11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 165/83


Donderdag 1 december 2011
Begroting 2012: gemeenschappelijke tekst

P7_TA(2011)0521

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 1 december 2011 over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke tekst in het kader van de begrotingsprocedure 2012 (17470/2011 ADD 1, 2, 3, 4, 5 – C7-0446/2011 – 2011/2020(BUD))

2013/C 165 E/14

Het Europees Parlement,

gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke tekst (17470/2011 ADD 1, 2, 3, 4, 5 – C7-0446/2011) en de aan deze resolutie gehechte verklaringen van het Parlement, de Raad en de Commissie,

gezien zijn resolutie van 26 oktober 2011 over de ontwerpbegroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, zoals gewijzigd door de Raad - alle afdelingen (1), en de erin opgenomen begrotingsamendementen,

gezien de ontwerpbegroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, door de Commissie goedgekeurd op 20 april 2011 (COM(2011)0300),

gezien het standpunt over de ontwerpbegroting van de Europese Unie, door de Raad vastgesteld op 25 juli 2011 (13110/2011),

gezien de nota's van wijzigingen nr. 1/2012,2/2012 en 3/2012 bij de ontwerpbegroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, door de Commissie ingediend op respectievelijk 17 juni 2011, 16 september 2011 en 25 oktober 2011,

gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

gezien Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (2),

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (4),

gezien de artikelen 75 quinquies en 75 sexies van zijn Reglement,

gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A7-0414/2011),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke tekst, die uit de volgende documenten bestaat:

lijst van ongewijzigde begrotingslijnen ten opzichte van de ontwerpbegroting of het standpunt van de Raad;

samenvattende cijfers per rubriek van het meerjarig financieel kader;

cijfers per lijn voor alle begrotingsonderdelen;

geconsolideerd document met de cijfers en de definitieve tekst van alle lijnen die tijdens de bemiddeling werden gewijzigd;

2.

bevestigt de gezamenlijke verklaringen van het Parlement, de Raad en de Commissie die zijn opgenomen in de gezamenlijke conclusies waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt en die als bijlage aan deze resolutie zijn gehecht;

3.

verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de overige betrokken instellingen en de nationale parlementen.


(1)  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0461.

(2)  PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.


Donderdag 1 december 2011
BIJLAGE I

Begroting 2012 – Gezamenlijke conclusies

Deze gezamenlijke conclusies hebben betrekking op drie onderwerpen:

1.

Begroting 2012

2.

Begroting 2011 – Gewijzigde begroting 6/2011

3.

Gezamenlijke verklaringen

1.   Begroting 2012

1.1.   ‧Afgesloten‧ lijnen

Tenzij verder in deze conclusies anders is vermeld, worden alle begrotingslijnen bevestigd die noch de Raad noch het Parlement in hun respectieve lezing hebben geamendeerd en waarvoor het Parlement met de amendementen van de Raad heeft ingestemd.

Voor de andere begrotingslijnen heeft het bemiddelingscomité de volgende conclusies vastgesteld:

1.2.   Horizontale kwesties

Gedecentraliseerde agentschappen

De totale bijdrage van de EU in 2012 (bestaande uit in de begroting 2012 op te nemen kredieten en beschikbare bestemmingsontvangsten, zowel voor vastleggings- als voor betalingskredieten) voor de gedecentraliseerde agentschappen wordt met 1 % verlaagd ten opzichte van de ontwerpbegroting (OB) als gewijzigd door nota van wijzigingen nr. 3/2012. Evenwel wordt de totale bijdrage van de EU (zowel voor vastleggings- als voor betalingskredieten) op het niveau van de OB vastgesteld voor FRONTEX (titel 1 & 2), het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO), de Europese Bankautoriteit (EBA), de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB) en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM). Zie voor FRONTEX (titel 3) punt 1.3 hieronder, rubriek 3a.

Ten opzichte van de ontwerpbegroting van de Commissie leidt dit tot een totale verlaging van de EU-bijdrage aan de volgende gedecentraliseerde agentschappen van EUR 6,1 miljoen, zoals weergegeven in onderstaande tabel:

in miljoen EUR

Begrotingsonderdeel

Naam van het gedecentraliseerd agentschap

Totale EU-bijdrage in 2012 (kredieten en bestemmingsontvangsten): vastleggingskredieten

Begroting 2012

Oorspronkelijk bedrag

Herzien bedrag

Verlaging begroting 2012

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) – Chemische stoffen

p.m.

p.m.

p.m.

