11.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 9/8


Advies van het Comité van de Regio's — Territoriale samenwerking in het Middellandse Zeegebied via de Adriatisch-Ionische macroregio

2012/C 9/03

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

benadrukt dat de macroregionale strategie niet op alle beleidsterreinen kan worden ingezet, maar vooral is bedoeld voor problemen en uitdagingen van de betrokken macroregio die in overleg met de betrokken partners moeten worden vastgesteld, en dat de macroregio als „functionele ruimte” geen vastomlijnde grenzen heeft, maar moet worden gedefinieerd op basis van de soort en omvang van de gemeenschappelijke uitdagingen die moeten worden aangegaan;

denkt dat deze aanpak handen en voeten kan geven aan de doelstelling van territoriale samenhang;

beschouwt het als een belangrijke meerwaarde van de Adriatisch-Ionische macroregionale strategie dat daarmee de aandacht van de EU op de Westelijke Balkan kan worden gevestigd; ze vormt een belangrijke factor voor de verzoening tussen de verschillende gebieden en draagt op die manier bij tot de Europese integratie;

wijst erop dat het geografische gebied in kwestie bestaat uit drie lidstaten (Italië met vooral de Adriatisch-Ionische regio's, Griekenland en Slovenië), twee kandidaat-lidstaten (Kroatië en Montenegro) en drie potentiële kandidaat-lidstaten (Albanië, Bosnië-Herzegovina en Servië); vindt dat bij de macroregionale aanpak niet alleen rekening dient te worden gehouden met de mariene dimensie, maar met alle belangrijke vraagstukken die in dit gebied spelen (milieubescherming en -behoud, energie, klimaatverandering, onderzoek en innovatie, enz.);

herinnert eraan dat er tegenover het „driewerf nee” van de Commissie (geen nieuwe regelgeving, geen nieuwe instellingen en geen nieuw geld) een „driewerf ja” dient te staan: de toepassing en controle van bestaande regels in de macroregio; de opbouw van een platform, netwerk of EGTS en een gerichte besteding van de financiële middelen.

Rapporteur

De heer SPACCA (IT/ALDE), voorzitter van de regioraad van Marche

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Algemene opmerkingen

1.

stelt met voldoening vast dat met de goedkeuring door de Europese Raad van de Europese strategie voor het Oostzeegebied in oktober 2009 een proces in gang is gezet dat bepaalde regio's in staat stelt of heeft gesteld om met behulp van macroregionale strategieën oplossingen te vinden voor problemen in verband met een evenwichtige en duurzame ontwikkeling.

2.

Het wijst erop dat het van begin af aan de ontwikkeling van Europese macroregionale strategieën heeft ondersteund, omdat daarmee, als die tenminste blijk geven van een EU-meerwaarde, de betrokkenheid van lokale en regionale overheden kan worden vergroot.

3.

Het is een goede zaak dat tijdens het forum „De macroregio's van Europa: integratie door territoriale samenwerking” van 13 april 2010 talrijke regio's hun belangstelling voor deze kwestie kenbaar hebben gemaakt en dat uit de discussies en diepgaande gesprekken tijdens het forum naar voren is gekomen dat macroregio's een innovatieve oplossing kunnen vormen voor territoriale samenwerking op interregionaal en transnationaal niveau, waarmee kan worden gezorgd voor meer samenhang en een betere coördinatie van beleidsmaatregelen in de verschillende sectoren, een betere besteding van financiële middelen, meer zeggenschap voor lokale en regionale overheden (overeenkomstig de beginselen van multilevel governance) en een ruime betrokkenheid van maatschappelijke organisaties.

4.

De macroregionale strategie sluit vanwege de gekozen aanpak en beleidsterreinen nauw aan bij andere strategieën van de Unie, zoals de Europa 2020-strategie, het cohesiebeleid en het geïntegreerde maritieme beleid.

5.

De macroregionale strategie kan vanwege de daaraan ten grondslag liggende kenmerken niet op alle beleidsterreinen worden ingezet, maar is vooral bedoeld voor problemen en uitdagingen van de betrokken macroregio die in overleg met de betrokken partners moeten worden vastgesteld, waarbij de beginselen van samenwerking op het subsidiariteitsbeginsel moeten worden afgestemd.

