52010DC0390

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S over de uitvoering van de Europese agenda voor cultuur /* COM/2010/0390 def. */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 19.7.2010

COM(2010)390 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

over de uitvoering van de Europese agenda voor cultuur

SEC(2010)904

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

over de uitvoering van de Europese agenda voor cultuur

INLEIDING

Cultuur staat centraal in het Europese project en vormt het anker voor de ‘eenheid in verscheidenheid’ van de Europese Unie. Door een combinatie van respect voor culturele verscheidenheid en het vermogen om zich te verenigen rond gedeelde waarden is de vrede, welvaart en solidariteit van de EU gewaarborgd. In de huidige tijd van globalisering kan cultuur een unieke bijdrage leveren aan een Europese strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, waarbij wereldwijd stabiliteit, wederzijds begrip en samenwerking worden bevorderd.

Met de goedkeuring van de Europese agenda voor cultuur[1] in 2007 is een nieuw hoofdstuk geopend in de samenwerking op het gebied van het cultuurbeleid op Europees niveau. Voor het eerst werden alle partners – Europese instellingen, lidstaten en het culturele maatschappelijk middenveld – uitgenodigd om zich gezamenlijk in te zetten voor expliciet omschreven, gedeelde en door de Raad bekrachtigde doelstellingen[2]:

– bevordering van de culturele verscheidenheid en de interculturele dialoog;

– bevordering van cultuur als katalysator voor creativiteit;

– bevordering van cultuur als cruciale component van de internationale betrekkingen van de Europese Unie.

Ter ondersteuning van de samenwerking zijn met de agenda ook werkmethoden geïntroduceerd die voor het cultuurgebied nieuw zijn:

– een open coördinatiemethode (OCM) voor nauwere samenwerking tussen de lidstaten met betrekking tot de prioriteiten die in het Werkplan voor cultuur 2008-2010[3] van de Raad zijn vastgesteld;

– een meer gestructureerde dialoog met het maatschappelijk middenveld op cultuurgebied door middel van verschillende platforms voor discussie en uitwisseling.

Doel van dit verslag

In dit verslag wordt onderzocht welke vorderingen er met betrekking tot de drie doelstellingen van de agenda op Europees en nationaal niveau zijn gemaakt en worden de eerste ervaringen met de nieuwe werkmethoden geëvalueerd, aan de hand van de nationale verslagen van de lidstaten en gebruikmakend van het werk van de OCM-groepen[4] en -platforms[5]. Op basis van deze analyse heeft de Commissie de in 3.1.2 en 3.2.2 gepresenteerde conclusies getrokken.

De vorderingen bij de inspanningen die ervoor moeten zorgen dat in relevant EU-beleid ook terdege rekening wordt gehouden met culturele aspecten (“mainstreaming”), komen met name in het werkdocument bij dit verslag aan bod.

VORDERINGEN MET BETREKKING TOT DE AGENDADOELSTELLINGEN

Doelstelling 1 van de agenda: Bevordering van de culturele verscheidenheid en de interculturele dialoog

Op veel gebieden is vooruitgang geboekt.

De belangrijkste doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog 2008[6] waren bewustmaking en het op gang brengen van de beleidsdiscussie over de interculturele dialoog. Een aantal lidstaten heeft aan het Jaar nieuw beleid en nieuwe structuren overgehouden, terwijl op EU-niveau politieke overeenstemming werd bereikt over de noodzaak van bevordering van interculturele competenties[7] en de rol van de interculturele dialoog in externe betrekkingen[8]. Het Platform voor intercultureel Europa heeft de "Rainbow Paper" met aanbevelingen uit het maatschappelijk middenveld gepubliceerd en blijft deze steunen.

Een OCM-groep heeft zich bezighouden met de voorwaarden voor de mobiliteit van kunstenaars en andere culturele beroepsbeoefenaren, waarbij de aandacht is gericht op belemmeringen voor mobiliteit en hoe die kunnen worden opgeheven – bijvoorbeeld door verbeterde informatiesystemen – en op de rol van bemiddelende instanties. Bovendien is er een proefproject gaande, waarvoor 3 miljoen euro is uitgetrokken en waarin nieuwe ideeën over mobiliteitsondersteuning worden ontwikkeld en getest[9]. In een breder verband is ook de Commissie bezig met de aanpak van alle belemmeringen waar Europese burgers tegenaan lopen wanneer zij gebruikmaken van hun rechten als burgers van de Unie in alle aspecten van hun dagelijks leven, en zij zal later dit jaar een verslag over het burgerschap van de Unie publiceren.

