52010DC0282

Verslag van de Commissie - Verslag over het mededingingsbeleid 2009 SEC(2010)666 /* COM/2010/0282 def. */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 3.6.2010

COM(2010)282 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Verslag over het mededingingsbeleid 2009

SEC(2010)666

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Verslag over het mededingingsbeleid 2009

Inleiding

1. Het eerste deel van dit verslag geeft een overzicht van hoe de verschillende instrumenten van het mededingingsbeleid - staatssteunregels, antitrustregels, en regels inzake concentratiecontrole - verder zijn ontwikkeld en toegepast. In het tweede deel wordt besproken hoe deze en andere instrumenten in een aantal specifieke sectoren zijn ingezet. Deel drie geeft een overzicht van de activiteiten die het voorbije jaar met betrekking tot consumenten zijn ontwikkeld. Deel vier belicht de samenwerking binnen het European Competition Network (ECN) en met de nationale rechters, terwijl deel vijf de internationale activiteiten behandelt. Ten slotte beschrijft deel zes kort de interinstitutionele samenwerking.

2. Evenals vorig jaar bevat dit jaarlijkse verslag over het mededingingsbeleid een themahoofdstuk dat een thema uit het mededingingsbeleid belicht dat van bijzonder belang is. Als thema voor dit jaar is gekozen voor "Het mededingingsbeleid en de financieel-economische crisis".

3. Daarom gaat in het verslag van dit jaar bijzondere aandacht naar de beoordeling die de Europese Commissie uitvoerde van de maatregelen die de lidstaten hebben genomen in reactie op de financieel-economische crisis, ongeacht of het om landelijke regelingen gaat dan wel maatregelen die op individuele ondernemingen uit de financiële sector zijn gericht. Daarnaast wordt ook gefocust op de maatregelen die, op basis van het tijdelijke steunkader, zijn genomen om de gevolgen van de crisis voor de reële economie te verzachten. Een verzoek in die zin werd geformuleerd door het Europees Parlement in zijn ontwerp-resolutie over het jaarlijkse verslag over het mededingingsbeleid 2008 (de discussie over deze resolutie liep nog toen de laatste hand werd gelegd aan deze editie van het mededingingsverslag)[1].

4. Meer informatie is te vinden in een uitgebreid werkdocument van de diensten van de Commissie[2] en op de website van directoraat-generaal Concurrentie[3].

5. Het Verdrag van Lissabon is per 1 december 2009 in werking getreden. Daardoor is ook de nummering van de Verdragsartikelen veranderd. Voor antitrust zijn de vroegere artikelen 81, 82 en 86 VEG thans de artikelen 101, 102 en 106 VWEU geworden; deze bepalingen zijn inhoudelijk echter identiek. In dit document wordt voor verwijzingen nog de oude nummering aangehouden wanneer het gaat om procedures van vóór 1 december 2009. Hetzelfde geldt voor verwijzingen naar de artikelen met betrekking tot staatssteun: daar is de oude nummering (de artikelen 87, 88 en 89 VEG) aangehouden wanneer de betrokken procedurele stappen vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon hebben plaatsgevonden.

6. Voorts heet het Gerecht van eerste aanleg sinds 1 december 2009 kortweg het Gerecht. Toch wordt in deze mededeling de term Gerecht van eerste aanleg aangehouden voor de arresten die vóór dat tijdstip zijn geveld.

Themahoofdstuk: Het mededingingsbeleid en de financi EEL-ECONOMISCHE CRISIS

Welke rol speelde het mededingingsbeleid tijdens de crisis?

7. In 2009 werd de Europese Unie, net als de rest van de wereld, geconfronteerd met een buitengewoon zware financieel-economische crisis. Voor economie en bedrijfsleven, maar ook voor beleidsmakers was dit een jaar vol uitdagingen. Overheden, centrale banken en financiële toezichthouders hebben zich, samen de Europese Commissie, hard ingespannen om het financiële bestel te stabiliseren en ervoor te zorgen dat dit soort crisis zich in de toekomst niet meer kan herhalen. Beleidsmakers hebben ook een beleid proberen uit te tekenen dat de impact van de crisis op de reële economie tot een minimum moet beperken.

8. Sinds het uitbreken van de crisis heeft de Commissie bij het toepassen van de mededingingsregels steeds een dubbel doel voor ogen gehad. In de eerste plaats de financiële stabiliteit ondersteunen door zo snel mogelijk rechtszekerheid te bieden voor reddingsmaatregelen van de EU-lidstaten. Daarnaast wilde zij in Europa ook een gelijk speelveld handhaven en ervoor zorgen dat met nationale maatregelen de problemen niet naar andere lidstaten werden geëxporteerd.

9. De lidstaten hebben namelijk al vrij vroeg in deze crisis besloten om grote hoeveelheden staatssteun in de financiële sector te injecteren. Zo kreeg ook de Europese Commissie een rol te spelen, via de bevoegdheid om staatssteun te onderzoeken die zij door de Verdragsbepalingen inzake mededinging heeft gekregen. Van bij de aanvang van de crisis hebben het mededingingsbeleid zelf en de pleidooien van de Commissie voor het belang van deze beleidstak een cruciale rol gespeeld om een van de meeste waardevolle activa van de EU veilig te stellen: de interne markt.

Wat was de beleidsreactie van de Commissie?

10. Tussen oktober 2008 en augustus 2009 heeft de Commissie vier mededelingen goedgekeurd waarin zij heeft aangegeven hoe zij de staatssteunregels zou toepassen op overheidsmaatregelen om de financiële sector in het kader van de huidige crisis te ondersteunen. Op 13 oktober 2008 heeft de Commissie richtsnoeren goedgekeurd betreffende de toepassing van de staatssteunregels op steunregelingen en individuele steun voor financiële instellingen (hierna "de bankenmededeling" genoemd)[4]. Deze richtsnoeren kwamen er nadat Lehman Brothers op 15 september 2008 was omgevallen, nadat grote spelers op de markt (zoals Fortis, Dexia, Bradford & Bingley en Hypo Real Estate) moesten worden gered en nadat lidstaten zoals Denemarken en Ierland regelingen hadden aangekondigd om banken overeind te houden of garanties te verschaffen.

11. De Commissie kreeg talrijke aanmeldingen van noodsteun door lidstaten te verwerken. Zij heeft daarop binnen zeer krappe termijnen geantwoord, door gedreven medewerkers speciaal hiervoor in te zetten en door tijdelijk nieuwe medewerkers aan te trekken.

De herkapitalisatie van banken

12. Om de crisis het hoofd te kunnen bieden hebben de lidstaten uiteenlopende soorten oplossingen uitgewerkt, gaande van garantieregelingen tot herkapitalisaties. Na grondig overleg met de Europese Centrale Bank (ECB) en de lidstaten heeft de Commissie op 5 december 2008 de herkapitalisatiemededeling goedgekeurd[5].

13. In deze herkapitalisatiemededeling wordt een onderscheid gemaakt tussen banken die fundamenteel gezond zijn, en banken in ademnood. De mededeling geeft het nodige houvast voor het beoordelen van kapitaalinjecties die steun vormen. Het spreekt voor zich dat banken in ademnood die insolvent dreigen te worden, hogere rente dienen te betalen voor de staatssteun die zij ontvangen, en van dichterbij moeten worden gevolgd. Banken in ademnood die steun hebben ontvangen, moeten herstructureren om hun levensvatbaarheid op lange termijn te herstellen.

14. Dankzij de bankenmededeling en de herkapitalisatiemededeling kon de financiële stabiliteit worden gewaarborgd en konden de restricties op de beschikbaarheid van kredieten worden versoepeld, terwijl de mededingingsdistorsies toch tot een minimum beperkt bleven. Meer bepaald zijn de herkapitalisatiemaatregelen van cruciaal belang gebleken om banken een voldoende kapitaalbasis te geven, zodat zij hun rol als kredietverschaffer aan de reële economie konden blijven spelen. Tegelijk biedt de hoogte van de vergoeding voor het verschafte overheidskapitaal, gecombineerd met step-up-mechanismen in regelingen en bij individuele maatregelen, de garantie dat dit kapitaal wordt terugbetaald zodra de economische omstandigheden dat toestaan.

15. Tussen oktober 2008 en 31 december 2009 heeft de Commissie toestemming verleend voor garantieregelingen in 12 lidstaten[6]. Zeven lidstaten hebben zuivere herkapitalisatieregelingen ten uitvoer gelegd[7], terwijl zeven andere lidstaten gemengde of holistische regelingen hebben uitgewerkt[8]. Daarnaast hebben Spanje, Slovenië, het Verenigd Koninkrijk, Hongarije en Duitsland ook andere vormen van steunregelingen ten uitvoer gelegd.

16. Wat betreft steun aan individuele entiteiten, heeft de Commissie in 2009 toestemming verleend voor herkapitalisatiemaatregelen en andere steunmaatregelen ten behoeve van 29 entiteiten[9].

In de zaak van de herkapitalisatie van Commerzbank (CoBa)[10] heeft de Commissie de Duitse overheid, op basis van een doortimmerd plan voor de herstructurering van de activiteiten van de bank, toestemming gegeven om 18 miljard EUR nieuw kapitaal te verschaffen. In dat businessplan ligt de nadruk op de kernactiviteiten van CoBa: retail- en corporate banking, onder meer ook in Centraal- en Oost-Europa. De volatiele activiteiten van de bank op het gebied van investmentbanking worden ingekrompen en de activiteiten op het gebied van commercieel vastgoed worden afgestoten. Het plan voorziet in omvangrijke afstotingen (tot 45% van het huidige balanstotaal van CoBa) en de opschorting van dividend- en rentebetalingen. Om de concurrentiedistorsies te beperken, krijgt CoBa voor 3 jaar een algemeen verbod opgelegd om financiële instellingen of andere mogelijke concurrerende activiteiten over te nemen. Daarnaast bevat het plan ook een verbod inzake prijsleiderschap ten opzichte van CoBa's drie grootste concurrenten op markten of voor producten waar zij een marktaandeel van meer dan 5% heeft. Op basis daarvan kon de Commissie concluderen dat mag worden verwacht dat met dit businessplan de levensvatbaarheid van de bank op lange termijn kan worden hersteld.

Besmette activa

17. Hoewel in vele lidstaten herkapitalisatieregelingen zijn opgezet, gaven beleggers begin 2009 niet echt tekenen van vertrouwen in het systeem. Garanties voor en herkapitalisatie van banken konden de kredietverschaffing aan de economie niet op gang houden, omdat er wat betreft aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa onzekerheid bleef bestaan over niet openbaar gemaakte verliezen. Geconfronteerd met deze situatie stelde een aantal lidstaten maatregelen voor activabescherming voor. Zo stelde de overheid in het Verenigd Koninkrijk een beschermingsregeling ten belope van 500 miljard GBP voor, terwijl Nederland voor 40 miljard USD activabescherming voor ING voorstelde.

18. Op 25 februari 2009 heeft de Commissie, na diepgaand overleg met de lidstaten, de mededeling goedgekeurd betreffende de behandeling van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa in de communautaire banksector (hierna "de mededeling besmette activa" genoemd)[11]. Deze mededeling beantwoordde aan een groeiende consensus over de noodzaak om de oorzaken van de crisis - de besmette activa op de balansen van banken - bij de wortel aan te pakken. In die mededeling heeft de Commissie uiteengezet hoe zij maatregelen voor activaondersteuning ( asset relief ) ten behoeve van financiële instellingen in het licht van de staatssteunregels zal beoordelen. Tot dusver bestaat er alleen voor Duitsland een nationale regeling voor activaondersteuning die de goedkeuring van de Commissie heeft gekregen.

19. De mededeling is gebaseerd op de volgende beginselen: transparantie en openbaarmaking, een passende lastenverdeling tussen de overheid en de begunstigde onderneming, en een prudente waardering van de activa op basis van hun reële waarde in het economisch verkeer. Aangezien de passende waardering van activa een complexe zaak is, heeft de Commissie besloten een beroep te doen op technische deskundigen die de waardering op onafhankelijke wijze uitvoeren. Deze deskundigen zijn via een tenderprocedure geselecteerd op basis van een kadercontract.

Op 12 mei heeft de Commissie nieuwe steunmaatregelen voor Fortis Bank en Fortis Holding goedgekeurd[12]. Deze nieuwe steun van de Belgische en Luxemburgse overheid kwam er na aanpassingen in de overeenkomst tussen Fortis Holding, BNP Paribas, Fortis Bank en de Belgische en Luxemburgse overheid. Een van de maatregelen uit dit pakket was dat Fortis Bank werd bevrijd van bepaalde besmette activa. In lijn met de mededeling besmette activa neemt Fortis Bank een aanzienlijk deel van de verliezen voor eigen rekening, omdat de prijs die de Belgische Staat betaalt voor de aankoop van of de garantieverschaffing voor de gestructureerde kredieten ver onder de reële waarde in het economisch verkeer daarvan ligt. Ook heeft Fortis, om mogelijke concurrentieverstoringen te voorkomen, toegezegd op de Belgische en Luxemburgse bankenmarkt niet via acquisities te groeien.

Herstructuren met het oog op de toekomst

20. Na verloop van tijd is de Commissie naar de middellange termijn beginnen te kijken, om te zien hoe de begunstigden van de steun het geleende geld opnieuw zouden kunnen gaan terugbetalen en op eigen benen zouden kunnen staan. Daarom heeft de Commissie op 14 augustus een mededeling goedgekeurd betreffende het herstel van de levensvatbaarheid en de beoordeling van de herstructureringsmaatregelen in de financiële sector in de huidige crisis met inachtneming van de staatssteunregels (hierna "de herstructureringsmededeling" genoemd)[13].

21. Deze herstructureringsmededeling is de neerslag van de ideeën van de Commissie voor een toekomst nà de huidige crisis, met een levensvatbare banksector. In die mededeling worden de beginselen uiteengezet die gelden voor steunontvangende ondernemingen die niet alleen op korte termijn reddingssteun nodig hadden, maar die ook steun nodig hadden om structurele aanpassingen aan hun businessmodellen door te voeren.

22. De Commissie houdt de basisbeginselen van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden aan, maar heeft deze aangepast aan de buitengewone economische omstandigheden van de financiële crisis. De benadering die de Commissie ten aanzien van herstructureringen volgt, houdt in dat aan een reeks voorwaarden moet worden voldaan. Ten eerste dienen banken die moeten herstructureren, aantonen dat zij in staat zijn hun levensvatbaarheid op lange termijn te herstellen zonder staatssteun. Ten tweede moeten zij een bijdrage leveren in de herstructureringskosten (lastenverdeling). Ten derde moeten zij maatregelen nemen om de concurrentiedistorsies te beperken, hetzij in de vorm van afstotingen op hun kernmarkten en/of een versmalling van hun balans.

23. Met deze beginselen kan ook de kwestie van moral hazard worden aangepakt. Om te vermijden dat risicogedrag uit het verleden wordt beloond, maakt de mededeling duidelijk dat een passende vergoeding van de steun nodig is, waarbij tijdelijke beperkingen worden opgelegd inzake couponbetaling en dividenduitkering aan obligatie- en aandeelhouders. Ook voor steun die verenigbaar is met het Verdrag, is bij de vormgeving van maatregelen vaak maatwerk nodig om de door de steun veroorzaakte concurrentiedistorsies (die in hoofdzaak afhankelijk zijn van het relatieve/absolute volume van de steun en de positie van de begunstigde onderneming op de betrokken markten) beperkt te houden. Zo zijn er onder meer herstructureringsplannen goedgekeurd voor Commerzbank, ING, RBS, Lloyds' Banking Group en KBC, terwijl vele andere plannen momenteel in onderzoek zijn, in het kader van formele onderzoekprocedures.

Op 18 november heeft de Commissie het herstructureringsplan en de Illiquid Assets Back-upfaciliteit (IABF) voor de Nederlandse ING-bank goedgekeurd[14]. Volgens het aangemelde herstructureringsplan zal ING een aanzienlijk deel van de kosten van de herstructurering voor eigen rekening nemen, wordt de commerciële levensvatbaarheid van ING op lange termijn hersteld en doet de steun geen buitensporige concurrentiedistorsies ontstaan. In het herstructureringsplan is ook bepaald dat ING haar risicoprofiel zal afbouwen, de complexiteit van haar operaties zal inkrimpen en op termijn haar verzekeringsactiviteiten van de hand zal doen. Daarnaast zal ING, volgens een strak tijdschema en onder toezicht van een trustee, een bedrijfsonderdeel afsplitsen (Westland Utrecht Hypotheekbank (WUH) / Interadvies), om zo de concurrentie op de Nederlandse retail banking markt te versterken.

Maar tijdens de financiële crisis ging het niet alleen over staatssteun

24. De financieel-economische crisis was ook een uitdaging uit oogpunt van de EU-regels inzake concentratiecontrole en antitrust. Inhoudelijk gezien, kwam het er op aan, de regels inzake concentratiecontrole en antitrust strikt te handhaven om het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven veilig te stellen en ervoor te zorgen dat ondernemingen de crisis makkelijker te boven zouden komen.