6.

Als „functionele ruimte” heeft de macroregio geen vastomlijnde grenzen en moet zij worden gedefinieerd op basis van de soort en omvang van de gemeenschappelijke uitdagingen die moeten worden aangegaan. De vorming daarvan moet daarom gebaseerd zijn op concrete criteria (uitgaande van geografische verbondenheid) voor samenwerking bij oplosbare problemen. Op die manier moet er worden gezorgd voor een betere wisselwerking met andere gebieden, zoals het Centraal-Europese gebied, het Alpengebied en het Donaugebied.

7.

Vanuit dat licht bezien kan de macroregionale strategie uitgroeien tot een belangrijk instrument dat handen en voeten geeft aan de doelstelling van territoriale samenhang (zoals die expliciet in het Verdrag van Lissabon wordt bepleit), en het toetredingsproces van de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaat-lidstaten versterkt door in te spelen op de gemeenschappelijke belangen van regio's in de „oude” en „nieuwe” lidstaten alsook in derde landen, iets wat bijvoorbeeld al gebeurt met de EU-strategieën voor het Oostzee- en het Donaugebied.

8.

Een belangrijke meerwaarde van de Adriatisch-Ionische macroregionale strategie is dat daarmee de aandacht van de EU op de Westelijke Balkan wordt gevestigd, zoals dat in het verleden ook is gebeurd met de integratie van Centraal- en Oost-Europa.

9.

De Adriatisch-Ionische macroregionale strategie is een belangrijke factor voor de verzoening tussen de gebieden ten oosten van de Adriatische en Ionische Zee en zorgt tegelijkertijd voor erkenning en herontdekking van de gemeenschappelijke waarden die beide kustgebieden al eeuwenlang verenigen.

10.

Een ander voordeel van de macroregionale strategie is dat de regionale samenwerking in deze gebieden, die ook tot het grotere Middellandse Zeegebied behoren, kan worden opgevoerd en er kan worden bijgedragen tot een snellere Europese integratie daarvan.

11.

De macroregio is niet de zoveelste bestuurslaag binnen de Europese Unie, maar een netwerk, een werkwijze of, beter gezegd, een gemeenschappelijk plan van aanpak waarin verschillende Europese, nationale, regionale en lokale actoren, verschillende beleidsmaatregelen en verschillende financieringsprogramma's samenkomen. De vorming van een soepel functionerend netwerk van alle betrokken partijen, instrumenten en initiatieven zonder bureaucratische rompslomp is dan ook gewenst.

Een EU-strategie voor de Adriatisch-Ionische regio: achtergrond

12.

Het gebied rondom de Adriatische en Ionische zee staat voor een internationaal zeebekken en een regio die zich over meerdere landen uitstrekt. Zowel vanuit historisch, geografisch, economisch, maatschappelijk als milieuoogpunt hebben de landen in deze regio altijd nauwe contacten met elkaar onderhouden. De Adriatische en Ionische Zee vormen een belangrijke maritieme en mariene (eco)regio in Europa, die uitmondt in het aangrenzende centrale gedeelte van de Middellandse Zee, een halfopen zee met een lage waterverversingsgraad.

13.

De kuststaten van de Adriatische en Ionische macroregio bestaan uit EU-lidstaten, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten. In economisch, cultureel en milieuopzicht is dit een zeer heterogeen gebied. Het gebied rondom de Adriatische en de Ionische Zee zal binnen het lopende toetredingsproces van de Westelijke Balkanlanden niet alleen worden gekenmerkt door een gemeenschappelijke erfenis, maar ook door een vrij verkeer van mensen, goederen en diensten.

14.