02 05 02

Europees GNSS-Agentschap (Galileo)

10,600

10,494

–0,106

04 04 03

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (EUROFOUND)

20,590

20,384

–0,206

04 04 04

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

14,830

14,682

–0,148

06 02 01

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

35,214

34,862

–0,352

06 02 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

53,565

53,229

–0,336

waarvan maatregelen tegen verontreiniging (06 02 02 03)

20,000

20,000

06 02 08

Europees Spoorwegbureau (ESB)

25,260

25,007

–0,253

09 02 03

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA)

8,420

8,336

–0,084

09 02 04

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) – Bureau

4,336

4,293

–0,043

15 02 25

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP)

17,610

17,434

–0,176

17 03 10

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

39,188

38,841

–0,347

waarvan weesgeneesmiddelen (17 03 10 03)

4,488

4,488

32 04 10

Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

7,315

7,242

–0,073

33 06 03

Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

7,820

7,742

–0,078

Subtotaal

Rubriek 1a

 

 

–2,203

07 03 09

Europees Milieuagentschap (EMA)

36,676

36,309

–0,367

07 03 60

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) – Biociden

2,756

2,728

–0,028

07 03 70

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) – Voorafgaande geïnformeerde toestemming

1,470

1,455

–0,015

11 08 05

Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC)

9,310

9,217

–0,093

Subtotaal

Rubriek 2

 

 

–0,502

18 02 11

Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen

20,000

19,800

–0,200

18 05 02

Europese Politiedienst (Europol)

84,500

83,655

–0,845

18 05 05

Europese Politieacademie (EPA)

8,536

8,451

–0,085

18 05 11

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

15,708

15,551

–0,157

33 02 03

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

20,400

20,196

–0,204

33 03 02

EUROJUST

33,300

32,967

–0,333

Subtotaal

Rubriek 3a

 

 

–1,824

17 03 03

Europees Centrum voor ziektepreventie en –bestrijding (ECDC)

57,300

56,727

–0,573

17 03 07

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

77,122

76,351

–0,771

Subtotaal

Rubriek 3b

 

 

–1,344

15 02 27

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

20,247

20,045

–0,202

Subtotaal

Rubriek 4

 

 

–0,202

31 01 09

Vertaalbureau

p.m.

p.m.

p.m.

Subtotaal

Rubriek 5

 

 

p.m.

Totaal

Netto-impact

 

 

–6,076

Wat de in de begroting 2012 op te nemen kredieten betreft, zullen de bovenstaande verlagingen voor elk agentschap per begrotingsartikel proportioneel worden uitgesplitst volgens het aandeel in de ontwerpbegroting van de twee betrokken begrotingsposten (bijdrage aan titel 1 & 2 en bijdrage aan titel 3).

Het aantal ambten voor alle gedecentraliseerde agentschappen is vastgesteld op het door de Commissie in de ontwerpbegroting voorgestelde niveau, als gewijzigd door nota van wijzigingen nr. 3/2012.

Uitvoerende agentschappen

De EU-bijdrage (zowel voor vastleggings- als voor betalingskredieten) en het aantal ambten voor de uitvoerende agentschappen worden vastgesteld op het in de ontwerpbegroting voorgestelde niveau, met uitzondering van de ‧afgesloten‧ begrotingslijn voor de EU-bijdrage aan het Uitvoerend agentschap voor concurrentievermogen en innovatie uit het Marco Polo-programma (06 01 04 32).

Proefprojecten/voorbereidende acties

Er wordt een omvattend pakket van 70 proefprojecten/voorbereidende acties (PP/VA), met inbegrip van twee projecten/acties in afdeling X (EDEO) van de begroting, goedgekeurd voor een bedrag van EUR 105,4 miljoen aan vastleggingskredieten, met inbegrip van alle PP/VA's die het Parlement, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden hebben voorgesteld. Wanneer een proefproject of een voorbereidende actie gedekt blijkt te zijn door een bestaande rechtsgrond, kan de Commissie voorstellen de kredieten over te schrijven naar de overeenkomstige rechtsgrond om de uitvoering van de actie te vergemakkelijken. Verder is overeenstemming bereikt over de wijzigingen aan de begrotingstoelichting voor het proefproject "Europees vredesinstituut" in afdeling X (EDEO), zoals weergegeven in de bijlage.

Wat de betalingskredieten voor de proefprojecten en voorbereidende acties betreft, zijn specifieke regels vastgesteld in punt 1.4 hieronder.

Dit pakket is volledig in overeenstemming met de maxima voor proefprojecten en voorbereidende acties waarin het IIA voorziet.

1.3.   Uitgavenrubrieken van het financieel kader - vastleggingskredieten  (1)

Met inachtneming van de bovenstaande conclusies betreffende de "afgesloten" begrotingslijnen, de agentschappen en de proefprojecten en voorbereidende acties, heeft het bemiddelingscomité overeenstemming bereikt over de volgende punten:

Rubriek 1a

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie in de ontwerpbegroting heeft voorgesteld, maar met wijzigingen voor de volgende programma's en acties:

in miljoen EUR

Begrotingsonderdeel

Naam

Verhoging/verlaging van de vastleggingskredieten

OB 2012

Begroting 2012

Verschil

02 02 01

KCI – Programma voor ondernemerschap en innovatie

148,6

156,1

+7,5

02 04 01 01

Ruimtevaartonderzoek

250,3

251,3

+1,0

02 04 01 02

Veiligheidsonderzoek

242,1

243,0

+0,9

04 03 04

Eures

19,5

20,6

+1,1

04 03 15

Europees Jaar voor actief ouder worden (reeds afgesloten)

