrijven erdoor worden aangemoedigd[40]. De EU heeft een begin gemaakt met het aanpakken van het probleem, met burgerrechtelijke maatregelen die houders van rechten in staat stellen hun intellectuele-eigendomsrechten te doen gelden,[41] middels Verordening (EG) nr. 1383/2003[42] die EU-douaneautoriteiten de mogelijkheid geeft goederen waarvan vermoed wordt dat zij inbreuk maken op IER aan de buitengrenzen van de EU vast te houden, alsmede door de oprichting in 2009 van een Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij[43]. De belangrijkste doelstellingen van het waarnemingscentrum zijn het verzamelen van gegevens over de economische en maatschappelijke gevolgen van namaak en piraterij en het opstellen van verslagen ter zake, alsmede het opzetten van een platform voor vertegenwoordigers van de nationale autoriteiten en belanghebbenden voor het uitwisselen van ideeën en ervaringen op het gebied van beste praktijken. Het succes van de eerste maatregelen toont dat de EU op de goede weg is. De inspanningen die het waarnemingscentrum sinds zijn oprichting heeft verricht, werden positief onthaald door het Europees Parlement, de lidstaten en de particuliere belanghebbenden. De reacties geven echter ook aan dat de huidige werkzaamheden moeten worden uitgebreid. Bovendien heeft de Commissie in haar verslag over de toepassing van de in december 2010 gepubliceerde richtlijn betreffende de handhaving van IER[44] bevestigd dat er behoefte is aan een sterker rechtskader inzake handhaving en aanvullende vrijwillige regelingen tussen de belanghebbenden. Ten slotte werd in het kader van de evaluatie van de douaneverordening van de EU, die ook een in 2010 gehouden openbare raadpleging omvatte, geconcludeerd dat de wetgeving moest worden herzien om de controlebevoegdheid van de douaneautoriteiten uit te breiden en een aantal procedures toe te lichten om de belangen van legitieme handelaren te vrijwaren. Bewustmaking van de burger Consumenten zijn zich vaak niet bewust van de waarde van IER, noch van de negatieve economische en maatschappelijke gevolgen van namaak en piraterij en de gevaren die namaakgoederen met zich kunnen meebrengen[45]. Betere voorlichting van de burger is dan ook een belangrijk onderdeel van een doeltreffend intellectuele-eigendomsbeleid. Het Europees Parlement heeft de Commissie, de lidstaten en de belanghebbenden ook opgeroepen om de bewustwording van de consumenten, en in het bijzonder van jongeren, te bevorderen en ze het belang van intellectuele eigendom te doen inzien[46]. De Commissie zal daarom in nauwe samenwerking met het Europees Parlement en de belanghebbenden passende bewustmakingscampagnes opzetten. Het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij zal naar verwachting eveneens tot die doelstelling bijdragen. Een duurzamere structuur en nieuwe taken voor het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij Om de uitdagingen te kunnen aanpakken, moet uitvoerig bewijsmateriaal worden verzameld over de omvang van het probleem en moet voldoende informatie beschikbaar zijn over de oorsprong van via namaak of piraterij verkregen goederen, over de distributiekanalen en de verschillende betrokken actoren. Bovendien moeten de belanghebbenden en de overheden gezien de snel veranderende tendensen, met name op het internet, intensiever samenwerken. Daarom stelt de Commissie voor het huidige takenpakket van het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij uit te breiden. Het waarnemingscentrum zou ook belast moeten worden met het opzetten en organiseren van bewustmakingscampagnes, het vaststellen van passende opleidingsmaatregelen voor handhavingsinstanties, het verrichten van onderzoek naar innovatieve handhavings- en opsporingssystemen die enerzijds een zo innovatief en aantrekkelijk mogelijk legitiem aanbod toelaten en anderzijds een doeltreffender optreden tegen namaak en piraterij mogelijk maken (bijv. traceerbaarheidssystemen), alsook met de coördinatie van de internationale samenwerking voor capaciteitsopbouw met internationale organisaties en derde landen. Voor de uitvoering van die taken moeten de expertise, de middelen en de technische uitrusting van het waarnemingscentrum worden