52010BP0925(15)

Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2008

Publicatieblad Nr. L 252 van 25/09/2010 blz. 137 - 139


Resolutie van het Europees Parlement

van 5 mei 2010

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2008

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2008,

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2008, tezamen met de antwoorden van het Agentschap [1],

gezien de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010 (5827/2010 — C7-0061/2010),

gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen [2], en met name op artikel 185,

gelet op Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart [3], en met name op artikel 60,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 [4], en met name op artikel 94,

gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0068/2010),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2008 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn,

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart op 23 april 2009 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2007 [5] en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder andere:

- kennis nam van de kritiek van de Rekenkamer op verschillende gecontroleerde aanbestedingsprocedures;

- het Agentschap verzocht de in zijn antwoorden aan de Rekenkamer gedane belofte na te komen om zich strikt te houden aan de voorschriften voor aanbestedingen en speciaal aandacht te besteden aan het verstrekken van duidelijke informatie aan potentiële inschrijvers;

- kennis nam van de opmerking van de Rekenkamer dat de lijst van het aantal ambten in 2007 467 tijdelijke posten telde, maar dat de op de begroting opgenomen kredieten voor personeelsuitgaven de feitelijke personeelskosten voor deze posten niet dekten, en dat het Agentschap derhalve met de Commissie was overeengekomen het aantal posten terug te brengen tot 342, waarvan er aan het eind van het jaar 333 waren vervuld;

1. is verheugd over het feit dat de rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart over 2008 volgens de Rekenkamer betrouwbaar zijn en de onderliggende verrichtingen globaal genomen wettig en regelmatig zijn;

2. wijst erop dat het Agentschap in 2008 kon beschikken over 30000000 EUR vastleggings- en betalingskredieten uit de begroting van de Europese Unie;

3. merkt op dat de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart is toegenomen met 42 % (van 72000000 EUR in 2007 tot 102000000 EUR in 2008) en dat het aantal personeelsleden is gestegen van 362 naar 442;

Prestaties

4. dringt erop aan dat het Agentschap in zijn programmering SMART-doelstellingen en RACER-indicatoren vaststelt om de bereikte resultaten te kunnen beoordelen; neemt kennis van het antwoord van het Agentschap, dat verklaart zijn werkprogramma voor 2010 in die zin te hebben verbeterd dat er een aantal essentiële prestatiedoelstellingen en -indicatoren en een beter capaciteitsplanningssysteem in zijn opgenomen; verzoekt het Agentschap tevens om bij de planning van al zijn operationele activiteiten gebruik te maken van een Gantt-diagram, om snel te kunnen natrekken hoeveel tijd een personeelslid aan een bepaald project heeft besteed en om te komen tot een meer resultaatgerichte benadering;

5. verzoekt het Agentschap, in de aan zijn volgende verslag aan de Rekenkamer toe te voegen tabel een vergelijkend overzicht op te nemen van de tijdens het onderhavige verslagjaar en het voorgaande begrotingsjaar bereikte resultaten, zodat de kwijtingsautoriteit de prestaties van het Agentschap over de jaren heen beter kan beoordelen;

Verordening betreffende geheven vergoedingen en rechten

6. merkt op dat 2008 het eerste volledige jaar van uitvoering was van de certificeringswerkzaamheden in het kader van Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie van mei 31 2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten [6];

7. verzoekt het Agentschap een bewakingssysteem voor certificeringsprojecten op te zetten om ervan verzekerd te zijn dat de geheven vergoedingen gedurende de gehele looptijd van het project niet significant afwijken van de reële kosten;

8. betreurt dat het systeem van jaarlijkse vaste vergoedingen in 2008 aanzienlijk meer inkomsten heeft gegenereerd dan de feitelijke kosten die aan de geleverde diensten waren verbonden, en roept het Agentschap op snel met een gedetailleerd plan te komen om te garanderen dat dit de komende jaren niet opnieuw gebeurt;