25. In de nasleep van de financiële crisis kreeg de Commissie te maken met complexe bevoegdheidskwesties in het kader van de EG-concentratieverordening. De vraag rees immers of de nationaliseringen van financiële instellingen bij de Commissie dienden te worden aangemeld op grond van de EG-concentratieverordening. Bepalend daarbij was de vraag of de genationaliseerde entiteit een economische entiteit met zelfstandige beslissingsbevoegdheid zou vormen, dan wel of die genationaliseerde entiteit samen met andere, onder zeggenschap van de Staat staande ondernemingen als één enkele economische entiteit kon worden beschouwd.

26. In de meeste gevallen heeft de Commissie zich ervan kunnen vergewissen dat de eigendomsregelingen de onafhankelijkheid garandeerden - en dat er dus geen concentratie tot stand werd gebracht. In het geval van de Duitse bank Hypo Real Estate[15] diende echter wel een concentratieoperatie te worden aangemeld.

27. De economische crisis had geen wezenlijke impact op het beleid en de beschikkingspraktijk van de Commissie wat betreft verbintenissen in concentratiezaken. Structurele verbintenissen, en met name afstotingen, bleven de meest geschikte vorm van corrigerende maatregelen ( remedies ) die op duurzame wijze de mededingingsbezwaren die een concentratie zou doen rijzen, moeten voorkomen. In een aantal zaken heeft de Commissie, toen zij een verzoek te beoordelen kreeg voor de verlenging van de termijn voor de tenuitvoerlegging van een corrigerende maatregel, rekening gehouden met het feit dat het in het heersende economische klimaat lastig is om kopers te vinden. Ook de procedures van de Commissie voor concentratiecontrole zijn een geschikt instrument gebleken, zelfs onder moeilijke economische omstandigheden. Met name heeft de Commissie, gezien het overheersende economische klimaat, in een aantal dringende zaken zes afwijkingen toegestaan van de stand-stillverplichting, zonder daarbij te behoeven af te wijken van een vaste en strikte praktijk.

28. Op antitrustgebied diende de Commissie argumenten te onderzoeken met betrekking tot de moeilijkheden die ondernemingen ondervinden om de geldboeten te betalen die de Commissie op basis van de antitrustregels had opgelegd. De Commissie heeft zorgvuldig onderzocht of de voorwaarden vervuld waren om van "onvermogen om te betalen" te spreken. Deze voorwaarden zijn alleen vervuld indien het volledige bedrag van de geldboete de economische levensvatbaarheid van de betrokken onderneming onherroepelijk in het gedrang zou brengen en de activa van de ondernemingen daardoor al hun waarde zouden verliezen. In lijn met dit beginsel heeft de Commissie dit soort verzoeken van geval tot geval beoordeeld. In de zaak-Hittestabilisatoren werd het onvermogen te betalen erkend, hetgeen tot een forse vermindering van de geldboete heeft geleid.

En de crisis heeft ook de reële economie getroffen

29. Omdat banken aan het deleveragen waren en steeds meer afkerig werden van risico's dan de jaren voordien, begonnen ondernemingen het moeilijk te krijgen om toegang tot kredieten te krijgen. Een van de reacties van de Commissie hierop was de goedkeuring in januari 2009 van de "Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financieel-economische crisis"[16]. Dit tijdelijke steunkader (dat van kracht blijft tot eind 2010) geeft lidstaten meer mogelijkheden om de gevolgen van de kredietschaarste op de reële economie aan te pakken.

30. Het tijdelijke steunkader was een onderdeel van de ruimere reactie van de Commissie op de economische crisis: het Europees economisch herstelplan dat in november 2008 werd goedgekeurd en de steun kreeg van de Europese Raad. In het kader van de financiële crisis heeft de Commissie het tijdelijke steunkader in februari 2009[17] aangepast om lidstaten ruimere mogelijkheden te geven de gevolgen van de kredietschaarste op de reële economie aan te pakken. Het aangepaste steunkader houdt bij het berekenen van de toegestane garantiepremies rekening met het feit dat de verlangde zekerheden in omvang kunnen verschillen (met name voor categorieën met een lage rating). In oktober heeft de Commissie een verdere aanpassing van het tijdelijke steunkader goedgekeurd, waardoor landbouwers individuele, verenigbare steun kunnen krijgen voor een beperkt bedrag van 15 000 EUR[18]. Ten slotte is het steunkader in december nogmaals aangepast om de toegang tot financiering verder te versoepelen, vooral in lidstaten met geringe arbeidskosten[19].

31. Het tijdelijke steunkader zet in op twee doelstellingen: i) de toegang tot financiering open houden voor ondernemingen (waardoor lidstaten bijvoorbeeld voor kredieten staatsgaranties kunnen afgeven tegen verlaagde premies, rentesubsidie voor leningen kunnen geven en tot 500 000 EUR subsidie per onderneming verlenen), en ii) ondernemingen stimuleren om te blijven investeren in een duurzame toekomst (bijv. door leningen met rentesubsidie toe te staan voor de ontwikkeling van groene producten). Naast al deze nieuwe steunmaatregelen bevat het tijdelijke steunkader ook tijdelijke aanpassingen van bestaande richtsnoeren en steunkaders, zoals een vereenvoudiging van de regels voor kortlopende exportkredietverzekeringen en een verhoging van de plafonds voor risicokapitaalinvesteringen.

32. Tegen 31 december 2009 had de Commissie 79 maatregelen in 25 lidstaten goedgekeurd die de ondernemingen en de banen in de reële economie moeten veilig stellen[20].

33. Het tijdelijke steunkader is een horizontaal instrument, waarmee de lidstaten alle economische sectoren konden steunen die door de crisis werden getroffen, dus ook de automobielindustrie. Dit tijdelijke steunkader is breed ingezet om de automobielindustrie te steunen. Net als iedere andere bedrijfstak kan de automobielindustrie de komende twee jaar tot 500 000 EUR steun per onderneming krijgen (kleine steunbedragen), staatsgaranties voor leningen, leningen met rentesubsidie (ook specifiek voor groene auto's) en makkelijkere toegang tot risicokapitaal voor het mkb. Een aantal van de maatregelen uit het tijdelijke steunkader is van bijzonder belang voor de automobielindustrie omdat daarmee projecten kunnen worden gefinancierd voor de ontwikkeling van auto's met lage emissie (Low Emission Vehicles - LEV's).

34. De Commissie heeft aanmeldingen voor steun aan groene producten uit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Duitsland en Italië goedgekeurd[21]. Daarnaast heeft een aantal lidstaten waaronder Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, België (Vlaanderen) en Roemenië, regelingen voor garanties en/of leningen met rentesubsidie opgezet, waarvan de automobielindustrie (net als andere bedrijfstakken) kan profiteren[22]. Zo heeft Duitsland een lening met rentesubsidie van 1,5 miljard EUR aan Opel toegekend nadat haar moedermaatschappij General Motors het faillissement had aangevraagd[23], terwijl Frankrijk aan Renault en PSA elk een goedkope lening van 3 miljard EUR heeft toegestaan[24]. Voorts heeft de Commissie in juni toestemming gegeven voor een staatsgarantie ten behoeve van een EIB-lening aan Volvo Cars die Zweden had aangemeld[25].

35. Ten slotte dienden de lidstaten, volgens het tijdelijke steunkader, de Commissie tegen 31 oktober feedback te geven over de toepassing van het steunkader en de vraag hoe doeltreffend dat steunkader is om de kredietverschaffing door banken weer op gang te krijgen en ondernemingen te steunen[26]. De Commissie heeft ook een vragenlijst opgesteld die op de website van DG Concurrentie is gepubliceerd, zodat ook belanghebbenden opmerkingen kunnen maken. Over het algemeen vonden de lidstaten het tijdelijke steunkader een nuttig instrument, dat een belangrijke steun was voor ondernemingen. De lidstaten bevestigden dat ondernemingen het nog steeds moeilijk hebben om toegang tot financiering te krijgen en dat het tijdelijke steunkader dus terecht tot 2010 was verlengd. De lidstaten pasten vooral de "500k-maatregel" (500 000 EUR steun per onderneming) en de regeling voor garantiesubsidies toe.

Behaalde resultaten vs. gemaakte kosten

36. In de periode oktober 2008 tot 31 december 2009 heeft de Commissie 73 besluiten vastgesteld met betrekking tot 33 regelingen en 68 besluiten over individuele maatregelen voor 38 banken. Deze 141 besluiten betreffen 21 lidstaten. Door de spoedeisendheid moesten sommige van deze besluiten in ijltempo worden genomen, om een domino-effect te voorkomen en de instorting van het financiële bestel van de EU te beletten.

37. Tussen oktober 2008 en eind 2009 heeft de Commissie toestemming gegeven voor rond 3,63 biljoen EUR (of 29% van het bbp van de EU-27) steunmaatregelen ten behoeve van financiële instellingen.

38. Wat de reële economie betreft, had de Commissie tegen 31 december 2009 toestemming gegeven voor 79 steunmaatregelen in 25 lidstaten. Daarvan betroffen er 18 garanties, 11 maatregelen inzake kortlopende exportkredieten, negen leningen met rentesubsidie, zes risicokapitaalmaatregelen en vijf leningen met rentesubsidie voor groene producten. Bij een groot aantal van de goedgekeurde maatregelen (30) ging het om subsidies tot 500 000 EUR per onderneming.

39. Uit de najaarseditie 2009 van het Scorebord Staatssteun blijkt dat het totale volume staatssteun in 2008 als gevolg van de financieel-economische crisis is toegenomen van rond 0,5% van het bbp tot 2,2% van het bbp, of een bedrag van 279,6 miljard EUR. Crisismaatregelen beliepen zo'n 1,7% van het bbp of 212,2 miljard EUR, en daarbij ging het uitsluitend om steun aan financiële instellingen[27]. De lidstaten zijn pas in 2009 op basis van het tijdelijke steunkader steun aan de reële economie beginnen te verlenen. Worden crisismaatregelen niet meegerekend, dan bedroeg in 2008 de totale steun 0,5% van het bbp of 67,4 miljard EUR, een niveau dat vergelijkbaar is met dat van 2007 en de jaren voordien. De steun ging vooral naar horizontale doelstellingen van gemeenschappelijk belang (gemiddeld 88%), waarbij regionale steun, O&O-steun en milieusteun samen goed waren voor twee derde van het totaal, terwijl het volume reddings- en herstructureringsteun daalde. De cijfers voor 2009 zijn wel nog niet beschikbaar, maar de verwachting is dat het volume en het aandeel van steun buiten de financiële sector in 2009 niet drastisch zal veranderen.

Conclusie

40. Het gunstige effect van staatssteun voor de bank- en verzekeringssector staat buiten twijfel. De geïnjecteerde liquiditeit heeft de meltdown van het financiële bestel voorkomen en heeft geholpen de markten opnieuw te openen, heeft gezorgd voor meer middelen voor de reële economie en heeft financiële markten opnieuw normaler laten functioneren. Tegen de achtergrond van deze crisis heeft het mededingingsbeleid de financiële stabiliteit helpen te ondersteunen en heeft het de juiste voorwaarden gecreëerd voor stabiele financiële markten op korte èn lange termijn. Door snel ingrijpen heeft de Commissie ook de gevolgen van de kredietschaarste voor de reële economie kunnen beperken. Niet minder belangrijk is dat dankzij de mededingingsregels ook het geld van de belastingbetalers werd beschermd.

41. Het mededingingsbeleid is geen statische en starre beleidstak: het houdt net rekening met de veranderende economische realiteit. Dankzij dit samenspel van onwrikbare beginselen en een soepele toepassing ervan konden het mededingingsbeleid, en het staatssteunbeleid in het bijzonder, een constructieve en stabiliserende rol spelen voor het financiële bestel en de reële economie in de EU.

1 DE INSTRUMENTEN

1.1 Staatssteuntoezicht

1.1.1. De regels uittekenen en toepassen

42. In 2009 werd het Actieplan Staatssteun[28] verder ten uitvoer gelegd, met de goedkeuring van richtsnoeren voor opleidingssteun[29] en voor steun aan gehandicapte en kwetsbare werknemers[30]. Ook voor een diepgaande beoordeling van regionale steun voor grote investeringsprojecten zijn er richtsnoeren goedgekeurd[31]. De beginselen die in deze laatste richtsnoeren zijn beschreven, zijn voor het eerst toegepast in de zaak-Dell Polen[32], waar de Commissie tot de bevinding kwam dat het investeringsvoornemen van Dell om een productielocatie in Łódź op te zetten, een aanzienlijke bijdrage zou leveren aan de regionale ontwikkeling; ook zouden deze voordelen opwegen tegen eventuele negatieve effecten op de mededinging.

43. De Commissie verschafte ook meer duidelijkheid over diverse aspecten van de toepassing van het pakket regels inzake diensten van algemeen economisch belang (DAEB) in haar antwoorden op 16 vragen die zij ontving in het kader van de Interactive Information Service[33].

44. De Commissie heeft de geldigheidsduur van de beoordelingscriteria voor staatssteun van de mededeling inzake de filmsector van 2001[34] verlengd tot 31 december 2012[35].

45. Ook heeft de Commissie de geldigheidsduur van de bestaande communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden verlengd tot oktober 2012[36]. Zo heeft de Commissie, op basis van deze richtsnoeren, de steun die ten behoeve van de scheepswerf van Gdansk verleend was of gepland stond, goedgekeurd en het diepgaande onderzoek dat zij in juni 2005 had ingeleid, afgerond.

46. Voorts heeft zij in juli een herziene omroepmededeling goedgekeurd, die meer duidelijkheid moet bieden over de vraag hoe de Commissie overheidsfinanciering voor nieuwe-mediadiensten beoordeelt[37].

47. In september keurde de Commissie richtsnoeren goed voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken, waarin zij ook nader inging op het thema van de overheidsfinanciering voor de uitrol van de next generation access (NGA) breedbandnetwerken[38]. Deze maatregelen moeten zorgen voor een billijke verdeling van de breedbanddekking, tegen voor de Europese burgers betaalbare tarieven.

1.1.2. Staatssteuntoezicht - Het vereenvoudigingspakket

48. Het vereenvoudigingspakket is per 1 september van kracht geworden. Het pakket bestaat uit een code met goede praktijken[39] en een mededeling over een vereenvoudigde procedure[40]; deze beide documenten moeten ervoor zorgen dat de staatssteunprocedures van de Commissie nog doelmatiger, transparanter en beter voorspelbaar worden.

1.1.3. Beleid inzake terugvordering van steun

49. De terugvordering van onrechtmatige steun is niet bedoeld als een sanctie, maar als een middel om de situatie te herstellen zoals die bestond vóór die onrechtmatige en verboden steun werd verleend. Tegen 31 december was het bedrag aan onrechtmatige en onverenigbare steun dat was teruggevorderd, opgelopen tot 10,4 miljard EUR - ten opzichte van 2,3 miljard EUR in december 2004. Het aandeel onrechtmatige en onverenigbare steun waarvan de terugvordering nog uitstaat, is dan ook gedaald van 75% eind 2004 tot ongeveer 12% per 31 december 2009. Wel is tussen 2008 en 2009 het aandeel van het totale terug te vorderen bedrag licht gedaald (van 90,9% tot 88%), doordat er in 2009 zeven nieuwe beschikkingen zijn gegeven waarin de terugvordering van steun wordt gelast, en doordat in diverse beschikkingen uit 2008 sprake is van hoge steunbedragen[41].

1.1.4. Handhaving van de staatssteunregels door de nationale rechter

50. In april heeft de Commissie een nieuwe mededeling over de handhaving van de staatssteunregels door de nationale rechterlijke instanties bekendgemaakt[42]. Deze mededeling wil meer houvast bieden over alle aspecten van particuliere handhaving van de staatssteunregels. De nationale rechters vinden er meer praktische en gebruiksvriendelijkere ondersteuning van de Commissie bij hun dagelijkse werkzaamheden; nationale rechters kunnen de Commissie namelijk om informatie vragen waarover deze beschikt en/of om haar standpunt over de toepassing van de staatssteunregels.

1. 1.5. Monitoring van steunmaatregelen

51. Sinds 2006 voert de Commissie haar inspanningen inzake ex-postmonitoring op voor de belangrijkste soorten steun die onder de groepsvrijstellingsverordeningen vallen - en die dus niet langer behoeven te worden aangemeld. Onderzoek van de uitkomsten van deze monitoringexercities van de eerste drie jaar laat zien dat dit onderdeel van de bestaande staatssteunarchitectuur (regelingen en groepsvrijstellingen) al met al behoorlijk functioneert. Alle lidstaten verlenen hun medewerking aan de Commissie, ook al hebben velen de gevraagde informatie met aanzienlijke vertraging ingediend. Het Gerecht van eerste aanleg heeft ook een arrest geveld[43] waarin het de rechtmatigheid van deze monitoringexercities bevestigde.