uitgebreid. Daarom zouden de taken van het waarnemingscentrum moeten worden toevertrouwd aan het Bureau voor harmonisatie binnen de eengemaakte markt (BHIM), dat in het kader van die opdracht gemachtigd zou moeten worden om alle categorieën IER te behandelen. Het BHIM zal in die context ook de dagelijkse samenwerking tussen de handhavingsinstanties en de samenwerking met de particuliere belanghebbenden verbeteren, onder meer door het opzetten van een nieuw elektronisch systeem voor informatie-uitwisseling en vroegtijdige waarschuwing op het gebied van door namaak en piraterij verkregen goederen. In 2010 heeft de Commissie een extern onderzoek gepubliceerd met een overzicht van de bestaande computersystemen die voor de opbouw van een dergelijk netwerk kunnen worden gebruikt[47]. Dat onderzoek zal de basis vormen van verdere raadplegingen en evaluaties die ten doel hebben kostenefficiënte oplossingen te vinden en synergieën te creëren met bestaande systemen en lopende projecten, om eind 2012 een ontwerp van een dergelijk elektronisch netwerk te kunnen voorstellen. Het netwerk zal volledig in overeenstemming zijn met de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming. Herziening van de richtlijn betreffende de handhaving van IER De Commissie is tegelijkertijd voornemens Richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van IER in de lente van 2012 te evalueren. Uit het recentelijk bekendgemaakte verslag over de toepassing van de richtlijn betreffende de handhaving van IER[48] is gebleken dat vooral de handhaving van IER in de digitale omgeving een aanzienlijke uitdaging vormt. De Commissie zal kijken hoe een kader kan worden vastgesteld om met name inbreuken op IER via het internet doeltreffender te kunnen bestrijden. Wijzigingen moeten erop gericht zijn inbreuken aan de bron aan te pakken en samenwerking op het niveau van de tussenpersonen, zoals dienstverleners, te bevorderen. Bovendien moeten zij verenigbaar zijn met de doelstellingen van het breedbandbeleid en mogen zij de belangen van de eindgebruikers niet schaden. De Commissie zal ervoor zorgen dat dergelijke wijzigingen in overeenstemming zijn met de in het Handvest van de grondrechten van de EU vastgestelde grondrechten, met name het recht op privacy, op bescherming van persoonsgegevens, op vrijheid van meningsuiting en informatie en op een effectief beroep[49]. Daarnaast zal de Commissie, op basis van het memorandum van overeenstemming dat de belanghebbenden op 4 mei 2011 hebben ondertekend,[50] verder onderzoek doen naar de mate waarin met name de verkoop van namaakgoederen op het internet kan worden teruggedrongen door vrijwillige maatregelen, met de medewerking van de belanghebbenden die het meest met dat fenomeen worden geconfronteerd (houders van rechten, internetplatformen en consumenten). De internationale dimensie van IER Door de toename van de internationale handel is de internationale dimensie van IER erg belangrijk geworden. De globalisering biedt Europa enorme mogelijkheden voor de handel in producten, diensten en kennis waarop veel IER rusten met en de uitvoer van dergelijke producten naar derde landen. Tegelijkertijd ontstaat als gevolg van de toename van het aantal inbreuken op intellectuele eigendom een behoefte aan een mondiale handhavingsstrategie, die de grondrechten eerbiedigt. Het Europees Parlement heeft in een resolutie[51] opgemerkt "dat de grootste uitdaging voor de eengemaakte markt gelegen is in het bestrijden van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten aan de buitengrenzen van de EU en in derde landen". De Commissie had deze bedenking ook al in 2004 gemaakt bij de vaststelling van de "Strategie voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen"[52], die momenteel wordt getoetst. Bovendien is de Commissie vastbesloten haar IER-beleid af te stemmen op de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid[53]. Multilaterale initiatieven, met inbegrip van coördinatie met internationale organisaties De Commissie zal haar doelstelling om de eerbiediging van IER-normen op internationaal niveau te bevorderen nastreven door de effectieve samenwerking en de contacten met derde landen op internationale fora te verbeteren, met