Het geografische gebied in kwestie bestaat uit drie lidstaten (Italië met vooral de Adriatisch-Ionische regio's, Griekenland en Slovenië), twee kandidaat-lidstaten (Kroatië en Montenegro) en drie potentiële kandidaat-lidstaten (Albanië, Bosnië-Herzegovina en Servië). Het beslaat vrijwel 450 000 vierkante kilometer (het zeeoppervlak niet meegerekend) en telt circa 60 miljoen inwoners. Het gebied, dat verder reikt dan het eigenlijke zeebekken en door zijn karakter diverse regio's, volkeren en instellingen met elkaar verbindt, komt als geen ander in aanmerking voor een gemeenschappelijke strategie waarmee kansen kunnen worden gecreëerd voor een duurzame ontwikkeling, een betere uitwisseling van ideeën en een vlotter verkeer van mensen, goederen en diensten.

15.

Het Adriatisch-Ionische zeebekken vormt een „halfopen zee” en in een bepaald opzicht ook steeds meer een binnenzee in de Europese Unie. Er zijn duidelijk overeenkomsten met het Oostzeegebied. In beide gevallen gaat het om zeeën die vergelijkbare problemen en uitdagingen kennen, en beide gebieden vervullen een „scharnierfunctie” tussen de lidstaten en de derde landen. Tegelijkertijd vormt het Adriatisch-Ionische bekken de natuurlijke zeemonding van het Donaugebied.

16.

Alle Europese gebieden hangen onderling op functionele wijze met elkaar samen. De na te streven verbinding van het Oostzeegebied en het Donaugebied met de Adriatisch-Ionische regio vormt de natuurlijke aanvulling op en versterking van het Europese beleid inzake territoriale samenwerking.

17.

Sinds het einde van de jaren zeventig zijn er diverse organisaties en initiatieven in het leven geroepen die zich met de Adriatisch-Ionische regio bezighouden. De belangrijkste zijn:

het Forum van steden in het Adriatisch en Ionisch gebied (circa 50), dat vooral ijvert voor een gemeenschappelijk bestuursmodel en daarmee voor een evenwichtiger ontwikkeling van de administratieve gebieden;

het Forum van Kamers van Koophandel (circa 30), dat zich vooral richt op sociaaleconomische vraagstukken en de bescherming van hulpbronnen;

het universitair forum „Unadrion”, dat zich inzet voor een permanent contactpunt tussen universiteiten en onderzoekscentra (circa 32) in verband met een gemeenschappelijke multimediaproductie;

het Adriatisch-Ionisch initiatief (AII), dat na de oorlog in het voormalige Joegoslavië in mei 2000 in Ancona door Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Griekenland, Italië, Montenegro, Slovenië en Servië is gelanceerd ter waarborging van de veiligheid en samenwerking in het gebied rondom de Adriatische en Ionische Zee;

de Adriatische Euregio, waarin in principe de subnationale instanties van alle kuststreken aan beide kanten van de Adriatische Zee zijn verenigd en waarin via een dialoog de diverse speerpunten van de programma's onderling worden afgestemd.

Daarnaast zijn er nog talrijke netwerken op het gebied van infrastructuur (zoals de North Adriatic Port Association (N.A.P.A.)), cultuur, onderwijs en opleiding.

18.

De regio profiteert bovendien van verregaande steunmaatregelen van de Europese Unie. Deze worden vanuit thematische programma's (vervoer, energie, milieu enz.), de nationale en regionale cohesieprogramma's van de EU (doelstellingen 1 en 2) en de Europese territoriale samenwerkingsprogramma's, zoals het IPA-CBC-programma voor de Adriatische Zee en de daarbij behorende programma's voor grensoverschrijdende samenwerking (bijv. Italië-Slovenië, Griekenland-Italië) en transnationale samenwerking (het programma Centraal-Europa (CENTRAL EUROPE - CE), het programma Zuidoost-Europa (SOUTH EAST EUROPE - SEE), het programma Middellandse Zeegebied (MED), het programma Alpengebied (ALPINE SPACE)), door het EFRO en het pretoetredingsinstrument (IPA) gefinancierd. De noodzaak en meerwaarde van een Europese macroregionale strategie stoelen juist op de voordelen die kunnen worden gehaald uit een sterke integratie van deze programma's en de op nationaal, regionaal en lokaal niveau uitgevoerde programma's alsook uit de investeringen van de Europese Investeringsbank, lokale kredietinstellingen en particulieren. Daarbij moet worden benadrukt dat een dergelijk proces niet slechts een intergouvernementele aangelegenheid dient te blijven, maar een directe politiek-institutionele aanzwengeling en de technische expertise van de EU-instellingen vergt.

