52010DC0219

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad Zesde Verslag van de Commissie over de werking van het systeem voor de controle van de traditionele eigen middelen (2006-2009) (artikel 18, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000) /* COM/2010/0219 def. */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 10.5.2010

COM(2010)219 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Zesde verslag van de Commissie over de werking van het systeem voor de controle van de traditionele eigen middelen (2006-2009)(artikel 18, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Zesde verslag van de Commissie over de werking van het systeem voor de controle van de traditionele eigen middelen (2006-2009)(artikel 18, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000)

1. Inleiding |

Over de werking van het stelsel voor de controle van de traditionele eigen middelen (hierna als "TEM" afgekort) wordt op gezette tijden verslag uitgebracht aan het Europees Parlement en de Raad[1]. De rechtsgrond voor het stelsel voor de controle van de TEM wordt gevormd door Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007[2], Verordening nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000[3] en Verordening nr. 1026/1999 van de Raad van 10 mei 1999[4]. Dit verslag is het zesde verslag van dit type en beschrijft en analyseert de werking van het stelsel voor de controle van de TEM voor de periode 2006-2009; in het vorige verslag van 2007[5] werd 2006 slechts gedeeltelijk behandeld. In dit verslag worden de controleactiviteiten van de Commissie in die periode beschreven, worden de genomen maatregelen geëvalueerd en worden conclusies getrokken[6]. Ook de financiële, gerechtelijke en wetgevende follow-up die aan deze controles is gegeven, komt aan bod. In bijlage 1 bij dit verslag worden de doelstellingen van de controles en de werking van het stelsel voor de controle op het niveau van de Gemeenschap beschreven. | Traditionele eigen middelen: douanerechten, landbouwrechten die op de invoer van producten uit derde landen worden geheven, en bijdragen op suiker. In de periode 2006-2009 ging het om een bedrag van ruim 63 miljard euro dat ter beschikking werd gesteld. |

2. Controlewerkzaamheden van de Commissie in de periode 2006-2009 De controles ter plaatse van de Commissie zijn gebaseerd op een nauwkeurige methodologie, waarbij wordt nagegaan of de procedures in overeenstemming zijn met de communautaire normen. De controles worden verricht volgens een jaarlijks controleprogramma, waarin aan de hand van een risicoanalyse verschillende thema's zijn vastgelegd voor de controles die in een of meerdere lidstaten moeten worden verricht. De controles verlopen volgens procedures die voor alle controles dezelfde zijn. Er wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten die voorafgaandelijk aan de lidstaten worden toegezonden en van checklists die ter plaatse worden gebruikt om de samenhang van de controle te garanderen. Na de controle wordt een verslag opgesteld. |

2.1. Voornaamste resultaten van de controlewerkzaamheden |

In de periode 2006-2009 heeft de Commissie 129 controles verricht op grond van artikel 18 van Verordening nr. 1150/2000[7]. Elf van deze controles werden verricht volgens de benadering van de gezamenlijke controleregeling[8]. Er werden 436 onregelmatigheden ontdekt, waarvan 224 (51,4%) met financiële gevolgen en 110 (25,2%) met gevolgen voor de regelgeving. De Commissie heeft de nodige maatregelen genomen om de financiële gevolgen van de vastgestelde onregelmatigheden op te vangen. | 129 controles en 436 onregelmatigheden. Gezamenlijke controleregeling: bijzondere vorm van geassocieerde controle waarbij de interne controlediensten van een lidstaat de controle (audit) verrichten volgens een methode die door de Commissie is goedgekeurd. |