name door haar werkzaamheden in het kader van de WIPO, de WTO en de UPOV, die erop gericht zijn de bescherming en de handhaving van IER wereldwijd te verbeteren. Zij zal technologische innovatie mee helpen stimuleren en bijdragen tot de overdracht en de verspreiding van technologie – tot wederzijds voordeel van producenten en gebruikers van technologische kennis en op zodanige wijze dat het maatschappelijk welzijn en de economische welvaart worden bevorderd – en tot een evenwicht tussen de rechten en de plichten[54]. Acties van de EU en van internationale organisaties worden momenteel onvoldoende gecoördineerd, wat de doeltreffendheid niet ten goede komt[55]. De Commissie zal in het kader van de WIPO haar steun blijven geven aan de grootschalige ratificatie van de internetverdragen van de WIPO van 1996 en de correcte toepassing daarvan in de nationale wetgevingen. Zij zal ook de ontwikkeling van passende instrumenten voor de beoordeling van de werking van auteursrechtenstelsels stimuleren. Zij zal haar steun verlenen aan lopende initiatieven voor de bestrijding van het wereldwijde verschijnsel van tv-piraterij en de wederuitzending van door piraterij verkregen televisiesignalen via het internet. De Commissie zal zich voorts actiever inzetten voor het sluiten van een WIPO-overeenkomst betreffende de grensoverschrijdende levering van materiaal in speciale formaten die zijn afgestemd op de behoeften van personen met een leeshandicap, overeenkomstig de doelstelling van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap. In juni 2010 heeft de EU in het kader van de WIPO reeds een gezamenlijke aanbeveling voorgesteld over een vlottere toegang tot door het auteursrecht beschermde werken voor personen met een leeshandicap. Op internationaal niveau heeft het verdrag inzake het octrooirecht reeds formele procedures geharmoniseerd en gestroomlijnd voor nationale en regionale octrooiaanvragen en octrooien. De EU zal het overleg over de harmonisatie van het materiële octrooirecht binnen de WIPO dan ook blijven ondersteunen. Een dergelijke harmonisatie zou de kwaliteit van octrooien verbeteren en de kosten drukken, wat gebruikers van het octrooistelsel over de hele wereld ten goede zou komen. De EU zal ook de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA)[56] kunnen ratificeren zodra alle overeenkomstsluitende partijen in de loop van 2011 hun handtekening hebben geplaatst.. Die handelsovereenkomst, welke volledig in overeenstemming is met het acquis van de EU, is een belangrijke stap naar een betere internationale bestrijding van inbreuken op IER, op basis van samenwerking tussen landen met dezelfde problemen en standpunten. De Commissie zal in de komende weken een voorstel indienen voor een besluit van de EU om de overeenkomst te ondertekenen. Bilaterale onderhandelingen en samenwerking met derde landen voor de bescherming van IE De EU zal blijven onderhandelen over IER-bepalingen in haar vrijhandelsakkoorden met derde landen. Bij de onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden moet ervoor gezorgd worden dat de bepalingen inzake IER zoveel mogelijk eenzelfde beschermingsniveau voor IER bieden als in de EU, met inachtneming van het ontwikkelingsniveau van de betrokken landen. Samenwerking door politieke en technische dialoog maakt eveneens deel uit van de strategie van de EU ten aanzien van de handelsaspecten van IER. Er moet tevens een evenwicht worden gevonden tussen de bescherming van IER in derde landen en de toegang tot kennis. Het IER-beleid kan dan ook bijdragen tot duurzame en inclusieve groei indien het deel uitmaakt van een omvattende ontwikkelingsstrategie die het ondernemingsklimaat poogt te verbeteren, op de ontwikkelingsbehoeften afgestemd onderzoek bevordert, en ervoor zorgt dat afdoende rekening wordt gehouden met de doelstellingen op het gebied van gezondheid, biodiversiteit en voedselzekerheid. Overdracht van betaalbare technologieën die voorzien in de basisbehoeften van de bevolking is essentieel voor de minst ontwikkelde landen (MOL). Opdat een dergelijke overdracht kan plaatsvinden, moeten de EU en de lidstaten de stimulansen voor bedrijven en instellingen bijsturen om innovatie en technologieoverdracht naar de MOL te bevorderen en aan te moedigen. Een voorbeeld van een mogelijke piste is het proefproject Global Access in Action waaraan de WIPO deelneemt. Dat partnerschap heeft ten doel beste praktijken op het gebied van licentieverlening voor intellectuele eigendom te bevorderen, zonder de belangrijkste afzetmarkten van de eigenaars van intellectuele eigendom in gevaar te brengen.