52010PC0313

Voorstel voor een Uitvoeringsbesluit van de Raad waarbij Roemenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 193 van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde /* COM/2010/0313 def. - NLE 2010/0174 */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 17.6.2010

COM(2010)313 definitief

2010/0174 (NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

waarbij Roemenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel Overeenkomstig artikel 395 van richtlijn 2006/112/EG van de raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna "de btw-richtlijn" genoemd) kan de raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen. Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 23 september 2009, heeft Roemenië verzocht om maatregelen te mogen toepassen die afwijken van artikel 193 van de btw-richtlijn. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 14 december 2009 van het verzoek van Roemenië in kennis gesteld. Bij brief van 17 december 2009 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek. |

Algemene context Krachtens artikel 193 van de btw-richtlijn is de belastingplichtige die goederen levert of diensten verricht, in de regel ook de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden. De Roemeense regering wenst evenwel een verleggingsregeling toe te passen waarbij de belastingplichtige ontvanger van de goederen of diensten wordt gehouden tot voldoening van de btw in het geval van: - de levering van goederen of het verrichten van diensten door belastingplichtigen die zich in een insolventieprocedure bevinden, met uitzondering van detailhandelaren; - de levering van houtproducten door belastingplichtigen – meer bepaald hout op stam, rond of gekliefd werkhout, brandhout, timmerhoutproducten, alsook gekantrecht of verspaand hout en ruw hout, bewerkt of halfbewerkt hout. Financiële problemen kunnen belastingplichtige goederenleveranciers of dienstverleners die zich in een insolventieprocedure bevinden, verhinderen om de btw die zij voor hun prestaties hebben ontvangen, aan de bevoegde autoriteiten af te dragen. Hun afnemers daarentegen kunnen, als zij belastingplichtig zijn, nog altijd een recht op aftrek van voorbelasting laten gelden. Het is niet de bedoeling dat de verleggingsregeling gaat gelden voor prestaties van detailhandelaren die zich in een insolventieprocedure bevinden vanwege de praktische problemen die zij daarbij zouden ondervinden, met name wanneer ze de btw-plicht van hun afnemers op de plaats van verkoop moeten vaststellen. De bosbouw is een sector van groot economisch belang in Roemenië. Hij telt een aanzienlijk aantal bedrijven, vaak kleinere wederverkopers en tussenpersonen, die hun btw-verplichtingen in menig geval niet nakomen. De afnemers van deze leveranciers zijn doorgaans grotere, gevestigde bedrijven. Dit derogatieverzoek zal worden toegestaan tot en met 31 december 2013. |

RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbende partijen |

Niet relevant. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

Effectbeoordeling Het voorstel voor een besluit strekt ertoe eventuele btw-fraude of -ontwijking te bestrijden en kan bijgevolg een positief economisch effect sorteren. Het effect zal in ieder geval beperkt zijn gelet op de beperkte werkingssfeer van de derogatie. |

JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregel Machtiging van Roemenië tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 193 van de btw-richtlijn en met name voorziet in het gebruik van een verleggingsregeling ter zake van de levering van goederen en het verrichten van diensten door belastingplichtigen die zich in een insolventieprocedure bevinden, met uitzondering van detailhandelaren, alsook ter zake van de levering van houtproducten. |

Rechtsgrondslag Artikel 395 van de btw-richtlijn. |

Subsidiariteitsbeginsel Overeenkomstig artikel 395 van de btw-richtlijn moet een lidstaat die van die richtlijn afwijkende maatregelen wil treffen, daarvoor machtiging krijgen van de raad in de vorm van een besluit van de raad. Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting. |

AANVULLENDE INFORMATIE

Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling |

Het voorstel bevat een vervalbepaling. |

2010/0174 (NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

waarbij Roemenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde[1], en met name op artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 23 september 2009, heeft Roemenië verzocht om machtiging tot toepassing van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EEG.

2. Bij brief van 14 december 2009 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Roemenië in kennis gesteld. Bij brief van 17 december 2009 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

3. Krachtens artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG is de belastingplichtige die goederen levert of diensten verricht, in de regel ook de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden.

4. De door Roemenië gevraagde derogatie strekt ertoe in twee specifieke gevallen de ontvanger van goederenleveringen of diensten aan te merken als de persoon die over deze prestaties de btw moet voldoen. Het eerste geval ziet op de situatie waarbij belastingplichtigen houtproducten leveren zoals omschreven in de nationale wetgeving, het tweede geval op de situatie waarbij goederen worden geleverd of diensten worden verricht door belastingplichtigen, met uitzondering van detailhandelaren, die zich in een insolventieprocedure bevinden.

5. Vaak verhinderen financiële problemen dat insolvente bedrijven de btw die zij voor hun prestaties hebben ontvangen, aan de bevoegde autoriteiten afdragen. De ontvanger van de goederen of diensten in kwestie kan de niet-afgedragen btw in beginsel echter wel in aftrek brengen.

6. Aangezien het voor detailhandelaren moeilijk is om de btw-status van hun afnemers op de plaats van verkoop vast te stellen, zal de verleggingsregeling niet gelden voor zulke handelaren die zich in een insolventieprocedure bevinden.

7. In Roemenië doen zich ook problemen voor op de houtmarkt, die het gevolg zijn van het specifieke karakter van deze markt en het soort bedrijven dat erop actief is. Het betreft hier een groot aantal kleine bedrijven, waarop de Roemeense autoriteiten moeilijk controle kunnen uitoefenen. De meest gebruikelijke vorm van fraude bestaat erin dat bedrijven een factuur afgeven voor de leveringen die zij verrichten, maar vervolgens verdwijnen zonder de btw te voldoen, terwijl de afnemer over een geldige factuur beschikt om de voorbelasting in aftrek te brengen.

8. Door in het geval van de levering van houtproducten door belastingplichtigen en in het geval van de levering van goederen en het verrichten van diensten door belastingplichtigen, met uitzondering van detailhandelaren, die zich in een insolventieprocedure bevinden, de ontvanger als de tot voldoening van de btw gehouden persoon aan te wijzen, maakt de derogatie een einde aan de geconstateerde problemen zonder dat wordt geraakt aan het verschuldigde btw-bedrag. Hierdoor worden bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking voorkomen.

9. De maatregel staat in verhouding tot de beoogde doelstellingen, omdat hij geen algemene strekking heeft, maar slechts geldt voor specifieke handelingen en sectoren waarmee zich aanzienlijke problemen voordoen op het gebied van de belastingheffing of ingevolge belastingfraude of -ontwijking.

10. De machtiging geldt voor een beperkte periode en vervalt daarom op 31 december 2013. Op basis van de ervaring die in de tussentijd wordt opgedaan, kan worden geëvalueerd of de derogatie nog langer gerechtvaardigd is.

11. De derogatie heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Roemenië gemachtigd om de belastingplichtige ontvanger van de in artikel 2 van dit besluit bedoelde goederen en diensten aan te wijzen als de tot voldoening van de btw gehouden persoon.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde derogatie geldt voor:

12. de levering van houtproducten door belastingplichtigen,

13. de levering van goederen of het verrichten van diensten door belastingplichtigen, met uitzondering van detailhandelaren, die zich in een insolventieprocedure bevinden.

Onder de in de eerste alinea, punt 1), bedoelde houtproducten vallen hout op stam, rond of gekliefd werkhout, brandhout, timmerhoutproducten, alsook gekantrecht of verspaand hout en ruw hout, bewerkt of halfbewerkt hout.

Artikel 3

Dit besluit vervalt op 31 december 2013.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot Roemenië.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[1] PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.