16.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 136/3


Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde soorten staatssteun

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 136/03

1.   INLEIDING

1.

Deze mededeling betreft een vereenvoudigde procedure waarmee de Commissie, in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaat, bepaalde categorieën steunmaatregelen van de staten versneld beoogt te onderzoeken. Daarbij onderzoekt de Commissie alleen of die steunmaatregelen in overeenstemming zijn met de bestaande regels en praktijk, zonder enige discretionaire bevoegdheid uit te oefenen. Uit de ervaring die de Commissie heeft opgedaan met de toepassing van artikel 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en de verordeningen, kaderregelingen, richtsnoeren en mededelingen die op grond van artikel 87 zijn vastgesteld (1), blijkt dat bepaalde categorieën aangemelde steun doorgaans worden goedgekeurd zonder dat twijfel ontstaat over hun verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt, voor zover er geen sprake was van bijzondere omstandigheden. Deze categorieën steun worden in onderdeel 2 nader beschreven. Op de overige, bij de Commissie aangemelde steunmaatregelen zijn de desbetreffende procedures (2) en gewoonlijk de Gedragscode voor een goed verloop van de staatssteunprocedures (3) van toepassing.

2.

Deze mededeling beschrijft onder welke voorwaarden de Commissie gewoonlijk een beschikking in verkorte vorm zal geven, waarbij bepaalde soorten staatssteun op grond van de vereenvoudigde procedure verenigbaar worden verklaard met de gemeenschappelijke markt. Voorts beoogt deze mededeling richtsnoeren te verstrekken met betrekking tot de procedure zelf. Wanneer aan alle in deze mededeling genoemde eisen is voldaan, stelt de Commissie alles in het werk om binnen 20 werkdagen na de aanmelding van de steun een beschikking in verkorte vorm te geven, waarbij zij vaststelt dat er geen sprake is van steun dan wel geen bezwaren zijn, zulks overeenkomstig artikel 4, lid 2 of lid 3, van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (4).

3.

Indien echter één van de in de punten 6 tot en met 12 van deze mededeling genoemde beperkingen of uitzonderingen van toepassing is, past de Commissie de normale procedure voor aangemelde steun toe, als beschreven in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 659/1999, waarna zij een beschikking in onverkorte vorm geeft overeenkomstig artikel 4 en/of artikel 7 van die verordening. In elk geval zijn alleen de in artikel 4, lid 5, en artikel 7, lid 6, van Verordening (EG) nr. 659/1999 genoemde termijnen juridisch afdwingbaar.

4.

Met de in de volgende punten uiteengezette procedure wil de Commissie het toezicht van de Gemeenschap op staatssteun beter voorspelbaar en efficiënter maken, overeenkomstig de algemene beginselen van het Actieplan Staatssteun — Minder en beter gerichte staatssteun: een routekaart voor de hervorming van het staatssteunbeleid (2005-2009) (5). Deze mededeling draagt daarmee ook bij tot de strategie voor vereenvoudiging die de Commissie in oktober 2005 is gestart (6). Deze mededeling mag niet zo worden uitgelegd dat steun die geen steunmaatregel van de staten is in de zin van artikel 87 van het Verdrag, bij de Commissie moet worden aangemeld, ofschoon niets de lidstaten belet om dergelijke steun om redenen van rechtszekerheid aan te melden.

2.   VOOR DE VEREENVOUDIGDE PROCEDURE IN AANMERKING KOMENDE CATEGORIEËN STAATSSTEUN

In aanmerking komende categorieën staatssteun

5.

De volgende categorieën maatregelen komen in principe in aanmerking voor behandeling in het kader van de vereenvoudigde procedure:

a)

Categorie 1: Steunmaatregelen die onder de „standaardbeoordeling” van bestaande kaderregelingen of richtsnoeren vallen

Steunmaatregelen die onder de „standaardbeoordeling” (de zogenoemde „veilige haven”-punten (7) vallen, of onder soortgelijke typen beoordelingsregels (8) van horizontale richtsnoeren of kaderregelingen die niet onder de algemene groepsvrijstellingsverordening vallen, komen in principe in aanmerking voor behandeling in het kader van de vereenvoudigde procedure.

De vereenvoudigde procedure zal slechts worden toegepast wanneer, aan het einde van de fase voorafgaand aan de aanmelding (zie de punten 13 tot en met 16), de Commissie zich ervan heeft vergewist dat aan alle materiële en procedurele vereisten als vastgelegd in de toepasselijke onderdelen van de respectieve instrumenten is voldaan. Dit houdt in dat in de fase vóór de aanmelding wordt bevestigd dat de aangemelde steunmaatregel prima facie aan de in de toepasselijke horizontale instrumenten nader uiteengezette voorwaarden voldoet wat betreft:

type begunstigden

subsidiabele kosten

steunintensiteiten en verhogingen

individueel aanmeldingsplafond of maximaal steunbedrag

gebruikt soort steuninstrument

cumulering

stimulerend effect

transparantie

uitsluiting van begunstigden die het onderwerp zijn van een nog lopend terugvorderingsbevel (9).