Het nieuwe DIVA ‘artist-in-residence’-programma in Denemarken steunt opkomende kunstenaars in de beeldende kunsten, muziek, literatuur en podiumkunsten. Er wordt gewerkt aan een programma voor Deense kunstenaars die in het buitenland willen werken. Met het nieuwe Tsjechische programma voor studie- of creatieve inspanningen wordt mobiliteit ten behoeve van nieuwe creaties ondersteund.

De OCM-groep voor mobiliteit van collecties heeft op verschillende terreinen een diepgaand vergelijkend onderzoek verricht en heeft hierbij ook gekeken naar stimulansen en belemmeringen voor leningen. Er is een studie van de Commissie in de maak over preventie en bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen. In 2010 is door het Europees Parlement een proefproject gestart om de mogelijkheden van het opzetten van een waarschuwingssysteem voor cultureel erfgoed te onderzoeken.

In Nederland loopt een voorlichtingscampagne tegen illegale handel in cultuurgoederen die is afgestemd op de volgende vier doelgroepen: de kunsthandel, het grote publiek, erfgoedinstellingen en wetshandhavingsinstanties. Met een overheidsprogramma op Cyprus wordt steun verleend voor vervoers- en tentoonstellingskosten voor kunstwerken die het land inkomen of uitgaan.

Synergie tussen onderwijs en cultuur was het onderwerp waar een OCM-groep zich speciaal mee heeft beziggehouden en tevens een thema voor het Platform voor toegang tot cultuur. Op Europees niveau wordt met beleidsconclusies over het stimuleren van een creatieve generatie[10] erkend dat culturele expressie en toegang tot cultuur van essentieel belang zijn voor de ontwikkeling van creativiteit bij kinderen en jongeren.

Slovenië heeft nationale richtsnoeren voor kunst- en cultuuronderwijs aangenomen. Het Zweedse ‘Creative Schools’-initiatief voor het bevorderen van samenwerking tussen scholen en de culturele sector is door 97% van de gemeenten opgepakt. In de afdeling onderwijs van elke Griekse gemeente bestaat de functie van hoofd culturele zaken, die zich onder meer bezighoudt met het versterken van de banden tussen onderwijs en cultuur. Het “Dynamo3”-programma van België (Vlaamse Gemeenschap) moedigt scholen aan om een langetermijnvisie op kunst- en cultuuronderwijs te ontwikkelen.

In de mededeling van de Commissie uit 2008 “ Meertaligheid : een troef voor Europa en een gemeenschappelijk engagement” wordt uiteengezet wat er gedaan moet worden om van taalverscheidenheid een troef voor solidariteit en welvaart te maken. Er zijn sindsdien twee platforms voor gestructureerde dialoog opgericht, waarbij bedrijven en het maatschappelijk middenveld zijn betrokken.

In het brede veld van de toegang tot cultuur zijn er ook vorderingen gemaakt op het gebied van de digitalisering. In 2008 is Europeana gelanceerd. De Commissie heeft in het kader van de Digitale agenda voor Europa nieuwe maatregelen aangekondigd voor de bevordering van digitalisering en toegang tot cultureel erfgoed via het internet.

De digitale strategie voor cultureel erfgoed 2007-2010 van Estland omvat een reeks van elektronische diensten die het erfgoed toegankelijker moeten maken, met inbegrip van samenwerking tussen de nationale archieven, de nationale bibliotheek, de publieke omroep en musea.

Met betrekking tot mediageletterdheid , waarmee het vermogen wordt bedoeld om zichzelf toegang te verschaffen tot media-inhoud en om deze kritisch te beoordelen, worden de lidstaten en de mediasector in een aanbeveling van de Commissie uit 2009 opgeroepen om het publiek voorlichting te geven over de vele vormen van mediaboodschappen waar het mee in aanraking komt. Dit werk wordt voortgezet via het MEDIA 2007-programma en de voorbereidende actie MEDIA International.

Portugal heeft voor scholen een voorlichtingsprogramma over auteursrecht ingevoerd, met als doel om bij jongeren meer begrip te kweken voor de waarde van scheppingen en culturele verscheidenheid. Slowakije heeft een mediaonderwijsconcept ingevoerd dat samen met het maatschappelijk middenveld en onderwijs- en media-instellingen is voorbereid.

