26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/27


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2009/C 232/13

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ΕΞΑΙΡΕΤΙΚΌ ΠΑΡΘΈΝΟ ΕΛΑΙΌΛΑΔΟ ΣΈΛΙΝΟ ΚΡΉΤΗΣ” (EXERETIKO PARTHENO ELEOLADO SELINO KRITIS)

EG-nummer: EL-PDO-0005-0515-20.12.2005

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier, ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Διεύθυνση Βιολογικής Γεωργίας, του Υπουργείου Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων (Directoraat Biologische landbouw van het ministerie voor Plattelandsontwikkeling en levensmiddelen)

Adres:

Αχαρνών 29 (Aharnon 29)

Aθήνα/Athens

EΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2108232025

Fax

+30 2108821241

E-mail:

ax29u029@minagric.gr, ax29u030@minagric.gr

2.   Groepering:

Naam:

Ένωση Αγροτικών Συνεταιρισμών Σελίνου (Unie van landbouwcoöperaties van Selinos)

Adres:

Παλαιοχώρα Κάνδανος Χανιών (Palaiohora Kandanos Hanion)

ΤΚ 73001

EΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2823041209 / 41306

Fax

+30 282341463

E-mail:

easselin@otenet.gr

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere: ( )

3.   Productcategorie:

Klasse 1.5:

Oliën en vetten

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam:

„Εξαιρετικό παρθένο ελαιόλαδο σέλινο κρήτησ” (Exeretiko Partheno Eleolado Selino Kritis)

4.2.   Beschrijving:

Deze bij de eerste persing verkregen extra olijfolie heeft een donkergroene tot groene kleur, een mediaan voor de gebreken die gelijk is aan nul, een fruitige, iets bittere en pikante smaak, een fruitig olijfaroma en een minimale fruitigheid van 3,2. De maximale zuurtegraad bedraagt 0,7 % (gewichtspercentage oliezuur) en het maximale peroxidegetal hoogstens 15 (in meq actieve zuurstof per kg). De maximumwaarden van de extinctiecoëfficiënten Κ270 en Κ232 en van de variatie van de extinctiecoëfficiënt bedragen respectievelijk 0,15, 2,5 en 0,00.

Minstens 60 % van de olijven die voor de productie van de olijfolie worden gebruikt, behoort tot het ras „Τsοunati” en hoogstens 40 % tot het ras „Koroneïki”.

De fysisch-chemische eigenschappen van „Exeretiko Partheno Eleolado Selino Kritis” zijn vooral te danken aan de specifieke klimatologische omstandigheden van het gebied (veel zonneschijn, veel neerslag, lage relatieve vochtigheid) en aan de geomorfologie (hellende terreinen met grote hoogteverschillen). Daarnaast zijn ze ook te danken aan het optimale gebruik van de comparatieve voordelen van de rassen „Τsounati” en „Κορoneïki”, die in verschillende hoogtezones van het afgebakende geografische gebied worden geteeld.

4.3.   Geografisch gebied:

Zowel de olijven als de olijfolie worden in het afgebakende geografische gebied geproduceerd. Het geografische gebied bestaat uit de provincie Selinos, die zich in het zuidwesten van de nomos Chania bevindt. Het omvat de gemeentelijke arrondissementen Κandanos, Pelekanos en Anatolikos Selinos. Een groot deel van het gebied is bergachtig en ligt hoger dan 1 000 meter. Overal in het gebied zijn olijfbomen aangeplant en de olijventeelt is voor de agrarische bevolking van de provincie Selinos de belangrijkste bron van inkomsten.

4.4.   Bewijs van de oorsprong:

De traceerbaarheid van het product is gegarandeerd in alle productiestadia, vanaf de teelt, het persen, de opslag, het vervoer en de normalisatie van het product tot wanneer het bij de eindconsument terecht komt.