De typen maatregelen in deze categorie waarvoor de Commissie bereid is toepassing van de vereenvoudigde procedure te overwegen, zijn met name:

i)

risicokapitaalmaatregelen in een andere vorm dan deelneming in een private-equity-investeringsfonds, welke voldoen aan alle andere voorwaarden van punt 4 van de richtsnoeren inzake risicokapitaalinvesteringen (10);

ii)

milieu-investeringssteun die voldoet aan de voorwaarden van punt 3 van de richtsnoeren inzake milieusteun:

waarvan de subsidiabele kosten zijn vastgesteld op basis van een berekening van de volledige kosten, overeenkomstig punt 82 van de richtsnoeren inzake milieusteun (11); of

die een milieu-innovatiebonus omvatten waarvan is aangetoond dat deze in overeenstemming is met punt 78 van de richtsnoeren inzake milieusteun (12);

iii)

steun voor jonge innovatieve ondernemingen verleend in overeenstemming met punt 5.4 van de kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie en waarvan het innovatieve karakter bepaald wordt op basis van punt 5.4, onder b), i), van de kaderregeling (13);

iv)

steun voor innovatieclusters verleend in overeenstemming met de punten 5.8 en 7.1 van de kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie;

v)

steun voor proces- en organisatorische innovatie in diensten overeenkomstig punt 5.5 van de kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie;

vi)

regionale ad-hocsteun onder de drempel voor individuele aanmelding die is vastgesteld in punt 64 van de richtsnoeren inzake regionale steun (14);

vii)

reddingssteun in de industrie- en dienstensector (met uitzondering van de financiële sector) die aan alle materiële vereisten van de punten 3.1.1 en 3.1.2 van de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun (15) voldoet;

viii)

reddings- en herstructureringsregelingen voor kleine ondernemingen die aan alle voorwaarden van punt 4 van de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun (16) voldoen;

ix)

ad-hoc-herstructureringssteun voor KMO’s, mits deze aan alle voorwaarden voldoet die zijn vastgelegd in punt 3 van de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun (17);

x)

exportkredieten in de scheepsbouw die voldoen aan alle voorwaarden van punt 3.3.4 van de kaderregeling voor de scheepsbouw (18);

xi)

audiovisuele-steunregelingen die aan alle voorwaarden van punt 2.3 van de mededeling inzake film voldoen wat betreft de ontwikkeling, productie, distributie en promotie van audiovisuele werken (19);

De bovenstaande lijst dient ter illustratie en kan veranderen als gevolg van toekomstige herzieningen van de op dit moment van toepassing zijnde instrumenten of de vaststelling van nieuwe instrumenten. De Commissie kan de lijst van tijd tot tijd herzien om deze in overeenstemming te brengen met de toepasselijke regels inzake staatssteun.

b)

Categorie 2: Maatregelen die met de vaste beschikkingspraktijk van de Commissie overeenkomen

Steunmaatregelen waarvan de kenmerken overeenkomen met die van steunmaatregelen die in ten minste drie eerdere beschikkingen van de Commissie (hierna „eerdere beschikkingen” genoemd) zijn goedgekeurd, en waarvan de beoordeling derhalve onmiddellijk op basis van de vaste beschikkingspraktijk van de Commissie kan geschieden, komen in principe in aanmerking voor behandeling in het kader van de vereenvoudigde procedure. Slechts beschikkingen van de Commissie die in de laatste tien jaar voor de datum van het eerste contact voorafgaand aan de aanmelding zijn gegeven (zie punt 14), gelden als „eerdere beschikking”.

De vereenvoudigde procedure zal slechts worden toegepast wanneer, aan het einde van de fase voorafgaand aan de aanmelding (zie de punten 13-16), de Commissie zich ervan heeft vergewist dat aan de materiële en procedurele voorwaarden die voor de eerdere beschikkingen golden, is voldaan, met name wat betreft de doelstellingen en algemene opzet van de maatregel, de typen begunstigden, de subsidiabele kosten, de individuele aanmeldingsplafonds, de steunintensiteiten en eventueel toepasselijke verhogingen, cumuleringsbepalingen, stimulerend effect en transparantievereisten. Voorts kan de Commissie overeenkomstig punt 11 terugvallen op de normale procedure wanneer de aangemelde steunmaatregel een onderneming zou kunnen begunstigen die het voorwerp is van een nog lopend terugvorderingsbevel als gevolg van een beschikking van de Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard (zogenoemde Deggendorf-omstandigheden).

