26.2.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 47/5


Eindverslag (1) van de Raadadviseur-auditeur in zaak COMP/39.168 — Harde fournituren: Sluitingen

(2009/C 47/06)

Achtergrond

Op 7 en 8 november 2001 voerde de Commissie inspecties uit in de lokalen van diverse communautaire producenten van harde en zachte fournituren en in de lokalen van de Duitse brancheorganisatie Fachverband Verbindungs- und Befestigungstechnik (VBT). Uit het bewijsmateriaal bleek dat de ondernemingen betrokken waren bij een aantal overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen binnen de EU op het gebied van ritssluitingen en/of „andere sluitingen” en/of machines om die te bevestigen. Volgens de Commissie maakten deze inbreuken deel uit van diverse omvattende regelingen die bedoeld waren om de normale prijsbewegingen op de EU-markt voor „andere sluitingen”, ritssluitingen en bevestigingsmachines te verstoren. Met deze regelingen werd de verstoring beoogd van de mededinging op nationale, EU- en, in het geval van „andere sluitingen” en bevestigingsmachines, mondiale markten, door markten te verdelen, prijzen uit te wisselen en minimum- en streefprijzen vast te stellen.

Mededelingen van punten van bezwaar en toegang tot het dossier

Op 17 september 2004 werd de volgende zestien adressaten een eerste mededeling van punten van bezwaar gezonden: A. Raymond Sarl; Berning & Söhne GmbH & Co KG; [Onderneming A]; Coats Holdings Ltd; Éclair Prym Sarl (2); Fachverband Verbindungs- und Befestigungstechnik („VBT”); Prym Fashion GmbH & Co KG (3); [Onderneming B]; [Onderneming C]; Scovill Fasteners Europe SA; Scovill Fasteners Inc; William Prym GmbH & Co KG; [Onderneming D]; YKK Corp Japan; YKK Holding Europe BV, en YKK Stocko Fasteners GmbH.

Aangezien de cd-rom waarmee toegang tot het dossier werd verleend, de partijen met vertraging (op 4 oktober 2004) is gezonden, heb ik een verlenging en/of verdere verlenging van de antwoordtermijn toegestaan aan een aantal partijen (aan A. Raymond Sarl tot 6 december 2004; aan [Berning en Onderneming A] tot 20 december 2004; aan VBT tot 20 december 2004; aan de drie Prym-ondernemingen tot 20 december 2004; aan de beide Scovill-ondernemingen tot 13 december 2004; aan YKK Corp Japan tot 21 december 2004 en aan de twee overige YKK-ondernemingen tot 14 december 2004).

Alle partijen hebben binnen de termijn geantwoord.

Nieuwe clementieverzoeken, die aanvullende informatie opleverden, stelden de Commissie in staat een aanvullende mededeling van punten van bezwaar te doen uitgaan. Dit document werd op 8 maart 2006 gezonden aan dezelfde adressaten van de oorspronkelijke mededeling van punten van bezwaar, met uitzondering van [Onderneming C] en [Onderneming D] (4). De aanvullende mededeling van punten van bezwaar werd ook gezonden aan de Duitse dochteronderneming van Coats Holdings, Coats Deutschland GmbH, die geen adressaat van de oorspronkelijke mededeling van punten van bezwaar was geweest.

Op verzoek van de partijen verleende ik de volgende verlengingen en/of verdere verlengingen van de antwoordtermijn: aan [Berning en Onderneming A] tot 15 mei 2006; aan de drie Prym-ondernemingen tot 15 mei 2006; aan Scovill Fasteners Inc tot 19 mei 2006, en aan de drie YKK-ondernemingen tot 16 mei 2006.

Alle partijen hebben binnen de termijn geantwoord.

Een cd-rom met kopieën van de documenten in het dossier van de Commissie werd de partijen op 13 maart 2006 gezonden in verband met de aanvullende mededeling van punten van bezwaar.

Betrokkenheid van derden

Er waren geen derden bij deze procedure betrokken.

Hoorzitting

De hoorzitting vond op 11 juli 2006 plaats. Alle partijen namen deel, met uitzondering van de branchevereniging VBT en Scovill Fasteners Europe SA.

Bij de aanvang van de hoorzitting werd een document als bewijsstuk aanvaard op grond van artikel 12, lid 3, van het mandaat van de raadadviseur-auditeur. YKK had verzocht dit document als bewijsmateriaal op te nemen, omdat het pas recent was aangetroffen, en als relevant werd beschouwd omdat daaruit een schending kon blijken van Pryms medewerking in het kader van de clementieregeling. De partijen werd de gelegenheid gegeven, indien zij dat wensten, mondeling te antwoorden, of nadien schriftelijk.

De ontwerp-beschikking

De ontwerp-beschikking ziet op dezelfde producten en inbreuken als zowel de mededeling van punten van bezwaar als de aanvullende mededeling van punten van bezwaar.

De adressaten van de ontwerp-beschikking zijn, behalve voor [Onderneming A] and [Onderneming B] (5), dezelfde als voor de aanvullende mededeling van punten van bezwaar.

De duur van de door bepaalde partijen gemaakte inbreuken werd in de ontwerp-beschikking verlaagd ten opzichte van de mededelingen van punten van bezwaar.

De bezwaren ten aanzien van bepaalde overeenkomsten werden in de ontwerp-beschikking niet gehandhaafd. Hierbij gaat het om: a) een bilaterale overeenkomst tussen Prym en Berning op de markt voor „andere sluitingen” en machines om deze bevestigen; b) een bilaterale overeenkomst tussen Coats en YKK op de markt voor ritssluitingen, en c) een bilaterale overeenkomst tussen Prym en YKK op de markt voor ritssluitingen.

Wat betreft het aandeel van de branchevereniging VBT in deze inbreuk, werden in de ontwerp-beschikking verdere verklaringen gegeven. Toch bevat de beschikking geen nieuw bewijsmateriaal over het aandeel van VBT dat ook al niet in de mededeling van punten van bezwaar was aangevoerd.

De ontwerp-beschikking gaat enkel in op bezwaren ten aanzien waarvan de partijen de gelegenheid hebben gekregen hun opmerkingen kenbaar te maken.

Gelet op het voorgaande ben ik van mening dat het recht van de partijen om te worden gehoord in deze zaak is gerespecteerd.

Brussel, 12 september 2007.

Karen WILLIAMS


(1)  Opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21).

(2)  De correcte naam van de onderneming die in de beide mededelingen van punten van bezwaar Éclair Prym Sarl werd genoemd, luidt sinds 12 november 2001 Éclair Prym Group SA, zoals in de ontwerp-beschikking werd opgemerkt.

(3)  Per 23 oktober 2006 werd Prym Fashion GmbH & Co KG omgedoopt tot Prym Inovan GmbH & Co KG.

(4)  [Onderneming C] en [Onderneming D] zijn geen adressaten van de ontwerp-beschikking.

(5)  [Onderneming A] en [Onderneming B], die adressaten van de aanvullende mededeling van punten van bezwaar waren, werden uit de ontwerp-beschikking weggelaten.