[57] In die context moet verder worden nagedacht over de mate waarin de MOL na 2013 moeten worden vrijgesteld van de TRIPS-verplichtingen. De ontwikkelings- en de groeilanden zijn bijzonder kwetsbaar voor activiteiten die een inbreuk maken op IER en worden soms door ingewikkelde criminele netwerken gebruikt als basis voor de productie en distributie van namaak en door piraterij verkregen producten. Opleidingsmaatregelen en capaciteitsopbouwende activiteiten van de EU zijn dan ook essentieel om die landen te helpen in de strijd tegen georganiseerde inbreuken op intellectuele eigendom. Dergelijke maatregelen zullen worden aangemoedigd door het Bureau voor harmonisatie binnen de eengemaakte markt (BHIM) in het kader van zijn werkzaamheden voor het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij, alsook door andere programma's die de Commissie onder haar beheer heeft. Samenwerking op het gebied zal gericht zijn op de landen waar de beste resultaten kunnen worden verwacht op het gebied van handhavingscapaciteit en kosteneffectiviteit. Betere bescherming en handhaving van IER aan de EU-grenzen De douaneautoriteiten zijn het best in staat om doeltreffend actie te ondernemen aan de EU-grenzen. Het verbeteren van de handhaving van IER door de douaneautoriteiten is met het EU-douaneactieplan tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten voor de jaren 2009-2012[58] een prioriteit geworden voor de Commissie en de lidstaten. Daarom stelt de Commissie een nieuwe verordening voor ter vervanging van Verordening (EG) nr. 1383/2003, teneinde de handhaving te verbeteren en tegelijkertijd de procedures te stroomlijnen. Er wordt gewerkt aan een centrale gegevensbank van de EU, COPIS geheten, voor alle aan de douane gerichte verzoeken om op te treden waarin de genoemde verordening voorziet. De nationale douaneautoriteiten en de Commissie dienen samen te werken om de IER op een doeltreffende wijze te handhaven. Zo zal de Commissie een deskundigengroep en een netwerk van nationale douanecontactpunten oprichten om de invoer te voorkomen van op het internet verkochte goederen die inbreuk maken op IER. Bovendien houdt het bestrijden van inbreuken op IER aan de grenzen ook in dat de uitvoer van illegale goederen naar de EU wordt voorkomen. De Commissie en de lidstaten werken actief samen op douanegebied, zowel met landen waar namaak vandaan komt als met landen waar namaak wordt afgezet, in het kader van specifieke initiatieven zoals het actieplan van de EU en China betreffende douanesamenwerking voor de handhaving van IER. Dat actieplan moet er uiteindelijk voor zorgen dat de omvang van inbreuken op IER in de bilaterale handel tussen de EU en China afneemt. CONCLUSIES Alle vormen van IER zijn hoekstenen van de nieuwe kenniseconomie Immateriële activa zullen in de toekomst een groot deel uitmaken van de waarde, de beurswaarde en het concurrentievoordeel van de Europese bedrijven. IE is het kapitaal dat de nieuwe economie voedt. Een betere benutting van de IE-portefeuilles door licentieverlening en commerciële exploitatie is essentieel voor het succes van de bedrijven. Het potentieel van de digitale eengemaakte markt waar alle makers, dienstverleners en consumenten gedijen en voordeel halen, mag niet worden onderschat. Europa moet dringend een kader scheppen voor de menselijke en technologische hulpbronnen waarover het beschikt om zo een dynamische en concurrerende onlinemarkt voor creatieve transacties tot stand te brengen, zodat digitale goederen en diensten zo ruim mogelijk worden verspreid voor het nut van iedereen. Deze overkoepelende IER-strategie omvat een oplossing aan voor die uitdaging. Het hierboven uiteengezette ambitieuze werkprogramma van de Commissie vergt een volgehouden verbintenis van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de