De typen maatregelen in deze categorie waarvoor de Commissie bereid is toepassing van de vereenvoudigde procedure te overwegen, zijn met name:

i)

steunmaatregelen voor het behoud van nationaal cultureel erfgoed die verband houden met activiteiten betreffende historische, archeologische vindplaatsen of nationale monumenten, mits de steun zich beperkt tot „instandhouding van het cultureel erfgoed” in de zin van artikel 87, lid 3, onder d), van het Verdrag (20);

ii)

steunregelingen voor activiteiten op het gebied van theater, dans en muziek (21);

iii)

steunregelingen voor de bevordering van minderheidstalen (22);

iv)

steunmaatregelen ten gunste van uitgeverijen (23);

v)

steunmaatregelen voor breedbandaansluiting in plattelandsgebieden (24);

vi)

garantieregelingen voor de financiering van de scheepsbouw (25);

vii)

steunmaatregelen die aan alle andere toepasselijke voorwaarden van de algemene groepsvrijstellingsverordening voldoen, maar van de toepassing daarvan zijn uitgesloten om een van de volgende redenen:

de betrokken maatregelen vormen „ad-hocsteun”  (26);

de betrokken maatregelen worden in niet-transparante vorm (artikel 5 van de algemene groepsvrijstellingsverordening) verleend, maar hun bruto subsidie-equivalent wordt berekend op basis van een methode die door de Commissie in drie na 1 januari 2007 gegeven afzonderlijke beschikkingen is goedgekeurd;

viii)

maatregelen ter ondersteuning van de ontwikkeling van plaatselijke infrastructuur die geen staatssteun vormen in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag, omdat de betrokken maatregel, gezien de specifieke kenmerken van het geval, geen effect heeft op het intracommunautaire handelsverkeer (27);

ix)

de verlenging en/of wijziging van bestaande regelingen waarop de vereenvoudigde procedure van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (28) niet kan worden toegepast (zie categorie 3), bijvoorbeeld de aanpassing van bestaande regelingen aan nieuwe horizontale richtsnoeren (29).

Deze lijst dient slechts ter illustratie, aangezien de exacte omvang van deze categorie kan evolueren naar gelang van de beschikkingspraktijk van de Commissie. De Commissie kan de lijst van tijd tot tijd herzien om deze in overeenstemming te brengen met de zich ontwikkelende praktijk.

c)

Categorie 3: Verlenging of uitbreiding van bestaande regelingen

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 794/2004 voorziet in een vereenvoudigde aanmeldingsprocedure voor bepaalde wijzigingen in bestaande steun. Overeenkomstig dat artikel moeten „de volgende wijzigingen in bestaande steun worden aangemeld door middel van het in bijlage II opgenomen formulier voor vereenvoudigde aanmelding:

a)

verhogingen van de voor een goedgekeurde steunregeling voorziene middelen met meer dan 20 procent;

b)

de verlenging van een bestaande goedgekeurde steunregeling voor een periode tot zes jaar, al dan niet met een verhoging van de voorziene middelen;

c)

de aanscherping van de criteria voor de toepassing van een goedgekeurde steunregeling, een verlaging van de steunintensiteit of van de in aanmerking komende uitgaven”.

Deze mededeling doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om artikel 4 van Verordening (EG) nr. 794/2004 toe te passen. De Commissie nodigt de aanmeldende lidstaat evenwel uit om in overeenstemming met deze mededeling te handelen en zich vóór de aanmelding van de betrokken steunmaatregelen tot de Commissie te wenden met gebruikmaking van het in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 794/2004 vervatte formulier voor vereenvoudigde aanmelding. De Commissie zal de betrokken lidstaat, in de context van deze procedure, ook verzoeken in te stemmen met de bekendmaking op de website van de Commissie van de samenvatting van de aanmelding.

Beperkingen en uitzonderingen

6.

Aangezien de vereenvoudigde procedure enkel van toepassing is op steun die is aangemeld op grond van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, is onrechtmatige steun uitgesloten. Vanwege de specifieke kenmerken van de betrokken sectoren is de vereenvoudigde procedure evenmin van toepassing op steun voor activiteiten in de visserij en aquacultuur, activiteiten in verband met de primaire productie van landbouwproducten of activiteiten in verband met de verwerking of het op de markt brengen van landbouwproducten. Verder zal de vereenvoudigde procedure niet met terugwerkende kracht worden toegepast op maatregelen ten aanzien waarvan het begin van de fase voorafgaand aan de aanmelding vóór 1 september 2009 ligt.

7.