Alle betrokkenen houden gegevens bij over de productie- en normalisatieprocedés, zodat de bevoegde controle-instantie, vandaag de OPEGEP, kan nagaan of alle voorgeschreven procedures worden nageleefd. Op die manier wordt de traceerbaarheid van het product gegarandeerd.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

De teelt van de rassen „Τsounati” en „Κορoneïki” is extensief en vergt weinig input (meststoffen, irrigatie, gewasbeschermingsproducten). Het ras „Κoroneïki” kan worden geteeld tot op een hoogte van 500 meter, terwijl het ras „Τsounati” op grotere hoogte kan worden geteeld. Op de licht hellende bodems wordt de grond meestal mechanisch bewerkt. Aangezien de bodem in het gebied grotendeels neutraal tot zuur is, worden geen zwavelhoudende meststoffen gebruikt, maar wordt occasioneel kalk toegevoegd. De olijfbomen reageren positief op de jaarlijkse toevoeging van stikstof, terwijl ze weliswaar positief, maar slechts in beperkte mate reageren op kaliumhoudende meststoffen. In het gebied worden heel weinig olijfgaarden geïrrigeerd. De voornaamste vijand van de olijventeelt is de olijfvlieg (Bactrocera oleae), die door het directoraat Plattelandsontwikkeling van het bestuur van de nomos Chania wordt bestreden door preventief lokaas op de grond te verstuiven. De olijfvliegpopulatie wordt onder controle gehouden met daartoe geschikte vallen. Tuberkels op olijven worden preventief door verstuiving bestreden en de wonden worden met passende preparaten ontsmet, vooral als het om bomen van het ras „Koroneïki” gaat. Hoewel het ras „Τsounati” vatbaar is voor de schimmel Cycloconium oleaginum, wordt het niet nodig geacht maatregelen te nemen, aangezien de geomorfologie van het gebied voor een goede ventilering zorgt, waardoor de relatieve luchtvochtigheid te laag is voor de ontwikkeling van de ziekte.

De oogst van het ras „Koroneïki” start begin november en wordt in december beëindigd, terwijl de rijping van het ras „Τsounati”, die in fasen verloopt, eind december, begin januari begint, onderbroken wordt door koud weer, opnieuw start eind februari en eindigt in april. Het grootste deel van de olijven van het ras „Tsounati” die voor de productie van „Exeretiko Partheno Eleolado Selino Kritis” worden gebruikt, wordt evenwel tegen einde januari geoogst, zodat de geproduceerde olijfolie aan de kwaliteitsvoorschriften voldoet. De olijven zijn rijp als de kleur van de schil verandert van groengeel naar zwart en als het vruchtvlees voor minstens de helft zwart is. De olijven worden geoogst met dorsmachines of op de grond verzameld nadat ze vanzelf op verzamelnetten zijn gevallen.

De olijven worden meestal vervoerd in lichte stoffen zakken, maar soms ook in plastic kratten. Om de kwalitatieve eigenschappen te behouden worden de olijven in speciale ruimten en onder gecontroleerde omstandigheden opgeslagen. Aangezien ernaar wordt gestreefd de olijven binnen 24 uur na het oogsten te verwerken, moeten transport en opslag zo weinig mogelijk tijd in beslag nemen (in totaal niet meer dan 24 uur).

De olijfolie wordt machinaal en bij een temperatuur van hoogstens 25 °C geëxtraheerd in door de bevoegde controle-instantie erkende olijfpersen die zich in het gebied bevinden. De olijfolie die grotendeels uit het ras „Koroneïki” maar ook uit het ras „Tsounati” wordt gewonnen, wordt gedurende één tot drie maanden op passende wijze opgeslagen tot de twee soorten met elkaar in vaten worden vermengd. Tijdens de opslag worden vaste en vloeibare sedimenten (bezinksel) verwijderd en wordt de olijfolie in een schoon vat overgegoten. Hierbij wordt de olie zo weinig mogelijk aan zuurstof blootgesteld en wordt de hoeveelheid lucht waarmee de olie in contact komt, tot een minimum beperkt.

4.6.   Verband:

Historisch

In het bekken van Kandanos zijn er monumentale olijfbomen die „dekaoktouses” worden genoemd, een stamomtrek van 12,3 m hebben en ouder zijn dan 1 500 jaar; ook uit sommige „mantinades” (Kretenzische volksrijmpjes) blijkt dat Selinos een olijvenproducerend gebied is.

