8.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 213/16


Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van garens met een hoge sterktegraad, van polyesters, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Taiwan

2009/C 213/08

De Commissie heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Gemeenschap aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van garens met een hoge sterktegraad, van polyesters, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Taiwan („de betrokken landen”).

1.   Klacht

De klacht werd op 27 juli 2009 ingediend door de CIRFS — European Man-made Fibres Association („de klager”) namens producenten die samen een groot deel, in dit geval meer dan 60 %, van de totale productie van garens met een hoge sterktegraad, van polyesters, in de Gemeenschap voor hun rekening nemen.

2.   Product

Bij het product dat met dumping zou worden ingevoerd, gaat het om garens (met uitzondering van naaigarens) met een hoge sterktegraad, van polyesters, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein, monofilamenten van minder 67 decitex daaronder begrepen, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Taiwan („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder GN-code 5402 20 00. Deze GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.

3.   Bewering dat er sprake is van dumping

De bewering dat het betrokken product uit de Republiek Korea en Taiwan met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de berekende normale waarde met de prijzen bij uitvoer van dit product naar de Gemeenschap.

Op grond van de bepalingen van artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de klager de normale waarde voor de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van een berekende normale waarde in een geschikt land met een markteconomie, dat in punt 5.1, onder d), wordt vermeld. De bewering dat het betrokken product met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus berekende normale waarde met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.

De aldus berekende dumpingmarges blijken voor de betrokken landen significant te zijn.

4.   Bewering dat er sprake is van schade

De klager heeft voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de totale invoer van het betrokken product uit de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Taiwan zowel in absolute cijfers als wat het marktaandeel betreft, is gestegen.

De hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het betrokken product wordt ingevoerd, zouden onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op het marktaandeel, de verkochte hoeveelheden en het prijspeil van de bedrijfstak van de Gemeenschap, waardoor de bedrijfsresultaten en met name de winstgevendheid van en de werkgelegenheid bij de bedrijfstak van de Gemeenschap aanzienlijk zijn verslechterd.

5.   Procedure

Daar de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Gemeenschap en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.

5.1.    Procedure voor de vaststelling van dumping en schade

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Taiwan met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade is ontstaan.

a)   Steekproeven

Daar kennelijk een groot aantal partijen bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening gebruikmaken van steekproeven.

i)   Steekproef van producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China en de Republiek Korea

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China en de Republiek Korea, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen en haar binnen de in punt 6, onder b) i), genoemde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

de hoeveelheid (in tonnen) van het betrokken product die in de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 naar de Gemeenschap is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta, voor elk van de 27 lidstaten afzonderlijk en in totaal;

de hoeveelheid (in tonnen) van het betrokken product die in de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van deze verkoop in plaatselijke valuta;

een nauwkeurige beschrijving van de wereldwijde activiteiten van de onderneming in verband met de productie van het betrokken product;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (2) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het betrokken product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door de hierboven gevraagde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat aanvaard wordt dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en de Republiek Korea en met de haar bekende organisaties van producenten-exporteurs.

Omdat het niet zeker is dat een onderneming in de steekproef wordt opgenomen, wordt producenten-exporteurs die voor een individuele dumpingmarge uit hoofde van artikel 17, lid 3, van de basisverordening in aanmerking wensen te komen, aangeraden binnen de in punt 6, onder a) i), van dit bericht vermelde termijn een vragenlijst en het aanvraagformulier voor een behandeling als marktgerichte onderneming of een individuele behandeling (BMO/IB) aan te vragen en deze binnen de in punt 6, onder a) ii), eerste alinea, respectievelijk punt 6, onder d), van dit bericht vermelde termijnen in te dienen. Zie echter ook de laatste zin van punt 5.1, onder b), van dit bericht.

ii)   Steekproef van importeurs

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen en haar binnen de in punt 6, onder b) i), genoemde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

de totale omzet van de onderneming in euro's in de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009;

het totale aantal werknemers;

een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming met betrekking tot het betrokken product;

de hoeveelheid (in tonnen) van het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Taiwan die in de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 in de Gemeenschap is ingevoerd en verkocht en de waarde van deze invoer en verkoop in euro′s;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (3) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door de hierboven gevraagde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat aanvaard wordt dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de haar bekende verenigingen van importeurs.

iii)   Definitieve samenstelling van de steekproeven

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproeven van nut kan zijn, moet binnen de in punt 6, onder b) ii), vermelde termijn worden ingediend.

De Commissie zal de steekproeven pas definitief samenstellen na raadpleging van alle partijen die zich bereid hebben verklaard om in de steekproeven te worden opgenomen.

De in de steekproeven opgenomen ondernemingen moeten binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en moeten medewerking bij het onderzoek verlenen.