lidstaten. Om het aanzienlijke IER-kapitaal van Europa maximaal te laten renderen, moet gestreefd worden naar een optimale benutting van de intellectuele rijkdom van Europa. Zoals de bovengenoemde initiatieven aantonen, zijn extra inspanningen nodig om die rijkdom om te vormen tot motor van groei en goede banen. Aangezien de uitdagingen en prioriteiten veranderen als gevolg van de ervaring en de snelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen, verbindt de Commissie zich ertoe deze strategie in nauwe samenwerking met de belanghebbenden te evalueren en passende conclusies te trekken. BIJLAGE: LIJST VAN TOEKOMSTIGE INITIATIEVEN VAN DE COMMISSIE Nr. | Initiatief | Beschrijving | Timing | 1 | Eenheidsoctrooibescherming | Voorstellen voor verordeningen van het Europees Parlement en de Raad betreffende (1) een Europees eenheidsoctrooi en (2) vertaalregelingen. | De Commissie heeft op 13 april 2011 voorstellen goedgekeurd betreffende de punten (1) en (2). | 2 | Valorisatie-instrument voor IER | Een uitgebreide analyse op basis van de lopende haalbaarheidsstudie en een verslag aan de Europese Raad. | Het verslag moet uiterlijk eind 2011 worden ingediend. | 3 | Herziening van de verordening inzake het Gemeenschapsmerk en de merkenrichtlijn | Voorstellen om het EU-merkenstelsel doeltreffender, doelmatiger en samenhangender te maken. | Tweede helft van 2011 | 4 | Verweesde werken | Wetgevingsvoorstel voor een richtlijn betreffende bepaalde gevallen waarin het gebruik van verweesde werken is toegestaan. | Eerste helft van 2011 | 5 | Multiterritoriaal collectief beheer van auteursrechten | Voorstel voor een rechtsinstrument tot instelling van een Europees kader voor de onlineverlening van licenties voor auteursrechten met het oog op een stabiel kader voor het beheer van auteursrechten op Europees niveau. | Tweede helft van 2011 | 6 | Audiovisuele werken | Openbare raadpleging in het kader van een groenboek over diverse vraagstukken aangaande de onlinedistributie van audiovisuele werken. | Tweede helft van 2011 | 7 | Bijkomende maatregelen op het gebied van auteursrechten | Rapportering na de raadpleging van de belanghebbenden en nagaan van de behoefte aan verdere maatregelen om de Europese burgers, aanbieders van online-inhoud en houders van rechten optimaal profijt te laten trekken van het potentieel van de digitale eengemaakte markt. | 2012 | Nr. | Initiatief | Beschrijving | Timing | 8 | Thuiskopieerheffingen | Benoeming van een bemiddelaar op hoog niveau die moet bijdragen tot een akkoord onder de belanghebbenden over thuiskopieerheffingen. | Tweede helft van 2011 | 9 | Door gebruikers gegenereerde inhoud | Raadpleging van de belanghebbenden. | Tweede helft van 2012 | 10 | Europees auteursrecht | Evaluatie en overleg met de belanghebbenden en uitbrengen van verslag. | Vanaf 2012 | 11 | Toetsing van Richtlijn 2001/29/EG | Verslag over de toepassing van Richtlijn 2001/29/EG als vereist bij artikel 12 van die richtlijn. | 2012 | 12 | Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij | Voorstel voor een verordening tot toewijzing aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van bepaalde taken die verband houden met de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van het bijeenbrengen van vertegenwoordigers van de publieke en private sector in het kader van het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij. | Mei 2011 | 13 | Complementaire rechten van IE | Onderzoek naar de economische en maatschappelijke gevolgen van de onthulling van bedrijfsgeheimen en mededingingspraktijken "op de rand van de wet", zoals productpiraterij, alsook naar de economische voordelen van een Europese aanpak op het gebied. | Eind 2012 | 14 | Geografische aanduidingen voor niet-agrarische producten | Haalbaarheidsstudie inzake bescherming van geografische aanduidingen voor niet-agrarische producten in de hele EU. In het kader van dit onderzoek zullen de bestaande rechtskaders in de lidstaten worden ontleed en zal een grondige analyse worden gemaakt van de behoeften van de belanghebbenden en van de mogelijke economische gevolgen voor de bescherming van geografische aanduidingen voor niet-agrarische producten. | Tweede helft van 