17.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 137/6


SAMENVATTING VAN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2008

betreffende een procedure overeenkomstig artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/38695 — Natriumchloraat)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 2626)

(Alleen de teksten in de Engelse en Franse taal zijn authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 137/06

1.   INLEIDING

(1)

Op 11 juni 2008 nam de Commissie een beschikking aan betreffende een procedure krachtens artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van de beschikking — met inbegrip van de opgelegde sancties —, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

(2)

De beschikking is gericht tot 8 rechtspersonen: EKA Chemicals AB en haar moedermaatschappij Akzo Nobel NV; Arkema France SA en haar moedermaatschappij tijdens de periode van de inbreuk, Elf Aquitaine SA; Finnish Chemicals Oy en haar moedermaatschappij tijdens de periode van de inbreuk Erikem Luxembourg SA; en Aragonesas Industrias y Energia SAU en haar moedermaatschappij tijdens de periode van de inbreuk Uralita SA, wegens een inbreuk op de bepalingen van artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst.

(3)

Een niet-vertrouwelijke versie van de beschikking is te vinden op de website van het directoraat-generaal Concurrentie, op het volgende adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html

2.   PROCEDURE

(4)

Deze zaak werd geopend na een op 28 maart 2003 door EKA Chemicals AB ingediend verzoek om immuniteit. Op 30 september 2003 verleende de Commissie EKA Chemicals AB voorwaardelijke immuniteit voor geldboeten overeenkomstig punt 15 van de clementiemededeling van 2002 (1). Daarna verzocht Arkema France SA op 18 oktober 2004 om immuniteit tegen geldboeten of, subsidiair, een vermindering van geldboeten. Op 29 oktober 2004 verzocht Finnish Chemicals Oy om een vermindering van geldboeten krachtens deel B van de clementiemededeling van 2002.

(5)

Verschillende schriftelijke verzoeken om inlichtingen werden gericht aan de bij de concurrentiebeperkende regelingen betrokken ondernemingen, alsook aan andere producenten van natriumchloraat en de betrokken brancheorganisatie.

(6)

Bij brief van 11 juli 2007 heeft de Commissie Finnish Chemicals Oy schriftelijk in kennis gesteld van haar voornemen om de onderneming overeenkomstig de clementiemededeling een vermindering van 30-50 % van de geldboete toe te staan. Arkema France SA werd schriftelijk in kennis gesteld van het voornemen van de Commissie om haar verzoek in het kader van de clementiemededeling van 2002 te verwerpen.

(7)

De mededeling van punten van bezwaar werd op 27 juli 2007 aangenomen en op 1 augustus 2007 aan alle partijen meegedeeld. Op 20 november 2007 vond een mondelinge hoorzitting plaats.

(8)

Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtspositie bracht een gunstig advies uit op 28 mei 2008 en 6 juni 2008.

3.   SAMENVATTING VAN DE INBREUK

(9)

Het betrokken product, natriumchloraat, is een sterk oxiderende stof die vooral gebruikt wordt voor de vervaardiging van chloordioxide, dat op zijn beurt dient voor het bleken van chemische pulp in de pulp- en papierindustrie. Andere toepassingen zijn de zuivering van drinkwater, het bleken van textiel, gebruik als herbicide en de raffinage van uranium. In 1999 bedroeg de marktwaarde voor natriumchloraat in de EER naar schatting ongeveer 203 miljoen EUR. De vier bij de inbreuk betrokken ondernemingen hadden een geraamd marktaandeel van ongeveer 93 %, d.w.z. tussen 185 en 195 miljoen EUR.

(10)

In de beschikking wordt geconcludeerd dat EKA Chemicals AB, Finnish Chemicals Oy, Arkema France SA en Aragonesas Industrias y Energia SA tussen 21 september 1994 en 9 februari 2000 deelgenomen hebben aan een kartel met het oog op de verdeling van de natriumchloraatmarkt door verkoopvolumes toe te wijzen en de prijzen van het product op de EER-markt vast te stellen en/of in stand te houden. De partijen hebben ook informatie uitgewisseld om de tenuitvoerlegging van de onrechtmatige afspraken te vergemakkelijken en/of te controleren.