2.1.1. Controles van het beheer van de douaneprocedures |

De Commissie heeft van 2006 tot 2008 controleacties opgezet rond de thema's van het communautair douanevervoer en het douanevervoer met carnet TIR. Deze acties vonden in nagenoeg alle lidstaten plaats. Er zijn tal van onregelmatigheden vastgesteld, in het bijzonder betreffende de follow-up (ook financiële) van niet binnen de termijnen afgewikkelde transitverrichtingen. De lidstaten is verzocht passende maatregelen te treffen, en zij hebben de financiële gevolgen van de onregelmatigheden voor hun rekening genomen. Daarnaast zijn controleacties betreffende de regelingen van actieve veredeling en van het douane-entrepot voortgezet in de lidstaten waar dergelijke acties vóór 2006 niet waren ondernomen. Daarbij zijn enkele tekortkomingen aan het licht gekomen inzake het beheer van en de controle op die douaneregelingen, waarvan sommige met financiële gevolgen. De betrokken lidstaten hebben de Commissie gemeld dat zij de nodige maatregelen hebben genomen. In 2008 ondernomen controleacties betreffende de vereenvoudigde procedures om goederen in het vrije verkeer te brengen hebben hier en daar belangrijke tekortkomingen inzake het beheer van en de controle op die procedures aan het licht gebracht[9]. De Commissie heeft de betrokken lidstaten verzocht deze op korte termijn te verhelpen. Daarentegen zijn bij de in 2008 verrichte controles betreffende de invoer van bananen geen ernstige tekortkomingen geconstateerd. Het doel van deze acties was, na te gaan of de lidstaten de in 2001 vastgestelde talrijke tekortkomingen hadden verholpen en de nieuwe communautaire bepalingen correct toepasten. Er werden alleen enkele zwakke punten inzake het naleven van de regels voor het wegen van de bananen vastgesteld. In 2009 zijn in nagenoeg alle lidstaten controle-acties ondernomen betreffende de nationale controlestrategieën inzake douanecontroles. Deze acties hadden tot doel zich ervan te vergewissen of de lidstaten met het oog op de TEM een globale, effectieve en doeltreffende strategie voor douanecontroles op poten hadden gezet, alsook structuren en procedures om op basis van risicoanalyse de financiële belangen van de Unie te beschermen door middel van efficiënte douanecontroles. De Commissie heeft verschillende lidstaten verzocht de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen, zowel van de controles bij inklaring als van de controles achteraf, en het nodige te doen om de douanecontroles doeltreffender te maken. Deze controle-acties worden in 2010 voortgezet in vijf lidstaten[10]. In 2007 en 2008 heeft de Commissie in vijf lidstaten onderzocht hoe deze in de praktijk gevolg hadden gegeven aan sommige opmerkingen die de Commissie en de Europese Rekenkamer naar aanleiding van vorige controles hadden gemaakt. De Commissie heeft hierover niets op te merken. | Communautair douanevervoer en douanevervoer met TIR carnet: procedure die het verkeer van goederen met vrijstelling van rechten en heffingen mogelijk maakt tussen twee plaatsen op het grondgebied van de Gemeenschap of tussen verschillende landen die partij zijn bij de TIR-Overeenkomst (Transports Internationaux Routiers). Actieve veredeling: douaneregeling die het mogelijk maakt producten uit derde landen in te voeren met vrijstelling van invoerrechten, om deze daarna na be- of verwerking weer uit te voeren. Douane-entrepot: douaneregeling die het mogelijk maakt goederen uit derde landen op te slaan met vrijstelling van invoerrechten. Vereenvoudigde procedures: procedures om goederen aan te geven zonder dat men beschikt over alle vereiste verklaringen of documenten en/of zonder dat de goederen bij het douanekantoor moeten worden aangeboden. Achteraf is een regularisatie noodzakelijk. |