1.1.6. Horizontale staatssteun

52. In 2009 heeft de Commissie, op basis van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie[44], 29 steunregelingen goedgekeurd en in vier zaken geoordeeld dat er geen sprake was van steun; van deze maatregelen waren er 19 zuivere O&O-regelingen, twee waren innovatiegerichte regelingen en 12 gemengde maatregelen, waarmee zowel O&O- als innovatiedoelstellingen werden nagestreefd. Daarnaast heeft de Commissie, na een grondige economische beoordeling, besloten geen bezwaar te maken tegen negen steunmaatregelen voor grote O&O-projecten die individueel dienden te worden aangemeld. Voorts heeft zij informatie over steun aan 73 andere O&O-projecten gemonitord, die weliswaar meer dan 3 miljoen EUR betreffen maar niet individueel behoefden te worden aangemeld.

53. Wat betreft staatssteun die in het kader van de algemene groepsvrijstellingsverordening[45] ten behoeve van O&O-projecten is toegekend, waren er 51 steunregelingen voor fundamenteel onderzoek, 186 voor industrieel onderzoek en 181 voor experimentele ontwikkeling. De lidstaten hebben bij hun maatregelen ten behoeve van innovatie ook gebruikgemaakt van de mogelijkheden die de algemene groepsvrijstellingsverordening biedt: 57 daarvan betroffen industriële eigendomsrechten voor het mkb, 26 voor jonge innoverende ondernemingen, 47 voor innovatieadviesdiensten en voor diensten inzake innovatieondersteuning, en 23 voor het uitlenen van hooggekwalificeerd personeel.

54. Aan milieusteun keurde de Commissie 34 steunregelingen goed en vier individuele aanvragen, de meeste daarvan op basis van het milieusteunkader[46]. Daarnaast sprak de Commissie zich uit over één zaak die geen staatssteun bleek te zijn. Voorts gaf de Commissie, na een formele onderzoekprocedure, twee negatieve beschikkingen, één beschikking met voorwaarden en één gunstige beschikking. Tegelijk besloot de Commissie de formele onderzoekprocedure in te leiden in vier andere zaken met betrekking tot milieusteun.

55. Wat risicokapitaalfinanciering voor het mkb betreft, heeft de Commissie, naast zes steunregelingen die werden goedgekeurd op basis van het tijdelijke steunkader, 25 maatregelen goedgekeurd op basis van de richtsnoeren risicokapitaalsteun[47]. Daarvan voldeden er 16 aan de safe harbour-bepalingen die de mogelijkheid bieden van een lichte beoordeling. De Commissie voerde een nadere beoordeling uit van de verenigbaarheid in zeven andere gevallen en oordeelde dat met de twee overige zaken geen staatssteun was gemoeid. Voorts zijn in 2009 nog eens 13 steunregelingen ten uitvoer gelegd op basis van de algemene groepsvrijstellingsverordening, waarvan de lidstaten nu ook beginnen gebruik te maken voor risicokapitaalmaatregelen.

56. In totaal werd de Commissie in kennis gesteld van 971 steunmaatregelen die in 2009 op basis van de algemene groepsvrijstellingsverordening ten uitvoer zijn gelegd. Deze vrijgestelde steunmaatregelen bestreken, naast de hier genoemde doelstellingen, ook terreinen als werkgelegenheidssteun, opleidingssteun, milieusteun[48] en regionale steun.

57. In 2009 heeft de Commissie 45 regionale-steunregelingen goedgekeurd, de meeste daarvan op basis van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013[49]. Zij keurde ook 12 ad-hocmaatregelen goed voor investeringen van individuele ondernemingen in steungebieden uit de regionale-steunkaarten 2007-2013[50]. Op basis van diezelfde richtsnoeren nationale regionale steun 2007-2013 werden ook negen grote investeringsprojecten goedgekeurd[51] en werd de formele onderzoekprocedure ingeleid ten aanzien van twee andere grote investeringsprojecten[52] en één zaak van ad-hoc regionale steun[53]. Ten slotte heeft de Commissie voor twee andere grote investeringsprojecten de formele onderzoekprocedure afgesloten met een gunstige beschikking[54].

58. Op basis van het tijdelijke steunkader zijn in 2009 door de Commissie 30 besluiten vastgesteld waarbij beperkte steunbedragen van verenigbare steunregelingen werden goedgekeurd, 15 besluiten waarin staatssteun in de vorm van garanties werd goedgekeurd, en negen besluiten waarin maatregelen met rentesubsidie werden goedgekeurd.

1.1.7. Staatssteun aan de kolenindustrie

59. In 2009 heeft de Commissie steun goedgekeurd voor de kolenindustrie in Duitsland[55], Slovakije[56] en Spanje[57]. Deze steunregelingen zijn bedoeld om de toegang tot kolenreserves te steunen en de kolenindustrie in deze landen te herstructureren.

60. Aangezien Verordening (EG) nr. 1407/2002[58] binnenkort zal aflopen (op 31 december 2010), heeft de Commissie een publieke raadpleging gehouden over wat in de toekomst de mogelijke beleidsopties voor steun aan de kolenindustrie zijn[59].

1.1.8. Staatssteun in de landbouwsector

61. De Commissie beoordeelt staatssteun voor de landbouw en de bosbouw op basis van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013[60]. In 2009 registreerde de Commissie 139 nieuwe staatssteunzaken en heeft zij 146 besluiten of beschikkingen goedgekeurd.

62. Door een aanpassing aan het tijdelijke steunkader kan alleen tot 31 december 2010 aan landbouwbedrijven het maximumsteunbedrag worden verleend. Alle de-minimis landbouwsteun die individuele bedrijven sinds begin 2008, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1535/2007[61], hebben ontvangen, dient op dit bedrag in mindering te worden gebracht.

1.2 Antitrust - De artikelen 101, 102 en 106 VWEU

1.2.1. De regels uittekenen en toepassen

Verslag over het functioneren van Verordening (EG) nr. 1/2003

63. Op 29 april heeft de Commissie haar verslag over het functioneren van Verordening (EG) nr. 1/2003 goedgekeurd[62]. Dat verslag geeft een overzicht van hoe de modernisering van de handhaving van de EU-antitrustregels heeft gefunctioneerd sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1/2003. Het beschrijft de ervaring die is opgedaan in alle belangrijke door de verordening bestreken sectoren en maakt een beoordeling van de vooruitgang die is geboekt bij de introductie van nieuwe instrumenten en werkmethoden. Het verslag belicht ook een aantal aspecten die verder dienen te worden onderzocht.

Particuliere handhaving van de EU-antitrustregels

64. De EU-antitrustregels zijn rechtstreeks van toepassing; als dusdanig kunnen particulieren daaraan rechten ontlenen, zoals het recht op schadevergoeding, die zij voor de nationale rechter kunnen afdwingen (particuliere handhaving). De Commissie heeft een beleidsproject gelanceerd dat schadevergoeding wegens inbreuken op EU-antitrustregels moet mogelijk maken; daartoe heeft zij in 2008 een witboek goedgekeurd betreffende schadevergoedingsacties wegens schending van de EG-mededingingsregels[63], met daarin concrete voorstellen. De voorstellen van het witboek zijn onder meer: i) meer duidelijkheid over de vraag wie welk soort schadevergoeding kan eisen; ii) de positie van consumenten en andere indirecte slachtoffers versterken in situaties waarin zij een onrechtmatige prijsverhoging kregen doorberekend; iii) de vervolgvorderingen voor schadevergoedingsacties effectiever maken door definitieve besluiten van nationale mededingingsautoriteiten te erkennen als voldoende bewijs voor een inbreuk; iv) ervoor zorgen dat eisers billijke toegang tot bewijsmateriaal krijgen via openbaarmaking onder toezicht van de rechter; v) voorzien in de mogelijkheid tot collectief verhaal, en viii) voorstellen voor regels die een soepele interactie tussen particuliere en bestuurlijke handhaving mogelijk maken, daaronder begrepen bescherming van clementieregelingen.

65. In maart 2009 hebben zowel het Europees Parlement als het Europees Economisch en Sociaal Comité een advies uitgebracht waarin zij de aanpak van het witboek steunen. De diensten van de Commissie zijn begonnen met de uitwerking van de technische instrumenten die nodig zijn om de doelstellingen van het witboek te behalen; daarbij houden zij ook zoveel mogelijk rekening met de standpunten en opmerkingen die tijdens de openbare raadpleging werden ontvangen. Voorts zijn de diensten van de Commissie begonnen te werken aan een niet-bindend kader voor het begroten van de schade.

Kartels

66. In 2009 heeft de Commissie zes kartelbeschikkingen gegeven[64] waarbij aan 43 ondernemingen[65] voor in totaal 1,62 miljard EUR aan geldboeten is opgelegd. Zij bleef topprioriteit geven aan het opsporen, onderzoeken en bestraffen van kartels. Voor het eerst heeft de Commissie kartelbeschikkingen gegeven ten aanzien van ondernemingen in Slovakije en Slovenië (de zaak- Calciumcarbide betreft calciumcarbidepoeder en -granulaten die in de gassector en de metallurgische sector worden gebruikt). De strijd tegen internationale kartels bleek bijzonder succesvol zoals mag blijken uit de beschikkingen in de zaak- Olieslangen voor maritieme toepassingen [66] (een kartel voor marktverdeling en prijsafspraken met betrekking tot olieslangen voor maritieme toepassingen, die worden gebruikt om olie en andere aardolieproducten van offshore-installaties in vaartuigen te laden en vervolgens naar offshore-installaties over te laden; bij dit kartel werkten ondernemingen uit de EU, de VS, het Verenigd Koninkrijk en Japan samen), de zaak- Vermogenstransformatoren [67] (een kartel waarbij Europese en Japanse producenten afspraken inzake marktverdeling maakten voor vermogenstransformatoren, spaartransformatoren en compensatiespoelen met een spanningsbereik van 380 kV en meer) en de zaak- Hittestabilisatoren (een kartel van ondernemingen uit de EU, de VS en Zwitserland met afspraken voor marktverdeling en prijsafspraken voor kunststofadditieven).

67. Nadat het Gerecht van eerste aanleg de beschikking van 2007 in de zaak- Betonstaal nietig had verklaard[68], heeft de Commissie op 30 september haar initiële beschikking van 2002 opnieuw gegeven, die nog steeds tot alle acht ondernemingen was gericht; zij legde hun ook een nagenoeg identieke geldboete op[69].

Andere overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen

68. Wat betreft de toepassing van de antitrustregels in niet-kartelzaken heeft de Commissie op 14 oktober een beschikking bekendgemaakt waarbij zij de toezeggingen juridisch bindend verklaarde[70] die de International Association of Classification Societies (IACS) had aangeboden om de mededingingsbezwaren te ondervangen die bij een onderzoek op grond van artikel 81 VEG en artikel 53 van de EER-Overeenkomst waren gerezen met betrekking tot de internationale markt voor scheepsclassificatie.

69. Een aantal groepsvrijstellingsverordeningen en alle bijbehorende richtsnoeren over de toepassing van artikel 101 VWEU die in de nabije toekomst aflopen, zijn in 2009 herzien. Deze herzieningen betroffen met name de groepsvrijstellingsverordeningen voor verticale en horizontale overeenkomsten, de groepsvrijstellingsverordening voor de verzekeringssector[71] (zie punt 2.1) en de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen (zie punt 2.9).

70. In juli heeft de Commissie met het oog op een publieke raadpleging een ontwerp-groepsvrijstellingsverordening en ontwerp-richtsnoeren voor verticale overeenkomsten gepubliceerd. Daarin stelde zij in essentie voor om de bestaande regels te handhaven, maar deze toch aan te passen en te verfijnen om rekening te houden met de ontwikkelingen op de markt, met name op het punt van de marktmacht van afnemers en de aanhoudende toename van onlineverkopen.

71. De herziening van de horizontale overeenkomsten[72] verloopt dan weer parallel met de herziening van de groepsvrijstellingsverordening specialisatieovereenkomsten[73] en de groepsvrijstellingsverordening O&O-overeenkomsten[74]. De horizontale richtsnoeren betreffen niet alleen specialisatie- en O&O-overeenkomsten, maar ook andere soorten overeenkomsten over punten als productie, commercialisatie en gezamenlijke inkoop.

72. Ook stelde de Commissie Verordening (EG) nr. 906/2009 vast betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen lijnvaartondernemingen (consortia)[75]. Deze verordening maakt operationele samenwerking mogelijk waardoor lijnvaartmaatschappijen, op bepaalde voorwaarden, gezamenlijke lijnvaartdiensten kunnen aanbieden. Voor deze vorm van samenwerking geldt sinds 1995 een ontheffing van de EU-mededingingsregels. De nieuwe verordening wordt per 25 april 2010 van kracht, voor een periode van vijf jaar.

Misbruik van machtspositie (artikel 102 VWEU)

73. Op 24 februari heeft de Commissie haar mededeling met richtsnoeren betreffende de handhavingsprioriteiten van de Commissie bij de toepassing van artikel 82 VEG op onrechtmatig uitsluitingsgedrag door ondernemingen met een machtspositie in het EU-Publicatieblad bekendgemaakt[76].

74. De Commissie heeft eindbeschikkingen gegeven in de energiesector (RWE en GdF) en de IT-sector (Intel, Microsoft en Rambus). Ook besloot zij de procedure in te leiden in de sector van de elektronische communicatie (de Poolse en Slovaakse gevestigde operatoren op de breedbandmarkt) en de financiële diensten (Standard & Poor's en Thomson Reuters). Nadere informatie hierover is te vinden in de delen van dit verslag die aan de betrokken sectoren zijn gewijd.

13. Overheidsmaatregelen (Overheidsbedrijven/Ondernemingen met uitsluitende en bijzondere rechten - Artikel 106 VWEU)

75. Op 2 februari heeft de Commissie Slovakije een met redenen omkleed advies doen toekomen[77] met het verzoek de Mededingingswet van het land in overeenstemming te brengen met het EU-recht. Op 25 juni heeft de Commissie deze inbreukprocedure afgesloten[78], nadat de omstreden bepaling per 1 juni volledig was ingetrokken. Tegen Slovakije loopt nog een inbreukprocedure wegens niet-tenuitvoerlegging van de beschikking van de Commissie betreffende de Slowaakse Postwet[79].

76. In augustus heeft de Commissie een beschikking gegeven waarmee de verbintenissen van Griekenland werden geaccepteerd om eerlijke toegang te geven tot Griekse lignietlagen[80].

77. In oktober werd de inbreukprocedure die in 2007 tegen Frankrijk was ingeleid, afgesloten, nadat de distributie van de "Livret A"-spaarrekening was opengesteld.

1.4 Concentratiecontrole

1.4.1. De regels uittekenen en toepassen

78. In 2009 lag het aantal aangemelde concentraties onder de recordniveaus van de voorgaande jaren. In totaal werden 259 transacties bij de Commissie aangemeld en zijn 243 eindbeschikkingen gegeven. Van deze eindbeschikkingen betroffen er 225 transacties die zonder verdere voorwaarden werden goedgekeurd in fase I van het onderzoek; in totaal 82 beschikkingen werden zonder verdere voorwaarden gegeven in het kader van de gewone procedure, en nog eens 143 transacties (of 63,6%) werden goedgekeurd in het kader van de vereenvoudigde procedure. 13 transacties kregen, onder bepaalde voorwaarden, groen licht tijdens fase I. Voorts heeft de Commissie vijf fase II-procedures ingeleid, waarbij in drie zaken beschikkingen werden gegeven waaraan bepaalde voorwaarden waren verbonden. Twee zaken werden in fase II van de procedure ingetrokken en zes in fase I. Dit jaar zijn er geen verbodsbeschikkingen gegeven.

1.4.2. Artikel 21

79. De juridische bevoegdheden van artikel 21, lid 4, van de EG-concentratieverordening bieden de Commissie de mogelijkheid op te treden om lidstaten af te schrikken - en uiteindelijk te verbieden - de overname van nationale ondernemingen door ondernemingen uit andere lidstaten om ongerechtvaardigde redenen te beletten of te beperken. In dat artikel wordt ook een procedure uitgewerkt om snel standpunten uit te wisselen met de lidstaten, en zo een onderscheid te maken tussen interventies die door protectionistische overwegingen zijn ingegeven en maatregelen waarmee een gewettigd publiek belang (niet zijnde de mededinging) wordt nagestreefd. Sinds deze bepaling is ingevoerd, is artikel 21 in minder dan 20 gevallen toegepast. Nadat artikel 21 een tijdje meer was toegepast, is in 2009 op basis van deze bepaling geen nieuwe procedure ingeleid.

1.4.3 Het verslag over de EG-concentratieverordening

80. De Commissie heeft bij de Raad een verslag ingediend over de toepassing van de EG-concentratieverordening[81], vijf jaar na de inwerkingtreding ervan. De conclusie van dit verslag is dat, alles samen genomen, de bevoegdheidsdrempels en de verwijzingsmechanismen een geschikt juridisch kader hebben geboden voor een soepele toewijzing en hertoewijzing van zaken tussen de Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten. Ook blijken de mechanismen voor verwijzingen nà aanmelding nog steeds nuttig om zaken opnieuw toe te wijzen, zelfs nu mechanismen zijn ingevoerd voor de verwijzing vóór aanmelding.