(11)

De betrokken ondernemingen hadden een strategie die erin bestond de natriumchloraatmarkt te stabiliseren, om uiteindelijk de verkoopvolumes voor natriumchloraat onder elkaar te kunnen verdelen, het prijsbeleid ten opzichte van de klanten te coördineren en zo de marges te maximaliseren. Voorts werd aangetoond dat de concurrenten geprobeerd hebben de onrechtmatige afspraken op de markt uit te voeren door de natriumchloraatprijzen met de respectieve klanten opnieuw te onderhandelen.

(12)

In de beschikking wordt relatief gedetailleerd beschreven welke bewijzen gevonden werden van de talrijke bi-, tri-, en multilaterale bijeenkomsten en/of telefonische gesprekken tussen vertegenwoordigers van EKA Chemicals AB, Finnish Chemicals Oy, Arkema France SA en Aragonesas Industrias y Energia SA waarbij telkens verkoopvolumes en/of prijzen werden besproken en gevoelige commerciële informatie werd uitgewisseld.

4.   CORRIGERENDE MAATREGELEN

4.1.1.   Basisbedrag van de geldboete

(13)

Om het basisbedrag van de geldboete vast te stellen wordt uitgegaan van de waarde van de op de desbetreffende geografische markt verkochte producten van elke onderneming in het laatste volledige jaar waarin zij aan de inbreuk heeft deelgenomen („variabel bedrag”), vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de inbreuk geduurd heeft, verhoogd met een eveneens aan de hand van de omzet berekend bedrag („toetredingsrecht”), waarmee wordt beoogd ondernemingen ervan te weerhouden aan horizontale prijsafspraken deel te nemen.

(14)

Nadat verscheidene factoren zijn onderzocht, in het bijzonder de aard van de inbreuk, het gecumuleerde marktaandeel en de geografische reikwijdte van de inbreuk, wordt in de beschikking in dit geval zowel een variabel bedrag als een toetredingsrecht van 19 % vastgelegd.

(15)

Rekening houdend met de duur van de inbreuk voor de afzonderlijke betrokken rechtspersonen, wordt het variabele bedrag met 5,5 vermenigvuldigd in het geval van EKA Chemicals AB, Akzo Nobel NV en Finnish Chemicals Oy, met 5 in het geval van Arkema France SA en Elf Aquitaine SA, met 3,5 in het geval van Aragonesas Industrias y Energia SAU en Uralita SA en met 3 in het geval van Erikem Luxembourg SA.

4.2.   Aanpassingen van het basisbedrag

4.2.1.   Verzwarende omstandigheden: recidive

(16)

Ten tijde van de inbreuk was Arkema France SA reeds betrokken geweest bij drie eerdere beschikkingen van de Commissie betreffende kartelpraktijken. In de beschikking wordt geconcludeerd dat dit een verhoging met 90 % van het basisbedrag van de Arkema France SA op te leggen geldboete rechtvaardigt.

4.2.2.   Verzachtende omstandigheden

(17)

De partijen hebben verzocht een aantal verzachtende omstandigheden in aanmerking te nemen, zoals een passieve of geringe rol in het kartel, vroege beëindiging van de inbreuk, beperkte betrokkenheid bij de inbreuk, daadwerkelijke medewerking buiten de clementiemededeling om, niet-uitvoering van kartelafspraken en dwangmaatregelen. Al deze aanspraken werden in de beschikking verworpen.

4.2.3.   Specifieke verhoging met het oog op afschrikking

(18)

Aangezien het noodzakelijk is erop toe te zien dat de geldboeten een voldoende afschrikkende werking hebben en gelet op de grote omvang van de omzet van Elf Aquitaine buiten die waarop de inbreuk betrekking heeft, wordt de deze onderneming op te leggen geldboete in de beschikking met 10 % verhoogd.