De Commissie heeft, ook met het oog op een betere toegang tot cultuur, een Europees erfgoedlabel[11] voorgesteld om aan te sluiten bij het huidige intergouvernementele initiatief. Het label moet de aandacht vestigen op sites die de Europese integratie, idealen en geschiedenis huldigen en hier symbool voor staan. Toekenning zou moeten geschieden op grond van criteria waarin ook de educatieve dimensie van de sites, vooral met betrekking tot jongeren, is opgenomen.

Doelstelling 2 van de agenda: Bevordering van cultuur als katalysator voor creativiteit

De samenwerking is gericht op de culturele en de creatieve bedrijfstak (CCI) en de bijdrage die strategische investeringen in cultuur aan de lokale en regionale ontwikkeling leveren. Zowel op Europees als op nationaal niveau zien we steeds meer aandacht voor het potentieel van cultuur om creativiteit en innovatie te bevorderen en zo een bijdrage te leveren aan een omgeving die bevorderlijk is voor groei en banen. Dit wordt bevestigd in de conclusies van de Raad met betrekking tot cultuur als katalysator voor creativiteit en innovatie[12].

De campagne “Cultuur is belangrijk!” van Polen onderstreept de rol van cultuur in de economie en de samenleving in het algemeen. Het witboek “Creativiteit” van Italië uit 2009 verkent de mogelijkheden van een creativiteitsmodel en cultuurproductie en doet voorstellen voor acties ter bevordering van creativiteit.

In het Europees Jaar van creativiteit en innovatie 2009 werd ook onderzoek gedaan naar de manieren waarop cultuur zowel economische als sociale innovatie creëert. In het manifest van de ambassadeurs van dit Europees Jaar[13] wordt de nadruk gelegd op de creativiteit die kan ontstaan door bruggen te bouwen tussen kunst, filosofie, wetenschap en het bedrijfsleven.

Verschillende namens de Commissie uitgevoerde studies leverden input voor het debat, met name de studie uit 2009 over de invloed van cultuur op creativiteit, de studie uit 2010 over ondernemerschap in CCI en het thematisch verslag van Eurydice over kunst- en cultuuronderwijs op school in Europa.

Er is veel aandacht besteed aan de culturele en de creatieve bedrijfstak , op EU-niveau culminerend in de publicatie in april 2010 van een groenboek over het creëren van een omgeving waarin deze sector zijn potentieel kan ontplooien om een bijdrage te leveren aan slimme, duurzame en inclusieve groei. Het groenboek leunt sterk op het werk van de OCM-groep en het OCM-platform over CCI om een kader te verschaffen voor een raadpleging over onderwerpen als toegang tot financiering, de vaardigheden die nodig zijn voor creatief ondernemerschap en innovatieve partnerschappen met andere economische sectoren[14].

In oktober 2009 is een discussiestuk gepubliceerd over de uitdaging om te komen tot een Europese digitale interne markt voor creatieve inhoud zoals boeken, muziek, films of videogames. Met dit discussiestuk, waarin tevens in kaart wordt gebracht welke obstakels het vrije verkeer van creatieve inhoud op het internet in de weg staan, werd een openbare raadpleging in gang gezet over een aantal mogelijke maatregelen om een echte interne markt tot stand te brengen.

In de strategie voor een creatief Groot-Brittannië van 2008 wordt ingegaan op de belangrijkste punten voor overheidsinterventies in de creatieve bedrijfstak: vaardigheden en talenten, innovatie, intellectuele eigendom en ondersteuning van creatieve bedrijven. De nieuwe strategie van Litouwen voor de ontwikkeling van de creatieve bedrijfstak behelst ook steun aan het nationale netwerk van incubators voor de creatieve bedrijfstak. De ontwikkelingsstrategie voor de creatieve economie van Finland is gericht op werkgelegenheid, ondernemerschap en productontwikkeling in de creatieve bedrijfstak.

Er is ook steeds meer erkenning voor de bijdrage die cultuur aan de lokale en regionale ontwikkeling levert. Voor de periode 2007-2013 is 6 miljard euro aan cohesiemiddelen toegewezen aan cultuur voor de bescherming en instandhouding van het culturele erfgoed, de ontwikkeling van de culturele infrastructuur en steun aan culturele diensten. Verdere middelen zijn toegewezen onder titels als toerisme, stadsherstel, stimulering van het mkb en de informatiemaatschappij. In een studie naar de bijdrage van cultuur aan de lokale en regionale ontwikkeling zal een praktisch instrument worden opgenomen voor beleidsmakers op regionaal en lokaal niveau en voor personen die in de culturele sector werkzaam zijn. Bij de voorbereiding van het toekomstig cohesiebeleid vanaf 2014 zouden uit projecten en studies lessen moeten worden getrokken om instrumenten te ontwerpen die de benutting van het volledige potentieel van de culturele sector, en vooral dat van de creatieve bedrijfstak, mogelijk maken. De culturele en de creatieve sector moeten worden geïntegreerd in stedelijke of regionale ontwikkelingsstrategieën, in een partnerschap tussen overheidsinstanties die verschillende beleidsgebieden vertegenwoordigen en relevante vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.