81. Ten slotte belicht het verslag nog een aantal mogelijke verbeterpunten, zoals het functioneren van de "twee-derde"-regel, de vraag hoe zaken te behandelen die bij drie of meer nationale mededingingsautoriteiten worden aangemeld ("one-stop-shop"-concept), en de kwestie van de verdere convergentie van de toepasselijke nationale regels en de communautaire regels.

2 SECTORALE ONTWIKKELINGEN

2.1. Financiële diensten

82. Financiële markten zijn van vitaal belang voor het functioneren van moderne economieën. Het voorbije jaar was bijzonder moeilijk voor de financiële sector en de Commissie heeft een leidende rol gespeeld door de nodige rechtszekerheid te bieden op het gebied van staatssteun en concentratiecontrole[82].

83. In de sector van de distributie van gegevens over financiële markten is een formele procedure ingeleid tegen Standard & Poor's voor mogelijk misbruik van haar machtspositie op de markten voor de uitgifte en licentiering van identificatiecodes voor effecten, de zogenaamde ISIN's[83]. De Commissie leidde ook de formele procedure in tegen Thomson Reuters met betrekking tot het gebruik van RIC's[84].

84. In 2008 had de Commissie een onderzoek ingeleid naar grensoverschrijdende multilaterale interbancaire vergoedingen (MIF's) van Visa Europe; nu heeft zij de onderneming in april ook een mededeling van punten van bezwaar gezonden. In mei heeft de Commissie een externe studie besteld waarin de kosten van betalingen in contanten en die met betaalkaarten worden vergeleken.

85. De Commissie bleef nauw toezien op de tenuitvoerlegging van de verbodsbeschikking van 2007 voor MasterCards multilaterale internationale interbancaire vergoedingen (MIF's). In april heeft MasterCard toegezegd opnieuw aanzienlijk lagere multilaterale internationale interbancaire vergoedingen in te voeren[85], de hogere vergoedingen voor deelneming aan het systeem ( scheme fee ) terug te draaien, en de regels van haar systeem aan te passen om de markt voor betaalkaarten transparanter en concurrerender te maken[86]. Op de tenuitvoerlegging van deze toezeggingen wordt nauwlettend toegezien door een onafhankelijke trustee.

86. De Commissie heeft een doorlichting uitgevoerd van het functioneren van de huidige groepsvrijstellingsverordening voor de verzekeringssector[87], vooraleer deze per 31 maart 2010 afloopt. Op basis van het tijdens deze doorlichting verkregen bewijsmateriaal wordt in de ontwerp-groepsvrijstellingsverordening de vrijstelling voor twee categorieën vrijstellingen verlengd: gemeenschappelijke compilaties, tabellen en onderzoeken, en overeenkomsten betreffende medeverzekerings- of medeherverzekeringspools. Dit ontwerp werd op 5 oktober bekendgemaakt voor een publieke raadpleging, die acht weken liep.

87. De SEPA (Single Euro Payments Area) was een van de belangrijke aandachtspunten voor een proactief antitrustbeleid in de sector van de financiële diensten. SEPA is een zelfreguleringsinitiatief van de Europese banksector dat wordt aangestuurd door de European Payments Council (EPC); doel daarvan is een geïntegreerd gebied voor eurobetalingen tot stand te brengen, zodat internationale betalingen even makkelijk en vlot verlopen als betalingen in eigen land.

88. Tijdens 2009 vond informeel overleg plaats met nieuwe kandidaat-leden - met name Payfair en Monnet - dat onder meer duidelijkheid moest brengen of de geplande financieringsmechanismen met de mededingingsregels verenigbaar zijn en dat SEPA-compliant concurrentie op de markt voor betaalkaarten moet stimuleren.

89. De dialoog met de EPC die in 2007 van start ging, werd in 2009 voortgezet; de nadruk lag daarbij op de interbancaire vergoedingen voor SEPA Automatische Incasso (of domiciliëring) (SEPA Direct Debit - SDD), de aansturing van de EPC en van de regeling, en het bepalen van normen. In maart hebben de Commissie en de ECB een gezamenlijke verklaring uitgegeven die meer duidelijkheid biedt over de beginselen voor de vergoeding van SDD, met inbegrip van de mogelijkheid om, bij wijze van overgangsmaatregel, in een aantal lidstaten multilaterale interbancaire vergoedingen te berekenen[88]. Op 2 november is Verordening (EG) nr. 924/2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen[89] van kracht geworden en de Commissie en de ECB hebben richtsnoeren gepubliceerd over de vergoeding voor SDD op lange termijn[90]. Deze richtsnoeren betreffen de periode waarin de overgangsregelingen voor multilaterale interbancaire vergoedingen niet meer gelden.

90. Tussen 3 november en 14 december liep een publieke raadpleging die de Commissie heeft gehouden over verdere richtsnoeren voor deelnemers aan de SDD-regeling wat betreft de beoordeling van collectieve vergoedingsmechanismen in het licht van de Europese mededingingsregels Na afloop van die raadpleging kan de Commissie, indien nodig, besluiten om verdere richtsnoeren goed te keuren die meer duidelijkheid en voorspelbaarheid moeten geven over het algemene beoordelingskader.

2.2. Energie en milieu

91. Op 6 april hebben het Europees Parlement en de Raad het wetgevingspakket klimaat-energie goedgekeurd dat de Commissie in januari 2008 had voorgesteld. Dit pakket bevat maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan en hernieuwbare energie te bevorderen. Het bevat ook een richtlijn inzake hernieuwbare energie waarin duurzaamheidscriteria worden vastgelegd voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa[91] die eveneens relevant zijn voor de beoordeling van staatssteun op dat gebied. Voorts hebben het Europees Parlement en de Raad een richtlijn vastgesteld tot herziening van de EU-regeling inzake emissiehandel (ETS) in broeikasgassen[92].

92. Op 13 juli hebben het Europees Parlement en de Raad het Energiepakket voor de interne markt[93] goedgekeurd en op 16 juli heeft de Commissie een voorstel voor een verordening betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening aangenomen.

93. De Commissie is zeer actief geweest in de handhaving van de mededingingsregels in de energiesector; daarbij kon zij dankbaar gebruikmaken van de tijdens het sectorale onderzoek naar de energiesector vergaarde kennis[94]. Het ontwikkelen van daadwerkelijke concurrentie op die markten zou moeten resulteren in een verhoogde leveringszekerheid, een verminderde impact op het milieu, meer innovatie en de levering van energie tegen concurrerende prijzen aan huishoudens en ondernemingen in de EU.

94. Op 18 maart werd een beschikking[95] vastgesteld in de zaak-RWE Afscherming van de gasmarkt; daarmee werden de voordien door RWE voorgestelde afstotingsverbintenissen juridisch bindend verklaard en werd het onderzoek afgesloten. In dezelfde lijn werden door GdF Suez[96] voorgestelde verbintenissen op 2 december juridisch bindend verklaard met een besluit op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003. Dankzij deze verbintenissen zullen concurrenten van GdF makkelijker toegang krijgen tot de Franse gasmarkt. Voorts heeft de Commissie op 4 november een markttest gehouden met betrekking tot de verbintenissen die de Franse energieonderneming EdF had voorgesteld in het kader van de zaak- Marktafscherming EdF-afnemers[97] . Samen met de door de Franse regering doorgevoerde hervorming van de gereguleerde elektriciteitsmarkt[98] kunnen de verbintenissen in deze zaak een belangrijke stap vormen op weg naar een volledig concurrerende elektriciteitsmarkt in Frankrijk. Op 22 december 2009 werd een voorlopige beoordeling in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 gezonden aan E.ON AG en haar dochterondernemingen (waaronder E.ON Ruhrgas AG en E.ON Gastransport GmbH), waarin bezwaren werden geformuleerd ten aanzien van een schending van artikel 102 VWEU (oud artikel 82 VEG). Tegelijkertijd bereidde de Commissie een bekendmaking voor met het oog op een markttest in de zin van artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003.

95. Wat andere energiezaken betreft, heeft de Commissie op 8 juli een beschikking op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1/2003 gegeven waarmee zij voor in totaal 1 106 miljoen EUR aan geldboeten oplegde aan E.ON en GdF Suez voor marktverdeling[99]. Dit zijn de eerste geldboeten die de Commissie heeft opgelegd voor een antitrustinbreuk binnen de energiesector en de hoogste geldboeten die in 2009 werden opgelegd. Op 6 maart werd een mededeling van punten van bezwaar aan ENI SpA[100] gezonden met betrekking tot het beheer en de exploitatie door de onderneming van pijplijnen voor aardgastransport. Op 23 april werd de procedure ingeleid in de zaak- Svenska Kraftnät[101] . Op 6 oktober heeft de Commissie in deze zaak een markttest uitgevoerd[102], met de vraag aan belanghebbenden hun opmerkingen te maken over de verbintenissen die Svenska Kraftnät (SvK), de Zweedse transmissienetbeheerder, had voorgesteld.

96. Op het gebied van concentraties kon de Commissie dankzij corrigerende maatregelen drie transacties betreffende de levering van gas en elektriciteit goedkeuren: de overname van Nuon Energy door Vattenfall[103], de overname van Essent door RWE[104] en de overname van Segebel door EdF[105]. Twee transacties[106] die voortvloeiden uit corrigerende maatregelen in antitrustzaken tegen E.ON[107], werden zonder verdere voorwaarden goedgekeurd.

97. Op het gebied van het staatssteuntoezicht werd vooruitgang geboekt met betrekking tot Franse gereguleerde elektriciteitstarieven[108]. Op 19 september heeft de Franse regering een hervormingsplan aangekondigd dat in een geleidelijke afschaffing van deze tarieven voorziet en een mechanisme invoert dat concurrentie op de elektriciteitsmarkt moet stimuleren door concurrenten tegen een gereguleerd tarief toegang te garanderen tot een bepaald percentage nucleaire opwekkingscapaciteit van EdF. Alvorens de Commissie een definitief besluit kan nemen, moet de Franse wetgeving zijn goedgekeurd[109].

98. Op 18 november werd in de zaak van de preferente tarieven voor productie-installaties van Alcoa in de regio Veneto en op Sardinië een negatieve beschikking gegeven, met het bevel tot terugvordering van de steun[110].

99. Op het gebied van hernieuwbare energiebronnen heeft de Commissie één Cypriotische regeling[111], drie Deense regelingen[112] en één Oostenrijkse regeling[113] goedgekeurd waarmee terugleveringstarieven voor producenten van hernieuwbare energie worden gesubsidieerd. Tegelijkertijd is een diepgaand onderzoek ingeleid ten aanzien van een aantal bepalingen van de Oostenrijkse regeling die grote energieverbruikers lijken te bevoordelen[114].

100. Een Deens project om vrijstellingen van de CO2-belasting toe te staan aan ondernemingen die onder de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) vallen[115], werd onder voorwaarden goedgekeurd. Voorts heeft de Commissie belastingverminderingen voor de Deense cementindustrie goedgekeurd, meteen de eerste van dergelijke zaken waarbij steun in de vorm van kortingen op milieubelasting werd goedgekeurd volgens de nieuwe regels uit het milieusteunkader[116]. Daarentegen besloot de Commissie dat een gelijkaardige belastingvrijstelling voor de Nederlandse keramiekindustrie onverenigbaar was[117], aangezien deze belastingvrijstelling niet noodzakelijk of evenredig werd bevonden.

101. De Commissie keurde een regeling van het Verenigd Koninkrijk goed waarmee voor CO2-emissiehandel een verbruiksafhankelijke regeling wordt ingevoerd[118]. Voorts werden Poolse[119], Litouwse[120] en Bulgaarse[121] regelingen goedgekeurd die belastingvermindering in het vooruitzicht stellen om de productie van bepaalde vormen van biobrandstoffen te stimuleren.

102. De Commissie behandelde een aantal Oostenrijkse maatregelen ter bevordering van warmtekrachtkoppeling[122] en distributie-infrastructuur[123]. Zij keurde drie Poolse regelingen goed: een regeling inzake stadverwarmingsnetwerken[124], een inzake stroomaansluitnetten voor hernieuwbare energiesystemen[125] en een modernisering van stroomdistributienetwerken[126]. De Commissie keurde eveneens een regeling goed voor een tender om twee FEED-studies (Front End Engineering and Feasibility) uit te voeren over twee demonstratieprojecten voor de industriële afvang en opslag van kooldioxide (CCS) in het Verenigd Koninkrijk[127].

103. Ten slotte keurde de Commissie, op basis van het tijdelijke steunkader[128], nationale steunregelingen van Frankrijk[129], Duitsland[130], Spanje[131], Italië[132] en het Verenigd Koninkrijk[133] goed om investeringen in producten met een milieuvoordeel (i.e. groene producten) in stand te houden. Deze regelingen werden in het kader van een versnelde procedure behandeld.

2.3. Elektronische-communicatiediensten

104. Aanbieders van elektronische communicatiediensten opereerden nog steeds binnen de krijtlijnen van het reguleringskader voor elektronische communicatie[134]. Ex-anteregulering binnen het reguleringskader is gebaseerd op beginselen van het mededingingsrecht. Die aanpak werd door nationale toezichthouders (hierna "NRA's" genoemd) in hun beoordeling van markten voor elektronische communicatie gevolgd.

105. In 2009 heeft de Commissie 161 kennisgevingen van NRA's ontvangen en in 87 gevallen een brief met opmerkingen verzonden en in 59 gevallen een brief "geen opmerkingen" in het kader van de communautaire raadplegingsprocedure van artikel 7 van de kaderrichtlijn, terwijl 9 zaken op het einde van het jaar nog hangende waren. In één zaak[135] is bij de Commissie ernstige twijfel gerezen over de verenigbaarheid van de aangemelde maatregelen met het EU-recht, zodat zij de tweede fase van de onderzoekprocedure heeft ingeleid.

106. Op 7 mei heeft de Commissie een aanbeveling betreffende afgiftetarieven[136] geformuleerd waarin een methodologie voor het reguleren van afgiftetarieven wordt vastgelegd die een coherente aanpak van de diverse toezichthouders moet garanderen. Op 1 juli is een nieuwe EU-Verordening inzake intracommunautaire roaming in werking getreden. De nieuwe regels zullen tot de zomer van 2012 gelden en de Commissie zal tegen de zomer van 2010 aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over het functioneren ervan.

107. De Commissie moedigt steunmaatregelen aan die tot doel hebben alle Europese burgers passende breedbanddekking tegen betaalbare tarieven aan te bieden. Tot 2009 heeft de Commissie het gebruik van staatssteun en andere vormen van overheidsfinanciering in Europa ten belope van ongeveer 2 miljard EUR[137] beoordeeld en goedgekeurd, hetgeen voor meer dan 3 miljard EUR investeringen in breedbandnetwerken heeft opgeleverd.

108. De in september goedgekeurde breedbandrichtsnoeren gaan niet alleen over steun aan basisbreedbandnetwerken (ADSL-, kabel-, mobiel-, draadloos- of satellietbreedbanddiensten), maar ook over steun aan uiterst snelle toegangsnetten van de volgende generatie (hierna "NGA-netwerken" genoemd) (in het huidige stadium met gebruikmaking van glasvezeltechnologie of geavanceerde gemoderniseerde kabelnetwerken). De richtsnoeren verschaffen eveneens aanvullende toelichting over de manier waarop de bestaande rechtspraak op de breedbandsector van toepassing is, voor die zaken waarbij een lidstaat het exploiteren van een breedbandnetwerk als een dienst van algemeen economisch belang kwalificeert (DAEB). In dat verband heeft de Commissie overheidsfinanciering ter waarde van 59 miljoen EUR goedgekeurd voor een NGA-project in het Franse departement Hauts-de Seine[138].

109. Op antitrustgebied heeft de Commissie de procedure tegen de Poolse en Slowaakse gevestigde ondernemingen op de breedbandmarkt ingeleid[139].

2.4. Informatietechnologie

110. De sector van de informatie- en communicatietechnologie is van bijzonder belang als stuwende kracht achter innovatie en om het potentieel van de digitale economie te benutten. Op markten voor informatietechnologie spelen vaak netwerkeffecten, zoals geïllustreerd werd door de zaak- Microsoft van de Commissie uit 2004[140]. Die effecten kunnen bij de klant tot lock-in leiden, alsook tot het ontstaan van dominante marktposities, die op zich niet problematisch zijn, maar die soms snel ingrijpen van het mededingingstoezicht vereist om op de betrokken of gerelateerde markten concurrentie op basis van de merites van producten te verzekeren. In dat verband zijn interoperabiliteit en normen terugkerende sleutelthema's in een wereld waar de interconnectie steeds verder om zich heen grijpt.

