10.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 42/19


Advies van het Comité van de Regio's over „Intensivering van de economische beleidscoördinatie”

2011/C 42/04

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Is van mening dat, in de loop van de herziening van het stabiliteits- en groeipact zijn belangrijkste doelstelling niet uit het oog mag worden verloren, nl. de totstandbrenging van een economie met een solide basis om de burgers van de Europese Unie via meer en betere banen meer welvaart te brengen.

De Europese Commissie moet op zoek gaan naar de optimale beleidsmix en instrumenten om de impact van de begrotingsbesnoeiingen op de belangrijkste punten van de Europa 2020-strategie zo veel mogelijk te beperken.

Zij moet ook oplossingen aanreiken om de Europese burgers beter bewust te maken van het Europese streven en om de democratische werking van de Europese Unie kracht bij te zetten.

De lidstaten moeten het beginsel van bottom-up aanpassing aan de voorschriften van het stabiliteits- en groeipact toepassen en de vereisten van de begrotingsdiscipline in het nationale recht integreren via de nodige institutionele wijzigingen.

Er wordt onvoldoende aandacht besteed aan de rol van lokale en regionale overheden bij zowel de uitstippeling van de richtsnoeren als de invulling van de begrotingen. Het Comité van de Regio's zou een aanvullende bijdrage moeten kunnen leveren aan het Europese Semester door over de mogelijkheid te beschikken om te reageren op het jaarlijkse ontwikkelingsverslag van de Europese Commissie dat op de voorjaarstop van de Raad besproken wordt. Om de doelstellingen ervan kracht bij te zetten moet vaart worden gezet achter de coördinatie van het economisch beleid alsook achter de deelname van regionale en lokale overheden, met name wanneer deze regio's over betreffende wetgevende bevoegdheid beschikken.

Rapporteur

:

Konstantinos Tatsis (EL/EVP)

Voorzitter van de departementsraad van Drama-Kavala-Xanthi

Referentiedocumenten

:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's „Naar een intensivering van de economische beleidscoördinatie”

COM(2010) 250 final

Mededeling „Naar een intensivering van de economische beleidscoördinatie ten behoeve van stabiliteit, groei en werkgelegenheid”

COM(2010) 367 final

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

ALGEMEEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

1.

is ingenomen met het initiatief van de Europese Commissie om een coördinatieplan voor het economisch beleid van de lidstaten voor te leggen; dit plan is niet alleen bedoeld als reactie op de uitdagingen die de wereldwijde economische crisis met zich heeft meegebracht maar ook als middel om de Europese integratie voort te zetten.

2.

Het voorstel van de Europese Commissie is terdege gemotiveerd en gericht op volledige en doeltreffende activering van de instrumenten voor economische governance waarin het Verdrag van Lissabon voorziet.

3.

De versterking van het stabiliteits- en groeipact is een goede zaak omdat een en ander een betere inachtneming van dat pact en een sterkere groei in de Europese Unie en haar regio's moet verzekeren.

4.

Conform het Verdrag van Lissabon beschouwen de EU-lidstaten „hun economisch beleid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren het in het kader van de Raad” (artikel 121), weliswaar steeds met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

5.

In de loop van de herziening van het stabiliteits- en groeipact mag zijn belangrijkste doelstelling niet uit het oog worden verloren, nl. de totstandbrenging van een economie met een solide basis om de burgers van de Europese Unie via meer en betere banen meer welvaart te brengen.

6.

Bij de goed te keuren hervormingen moet worden gestreefd naar een goed evenwicht tussen doeltreffendheid en democratie teneinde de Europese Unie te verdiepen. Voorstellen waarbij bijv. stemrecht wordt geschorst in andere dan de in de Verdragen vermelde gevallen, zijn dan ook uit den boze.

7.

Wat het toezicht op de overheidsfinanciën betreft, is het een goede zaak dat de klemtoon opnieuw is komen te liggen op de ontwikkeling van het overheidstekort en de schuld, teneinde te voorkomen en zo mogelijk te verhinderen dat de begrotingsdiscipline verder in het gedrang komt.

