8.3.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 70/183


Donderdag 21 oktober 2010
Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking ***I

P7_TA(2010)0379

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 21 oktober 2010 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1889/2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (COM(2009)0194 – C7-0043/2009 – 2009/0060A(COD))

2012/C 70 E/29

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2009)0194),

gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 179, lid 1, en artikel 181 bis, eerste alinea, van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0043/2009),

gezien de mededeling van de Commissie aan het Parlement en de Raad over de gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures (COM(2009)0665),

gelet op artikel 294, lid 3, en artikel 209, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gelet op artikel 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A7-0078/2009),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsook aan de nationale parlementen.


Donderdag 21 oktober 2010
P7_TC1-COD(2009)0060A

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 oktober 2010 met het oog op de aanneming van Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking ▐

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie , en met name op artikel 209, lid 1 ,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de doeltreffendheid en transparantie van de externe hulp van de Gemeenschap te vergroten, is in 2006 een nieuw kader voor het plannen en verstrekken van steun vastgesteld, meer bepaald Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (2), Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (3), Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (4), Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (5), Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (6), Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (7) en Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (8).

(2)

Bij de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 zijn incoherenties gebleken wat betreft de uitzondering op het beginsel dat de kosten die voortvloeien uit belastingen, heffingen, rechten en andere fiscale lasten niet in aanmerking komen voor communautaire financiering door de Unie. Daarom wordt voorgesteld de desbetreffende bepalingen van die verordening te wijzigen en met de andere instrumenten in overeenstemming te brengen.

(3)

De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot geografische strategiedocumenten, indicatieve meerjarenprogramma's en strategiedocumenten voor thematische programma's, aangezien deze programma's Verordening (EG) nr. 1905/2006 aanvullen en van algemene toepassing zijn. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens de voorbereiding passend overleg voert, onder meer met deskundigen.

(4)

Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

(5)

Verordening (EG) nr. 1905/2006 moet derhalve gewijzigd worden,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1905/2006 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

In artikel 17, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Nadere instructies betreffende de verdeling van het totaalbedrag onder de begunstigde landen worden door de Commissie bij gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 35, en met inachtneming van de in de artikelen 35 bis en 35 ter vermelde voorwaarden, bepaald.”;

(2)

Artikel 21 wordt vervangen door:

„Artikel 21

Goedkeuring van strategiedocumenten en indicatieve meerjarenprogramma's

De in de artikelen 19 en 20 bedoelde strategiedocumenten en indicatieve meerjarenprogramma's en de evaluaties daarvan, bedoeld in artikel 19, lid 2, en artikel 20, lid 1, alsmede de begeleidende maatregelen, bedoeld in artikel 17, worden door de Commissie bij gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 35, en met inachtneming van de in artikelen 35 bis en 35 ter vermelde voorwaarden, vastgesteld.”;

(3)

Artikel 22, lid 3 wordt vervangen door:

„3.     De jaarlijkse actieprogramma's worden door de Commissie vastgesteld, rekening houdend met de adviezen van het Europees Parlement en de Raad.”;

(4)

Artikel 23, leden 3 en 4, worden vervangen door:

„3.     Wanneer de kosten van die maatregelen een bedrag van 10 miljoen EUR overschrijden, stelt de Commissie deze vast, rekening houdend met de adviezen van het Europees Parlement en de Raad. Bijzondere maatregelen waarvan de kosten minder dan 10 miljoen EUR bedragen, worden door de Commissie binnen één maand na de goedkeuring ter kennis van het Europees Parlement en de Raad gebracht.

4.     Wijzigingen van de bijzondere maatregelen, zoals technische aanpassing, verlenging van de uitvoeringstermijn, herschikking van de kredieten binnen de begroting, of verhoging of verlaging van de begroting met een bedrag van minder dan 20 % van de oorspronkelijke begroting, mits deze wijzigingen de oorspronkelijke, in het besluit van de Commissie genoemde doelstellingen onverlet laten, worden binnen één maand aan het Europees Parlement en de Raad meegedeeld.”;

(5)

In artikel 25 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Steun van de Unie wordt in beginsel niet aangewend voor het betalen van belastingen, heffingen of rechten in de begunstigde landen.”;

(6)

Artikel 33, leden 1 en 2, worden vervangen door:

„1.     De Commissie onderwerpt haar programma's geregeld aan toezicht en evaluatie, en zij onderwerpt de resultaten van de toepassing van de geografische en thematische beleidslijnen en programma's en het sectoraal beleid en de doeltreffendheid van de programmering, eventueel door middel van externe onafhankelijke evaluaties, geregeld aan een beoordeling, om na te gaan of de doelstellingen zijn verwezenlijkt en om aanbevelingen voor verbeteringen in toekomstige maatregelen te kunnen doen. Voorstellen van het Europees Parlement, de nationale parlementen of de Raad voor externe onafhankelijke evaluaties worden naar behoren in rekening genomen. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de sociale sectoren en aan de geboekte vooruitgang met betrekking tot de Millennium-doelstellingen voor Ontwikkeling.

2.     De Commissie zendt de beoordelingsverslagen ter informatie toe aan het Europees Parlement en de Raad. De uitkomst hiervan wordt verwerkt in de opzet van de programma's en de toewijzing van middelen.”;

(7)

Artikel 34, lid 1, wordt vervangen door:

„1.     De Commissie onderzoekt de vooruitgang bij de uitvoering van de maatregelen die krachtens deze verordening zijn genomen en legt het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over de uitvoering en de resultaten en, voor zover mogelijk, de voornaamste resultaten en effecten van de hulp voor. Dit verslag wordt ook aan de nationale parlementen, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's toegezonden.”;

(8)

Artikel 35 wordt vervangen door:

„Artikel 35

Uitoefening van bevoegheidsdelegatie

1.     De bevoegdheid om de in artikel 17, lid 2, en artikel 21 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie verleend voor de toepassingsduur van deze verordening.

2.     Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

3.     De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend onder de voorwaarden van de artikelen 35 bis en 35 ter.

Artikel 35 bis

Intrekking van bevoegheidsdelegatie

1.     De in artikel 17, lid 2, en artikel 21 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

2.     De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, brengt de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke tijd voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheid mogelijk wordt ingetrokken en waarom.

3.     Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt onmiddellijk of op een in het besluit bepaalde latere datum van kracht. Het laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 35 ter

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

1.     Het Europees Parlement of de Raad kan binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar aantekenen tegen een gedelegeerde handeling.

Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

2.     Indien bij het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn het Europees Parlement of de Raad geen bezwaar hebben gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van die termijn in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

3.     Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar binnen de in lid 1 bedoelde termijn maakt tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, geeft aan om welke redenen zij dit doet.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 21 oktober 2010.

(2)  PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82.

(3)  PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1.

(4)  PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39.

(5)  PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1.

(6)  PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1.

(7)  PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1.

(8)  PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41.