111. In de zaak- Intel[141] werd op 13 mei een verbodsbeschikking gegeven, waarin werd vastgesteld dat Intel inbreuk had gemaakt op artikel 82 VEG door zich aan concurrentiebeperkende praktijken te begeven met de bedoeling concurrenten uit te schakelen op de markt voor x86 Central Processing Units (CPU's). Die praktijken brachten schade toe aan consumenten in de hele EER. Door de mogelijkheden van haar concurrenten te ondergraven om op de merites van hun producten te concurreren, ondermijnde Intel met haar acties de concurrentie, verminderde zij de keuze van de consument en belemmerde zij innovatie. De beschikking legt een geldboete van 1,06 miljard EUR aan Intel op, de hoogste boete die de Commissie ooit aan één onderneming heeft opgelegd. Intel heeft op 22 juli tegen de beschikking beroep ingesteld bij het Gerecht van eerste aanleg[142].

112. Op 16 december 2009 heeft de Commissie toezeggingen juridisch bindend verklaard die Microsoft had gedaan om tegemoet te komen aan de mededingingsbezwaren die de Commissie in januari 2009 in een mededeling van punten van bezwaar had gemaakt met betrekking tot de koppelverkoop van Microsofts webbrowser, Internet Explorer, en haar dominante pc-besturingssysteem Windows. Met deze toezeggingen zouden consumenten in de EER hun webbrowses meer en beter geïnformeerd moeten kunnen kiezen en zouden computerfabrikanten meer vrijheid moeten krijgen. Microsoft verbond zich ertoe: a) via een update van Windows een update met een browserkeuzemenu onder de gebruikers van Windows-pc-besturingssystemen in de EER te verdelen, waarbij gebruikers een objectieve keuze tussen de meestgebruikte webbrowsers in de EER aangeboden krijgen, en b) in de EER een mechanisme in Windows 7 en daaropvolgende versies van Windows beschikbaar te stellen waarmee pc-bouwers en eindgebruikers Internet Explorer kunnen aan- en uitschakelen[143].

113. In de zaak- Rambus had de Commissie bezwaren geuit dat Rambus onredelijke royalty's eiste voor het gebruik van bepaalde octrooien voor DRAM-chips die in nagenoeg alle pc's worden gebruikt. De Commissie heeft op 9 december 2009 een besluit vastgesteld dat de door Rambus gedane toezeggingen, waarmee een plafond wordt vastgesteld voor haar royaltytarieven, juridisch bindend verklaart[144]. In 2008 bedroeg de wereldwijde DRAM-verkoop meer dan 34 miljard USD (ruim 23 miljard EUR). Rambus verbond zich ertoe haar royaltytarieven gedurende vijf jaar wereldwijd te plafonneren. Rambus stemde ermee in geen royalty's te innen voor de vroegere generaties van de chips in kwestie, in combinatie met een maximum royaltytarief van 1,5% voor de latere generaties van de chips in kwestie. Dat is wezenlijk lager dan de 3,5% die Rambus voorheen berekende.

114. Deze zaak toont eens te meer aan dat een daadwerkelijk standaardiseringsproces op een niet-discriminerende, open en transparante wijze dient te verlopen om concurrentie op de merites van producten te garanderen en om consumenten voordeel te laten halen uit technische ontwikkeling en innovatie[145]. De Commissie herziet momenteel de antitrustrichtsnoeren voor horizontale overeenkomsten en is voornemens het bestaande hoofdstuk over standaardisering te consolideren om meer houvast te kunnen bieden inzake standaardisering. De ontwerp-richtsnoeren zullen begin 2010 beschikbaar zijn voor openbare raadpleging. Daarnaast zal de Commissie onderzoek blijven voeren en, waar nodig, ingrijpen in specifieke zaken waar mededingingsbezwaren rijzen.

2.5. Media

115. De Commissie zette het overleg met prominente vertegenwoordigers van consumenten en het bedrijfsleven voort over de zakelijke kansen die het internet biedt en over de bestaande barrières om onlineverkoop van muziek en goederen in Europa uit te breiden, via de rondetafel over onlinehandel. Een rapport over kansen en barrières voor de onlinedetailhandel werd in mei 2009 gepubliceerd en in september en oktober 2009 werden onder leiding van de Commissaris voor mededingingsbeleid twee bijeenkomsten van de Rondetafel gehouden waarbij de aandacht vooral uitging naar onlinemuziek. Dit initiatief van de rondetafel mondde uit in twee gezamenlijke verklaringen: een over onlinedistributie van muziek en een tweede over informatie inzake eigendomsrechten. Een aantal deelnemers aan de Rondetafel heeft eveneens concrete stappen en verbintenissen aangekondigd waardoor Europese consumenten betere toegang tot onlinemuziek zouden moeten krijgen[146].

116. In 2009 bleef de Commissie nauw toezicht houden op de overgang van analoge naar digitale terrestrische omroep in Italië in het kader van de inbreukprocedure die in 2006 werd ingeleid ten aanzien van de Italiaanse wetgeving voor de digitale overschakeling. Na nauwe contacten met de voor concurrentie en informatiemaatschappij bevoegde leden van de Commissie hebben de Italiaanse autoriteiten nieuwe criteria voor de "digitalisering" van terrestrische televesienetwerken in Italië goedgekeurd die moeten garanderen dat er meer frequenties beschikbaar komen voor nieuwkomers en voor kleinere bestaande omroepen. De tender voor de toewijzing van de frequenties wordt vermoedelijk begin 2010 opgestart[147].

117. Wat staatssteun betreft, bleef de Commissie toezien op de overgang (switch-over) van analoge naar digitale terrestrische omroep in de EU-lidstaten. Het Gerecht van eerste aanleg heeft op 6 oktober een negatieve beschikking met betrekking tot Duitsland[148] bevestigd, onder andere omdat de betrokken regeling niet technologieneutraal was[149].

118. Op 2 juli heeft de Commissie een herziene omroepmededeling goedgekeurd die meer duidelijkheid moet scheppen over de beoordeling door de Commissie van overheidsfinanciering voor nieuwe-mediadiensten[150]. In het voorbije jaar heeft de Commissie een aantal positieve individuele besluiten genomen betreffende de financiering van publieke omroepen in Frankrijk, Spanje, Oostenrijk en Denemarken. In juni heeft zij een voorstel goedgekeurd om Zweedse perssteun aan kranten met een hoge oplage in grote steden in overeenstemming te brengen met de staatssteunregels[151].

2.6. Farmaceutische industrie & gezondheid

Farmaceutische industrie

119. In 2009 heeft de Commissie haar onderzoek naar de farmaceutische sector in de EU afgerond. Het doel van het onderzoek was te achterhalen waarom generieke geneesmiddelen met vertraging op de markt komen en wat de oorzaken zijn van de kennelijk afnemende innovatie, gemeten naar het aantal nieuwe geneesmiddelen dat de markt bereikt. Het onderzoek legde zich toe op de concurrentieverhoudingen i) tussen originator-ondernemingen en generieke ondernemingen en ii) tussen originator-ondernemingen onderling. In het onderzoek werden belangrijke beleidsaanbevelingen verstrekt over hoe het functioneren van de sector kan worden verbeterd. De Commissie heeft haar eindverslag op 8 juli gepubliceerd[152].

120. In dat eindverslag van het sectorale onderzoek nodigde de Commissie alle stakeholders uit potentiële concurrentiebezwaren onder de aandacht van de mededingingsautoriteiten te brengen.

121. De Commissie heeft eveneens de procedure tegen Servier ingeleid, waarbij onder andere schikkingsovereenkomsten voor octrooien worden onderzocht die Servier met een aantal generieke spelers had gesloten, omdat deze mogelijk concurrentieverstorend zijn. Dit onderzoek maakt geen deel uit van het sectorale onderzoek, maar dankzij de tijdens het sectorale onderzoek vergaarde kennis heeft de Commissie conclusies kunnen trekken op welke terreinen optreden van de Commissie op basis van het mededingingsrecht passend en doeltreffend zou kunnen zijn.

122. Wat het reguleringskader betreft, wordt in het eindverslag op drie belangrijke pijnpunten gewezen: octrooien, de procedures voor het op de markt brengen van geneesmiddelen, en prijszetting en vergoedbaarheid. Aangaande octrooien heeft de Commissie opnieuw bevestigd dat er in Europa dringend een Gemeenschapsoctrooi moet komen en dat er één gespecialiseerd octrooistelsel moet komen.

123. Wat de parallelhandel in geneesmiddelen betreft, zorgde het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 oktober voor belangrijke verduidelijkingen op het punt van beperkingen van parallelhandel in de farmaceutische sector, in het bijzonder aangaande zgn. systemen van prijsdifferentiatie[153].

124. Op het gebied van concentratiecontrole hebben in 2009 meerdere grote concentraties van farmaceutische ondernemingen plaatsgevonden, hetgeen de consolidatietrend binnen de industrie bevestigt. Alle zaken werden goedgekeurd in de eerste fase, al dan niet met verbintenissen. De beoordeling van concentraties in de farmaceutische sector heeft aangetoond dat markten voor diergezondheid over het algemeen vrij geconcentreerd zijn geworden. Om een nieuwe koper toegang tot de markt voor vaccins voor diergezondheid te verlenen, bevatte het afstotingspakket in de zaak-Pfizer/Wyeth[154] voor het eerst een productie-installatie.

Gezondheidsdiensten

125. De initiatieven van de Commissie in deze sector waren vooral gericht op staatssteun. De Commissie heeft uit meerdere lidstaten een aantal klachten van privé-ziekenhuizen ontvangen dat zij oneerlijk zouden worden behandeld of dat openbare ziekenhuizen buitensporige compensatie ontvangen waarbij openbare ziekenhuizen er vaak van werden beschuldigd overheidsfinanciering te gebruiken voor kruissubsidiëring van commerciële activiteiten. De meeste klachten kwamen uit lidstaten die hun markten al voor concurrentie hebben opengesteld (zoals Duitsland en België).

126. Op 28 oktober heeft de Commissie een positief besluit vastgesteld waarin zij tot de bevinding komt dat de overheidsfinanciering door de Belgische autoriteiten van openbare ziekenhuizen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voldoet aan de voorwaarden uit het Verdrag[155]. De Commissie heeft in juni tevens het nieuwe Ierse stelsel van heffingen en belastingkorting in de ziekteverzekeringssector goedgekeurd[156].

127. Op het gebied van antitrust heeft de Commissie in oktober een mededeling van punten van bezwaar aangenomen voor een vermoedelijke schending van artikel 81 VEG door de Franse beroeps- en brancheorganisatie van apothekers (Ordre National des Pharmaciens (ONP), Conseil National de l'Ordre des Pharmaciens (CNOP), Section G de l'Ordre National des Pharmaciens, en Conseil Central de la Section G de l'Ordre des Pharmacien (CCG)) (hierna "ONP" genoemd)[157]. De Commissie was bezorgd dat ONP minimumprijzen zou opleggen voor klinische analyse en de ontwikkeling van bepaalde marktspelers zou afremmen om de economische belangen van haar leden (de Franse apothekers) te beschermen.

2.7. Vervoer

128. Het concurrentiebeleid in de vervoerssector wil een efficiënte werking van markten verzekeren die onlangs geliberaliseerd werden of die op dit moment geliberaliseerd worden. Daartoe werd verder gewerkt aan de modernisering van het regelgevingskader, zodat de vervoerssector onder de algemeen geldende mededingingsregels wordt gebracht. Deze modernisering van de regelgeving werd aangevuld met onderzoeks- en handhavingsmaatregelen.

129. In het wegvervoer is de nieuwe verordening inzake openbaar personenvervoer[158] op 3 december in werking getreden. Deze verordening bevat de bepalingen betreffende de compensaties voor openbaredienstverplichtingen in het vervoer over land.

130. De Commissie onderzocht een aantal steunmaatregelen in de sector van het busvervoer in Denemarken en Duitsland. Op het gebied van stadsvervoer werd een formele onderzoekprocedure afgesloten aangaande de hervorming van de financieringsmethode voor de speciale pensioenregeling voor het personeel van RATP, een Frans openbaar vervoersbedrijf[159].

131. In overeenstemming met de ruimere communautaire doelstellingen inzake gemeenschappelijk vervoersbeleid en milieubescherming heeft de Commissie een regeling goedgekeurd die de aankoop van milieuvriendelijkere zware vrachtwagens in Slovenië stimuleert[160]. De Commissie heeft eveneens een Duitse steunregeling goedgekeurd die marktacceptatie voor beschikbare hoogefficiënte vervoerstechnologieën wil ondersteunen[161] en een steunregeling die de aankoop van low-carbon-bussen in Engeland wil stimuleren[162].

132. Wat de verbetering van de openbare weginfrastructuur betreft, werden meerdere projecten goedgekeurd, waaronder de aanleg en het onderhoud van de A1-[163] en A2-snelwegen[164] in Polen.

133. Op het gebied van het spoorvervoer heeft de Commissie op 12 juni de overname van de Poolse spoorwegmaatschappij PCC Logistics door Deutsche Bahn AG goedgekeurd[165]. In oktober heeft de Commissie het onderzoek van een concentratieoperatie naar Frankrijk verwezen; het betrof de operatie waarbij SNCF gezamenlijke zeggenschap zou verwerven over Keolis, een onderneming voor openbaar personenvervoer[166].

134. Zoals in voorgaande jaren heeft de Commissie meerdere besluiten goedgekeurd inzake staatssteun om spoorvervoer en gecombineerd vervoer in verscheidene lidstaten te bevorderen, onder meer in Bulgarije[167], de Tsjechische Republiek[168], Duitsland[169] en het Verenigd Koninkrijk (herstructurering van Eurostar)[170].

135. Op het gebied van het zeevervoer heeft de Commissie in juni een mededeling vastgesteld inzake staatssteun voor scheepsmanagementbedrijven[171]. De Commissie heeft positieve besluiten goedgekeurd betreffende staatssteun ten behoeve van zeevarenden in Italië[172] en Finland[173]. Zij heeft eveneens de formele onderzoekprocedure afgesloten die in 2007 was ingeleid ten aanzien van de DIS-regeling in Denemarken. Zij heeft namelijk ingestemd met de uitbreiding van de DIS-regeling tot kabelleggers, door de richtsnoeren zeevervoer bij analogie toe te passen[174]. Voorts heeft zij de onderzoekprocedures met betrekking tot tonnageregelingen in Ierland[175] en Denemarken[176] afgesloten, een wijziging van de Nederlandse tonnageregeling goedgekeurd[177], alsmede de invoering van een tonnageregeling in Slovenië[178] en Polen[179].

136. De Commissie heeft gedeeltelijke goedkeuring verleend voor een Grieks[180] en een Lets[181] project voor de ontwikkeling van haveninfrastructuur. Ook heeft zij de formele onderzoekprocedure ingeleid ten aanzien van bepaalde fiscale maatregelen ten faveure van de havensector in Frankrijk[182]. Voorts heeft zij de in 2008 ingeleide formele onderzoekprocedure met betrekking tot de overheidsfinanciering van veerdiensten tussen het Schotse vasteland en de eilanden voor de west- en noordkust van Schotland afgesloten[183]. Behoudens één route heeft de Commissie bevestigd dat de openbaredienstverplichtingen voor de eilanden in het westen en het noorden rechtmatig waren omschreven en toevertrouwd aan de betrokken operatoren. Op het gebied van concentraties heeft de Commissie de overname van Broström door Maersk, 's werelds grootste scheepvaartconglomeraat, goedgekeurd[184].

137. Op het gebied van luchtvaart is de verordening inzake geautomatiseerde boekingssystemen (CRS)[185] op 29 maart in werking getreden. De nieuwe richtlijn inzake luchthavengelden is op 15 maart in werking getreden[186].

138. Op 18 juni keurden de Raad en het Europees Parlement een wijziging van de bestaande regels goed[187], om de toewijzing van slots flexibeler te maken en zo het effect van de crisis op het luchtvervoer teniet te doen. De maatregel zorgt voor een tijdelijke opschorting van de "use it or lose it"-regel tijdens het zomerseizoen van 2009, zodat luchtvaartmaatschappijen hun rechten op slots kunnen behouden.

139. Voor de luchtvaartsector was 2009 een woelig jaar met een terugval van de vraag qua passagiers en vracht, hetgeen resulteerde in forse verliezen voor heel wat luchtvaartmaatschappijen en een herstructurering van de sector. De herstructurering verliep via een versterkte samenwerking binnen mondiale luchtvaartallianties, met joint venture-overeenkomsten voor trans-Atlantische routes. De Europese luchtvaartsector ging door een proces van consolidatie met fusies van zowel traditionele luchtvaartmaatschappijen als lowcostmaatschappijen[188]. Een aantal grote traditionele luchtvaartmaatschappijen, in het bijzonder Lufthansa, greep die kans aan om uit te breiden via de overname van kleinere regionale spelers, met name Brussels Airlines[189], Bmi[190] en Austrian Airlines[191].

140. Op 8 april heeft de Commissie de formele onderzoekprocedure ingeleid naar de samenwerking tussen luchtvaartmaatschappijen op trans-Atlantische vluchten[192], de luchtvaartalliantie Oneworld (British Airways, American Airlines en Iberia) en de Star Alliance (Lufthansa, United, Continental en Air Canada). Op 30 september heeft de Commissie in de zaak-Oneworld een mededeling van punten van bezwaar gezonden[193].