2,7

+2,7

08 02 01

Samenwerking – Gezondheid

637,2

639,5

+2,3

08 03 01

Samenwerking – Voeding, landbouw en biotechnologie

311,6

312,8

+1,2

08 04 01

Samenwerking – Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

499,2

501,0

+1,8

08 05 01

Samenwerking – Energie

166,0

178,3

+12,3

08 06 01

Samenwerking – Milieu (inclusief klimaatverandering)

279,8

280,9

+1,1

08 07 01

Samenwerking – Vervoer (inclusief luchtvaart)

322,6

323,8

+1,2

08 08 01

Samenwerking – Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

92,1

92,4

+0,3

08 09 01

Samenwerking – Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

197,3

198,0

+0,7

08 10 01

Ideeën

1 547,5

1 564,9

+17,4

08 12 01

Capaciteiten – Onderzoeksinfrastructuren

50,0

50,2

+0,2

08 13 01

Capaciteiten – Onderzoek ten behoeve van KMO's

238,6

251,2

+12,6

08 14 01

Capaciteiten – Kennisregio's

20,0

20,1

+0,1

08 15 01

Capaciteiten – Onderzoekspotentieel

66,4

66,6

+0,2

08 16 01

Capaciteiten – Wetenschap in de maatschappij

44,6

44,8

+0,2

08 17 01

Capaciteiten – Internationale samenwerkingsactiviteiten

32,0

32,1

+0,1

08 19 01

Capaciteiten – Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid

13,1

13,1

+0,0

09 04 01 01

Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT – Samenwerking)

1 240,4

1 244,5

+4,1

09 05 01

Capaciteiten – Onderzoeksinfrastructuren

31,2

31,3

+0,1

10 02 01

Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

31,4

31,5

+0,1

15 02 02

Erasmus Mundus

103,8

105,6

+1,9

15 02 22

Een leven lang leren

1 058,5

1 110,5

+52,0

15 07 77

Burgers

886,4

905,7

+19,3

32 04 06

KCI – Intelligente energie

122,3

129,8

+7,5

32 06 01

Onderzoek – Energie

147,6

162,6

+15,0

Subtotaal

Verhogingen

 

 

+ 165,0

 

waarvan verhogingen voor KIC

 

 

+15,0

 

waarvan verhogingen voor KP7

 

 

+92,0

04 03 07

Analyses, studies en bewustmaking (reeds afgesloten)

4,9

2,2

–2,7

 

Verlagingen ondersteunende uitgaven (diverse lijnen – reeds afgesloten)

 

 

–0,5

Subtotaal

Verlagingen

 

 

–3,2

Totaal

Netto-impact

 

 

+ 161,8

 

Marge rubriek 1a

 

–50,0

 

De impact op de betalingskredieten van de overeengekomen verhogingen en verlagingen van de vastleggingskredieten zoals in bovenstaande tabel weergegeven, wordt toegelicht in punt 1.4 hieronder.

Uit het Flexibiliteitsinstrument zal een bedrag van EUR 50,0 miljoen ter beschikking worden gesteld voor de Europa 2020-strategie.

Zonder afbreuk te doen aan de gezamenlijke verklaring over de financiering van het ITER-project zoals omschreven in punt 3.4 hieronder, wordt een bedrag van EUR 417,9 miljoen aan vastleggingskredieten voor ITER (begrotingsartikel 08 20 02) in de reserve geplaatst.

Rubriek 1b

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het in de ontwerpbegroting voorgestelde niveau, met uitzondering van begrotingslijn 13 03 31 "Technische bijstand en verspreiding van informatie over de EU-strategie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio's", waarvoor een bedrag van EUR 2,5 miljoen aan vastleggingen wordt overeengekomen. Bijgevolg bedraagt de marge onder het uitgavenmaximum voor rubriek 1b EUR 8,4 miljoen.

Rubriek 2

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie in de ontwerpbegroting heeft voorgesteld, zoals gewijzigd door nota van wijzigingen nr. 3/2012, maar met wijzigingen voor de volgende programma's en acties:

in miljoen EUR

Begrotingsonderdeel

Naam

Verhoging/verlaging van de vastleggingskredieten

OB 2012

Begroting 2012

Verschil

 

Verhoging van de kredieten voor landbouw in nota van wijzigingen 3/2012

 

 

+ 115,5

waarvan steun aan voorlopig erkende telersgroepen (post 05 02 08 11)

150,0

195,0

+45,0

 

Verlaging van de kredieten voor landbouw in nota van wijzigingen 3/2012

 

 

– 201,2

Subtotaal

Nettoverlaging van de kredieten voor landbouw in nota van wijzigingen 3/2012

 

 

–85,7

05 07 01 06

Goedkeuring van rekeningen

–69,0

– 200,0

– 131,0

05 02 12 08

Schoolmelk

81,0

90,0

+9,0

Subtotaal

Netto-impact van de wijzigingen

 

 

– 122,0

 

Marge rubriek 2

 

834,2

 

De impact op de betalingskredieten van de overeengekomen verhogingen en verlagingen van de vastleggingskredieten zoals in bovenstaande tabel weergegeven, wordt toegelicht in punt 1.4 hieronder.

In lijn met de bereikte politieke overeenkomst over de "Programma's voor hulpbehoevenden" (post 05 02 04 01), worden de hiertoe bestemde kredieten die zich momenteel in de reserve bevinden op de betrokken lijn geplaatst.

