25.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 47/24


Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer de Republiek Korea

2010/C 47/09

De Commissie heeft op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”) een verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Dit verzoek werd ingediend door het Polyethylene Terephthalate (PET) Committee of PlasticsEurope („de indiener van het verzoek”), dat zeven EU-producenten vertegenwoordigt.

Het betreft alleen een onderzoek naar dumping door de producent-exporteur KP Chemical Group, bestaande uit Honam Petrochemicals Corp. en KP Chemical Corp., („KP Chemical Group”), en naar bepaalde schadeaspecten.

2.   Product

Het verzoek heeft betrekking op polyethyleentereftalaat met een viscositeitscoëfficiënt van 78 ml/g of meer volgens ISO-norm 1628-5, momenteel ingedeeld onder GN-code 3907 60 20, van oorsprong uit de Republiek Korea („het betrokken product”).

3.   Geldende maatregelen

Momenteel is op polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer de Republiek Korea een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 192/2007 van de Raad (2).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek op grond van artikel 11, lid 3, is gebaseerd op door de indiener van het verzoek verstrekt voorlopig bewijsmateriaal dat, wat KP Chemical Group betreft, de omstandigheden waarop de antidumpingmaatregelen zijn gebaseerd, zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn.

De indiener van het verzoek heeft voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat, wat KP Chemical Group betreft, handhaving van de maatregel op het huidige niveau nul, dat sinds februari 2007 geldt na een gecombineerd nieuw onderzoek bij het vervallen van een maatregel en een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek, niet langer voldoende is om de schade veroorzakende dumping te neutraliseren. Een vergelijking van de berekende normale waarde van de producent-exporteur en zijn prijzen bij uitvoer naar de Unie duidt op aanzienlijke dumping.

De indiener van het verzoek heeft ook voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de prijzen van de bedrijfstak van de EU door de uitvoer van KP Chemical Group werden onderboden.

Handhaving van de maatregelen op het huidige niveau, dat is gebaseerd op de eerder vastgestelde dumpingmarge, lijkt dus niet langer voldoende om de schade veroorzakende dumping te neutraliseren.

5.   Procedure

Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

Onderzocht zal worden of de huidige maatregelen ten aanzien van de betrokken producent-exporteur moeten worden gehandhaafd, opgeheven of gewijzigd. Hierbij zal ook het argument worden onderzocht dat de prijzen van de bedrijfstak van de EU door de uitvoer van KP Chemical Group naar de Unie werden onderboden.

Daar kennelijk een groot aantal EU-producenten bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening gebruikmaken van steekproeven.

Indien blijkt dat de maatregelen ten aanzien van de betrokken producent-exporteur moeten worden gewijzigd, kan het noodzakelijk zijn het recht te wijzigen dat momenteel van toepassing is op het betrokken product afkomstig van niet afzonderlijk in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 192/2007 vermelde ondernemingen.

a)   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het onderzoek nodig acht, zal de Commissie bovengenoemde producent-exporteur, de bedrijfstak van de EU en de autoriteiten van het betrokken land van uitvoer een vragenlijst toezenden. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a), vermelde termijn ontvangen.

b)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en ook andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a), vermelde termijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen indien zij hierom verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder b), vermelde termijn worden ingediend.

6.   Termijnen

a)   Aanmelding en toezending van antwoorden op de vragenlijst en van andere informatie

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

b)   Hearings

Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

7.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (3) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 04/92

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22956505

8.   Niet-medewerking

Indien een belanghebbende toegang tot de nodige gegevens weigert of deze niet binnen de vastgestelde termijnen verstrekt, dan wel het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, worden deze buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

9.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (4).

11.   Hearing

Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de hoorder van DG Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de voor de hearing bevoegde ambtenaar op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade).


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  PB L 59 van 27.2.2007, blz. 1.

(3)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).

(4)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.