4.3.   Toepassing van het omzetplafond van 10 %

(19)

Het in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 vastgelegde maximum van 10 % van de wereldwijde omzet is bereikt bij de Finnish Chemicals Oy en Erikem Luxembourg SA op te leggen geldboeten. Deze geldboeten worden dienovereenkomstig aangepast.

4.4.   Toepassing van de clementiemededeling van 2002: vermindering van geldboeten

(20)

EKA Chemicals AB, Arkema France SA en Finnish Chemicals Oy hebben tijdens verschillende fases van het onderzoek hun medewerking verleend aan de Commissie met het oog op een gunstige behandeling zoals uiteengezet is in de clementiemededeling van 2002, welke van toepassing is op onderhavige zaak.

4.4.1.   Immuniteit

(21)

EKA Chemicals AB was de eerste onderneming die de Commissie in kennis gesteld heeft van het bestaan van een kartel in de sector natriumchloraat, met gevolgen voor de EER-markt. EKA Chemicals AB komt derhalve in aanmerking voor immuniteit.

4.2.2.   Vermindering van geldboeten

(22)

Arkema France SA was de tweede onderneming die contact opnam met de Commissie. In de beschikking wordt geconcludeerd dat Arkema France SA geen bewijsmateriaal heeft verstrekt dat een significant toegevoegde waarde heeft in de zin van de punten 21 en 22 van de clementiemededeling. Derhalve heeft de Commissie deze onderneming geen vermindering van de geldboeten verleend.

(23)

Finnish Chemicals, die eveneens een verzoek heeft ingediend krachtens de clementiemededeling van 2002, werd voor haar medewerking beloond met een vermindering van de geldboete met 50 %.

5.   BESCHIKKING

(24)

De volgende ondernemingen hebben inbreuk gepleegd op artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst door, gedurende de aangegeven periodes, deel te nemen aan een complex geheel van overeenkomsten en onderling afgestemde gedragingen met het oog op de toewijzing van verkoopvolumes, de vaststelling van prijzen, de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie over prijzen en verkoopvolumes en de controle op de uitvoering van de concurrentiebeperkende afspraken met betrekking tot natriumchloraat op de EER-markt:

a)

EKA Chemicals AB,

b)

Akzo Nobel NV,

c)

Finnish Chemicals Oy,

d)

Erikem Luxembourg SA,

e)

Arkema France SA,

f)

Elf Aquitaine SA,

g)

Aragonesas Industrias y Energia SAU,

h)

Uralita SA.

(25)

Wegens deze inbreuken worden de volgende geldboeten opgelegd:

a)

EKA Chemicals AB en Akzo Nobel NV, hoofdelijk en gezamenlijk

:

0 EUR

b)

Finnish Chemicals Oy

:

10 150 000 EUR

waarvan hoofdelijk en gezamenlijk, met Erikem Luxembourg SA (in liquidatie)

:

50 900 EUR

c)

Arkema France SA en Elf Aquitaine SA, hoofdelijk en gezamenlijk

:

22 700 000 EUR

d)

Arkema France SA

:

20 430 000 EUR

e)

Elf Aquitaine SA

:

15 890 000 EUR

f)

Aragonesas Industrias y Energia SAU en Uralita SA, hoofdelijk en gezamenlijk

:

9 900 000 EUR.

(26)

De hierboven genoemde ondernemingen wordt bevolen onmiddellijk een einde te maken aan de inbreuk, voor zover zij dat nog niet gedaan hebben, en zich voortaan te onthouden van iedere in punt 22 beschreven handeling of gedraging, alsook van iedere handeling of gedraging die dezelfde of gelijkaardige doelstellingen of gevolgen heeft.


(1)  PB C 45 van 19.2.2002, blz. 3.