Bij de beoordeling van de vraag of aangemelde steun onder één van de in punt 5 genoemde in aanmerking komende categorieën valt, ziet de Commissie erop toe dat de van toepassing zijnde kaderregelingen of richtsnoeren en/of de vaste beschikkingspraktijk van de Commissie op basis waarvan de aangemelde steunmaatregel moet worden beoordeeld, alsmede alle relevante feitelijke omstandigheden, voldoende duidelijk worden vastgesteld. Aangezien de volledigheid van de aanmelding een belangrijk element is bij de vraag of de vereenvoudigde procedure moet worden toegepast, wordt de aanmeldende lidstaat verzocht alle relevante informatie, inclusief eerdere beschikkingen waarop hij zich beroept, voor zover van toepassing, aan het begin van de fase voorafgaand aan de aanmelding (zie punt 14) te verstrekken.

8.

Indien het aanmeldingsformulier niet volledig is of misleidende dan wel onjuiste informatie bevat, zal de Commissie de vereenvoudigde procedure niet toepassen. Ook indien de aanmelding nieuwe juridische vraagstukken van algemeen belang betreft, zal de Commissie gewoonlijk de vereenvoudigde procedure niet toepassen.

9.

Hoewel doorgaans mag worden aangenomen dat steunmaatregelen die binnen de in punt 5 genoemde categorieën vallen, geen twijfel doen rijzen over de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt, kan er toch sprake zijn van bijzondere omstandigheden, die een nader onderzoek vereisen. In die gevallen kan de Commissie altijd terugvallen op de normale procedure.

10.

Enkele voorbeelden van de bedoelde bijzondere omstandigheden zijn: bepaalde vormen van steun die nog niet zijn getoetst in de beschikkingspraktijk van de Commissie, eerdere beschikkingen die de Commissie mogelijk opnieuw beoordeelt in het licht van recente rechtspraak of ontwikkelingen op de gemeenschappelijke markt, nieuwe technische vraagstukken, of vraagstukken met betrekking tot de verenigbaarheid van de maatregel met andere bepalingen van het Verdrag (bijvoorbeeld het discriminatieverbod, de vier vrijheden, enz.).

11.

De Commissie valt terug op de normale procedure wanneer de aangemelde steunmaatregel een onderneming zou kunnen begunstigen die het voorwerp is van een nog lopend terugvorderingsbevel als gevolg van een beschikking van de Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard (zogenoemde Deggendorf-omstandigheden).

12.

Tot slot, wanneer belanghebbenden binnen de in punt 21 van deze mededeling genoemde termijn hun ter dege gemotiveerde bezwaren kenbaar maken, valt de Commissie terug op de normale procedure (30) en stelt zij de lidstaat daarvan in kennis.

3.   PROCEDURELE BEPALINGEN

Contacten voorafgaand aan de aanmelding

13.

De Commissie heeft de contacten met de aanmeldende lidstaat vóórdat deze de aanmelding doet, ook in kennelijk eenvoudige zaken als nuttig ervaren. Dergelijke contacten bieden de Commissie en de lidstaten met name de gelegenheid om in een vroeg stadium te bepalen welke de relevante instrumenten of eerdere beschikkingen van de Commissie zijn, al naargelang het geval, hoe complex de beoordeling van de Commissie naar verwachting zal zijn en wat de reikwijdte en diepgang zijn van de informatie die de Commissie nodig heeft om de zaak volledig te kunnen beoordelen.

14.

Gezien de beperkte tijd die in het kader van de vereenvoudigde procedure beschikbaar is, is de beoordeling van een staatssteunmaatregel in het kader van de vereenvoudigde procedure alleen mogelijk indien de lidstaat vóór de aanmelding contact heeft gehad met de Commissie. In dit verband wordt de lidstaat verzocht, via de IT-applicatie van de Commissie, een ontwerp-aanmeldingsformulier in te dienen met de benodigde formulieren voor aanvullende informatie als bedoeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 794/2004, inclusief, voor zover van toepassing, relevante eerdere beschikkingen. De betrokken lidstaat kan de Commissie in deze fase ook verzoeken om te worden vrijgesteld van het invullen van bepaalde delen van het aanmeldingsformulier. De lidstaat en de Commissie kunnen tijdens het contact voorafgaand aan de aanmelding ook afspreken dat de lidstaat in die fase geen ontwerp-aanmeldingsformulier en begeleidende informatie hoeft over te leggen. Een dergelijke afspraak zou bijvoorbeeld zinvol zijn kunnen vanwege het repetitieve karakter van bepaalde steunmaatregelen (zie bijvoorbeeld de in punt 5, onder c), van deze mededeling genoemde categorie). In dit verband kan de lidstaat worden verzocht direct tot aanmelding over te gaan wanneer de Commissie uitvoerige discussie over de voorgenomen steunmaatregelen niet nodig acht.

15.

Binnen twee weken na ontvangst van het ontwerp-aanmeldingsformulier brengen de diensten van de Commissie een eerste contact tot stand. De Commissie stimuleert het onderhouden van contact per e-mail of telefonisch vergaderen en organiseert, op verzoek van de betrokken lidstaat, ook bijeenkomsten. Binnen vijf werkdagen na het laatste contact in deze fase laten de diensten van de Commissie de betrokken lidstaat weten of zij van mening zijn dat de zaak prima facie in aanmerking komt voor behandeling in het kader van de vereenvoudigde procedure, welke informatie eventueel nog moet worden ingediend wil de zaak voor die procedure in aanmerking komen, dan wel of de zaak al dan niet moet worden behandeld in het kader van de normale procedure.

