52010PC0181

Voorstel voor een besluit van de Raad houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Madagaskar overeenkomstig artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst /* COM/2010/0181 def. - NLE 2010/0096 */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 26.4.2010

COM(2010)181 definitief

2010/0096 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Madagaskar overeenkomstig artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst

TOELICHTING

Na de gewelddadige machtsovername in Madagaskar op 17 maart 2009 is de heer Andry Rajoelina uitgeroepen tot president van de hoge overgangsautoriteit.

Aangezien deze gewelddadige machtsovername een flagrante schending is van de essentiële elementen die worden bedoeld in artikel 9 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, hierna "Overeenkomst van Cotonou" genoemd, hebben de Raad en de Commissie overeenkomstig artikel 96 van dat akkoord op 9 juni 2009 een brief gericht aan de Malagassische hoge overgangsautoriteit met het verzoek in overleg te treden.

Tijdens de openingszitting van dit overleg op 6 juli 2009 in Brussel hoorde de Europese Unie geen bevredigende voorstellen van de kant van Madagaskar.

In een geest van openheid voor dialoog en in het volle besef van de complexe politieke situatie in Madagaskar, stelde de Europese Unie voor het overleg te laten voortduren om de Malagassische hoge overgangsautoriteit te stimuleren de onderhandelingen met de Malagassische politieke groeperingen voort te zetten, onder toezicht van het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam bestaande uit de Afrikaanse Unie (AU), de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), de Organisation Internationale de la Francophonie (OIF) en de Verenigde Naties, teneinde tot een consensus te komen die de terugkeer naar de grondwettelijke orde mogelijk maakt.

In het kader van het mandaat van het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam voor Madagaskar, en met name na de benoeming van President Chissano tijdens de SADC-top in juni 2009, hebben de leiders van vier politieke groeperingen op 9 augustus 2009 in Maputo de "Overeenkomst van Maputo" en het "Overgangshandvest" ondertekend, evenals andere overeenkomsten, die in het bijzonder voorzien in de oprichting van instellingen die een overgangsproces moeten opzetten en die binnen 15 maanden presidents- en parlementsverkiezingen moeten organiseren. Deze overeenkomsten, die uiterlijk 30 dagen later moesten worden uitgevoerd door benoemingen in overleg op sleutelposten in de overgangsinstellingen, zijn vervolledigd met de aanvullende akte bij het "Overgangshandvest" die op 6 november 2009 in Addis Abeba door de leiders van de vier politieke groeperingen werd ondertekend.

Ondanks de intensieve inspanningen van de laatste maanden die het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam met de steun van de internationale gemeenschap heeft ondernomen, en het meest recente ad-hocinitiatief van de voorzitter van de commissie van de AU, hebben de politieke groeperingen geen akkoord bereikt over de uitvoering van het overgangsproces dat door hen werd overeengekomen in Maputo en in Addis Abeba. De heer Rajoelina is daarentegen een eenzijdig overgangsproces gestart, heeft een eerste minister en een regering benoemd en heeft verkiezingen uitgeschreven voor mei 2010, wat volledig in strijd is met de geest en de inhoud van de overeenkomsten van Maputo en de Akte van Addis Abeba.

De Europese Unie is van oordeel dat zij dit eenzijdig overgangsplan, dat geen duurzame oplossing biedt voor de huidige crisis en de terugkeer naar de grondwettelijke orde in Madagaskar niet mogelijk maakt, niet kan goedkeuren.

Op basis hiervan wordt voorgesteld:

- over te gaan tot afsluiting van het overleg met de Malagassische hoge overgangsautoriteit overeenkomstig de artikelen 9 en 96 van de Overeenkomst van Cotonou, en de Malagassische autoriteiten een aantal passende maatregelen mee te delen inzake de EU-ontwikkelingssamenwerking met Madagaskar. De maatregelen zullen geen afbreuk doen aan de maatregelen die kunnen worden uitgevoerd om de terugkeer naar de grondwettelijke orde te vergemakkelijken, of aan de rechtstreekse humanitaire hulp of steun aan de bevolking, en respecteren de rechtszekerheid van de uitvoeringscontracten van de reeds ondernomen activiteiten.

