15.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 169/136


Donderdag 16 december 2010
Eritrese vluchtelingen die in de Sinaï worden gegijzeld

P7_TA(2010)0496

Resolutie van het Europees Parlement van 16 december 2010 over Eritrese vluchtelingen die in de Sinaï worden gegijzeld

2012/C 169 E/17

Het Europees Parlement,

gezien de Verklaring van Barcelona van november 1995,

gezien de eerste conferentie van het Europees-mediterrane Mensenrechtennetwerk (Caïro, 26 en 27 januari 2006),

A.

overwegende dat Egyptische veiligheidsinstanties momenteel zoeken naar honderden Eritrese vluchtelingen die volgens de UNHCR door bedoeïense smokkelaars in de Sinaï worden gegijzeld omdat zij de door de smokkelaars geëiste beloning voor hulp bij het illegaal overschrijden van de Israëlische grens niet betalen,

B.

overwegende dat de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen op dinsdag 7 december 2010 heeft laten weten zich zorgen te maken over 250 migranten uit Eritrea die vermoedelijk gegijzeld worden in de Sinaïwoestijn,

C.

overwegende dat de smokkelaars naar verluidt de betaling van USD 8 000 per persoon eisen voor hun vrijlating, dat mensen in containers gevangen worden gehouden en mishandeld,

D.

overwegende dat niet-gouvernementele organisaties op 1 december 2010 een gezamenlijke verklaring hebben uitgegeven waarin zij stellen dat honderden illegale vluchtelingen uit de Hoorn van Afrika maandenlang gevangen zijn gehouden in de buitenwijken van een stad in de Sinaï,

E.

overwegende dat de gijzelaars voor hun reis naar Israël reeds USD 2 000 hebben betaald, aldus de NGO's, die berichten dat de vluchtelingen door de smokkelaars buitengewoon vernederend en onmenselijk worden behandeld,

F.

overwegende dat plaatselijke ambtenaren uit Noord-Sinaï melden dat veiligheidsinstanties actief op zoek zijn naar de Eritreeërs, die naar verluidt in verspreide groepen gevangen worden gehouden,

1.

vraagt de Egyptische overheid met klem de nodige maatregelen te nemen om de vrijlating van de gegijzelde Eritreeërs te bewerkstelligen; illegale migranten die de landsgrenzen overschrijden niet met dodelijk geweld tegemoet te treden, hun waardigheid en lichamelijke en geestelijke onschendbaarheid te beschermen, erop toe te zien dat gearresteerde migranten in contact kunnen treden met de UNHCR, en de UNHCR toegang te verlenen tot alle asielzoekers en vluchtelingen die door de overheid gevangen worden gehouden;

2.

stelt het op prijs dat de Egyptische autoriteiten blijven proberen de gegevens te verifiëren die worden gemeld in de UNHCR-rapporten over een groep van ongeveer 250 Eritreeërs die naar verluidt in de Sinaï in strijd met nationale wetten en beginselen op het gebied van mensenrechten gevangen worden gehouden;

3.

wijst erop dat de grens van de Sinaïwoestijn een smokkelroute is geworden voor Afrikaanse migranten op zoek naar werk; ieder jaar ontvluchten duizenden Eritreeërs het land, veelal met bestemming Israël;

4.

overwegende dat Afrikaanse migranten in de buurt van de grens met Israël in augustus 2010 geprobeerd hebben te ontsnappen door de wapens van hun gijzelnemers te grijpen, en dat in gevechten met smokkelaars zeven mensen om het leven zijn gekomen;

5.

stelt vast dat Israël in november is begonnen met het aanbrengen van een 250 km. lang hek langs de grens dat de toestroom van illegale vluchtelingen moet tegenhouden;

6.

spreekt zijn waardering uit voor de maatregelen van Egypte ter bestrijding van mensensmokkel, met name de oprichting in 2007 van het Nationale Coördinatiecomité ter bestrijding en voorkoming van mensenhandel, en verzoekt alle landen zich opnieuw in te zetten voor het aanpakken van misdaden in verband met mensensmokkel overal ter wereld en de desbetreffende nationale wetgeving na te leven;

7.

spreekt zijn waardering uit voor de aanhoudende inzet waarmee Egypte zijn verplichtingen uit hoofde van internationale verdragen, met name de Conventie van 1951 betreffende de status van vluchtelingen, blijft nakomen;

8.

erkent dat asielzoekers die deelnemen aan handelingen die de veiligheid en onafhankelijkheid van het ontvangende land al dan niet rechtstreeks in gevaar brengen, overeenkomstig de voorwaarden van de UNHCR, dienen te worden beschouwd als een bedreiging van de nationale veiligheid van dat land;

9.

verzoekt zijn voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vicevoorzitter van de Commissie, de Raad en de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering van Egypte, de secretaris-generaal van de VN en de Mensenrechtenraad van de VN.