In 2009 is in Ierland het initiatief voor cultuurtoerisme gelanceerd om meer samenwerking tussen de terreinen kunst, cultuur en toerisme tot stand te brengen. De nieuwe speciale afdeling voor cultuurtoerisme van het Roemeense ministerie van Cultuur stimuleert de samenwerking tussen diensten om het potentieel van het materieel en immaterieel erfgoed ten volle te benutten.

De ontwikkeling van methodieken voor het produceren van geharmoniseerde culturele statistieken is een uitdaging gebleken die door middel van het OCM-proces moet worden aangegaan. Sinds september 2009 steunt Eurostat een netwerk van nationale, samenwerkende statistiekdiensten. In een periode van twee jaar zal dit door het Luxemburgse ministerie van Cultuur gecoördineerde netwerk zich bezighouden met het methodologisch kader van culturele statistiek, CCI, overheids- en particuliere uitgaven voor cultuur, culturele participatie en de maatschappelijke impact van cultuur.

Doelstelling 3 van de agenda: Bevordering van cultuur als cruciale component van de internationale betrekkingen van de Europese Unie

Als partij bij het Unesco-verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen[15] moet de EU de culturele dimensie in haar betrekkingen met partnerlanden en –regio’s integreren.

Sinds de goedkeuring van de agenda is er een nieuw strategisch kader voor cultuur in de externe betrekkingen van de EU ontstaan. Cultuur wordt in toenemende mate gezien als een strategische factor in de politieke, sociale en economische ontwikkeling. Met nieuwe initiatieven zijn er meer financiële middelen vrijgekomen; sinds 2007 is meer dan 100 miljoen euro gereserveerd voor cultuur in derde landen en voor regionale ontwikkeling.

De EU-steun voor culturele samenwerking in de regio die valt onder het Europees nabuurschapsbeleid is aanzienlijk toegenomen. De speciale actie van het Cultuurprogramma van de EU is in 2009 en 2010 aan deze regio gewijd, met een nieuw initiatief voor regionale en interregionale samenwerking dat in 2011 van start moet gaan.

In het verband van de Unie voor het Middellandse Zeegebied wordt gewerkt aan een nieuwe Euromed-strategie voor cultuur. De Commissie heeft de behoeften in kaart gebracht en een raadplegingproces uitgevoerd; een door de partners aangewezen ad-hocgroep zal een strategie uitwerken die aan de ministers zal worden voorgelegd.

In de uitbreidingslanden bestaat er naast de grote inspanning voor het herstel van het cultureel erfgoed ook aandacht voor onafhankelijke organisaties door middel van een specifieke oproep van de IPA-faciliteit voor het maatschappelijk middenveld. Cultuur maakt ook deel uit van de beleidsdialoog en de samenwerking in het nieuwe Oostelijk partnerschap , dat in 2009 van start is gegaan. Het doel van het cultuurprogramma van het Oostelijk partnerschap dat in 2010 van start moet gaan, is het versterken van de capaciteiten van personen die in de culturele sector werkzaam zijn, het steunen van regionale verbanden en het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van inclusief cultureel beleid in partnerlanden.

In 2008 is in Slovenië de conferentie gehouden waarbij het startsein is gegeven voor de financiering van het Ljubljana-proces voor het herstel van het erfgoed in Zuidoost-Europa.

Er is ook steeds meer erkenning voor de belangrijke rol van cultuur in het ontwikkelingsbeleid . In 2009 is de Commissie ter versterking van de rol van cultuur in ontwikkeling een proces begonnen dat stoelt op de gemeenschappelijke inspanningen van alle belanghebbenden. Er is een commissie van deskundigen uit de ACS-landen en de EU opgericht om toezicht te houden op de formulering van het 10e intra-ACS-cultuurprogramma van het EOF[16].

De cultuur- en ontwikkelingsstrategie van Spanje uit 2007 is gebaseerd op de beginselen van het Unesco-verdrag.