16.

De indicatie van de diensten van de Commissie dat de betrokken zaak kan worden behandeld in het kader van de vereenvoudigde procedure, impliceert dat de lidstaat en de diensten van de Commissie het prima facie eens zijn dat de informatie die in de fase voorafgaand aan de aanmelding is verstrekt, in geval van formele aanmelding als volledige aanmelding geldt. Zodra de maatregel formeel wordt aangemeld, zou de Commissie deze dan in principe kunnen goedkeuren op basis van een aanmeldingsformulier waarin het resultaat van de contacten voorafgaand aan de aanmelding is opgenomen, zonder verder verzoek om informatie.

Aanmelding

17.

De lidstaat moet de betrokken steunmaatregel uiterlijk 2 maanden na ontvangst van de mededeling van de diensten van de Commissie dat de steunmaatregel prima facie voor behandeling volgens de vereenvoudigde procedure in aanmerking komt, aanmelden. Voor zover de aanmelding wijzigingen bevat ten opzichte van de informatie die in de vóór de aanmelding ingediende stukken is verstrekt, moet dit duidelijk in het aanmeldingsformulier worden aangegeven.

18.

Bij de indiening van de aanmelding door de lidstaat begint de in punt 2 bedoelde termijn te lopen.

19.

De vereenvoudigde procedure voorziet niet in een specifiek vereenvoudigd aanmeldingsformulier. Behalve met betrekking tot gevallen van de in punt 5, onder c), van deze mededeling genoemde categorie, moet de aanmelding worden verricht op basis van de standaardaanmeldingsformulieren van Verordening (EG) nr. 794/2004.

Publicatie van een samenvatting van de aanmelding

20.

De Commissie publiceert op haar website een samenvatting van de aanmelding, gebaseerd op de informatie die de lidstaat heeft verstrekt met het standaardformulier dat is opgenomen in de bijlage bij deze mededeling. Het standaardformulier bevat een indicatie dat de steunmaatregel op grond van de door de lidstaat verstrekte informatie in aanmerking komt voor toepassing van de vereenvoudigde procedure. Door de Commissie te verzoeken om een aangemelde maatregel te behandelen in het kader van deze mededeling, wordt de betrokken lidstaat geacht ermee in te stemmen dat de in de aanmelding verstrekte informatie, die op de website wordt gepubliceerd overeenkomstig het in de bijlage bij deze mededeling opgenomen formulier, een niet-vertrouwelijk karakter heeft. Verder wordt de lidstaten verzocht duidelijk aan te geven of een aanmelding bedrijfsgeheimen bevat.

21.

Belanghebbenden hebben vervolgens 10 werkdagen om opmerkingen in te dienen (inclusief een niet-vertrouwelijke versie), met name over omstandigheden die mogelijk een grondiger onderzoek vereisen. Indien belanghebbenden met betrekking tot de aangemelde maatregel ter dege gemotiveerde mededingingsbezwaren kenbaar maken, valt de Commissie terug op de normale procedure en deelt zij dit mede aan de lidstaat en de belanghebbenden. De betrokken lidstaat wordt eveneens op de hoogte gesteld van ter dege gemotiveerde bezwaren en krijgt ook de gelegenheid om daarop te reageren.

Beschikking in verkorte vorm

22.

Indien ten genoegen van de Commissie is vastgesteld dat de aangemelde maatregel aan de criteria voor de vereenvoudigde procedure voldoet (zie in het bijzonder punt 5), geeft zij een beschikking in verkorte vorm. De Commissie stelt in dat geval alles in het werk om binnen 20 werkdagen vanaf de datum van aanmelding een beschikking in verkorte vorm te geven, waarbij zij vaststelt dat er geen sprake is van steun dan wel geen bezwaren zijn, overeenkomstig artikel 4, lid 2, of lid 3, van Verordening (EG) nr. 659/1999, tenzij een van de in de punten 6 tot en met 12 van deze mededeling bedoelde beperkingen of uitzonderingen van toepassing is.

Publicatie van de beschikking in verkorte vorm

23.