141. In de loop van het jaar heeft de Commissie de reddingssteun goedgekeurd die aan de Austrian Airlines Group werd verstrekt in de vorm van een leninggarantie[194]. Zij heeft tevens het herstructureringsplan van Austrian Airlines verenigbaar verklaard met de gemeenschappelijke markt[195]. Ook kregen de Griekse autoriteiten van de Commissie toestemming om, mits een aantal voorwaarden in acht wordt genomen[196], een aantal wijzigingen door te voeren in het verkoopproces van Olympic Airlines. Voorts keurde de Commissie het voornemen van de Griekse autoriteiten goed om een deel van de kosten van de vrijwillige vertrekregeling te dekken die door Olympic Catering SA ten aanzien van bepaalde personeelsleden zal worden toegepast[197].

142. De Commissie heeft ingestemd met de maatregelen die Frankrijk heeft genomen om een einde te maken aan het verschil in passagiersheffingen tussen binnenlandse vluchten en EU-vluchten, dat in feite een voordeel verleende aan luchtvaartmaatschappijen die binnenlandse vluchten uitvoeren[198].

2.8. Postdiensten

143. Wat betreft de toepassing van staatssteunregels op de postsector in 2009 heeft de Commissie diverse beschikkingen gegeven die ervoor moeten zorgen dat met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste postbedrijven en hun dochterondernemingen geen onterechte voordelen verleend krijgen. Dit jaar zette de Commissie haar onderzoek voort naar beweerde overcompensatie van Deutsche Post AG[199] voor haar universele-dienstverplichtingen tussen 1989 en 2007. Op 13 juli heeft de Commissie een formele onderzoekprocedure ingeleid om maatregelen ten faveure van de Belgische Post[200] te onderzoeken. In de zaak-UK Royal Mail heeft de Commissie geoordeeld dat vier staatssteunmaatregelen die tussen 2001 en 2007 werden toegekend in overeenstemming waren met EU-staatssteunregels[201]. Wat de Franse zaak-La Poste[202] betreft, heeft de Franse regering een wetsontwerp aangenomen dat La Poste tegen 1 januari 2010 tot een naamloze vennootschap ( société anonyme ) moet omvormen; daarmee zou ook een eind komen aan de garantie. Op basis hiervan legt de Commissie momenteel de laatste hand aan haar besluit.

144. Wat concentraties betreft, heeft de Commissie op 21 april onder voorwaarden de eerste fusie goedgekeurd tussen gevestigde postexploitanten, Posten AB (Zweden) en Post Danmark A/S[203].

2.9. Automobielindustrie

145. De motorvoertuigensector werd bijzonder hard geraakt door de economische crisis. Hoewel de wereldvraag naar auto's in 2009, dankzij de sterke Chinese vraag[204], slechts met 2,4% daalde ten opzichte van 2008, ging de verkoop van auto's (personenauto's en lichte commerciële voertuigen tot 3,5 ton) in de EU met 4,6% achteruit ten opzichte van 2008 en met 12,5% ten opzichte van 2007[205]. Schrootregelingen die in diverse nationale markten werden ingevoerd, in het bijzonder de Duitse regeling, hadden een positieve impact op de verkoop op korte termijn. Op basis van het informatiemechanisme dat door Richtlijn 98/34/EG werd gecreëerd, werden de nationale schrootregelingen, die bovendien technische voorschriften bevatten, bij de Commissie en de lidstaten gemeld vooraleer ze werden aangenomen, hetgeen zorgde voor transparantie en uitwisseling van informatie en belemmeringen voor de interne markt hielp te voorkomen.

146. De dalende vraag en de mondiale overcapaciteit die de sector een aantal jaren gekenmerkt hebben, hadden faillissementsprocedures tot gevolg van meerdere grote automobielproducenten, in het bijzonder de twee Amerikaanse automobielproducenten General Motors en Chrysler. Daardoor werden twee van GM's Europese divisies, Opel/Vauxhall en Saab, in de verkoop gezet en waren er, in het geval van Opel, staatsleningen nodig om te kunnen blijven produceren.

147. De tweede uitdaging waar de sector momenteel mee te maken krijgt, is de overschakeling naar groenere auto's. De stijgende vraag van klanten naar auto's met een lage uitstoot en de strenger wordende regelgeving vereisen grootschalige investeringen in de ontwikkeling van voertuigen die aan de normen van de toekomst voldoen. De Commissie heeft in dat opzicht verscheidene regelingen voor staatssteun goedgekeurd[206]. Tegelijkertijd profiteerde de sector van de vereenvoudigde toegang tot financiering via leningen en garanties.

148. De Commissie is in alle gevallen van staatssteun aan de automobielsector een strenge beleidslijn blijven volgen. In het bijzonder heeft de Commissie steeds aangegeven dat zij niet zou aanvaarden dat voor staatssteun in het kader van regelingen op basis van het tijdelijke steunkader de jure of de facto protectionistische voorwaarden zouden gelden, zoals ongerechtvaardigde niet-commerciële voorwaarden betreffende de geografische locatie van investeringen. De Commissie onderzocht zorgvuldig elke zaak die dat type bezwaren inzake protectionistische voorwaarden deed rijzen, door zich ervan te vergewissen dat de steun niet beïnvloed werd door niet-commerciële overwegingen en dat de steun tot de toekomstige levensvatbaarheid van de automobielindustrie bijdroeg.

149. Op 13 mei heeft de Commissie 11 miljoen EUR opleidingssteun voor personeel in de fabrieken van vrachtwagenproducent Scania in Zweden goedgekeurd[207]. Op 2 december werd tevens 57 miljoen EUR opleidingssteun voor Ford Romania SA goedgekeurd, waarmee de onderzoekprocedure in deze zaak afgesloten werd[208]. Op 5 juni heeft de Commissie staatsgaranties van de Zweedse Staat voor Volvo Personvagnar (Volvo PV)[209] goedgekeurd en op 13 november die van de Roemeense Staat voor Ford Romania SA[210]. Zij heeft eveneens investeringssteun voor Mercedes-Benz Hungary[211] en Ford España[212] goedgekeurd.

150. Wat regionale steun betreft, werd op 29 april goedkeuring verleend voor 46 miljoen EUR investeringssteun aan Fiat Group ten behoeve van een groot investeringsproject voor de productie van een nieuw automodel op Sicilië (Italië)[213]. Op 29 oktober heeft de Commissie echter een formele onderzoekprocedure ingeleid tegen regionale steun in Hongarije ten belope van ca. 50 miljoen EUR voor een groot investeringsproject van Audi Hungaria Motor Kft. in haar bestaande fabriek in Györ[214].

151. Op antitrustgebied werden op 28 oktober een voorlopig ontwerp voor een groepsvrijstellingsverordening voor motorvoertuigen en begeleidende richtsnoeren vastgesteld. De teksten werden op 21 december voor publieke raadpleging gepubliceerd en volgen de in de mededeling van de Commissie van 22 juli uitgezette koers[215]. Gebaseerd op het thans beschikbare bewijsmateriaal, en rekening houdende met de uitkomsten van de publieke raadpleging, is de Commissie van oordeel dat overeenkomsten voor motorvoertuigendistributie niet anders dienen te worden behandeld dan gelijksoortige overeenkomsten in andere sectoren. In de ontwerp-groepsvrijstellingsverordening is dan ook bepaald dat de nieuwe algemene groepsvrijstellingsverordening voor verticale restricties zal gaan gelden van de plaats van de huidige specifieke regels voor dergelijke overeenkomsten. Om evenwel investeringen te beschermen die autodealers volgens de oude regels hebben gemaakt, bijvoorbeeld voor locaties met meerdere merken, wordt voorgesteld dat deze omschakeling niet plaatsvindt vóór 31 mei 2013.

152. Wat betreft de aftermarkets (reparatie en onderhoud en reserveonderdelen) heeft de uitgevoerde analyse aangetoond dat de concurrentie beperkter is door het merkgebonden karakter ervan, en dat sectorspecifieke bepalingen in een aantal domeinen nodig waren. Voor de aftermarkets is het dan ook de bedoeling dat de ontwerp-groepsvrijstellingsverordening, samen met het ontwerp voor de begeleidende richtsnoeren, de bestaande groepsvrijstellingsverordening[216] vanaf 1 juni 2010 zal vervangen. Dat zal de sectorspecifieke regels inzake toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie van nieuwe voertuigen aanvullen.

2.10. Levensmiddelen

153. De Commissie is de mededingingsregels blijven handhaven op voedselmarkten via de actieve opvolging van bestaande beschikkingen waarbij toezeggingen verbindend werden verklaard en door de beoordeling van zaken waarin in 2008inspecties waren uitgevoerd, voort te zetten. De taskforce voor de werking van de voedselvoorzieningsketen zette ook in 2009 haar werkzaamheden voort. In dat verband deed de Commissie een gefocust feitenonderzoek om mogelijke concurrentiegerelateerde problemen op te sporen die een impact kunnen hebben op het functioneren van de voedselsector. De uitkomsten van dat feitenonderzoek werden gedeeld met nationale mededingingsautoriteiten en verwerkt in de mededeling van de Commissie over "Een beter werkende voedselvoorzieningsketen", die op 28 oktober is goedgekeurd[217].

154. De Food Subgroup binnen het European Competition Network (ECN) is in juli en november bijeengekomen om goede praktijken inzake voedselmarktgerelateerde kwesties te bespreken en uit te wisselen.

155. De zuivelsector is een van de sectoren die het in 2009 het moeilijkst had. Gezien die moeilijkheden heeft de Commissie in juli een rapport over "De situatie op de zuivelmarkt" vastgesteld[218]. Er werd eveneens een Groep op hoog niveau voor melk opgericht die nationale landbouwdeskundigen samenbrengt en zijn werkzaamheden nog steeds voortzet. De dialoog van de Commissie met nationale mededingingsautoriteiten betreffende de melksector werd ook versterkt door de oprichting van een ECN-Joint Working Team voor melk, dat ook in 2010 zijn werkzaamheden zal voortzetten.

3. CONSUMENTENACTIVITEITEN

156. Het contactpunt consumenten bestaat nu meer dan één jaar en probeert de contacten tussen DG Concurrentie en consumentenvertegenwoordigers te verdiepen en nieuwe methodes te ontwikkelen om rechtstreeks met het bredere publiek te communiceren.

157. In 2003 heeft de Commissie de Europese Consumentenadviesgroep (ECCG) gecreëerd als het belangrijkste forum van de Commissie om met consumentenorganisaties in contact te treden[219]. De ECCG heeft een Subgroup voor concurrentie opgericht die tweemaal per jaar in Brussel bijeenkomt[220]. Dit jaar heeft de ECCG-Subgroup voor concurrentie overlegd over kwesties zoals de financiële crisis en de in dat verband genomen steunmaatregelen, de digitale cinema, de Intel-beschikking en het sectorale onderzoek naar de farmaceutische sector.

158. Op 21 oktober heeft DG Concurrentie een openbare conferentie georganiseerd rond het thema "Concurrentie en consumenten in de 21ste eeuw". Met het oog op een betere communicatie zijn de consumentenpagina's van de concurrentiewebsite vernieuwd zodat de geboden informatie gebruiksvriendelijker is.

4. HET EUROPEAN COMPETITION NETWORK (ECN) EN SAMENWERKING MET DE NATIONALE RECHTERS

159. In 2009 bleef het ECN een zeer actief forum voor overleg over en uitwisseling van goede praktijken tussen de Commissie en de mededingingsautoriteiten in de 27 lidstaten.

160. Op 13 oktober vond een bijeenkomst plaats van de directeur-generaal van DG Concurrentie en de leiding van alle nationale mededingingsautoriteiten. De discussie focuste op: het bepalen van prioriteiten, convergentie/transparantie van procedures, sancties en criminalisering, samenwerking bij concentratiezaken. Op deze bijeenkomst kwam ook het optreden van de Commissie tijdens de financiële crisis aan bod en werd het rapport over convergentie in het clementiebeleid in het kader van de ECN-modelclementieregeling unaniem goedgekeurd[221].

161. De Commissie werd in 2009 op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1/2003 geïnformeerd over 129 nieuwe onderzoeken van nationale mededingingsautoriteiten. Een groot aantal zaken had betrekking op onder andere de sectoren energie, media, telecom, transport en financiële diensten. De Commissie werd tevens geïnformeerd over 69 ontwerp-beschikkingen op grond van artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 (wat een stijging van 15% betekent in vergelijking met 2008).

162. In 2009 heeft de Commissie vijf adviezen op grond van artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 uitgebracht over vragen van nationale rechters met betrekking tot de toepassing van de EU-mededingingsregels: één aan een Belgische, één aan een Litouwse en drie aan Spaanse rechtbanken. Aangaande de amicus curiae -interventies op grond van artikel 15, lid 3, van diezelfde verordening, heeft de Commissie in één zaak bij het Hof van Beroep in Parijs schriftelijke opmerkingen ingediend met betrekking tot een beperking van onlineverkopen in selectieve-distributieovereenkomsten[222]. Na het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-429/07 heeft de Commissie schriftelijke opmerkingen ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam aangaande de fiscale aftrekbaarheid van door de Commissie opgelegde geldboeten.

163. Dit jaar werden 10 subsidieovereenkomsten afgesloten voor opleidingsprogramma's voor rechters in verschillende lidstaten.

5. INTERNATIONALE ACTIVITEITEN

164. In een steeds verder globaliserende wereldeconomie moet ook het mededingingsbeleid meer aandacht hebben voor de internationale dimensie. DG Concurrentie is een voortrekkersrol blijven spelen in het International Competition Network (ICN). Op 22 en 23 januari heeft DG Concurrentie in Brussel een seminar georganiseerd rond het thema slagkrachtige concurrentieautoriteiten, het eerste evenement in zijn soort.

165. Zoals in het verleden heeft DG Concurrentie actief bijgedragen aan de werkzaamheden van het Competition Committee van de OESO en deelgenomen aan de jaarlijkse conferentie van de Intergovernmental Group of Experts (IGE) on Competition Law and Policy van de Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling (UNCTAD), met bijdragen aan de meeste rondetafeldiscussies.

166. De samenwerking met de Verenigde Staten van Amerika was intens, zowel in individuele zaken als rond algemene thema's van het mededingingsbeleid. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met het Canadese Competition Bureau/Bureau de la concurrence en de Japan Fair Trade Commission.

167. Op 23 mei hebben de Europese Gemeenschap en Zuid-Korea een bilaterale samenwerkingsovereenkomst op het gebied van concurrentie ondertekend die op 1 juli in werking is getreden[223]. De Vrijhandelsovereenkomst (hierna "FTA" genoemd) met Zuid-Korea werd op 15 oktober 2009 geparafeerd en zal vermoedelijk in de loop van 2010 worden ondertekend en in werking treden. Het is de eerste keer dat een FTA een verbod op bepaalde soorten subsidie bevat.

168. Op 8 oktober heeft Commissaris Kroes een memorandum van overeenstemming (MoU) met het Braziliaanse ministerie van Justitie en de hoofden van de Braziliaanse mededingingsautoriteiten ondertekend dat voor een nauwere samenwerking tussen DG Concurrentie en zijn Braziliaanse tegenhangers moet zorgen.

169. De jaarlijkse concurrentiedialoog met China werd op 22 en 23 juni in Brussel gehouden. De samenwerking met India is tijdens 2009 versterkt omdat India zeven commissarissen heeft aangesteld die de Competition Commission of India (CCI), belast met de handhaving van de mededingingswet van 2002, zullen vormen.

170. In het kader van het uitbreidingsproces was de samenwerking met Kroatië en Turkije erg hecht. Die twee kandidaat-landen moeten aan bepaalde criteria voldoen vooraleer toetredingsonderhandelingen over het hoofdstuk concurrentie kunnen starten. Voorts heeft DG Concurrentie de landen van de westelijke Balkan verdere bijstand verleend om hun mededingingsregels op het EU-recht af te stemmen en nam het deel aan de voorafgaande discussies over IJslands toekomstige EU-lidmaatschap.

6. INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING

171. In 2009 zette de Commissie haar samenwerking met de andere instellingen van de Europese Unie voort, in overeenstemming met de respectieve overeenkomsten of protocollen met de betreffende instellingen[224].

172. In 2009 heeft het Europees Parlement (EP) een resolutie goedgekeurd over het witboek schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels en over het Verslag over het mededingingsbeleid voor 2006 en dat voor 2007. Naast de regelmatige dialoog tussen de Commissaris voor concurrentie en de ECON-Commissie nam de Commissie deel aan discussies die in andere parlementaire commissies werden gehouden en over een scala van onderwerpen, waaronder het jaarlijkse Verslag over het mededingingsbeleid, het witboek schadevergoedingsacties, de omroepmededeling, staatssteun en de financiële crisis, het sectorale onderzoek naar de farmaceutische sector en de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen. Over die en een rist andere kwesties vonden ook bilaterale bijeenkomsten met Europarlementsleden plaats.