De drie instellingen zijn het eens over de gezamenlijke verklaring zoals omschreven in punt 3.3 hieronder.

Rubriek 3a

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie in de ontwerpbegroting heeft voorgesteld, maar met wijzigingen voor de volgende programma's en acties overeenkomstig het door de Raad en het Parlement afgesproken niveau ("afgesloten" lijnen):

in miljoen EUR

Begrotingsonderdeel

Naam

Verhoging/verlaging van de vastleggingskredieten

OB 2012

Begroting 2012

Verschil

18 02 03 02

Frontex – Titel 3

50,5

59,5

+9,0

18 03 03

Europees Vluchtelingenfonds

93,5

102,5

+9,0

33 02 05

Daphne

17,5

19,5

+2,0

Subtotaal

Verhogingen

 

 

+20,0

18 01 04 16

Preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen van terrorisme – Ondersteunende uitgaven (reeds afgesloten)

0,3

0,2

–0,10

33 01 04 01

Grondrechten en burgerschap – Ondersteunende uitgaven (reeds afgesloten)

0,35

0,3

–0,05

33 01 04 03

Strafrecht – Ondersteunende uitgaven (reeds afgesloten)

0,4

0,35

–0,05

33 01 04 04

Civiel recht – Ondersteunende uitgaven (reeds afgesloten)

0,3

0,25

–0,05

Subtotaal

Verlagingen

 

 

–0,25

Totaal

Netto-impact

 

 

+19,75

 

Marge rubriek 3a

 

38,2

 

De impact op de betalingskredieten van de overeengekomen verlagingen van de vastleggingskredieten zoals in bovenstaande tabel weergegeven, wordt toegelicht in punt 1.4 hieronder.

Rubriek 3b

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie in de ontwerpbegroting heeft voorgesteld, maar met de overeengekomen wijzigingen voor de volgende programma's en acties:

in miljoen EUR

Begrotingsonderdeel

Naam

Verhoging/verlaging van de vastleggingskredieten

OB 2012

Begroting 2012

Verschil

15 05 06

Speciale jaarlijkse evenementen

p.m.

1,5

+1,5

15 05 55

Jeugd in actie

134,6

139,6

+5,0

16 02 02

Multimedia-acties

30,5

31,5

+1,0

16 03 04

Communiceren over Europa in partnerschap

12,7

13,0

+0,3

Subtotaal

Verhogingen

 

 

+7,8

 

Verlagingen ondersteunende uitgaven (diverse lijnen – reeds afgesloten)

 

 

–0,3

Subtotaal

Verlagingen

 

 

–0,3

Totaal

Netto-impact

 

 

+7,5

 

Marge rubriek 3b

 

1,6

 

De impact op de betalingskredieten van de overeengekomen verhogingen en verlagingen van de vastleggingskredieten zoals in bovenstaande tabel weergegeven, wordt toegelicht in punt 1.4 hieronder.

Rubriek 4

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie in de ontwerpbegroting heeft voorgesteld, met inbegrip van nota van wijzigingen nr. 1/2012, maar met de overeengekomen wijzigingen voor de volgende programma's en acties:

in miljoen EUR

Begrotingsonderdeel

Naam

Verhoging/verlaging van de vastleggingskredieten

OB 2012

Begroting 2012

Verschil

19 08 01 02

ENPI – Palestina, MEPP, UNRWA

200,0

200,0

GB6

19 04 03

Verkiezingswaarneming

35,1

38,0

+2,9

19 06 01 01

Stabiliteitsinstrument

225,0

232,8

+7,8

19 09 01

Latijns-Amerika

352,6

364,3

+11,7

19 10 01 01

Azië

506,4

520,9

+14,5

22 02 07 03

Turks-Cypriotische gemeenschap

25,0

28,0

+3,0

Subtotaal

Verhogingen

 

 

39,9 + GB6

01 03 02

Macro-economische bijstand (reeds afgesloten)

105,0

95,6

–9,45

04 06 01

IPA – Menselijk potentieel

114,2

112,2

–2,0

05 05 02

IPA – Plattelandsontwikkeling

237,5

234,5

–3,0

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten (reeds afgesloten)

6,5

6,4

–0,1

07 02 01

Multilaterale activiteiten op milieugebied (reeds afgesloten)

2,3

2,2

–0,1

19 05 01

Geïndustrialiseerde niet-lidstaten (reeds afgesloten)

25,0

24,0

–1,0

19 10 01 02

Afghanistan

199,9

198,9

–1,0

19 11 01

Evaluatie van de resultaten, follow-up en audit (reeds afgesloten)

15,6

14,0

–1,6

19 11 02

Voorlichtingsprogramma’s gericht op derde landen

12,5

11,5

–1,0

19 11 03

De EU in de wereld

5,0

2,5

–2,5

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen (reeds afgesloten)

9,8

7,3

–2,5

20 02 03

Aid for trade – Multilaterale initiatieven (reeds afgesloten)

4,5

3,8

–0,7

21 06 03

Aanpassingssteun voor de landen van het Suikerprotocol

186,4

174,8

–11,6

21 07 04

Grondstoffenovereenkomsten (reeds afgesloten)