19.

Dit uitgebreide netwerk van contacten vormt een belangrijk uitgangspunt en een noodzakelijke basis voor de ontwikkeling van de Europese dimensie van het lokale en regionale beleid. De steun voor grensoverschrijdende, transnationale en interregionale partnerschapsstructuren krijgt daarmee op territoriaal niveau een strategische dimensie en draagt bij tot een gestructureerde samenwerking en dialoog tussen lokale overheden, regio's en het centrale bestuur, overeenkomstig het Verdrag van Lissabon.

20.

Vanwege zijn specifieke kenmerken en vooral de belangstelling van de daarbij aangesloten landen voor vraagstukken in verband met de bescherming van maritieme wateren en kuststreken kan het Adriatisch-Ionische initiatief (AII) zich ontwikkelen tot een meer mediterrane dimensie. Doordat het AII zich richt op een specifiek geografisch gebied en de problemen die daar spelen, is het in staat om voor meerwaarde te zorgen bij de stabilisering van de regio en met name de integratie in de Europese ruimte, zonder dat het daarmee de activiteiten van instellingen van een andere orde en grootte overlapt.

21.

Op 5 mei 2010 heeft de Adriatisch-Ionische Raad, bestaande uit de ministers van Buitenlandse Zaken van de aangesloten landen (AII), in Ancona een verklaring aangenomen waarin steun wordt uitgesproken voor het voorstel voor een macroregionale strategie voor de Adriatisch-Ionische regio en waarin de EU-lidstaten uit de regio (Italië, Griekenland en Slovenië) wordt verzocht om zich in te zetten voor de goedkeuring daarvan door de EU-instellingen.

22.

Het Comité wijst erop dat de Adriatisch-Ionische Raad op 23 mei 2011 in Brussel opnieuw een verklaring heeft uitgebracht waarin deze, na instemming met het besluit van de Europese Raad van 23 april 2011 om de lidstaten op te roepen hun werkzaamheden voor de toekomstige macroregio's voort te zetten, bevestigt zich te zullen inzetten voor de Adriatisch-Ionische macroregionale strategie die in samenwerking met de Europese Commissie en de nationale, regionale en lokale instellingen moet worden verwezenlijkt.

23.

Tijdens hun 8e en 9e conferentie, die respectievelijk op 29 april 2010 in Bari (Italië) en op 11 april in Budva (Montenegro) werd gehouden, hebben de voorzitters van de nationale parlementen van de bij het Adriatisch-Ionische Initiatief (AII) aangesloten landen speciale slotverklaringen aangenomen waarin staat dat de parlementen er alles aan zullen doen om bij te dragen tot de toetreding van alle bij het initiatief betrokken Westelijke Balkanlanden. Tevens hebben ze de EU-instellingen opgeroepen om voor Zuidoost-Europa een macroregionale strategie voor het Adriatisch-Ionische zeebekken op te stellen.

24.

Het functionele zwaartepunt van de bij de strategie betrokken regio's zijn de gebieden aan de Adriatische of Ionische Zee. Deze twee kuststroken en de achtergelegen gebieden aan beide zijden van het Adriatische Zeebekken hebben hun eigen geomorfologische kenmerken en bevolkingsopbouw en gaan zwaar gebukt onder de oprukkende verstedelijking, waardoor de verschillen qua landschap en milieu aanzienlijk zijn. Het gebied onderhoudt bovendien nauwe banden met en is sterk beïnvloed door gebieden in Oostenrijk en het centrale en zuidelijke gedeelte van het Middellandse Zeegebied.

25.

Sommige kustregio's zijn zeer verstedelijkt; dit geldt met name voor de industrie- en vooral ook de toeristengebieden. De kusthabitats zijn door een te sterke nadruk op productie, de lokale vraag en de daarmee gepaard gaande veranderingen op diverse plaatsen dichtgeslibd en geven het natuurlijk milieu steeds meer prijs. Toch zijn er nog altijd schitterende natuurgebieden en nationale en regionale natuurreservaten.