173. De Commissie werkt nauw samen met de Raad door deze op de hoogte te houden van belangrijke beleidsinitiatieven op mededingingsgebied, zoals de staatssteunmaatregelen en richtsnoeren voor de banksector en andere extra staatssteun in het kader van de financieel-economische crisis. Het Economisch en Financieel Comité (EFC)[225] werd geraadpleegd over de bankenmededeling, herkapitalisatiemededeling, de mededeling besmette activa en de herstructureringsmededeling, en over een herziening van garantie- en herkapitalisatieregelingen. De Commissie heeft over het concurrentiebeleid bijdragen aangeleverd ten behoeve van de conclusies die werden goedgekeurd in verschillende Raadsformaties (zoals ECOFIN, Concurrentievermogen, Vervoer, Telecommunicatie en Energie) en van de Europese Raad zelf.

174. De Commissie licht het Europees Economisch en Sociaal Comité (hierna "EESC" genoemd) en het Comité van de Regio's over belangrijke beleidsinitiatieven in, en neemt deel aan debatten die eventueel binnen beide comités over deze initiatieven worden georganiseerd. In 2009 heeft het EESC verslagen gepubliceerd over het Mededingingsverslag 2007 en over het witboek over schadevergoedingsacties. De diensten van DG Concurrentie hebben ook deelgenomen aan werkgroepbijeenkomsten en bilaterale ontmoetingen gehad met rapporteurs van het EESC over een aantal andere onderwerpen, waaronder de aanpassing van het mkb aan veranderingen op de wereldmarkt, scheepsbouw en staatssteun.[pic][pic][pic]

[1] Ontwerp-verslag over het verslag over het mededingingsbeleid 2008 (2009/2173(INI)) - rapporteur: mevr. Sophia in 't Veld (ALDE Groep -NL) .

[2] SEC(2010) 666.

[3] http://ec.europa.eu/competition/index_nl.html.

[4] Mededeling van de Commissie — De toepassing van de staatssteunregels op maatregelen in het kader van de huidige wereldwijde financiële crisis genomen met betrekking tot financiële instellingen, PB C 270 van 25.10.2008, blz. 8.

[5] Mededeling van de Commissie — De herkapitalisatie van financiële instellingen in de huidige financiële crisis: beperking van steun tot het noodzakelijke minimum en bescherming tegen buitensporige mededingingverstoringen, PB C 10 van 15.1.2009, blz. 2.

[6] Cyprus, Denemarken, Finland, Ierland, Italië, Letland, Nederland, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje en Zweden.

[7] Denemarken, Finland, Frankrijk, Italië, Polen, Portugal en Zweden.

[8] Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Griekenland, Oostenrijk, Polen, Hongarije en Slovakije.

[9] ING, KBC, Parex Banka, Anglo Irish Bank, Bank of Ireland, Allied Irish BankFortis, Dexia, NordLB, IKB, Kaupthing Bank Finland, Ethias, SdB, Banco Privado Português, Hypo Real Estate, WestLB, Fionia, HSH Nordbank, Hypo Tirol, LBBW, Kaupthing Bank Luxembourg, Caisse d'Épargne/Banque Populaire, Latvijas Hipotēku un zemes banka, Northern Rock, Commerzbank, Lloyds Banking Group, BAWAG, Hypo Group Alpe Adria en RBS.

[10] IP/09/711.

[11] Mededeling van de Commissie betreffende de behandeling van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa in de communautaire banksector, PB C 72 van 26.3.2009, blz. 1.

[12] IP/09/743.

[13] Mededeling van de Commissie betreffende het herstel van de levensvatbaarheid en de beoordeling van de herstructureringsmaatregelen in de financiële sector in de huidige crisis met inachtneming van de staatssteunregels, PB C 195 van 19.8.2009, blz. 9.

[14] IP/09/1729.

[15] Zaak COMP/M.5508 - Soffin/Hypo Real Estate.

[16] PB C 83 van 7.4.2009, blz. 1. De Commissie past dit tijdelijke steunkader toe sinds 17 december 2009, datum waarop zij het in beginsel eens werd over de inhoud ervan.

[17] Mededeling van de Commissie tot wijziging van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis, goedgekeurd op 25 februari 2009.

[18] Mededeling van de Commissie "Wijziging van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis", PB C 261 van 31.10.2009, blz. 2.

[19] Mededeling van de Commissie "Wijziging van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis", PB C 303 van 15.12.2009, blz. 6.

[20] Tijdelijke maatregelen in de landbouwsector niet meegerekend.

[21] Steunmaatregel N 11/2009 (Frankrijk), steunmaatregel N 72/2009 (Verenigd Koninkrijk), steunmaatregel N 140/2009 (Spanje), steunmaatregel N 426/2009 (Duitsland), en steunmaatregel N 542/2009 (Italië).

[22] Zie bijv. voor garantieregelingen steunmaatregel N 23/2009 (Frankrijk), steunmaatregel N 71/2009 (Verenigd Koninkrijk), steunmaatregel N 27/2009 (Duitsland), steunmaatregel N 117/2009 (België (Vlaanderen)) en steunmaatregel N 286/2009 (Roemenië), en voor regelingen met leningen met rentesubsidie steunmaatregel N 38/2009 (Duitsland), steunmaatregel N 15/2009 (Frankrijk) en steunmaatregel N 257/2009 (Verenigd Koninkrijk).

[23] Zie http://www.bundesregierung.de/nn_774/Content/DE/Artikel/2009/11/2009-11-26-opel.html.

[24] Zie http://www.gouvernement.fr/gouvernement/automobile-le-plan-d-aide-en-chiffres.

[25] In de zaak van steunmaatregel N 80/2009 vroeg Volvo Cars, een dochteronderneming van Ford, bij de EIB een lening aan van 200 miljoen EUR voor een O&O-project van 2 miljard EUR ten behoeve van groene technologie. De EIB wilde deze lening alleen toestaan nadat zij daarvoor een staatsgarantie had gekregen. Op 5 juni 2009 heeft de Commissie toestemming geven voor de aangemelde garantie, waarvan 90% in het kader van het tijdelijke steunkader en 10% als zijnde geen steun, omdat de verlangde premie marktconform was.

[26] Zie punt 6 van de mededeling van de Commissie "Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis", PB C 16 van 22.1.2009, blz. 1.

[27] De door de Commissie goedgekeurde maatregelen die de lidstaten in 2008 hebben uitgewerkt om de financiële markten te stabiliseren, bedroegen maximaal 3 361 miljard EUR. Volgens de jaarlijkse verslagen die lidstaten indienen, hebben zij voor een nominaal bedrag van 958 miljard EUR maatregelen ten uitvoer gelegd. Volgens eerste ramingen bedroeg het steunbestanddeel van de in 2008 opgezette steunmaatregelen (gehanteerd als maatstaf voor de voordelen die de Staat aan de begunstigde financiële instellingen heeft doorgegeven) 212,2 miljard EUR.

[28] Actieplan Staatssteun - Minder en beter gerichte staatssteun: een routekaart voor de hervorming van het staatssteunbeleid (2005-2009), COM(2005) 107 definitief van 7.6.2005.

[29] Mededeling van de Commissie — Criteria voor de beoordeling van de verenigbaarheid van individueel aan te melden staatssteun ten behoeve van opleiding, PB C 188 van 11.8.2009, blz. 1.

[30] Mededeling van de Commissie — Criteria voor de beoordeling van de verenigbaarheid van individueel aan te melden staatssteun voor de indienstneming van kwetsbare en gehandicapte werknemers, PB C 188 van 11.8.2009, blz. 6.

[31] Mededeling van de Commissie betreffende de criteria voor een diepgaande beoordeling van regionale steun voor grote investeringsprojecten, PB C 223 van 16.9.2009, blz. 3.

[32] Steunmaatregel C 46/2008.

[33] http://ec.europa.eu/services_general_interest/registration/form_en.html .

[34] Mededeling over bepaalde juridische aspecten in verband met cinematografische en andere audiovisuele werken, PB C 43 van 16.2.2002, blz. 6.

[35] Mededeling van de Commissie betreffende de beoordelingscriteria voor staatssteun van de mededeling van de Commissie over bepaalde juridische aspecten in verband met cinematografische en andere audiovisuele werken (mededeling inzake de filmsector) van 26 september 2001, PB C 31 van 7.2.2009, blz. 1.

[36] Mededeling van de Commissie betreffende de verlenging van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden, PB C 156 van 9.7.2009, blz. 3.

[37] Mededeling van de Commissie van 2 juli 2007 betreffende de toepassing van de regels inzake staatssteun op de publieke omroep, PB C 257 van 27.10.2009.

[38] Communautaire richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken, PB C 235 van 30.9.2009, blz. 7.

[39] Gedragscode voor een goed verloop van de staatssteunprocedures, PB C 136 van 16.6.2009, blz. 13.

[40] Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde soorten staatssteun, PB C 136 van 16.6.2009, blz. 3-12.

[41] Dit komt omdat de Commissie niet altijd het terug te vorderen steunbedrag kan berekenen (in dergelijke gevallen bevatten de beschikkingen van de Commissie gegevens aan de hand waarvan de lidstaat het steunbedrag kan vaststellen).

[42] PB C 85 van 9.4.2009, blz. 1.

[43] Arrest van 25.11.2009, zaak T-376/07, Duitsland/Commissie .

[44] PB C 323 van 30.12.2006, blz. 1.

[45] PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3.

[46] PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1.

[47] PB C 194 van 18.8.2006, blz. 2.

[48] 124 steunmaatregelen; in 2010 komt meer informatie beschikbaar op basis van de jaarlijkse verslagen van de lidstaten voor 2009.

[49] PB C 54 van 4.3.2006.

[50] Deze besluiten zijn te vinden onder: http://ec.europa.eu/competition/state_aid/regional_aid/regional_aid.html.

[51] In de energiesector: steunmaatregel N 538/2008 - Ersol Thin Film; steunmaatregel N 453/2008 - Sunfilm AG; steunmaatregel N 539/2008 - ASI Industries/Ersol Solar Energy, en steunmaatregel N 180/2009 - EnPlus Centrale Termoelettrica di San Severo. In de automobielsector: steunmaatregel N 473/2008 - Ford España; steunmaatregel N 671/2008 - Steun aan Mercedes Benz Manufacturing Hungary; steunmaatregel N 635/2008 - Fiat Sicilië, en steunmaatregel N 674/2008 - Volkswagen Slovakije. In de papierindustrie: steunmaatregel N 203/2008 - Hamburger Spremberg GmbH.

[52] Steunmaatregel N 113/2009 - Steun aan Audi Hungaria Motor Ltd, en steunmaatregel N 588/2008 - Petróleos de Portugal – Petrogal SA.

[53] Steunmaatregel N 357/2008 - Fri-El Acerra srl.

[54] Steunmaatregel C 21/2008 - Sovello AG (voorheen EverQ GmbH), en steunmaatregel N 46/2008 - Steun aan Dell Polen.

[55] Steunmaatregel N 563/2008 - Staatliche Beihilfe für den Steinkohlenbergbau 2008 (PB C 199 van 25.8.2009, blz. 1).

[56] Steunmaatregel N 347/2009 - Slovakije - Baňa Dolina as.

[57] Steunmaatregel NN 20/2009 (ex N 647/2008) - Ayudas a la industria del carbón en el período 2008-2010 (PB C 234 van 29.9.2009, blz. 5).

[58] PB L 205 van 2.8.2002, blz. 1.

[59] Zie http://ec.europa.eu/energy/coal/consultations/2009_07_15_en.htm.

[60] Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013, PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

[61] Verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van 21 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector, PB L 337 van 21.12.2007, blz. 35.

[62] COM(2009) 206 definitief, met een bijbehorend werkdocument van de diensten van de Commissie, SEC(2009) 574 definitief.

[63] COM(2008) 165 definitief, zie: http://ec.europa.eu/competition/antitrust/actionsdamages/index.html.

[64] Zaak COMP/39406 - Olieslangen voor maritieme toepassingen; zaak COMP/39401 - E.On/GdF; zaak COMP/39396 - Calciumcarbide; zaak COMP/37956 - Betonstaal (nieuwe goedkeuring); zaak COMP/39129 - Vermogenstransformatoren, en COMP/38589 - Hittestabilisatoren.

[65] Hierin zijn ook entiteiten meegerekend die geen geldboete opgelegd krijgen (zoals clementieverzoekers). Indien de beschikking meer dan één rechtspersoon van dezelfde groep betrof, zijn deze als één enkele rechtspersoon beschouwd.

[66] Zie Report on Competition Policy 2007, blz. 43.

[67] Zie IP/09/1432.

[68] Zaak T-77/03, Feralpi Siderugica SpA / Commissie, Jurispr. 2007, blz. II-139 (summiere publicatie).

[69] De Commissie heeft in de nieuwe beschikking die zij in deze zaak heeft gegeven, een geldboete van 83 250 miljoen EUR opgelegd, waardoor de geldboete voor een van de ondernemingen werd verlaagd van 16 140 miljoen EUR tot 14 350 miljoen EUR, als gevolg van een verandering in de relatieve omvang van deze onderneming. Zie IP/09/1389.

[70] Zaak COMP/39416 - Scheepsclassificatie .

[71] Verordening (EG) nr. 358/2003 van de Commissie van 27 februari 2003 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de verzekeringssector, PB L 53 van 28.2.2003, blz. 8.

[72] Mededeling van de Commissie - Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 81 op horizontale samenwerkingsovereenkomsten, PB C 3 van 6.1.2001, blz. 2.

[73] Verordening (EG) nr. 2658/2000 van de Commissie van 29 november 2000 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen specialisatieovereenkomsten, PB L 304 van 5.12.2000, blz. 3.

[74] Verordening (EG) nr. 2659/2000 van de Commissie van 29 november 2000 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten, PB L 304 van 5.12.2000, blz. 7.

[75] PB L 256 van 29.9.2009, blz. 31.

[76] PB C 45 van 24.2.2009, blz. 7.

[77] Zie persbericht IP/09/200 van 2.2.2009.

[78] Zie persbericht IP/09/1182 van 23.7.2009. Deze zaak kon met succes worden opgelost; in 2007 liep er een vergelijkbare procedure tegen de Tsjechische Republiek waar vergelijkbare, problematische wetgeving eveneens werd ingetrokken.

[79] Zaak COMP/39562 - Slovaakse Postwet (PB C 322 van 17.12.2008, blz. 10). Zie ook persbericht IP/08/1467 van 7.10.2008.

[80] PB C 243 van 10.10.2009, blz. 5.

[81] Mededeling van de Commissie aan de Raad - Verslag over de werking van Verordening nr. 139/2004, en het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie, COM(2009) 281 definitief van 18 juni 2009.

[82] Zie, voor meer details, het themahoofdstuk van dit verslag.

[83] ISIN's zij de internationale identificatiecodes voor effecten en vallen onder norm 6166 van de Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO). Deze codes zijn onmisbaar voor een aantal activiteiten die financiële instellingen uitvoeren (bijv. verslaglegging aan de autoriteiten of de clearing en afwikkeling) en kunnen niet worden gesubstitueerd door andere identificatiecodes voor effecten. Zie ook MEMO/09/508.

[84] RIC's zijn korte, alfanumerieke codes om de effecten en de locaties waar deze worden verhandeld, te identificeren. Zij worden gebruikt om informatie te halen uit de real-time datafeeds van Thomson Reuters, bijv. real-time informatie over aandelenkoersen op een bepaalde beurs. Zie ook IP/09/1692 van 10.11.2009.

[85] Volgens de nieuwe methode zal de gewogen gemiddelde multilaterale interbancaire vergoeding per transactie nu worden verlaagd tot 0,30% voor consumentencreditkaarten en 0,20% voor consumentendebetkaarten.

[86] Zie IP/09/515 en MEMO/09/143.

[87] Verordening (EG) nr. 358/2003 van de Commissie van 27 februari 2003 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de verzekeringssector, PB L 53 van 28.2.2003, blz. 8.

[88] Joint statement by the European Commission and the European Central Bank clarifying certain principles underlying a future SEPA direct debit (SDD) business model, SEC(2009) 397.

[89] PB L 266 van 9.10.2009, blz. 11.

[90] Applicability of Article 81 of the EC Treaty to multilateral interbank-payments in SEPA Direct Debit, SEC(2009) 1472 .

[91] Richtlijn (EG) 2009/28 van het Europees Parlement en van de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn (EG) 2001/77 en Richtlijn (EG) 2003/30 (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

[92] Richtlijn (EG) 2009/29 van het Europees Parlement en van de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn (EG) 2003/87 teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63).

[93] PB L 211 van 14.8.2009.

[94] Mededeling van de Commissie: Onderzoek op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1/2003 naar de Europese gas- en elektriciteitssectoren (eindverslag) (COM(2006) 851 definitief van 10.1.2007), en het verslag van DG Concurrentie over het onderzoek naar de energiesector (SEC(2006) 1724 van 10.1.2007).

[95] Zie IP/09/410 van 18.3.2009.

[96] Zaak COMP/39316.

[97] Zaak COMP/39386 - Langetermijnstroomleveringscontracten in Frankrijk .

[98] Zie MEMO/09/394.

[99] Zaak COMP/39401. Zie IP/09/1099 van 8.7.2009.