5,9

3,4

–2,5

21 08 01

Evaluatie van de resultaten, follow-up en audit (reeds afgesloten)

11,7

9,6

–2,2

21 08 02

Bewustmaking inzake ontwikkelingskwesties (reeds afgesloten)

10,8

9,9

–0,9

22 02 10 02

Informatie en communicatie voor derde landen

11,0

10,0

–1,0

23 02 03

Paraatheid bij rampen (reeds afgesloten)

35,2

34,8

–0,4

19 01 04 04

GBVB – Ondersteunende uitgaven (reeds afgesloten)

0,75

0,5

–0,25

 

Verlagingen EP ondersteunende uitgaven (diverse lijnen)

177,3

168,0

–9,25

Subtotaal

Verlagingen

 

 

–53,0

Totaal

Netto-impact

 

 

–13,1

 

Marge rubriek 4

 

– 150,0

 

De impact op de betalingskredieten van de overeengekomen verhogingen en verlagingen van de vastleggingskredieten zoals in bovenstaande tabel weergegeven, wordt toegelicht in punt 1.4 hieronder.

Uit het Flexibiliteitsinstrument zal een bedrag van EUR 150,0 miljoen ter beschikking worden gesteld voor het Europees nabuurschapsbeleid. Verder is overeenstemming bereikt over de vervroegde terbeschikkingstelling van vastleggingskredieten uit de begroting 2011 voor Palestina, zoals is beschreven in punt 2 hieronder.

Rubriek 5

Wat de kredieten voor en de lijst van het aantal ambten voor alle instellingen betreft, wordt het standpunt van het Europees Parlement goedgekeurd. Daarnaast worden ook de verhogingen goedgekeurd die zijn voorgesteld in nota van wijzigingen nr. 2/2012. Ten slotte wordt een bedrag van EUR 10,4 miljoen toegevoegd voor de pensioenen. Bijgevolg bedraagt de marge onder het uitgavenmaximum voor rubriek 5 EUR 474,4 miljoen.

1.4.   Betalingskredieten

De betalingskredieten in de begroting 2012 zijn vastgesteld op in totaal EUR 129 088,043 miljoen. Als onderdeel van het globale compromis heeft het bemiddelingscomité overeenstemming bereikt over de gezamenlijke verklaring betreffende de betalingen, zoals uiteengezet in punt 3.1 hieronder.

De volgende methode wordt toegepast om de overeengekomen verlaging van de totale betalingen ten opzichte van de ontwerpbegroting (zoals gewijzigd door de nota's van wijzigingen) te verdelen over de rubrieken en begrotingslijnen, teneinde het globale compromis over de vastleggingen te vertalen in overeenkomstige betalingen en het totale niveau van de betalingen gelijkmatig te spreiden over de rubrieken.

1.

Het uitgangspunt voor de berekening is het totale niveau van de betalingen zoals hierboven vermeld, namelijk EUR 129 088,043 miljoen in 2012.

2.

Ten tweede houdt de methode rekening met het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten voor niet-gesplitste kredieten.

Per definitie zijn de vastleggingskredieten voor dit soort uitgaven gelijk aan de betalingskredieten, waarop de volgende stappen niet van toepassing zijn.

Analoog hiermee geldt hetzelfde voor de gedecentraliseerde agentschappen, waarvoor de EU-bijdrage in de betalingskredieten is vastgesteld op het in punt 1.2 hierboven voorgestelde niveau.

3.

Ten derde worden de betalingskredieten voor proefprojecten en voorbereidende acties als volgt vastgesteld:

Afdeling III (Commissie): de betalingskredieten voor alle nieuwe proefprojecten en voorbereidende acties worden vastgesteld op 50 % van de overeenkomstige vastleggingen of op het voorgestelde niveau indien dit lager is; bij de verlenging van bestaande proefprojecten en voorbereidende acties is het niveau van de betalingen het niveau dat in de ontwerpbegroting is vastgelegd plus 50 % van de overeenkomstige nieuwe vastleggingen, of het voorgestelde niveau indien dit lager is;

Afdeling X (EDEO): de betalingskredieten voor de proefprojecten en voorbereidende acties worden vastgesteld op het door het Europees Parlement voorgestelde niveau.

4.

Ten vierde worden, naast de overeengekomen verhogingen en verlagingen van vastleggingskredieten voor gesplitste uitgaven, zoals hierboven omschreven in het ontwerpcompromisvoorstel per rubriek van het financieel kader, de volgende specifieke bedragen voor betalingskredieten overeengekomen:

a.

Rubriek 1a: de betalingskredieten voor het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering worden vastgesteld op EUR 50 miljoen; de betalingskredieten voor het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties worden vastgesteld op het niveau dat de Raad en het Parlement zijn overeengekomen ("afgesloten" lijn);

b.

Rubriek 2: de betalingskredieten voor Internationale visserijovereenkomsten worden vastgesteld op het niveau dat is voorgesteld in nota van wijzigingen nr. 3/2012;

c.

