13.2.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/8 |
Samenvatting van de beschikking van de Commissie
van 26 november 2008
inzake een procedure op grond van artikel 82 van het EG-Verdrag en artikel 54 van de EER-overeenkomst
(Zaken COMP/39.388 — Duitse groothandelsmarkt voor elektriciteit en COMP/39.389 — Duitse markt voor de balancering van elektriciteit)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 7367 definitief)
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2009/C 36/08)
Op 26 november 2008 heeft de Commissie een beschikking gegeven in een procedure op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1) publiceert de Commissie hierbij de beschikking, rekening houdend met het rechtmatige belang van ondernemingen bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Een niet-vertrouwelijke versie van de beschikking is te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres:
http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/cases/index/
(1) |
De beschikking is gericht aan E.ON AG, gevestigd te Düsseldorf, (hierna: „E.ON”) en heeft betrekking op twee zaken, waarvan één betrekking heeft op de Duitse groothandelsmarkt voor elektriciteit en de andere op de Duitse markt voor de balancering van elektriciteit. De beschikking maakt de door E.ON gedane toezeggingen om de twee zaken af te sluiten, bindend. In het licht van de aangegane verbintenissen bestaan er volgens de Commissie geen redenen meer om zelf op te treden. |
(2) |
Wat de eerstgenoemde zaak betreft, had de Commissie de zorg dat E.ON een strategie had ontworpen om beschikbare productiecapaciteit achter te houden (door de levering van elektriciteit van bepaalde centrales op de korte-termijnmarkt te beperken — de elektriciteitsbeurs EEX) gericht om de elektriciteitsprijzen te verhogen ten nadele van de consumenten, hetgeen misbruik van haar machtspositie op de groothandelsmarkt in Duitsland is. De Commissie vreesde bovendien dat E.ON deze praktijken aanvulde met middellange en lange termijn strategie die erop gericht was haar daadwerkelijke of potentiële concurrenten te ontmoedigen de elektriciteitsproductiemarkt te betreden en zodoende het volume op deze markt te beperken. |
(3) |
Wat de zaak betreffende de Duitse markt voor de balancering van elektriciteit betreft, had de Commissie de zorg of E.ON misbruik gemaakt van haar machtspositie op de secundaire markt voor balanceringsenergie in het E.ON-netwerk in de zin van artikel 82 van het EG-Verdrag, ten eerste door haar eigen kosten te verhogen teneinde haar productie-dochteronderneming te bevoordelen en de kosten aan de eindgebruiker door te berekenen; en ten tweede door te verhinderen dat stroomproducenten uit andere lidstaten balanceringsenergie verkopen op de E.ON-balanceringsmarkt. |
(4) |
De Commissie is van oordeel dat de toezeggingen die na de voorlopige beoordeling zijn gedaan en de opmerkingen die belanghebbenden hebben gemaakt, afdoende zijn om de vastgestelde mededingingsbezwaren weg te nemen. Ten eerste wordt met het afstoten van circa 5 000 MW van de productiecapaciteit van E.ON een antwoord geboden op de bezwaren op de groothandelsmarkt. Door deze afstoting valt de prikkel weg om productiecapaciteit op een rendabele manier weg te trekken, welke met name door de structuur van de portefeuille van de elektriciteitscentrales van E.ON mogelijk werd gemaakt. Door het afstoten van deze centrales wordt het voorts voor feitelijke en potentiële concurrenten gemakkelijker toegang te krijgen tot nieuwe centrales en tot centrales die zijn uitgerust met technologie waarover zij niet beschikken. Daarnaast zullen deze concurrenten toegang krijgen tot nieuwe vestigingsplaatsen die hen zullen helpen nog meer productiecapaciteit te bouwen door nieuwe elektriciteitscentrales te bouwen (of te her bouwen). Ten tweede wordt met het afstoten van de transmissiesysteemactiviteiten van E.ON, dat bestaat uit een 380/220 kV netwerk, het systeembeheer in het E.ON-gebied en aanverwante activiteiten, een antwoord geboden op de bezorgdheid betreffende de onbalansmarkt die voortvloeit uit de verticaal geïntegreerde structuur van E.ON dat actief is zowel in de sector van productie en levering als in de sector van elektriciteitstransport. |
(5) |
Gezien deze toezeggingen is de conclusie van de beschikking dat er geen redenen meer zijn voor ingrijpen door de Commissie. |
(6) |
Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities heeft op 3 november 2008 een gunstig advies uitgebracht. |
(1) PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.