2012 | 15 | Herziening van de richtlijn betreffende de handhaving van IER | Herziening van de richtlijn met het oog op het opzetten van een kader waarbinnen met name inbreuken op IER via het internet doeltreffender kunnen worden bestreden aan de bron. | Eerste helft van 2012 | Nr. | Initiatief | Beschrijving | Timing | 16 | Vervanging van de verordening inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten | Voorstel voor een nieuwe douaneverordening ter verbetering van de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douaneautoriteiten en ter schepping van de voorwaarden voor een doeltreffend optreden, met aandacht voor het stroomlijnen van de procedures. | Mei 2011 | 17 | Vrijwillige maatregelen van belanghebbenden tegen inbreuken op IER | Akkoord tussen de belanghebbenden (memorandum van overeenstemming) over de verkoop van namaakgoederen via het internet en de follow-up. | Het MvO werd ondertekend op 4 mei 2011. Evaluatie en herziening tegen medio 2012. | 18 | EU-gegevensbank COPIS | Ontwikkeling van een gegevensbank voor het garanderen van een doelmatig beheer van de verzoeken tot optreden die bedrijven aan de douaneautoriteiten richten en het produceren van statistieken over door de douane uitgevoerde vasthoudingen. | Eerste helft van 2012 | 19 | Herziening van de in 2004 door de Commissie vastgestelde strategie voor de bescherming en de handhaving van IER in derde landen | Aanpassing van de strategie aan de meest recente behoeften en ontwikkelingen met het oog op een betere handhaving van IER door de douaneautoriteiten in derde landen en intensievere samenwerking in het kader van handelsakkoorden. | Eind 2011 | [1] Zie: Europa 2020-strategie (COM(2010) 2020), de jaarlijkse groeianalyse van 2011 (COM(2011) 11), de Digitale Agenda voor Europa (COM(2010) 245), de Akte voor de interne markt (COM(2011) 206) en de Innovatie-Unie (COM(2010) 546). [2] "The value of knowledge: European firms and the intellectual property challenge", een witboek van de onderzoekseenheid van The Economist, The Economist, januari 2007. 53% van de respondenten heeft verklaard dat het gebruik van IER over twee jaar erg belangrijk of essentieel zal zijn voor hun bedrijfsmodel, terwijl 35% van mening was dat dat reeds het geval was op het moment van het onderzoek. [3] The Work Foundation: The knowledge economy in Europe, verslag ter voorbereiding van de Lentetop van de Europese Raad in 2007. [4] Bron: http://www.wipo.int/sme/en/documents/valuing_patents.htm. [5] Bron: Ocean Tomo, als geciteerd in "The 2011 drug patent 'cliff' and the evolution of IP evaluation" van Liza Porteus Viana, Intellectual Property Watch, 11.1.2011. [6] Bron: Eurobrand-onderzoek van 2009, landenanalyse, http://study.eurobrand.cc. [7] Bron: Eurostat. [8] De ontwikkeling van software en gegevensbanken levert met bijna een vierde van de totale omzet van de op auteursrecht gebaseerde sectoren veruit de grootste bijdrage daartoe. [9] Volgens de Federatie van Europese Uitgevers tellen uitgeverijen van boeken 135 000 voltijdse werknemers en dragen zij ongeveer 24 miljard EUR bij aan het BBP van de EU. [10] Volgens de IFPI is de totale Europese markt van muziekopnamen goed voor ongeveer 6 miljard EUR. De markt van muziekopnamen vertegenwoordigt ongeveer een vijfde van de totale muziekmarkt, die bijna 30 miljard EUR waard is. [11] De productie, distributie en vertoning van films, en videoverkoop en -verhuur zijn goed voor 10% van de auteursrechtenomzet. De Europese audiovisuele industrie produceert jaarlijks meer dan 1 100 films en telt ruim 1 miljoen werknemers. Bron: Multi-Territory Licensing of Audiovisual Works in the European Union, een onderzoek van KEA, oktober 2010. [12] Verslag over het Europese concurrentievermogen van 2010, werkdocument van de diensten van de Commissie, SEC(2010) 1276 definitief. [13] COM(2010) 790 definitief. [14] Besluit 2011/167/EU van de Raad van 10 maart 2011 houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming, PB L 76 van 22.3.2011, blz. 53. [15] COM(2011) 215 definitief en COM(2011) 216 definitief. [16] Zie punt 2 en voetnoot 5. [17] Richtlijn 2008/95/EG van het Europese Parlement en van de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, PB