Op het gebied van handelsbetrekkingen is de EU in relevante bilaterale en multilaterale onderhandelingen uit blijven gaan van het specifieke duale (economisch/culturele) karakter van de audiovisuele sector als middel om identiteit en waarden over te brengen. Door de ondertekening van een protocol voor culturele samenwerking in het kader van het economisch partnerschap met de Cariforum-landen is tegelijkertijd, in overeenstemming met het Unesco-verdrag, onderkend dat ervoor moet worden gezorgd dat ontwikkelingslanden op het gebied van cultuuruitingen een voorkeursbehandeling genieten, ter bevordering van evenwichtigere uitwisselingen[17].

In nieuwe coproductieovereenkomsten voor films tussen Frankrijk en partnerlanden wordt stelselmatig een verwijzing naar het Unesco-verdrag opgenomen.

Ook met bilaterale partnerschappen met ontwikkelde of opkomende landen is een stap voorwaarts gezet. In 2009 heeft in Moskou een door de EU en het Russische ministerie van Cultuur georganiseerd seminar op hoog niveau plaatsgevonden, getiteld ‘Rusland-EU: tekens op de routekaart voor culturele samenwerking’. In 2010 is een partnerschap van de Noordelijke dimensie voor cultuur gesloten. Het strategisch partnerschap van de EU met Brazilië kent een culturele dimensie, zoals blijkt uit de ondertekening in 2009 van een gezamenlijke verklaring van de Europese Commissie en het Braziliaanse ministerie van Cultuur. In oktober 2008 heeft de strategische relatie tussen de EU en Mexico officieel vorm gekregen. In mei 2009 is de beleidsdialoog tussen de Europese Commissie en het Chinese ministerie van Cultuur begonnen. Door speciale acties in het kader van het Cultuurprogramma zijn samenwerkingsprojecten met onder andere China, India en Brazilië ondersteund.

Op audiovisueel gebied heeft de voorbereidende actie MEDIA International tot doel om manieren te verkennen voor de versterking van de samenwerking tussen beroepsbeoefenaren in de audiovisuele sector uit Europese en derde landen en om tweerichtingsverkeer van cinematografisch/audiovisueel werk aan te moedigen. In het kader van het vervolgprogramma Media Mundus zal de steun, ter hoogte van 15 miljoen euro voor 2011-2013, worden voortgezet.

WERKMETHODEN EN PARTNERSCHAPPEN

De Commissie heeft in de agenda verschillende nieuwe werkmethoden voorgesteld, met name de open coördinatiemethode (OCM) en een meer gestructureerde dialoog met de culturele sector.

De OCM

Eerste ervaringen

Het Werkplan voor cultuur van de Raad voor 2008-2010 heeft vier deskundigengroepen ingesteld om door middel van de OCM ervaringen uit te wisselen en aanbevelingen te doen met betrekking tot de thema’s die in het werkplan als prioriteiten zijn aangemerkt:

– De culturele en de creatieve bedrijfstak,

– Synergieën tussen cultuur en onderwijs,

– Mobiliteit van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultuurgebied,

– Mobiliteit van collecties.

Hoewel in het werkplan voor iedere groep doelen waren gesteld, bleek het voor de groepen moeilijk om het over specifiekere punten eens te worden, waardoor de daadwerkelijke start van de activiteiten in sommige gevallen werd vertraagd.

Bij de meeste onderwerpen hebben de groepen zich vooral geconcentreerd op de uitwisseling van ervaringen om beleidsaanbevelingen te ontwikkelen. In sommige gevallen lag de nadruk op het systematischer verzamelen en analyseren van nationale praktijken.

Hoewel na slechts twee jaar zeker nog geen definitieve conclusies kunnen worden getrokken, beschouwen zowel de Commissie als de lidstaten de OCM over het geheel genomen als een effectieve manier van samenwerking op cultuurgebied.

Het OCM-proces is voor nationale overheden een goed kader gebleken om te netwerken en van elkaar te leren. Hoewel alle groepen tot doel hadden om beleidsaanbevelingen op te stellen, blijft het de grootste uitdaging om deze op EU- en nationaal niveau in de beleidsvorming te integreren en het werk van de groepen af te stemmen op dat van de voorzitterschappen van de Raad en de Commissie.

Uitdagingen voor de toekomst

De OCM-samenwerking zal gericht zijn op kwesties en resultaten die binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden door de lidstaten en de Commissie kunnen worden opgepakt, waardoor met betrekking tot de doelstellingen van de agenda vooruitgang kan worden geboekt.