- indien er een positief scenario in het vooruitzicht is, dat een consensus tussen alle Malagassische partijen inzake een overgangsproces inhoudt, behoudt de Europese Unie zich het recht voor bijhorende maatregelen te nemen.

2010/0096 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Madagaskar overeenkomstig artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 218, lid 2,

Gelet op de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000[1] en herzien in Luxemburg op 25 juni 2005[2], hierna "Overeenkomst van Cotonou" genoemd, en met name op artikel 96,

Gelet op het intern akkoord van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de te nemen maatregelen en te volgen procedures voor de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst van Cotonou[3], en met name op artikel 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

1. De in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou genoemde essentiële elementen zijn geschonden.

2. Overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou is op 6 juli 2009 overleg gestart met de Republiek Madagaskar, in het bijzijn van de vertegenwoordigers van de staten van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, waarbij de vertegenwoordigers van de hoge overgangsautoriteit die aan de macht is geen bevredigende voorstellen of verbintenissen hebben ingediend.

3. De Europese Unie heeft voorgesteld het overleg te laten voortduren om de Malagassische hoge overgangsautoriteit te stimuleren de onderhandelingen met de Malagassische politieke groeperingen voort te zetten, onder toezicht van het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam, teneinde tot een consensus te komen.

4. Onder toezicht van het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam, onder leiding van President Chissano, hebben de vier Malagassische politieke groeperingen op 9 augustus 2009 in Maputo overeenkomsten ondertekend die in het bijzonder voorzien in de oprichting van overgangsinstellingen die een overgangsproces moeten opzetten en die binnen 15 maanden presidents- en parlementsverkiezingen moeten organiseren. De overeenkomsten zijn vervolledigd met de aanvullende akte bij het "Overgangshandvest", die op 6 november 2009 in Addis Abeba werd ondertekend.

5. Sindsdien is geen enkel akkoord bereikt tussen de vier politieke groeperingen inzake de daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomsten. De hoge overgangsautoriteit is daarentegen een eenzijdig overgangsproces gestart, heeft een eerste minister en een regering benoemd en heeft verkiezingen uitgeschreven voor mei 2010, wat volledig in strijd is met de geest en de inhoud van de overeenkomsten van Maputo en de akte van Addis Abeba.

6. Bijgevolg is het dienstig over te gaan tot afsluiting van het overleg dat overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou werd geopend en passende maatregelen te nemen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het overleg met de Republiek Madagaskar overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou wordt afgesloten.

Artikel 2

De in de aangehechte brief uiteengezette maatregelen worden goedgekeurd als passende maatregelen zoals bedoeld in artikel 96, lid 2, onder c), van de Overeenkomst van Cotonou.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Dit besluit blijft gedurende 12 maanden van kracht. Het besluit wordt regelmatig getoetst.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

Ontwerpbrief

Excellentie,

De Europese Unie hecht groot belang aan de essentiële elementen van artikel 9 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000 en herzien in Luxemburg op 25 juni 2005, hierna de "Overeenkomst van Cotonou" genoemd, betreffende de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, waarop het ACS-EG-partnerschap gebaseerd is.

In die geest heeft de Europese Unie na de gewelddadige machtsovername in Madagaskar op 17 maart 2009 onmiddellijk gereageerd en geoordeeld dat de overname een flagrante schending is van de essentiële elementen die worden bedoeld in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou.

Krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou is zij daarom met de huidige machthebbers een politieke dialoog aangegaan die geleid heeft tot de opening van het overleg teneinde de situatie en de mogelijke oplossingen voor een snelle terugkeer naar de grondwettelijke orde te onderzoeken. Tijdens de openingszitting van dit overleg op 6 juli 2009 in Brussel hoorde de Europese Unie geen bevredigende voorstellen van de kant van Madagaskar.

In een geest van openheid voor dialoog en in het volle besef van de complexe politieke situatie in Madagaskar, stelde de Europese Unie voor het overleg te laten voortduren om de Malagassische hoge overgangsautoriteit te stimuleren de onderhandelingen met de Malagassische politieke groeperingen voort te zetten, onder toezicht van het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam bestaande uit de Afrikaanse Unie (AU), de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), de Organisation Internationale de la Francophonie (OIF) en de Verenigde Naties, teneinde tot een consensus te komen die de terugkeer naar de grondwettelijke orde mogelijk maakt.