2.1.2. Controles van het beheer van de boekhoudprocedures |

Het beheer van de afzonderlijke boekhouding is een steeds terugkerend thema van de controleactie van de Commissie in alle lidstaten[11]. Deze boekhouding is immers een rijke bron van informatie over de wijze waarop de administraties hun verantwoordelijkheid op het gebied van het beheer van de traditionele eigen middelen invullen (vaststelling van rechten, beheer van zekerheden, follow-up van de inning, kwijtscheldingen, oninbaarlijdingen van oninbare schuldvorderingen). De in de periode 2006-2009 omtrent dit thema verrichte controles hebben bevestigd dat er, voor het merendeel niet-systematische, fouten blijven voorkomen ondanks de richtsnoeren die de Commissie in december 2007 heeft gegeven[12]. In sommige lidstaten blijven zich echter stelselmatig fouten voordoen, die aanleiding hebben gegeven tot het instellen van inbreukprocedures. De lidstaten hebben de financiële gevolgen van de geconstateerde tekortkomingen gedragen. Over het algemeen wordt de situatie echter langzaam beter als gevolg van de druk die uitgaat van de controles van de Commissie, maar ook doordat in de meeste lidstaten douane- en/of boekhoudinformatiesystemen zijn ingevoerd die het risico op fouten verkleinen. De acties rond dit thema zullen in de toekomst worden voortgezet. Voorts zijn in de meeste lidstaten, ook in die welke in 2007 tot de Unie zijn toegetreden, minder specifieke controleacties uitgevoerd om de systemen voor de inning van de traditionele eigen middelen te beoordelen. Op basis van de bevindingen daarvan kan in het algemeen worden gesteld dat de ingevoerde inningssystemen adequaat waren, niettegenstaande dat er ook enkele structurele en specifieke fouten zijn ontdekt. Daarnaast zijn verschillende specifieke controleacties uitgevoerd met betrekking tot de behandeling van oninbare vorderingen door de lidstaten. Er zijn daarbij belangrijke tekortkomingen geconstateerd (bedragen die onterecht zijn kwijtgescholden, niet aan de Commissie meegedeelde bedragen, enz.). Sommige hebben financiële gevolgen gehad. | De traditionele eigen middelen worden door de lidstaten opgenomen in: - de gewone boekhouding voor de geïnde of gewaarborgde bedragen (deze bedragen worden aan de begroting van de Unie betaald); of - de afzonderlijke boekhouding voor de niet-geïnde bedragen en de gewaarborgde bedragen waarover betwisting bestaat. Systeem voor de inning van TEM: alle systemen en procedures die de lidstaten hebben ingevoerd om de vaststelling, de boeking, de inning en de beschikbaarstelling van de traditionele eigen middelen te garanderen. Een oninbare vordering wordt uit de afzonderlijke boekhouding gehaald. Het betrokken bedrag moet ter beschikking van de Commissie worden gesteld, tenzij de oninbaarheid met overmacht te maken heeft of niet aan de lidstaat kan worden toegerekend. |

2.2. Follow-up van de controleacties van de Commissie 2.2.1 Follow-up op wetgevend gebied Wanneer bij de controles tekortkomingen in de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften worden vastgesteld, wordt de lidstaten verzocht de nodige maatregelen te nemen, in voorkomend geval ook op het gebied van wet- en regelgeving, om aan de communautaire eisen te voldoen. Deze aanpassingen zijn een onmiddellijk en significant gevolg van de controleacties van de Commissie. De vastgestelde onregelmatigheden leveren bovendien essentiële informatie op over de problemen die de lidstaten ondervinden bij de toepassing van de douanevoorschriften en de gevolgen daarvan voor de eigen middelen. |

2.2.2 Follow-up op gerechtelijk vlak |

Soms lopen de standpunten van de lidstaten en de Commissie over bepaalde punten van de wet- en regelgeving uiteen. De Commissie heeft dan geen andere keuze dan een inbreukprocedure in te leiden (artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Op 31.12.2009 waren in de verschillende fasen van de procedure (ingebrekestelling, met redenen omkleed advies, beroep bij het Hof van Justitie) tien dossiers geopend tegen zes lidstaten. |

In de periode 2006-2009 velde het Hof van Justitie verschillende belangrijke arresten in inbreukprocedures die door de Commissie waren ingeleid. In sommige gevallen dienden de lidstaten de financiële gevolgen voor hun rekening te nemen. De berekening of de afwikkeling van deze financiële gevallen is in een aantal dossiers nog steeds niet afgesloten. |