Het werk van OCM-groepen, de Commissie en de Raad, vooral van de voorzitterschappen, zou beter op elkaar moeten worden afgestemd. De voorzitterschappen moeten duidelijke prioriteiten stellen en ervoor zorgen dat de resultaten van de OCM het uitgangspunt zijn voor de programma’s van het voorzitterschap en het werk van de Raad.

Bijeenkomsten van directeuren-generaal van ministeries van Cultuur zijn een doeltreffend forum gebleken voor strategische beschouwingen en kunnen een belangrijk kanaal zijn voor het verspreiden en oppakken van de resultaten van de OCM. Overwogen zou moeten worden om systematischer onder ieder voorzitterschap een bijeenkomst van de directeuren-generaal te organiseren, waarbij, in overeenstemming met de prioriteiten van het voorzitterschap, de resultaten van een of meer OCM-groepen zouden kunnen worden bestudeerd.

Op basis van de suggesties van lidstaten in nationale verslagen en van OCM-deelnemers stelt de Commissie voor om de samenwerking op de volgende manieren te verbeteren:

- De lidstaten zouden via de relevante Raadsinstanties moeten bepalen welke brede thema’s en specifiekere onderwerpen in de OCM-groepen aan bod moeten komen. Om ervoor te zorgen dat de Commissie het proces effectief kan steunen en de Raad – met name de voorzitterschappen – voldoende capaciteit heeft om de resultaten van het werk van de groepen ter hand te nemen, is een maximum van vier of vijf themagroepen realistisch. Binnen iedere groep zouden de onderwerpen na elkaar en volgens een bepaald tijdschema behandeld moeten worden. Een termijn van vier jaar zou duurzame samenwerking, een tussentijdse evaluatie en belangrijke thematische vooruitgang mogelijk maken;

- De Raad moet ook streefdoelen voor ieder onderwerp vaststellen, zoals analytische verslagen, compendia met goede praktijken of beleidsaanbevelingen, en moet mogelijkheden voor verspreiding aangeven, zoals conferenties van het voorzitterschap, bijeenkomsten van directeuren-generaal, door of met cultuurplatforms georganiseerde evenementen en door de Commissie georganiseerde seminars;

- Tegen deze achtergrond zou iedere groep haar werkmethoden moeten bepalen, uiteenlopend van plenaire vergaderingen in Brussel tot door een gastland georganiseerde intercollegiale leeractiviteiten. De groepen zouden vooralsnog moeten worden voorgezeten door een of twee voorzitters, na benoeming en goedkeuring door CAC;

- Het nauwkeurig omschrijven van de onderwerpen zou het voor de lidstaten gemakkelijker moeten maken om het juiste profiel voor groepsleden te bepalen. De registratie kan jaarlijks worden herhaald om te garanderen dat de leden het meest geschikte profiel hebben voor de onderwerpen die dat jaar moeten worden behandeld. Voor sommige onderwerpen kan diepgaande inhoudelijke kennis vereist zijn en voor andere een bredere beleidsvisie. Of de benoemde deskundigen nu afkomstig zijn uit de academische wereld dan wel het maatschappelijk middenveld, of ambtenaren van ministeries zijn (of beide), in alle gevallen is een nauwe relatie met beleidsvorming en effectieve steun van het ministerie van essentieel belang;

- De omvang van de OCM-groepen, met 22 tot 27 deelnemende lidstaten, bleek voor- en nadelen te hebben. In de praktijk bleken discussies beter in kleinere subgroepen te kunnen worden gevoerd. Het doel blijft een actieve uitwisseling van ideeën en discussie. Dit kan bijvoorbeeld het uitwisselen van praktijken, het organiseren van een intercollegiaal leerbezoek of het maken van een casestudy betekenen. Wanneer in een periode van vier jaar achtereenvolgens specifieke onderwerpen aan de orde komen, kunnen lidstaten gemakkelijker vaststellen in welke discussies ze actief willen participeren;

- De groepen zouden moeten worden ondersteund door het Cultuurprogramma, vooral voor intercollegiale leeractiviteiten en verspreidingsactiviteiten.

Door aangepaste werkmethoden kan worden bevorderd dat de OCM-resultaten worden opgepakt. Wanneer de onderwerpen, streefdoelen en verspreidingsmogelijkheden duidelijk omschreven zijn, zal de samenwerking van de lidstaten via de OCM in een kader met duidelijkere mijlpalen plaatsvinden. Het overkoepelende doel is om het werk van OCM-groepen, de Commissie en de Raad, met name de voorzitterschappen, beter op elkaar af te stemmen.

