29.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 140/22


Conclusies van de Raad van 25 mei 2010 over de toekomstige herziening van het merkenstelsel in de Europese Unie

2010/C 140/07

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1.

HERINNERT AAN zijn conclusies van mei 2007 over de financiële vooruitzichten van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (Merken, tekeningen en modellen) (hierna: BHIM) en de verdere ontwikkeling van het stelsel van Gemeenschapsmerken (1);

2.

NEEMT NOTA VAN het akkoord dat op 18/19 september 2008 tijdens de gezamenlijke vergadering van de raad van bestuur en het begrotingscomité van het BHIM is bereikt over een pakket begrotingsmaatregelen, gericht op een evenwichtiger beheer van het BHIM-budget in de toekomst. Dit pakket bestaat uit drie belangrijke elementen: i) de verlaging van de taksen om bescherming van Gemeenschapsmerken te verkrijgen, ii) de oprichting van een samenwerkingsfonds en iii) de toekomstige verdeling van 50 % van de vernieuwingstaksen onder de nationale handelsmerkenbureaus van de lidstaten (hierna „nationale bureaus” genoemd);

3.

IS HET EROVER EENS dat deze begrotingsmaatregelen niet alleen passende en nuttige instrumenten vormen om ervoor te zorgen dat het BHIM in de toekomst een evenwichtige begroting heeft, maar ook, binnen het kader van een nauwere samenwerking tussen het BHIM en de nationale bureaus, bijdragen aan het moderniseren, stroomlijnen, harmoniseren en versterken van het merkenstelsel in Europa in zijn geheel;

4.

JUICHT TOE dat, ten gevolge van het akkoord van september 2008, bij Verordening (EG) nr. 355/2009 van de Commissie een substantiële verlaging van de taksen voor het verkrijgen van een Gemeenschapsmerk is doorgevoerd met ingang van 1 mei 2009;

5.

VERWELKOMT de wezenlijke vooruitgang die het BHIM heeft gemaakt bij het opzetten van een samenwerkingsfonds en SPOORT het BHIM AAN dit werk met voorrang af te ronden om het fonds spoedig en met de actieve medewerking van de nationale bureaus volledig operationeel te maken;

6.

HERINNERT AAN de mededeling van de Commissie van 16 juli 2008 over een strategie inzake industriële-eigendomsrechten voor Europa (2);

7.

JUICHT TOE dat de Commissie de studie van het functioneren van het stelsel voor Gemeenschapsmerken in al zijn aspecten heeft geïnitieerd en STEUNT de doelstellingen ervan zoals omschreven in het mandaat;

8.

NEEMT NOTA VAN de tussentijdse resultaten van de studie die aan de Groep intellectuele eigendom van de Raad op 25 maart 2010 zijn voorgelegd;

9.

SPOORT de Commissie AAN de studie af te ronden met als doel een stevige grondslag voor haar latere wetgevingsinitiatieven te leggen;

10.

NEEMT ER KENNIS VAN dat de meeste verenigingen van gebruikers van het stelsel van Gemeenschapsmerken tevreden zijn met dit stelsel, evenals met het beginsel van het naast elkaar bestaan van nationale en Gemeenschapsmerken, en begrijpen dat het via een toekomstige herziening nauwkeurig moet worden afgestemd, waarbij een evenwichtige relatie tussen nationale en Gemeenschapsmerkenstelsels in acht moet worden genomen;

11.

ONDERKENT dat nationale handelsmerken aan de behoeften van grote groepen aanvragers blijven voldoen, en dat daarom bescherming van nationale handelsmerken als keuzemogelijkheid beschikbaar moet blijven voor die aanvragers;

12.

MEMOREERT de mededeling van de Commissie van 11 september 2009 over versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt (3);

13.

MEMOREERT de resolutie van de Raad van 1 maart 2010 over versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt (4);

14.

ROEPT de Commissie OP voorstellen voor de herziening van Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk en Richtlijn 2008/95/EG betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten in te dienen.

Deze herziening dient met name de volgende punten te bevatten:

het introduceren van een specifieke bepaling om het kader voor samenwerking tussen het BHIM en de nationale bureaus vast te stellen;

het uitdrukkelijk stellen dat het harmoniseren van de praktijk en instrumenten een doel vormt dat alle handelsmerkenbureaus in de EU moeten nastreven en dat de inspanningen op dit gebied door het BHIM, hierbij actief geholpen door zijn raad van bestuur, moeten worden gesteund en gefaciliteerd;

het vestigen van een duidelijke rechtsgrondslag voor het betrekken van het BHIM bij handhavingsactiviteiten, met name de strijd tegen het namaken, vooral door zijn samenwerking met de nationale bureaus, in overeenstemming met hun nationale bevoegdheden, en het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij te cultiveren (5);

het scheppen van een rechtsgrondslag voor de verdeling van een bedrag ten belope van 50 % van de vernieuwingstaksen van het BHIM onder de nationale bureaus, volgens een rechtvaardige, billijke en ter zake doende verdeelsleutel, die zodanig moet worden gedefinieerd dat, onder andere, een minimumbedrag per lidstaat wordt gegarandeerd, evenals het creëren van passende mechanismen die rekening houden met de financiële regelingen die voor de individuele nationale bureaus van toepassing zijn, opdat deze fondsen beschikbaar worden voor de nationale bureaus, en gebruikt worden voor doeleinden die nauw verband houden met bescherming, bevordering en/of handhaving van handelsmerken, met name de strijd tegen het namaken;

wijzigingen en andere maatregelen, waar toepasselijk, die gericht zijn op het steunen van de complementaire verhouding tussen de stelsels van nationale- en Gemeenschapsmerken;

maatregelen om Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (gecodificeerde versie) (6) beter in overeenstemming te brengen met Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (gecodificeerde versie) (7), en zodoende verder bij te dragen aan het verminderen van de verschillen binnen het merkenstelsel in Europa in zijn geheel.


(1)  Raadsdocument 9427/07.

(2)  Raadsdocument 12267/08.

(3)  Raadsdocument 13286/09.

(4)  PB C 56 van 6.3.2010, blz. 1.

(5)  Met speciale aandacht voor punten 24 en 38 van de Resolutie van de Raad van 1 maart 2010 over versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt.

(6)  PB L 299 van 8.11.2008, blz. 25.

(7)  PB L 78 van 24.3.2009, blz. 1.