De Commissie publiceert overeenkomstig artikel 26, lid 1, van Verordening (EG) nr. 659/1999 een bericht van het feit dat de beschikking is gegeven in het Publicatieblad van de Europese Unie. De beschikking in verkorte vorm wordt bekendgemaakt op de website van de Commissie. De beschikking in verkorte vorm bevat een verwijzing naar de beknopte gegevens over de aanmelding zoals die ten tijde van de aanmelding op de website van de Commissie zijn gepubliceerd, een standaardbeoordeling van de maatregel op grond van artikel 87, lid 1, van het Verdrag en, voor zover van toepassing, een verklaring dat de steunmaatregel verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, omdat deze binnen een of meer in punt 5 van deze mededeling genoemde categorieën valt, waarbij de toepasselijke categorieën expliciet worden genoemd en tevens een verwijzing wordt opgenomen naar de toepasselijke horizontale instrumenten en/of eerdere beschikkingen.

4.   SLOTBEPALINGEN

24.

Op verzoek van de betrokken lidstaat zal de Commissie de in deze mededeling vervatte beginselen toepassen op maatregelen die vanaf 1 september 2009 overeenkomstig punt 17 worden aangemeld.

25.

De Commissie kan deze mededeling herzien om zwaarwegende redenen die verband houden met het mededingingsbeleid of om rekening te houden met de ontwikkeling van het recht en de beschikkingspraktijk op het gebied van staatssteun. De Commissie is voornemens deze mededeling vier jaar na haar bekendmaking voor het eerst te evalueren. In dat verband zal de Commissie tevens onderzoeken in hoeverre specifieke vereenvoudigde aanmeldingsformulieren moeten worden ontwikkeld om de uitvoering van deze mededeling te vergemakkelijken.


(1)  Zie, meer bepaald, de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PB C 323 van 30.12.2006, blz. 1), hierna „kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie” genoemd, de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen (PB C 194 van 18.8.2006, blz. 2), hierna „richtsnoeren inzake risicokapitaalinvesteringen” genoemd, de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1), hierna „richtsnoeren inzake milieusteun” genoemd, de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 (PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13), hierna „richtsnoeren inzake regionale steun” genoemd, de mededeling van de Commissie betreffende de verlenging van de kaderregeling inzake staatssteun aan de scheepsbouw (PB C 260 van 28.10.2006, blz. 7), hierna „kaderregeling voor de scheepsbouw” genoemd, de mededeling van de Commissie betreffende de verlenging van de toepassing van de mededeling over de vervolgcontrole van de mededeling van de Commissie over bepaalde juridische aspecten in verband met cinematografische en andere audiovisuele werken (PB C 134 van 16.6.2007, blz. 5), hierna „mededeling inzake film” genoemd, en Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard („de algemene groepsvrijstellingsverordening”) (PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3).

(2)  Maatregelen die bij de Commissie worden aangemeld in de context van de huidige financiële crisis, overeenkomstig de mededelingen van de Commissie „De toepassing van de staatssteunregels op maatregelen in het kader van de huidige wereldwijde financiële crisis genomen met betrekking tot financiële instellingen” (PB C 270 van 25.10.2008, blz. 8), „Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis” (PB C 16 van 22.1.2009, blz. 1) en „Een Europees economisch herstelplan” (COM(2008) 800 definitief van 26.11.2008) vallen niet onder de in deze mededeling bedoelde vereenvoudigde procedure. Er is voorzien in specifieke ad-hocregelingen om die zaken snel af te handelen.

(3)  Zie bladzidje 13 van dit Publicatiebad.

(4)  PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.

(5)  COM(2005) 107 definitief.

(6)  Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap — Een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving, COM(2005) 535 definitief.

(7)  Zoals punt 5 van de kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie, punt 3 van de richtsnoeren inzake milieusteun, en punt 4 van de richtsnoeren inzake risicokapitaalinvesteringen.

(8)  De richtsnoeren inzake regionale steun, punt 3.1.2 van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2), hierna „richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun” genoemd.

(9)  De Commissie zal op de gewone procedure terugvallen wanneer de aangemelde maatregelen een onderneming zou kunnen begunstigen die het voorwerp is van een nog lopend terugvorderingsbevel als gevolg van een eerdere beschikking van de Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard (zogenoemde Deggendorf-omstandigheden. Zie zaak C-188/92, TWD Textilwerke Deggendorf, Jurispr. 1994, blz. I-833.

(10)  Met inbegrip van gevallen waarin de financiële instellingen van de Europese Unie als holdingfonds optreden, voor zover de betrokken risicokapitaalmaatregel onder onderdeel 4 van de richtsnoeren inzake risicokapitaalinvesteringen valt.

(11)  Artikel 18, lid 5, van de algemene groepsvrijstellingsverordening voorziet in een vereenvoudigde methode voor de berekening van de kosten.

(12)  Volgens de algemene groepsvrijstellingsverordening zijn milieu-innovatiebonussen niet vrijgesteld.