Gestructureerde dialoog met de cultuursector

Eerste ervaringen

De Commissie blijft zich inzetten voor een dialoog met de cultuursector opdat de stem van de sector in het beleidsdebat op Europees niveau duidelijk doorklinkt.

Sinds 2007 vindt de gestructureerde dialoog tussen de Commissie en de sector voornamelijk plaats via de volgende twee structuren: thematische platforms van Europese organisaties en het Europees Cultuurforum.

In de aanloop naar het Europees Jaar van de interculturele dialoog 2008 heeft de sector het ‘Rainbow Platform’ gevormd, een koppelvlak tussen het maatschappelijk middenveld en de Commissie voor de planning en ondersteuning van het Jaar. Dit heeft zich daarna ontwikkeld tot het Platform voor intercultureel Europa. Naar aanleiding van dit voorbeeld heeft de Commissie medio 2008 een open uitnodiging tot het indienen van blijken van belangstelling gepubliceerd om culturele organisaties met een sterke Europese dimensie aan te moedigen nog twee platforms op te richten, inzake toegang tot cultuur en CCI.

Elk platform heeft eerste beleidsaanbevelingen opgesteld, die tijdens het Europees Cultuurforum in 2009 aan de sector werden gepresenteerd.

De platforms noemen het een groot voordeel dat er binnen de cultuursector nu een bredere en diepgaandere dialoog plaatsvindt. De gestructureerde dialoog was voor de spelers in de zeer heterogene cultuursector een uitnodiging om overeenstemming te zoeken. De sector is nu beter op de hoogte van beleidsprocessen en toont een grotere bereidheid om zich met beleid bezig te houden.

Afhankelijk van nog nader te bepalen prioriteiten kan het voor de sector echter moeilijk zijn de meest relevante gesprekspartners en beleidsinitiatieven met betrekking tot specifieke onderwerpen te identificeren. Door een betere afstemming van de dialoog van het maatschappelijk middenveld op het werk van de Commissie, OCM-groepen en de lidstaten in de Raad zou duidelijker worden wanneer en waar aanbevelingen moeten worden gedaan.

Uitdagingen voor de toekomst

Op basis van de suggesties van de platforms en van lidstaten in nationale verslagen stelt de Commissie voor om de samenwerking op de volgende manieren te verbeteren:

- Thematische platforms zouden elk een ‘afspiegeling’ moeten zijn van, en verbonden moeten zijn met, een OCM-beleidsterrein met het oog op een gezamenlijke bezinning op en discussie over prioritaire thema’s. De Commissie zal haar bilaterale contacten met platforms in stand houden en een jaarlijkse bijeenkomst met platformbesturen voorstellen;

- Het tweejaarlijkse Europees Cultuurforum blijft een zeer belangrijke gelegenheid voor dialoog tussen het maatschappelijk middenveld en beleidsmakers. Het forum van 2009 legde de nadruk op de vorderingen die zijn gemaakt bij het integreren van cultuur in gerelateerd Europees beleid en trok meer dan 1 000 deelnemers. Er is echter ook behoefte aan kleinschaligere evenementen om ruimte te bieden voor discussie over specifieke kwesties. Deelnemers van de sector, de OCM-‘spiegelgroep’ en beleidsmakers op lidstaat- en EU-niveau zouden samengebracht moeten worden in toekomstige, via platforms geleide discussie- en verspreidingsevenementen. Er zal onderzoek worden gedaan naar alternatieven voor de huidige financiering. Uit ervaringen in de proeffase blijkt dat platformactiviteiten wellicht beter met projectsubsidies kunnen worden ondersteund;

- In sommige lidstaten heeft de gestructureerde dialoog met het culturele maatschappelijk middenveld positieve ontwikkelingen teweeggebracht. In Hongarije komen vertegenwoordigers van de overheid, beroepsbeoefenaren op cultuurgebied, financieringsinstanties en vakbonden samen in de beleidsraad voor de culturele sector. In Roemenië is een proef-dialoogplatform uitgegroeid tot een afdeling voor participatie van belanghebbenden in het ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed.