26.

Sommige kustgebieden koesteren met zorg hun eeuwenoude landschappen en natuurlijk erfgoed, ondanks de toenemende dreiging van de vooruitgang. Dergelijke regio's moeten het soms stellen zonder riolering en hebben geen systeem voor afvalverwerking. De urbanisering van de kust neemt hand over hand toe, terwijl de lucht steeds meer wordt vervuild door de uitstoot van verkeer en fabrieken en ten gevolge van de energieproductie.

27.

De strategie van de Europese Unie voor de Adriatisch-Ionische macroregio is bedoeld als een waardevolle troef voor niet alleen de betrokken gebieden, maar ook voor de hele EU. Ze zal volledig aansluiten bij de strategische oriëntaties van de EU op het gebied van slimme, duurzame en inclusieve groei en meer in het bijzonder bij de EU 2020-strategie. De lancering van de strategie staat gepland voor 2012-2013, zodat er nog voldoende tijd over is om deze aansluiting te garanderen, voor zo veel mogelijk samenhang te zorgen met de prioriteiten van het komende meerjarig financieel kader, de betrokken gemeenschappelijke strategische kaders en de operationele programma's.

28.

De belangrijkste doelstelling van de Adriatisch-Ionische strategie zou als „verbinding en bescherming” kunnen worden gedefinieerd. De strategie verbindt de gebieden van de macroregio om de duurzame ontwikkeling daarvan te bevorderen, en beschermt tegelijkertijd het kwetsbare zee- en kustmilieu en het binnenland. Zoals in punt 18 van de conclusies van de Raad Algemene Zaken van 13 april 2011 wordt voorgesteld, kunnen er dwarsverbanden, synergieën en ook infrastructuurverbindingen worden gecreëerd tussen de twee bestaande macrostrategieën van de EU voor het Oostzee- en het Donaugebied en de EU-strategie voor de Adriatisch-Ionische macroregio en toekomstige EU-strategieën (1). Deze zouden een ideale noord-zuidas van Europa moeten vormen. De Adriatisch Ionische macroregio zou daarbij, via verlenging van de Baltisch-Adriatische corridor (zoals voorzien in de Mededeling van de Commissie COM(2011) 500 van 29 juni 2011) en de aansluiting daarvan op de intermodale netwerken, Europa's zuidoostelijke toegang tot de rest van de wereld, en daarmee ook tot het centrale en zuidelijke Middellandse Zeegebied, kunnen verbeteren en ontlasten. Aangezien de Adriatisch-Ionische strategie en de strategie voor het Donaugebied elkaar in sterke mate kunnen overlappen, zou de Europese Commissie moeten zorgen voor passende coördinatiemechanismen.

Zee, kust en binnenland: een macroregio die moet worden verbonden, beschermd en ontwikkeld

29.

Een zeebekken is per definitie een gemeenschappelijke bron die de daaraan grenzende landen en regio's met elkaar verbindt, maar ook een gemeenschappelijke troef die moet worden gekoesterd. Een zee vraagt bovendien om gemeenschappelijke maatregelen om welvaart en ontwikkeling te kunnen genereren. Zeeën zijn kwetsbaar en dat geldt met name voor de Adriatische en de Ionische Zee. Deze halfopen zeeën hebben een lage waterverversingsgraad en zijn verbonden met de Middellandse Zee, die op haar beurt ook weer een binnenzee is. Om het Adriatische en Ionische milieu te beschermen dienen passende maritieme strategieën te worden ingebed in de Adriatisch-Ionische strategie.

30.

Vanuit dat oogpunt bezien kan de Adriatisch-Ionische macroregio als een maritieme gemeenschap worden opgevat. De strategie zal daarom niet alleen resulteren in planningsdocumenten, maar ook in maatregelen – concrete en zichtbare maatregelen voor de problemen in de regio. Landen, regio's en andere betrokken partijen zullen als initiator hun verantwoordelijkheid moeten nemen op bepaalde prioritaire beleidsterreinen en bij vlaggenschipprojecten die zijn opgezet vanuit een geïntegreerde aanpak van het maritieme beleid en het op de pan-Europese corridors gerichte vervoer- en havenbeleid.