In het kader van het mandaat van het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam voor Madagaskar, en met name na de benoeming van President Chissano tijdens de SADC-top in juni 2009, hebben de leiders van vier politieke groeperingen op 9 augustus 2009 in Maputo de "Overeenkomst van Maputo" en het "Overgangshandvest" ondertekend, evenals andere overeenkomsten, die in het bijzonder voorzien in de oprichting van instellingen die een overgangsproces moeten opzetten en die binnen 15 maanden presidents- en parlementsverkiezingen moeten organiseren. De overeenkomsten, die uiterlijk 30 dagen later moesten worden uitgevoerd door benoeming in overleg op sleutelposten in de overgangsinstellingen, zijn vervolledigd met de aanvullende akte bij het Overgangshandvest die op 6 november 2009 in Addis Abeba door de leiders van de vier politieke groeperingen werd ondertekend.

Ondanks de intensieve inspanningen van de laatste maanden die het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam met de steun van de internationale gemeenschap heeft ondernomen, en het meest recente ad-hocinitiatief van de voorzitter van de commissie van de AU, hebben de politieke groeperingen geen akkoord bereikt over de uitvoering van het overgangsproces dat door hen werd overeengekomen in Maputo en in Addis Abeba. De heer Rajoelina is daarentegen een eenzijdig overgangsproces gestart, heeft een eerste minister en een regering benoemd en heeft verkiezingen uitgeschreven voor mei 2010, wat volledig in strijd is met de geest en de inhoud van de overeenkomsten van Maputo en de Akte van Addis Abeba.

Op basis van het voorgaande heeft de Europese Unie besloten een einde te maken aan de periode van overleg en, overeenkomstig artikel 96, lid 2, onder c), van de Overeenkomst van Cotonou, de hierna omschreven passende maatregelen te nemen:

- humanitaire hulp en noodhulp ondervinden geen gevolgen;

- begrotingssteun op basis van nationale indicatieve programma's (NIP) van het negende en tiende EOF wordt geschorst;

- de lopende projecten en programma's onder het negende EOF zullen worden voortgezet, met uitzondering van activiteiten en betalingen waarbij de regering en haar instellingen rechtstreeks betrokken zijn. De wijzigingen in en de toevoegingen aan de lopende contracten worden per geval beoordeeld. Nieuwe contracten worden opgeschort;

- de uitvoering van het Nationaal Indicatief Programma (NIP) – tiende EOF wordt opgeschort;

- de Europese Commissie kan bepaalde projecten en programma's opstellen die de bevolking rechtstreeks ten goede komen;

- regionale projecten worden per geval beoordeeld;

- de Europese Commissie behoudt zich het recht voor om onmiddellijk de taken van de nationale ordonnateur van het EOF geheel of gedeeltelijk over te nemen;

- de Europese Unie zal de situatie in Madagaskar op de voet blijven volgen en kan eventueel steun verlenen aan de verwezenlijking van een politieke oplossing voor de crisis op basis van consensus;

- de politieke dialoog in het kader van artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou zal voor zover mogelijk in stand worden gehouden en worden gevoerd in coördinatie met de internationale contactgroep voor Madagaskar; de politieke dialoog kan worden geïntensiveerd zodra een oplossing voor een terugkeer naar de grondwettelijke orde op basis van consensus wordt aanvaard. De Europese Unie zal de situatie in Madagaskar op de voet blijven volgen en kan eventueel steun verlenen aan de verwezenlijking van een politieke oplossing voor de crisis, op basis van consensus.

Deze passende maatregelen worden vastgesteld voor een aanvankelijke looptijd van 12 maanden.

De Europese Unie behoudt zich het recht voor de hierboven vermelde maatregelen te onderzoeken en te herzien om rekening te houden met eventuele positieve of negatieve ontwikkelingen van de situatie in Madagaskar.

Met de meeste hoogachting,

Voor de Europese Unie

Voor de Commissie José Manuel BARROSO | Voor de Raad |

[1] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

[2] PB L 287 van 28.10.2005, blz. 4.

[3] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 376, gewijzigd bij PB L 247 van 9.9.2006, blz. 48.