8.

Het gebrek aan harmonisatie van nationaal economisch beleid leidt er o.a. toe dat economisch zwakkere lidstaten onder een enorme rentelast gebukt gaan.

9.

Het Comité heeft evenwel twijfels bij de doeltreffendheid van de door de Europese Commissie voorgestelde maatregelen om andermaal een strikte inachtneming van het stabiliteits- en groeipact na te streven en het herhaalt dat rekening moet worden gehouden met het evenredigheidsbeginsel.

10.

Het waarschuwt voor mogelijke vertragingen wegens de uitgebreide wijzigingen in de afgeleide wetgeving waarin de mededeling voorziet, en het roept de lidstaten op om los van deze wijzigingen, de voorschriften van het stabiliteits- en groeipact onverkort na te leven.

11.

Het wijst op het voorstel van de Europese Commissie betreffende de middelen voor naleving van het stabiliteitspact door de landen van de eurozone, en is er niet voor te vinden dat het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie eventueel opnieuw in overweging zou worden genomen om de steun die wordt verleend in het kader van het cohesiebeleid, het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het visserijbeleid op te schorten ingeval de lidstaat de voorschriften niet naleeft, omdat dit volledig indruist tegen het evenredigheidsbeginsel en vooral regio's met een ontwikkelingsachterstand treft die de cofinancieringsprogramma's absoluut nodig hebben om hun inherente handicaps het hoofd te kunnen bieden.

12.

Om de crisis te boven te komen is een beleidsmix geboden waarbij Europa inspanningen levert voor zowel een begrotingsconsolidatie als een krachtige, evenwichtige en duurzame ontwikkeling.

13.

De Europese integratie is geen werk van korte adem maar een proces dat voortdurend evolueert, waarbij de huidige economische crisis een aanzet kan geven tot grondige en verregaande hervormingen die zowel het concurrentievermogen van de economie als de ontwikkeling van het Europese streven naar integratie bevordert.

14.

Het Comité is het ermee eens dat de budgettaire aanpassingen die uit de toepassing van de voorschriften van de mededeling zullen voortvloeien, ingrijpende gevolgen zullen hebben op tal van beleidsterreinen (regionaal beleid, sociaal beleid, cohesiebeleid, innovatiebeleid). Het Comité verzoekt de Commissie dan ook erop toe te zien dat de misstanden op evenredige en evenwichtige wijze worden weggewerkt.

15.

De Europese Commissie moet op zoek gaan naar de optimale beleidsmix en instrumenten om de impact van de begrotingsbesnoeiingen op de belangrijkste punten van de Europa 2020-strategie zo veel mogelijk te beperken.

16.

Zij moet ook oplossingen aanreiken om de Europese burgers beter bewust te maken van het Europese streven en om de democratische werking van de Europese Unie kracht bij te zetten.

17.

De Monetaire Unie en de euro vormen de belangrijkste verwezenlijkingen van de Europese Unie in het kader van de voltooiing van de interne markt en het verzekeren van gelijke kansen en een gelijke levensstandaard in de lidstaten. Om een en ander te behouden en te versterken moet de grootst mogelijke omzichtigheid en aandacht aan de dag worden gelegd bij de herziening van voorschriften.

18.

Het verheugt zich over de inspanningen die de Europese Commissie en de lidstaten gezamenlijk leveren met het oog op de vaststelling van de nationale doelstellingen in het kader van de Europa 2020-strategie en de identificatie van de obstakels die de groei afremmen.

19.

Zelfbestuur speelt een cruciale rol in het beleid ter bevordering van ondernemerschap, opleiding, innovatie, bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Het Comité verzoekt de lidstaten dan ook de regionale en lokale dimensie van het toezichtmechanisme te versterken om het geloofwaardiger en slagvaardiger te maken. Ook zouden de lokale en regionale overheden moeten kunnen deelnemen aan de vaststelling van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie en de invulling van de daarmee verbonden maatregelen.