31.

In de macroregionale aanpak dient niet alleen rekening te worden gehouden met de maritieme dimensie, maar met alle belangrijke vraagstukken die momenteel in de Adriatisch-Ionische macroregio spelen, zoals milieubescherming en -behoud, energie, klimaatverandering, onderzoek en innovatie, behoud van het onderwatermilieu en culturele hulpbronnen, concurrentie en het creëren van werkgelegenheid, handel, logistiek en de opleiding van leidinggevenden voor de overheden in dit gebied.

32.

Het Comité herinnert aan het standpunt van de Commissie dat voor de ontwikkeling van macroregionale strategieën momenteel „driewerf nee” geldt: geen nieuwe regelgeving, geen nieuwe instellingen en geen nieuw geld. Voor het Comité moet daar een „driewerf ja” tegenover staan: de toepassing en controle, in onderlinge overeenstemming, van bestaande regels in de macroregio; de opbouw van een platform, netwerk of territoriale cluster van lokale en regionale overheden en belanghebbenden, onder verantwoordelijkheid van de EU-organen, en een gerichte besteding van de financiële EU-middelen voor de ontwikkeling en uitvoering van macroregionale strategieën.

33.

Het Comité pleit ervoor dat de Europese Raad de Europese Commissie voor 2012-2013 opdracht geeft om een Adriatisch-Ionische macroregionale strategie uit te werken. De EU-instellingen zullen daarmee na rijp beraad een verantwoorde keuze doen op Europees niveau, aangezien er op die manier kan worden ingestemd met en tegelijkertijd praktische uitvoering kan worden gegeven aan de drie pijlers van de macroregionale strategie via de nieuwe programmeringsperiode 2014-2020.

34.

Wat het subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel betreft, kan er voor de Adriatisch-Ionische regio, net als voor het Oostzeegebied en het Donaugebied, een Europese strategie worden geformuleerd, die, gebruikmakend van de talrijke reeds bestaande samenwerkingsverbanden, meerwaarde verleent aan de diverse reeds gelanceerde initiatieven, programma's en projecten, de instrumenten van de verschillende actoren aanpast en coördineert en, via een grotere betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij de besluitvorming en de tenuitvoerlegging van concrete maatregelen, bijdraagt tot een verdere onderlinge en interne integratie van de betrokken landen.

35.

De strategie voor de Adriatisch-Ionische macroregio kan op die manier een toonvoorbeeld worden van de praktische toepassing van multilevel governance, doordat er mogelijkheden worden geschapen voor een betere en efficiëntere samenwerking en interactie tussen alle partijen die zich geconfronteerd zien met de grote uitdagingen in dit gebied.

36.

De Commissie zou in deze fase, waarin de meeste maatregelen qua rechtsgrondslag betrekking hebben op terreinen die onder de bevoegdheid van de Unie en de lidstaten vallen, alleen bepaalde voorstellen moeten formuleren die vervolgens via samenwerking tussen alle betrokken bestuursniveaus, overeenkomstig hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden, worden uitgewerkt. Pas daarna zou ze een coördinerende en controlerende rol moeten spelen en zorg moeten dragen voor de facilitering van de tenuitvoerlegging van de strategie en voor de follow-up daarvan. Daartoe zou ze zo veel mogelijk moeten teruggrijpen op de geschikte bestaande structuren.

Conclusies

37.

Gezien de verklaringen van de Adriatisch-Ionische Raad (de ministers van Buitenlandse Zaken van de bij het AII aangesloten landen) en de urgentie van de bestaande problemen en opgaven zou er onmiddellijk moeten worden begonnen met de formulering van een Europese strategie voor de Adriatisch-Ionische regio. Het Comité roept de Europese Raad dan ook op om de Commissie met deze taak te belasten.

38.

Het spoort het Europees Parlement aan om op basis van de verklaringen die zijn afgelegd tijdens de conferenties van de voorzitters van de nationale parlementen van de bij het AII aangesloten landen, en in verband met het strategische belang van de voltooiing van het EU-toetredingsproces, een krachtig politiek initiatief op te zetten voor de lancering van een EU-strategie voor de Adriatisch-Ionische regio.