(13)  De algemene groepsvrijstellingsverordening geldt alleen in geval van steun ten behoeve van jonge innovatieve ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden van punt 5.4, onder b), ii), van de kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

(14)  In dergelijke gevallen geldt: uit de door de lidstaten te verstrekken informatie moet vooraf blijken dat i) het steunbedrag het plafond voor aanmelding niet overschrijdt (zonder geavanceerde berekeningen van de huidige nettowaarde); ii) de steun een nieuwe investering betreft (geen vervangingsinvestering); en iii) de gunstige effecten van de steun voor de regionale ontwikkeling de verstoring van de mededinging die erdoor ontstaat, compenseren. Zie bijvoorbeeld de beschikking van de Commissie in zaak N 721/2007 (Polen, „Reuters Europe SA”).

(15)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 28/2006 (Polen, Techmatrans), in zaak N 258/2007 (Duitsland, reddingssteun ten gunste van Erich Rohde KG) en in zaak N 802/2006 (Italië, reddingssteun ten gunste van Sandretto Industrie).

(16)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 85/2008 (Oostenrijk, garantieregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen in de regio Salzburg), in zaak N 386/2007 (Frankrijk, regeling voor reddings- en herstructureringssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen) en in zaak N 832/2006 (Italië, reddings- en herstructureringsregeling Valle d'Aosta). Deze benadering is in overeenstemming met artikel 1, lid 7, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

(17)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 92/2008 (Oostenrijk, herstructureringssteun ten gunste van Der Bäcker Legat) en in zaak N 289/2007 (Italië, herstructureringssteun ten gunste van Fiem SRL).

(18)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 76/2008 (Duitsland, verlenging van de CIRR-financieringsregeling voor de export van schepen), in zaak N 26/2008 (Denemarken, wijzigingen in de financieringsregeling voor de export van schepen) en in zaak N 760/2006 (Spanje, verlenging van de exportfinancieringsregeling — Spaanse scheepsbouw).

(19)  Hoewel de criteria van de mededeling alleen rechtstreeks van toepassing zijn op de productieactiviteit, zijn zij in de praktijk tevens van overeenkomstige toepassing op de beoordeling van de verenigbaarheid van de pre- en post-productie van audiovisuele werken, alsmede op het noodzaak- en evenredigheidbeginsel van artikel 87, lid 3, onder d), en artikel 151 van het Verdrag. Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 233/2008 (Letse steunregeling voor film), in zaak N 72/2008 (Spanje, regeling voor de bevordering van film in Madrid), in zaak N 60/2008 (Italië, steun voor film in de regio Sardinië) en in zaak N 291/2007 (Nederlands Film Fonds).

(20)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 393/2007 (Nederland, subsidie ten gunste van NV Bergkwartier), in zaak N 106/2005 (Polen, Hala Ludowa in Wroclaw) en in zaak N 123/2005 (Hongarije, programma voor toerisme en cultuur in Hongarije).

(21)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 340/2007 (Spanje, activiteiten op het gebied van theater, dans en muziek en audiovisuele activiteiten in Baskenland), in zaak N 257/2007 (Spanje, bevordering van theaterproducties in Baskenland) en zaak N 818/99 (Frankrijk, parafiscale belasting op voorstellingen en concerten).

(22)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 776/2006 (Spanje, subsidies voor de ontwikkeling van het gebruik van het Baskisch), in zaak N 49/2007 (Spanje, subsidies voor de ontwikkeling van het gebruik van het Baskisch) en in zaak N 161/2008 (Spanje, steun voor de Baskische taal).

(23)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 687/2006 (Slowakije, steun ten gunste van Kalligram s.r.o. in verband met een tijdschrift), in zaak N 1/2006 (Slovenië, bevordering van de uitgeverijsector in Slovenië) en in zaak N 268/2002 (Italië, steun ten gunste van de uitgeverijsector in Sicilië).

(24)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 264/2006 (Italië, breedband op het platteland in Toscane), in zaak N 473/2007 (Italië, breedbandverbindingen ten behoeve van Alto Adige) en in zaak N 115/2008 (breedband in plattelandsgebieden in Duitsland).

(25)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 325/2006 (Duitsland, verlenging van de garantieregelingen voor de financiering van de scheepsbouw), in zaak N 35/2006 (Frankrijk, garantieregeling voor de financiering van de scheepsbouw en bonding) en in zaak N 253/2005 (Nederland, garantieregeling voor de financiering van de scheepsbouw).

(26)  Ad-hocsteun is vaak uitgesloten van het toepassingsbereik van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Deze uitsluiting geldt voor alle grote ondernemingen (artikel 1, lid 6, van de algemene groepsvrijstellingsverordening), alsmede, in bepaalde omstandigheden, op kleine en middelgrote ondernemingen (zie de artikelen 13 en 14 inzake regionale steun, artikel 16 inzake vrouwelijke ondernemers, artikel 29 inzake steun in de vorm van risicokapitaal en artikel 40 inzake steun voor de aanwerving van kwetsbare werknemers). Wat de specifieke voorwaarden betreft welke voor regionale ad-hocinvesteringssteun gelden, zie voetnoot 14 hierboven. Verder doet deze mededeling geen afbreuk aan andere mededelingen of richtsnoeren van de Commissie waarin gedetailleerde economische beoordelingscriteria worden gegeven voor de verenigbaarheidsanalyse van gevallen waarvoor individuele aanmelding verplicht is.