Een beter toegespitste dialoog met het culturele maatschappelijk middenveld zal ertoe bijdragen dat de gezamenlijke inspanningen voor beleidsprioriteiten beter op elkaar worden afgestemd. Thematische platforms die een ‘afspiegeling’ zijn van de via de OCM behandelde onderwerpen, zullen het eenvoudiger maken om praktijken en kennis van het maatschappelijk middenveld te vertalen in beleid.

VERDERE STAPPEN

De ervaringen sinds de agenda is aangenomen, hebben duidelijk het potentieel laten zien van samenwerking met betrekking tot cultuurbeleid op Europees niveau, of dat nu gebeurt door uitwisseling van ervaringen tussen lidstaten met het oog op beleidsaanpassingen die op beste praktijken zijn gebaseerd, grotere inbreng van het culturele maatschappelijk middenveld of een coherentere benadering van cultuur in daarmee samenhangend beleid.

Door de huidige bredere context is het nog belangrijker om de samenwerking te versterken.

De door de Commissie voorgestelde "Europa 2020"-strategie heeft als doel om voor Europa weer langetermijngroei tot stand te brengen met maatregelen ter bevordering van slimme, duurzame en inclusieve groei. Binnen dit kader kan cultuur een fundamentele rol spelen, onder meer door vlaggenschipinitiatieven zoals een Innovatie-Unie (creatieve ecologie, niet-technische innovatie), de Digitale Agenda (mediageletterdheid, nieuwe omgeving voor creaties en toegang tot cultuur) en Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen (interculturele competenties en transversale vaardigheden). De rol van cultuur in de regionale en lokale ontwikkeling moet ook worden benadrukt in het kader van het cohesiebeleid (creatieve en interculturele steden en regio’s). Buiten de EU-grenzen moet de rol van cultuur in het uitbreidingsbeleid en de externe betrekkingen verder ontwikkeld worden (waarbij Europa moet worden aangeprezen als de plaats voor creatieve processen, omdat hier evenwichtige culturele uitwisselingen en samenwerking met de rest van de wereld worden bevorderd).

De voorstellen in dit verslag beogen ervoor te zorgen dat cultuur, door een sterkere effectieve samenwerking, ten volle bijdraagt aan een slim, duurzaam en inclusief Europa.

CONCLUSIE

Het Europees Parlement, de Raad, het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité worden verzocht om op dit verslag te reageren.

De Raad wordt verzocht passende stappen te zetten om tot een besluit te komen over de brede thema’s en specifieke prioritaire onderwerpen die via de OCM aan bod moeten komen.

De Commissie stelt voor om thematisch verslag uit te brengen over de vorderingen met betrekking tot de afgesproken onderwerpen, op basis van de OCM-resultaten, het werk van platforms voor gestructureerde dialoog en vrijwillige bijdragen van de lidstaten.

[1] http://eurlex.europa.eu/smartapi/cgi/sga_doc?smartapi!celexapi!prod!DocNumber&lg=en& type_doc=COMfina&an_doc=2007&nu_doc=0242&model=guicheti.

[2] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32007G1129(01):NL:NOT.

[3] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:42008X0610(01):NL:NOT.

[4] Eindverslagen van OCM-groepen: http://ec.europa.eu/culture/our-policy-development/doc1565_en.htm.

[5] Platformaanbevelingen: http://ec.europa.eu/culture/our-policy-development/doc1199_en.htm.

[6] Zie http://ec.europa.eu/culture/key-documents/doc539_en.htm.

[7] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2008:141:0014:0016:NL:PDF.

[8] http://ec.europa.eu/culture/our-policy-development/doc/ICD_external_relations_en.doc.pdf.

[9] http://ec.europa.eu/culture/our-programmes-and-actions/doc417_en.htm.

[10] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2009:301:0009:0011:NL:PDF.

[11] http://ec.europa.eu/culture/our-programmes-and-actions/doc2519_en.htm.

[12] http://ec.europa.eu/culture/our-policy-development/doc/CONS_NATIVE_CS_2009_08749_1_EN.pdf.

[13] http://www.create2009.europa.eu/about_the_year/manifesto.html.

[14] Zie ook Verklaring van Amsterdam op http://85.92.129.90/~workshop/.

[15] Meer dan 110 ratificaties in april 2010.

[16] Zie http://www.culture-dev.eu/pages/en/en_accueil.html.

[17] Ter uitvoering en bevordering van het Unesco-verdrag zijn er met Zuid-Korea ook verschillende overeenkomsten en protocollen ondertekend, terwijl tevens de laatste hand wordt gelegd aan overeenkomsten en protocollen met de landen in het Andesgebied en Midden-Amerika.