Rubriek 3b: de betalingskredieten voor Speciale jaarlijkse evenementen worden vastgesteld op het niveau dat is voorgesteld in het standpunt van het Parlement;

d.

Rubriek 4: de betalingskredieten voor de Reserve voor noodhulp worden vastgesteld op EUR 90 miljoen; de betalingskredieten voor Palestina worden vastgesteld op het niveau dat is voorgesteld in de ontwerpbegroting; de betalingskredieten voor Macro-financiële bijstand worden vastgesteld op het niveau dat de Raad en het Parlement zijn overeengekomen ("afgesloten" lijn); de betalingskredieten voor de landen van het Suikerprotocol worden vastgesteld op het niveau dat de Raad en het Parlement zijn overeengekomen ("afgesloten" lijn wat de betalingskredieten betreft);

5.

De totale verlaging van de betalingskredieten die over de rubrieken en de begrotingslijnen moet worden verdeeld, komt overeen met:

a.

het in punt 1 hierboven overeengekomen totale niveau van de betalingen, min:

b.

de ontwerpbegroting zoals gewijzigd door de nota's van wijzigingen nr. 1/2012, 2/2012 en 3/2012, gecombineerd met de impact op de betalingen van de in punt 2 t/m 4 hierboven ondernomen stappen.

Deze totale verlaging van het niveau van de betalingen (5a - 5b) wordt vervolgens verdeeld over de begrotingslijnen voor gesplitste uitgaven onder de uitgavenrubrieken, en dit volgens onderstaande verdeelsleutel die rekening houdt met een beperkte herschikking van de verlaging van de betalingskredieten ten voordele van rubriek 1a en afkomstig van de rubrieken 2 en 4:

a.

:

Rubriek 1a

:

31,00 %;

b.

:

Rubriek 1b

:

38,45 %;

c.

:

Rubriek 2

:

21,25 %;

d.

:

Rubriek 3a

:

1,00 %;

e.

:

Rubriek 3b

:

nul %;

f.

:

Rubriek 4

:

8,30 %.

6.

Zonder afbreuk te doen aan de in de punten 2 t/m 4 hierboven vastgestelde bedragen, worden de verlagingen per rubriek als bepaald in punt 5 hierboven vervolgens gespreid over de begrotingslijnen, met inbegrip van "afgesloten" lijnen, op grond van het gewicht van de betalingskredieten voor de afzonderlijke betrokken begrotingslijnen in de ontwerpbegroting zoals gewijzigd door de nota's van wijzigingen nr. 1/2012, 2/2012 en 3/2012.

Als uitzondering op deze regel wordt evenwel voorgesteld de totale verlaging voor rubriek 1b proportioneel te verdelen volgens het standpunt van de Raad, d.w.z. met behoud van de ontwerpbegroting voor de convergentiedoelstelling.

1.5.   Begrotingstoelichting

Voor alle door het Europees Parlement of de Raad aangebrachte wijzigingen aan de tekst geldt dat deze de reikwijdte van een bestaande rechtsgrond niet kunnen wijzigen of uitbreiden.

1.6.   Nieuwe begrotingslijnen

Tenzij anders vermeld in de gezamenlijke conclusies waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt of in gezamenlijke overeenkomsten van beide takken van de begrotingsautoriteit in het kader van hun respectieve lezing (nieuw artikel 04 03 15 "Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties"), blijft de begrotingsnomenclatuur die de Commissie in haar ontwerpbegroting en nota's van wijzigingen heeft voorgesteld ongewijzigd, met uitzondering van proefprojecten en voorbereidende acties.

Er is overeenstemming over de splitsing van artikel 16 03 02 over post 16 03 02 01 (rubriek 3b) "Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie" en post 16 03 02 02 (rubriek 5) "Europese publieke ruimten", zoals voorgesteld door het Europees Parlement.

1.7.   Reserves

Alle door het Europees Parlement goedgekeurde reserves worden behouden. Het bedrag van de reserve op lijn 26 01 20 (EPSO) wordt met 50 % verlaagd, en dit is ook het geval voor de reserves op lijn A4 01 01 en lijn A4 02 01 01.

2.   Begroting 2011

Het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2011 wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