39.

Het Europees Parlement, dat druk doende is met het opstellen van belangrijke documenten inzake de tenuitvoerlegging van het geïntegreerd maritiem beleid, het beheer van de territoriale wateren en het vervoersbeleid, wordt tevens verzocht om rekening te houden met de Adriatisch-Ionische macroregionale dimensie.

40.

Het Comité onderstreept dat de Adriatisch-Ionische macroregionale strategie perfect compatibel is met de ontwikkeling van euroregio's, die zijn gericht op samenwerking tussen grensregio's, en met de ontwikkeling van Europese structuren in het kader van grensoverschrijdende, transnationale en interregionale projecten in de vorm van een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS).

41.

De macroregionale strategieën zouden volledig moeten worden geïntegreerd in het onderdeel territoriale samenwerking van het EU-beleid en met name het cohesiebeleid voor de periode na 2013 (vooral wat betreft de grensoverschrijdende en transnationale samenwerking), zodat de regionale operationele programma's van de volgende programmeringsperiode (2014-2020) kunnen bijdragen aan de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de macroregionale strategieën.

42.

Overeenkomstig punt 21 van de conclusies van de Raad Algemene Zaken van 13 april 2011, de conclusies van de Europese Raad van 23 en 24 juni 2011 en mede gezien het feit dat nationale en lokale instellingen al lange tijd werken aan het plan voor een macroregionale strategie, zou de Commissie direct moet overgaan tot een gericht toezicht op alle lopende strategische projecten voor de Adriatisch-Ionische regio die reeds zijn goedgekeurd of nog in behandeling zijn. Zoals in paragraaf 32 van onderhavig advies reeds is bepleit, roept het Comité de Commissie op tot een „driewerf ja”.

43.

Het is dringend noodzakelijk dat de rol en functie van de macroregio's in een speciaal groenboek nader worden onderzocht en gedefinieerd. Het Comité heeft daar al eens om gevraagd in zijn resolutie over het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2010.

44.

De strategie voor de Adriatisch-Ionische regio gaat uit van naleving van het subsidiariteitsbeginsel en is bedoeld voor vraagstukken en problemen die niet uitsluitend op lokaal, regionaal en nationaal niveau kunnen worden aangepakt.

45.

Voor de uitwerking van de strategie dient, uitgaande van de ervaringen met de EU-strategieën voor het Oostzee- en het Donaugebied, een brede openbare raadpleging te worden gehouden in nauwe samenwerking met de bestaande netwerken en organisaties in de regio, met het Comité van de Regio's, als vertegenwoordiger van de lokale en regionale overheden, en met andere belangrijke partners in het gebied.

46.

Overeenkomstig de aanbeveling van de Raad Algemene Zaken van 13 april 2011 inzake transparantie, zichtbaarheid en de uitwisseling van goede praktijken tussen de verschillende macroregionale strategieën heeft het partnerschap „Adriatisch-Ionische macroregio” tijdens de Open Days 2011 een analytische beschouwing georganiseerd over de macroregionale vraagstukken. Daarbij is via een debat met vertegenwoordigers van de dertien bij het partnerschap betrokken steden en regio's, alsook via een workshop van publiek-private partnerschappen met presentaties over specifieke lopende projecten vooral dieper ingegaan op het voorstel voor een macroregionale strategie voor de Adriatisch-Ionische regio.

47.

Het Comité gelast zijn voorzitster om dit initiatiefadvies te doen toekomen aan de Europese Commissie, het Europees Parlement, het fungerend voorzitterschap van de Raad en de andere partners van het voorzitterschapstrio.

Brussel, 11 oktober 2011

De voorzitster van het Comité van de Regio's

Mercedes BRESSO


(1)  Strategieën die momenteel worden ontwikkeld, zijn onder meer de strategie voor de regio Noordzee/Het Kanaal, de strategie voor het Alpengebied, de strategie voor de Atlantische boog en de strategie voor de Zwarte Zee.