In een arrest van 23 februari 2006[13] bevestigde het Hof van Justitie ook het standpunt van de Commissie in verband met de termijnen waarbinnen de rechten moeten worden geboekt wanneer de lidstaten controles achteraf verrichten. Voorts staat de boeking volgens het Hof in geen geval de uitoefening van het recht van verweer door de debiteur in de weg. Op 5 oktober 2006 bevestigde het Hof het standpunt van de Commissie door te verklaren dat bepaalde lidstaten ten onrechte weigerden bepaalde categorieën bedragen aan de Gemeenschapsbegroting te betalen, met name de TEM-bedragen die gedeeltelijk zijn geïnd via gespreide betalingen[14] en de gewaarborgde en niet-betwiste bedragen in het kader van douanevervoer dat niet beëindigd is en als communautair douanevervoer[15] of onder dekking van carnets TIR[16] is verricht. Het Hof heeft dezelfde dag een beroep tegen Nederland verworpen om een met de bewijslast verband houdende reden, maar terzelfder tijd erkend dat de lidstaten een overtreding of onregelmatigheid moeten meedelen zodra zij daarvan kennis hebben genomen, en in voorkomend geval dus voor het verstrijken van de regularisatietermijnen[17]. Het Hof heeft bovendien erkend dat de lidstaten verplicht zijn de bewijsstukken betreffende de vaststellingen zolang te bewaren dat deze laatste kunnen worden gecontroleerd en gerectificeerd[18]. | Boeking: opneming van het bedrag van de rechten in de boekhouding van de douanediensten. Controles achteraf: douanecontroles die plaatsvinden na de inklaring van de goederen. Niet-beëindiging van douanevervoer: vervoer waarvoor de aankomst van de goederen op hun bestemming niet is bewezen. In dat geval moeten de rechten en heffingen worden geboekt en geïnd. |

Het Hof heeft op 18 oktober 2007 eraan herinnerd, dat het niet voldoen aan een door het gemeenschapsrecht opgelegde verplichting op zich reeds een niet-nakoming vormt, en dat de omstandigheid dat deze niet-naleving geen nadelige financiële gevolgen voor de Unie heeft gehad, niet van belang is[19]. Op 22 januari 2009 bevestigde het Hof het standpunt van de Commissie inzake de toepassing van de regels voor de vaststelling en de terbeschikkingstelling van de TEM ten aanzien van onregelmatigheden vastgesteld bij verrichtingen in het kader van de regeling tijdelijke invoer onder geleide van carnets ATA[20]. Het Hof bevestigde eveneens dat verrichtingen van deze aard dienen te worden beschouwd als gewaarborgd in de zin van de TEM-regelgeving. Op 19 maart 2009 sloot het Hof zich aan bij het standpunt van de Commissie inzake de termijnen voor het boeken van douaneschulden die het gevolg zijn van de niet-zuivering van douanevervoer. Het Hof oordeelde in tegenstelling tot de Commissie evenwel dat, wanneer de goederen daadwerkelijk tijdig bij het kantoor van bestemming zijn aangebracht en alleen de zuivering laattijdig heeft plaatsgevonden, er geen schuld ontstaat en er bijgevolg geen vertragingsrente kan worden toegepast[21]. Tot slot heeft het Hof op 15 december 2009 bekrachtigd dat de lidstaten niet mochten weigeren om de rechten op de invoer van militaire uitrusting en goederen voor tweeërlei gebruik als TEM ter beschikking van de begroting te stellen[22]. De inbreuken betreffen de periode vóór 1 januari 2003; bij Verordening nr. 150/2003 van 21 januari 2003[23] is namelijk bepaald dat de desbetreffende rechten vanaf die datum onder bepaalde voorwaarden worden geschorst. Het Hof heeft daarmee het argument van de betrokken lidstaten, dat steunde op artikel 296 van het EG-Verdrag[24] (mogelijkheid om te weigeren inlichtingen te verstrekken waarvan de verbreiding strijdig zou zijn met de wezenlijke belangen van de veiligheid van de lidstaten), verworpen. De financiële gevolgen moeten nog worden berekend aangezien de betrokken lidstaten tot dusver hebben geweigerd om de daartoe vereiste boekhoudkundige gegevens te verstrekken. | ATA carnets: document dat de tijdelijke invoer en het douanevervoer van goederen uit derde landen met vrijstelling van rechten en heffingen mogelijk maakt tussen verschillende landen die partij zijn bij de ATA-Overeenkomst (Convention pour l'admission temporaire des marchandises). |