Overdracht en overschrijving van kredieten

9. vestigt er de aandacht op dat het Agentschap een groot bedrag aan kredieten voor beleidsuitgaven naar 2009 heeft overgedragen (namelijk meer dan 53 miljoen EUR, hetgeen overeenkomst met 79 % van het beleidsbudget); is eveneens van mening dat het hoge bedrag aan kredieten dat naar 2009 is overgedragen haaks staat op het jaarperiodiciteitsbeginsel, ook al is een bepaalde mate van onzekerheid omtrent de geheven vergoedingen en rechten inherent aan de initiatiefase van het Agentschap; wijst er tevens met nadruk op dat deze situatie een aantal zwakke punten in het capaciteitsplanningssysteem blootlegt die het gevolg zijn van de verlate ondertekening van het dienstverleningscontract; dringt er derhalve op aan dat het Agentschap de Commissie en het Parlement voor het volgende begrotingsjaar veel realistischere ramingen voorlegt, zodat er voldoende tijd is om deze nader te analyseren;

10. neemt ter kennis dat in het begrotingsjaar 2008 bij het Agentschap een bedrag van 1988000 EUR aan inkomsten uit rente is geboekt; leidt uit de jaarrekening en de omvang van de rentebetalingen af dat het Agentschap gedurende langere periodes over enorm hoge kasreserves beschikt; merkt op dat de kasreserves van het Agentschap per 31 december 200857245000 EUR bedroegen; verzoekt de Commissie na te gaan hoe de optimale toepassing kan worden gegarandeerd van het beginsel dat de beschikbare middelen op een behoeftengeoriënteerde wijze moeten worden beheerd, zoals voorgeschreven in artikel 15, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, en stelt zich op het standpunt dat er conceptuele aanpassingen nodig zijn om te waarborgen dat de kasreserves van het Agentschap duurzaam tot een minimum worden beperkt;

11. merkt op dat in 2008 15 % van de personeelsuitgaven is overgeschreven naar de beleidsuitgaven, hetgeen duidt op een onrealistische programmering; vraagt zich af of dergelijke overdrachten in termen van efficiency wel verantwoord zijn en neemt zich voor, een nader onderzoek in te stellen naar de ontwikkelings- en follow-upkosten die wat dat betreft verbonden zijn aan de implementatie van het capaciteitsplanningssysteem;

Overige door het Agentschap aan te brengen verbeteringen

12. geeft uiting aan zijn bezorgdheid omtrent de gebrekkige onderlinge afstemming tussen de behoeften, het personeelsbestand en de financiële reglementering van het Agentschap, en met name over het feit dat de procedures voor de werving van personeel het moeilijk maken om voldoende gekwalificeerd personeel aan te werven; is van oordeel dat de interinstitutionele werkgroep gedecentraliseerde agentschappen hiervoor een oplossing zou kunnen aandragen;

13. dringt er bij het Agentschap op aan, bij de planning van zijn aanwervingsbeleid realistischer te werk te gaan en tevens met een oplossing te komen voor de problemen bij de opstelling van zijn begroting en bij de controle op zijn capaciteitsplanningssysteem;

Interne audit

14. erkent dat het Agentschap uitvoering heeft gegeven aan 15 van de 28 sinds 2006 door de dienst Interne audit gedane aanbevelingen; merkt op dat er van de 13 aanbevelingen waaraan nog wordt gewerkt 2 worden beschouwd als "essentieel" en 5 als "zeer belangrijk"; merkt op dat deze aanbevelingen betrekking hebben op budgettaire twijfelgevallen, het ontbreken van een risicoanalyse, het ontbreken van een beoordelings- en bevorderingsbeleid, de afsluitingsprocedure en het ontbreken van een procedure voor het registreren van gevallen waarvoor geen uitzondering meer wordt gemaakt;

15. verwijst voor andere, meer algemene opmerkingen bij het kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 5 mei 2010 [7] over de resultaten, het financiële beheer en het toezicht op de agentschappen.

[1] PB C 304 van 15.12.2009, blz. 21.

[2] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

[3] PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

[4] PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

[5] PB L 255 van 26.9.2009, blz. 122.

[6] PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3.

[7] Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0139 (zie bladzijde 241 van dit Publicatieblad).

--------------------------------------------------