(27)  Zie de beschikkingen van de Commissie in zaak N 258/2000 (Duitsland, golfslagbad Dorsten), in zaak N 486/2002 (Zweden, steun ten behoeve van een congresgebouw in Visby), in zaak N 610/2001 (Duitsland, programma voor toeristische infrastructuur Baden-Württemberg) en in zaak N 337/2007 (Nederland, steun voor de Bataviawerf — Reconstructie van een schip uit de 17e eeuw). Teneinde te kunnen stellen dat de betrokken maatregel geen effect heeft op het intracommunautaire handelsverkeer, moet de lidstaat volgens de vier genoemde beschikkingen met name de volgende punten aantonen: 1) de steun leidt niet tot het aantrekken van investeringen in de betrokken regio, 2) de door de begunstigde onderneming geproduceerde goederen/diensten hebben een lokaal karakter en/of een geografisch beperkt aantrekkingsgebied, 3) er is niet meer dan een marginaal effect op consumenten uit naburige lidstaten, en 4) het marktaandeel van de begunstigde onderneming is, ongeacht de gehanteerde definitie van de relevante markt, minimaal en de begunstigde maakt geen deel uit van een grotere groep van ondernemingen. Deze punten moeten worden toegelicht in het ontwerp-aanmeldingsformulier bedoeld in punt 14 van deze mededeling.

(28)  PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1.

(29)  Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie in zaak N 585/2007 (Verenigd Koninkrijk, verlenging van een O&O-regeling in Yorkshire), in zaak N 275/2007 (Duitsland, verlenging van het programma voor reddings- en herstructureringssteun ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen in Bremen), in zaak N 496/2007 (Italië (Lombardije), garantiefonds voor de ontwikkeling van risicokapitaal) en in zaak N 625/2007 (Letland, steun voor risicokapitaal ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen).

(30)  Dit impliceert geen uitbreiding van de rechten van belanghebbenden in het licht van de rechtspraak van de gemeenschapsrechters. Zie zaak T-95/03, Asociación de Empresarios de Estaciones de Servicio de la Comunidad Autónoma de Madrid en Federación Catalana de Estaciones de Servicio/Commissie, Jurispr. 2006, blz. II-4739, punt 139, en zaak T-73/98, Prayon-Rupel/Commissie, Jurispr. 2001, blz. II-867, punt 45.


BIJLAGE

Samenvatting van een aanmelding: Waarbij belanghebbenden wordt verzocht hun opmerkingen kenbaar te maken

Aanmelding van Staatssteun

Op … is bij de Commissie een steunmaatregel aangemeld overeenkomstig artikel 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Na een eerste onderzoek is de Commissie tot de bevinding gekomen dat de aangemelde maatregel binnen de werkingssfeer van de mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde soorten staatssteun (PB C ... van 16.6.2009, blz. ...) zou kunnen vallen.

De Commissie verzoekt belanghebbenden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen maatregel aan haar kenbaar te maken.

De belangrijkste kenmerken van de steunmaatregel zijn:

 

Referentienummer van de steun: N …

 

Lidstaat:

 

Referentienummer van de lidstaat:

 

Regio:

 

Steunverlenende autoriteit:

 

Benaming van de steunmaatregel:

 

Nationale rechtsgrondslag:

 

Voorgestelde communautaire grondslag voor de beoordeling: … richtsnoeren of vaste praktijk van de Commissie als genoemd in de beschikkingen van de Commissie (1, 2 en 3).

 

Type maatregel: Steunregeling/Ad-hocsteun

 

Wijziging van bestaande steunmaatregel:

 

Duur (regeling):

 

Datum van steunverlening:

 

Betrokken economische sector(en):

 

Typen begunstigden: (KMO's/grote ondernemingen)

 

Begroting:

 

Steuninstrument (subsidie, rentesubsidie):

Opmerkingen betreffende mededingingsvraagstukken dienen uiterlijk 10 werkdagen na de datum van publicatie van deze samenvatting bij de Commissie te zijn ingekomen en dienen vergezeld te gaan van een niet-vertrouwelijke versie van die opmerkingen, die aan de betrokken lidstaat en/of andere belanghebbenden kan worden verstrekt. Opmerkingen dienen, onder vermelding van referentienummer N …, per fax, post of e-mail op het volgende adres aan de Commissie te worden toegezonden:

European Commission

Directorate-General for Competition

State Aid Registry

1049 Bruxelles/Brussels

BELGIQUE/BELGIË

Fax +32 22961242

E-mail: stateaidgreffe@ec.europa.eu