2.2.3 Financiële follow-up |

In de periode 2006-2009 beliepen de aanvullende nettobedragen die aan de Commissie werden betaald ingevolge de opmerkingen in haar controleverslagen, ingevolge de controles van de Rekenkamer of andere controles van de Commissie, ruim 130 miljoen euro[25]. Daarnaast is rente aangerekend voor laattijdige terbeschikkingstelling van TEM. De totale, door de lidstaten overgemaakte rente bedraagt bijna 107 miljoen euro[26]. |

2.3. Actie van de Commissie om de inning van de traditionele eigen middelen te versterken |

Naast de controles die ter plaatse in de lidstaten worden verricht, beschikt de Commissie ook over andere middelen om toezicht te houden op de inning van de traditionele eigen middelen. Door een adequaat gebruik van deze middelen kan de inning doeltreffender worden gemaakt. |

2.3.1 Onderzoek van afgeboekte oninbare schuldvorderingen |

De lidstaten zijn verplicht alle nodige maatregelen te treffen om de traditionele eigen middelen ter beschikking te stellen, behoudens wanneer de inning onmogelijk is door overmacht of om redenen onafhankelijk van hun wil (artikel 17, lid 2, van Verordening nr. 1150/2000). Overeenkomstig de regelgeving kan uitsluitend de Commissie besluiten tot vrijstelling van de terbeschikkingstelling van oninbare bedragen van meer dan 50 000 euro. Voor kleinere bedragen beslissen de lidstaten zelf (onverminderd de controles ter plaatse die de Commissie kan verrichten) mits aan de vrijstellingsvoorwaarden is voldaan. Het onderzoeken van aan haar gerichte vrijstellingsverzoeken was voor de Commissie een bijzonder belangrijke en in omvang toenemende taak. In Verordening nr. 2028/2004 van 16 november 2004 is het begrip "definitief oninbare bedragen" immers duidelijker omschreven en zijn specifieke voorwaarden vastgesteld om bedragen als zodanig te kwalificeren. Dankzij deze nieuwe voorwaarden konden de lidstaten hun afzonderlijke boekhoudingen "aanzuiveren" door talrijke als oninbaar aangemerkte bedragen af te boeken. Daarvoor was voorzien in een overgangsperiode, die op 30 september 2009 afliep. De Commissie zag zich daardoor geconfronteerd met een zeer forse toename van het aantal verzoeken, in het bijzonder in 2008 en 2009, die zij met succes heeft verwerkt. Voor de periode 2006-2009 zijn 1017 dossiers bij haar ingediend (waarvan 589 alleen al in 2008), voor een brutobedrag van bijna 394 miljoen euro[27]. In het kader van de in die periode behandelde verzoeken (oude dossiers en in de periode ingediende verzoeken) zijn 497 vrijstellingen verleend door de Commissie, voor een bedrag van bijna 152 miljoen euro. Daarentegen werden 168 verzoeken verworpen, voor een bedrag van ruim 62 miljoen euro (bruto) waarvan de terbeschikkingstelling werd gevraagd. Voor ongeveer 50% van de onderzochte dossiers diende de Commissie de lidstaten om aanvullende inlichtingen te vragen. Op 31 december 2009 waren 165 dossiers, voor circa 57 miljoen euro, in behandeling. Op 1 januari 2010 is een nieuwe gegevensbank, WOMIS genaamd (Write-Off Management and Information System), operationeel geworden. Het betreft hier een meertalig instrument waarmee verzoeken om vrijstelling kunnen worden ingediend via een webapplicatie voor gegevensbeheer en communicatie waartoe alleen gemachtigde gebruikers bij de lidstaten en de Commissie toegang hebben. Het instrument maakt een vlotter en veiliger beheer van de verzoeken van de lidstaten mogelijk, alsook de productie van cijfers en statistieken en voor de follow-up van die verzoeken dienstige inlichtingen. | Verzoek om te worden vrijgesteld van terbeschikkingstelling van oninbare schuldvorderingen (oninbaarlijdingen): procedure waardoor de Commissie kan nagaan of het al dan niet aan de lidstaat te wijten is dat de schuldvordering oninbaar is. Bij weigering moet het bedrag aan de Commissie worden betaald. Bij het onderzoek van de gemelde gevallen gaat de Commissie na of de lidstaten zich voldoende hebben ingespannen voor de inning. Dit middel moet hen ertoe aanzetten de inning correct te laten verlopen. |