Indien onvoldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokken partij minder gunstig zijn (zie punt 8).

b)   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de bedrijfstak van de Gemeenschap, aan de haar bekende verenigingen van producenten in de Gemeenschap, aan de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China en de Republiek Korea, aan de producenten-exporteurs in Taiwan, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs, aan de in de steekproef opgenomen importeurs, aan de haar bekende verenigingen van importeurs en aan de autoriteiten van de betrokken landen van uitvoer.

i)   Producenten-exporteurs in Taiwan

Producenten-exporteurs in Taiwan moeten zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen de in punt 6, onder a) i), vermelde termijn, per fax contact met de Commissie opnemen om te vernemen of zij in de klacht worden genoemd, zodat zij zo nodig een vragenlijst kunnen aanvragen. De in punt 6, onder a) ii), vermelde termijn geldt namelijk voor alle belanghebbenden.

ii)   Producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China en de Republiek Korea die om een individuele dumpingmarge verzoeken

Producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China en de Republiek Korea die, overeenkomstig artikel 17, lid 3, en artikel 9, lid 6, van de basisverordening, voor een individuele dumpingmarge in aanmerking wensen te komen, moeten de vragenlijst binnen de in punt 6, onder a) ii), vermelde termijn ingevuld terugsturen. Deze vragenlijst moet daarom binnen de in punt 6, onder a) i), vermelde termijn worden aangevraagd. Ook als de Commissie van een steekproef van producenten-exporteurs gebruikmaakt, kan zij besluiten geen individuele dumpingmarges te berekenen, omdat individuele onderzoeken bij een groot aantal producenten-exporteurs zo veel werk kunnen meebrengen dat een tijdige voltooiing van het onderzoek niet mogelijk is.

c)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en ook andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a) ii), genoemde termijn hebben ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen die hierom verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder a) iii), genoemde termijn worden ingediend.

d)   Selectie van het land met een markteconomie

Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening wordt overwogen de Verenigde Staten van Amerika te kiezen als geschikt land met een markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor de Volksrepubliek China. Opmerkingen over deze keuze moeten binnen de in punt 6, onder c), vermelde bijzondere termijn worden toegezonden.

e)   Verzoeken om behandeling als marktgerichte onderneming of individuele behandeling

Voor producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China die daarom verzoeken en die kunnen aantonen dat zij op marktvoorwaarden werken (dat wil zeggen dat zij voldoen aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening) zal de normale waarde worden vastgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening. Deze verzoeken moeten, van bewijsmateriaal vergezeld, binnen de in punt 6, onder d), vermelde bijzondere termijn worden ingediend. De Commissie zal aanvraagformulieren toezenden aan de in de klacht genoemde of in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China, aan alle in de klacht genoemde verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China. Dat formulier kan door de indiener van het verzoek ook worden gebruikt om te vragen om een individuele behandeling, in welk geval moet worden voldaan aan de criteria van artikel 9, lid 5, van de basisverordening.

5.2.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap

Wanneer komt vast te staan dat er inderdaad sprake is van dumping en dat hierdoor schade is geleden, zal in overeenstemming met artikel 21 van de basisverordening een besluit worden genomen over de vraag of de vaststelling van antidumpingmaatregelen niet indruist tegen het belang van de Gemeenschap. Daarom kan de Commissie vragenlijsten toesturen aan de haar bekende tot de bedrijfstak van de Gemeenschap behorende producenten, importeurs, hun representatieve verenigingen, representatieve gebruikers en representatieve consumentenorganisaties. Deze partijen, en ook die welke de Commissie niet bekend zijn, kunnen, indien zij aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, binnen de in punt 6, onder a) ii), genoemde algemene termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de in punt 6, onder a) iii), vermelde termijn om een mondeling onderhoud verzoeken onder opgave van de redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 van de basisverordening wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

6.   Termijnen

a)   Algemene termijnen

i)   Om een vragenlijst of andere formulieren aan te vragen

Vragenlijsten en andere formulieren dienen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen 10 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie te worden aangevraagd.

ii)   Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere informatie toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken. Alle bij deze procedure betrokken producenten-exporteurs die een aanvraag voor een individueel onderzoek willen indienen overeenkomstig artikel 17, lid 3, van de basisverordening moeten, tenzij anders vermeld, binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hun antwoorden op de vragenlijst verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de bovengenoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

Ondernemingen die in een steekproef zijn opgenomen, moeten de vragenlijst binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn ingevuld terugsturen.

iii)   Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

b)   Bijzondere termijn voor de samenstelling van de steekproef

i)

De Commissie moet de in punt 5.1, onder a) i) en ii), bedoelde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben ontvangen, daar zij de ondernemingen die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie over de definitieve samenstelling van de steekproef wil raadplegen.

ii)

Alle andere informatie die voor het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn, als bedoeld in punt 5.1, onder a) ii), moet uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.

iii)

De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen ondernemingen moeten uiterlijk 37 dagen nadat hun is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.

c)   Bijzondere termijn voor de selectie van het land met een markteconomie

Belanghebbenden kunnen opmerkingen maken over de selectie van de Verenigde Staten van Amerika als beoogd geschikt land met een markteconomie om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen (zie punt 5.1, onder d)). Deze opmerkingen moeten uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.

d)   Bijzondere termijn voor het indienen van verzoeken om als marktgerichte onderneming te worden behandeld en/of een individuele behandeling te krijgen

Met redenen omklede verzoeken om behandeling als marktgerichte onderneming (zie punt 5.1, onder e)) en/of een individuele behandeling overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening moeten, tenzij anders vermeld, uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.

7.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (4) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een nietvertrouwelijke versie met de vermelding „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie:

European Commission

Directorate-General for Trade

Directorate B

Office: N-105 04/092

1049 Brussels

BELGIUM

Fax +32 22956505

8.   Niet-medewerking

Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert, deze niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies, zowel in positieve als in negatieve zin, worden getrokken.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze informatie buiten beschouwing gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

9.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5).

11.   Hearing

Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de bevoegde ambtenaar van DG Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de voor de hearing bevoegde ambtenaar op de website van het directoraat-generaal Handel (http://ec.europa.eu/trade).


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden onderneming”, zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(3)  Zie voetnoot 2.

(4)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).

(5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.