in miljoen EUR

Begrotingsonderdeel

Naam

Verhoging/verlaging van de vastleggingskredieten

OGB 6/2011

Verschil

GB 6/2011

04 02 20

ESF – Operationele technische bijstand

+3,25

+3,25

19 08 01 02

ENPI – Palestina, MEPP, UNRWA

+60,4

+39,6

+ 100,0

21 06 07

Begeleidende maatregelen in de bananensector

+13,4

+13,4

Subtotaal

Verhogingen

+63,7

+53,0

+ 116,7

01 03 02

Macro-financiële bijstand

–51,4

–53,0

– 104,4

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten

–0,1

–0,1

07 11 01

Multilaterale en internationale klimaatovereenkomsten

–0,2

–0,2

14 03 03

Internationale organisaties op het gebied van belastingen en douane

–0,1

–0,1

15 02 03

Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding

–6,3

–6,3

21 07 03

FAO-bijdrage

–0,3

–0,3

21 07 04

Grondstoffenovereenkomsten

–2,0

–2,0

Subtotaal

Verlagingen

–60,4

–53,0

– 113,4

Totaal

Netto-impact

+3,25

+3,25


in miljoen EUR

Begrotingsonderdeel

Naam

Verhoging/verlaging van de betalingskredieten

OGB 6/2011

GB 6/2011

04 02 17

ESF – Convergentie

+ 204,0

+ 226,35

04 02 19

ESF – Regionaal concurrentievermogen

+ 204,0

+ 226,35

04 02 20

ESF – Operationele technische bijstand

+0,3

+0,3

08 04 01

Samenwerking – Nanowetenschappen, nanotechnologieën

+82,0

+82,0

09 04 01

Samenwerking – ICT

+60,0

+60,0

Subtotaal

Verhogingen

+ 550,3

+ 595,0

05 04 05 01

Plattelandsontwikkeling

p.m.

– 395,0

Subtotaal

Verlagingen

p.m.

– 395,0

Totaal

Netto-impact

+ 550,3

+ 200,0

Zoals voorgesteld door de Commissie, wordt de verlaging van de betalingskredieten voor programma's voor plattelandsontwikkeling gebruikt ter dekking van de uitstaande betalingsbehoeften voor het Europees Sociaal Fonds (ESF).

Overeenkomstig de gezamenlijke verklaring betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7/2011 (Solidariteitsfonds van de Europese Unie) zoals omschreven in punt 3.2 hieronder, wordt een bedrag van EUR 38 miljoen aan betalingskredieten uit programma's voor plattelandsontwikkeling herschikt en gebruikt ter financiering van de betalingskredieten voor het ter beschikking stellen van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, zoals blijkt uit onderstaande tabel:

in miljoen EUR

Begrotingsonderdeel

Naam

Verhoging/verlaging van de betalingskredieten

OGB 7/2011

13 06 01

Solidariteitsfonds –Lidstaten

+38,0

Subtotaal

Verhogingen

+38,0

05 04 05 01

Plattelandsontwikkeling

–38,0

Subtotaal

Verlagingen

–38,0

Totaal

Netto-impact

0

3.   Gezamenlijke verklaringen

Als onderdeel van de overeenkomst over de begroting 2012 en het OGB 6/2011 zoals hierboven omschreven, is overeenstemming bereikt over de volgende gezamenlijke verklaringen:

3.1.   Gezamenlijke verklaring betreffende de betalingskredieten

Rekening houdend met de huidige inspanningen voor begrotingsconsolidatie in de lidstaten, hebben de Raad en het Europees Parlement overeenstemming bereikt over een verlaging van het niveau van de betalingskredieten voor 2012 ten opzichte van de ontwerpbegroting van de Commissie. Zij vragen de Commissie een gewijzigde begroting in te dienen teneinde daarin om bijkomende betalingskredieten te verzoeken indien zou blijken dat de kredieten in de begroting 2012 niet volstaan om de uitgaven onder subrubriek 1a (Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid), subrubriek 1b (Cohesie voor groei en werkgelegenheid), rubriek 2 (Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen), rubriek 3 (Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid) en rubriek 4 (De EU als mondiale partner) te dekken.

Meer bepaald verzoeken de Raad en het Europees Parlement de Commissie met klem uiterlijk eind september 2012 geactualiseerde cijfers over de stand van zaken en de ramingen met betrekking tot de betalingskredieten in subrubriek 1b en plattelandsontwikkeling in rubriek 2 voor te leggen en zo nodig ter zake een ontwerp van gewijzigde begroting in te dienen.

De Raad en het Europees Parlement zullen zo spoedig mogelijk een standpunt ten aanzien van een ontwerp van gewijzigde begroting innemen om te voorkomen dat er een tekort aan betalingskredieten ontstaat. Voorts zeggen de Raad en het Europees Parlement toe dat zij eventuele overschrijvingen van betalingskredieten, ook die welke tussen rubrieken van het financieel kader plaatsvinden, snel zullen behandelen, opdat optimaal gebruik wordt gemaakt van de in de begroting opgenomen betalingskredieten en deze worden aangepast aan de concrete uitvoering en behoeften.

3.2.   Gezamenlijke verklaring betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7/2011

De Raad en het Europees Parlement nemen kennis van het voornemen van de Commissie om op 21 november 2011 een ontwerp van gewijzigde begroting (OGB 7/2011) in te dienen voor het ter beschikking stellen van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, die naar verwachting EUR 38 miljoen zal bedragen, zowel voor vastleggings- als voor betalingskredieten. De betalingskredieten zullen worden herschikt uit "Programma's voor plattelandsontwikkeling" (post 05 04 05 01).

De Raad en het Europees Parlement zullen proberen vóór eind 2011 een standpunt over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7/2011 in te nemen, overeenkomstig hun respectieve interne procedures.