2.3.2 De behandeling van fouten bij de vaststelling die een verlies van TEM meebrengen |

In zijn arrest van 15 november 2005[28] sloot het Hof zich aan bij het standpunt van de Commissie en erkende het uitdrukkelijk dat de verplichting van de lidstaten om een recht van de Gemeenschappen op de traditionele eigen middelen vast te stellen (en om het bedrag daarvan vervolgens ter beschikking van de begroting van de Unie te stellen), ontstaat zodra de voorwaarden van de douanewetgeving vervuld zijn. Het is dus niet noodzakelijk dat de vaststelling daadwerkelijk plaatsvindt. Van vrijstelling van terbeschikkingstelling kan alleen sprake zijn wanneer inning onmogelijk is door overmacht of om redenen onafhankelijk van de wil van de lidstaten. Dit betekent dat de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de financiële gevolgen van fouten die zij begaan. Op grond van deze jurisprudentie heeft de Commissie aan administratieve fouten van de lidstaten met nadelige financiële gevolgen voor de Unie de nodige follow-up gegeven (controles ter plaatse, rapportering van besluiten van de lidstaten tot terugbetaling of kwijtschelding van rechten wegens administratieve fout, enz.). Het resultaat van deze follow-up was dat de Commissie in de periode 2006-2009 de terbeschikkingstelling van ruim 85 miljoen euro (bruto) kon vragen aan de lidstaten. |

2.3.3. De gegevensbank OWNRES |

Overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 moeten de lidstaten aan de Commissie een beschrijving toezenden van fraudegevallen en onregelmatigheden waarmee een bedrag van meer dan 10 000 euro is gemoeid. De relevante inlichtingen worden meegedeeld via de gegevensbank OWNRES. Dankzij dit gegevensbestand beschikt de Commissie over de nodige gegevens voor de follow-up van de inning en de voorbereiding van haar controles ter plaatse. De verstrekte gegevens worden ook gebruikt, voor diverse onderzoeksdoeleinden, door het Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). | Gegevensbank OWNRES: gegevensbestand dat door de lidstaten wordt aangevuld en waarin alle gegevens over door de lidstaten vastgestelde fraudegevallen en onregelmatigheden waarmee een bedrag van meer dan 10 000 euro is gemoeid, bijeen zijn gebracht. |

2.4. Monitoringactiviteiten in de toetredingslanden |

Ter voorbereiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië heeft de Commissie in 2006 monitoringmissies naar die landen ondernomen, specifiek gewijd aan de TEM. Dankzij deze bezoeken en de uitgevoerde boekhoudsimulaties kon de Commissie nog vóór de toetreding een aanvaardbare mate van zekerheid verkrijgen over hun administratieve capaciteit om het acquis communautaire op het gebied van de traditionele eigen middelen toe te passen. Wat Kroatië betreft, loopt sinds 2008 een monitoringprogramma om de toetreding optimaal voor te bereiden. Dit programma wordt in 2010 voortgezet. |