L 299, 8.11.2008, blz. 25. [18] Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk, PB L 78, 24.3.2009, blz.1. [19] Het IFPI-muziekrapport van 2010 toont aan dat een Europeaan gemiddeld minder dan 2 EUR besteedt aan digitale muziek, terwijl een Amerikaan gemiddeld bijna 8 EUR en een Japanner gemiddeld 7 EUR besteden. [20] EMusic, leider in het aanbieden van deze dienst is aanwezig in 27 lidstaten en heeft een catalogus van 10 miljoen nummers. iTunes is verkrijgbaar in 15 lidstaten; 7digital en Vodafone in 12 lidstaten; Nokia (OviMusic) in 11 lidstaten; YouTube in 10 lidstaten; en LastFM in 9 lidstaten:http://www.pro-music.org/Content/GetMusicOnline/stores-europe.php. [21] Richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2011, betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, PB L 167, 22.6.2001, blz. 10. [22] Voorbeelden van deze initiatieven zijn onder andere de ontwikkeling van een gegevensbank voor het internationale repertoire (GRD) en het protocol voor toegang tot geautomatiseerde inhoud (ACAP). De Commissie steunt al de beschikbare registers van informatie over rechten en verweesde werken (ARROW) om rechthebbenden te identificeren en de rechtenstatus van een werk te controleren, bv. of het een verweesd werk is of een werk dat uit de handel is. [23] Deze kwestie werd aangekaart in het groenboek van de Commissie inzake auteursrecht in de kenniseconomie en de daaropvolgende mededeling met dezelfde naam (respectievelijk COM(2008) 466 en COM(2009) 532). Er werd geconcludeerd dat het onderwerp verder onderzocht moet worden. [24] Heffingen zijn betalingen op opneemapparatuur en blanco dragers in sommige lidstaten die een wettelijke uitzondering voor het kopiëren voor privégebruik hebben geïntroduceerd. Volgens Econlaw (2007) zijn in 2006 voor 453 EUR aan heffingen op kopiëren voor privégebruik geïnd op digitale apparaten en dragers in de Europese Unie. [25] Het onderscheid tussen werken die uit de handel zijn en verweesde werken is dat de auteurs of uitgevers van die eerste bekend zijn, maar dat het boek niet beschikbaar is via de traditionele of de nieuwe elektronische handelskanalen. Verweesde werken zijn werken waarvan de auteur onbekend of, als hij wel bekend is, niet gelokaliseerd kan worden. [26] http://www.europeana.eu/portal/. [27] http://ec.europa.eu/internal_market/copyright/copyright-infso/copyright-infso_en.htm#otherdocs. [28] De digitale agenda voor Europa (blz. 23) benadrukt dat activiteiten van kennisoverdracht doeltreffend moeten worden beheerd en ondersteund door passende financiële instrumenten en dat openbaar gesubsidieerd onderzoek uitgebreid moet worden verspreid door publicatie met vrije toegang van wetenschappelijke gegevens en papers. In de mededeling betreffende de innovatie-Unie wordt aangekondigd dat de Commissie vrije toegang tot de resultaten van openbaar gesubsidieerd onderzoek zal promoten en dat ze ernaar streeft om van vrije toegang tot publicaties het algemene principe te maken voor projecten die zijn gesubsidieerd door de Kaderprogramma's voor onderzoek van de EU (verbintenis 20). [29] COM(2008) 464 definitief. [30] Richtl3[pic]n Richtlijn 2001/84/EG van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk, PB L 272, 13.10.2001, blz. 32. [31] Sommige lidstaten genieten een vrijstelling om het volgrecht toe te passen op de werken van overleden artiesten, die op 1 januari 2012 afloopt. De handel in werken die onder het erfvolgrecht vallen is vier keer groter dan de handel in werken van levende artiesten. In dergelijke omstandigheden zal het rapport van de Commissie gericht zijn op de toekomst. [32] Bedrijfsgeheimen hebben betrekking op knowhow die niet of nog niet is geregistreerd als industriële eigendomsrechten, maar in werkelijkheid of potentieel waardevol is voor de eigenaar, niet algemeen bekend of makkelijk achterhaalbaar is voor het publiek en waarvoor de eigenaar een redelijke inspanning heeft gedaan om ze geheim te houden. [33] Zie bv. Bundesministerium des Innern, Verfassungsschutzbericht 2009, beschikbaar op http://www.bmi.bund.de/SharedDocs/Downloads/DE/Broschueren/2010/vsb2009.pdf?