52010PC0246

Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten /* COM/2010/0246 def. - NLE 2010/0131 */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 26.5.2010

COM(2010)246 definitief

2010/0131 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

TOELICHTING

1. Achtergrond van het voorstel |

110 | Motivering en doel van het voorstel Ingevolge de arresten van het Hof van Justitie in de zogenaamde "Open Skies"-zaken heeft de Raad de Commissie op 5 juni 2003 een mandaat verleend om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande overeenkomsten door een overeenkomst op het niveau van de Unie[1] (het "horizontale mandaat"). Deze overeenkomst heeft tot doel alle EU-luchtvaartmaatschappijen niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de Europese Unie en derde landen te verlenen en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en derde landen in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Europese Unie. |

120 | Algemene context De internationale luchtvaartbetrekkingen tussen lidstaten van de Europese Unie en derde landen worden traditiegetrouw vastgelegd in bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten van de Europese Unie en derde landen, bijlagen bij deze overeenkomsten en aanverwante bilaterale of multilaterale regelingen. Traditionele aanwijzingsbepalingen in bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten zijn in strijd met de wetgeving van de Europese Unie. Dergelijke bepalingen verlenen een derde land het recht om de machtigingen en vergunningen van een luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken of op te schorten wanneer deze maatschappij door een lidstaat van de Europese Unie is aangewezen, maar niet in substantiële mate in handen is van en daadwerkelijk wordt gecontroleerd door deze lidstaat of onderdanen ervan. Dit wordt beschouwd als discriminatie van EU-luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten. Dit is in strijd met artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie die hun recht op vrijheid van vestiging uitoefenen, garandeert dat ze in de ontvangende lidstaat dezelfde behandeling krijgen als de onderdanen van die lidstaat. Ook andere aspecten, zoals de belasting van vliegtuigbrandstof of de tarieven die door luchtvaartmaatschappijen uit derde landen worden gehanteerd op luchtroutes binnen de EU, moeten in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden gebracht door bestaande bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en derde landen te wijzigen of aan te vullen. |

130 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied De bepalingen van de Overeenkomst vervangen de bestaande bepalingen in de 18 bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Indonesië, of vormen een aanvulling daarop. |

140 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU De Overeenkomst dient ook een fundamentele doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de Europese Unie, omdat zij de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten in overeenstemming brengt met de wetgeving van de Europese Unie. |

2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

211 | Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Zowel de lidstaten van de Europese Unie als het bedrijfsleven zijn geraadpleegd tijdens de volledige duur van de onderhandelingen. |

212 | Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Er is rekening gehouden met de opmerkingen van de lidstaten van de Europese Unie en het bedrijfsleven. |

3. Juridische elementen van het voorstel |

305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het "horizontale mandaat" heeft de Commissie met de Republiek Indonesië onderhandeld over een overeenkomst ter vervanging van sommige bepalingen in de bestaande bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Indonesië. Artikel 2 van deze Overeenkomst vervangt de traditionele aanwijzingsbepalingen door een EU-aanwijzingsbepaling, waardoor alle EU-luchtvaartmaatschappijen gebruik kunnen maken van het vestigingsrecht. Artikel 4 heeft betrekking op de belasting op vliegtuigbrandstof, een kwestie die geharmoniseerd is bij Richtlijn 2003/96/EG van de Raad tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit, en met name artikel 14, lid 2. Bij artikel 5 worden mogelijke conflicten met de mededingingsregels van de Europese Unie opgelost. |

310 | Rechtsgrondslag Artikel 100, lid 2, en artikel 218, lid 5 en lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. |

329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel is volledig gebaseerd op het door de Raad verleende "horizontale mandaat", rekening houdend met de onder de wetgeving van de Europese Unie en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten vallende kwesties. |

Evenredigheidsbeginsel Bij de Overeenkomst worden bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten slechts in zoverre gewijzigd of aangevuld als nodig is om deze in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Europese Unie. |

Keuze van instrumenten |

342 | De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië is het meest efficiënte instrument om alle bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Indonesië in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Europese Unie. |

4. Gevolgen voor de begroting |

409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie. |

5. Aanvullende informatie |

510 | Vereenvoudiging |

511 | Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van wetgeving. |

512 | De desbetreffende bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Indonesië worden vervangen of aangevuld door in één enkele EU-overeenkomst ondergebrachte bepalingen. |

570 | Nadere uitleg van het voorstel Overeenkomstig de standaardprocedure voor de ondertekening en sluiting van internationale overeenkomsten wordt de Raad verzocht de besluiten inzake de ondertekening en toepassing en inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten goed te keuren en de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de Overeenkomst namens de Europese Unie te ondertekenen. |

2010/0131 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie[2],

Overwegende hetgeen volgt:

1. Bij besluit van 5 juni 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een overeenkomst op het niveau van de Unie.

2. De Commissie heeft namens de Unie met de Republiek Indonesië onderhandeld over een Overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna "de Overeenkomst" genoemd), overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003.

3. De Overeenkomst die op basis van de onderhandelingen door de Commissie tot stand is gekomen, moet worden ondertekend en voorlopig worden toegepast, onder voorbehoud van sluiting op een latere datum.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt hierbij goedgekeurd namens de Unie, onder voorbehoud van de sluiting van de Overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd zijn om de Overeenkomst namens de Unie te ondertekenen, onder voorbehoud van sluiting ervan.

Artikel 3

In afwachting van de inwerkingtreding wordt de Overeenkomst voorlopig toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat zij de nodige procedures daarvoor hebben afgerond[3].

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd om de bij artikel 8, lid 2, van de Overeenkomst voorziene kennisgeving af te geven.

Artikel 5

Dit besluit wordt van kracht op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 6

Dit besluit wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

[1] Besluit 11323/03 van de Raad van 5 juni 2003 (niet publiek toegankelijk).

[2] PB C … van …, blz. ….

[3] Het Secretariaat-generaal van de Raad publiceert in het Publicatieblad van de Europese Unie vanaf welke datum de Overeenkomst voorlopig wordt toegepast.