[100] Zaak COMP/39315. Zie MEMO/09/120 van 19.3.2009.

[101] Zaak COMP/39351. Zie MEMO/09/191 van 23.4.2009.

[102] Zie IP/09/1425 van 6.10.2009.

[103] Zaak COMP/M.5496 - Vattenfall/Nuon.

[104] Zaak COMP/M.5467 - RWE/Essent.

[105] Zaak COMP/M.5549 - EdF/Segebel.

[106] Zaak COMP/M.5512 - Electrabel/E.ON (bepaalde activa) en zaak COMP/M.5519 - E.ON/overgenomen activa Electrabel.

[107] Zaken COMP/39388 en COMP/39389 – E.ON (Duitse elektriciteitsmarkt).

[108] Steunmaatregel C 17/2007 (ex NN 19/07) - Gereguleerde elektriciteitstarieven in Frankrijk (PB C 96 van 25.4.2009, blz. 18).

[109] MEMO/09/394 van 15.9.2009.

[110] Steunmaatregel C 36b/2006 - Preferent stroomtarief – Alcoa (nog niet bekendgemaakt).

[111] Steunmaatregel N 143/2009 - Aid scheme to encourage electricity generation from large commercial wind, solar, photovoltaic systems and biomass (PB C 247 van 15.10.2009, blz. 2).

[112] Steunmaatregel N 359/2008 - Tillæg for elektricitet fremstillet ved afbrænding af biomasse – ændring af ordning (PB C 179 van 1.8.2009, blz. 1); steunmaatregel N 354/2008 - Ændring af ordningen "støtte til miljøvenlig elproduktion" (N 602/2004) (PB C 143 van 24.6.2009, blz. 6), en steunmaatregel N 356/2008 - Ændring af ordningen "støtte til miljøvenlig elproduktion", pristillæg til elektricitet fremstillet på grundlag af biogas (PB C 151 van 3.7.2009, p. 16).

[113] Steunmaatregel N 446/2008 - Tweede aanpassing van de Österreichisches Ökostromgesetz 2008 (PB C 217 van 11.9.2009, blz. 12).

[114] Steunmaatregel C 24/2009 (ex N446/2008) - De Oostenrijkse Wet op groene elektriciteit — mogelijke steun aan grote elektriciteitsafnemers (PB C 217 van 11.9.2009, blz. 12).

[115] Steunmaatregel C 41/2006 – Aanpassing van de CO 2 -heffing op het met quota gereguleerde brandstofverbruik in de industrie (publieke versie nog niet beschikbaar).

[116] Steunmaatregel N 327/2008 - Lempelse af NOX-afgift for virksomheder med særlig store udledninger og virksomheder, der reducerer udledningen .

[117] Steunmaatregel C 5/2009 (ex N 210/2008) – Vrijstelling van milieubelasting voor keramiekproducenten.

[118] Steunmaatregel N 629/2008 - Carbon Reduction Committment (CRC) .

[119] Steunmaatregel N 57/2008 - Pomoc operacyjna w zakresie biopaliw (PB C 247 van 15.10.2009, blz. 1).

[120] Steunmaatregel N 372/2007 - Pagalba biokuro gamybos plėtojimui (PB C 106 van 8.5.2009, blz. 14).

[121] Steunmaatregel N 607/2008 - Tax reductions for biofuels (Bulgarije) .

[122] Steunmaatregel N 461/2008 - Beihilfe für Kraft-Wärme-Kopplungsanlagen im Rahmen des österreichischen KWK-Gesetzes (PB C 109 van 13.5.2009, blz. 1).

[123] Steunmaatregel N 485/2008 - Beihilfen für Fernwärme- und Fernkälteinfrastruktur sowie für Kühlanlagen (AT) (PB C 191 van 14.8.2009, blz. 1).

[124] Steunmaatregel N 54/2009 - Modernizacja sieci dystrybucji ciepła (PB C 204 van 29.8.2009, blz. 2).

[125] Steunmaatregel N 55/2009 - Pomoc na budowę i modernizację sieci elektroenergetycznych umożliwiających przyłączenie i przesył energii ze źródeł odnawialnych w Polsce (PB C 206 van 1.9.2009, blz. 3).

[126] Steunmaatregel N 56/2009 - Pomoc na modernizację i wymianę sieci dystrybucji energii elektrycznej w Polsce (PB C 206 van 1.9.2008, blz. 4).

[127] Steunmaatregel N 74/2009 - CCS Demonstration Competition – FEED (PB C 203 van 28.8.2009, blz. 2).

[128] Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis (PB C 83 van 7.4.2009, blz. 1).

[129] Steunmaatregel N 11/2009 - Régime temporaire de prêts bonifiés pour les entreprises fabriquant des produits verts (PB C 106 van 8.5.2009, blz. 22).

[130] Steunmaatregel N 426/2009 - Bundesrahmenregelung zur Herstellung "grüner Produkte" (PB C 225 van 18.9.2009, blz. 2).

[131] Steunmaatregel N 140/2009 - Plan de competitividad del sector del automóvil - Realización de inversiones dirigidas a la fabricación de productos más respetuosos del medio ambiente (PB C 146 van 26.6.2009, blz. 2).

[132] Steunmaatregel N 542/2009 - Aid for the production of green products .

[133] Steunmaatregel N 72/2009 - Temporary Aid for the production of green products (PB C 145 van 25.6.2009, blz. 7).

[134] Richtlijn (EG) 2002/21 van het Europees Parlement en van de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33); Richtlijn (EG) 2002/19 van het Europees Parlement en van de Raad van 7 maart 2002 inzake toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7); Richtlijn (EG) 2002/20 van het Europees Parlement en van de Raad van 7 maart 2002 inzake de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 21); Richtlijn (EG) 2002/22 van het Europees Parlement en van de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten (Universele dienstrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 51); Richtlijn (EG) 2002/58 van het Europees Parlement en van de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (Richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37). Deze richtlijnen werden onlangs gewijzigd door Richtlijnen (EG) 2009/140 en (EG) 2009/136 (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 37 en 11).

[135] Zaak AT/2009/970 betreffende de Oostenrijkse wholesalemarkt voor breedbandtoegang.

[136] Afgiftetarieven zijn wholesaletarieven die de exploitant van een partij die een oproep doet, berekent aan de exploitant van de partij die de oproep ontvangt. De tarieven hebben een aanzienlijke impact op de telefoonrekeningen van de consument en zijn derhalve onderhevig aan prijsregulering door de nationale regulerende autoriteiten. Aanbeveling (EG) 2009/396 van de Commissie van 7 mei 2009 inzake de regelgeving voor afgiftetarieven van vaste en mobiele telefonie in de EU (PB L 124 van 20.5.2009).

[137] Waarvan 1,5 miljard EUR staatssteun vormde in de zin van artikel 107 VWEU.

[138] Besluit van de Commissie van 30 september 2009 betreffende steunmaatregel N 331/2008 - Réseau à très haut débit en Hauts-de-Seine (nog niet bekendgemaakt).

[139] MEMO/09/203 van 27.4.2009.

[140] Zaak COMP/37.792 - Microsoft (PB L 32 van 6.2.2007, blz. 23).

[141] Zaak COMP/37990 - Intel (PB C 227 van 22.9.2009, blz. 13).

[142] Arrest T-286/09, Intel/Commissie (PB C 220 van 12.9.2009, blz. 41).

[143] Het besluit is gepubliceerd op de website van directoraat-generaal Concurrentie onder de rubriek Antitrust>Zaken .

[144] Een niet-vertrouwelijke versie van het besluit en de toezeggingen is beschikbaar op de website van de Commissie onder: http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/cases.

[145] Het besluit en de toezeggingen zijn gepubliceerd op de website van directoraat-generaal Concurrentie onder de rubriek Antitrust>Zaken .

[146] Alle documenten zijn beschikbaar op: http://ec.europa.eu/competition/sectors/media/online_commerce.html.

[147] De Commissie had Italië in deze zaak op 18.7.2007 een met redenen omkleed advies gezonden.

[148] Steunmaatregel C-25/2004 - DVB-T Berlin Brandenburg . Duitsland ging in december tegen dit arrest in beroep. Het beroep had o.a. betrekking op de kwestie van de technologieneutraliteit.

[149] Arresten in zaken T-8/06, T-21/06, T-24/06.

[150] Mededeling van 2 juli 2009 betreffende de toepassing van de regels inzake staatssteun op de publieke omroep, PB C 257 van 27.10.2009.

[151] Steunmaatregel E 4/2008.

[152] Mededeling van de Commissie van 8 juli 2009 over de Samenvatting van het verslag over het sectorale onderzoek naar de farmaceutische sector, persbericht IP/09/1098.

[153] Zie arrest in zaak C-501/06, GlaxoSmithKline/Commissie (2009), beschikbaar op: http://eur-lex.europa.eu. In maart 1998 meldde GSK bij de Commissie haar prijsbeleid voor 82 geneesmiddelen in Spanje aan zoals dat gold voor Spaanse groothandelaren. Volgens het aangemelde beleid vroeg GSK een verschillende prijs aan groothandelaren afhankelijk van de uiteindelijke bestemming van het product: was het product voor consumptie in Spanje bedoeld, dan werd een lagere prijs toegepast; werd het geëxporteerd, dan gold een hogere prijs. Een aantal groothandelaren en verenigingen van groothandelaars dienden tegen dit beleid een klacht in bij de Commissie, die in mei 2001 een beschikking gaf waarin werd verklaard dat GSK artikel 81, lid 1, VEG had geschonden.

[154] Zie zaak COMP/M.5476 - Pfizer / Wyeth .

[155] Steunmaatregel NN 54/2009 - Financiering van openbare ziekenhuizen van het IRIS-netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest . De publieke versie van dit besluit is nog niet beschikbaar. Zij komt beschikbaar zodra alle vertrouwelijke informatie is geschrapt.

[156] Steunmaatregel N 582/08 - Health Insurance intergenerational solidarity relief (Ierland). Besluit C(2009)3572 definitief (PB C 186 van 8.8.2009).

[157] Zaak COMP/39510 – LabCo/ONP .

[158] Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad, PB L 315 van 3.12.2007.

[159] Steunmaatregel C 42/2007 (PB L 327 van 12.12.2009).

[160] Steunmaatregel N 395/2008 (PB C 125 van 5.6.2009).

[161] Steunmaatregel N 457/2009.

[162] Steunmaatregel N 517/2009.

[163] Steunmaatregelen N 151/2009, N 152/2009 (PB C 164 van 16.7.2009).

[164] Steunmaatregel N 462/2009.

[165] Zaak COMP/M.5480.

[166] Zaak COMP/M.5557 - SNCF / CDPQ / Keolis / Effia .

[167] Steunmaatregel N 175/2009 (PB C 246 van 14.10.2009).

[168] Steunmaatregelen N 409/2008, N 410/2008 en N 411/2008 (PB C 106 van 8.5.2009).

[169] Steunmaatregel N 324/2009 (PB C 299 van 9.12.2009).

[170] Steunmaatregel N 420/2008 (PB C 183 van 5.8.2009).

[171] Mededeling van de Commissie betreffende richtsnoeren voor staatssteun voor scheepsmanagementbedrijven (PB C 132 van 11.6.2009).

[172] Steunmaatregel N 219/2009 (PB C 196 van 20.8.2009).

[173] Steunmaatregelen N 120/2009 (PB C 232 van 26.9.2009), N 67/2009 (PB C 232 van 26.9.2009) en N 300/2009 (PB C 299 van 9.12.2009).

[174] Steunmaatregel C 22/2007 (PB L 119 van 15.5.2009).

[175] Steunmaatregel C 2/2008 (PB L 228 van 1.9.2009).

[176] Steunmaatregel C 5/2007 (PB L 315 van 2.12.2009).

[177] Steunmaatregel N 457/2008 (PB C 106 van 8.5.2009).

[178] Steunmaatregel N 325/2007 (PB C 53 van 6.3.2009).

[179] Steunmaatregel C 34/2007.

[180] Steunmaatregelen N 169/2008, N 105/2008, N 168/2008 en C 21/2009.

[181] Steunmaatregel N 385/2009.

[182] Steunmaatregel N 614/2008 (PB C 122 van 30.5.2009).

[183] Steunmaatregel C 16/2008 (nog niet bekendgemaakt).

[184] Zaak COMP/M.5346 - APMM/Broström .

[185] Verordening (EG) nr. 80/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 inzake een gedragscode voor geautomatiseerde boekingssystemen en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2299/89 van de Raad (PB L 35 van 4.2.2009)

[186] Richtlijn (EG) nr. 12/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 (PB L 70 van 14.3.2009).

[187] Verordening (EG) nr. 545/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van slots op communautaire luchthavens (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 24).

[188] Zaak COMP/M.5364 - Iberia/Vueling/Clickair .

[189] Zaak COMP/M.5335 - Lufthansa/Brussels Airlines .

[190] Zaak COMP/M.5403 - Lufthansa/bmi.

[191] Zaak COMP/M.5440 - Lufthansa/Austrian Airlines .

[192] Zie persbericht MEMO/09/168 van 20.4.2009.

[193] Zie persbericht MEMO/09/430 van 2.10.2009.

[194] Steunmaatregel NN 72/2008 (nog niet bekendgemaakt).

[195] Steunmaatregel C 6/2009.

[196] Steunmaatregel N 83/2009 (nog niet bekendgemaakt).

[197] Steunmaatregel N 487/2009.

[198] Steunmaatregel E 4/2007 (PB C 83 van 7.4.2009).

[199] Steunmaatregel C 36/2007 - Klacht tegen de Duitse Staat wegens onrechtmatige staatssteun (PB C 245 van 19.10.2007, blz. 21).

[200] Steunmaatregel C 20/09 (ex N 763/02) - La Poste (PB C 176 van 29.7.2009, blz. 17).

[201] Steunmaatregel C 7/07 (ex NN 82/06 en NN 83/06) - Steun ten behoeve van Royal Mail (PB L 210 van 14.8.2009, blz. 16).

[202] Steunmaatregel C 56/2007 - Onbeperkte staatsgarantie - La Poste (Frankrijk).

[203] Zaak COMP/M.5152.

[204] Global Auto Report , Scotia Bank, http://www.scotiacapital.com/English/bns_econ/bns_auto.pdf.

[205] De gegevens over nieuwe registraties (per land) zijn op de website van brancheorganisatie ACEA te vinden onder: http://www.acea.be/index.php/news/news_detail/new_vehicle_registrations_by_country/.

[206] Zie, voor meer informatie, het themahoofdstuk in dit verslag.

[207] Steunmaatregel N 98/2009 – Opleidingssteun voor Scania , PB 147 van 27.6.2009, blz. 6.

[208] Steunmaatregel C 39/2008 (ex N148/2008) – Opleidingssteun voor Ford Craiova (Roemenië) .

[209] Steunmaatregel N 80/2009 – Statlig garanti till förmån för Volvo Personvagnar AB , PB C 172 van 24.7.2009, blz. 2.

[210] Steunmaatregel N 478/2009 – Individual State Guarantee for Ford Romania SA.

[211] Steunmaatregel N 671/2008. Zie IP/09/1147 .

[212] Steunmaatregel N 473/2008. Zie IP/09/958 .

[213] Steunmaatregel N 635/2008 - FIAT Termini Imerese .

[214] Steunmaatregel C 31/2009 (ex N113/2009) - Steun voor Audi Hungaria Motor Kft.

[215] Mededeling van de Commissie van 22 juli 2009 over het toekomstige kader voor het mededingingsrecht in de motorvoertuigensector (COM(2009) 388 definitief)

[216] Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector, PB L 203 van 1.8.2002, blz. 30.

[217] http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/publication16061_en.pdf.

[218] http://ec.europa.eu/agriculture/markets/milk/report2009/index_en.htm.

[219] Beschikking 2003/709/EG van 9 oktober 2003.

[220] De ECCG-Subgroup voor concurrentie bestaat uit één vertegenwoordiger van nationale consumentenorganisaties per EU-lidstaat plus één vertegenwoordiger van de Europese Consumentenorganisatie (BEUC) en twee EER-waarnemers (IJsland en Noorwegen). De Commissie verzorgt het secretariaat voor de Subgroup.

[221] Het rapport is beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/ecn/documents.html

[222] Zaak voor het Cour d'appel in Parijs, nr. RG 2008/23812, Pierre Fabre Dermo-Cosmétique . De zaak heeft aanleiding gegeven tot een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 267 VWEU; zie zaak C-439/09.

[223] Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de republiek Korea betreffende samenwerking ter bestrijding van concurrentieverstorende activiteiten (PB L 202 van 4.8.2009, blz. 36).

[224] Kaderovereenkomst van 26 mei 2005 inzake de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie; Samenwerkingsprotocol tussen de Europese Commissie en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 7 november 2005; Protocol inzake de samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Commissie en het Comité van de Regio's van 17 november 2005.

[225] Het EFC doet het voorwerk voor de Raad Economische en financiële zaken (ECOFIN); er heeft ook een vertegenwoordiger van de Europese Centrale Bank zitting in.