Fysische gesteldheid

Het afgebakende geografische gebied bestaat geologisch vooral uit schist en in mindere mate uit kalkgronden. Het gebied is grotendeels bergachtig, ligt hoger dan 400 meter boven de zeespiegel, en bestaat vooral uit hellende terreinen, behalve het bekken van Kandanos, dat morfologisch een hoogvlakte is. Kenmerkend voor het gebied is de grote hoeveelheid neerslag, de lage relatieve vochtigheid en het geringe aantal bewolkte dagen.

Het reliëf van het terrein, met op een vlakte uitlopende hellingen, biedt de olijfgaarden bijzonder veel licht, en verhoogt de concentratie aan alkaloïden, die het eindproduct zijn kenmerkende fruitigheid geven. Bovendien draagt het lage gehalte aan organische stoffen in de bodem bij tot de toename van de aromatische componenten van de geproduceerde olijfolie. De licht bittere en pikante smaak wordt veroorzaakt door de kleine hoeveelheid olijven van het ras „Κοroneïki” die aan het eindproduct wordt toegevoegd en is toe te schrijven aan de fenolische bestanddelen die rond de oogsttijd in de olijven aanwezig zijn. De donkergroene kleur is het gevolg van de hogere concentratie aan chlorofylen, vooral feofytine en pirofeofytine.

De klimaatomstandigheden in het gebied (vochtigheid, temperatuur) zorgen ervoor dat de kenmerken van het ras „Τsounati”, dat zich in zijn natuurlijke omgeving bevindt, zeer goed tot hun recht komen. Dit is een laat ras, wat zich uit in een late bloei, een late vruchtzetting en bijgevolg een late rijping, dat gunstig wordt beïnvloed door de temperatuur en de relatieve lucht- en bodemvochtigheid, waarvan de waarden in de cruciale perioden op hun best zijn. Bovendien kan het ras „Tsounati”, dank zij zijn weerstand tegen de koude, in een groot deel van het gebied worden geteeld. Bij het ras „Κοroneïki” wordt de hoogste opbrengst gehaald wanneer de olijfbomen worden geteeld op iets lager gelegen percelen met voldoende vochtige bodem. Zo worden de specifieke bodems van het afgebakende geografische gebied optimaal benut.

Voor de teelt van de rassen „Tsounati” en „Κοroneïki” en, bij uitbreiding, de productie van de „Exeretiko Partheno Eleolado Selino” zijn er in het afgebakende geografische gebied geen alternatieven, aangezien de overwegend arme en in grote mate zure schistbodem weinig mogelijkheden laat om over te schakelen naar een ander gewas, een ander ras of naar intensieve teeltmethoden die meer opleveren. Voorts wordt de schoonheid van het natuurlijke landschap behouden doordat de krachtige oppervlaktewortels, vooral bij het ras „Τsounati”, het wegspoelen van de bovenste bodemlaag en de erosie van de bijzonder kwetsbare schisthellingen tegengaan.

4.7.   Controlestructuur:

Overeenkomstig de nationale wetgeving wordt de toepassing van de voorschriften inzake de beschermde oorsprongsbenaming voor olijfolie gecontroleerd door de onderstaande diensten:

Naam:

Διεύθυνση Γεωργίας του Ν. Χανίων (directoraat Landbouw van de nomos Chania)

Adres:

Σφακίων 26 (Sfakion 26)

TK 73174 Χανιά (Hania)

EΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2821056463

Fax

+30 2821028047

E-mail:

u14901@minagric.gr

Naam:

Οργανισμός Πιστοποίησης και Ελέγχου Γεωργικών Προϊόντων, Ο.Π.Ε.Γ.Ε.Π (Dienst voor de certificering en de controle van landbouwproducten — OPEGEP)

Adres:

Άνδρου 1 και Πατησίων (Androu 1 and Patision)

TK 11257

EΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2108231277

Fax

+30 2108231438

E-mail:

info@agrocert.gr

4.8.   Etikettering:

Op de verpakking van de olijfolie moet de volgende vermelding worden aangebracht: „Εξαιρετικό Παρθένο Ελαιόλαδο Σέλινο Κρήτης” (Exeretiko Partheno Eleolado Selino Kritis); daarnaast moeten alle andere gegevens worden vermeld die krachtens de nationale en de communautaire regelgeving vereist zijn.