20.

Gelet op de crisis moeten de lidstaten de nodige hervormingen versneld doorvoeren omdat deze hervormingen bijdragen aan de totstandkoming van een sterke en concurrerende Europese Unie waarmee de crisis te boven kan worden gekomen.

DOELTREFFENDE MAATREGELEN MET AANDACHT VOOR GROEI EN INACHTNEMING VAN DE BEPALINGEN VAN HET STABILITEITSPACT

21.

De begrotingsonevenwichtigheden kunnen aan tal van factoren te wijten zijn en de Europese Commissie doet er dan ook goed aan een grondige kwalitatieve analyse van de schuld voor te stellen. Het is van belang te kijken naar de particuliere schuld, die in de analyse terecht wordt meegenomen, en ook het banksysteem is cruciaal voor een gezonde economie.

22.

Het Comité heeft vragen bij de evenredigheid en de doeltreffendheid van de geplande sancties en is gekant tegen elk voorstel tot besnoeiing op middelen die voor groeibevorderende maatregelen zijn bestemd.

23.

Het cohesiebeleid, het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het visserijbeleid zijn de belangrijkste ontwikkelingspijlers van de EU. Het zou contraproductief zijn en tegen de strekking van de mededeling en de belangrijkste beleidsoriëntaties indruisen om de daarmee verbonden doelstellingen eventueel op het spel te zetten. In ieder geval mogen middelen onder bepaalde voorwaarden alleen worden vrijgemaakt als ze correct worden beheerd, wat ook moet worden aangetoond, en mag een en ander geen andere doelen dienen.

24.

Een nalevingsmechanisme voor de lidstaten op basis van uit de communautaire begroting uitgetrokken middelen kan, ongeacht de ingebouwde garanties, nefaste gevolgen hebben en de economische, sociale en territoriale samenhang in het gedrang brengen. De sanctie van het opschorten of annuleren van de communautaire steun zal ertoe leiden dat de kosten van de centrale overheid afgewenteld worden op de lokale en regionale autoriteiten, waarbij de burgers, werknemers en ondernemingen a.h.w. verantwoordelijk worden gesteld voor het foutieve beleid van elke regering, van elke lidstaat. Het besnoeien op de middelen zal de groei afremmen en de budgettaire onevenwichtigheden mogelijk nog intensiveren doordat staten met begrotingsproblemen aldus nog extra belast zullen worden.

25.

De onvermijdelijke grensoverschrijdende impact van sancties op basis van uit de communautaire begroting uitgetrokken middelen vormt een bedreiging voor de territoriale samenhang; een en ander zet ook de verbintenissen van de lidstaten op losse schroeven.

26.

Onevenredig strenge sancties zullen ook de steun van de burgers voor de Europese constructie ondergraven. Er moet bijgevolg worden gezocht naar sancties die naleving door de lidstaten beogen maar er tegelijk ook op gericht zijn het publiek bewust te maken van zowel het belang van begrotingsdiscipline als het nut van de structuurfondsen om de doeltreffendheid van de nationale maatregelen te verhogen.

27.

De geplande sancties moeten toepasbaar en overtuigend zijn om het nieuwe stabiliteits- en groeipact het nodige gezag te waarborgen.

28.

De Europese Commissie en de Raad moeten mogelijkheden onderzoeken om in het geval van begrotingsonevenwichtigheden tijdig maatregelen te kunnen nemen met inachtneming van de subsidiariteits- en evenredigheidsbeginselen, alsook van trapsgewijze toepassing van sancties.

29.

De lidstaten moeten het beginsel van bottom-up aanpassing aan de voorschriften van het stabiliteits- en groeipact toepassen en de vereisten van de begrotingsdiscipline in het nationale recht integreren via de nodige institutionele wijzigingen.

30.