__blob=publicationFile. [34] Forrester Consulting (studie uitgevoerd voor RSA en Microsoft), "De waarde van bedrijfsgeheimen: How Compliance and Collaboration Affect Enterprise Perceptions of Risk", maart 2010, beschikbaar op http://www.rsa.com/go/press/RSATheSecurityDivisionofEMCNewsRelease_4510.html. [35] In sommige rechtspraken aangeduid met "slaafse imitaties". [36] De term "namaak en piraterij" dient te worden geïnterpreteerd als een inbreuk op alle intellectuele-eigendomsrechten als bedoeld in de verklaring van de Commissie betreffende artikel 2 van Richtlijn 2004/48/EG, PB L94 van 13.4.2005, blz. 37. [37] OECD, Magnitude of counterfeiting and piracy of tangible products – November 2009 update, http://www.oecd.org/document/23/0,3343,en_2649_34173_44088983_1_1_1_1,00.html. [38] http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_controls/counterfeit_piracy/statistics/ index_en.htm [39] CEBR (2000), The Impact of Counterfeiting on four main sectors in the European Union, Centre for Economic and Business Research, Londen. [40] Zie bijv. Europol, 'OCTA 2011 - EU Organised Crime Threat Assessment', http://www.europol.europa.eu/publications/European_Organised_Crime_Threat_Assessment_(OCTA)/OCTA_2011.pdf. [41] Richtlijn 2004/48/EG van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, PB L 157 van 30.4.2004, blz. 16. [42] Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten, PB L 196 van 2.8.2003, blz. 7. [43] Zie de mededeling over een versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt van 11 september 2009, COM(2009) 467. [44] COM(2010) 779, http://ec.europa.eu/internal_market/iprenforcement/directives_en.htm. [45] Uit een in 2009 door DG MARKT uitgevoerd Eurobarometeronderzoek (beschikbaar op http://ec.europa.eu/public_opinion/) is gebleken dat slechts 55% (LT en DK) tot 84% (FR) van de consumenten weet dat er EU-regels bestaan over namaak en piraterij. Dat percentage is veel lager dan op de andere beleidsterreinen. Bovendien heeft volgens het onderzoek een op vijf EU-burgers ten minste één keer onbewust een namaakproduct gekocht. [46] Resolutie van het Europees Parlement van 22 september 2010, 2009/2178(INI). [47] Zie http://ec.europa.eu/internal_market/iprenforcement/documents_en.htm. [48] http://ec.europa.eu/internal_market/iprenforcement/directives_en.htm. [49] Het recht op intellectuele eigendom wordt in artikel 17, lid 2, van het Handvest erkend als een grondrecht. [50] http://ec.europa.eu/internal_market/iprenforcement/stakeholders_dialogues_en.htm#Sale. [51] http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+TA+P7-TA-2010-0340+0+DOC+XML+V0//NL. [52] PB C 129 van 26.5.2005. [53] In overeenstemming met artikel 21 VEU en artikel 208 VWEU. [54] Artikel 7 van de TRIPS-overeenkomst van 1994. De Commissie zal bijdragen tot de nakoming van de verbintenissen die op 13 mei 2011 in Istanboel zijn aangegaan, teneinde in bewegingsruimte te voorzien met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en, met name, om toegang tot geneesmiddelen voor allen te bevorderen en dienaangaande hulpverlening aan de ontwikkelingslanden aan te moedigen, en tegelijkertijd te zorgen voor een evenwicht tussen een dergelijke bewegingsruimte en de legitieme rechten van de houders van IER. [55] Zie bijvoorbeeld de conclusies van het onderzoek dat ADE in opdracht van het directoraat-generaal Handel heeft verricht: 'Evaluation of the Intellectual Property Rights Enforcement Strategy in Third Countries', november 2010, http://trade.ec.europa.eu/doclib/cfm/doclib_section.cfm?sec=180&langId=en . [56] De ACTA (beschikbaar op http://ec.europa.eu/trade/creating-opportunities/trade-topics/intellectual-property/anti-counterfeiting/) is gebaseerd op de TRIPS-overeenkomst van 1994 ter verbetering van de wereldwijde normen voor de handhaving van IER. De overeenkomst heeft betrekking op de wijze waarop bedrijven en particulieren hun rechten kunnen doen gelden voor de rechter, aan de grenzen en op het internet. [57] Het "Global Access In Action"-project, een initiatief van de Global Agenda Council on IP van het Economisch Wereldforum dat wordt gesteund door de WIPO en andere openbare en particuliere partners, http://globalaccessinaction.org. [58] Resolutie van de Raad van 16 maart 2009, PB C 71 van 25.3.2009, blz. 1.