3.3.   Gezamenlijke verklaring betreffende preventieve maatregelen bij toekomstige crises in de sector fruit en groenten

De E-coli crisis heeft aangetoond dat er behoefte is aan een geschikt mechanisme om marktcrises in de EU te beheersen. In deze context verbinden de Raad en het Parlement zich ertoe om snel te handelen ten aanzien van desbetreffende overschrijvingsverzoeken van de Commissie of, na onderzoek van de mogelijkheid om goedgekeurde kredieten te herverdelen, ten aanzien van een gewijzigde begroting die de Commissie moet voorstellen in geval van een uitzonderlijke marktcrisis in de sector fruit en groenten waarvoor specifieke noodmaatregelen moeten worden vastgesteld zoals bepaald in artikel 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 ("Integrale-GMO-verordening"), in de geest van het voorstel van de Commissie om te beschikken over mechanismen om toekomstige crises via producentenorganisaties te voorkomen.

3.4.   Gezamenlijke verklaring betreffende de financiering van het ITER-project

Het Europees Parlement en de Raad komen overeen om op 23 november 2011 's middags in trialoog met de Commissie bijeen te komen om het probleem van de bijkomende kosten voor het ITER-project in 2012-2013 aan te pakken, teneinde voor het eind van het jaar overeenstemming te bereiken.

Het Europees Parlement en de Raad verzoeken de Commissie bij te dragen aan het bereiken van overeenstemming over de bijkomende financieringsbehoeften voor het ITER-project door rekening te houden met de bezorgdheid van beide takken van de begrotingsautoriteit.


(1)  De onder dit punt opgenomen samenvattende tabellen per rubriek van het financieel kader houden geen rekening met de verlaging van de kredieten voor de gedecentraliseerde agentschappen en met het overeengekomen pakket voor de proefprojecten en voorbereidende acties (zie punt 1.2 hierboven).


Donderdag 1 december 2011
BIJLAGE II

Gewijzigde begrotingstoelichting:

Proefproject Afdeling X (EDEO)

Goedgekeurde tekst (wijzigingen zijn in VET en CURSIEF gemarkeerd)

Proefproject — Europees vredesinstituut

Voortbouwend op het in 2009 goedgekeurde Concept inzake versterking van de bemiddelings- en dialoogcapaciteit van de EU heeft het proefproject opties en de eraan gerelateerde kosten en baten te analyseren en te onderzoeken om doeltreffend tegemoet te komen aan de behoeften van de EU op het gebied van vredesbemiddeling.

Voortbouwend op eerdere en voortdurende inspanningen met betrekking tot het vredesinstituut en rekening houdend met bestaande studies, met inbegrip van studies van het Europees Parlement, en met bestaande hiertoe ontwikkelde businessplannen, moet deze kosten-batenanalyse vragen onderzoeken zoals de mogelijke institutionele structuur, met inbegrip van kostenstructuren, beheerssystemen en financieringseisen.

Met het proefproject moeten met name de mogelijkheden worden bekeken van een optimale benutting van het potentieel van, en van de realisatie van synergie met, de bestaande capaciteit binnen de EDEO, andere EU-instellingen, het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie, de Europese veiligheids- en defensieacademie, de lidstaten en hun nationale entiteiten die betrokken zijn bij vredesbemiddeling, alsook andere belanghebbenden .

De doelstellingen van het vredesinstituut dienen te stoelen op de fundamentele waarden en doelstellingen van de Europese Unie, zoals vastgelegd in de verdragen.

Zonder afbreuk te doen aan de resultaten van het proefproject, kunnen de taken van het vredesinstituut bestaan uit advies, onderzoek opleiding,. bemiddeling en informele diplomatie met het oog op conflictpreventie en de vreedzame oplossing van conflicten, lessen die getrokken zijn uit en beste praktijken die tot stand zijn gekomen bij de uitvoering en het beheer van EU-missies op de gebieden in kwestie, contact met de ruimere academische, onderzoeks- en NGO-gemeenschap en voorlichting op de terreinen in kwestie. Bij het onderzoek in het kader van het proefproject moet met name worden gefocust op de vraag hoe een eventueel onafhankelijk instituut kan zorgen voor een versterking van de capaciteit zowel van de EDEO als van de ruimere EU op de genoemde terreinen en hoe de bestaande middelen in nauw overleg met de bevoegde EU-instellingen optimaal kunnen worden benut.

Voorbereidende actie Afdeling III (Commissie)

Grensoverschrijdende journalistiek (begrotingslijn 16 02 06)

Aan het eind van de toelichting wordt de volgende alinea toegevoegd:

Deze voorbereidende actie voor Europese onderzoeksbeurzen voor journalisten heeft ten doel grensoverschrijdend journalistiek onderzoek in de hele Unie makkelijker te maken en te ontwikkelen. Er zullen vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen uitgaan om gemeenschappelijke onderzoekprojecten te selecteren waarbij journalisten uit ten minste twee Europese lidstaten betrokken zijn en die een grensoverschrijdende of Europese dimensie hebben die in een nationaal, regionaal of lokaal perspectief wordt gezet. De resultaten van het geselecteerde journalistieke onderzoek worden ten minste in elk van de deelnemende lidstaten gepubliceerd.

Hiertoe zal een haalbaarheidsstudie worden verricht om nieuwe manieren te vinden om dit project te lanceren. Deze studie moet op zoek gaan naar manieren waarop onafhankelijke, kritische journalistiek door de EU kan worden gesubsidieerd, waarbij de onafhankelijkheid van informatie gewaarborgd is.