Een bottom-up aanpak is ook van belang voor de bijdrage van de lokale en regionale overheden aan het correcte beheer van de middelen, het voeren van het economisch beleid en het tijdig vaststellen van problemen met de groei op lokaal vlak.

31.

De lidstaten moeten zo veel mogelijk aansturen op decentralisatie van het beheer van de cohesiemiddelen teneinde de transparantie en de verantwoording voor het beheer van de communautaire middelen te versterken. Alleen de regionale overheden hebben een grondige kennis van de lokale en regionale behoeften en zijn in staat de nodige verbeteringen en aanpassingen aan te brengen. Zo zal ook de rol van de lokale overheden in het beheer van communautaire middelen duidelijker worden.

VOORZICHTIGE COÖRDINATIE VAN DE GROEI WAARAAN REGIONALE OVERHEDEN ACTIEF BIJDRAGEN

32.

Om de euro en de interne markt te versterken is een betere gemeenschappelijke Europese governance op financieel gebied geboden die er o.m. op gericht is op winstbejag gebaseerd gebruik van producten ter waarborging van de overheidsschuld alsook transacties met belastingparadijzen te verbieden.

33.

Het opzetten van een Europees Semester is een goed idee, waarmee een kader wordt gecreëerd voor toezicht op de nationale begrotingsprocedures en de schuldniveaus. Ook is het een goede zaak het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden uit te breiden.

34.

Er wordt onvoldoende aandacht besteed aan de rol van lokale en regionale overheden bij zowel de uitstippeling van de richtsnoeren als de invulling van de begrotingen. Het Comité van de Regio's zou een aanvullende bijdrage moeten kunnen leveren aan het Europese Semester door over de mogelijkheid te beschikken om te reageren op het jaarlijkse ontwikkelingsverslag van de Europese Commissie dat op de voorjaarstop van de Raad besproken wordt. Om de doelstellingen ervan kracht bij te zetten moet vaart worden gezet achter de coördinatie van het economisch beleid alsook achter de deelname van regionale en lokale overheden, met name wanneer deze regio's over betreffende wetgevende bevoegdheid beschikken.

35.

Bij de instrumenten die voorgesteld worden in het kader van het pakket coördinatiemaatregelen moet rekening worden gehouden met de wisselwerking tussen de horizontale maatregelen op lokaal niveau en de centrale rol van het begrotingsbeleid en met de dimensie van duurzaamheid op lange termijn. In dit verband zij ook aan een krachtig werkgelegenheidsbeleid gedacht.

36.

De „collegiale toetsing van nationale begrotingen” en de uitwisseling van goede praktijken op het gebied van opleiding en uitvoering van begrotingen zijn erg belangrijk. Het Comité uit evenwel zijn bezorgdheid over mogelijke vertragingen en bureaucratische rompslomp die de voorgestelde oplossingen bij de opstelling, goedkeuring en uitvoering van de begrotingen van de lidstaten met zich mee kunnen brengen.

37.

Om de vereiste economische groei tot stand te brengen zijn er in de lidstaten van de Europese Unie structurele veranderingen nodig in een breed scala van gebieden. Daarbij moet worden gedacht aan beleid inzake begrotingsdiscipline en beheersing van de overheidsuitgaven, kennis- en innovatiebeleid, de bescherming van sociaal kansarme groepen in het kader van het sociale beleid, het concurrentiebeleid en het beleid inzake doeltreffendheid van de overheidsdiensten. In dit verband dienen de lidstaten ambitieuze doelstellingen voor de Europa 2020-strategie vast te stellen en dient de Raad over te gaan tot een gedegen verhoging van de communautaire begroting zodat de beschikbare middelen op die doelstellingen afgestemd zijn.

38.

Het Comité kijkt met belangstelling uit naar wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie en zal nauwlettend de gevolgen ervan voor de regionale en lokale besturen nagaan.

Brussel, 1 december 2010

De voorzitster van het Comité van de Regio's

Mercedes BRESSO