3. EVALUATIE VAN HET CONTROLESTELSEL |

De in de periode 2006-2009 in de werking van het stelsel voor de controle van de TEM geconstateerde tekortkomingen bevestigen, zoals de voorgaande jaren, dat de Commissie er groot belang bij heeft te controleren. De traditionele instrumenten waarmee de Commissie follow-up geeft aan haar controleacties, zijn: aanpassing door de lidstaten van hun niet-conforme nationale procedures, boekhoudkundige regularisatie van dossiers, ad-hoccorrecties van vastgestelde tekortkomingen, uitlegging van Gemeenschapswetgeving en verbetering van de communautaire voorschriften in overleg bij terugkerende tekortkomingen. De financiële baten zijn het zichtbare resultaat van de verificaties op het terrein, die echter niet alleen daarom van belang zijn. De verschillende controles moeten vooral waarborgen dat de financiering van de Europese begroting met TEM correct verloopt. De naar aanleiding van controles bij de lidstaten verzamelde inlichtingen maken het mogelijk de naleving van de communautaire voorschriften te verbeteren en hebben zelfs een invloed op het proces ter verbetering van de wet- en regelgeving om de financiële belangen van de Unie beter te beschermen. |

4. CONCLUSIE

De in de periode 2006-2009 opgetekende resulaten bevestigen dat de controles door de Commissie noodzakelijk blijven. Dit is vooral tot uiting gekomen in een betere naleving van de communautaire voorschriften ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, maar ook op financieel gebied (in totaal is een nettobedrag van circa 237 miljoen euro ter beschikking gesteld). Deze controleacties zijn bovendien een waarborg dat de lidstaten daadwerkelijk gelijk behandeld worden, zowel bij de toepassing van de douane- en de boekhoudwetgeving als bij de bescherming van de financiële belangen van de Unie.

In de toekomst beoogt de Commissie:

- haar taak op het gebied van controles ter plaatse te blijven uitoefenen , en haar controletechnieken (auditinstrumenten enz.) te blijven verfijnen;

- nauwlettend op de inning in de lidstaten te blijven toezien ;

- haar monitoring acties in de toetredingslanden voort te zetten, zodat er een aanvaardbare mate van zekerheid kan worden verkregen dat de systemen voor de inning van de traditionele eigen middelen van deze landen voldoen aan de communautaire eisen, en dit uiterlijk op het tijdstip van hun toetreding.

-

[1] Artikel 18, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1150/2000.

[2] PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.

[3] PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1-9. Verordening gewijzigd bij Verordening nr. 105/2009 van de Raad van 26 januari 2009 (PB L 36 van 5.2.2009, blz. 1).

[4] PB L 126 van 20.5.1999, blz. 1.

[5] COM (06) 874 van 9.1.2007 (5e verslag, over de periode 2003-2005).

[6] Het rapport heeft betrekking op de controles van de instellingen van de Gemeenschap (Commissie en Rekenkamer). Het behandelt niet de controles van de lidstaten, waarvan de resultaten worden belicht in het jaarverslag dat wordt opgesteld overeenkomstig artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

[7] Zie in bijlage 2 de verdeling van de controlethema's voor de verschillende lidstaten.

[8] Controles in DK, NL en AT.

[9] Zie in bijlage 2 de verdeling van de controlethema's voor de verschillende lidstaten.

[10] BE, BG, DK, AT, RO.

[11] Bij alle controlebezoeken komt dit thema, naast het hoofdthema, aan bod.

[12] Document ACOR/2007-12/agenda-04.

[13] Zaak C-546/03.

[14] Zaak C-378/03.

[15] Zaak C-275/04.

[16] Zaken C-105/02 en C-377/03.

[17] Zaak C-312/04.

[18] Zaak C-275/04.

[19] Zaak C-19/05.

[20] Zaak C-150/07.

[21] Zaak C-275/07.

[22] Zaken C-284/05, C-294/05, C-372/05, C-387/05, C-239/06, C-409/05 en C-461/05.

[23] PB L 25 van 30.1.2003, blz.1.

[24] Artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

[25] De bij de lidstaten opgevraagde, maar nog niet ter beschikking gestelde bedragen zijn hierin niet inbegrepen.

[26] Het betreft hier, met name voor 2009, partiële cijfers, aangezien de financiële gevolgen maar volledig kunnen worden becijferd wanneer de vereiste boekhoudkundige gegevens door de lidstaten verzameld zijn.

[27] Voor 2003-2005 werden bij de Commissie 176 dossiers ingediend, voor een bedrag van bijna 39 miljoen euro.

[28] Zaak C-392/02.