15.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 304/142


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2008, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

2009/C 304/26

INHOUD

 

Paragraaf

Bladzijde

INLEIDING…

1-2

143

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING…

3-12

143

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER…

13-16

144

Tabel …

145

Antwoorden van de Stichting

147

INLEIDING

1.

De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (hierna „de Stichting” genoemd), gevestigd te Dublin, werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 (1). Zij heeft ten doel bij te dragen aan het uitwerken en verwezenlijken van betere levens- en arbeidsomstandigheden in de Europese Unie door de ontwikkeling en verspreiding van kennis op dit gebied (2).

2.

De begroting 2008 van de Stichting beliep 21 miljoen euro, tegen 20,2 miljoen euro het voorgaande jaar. Aan het eind van het jaar had de Stichting 87 personeelsleden in dienst, tegen 95 het voorgaande jaar.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 248 van het Verdrag controleerde de Rekenkamer de jaarrekening (3) van de Stichting, die bestaat uit de „financiële staten” (4) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting” (5) betreffende het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

4.

Deze betrouwbaarheidsverklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (6) aan het Europees Parlement en de Raad gericht.

De verantwoordelijkheid van de directeur

5.

Als ordonnateur voert de directeur de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling van de Stichting, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten (7). De directeur is verantwoordelijk voor het opzetten (8) van de organisatorische structuur en van de systemen en procedures voor beheer en interne controle die van belang zijn om definitieve rekeningen (9) te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en om te verzekeren dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn.

De verantwoordelijkheid van de Rekenkamer

6.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle een verklaring af te geven over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van de Stichting en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

7.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (10). Volgens die standaarden moet de Rekenkamer voldoen aan ethische voorschriften en de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de rekeningen geen afwijkingen van materieel belang bevatten en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

8.

De controle van de Rekenkamer houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De keuze van de procedures is afhankelijk van haar controleoordeel, waaronder de beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang in de rekeningen of van onwettige of onregelmatige verrichtingen als gevolg van fraude of fouten. Bij deze risicobeoordelingen wordt gekeken naar de interne controle met betrekking tot de opstelling en presentatie van de rekeningen door de entiteit om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. De controle van de Rekenkamer houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door de leiding gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

9.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

10.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de Stichting (11) op alle materiële punten een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2008 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar financieel reglement.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

11.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Stichting betreffende het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

12.

De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER

13.

Voor de beleidsuitgaven werd een bedrag overgedragen van 4,9 miljoen euro, meer dan 55 % van de kredieten. Deze situatie was in strijd met het jaarperiodiciteitsbeginsel. Ze wijst op gebreken in de programmering van de beleidsactiviteiten van de Stichting.

14.

De motivering van de begrotingsoverschrijvingen was ontoereikend: er werd geen schatting van de behoeften gegeven. Bovendien werd de raad van bestuur daarover niet ingelicht.

15.

De afsluiting van de rekeningen 2008 werd verricht door een uitzendkracht die voor korte tijd was aangeworven. Het overgangsverslag van de vorige rekenplichtige was onbevredigend en onvolledig en er was niet gezorgd voor een behoorlijke overgang tussen de vorige rekenplichtige en de nieuwe. Dit had tot gevolg dat de kwaliteit van de financiële staten op meerdere terreinen (bv. vaste activa, te betalen kosten, bestemmingsontvangsten, btw enz.) onbevredigend was; er waren verschillen met de rekeningen 2007, zodat tijdens de controle aanzienlijke aanpassingen nodig waren.

16.

Wat betreft de aanbestedingsprocedures werd in één geval (12) ten onrechte de procedure van gunning via onderhandelingen gevolgd. In twee andere gevallen (13) heeft de Stichting op onregelmatige wijze contracten verlengd tot na de maximaal toegestane looptijd. De Stichting moet naar beter toezicht op haar contracten en de programmering van haar aanbestedingsprocedures streven, waarbij ze nieuwe aanbestedingen uitschrijft lang voordat de betrokken contracten aflopen.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 8 oktober 2009.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President

Tabel

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Stichting zoals omschreven in Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1111/2005

Organisatie

In 2008 ter beschikking van de Stichting gestelde middelen

(gegevens over 2007)

Geleverde producten en diensten

„De Gemeenschap en de lidstaten stellen zich, indachtig de sociale grondrechten (…) ten doel (…) de gestage verbetering van de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, (…) het optreden van de lidstaten [wordt] op de volgende gebieden door de Gemeenschap ondersteund en aangevuld: (…) b) de arbeidsvoorwaarden; c) de sociale zekerheid en de sociale bescherming van werknemers; d) de bescherming van werknemers bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst; e) de informatie en de raadpleging van de werknemers; f) de vertegenwoordiging en collectieve verdediging van de belangen van werknemers en werkgevers, met inbegrip van de medezeggenschap; g) de werkgelegenheids-voorwaarden voor onderdanen van derde landen; h) de integratie van personen die van de arbeidsmarkt zijn uitgesloten; i) de gelijkheid van mannen en vrouwen (...)”

(Uit de artikelen 136 en 137 van het Verdrag)

Doelstelling

De Stichting heeft als opdracht betere levens- en arbeidsomstandig-heden te verwezenlijken door de ontwikkeling en verspreiding van de relevante kennis op dit gebied. Zij dient zich in het bijzonder bezig te houden met:

de arbeidsomstandigheden van de mens,

de organisatie van het werk en met name de wijze waarop gestalte wordt gegeven aan de arbeidstaak,

de specifieke problemen van bepaalde categorieën werknemers,

de aspecten op lange termijn van de milieu-verbetering,

de spreiding van de menselijke activiteiten in de tijd en in de ruimte.

Taken

De uitwisseling van informatie en ervaring op deze gebieden bevorderen;

de contacten tussen universiteiten, studie- en onderzoeks-instellingen, overheidsinstellingen en organisaties uit het sociaaleconomische leven vergemakkelijken;

studies (laten) verrichten en bijdragen tot de verwezenlijking van proefprojecten;

zo nauw mogelijk samenwerken met de in de lidstaten en op internationaal niveau bestaande gespecialiseerde instellingen.

1.   Raad van bestuur

Per lidstaat: één vertegenwoordiger van de regering, één vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties;

drie vertegenwoordigers van de Commissie.

2.   Presidium van de raad van bestuur

Bestaat uit elf leden: drie leden van elk van de sociale partners en de regeringen, twee van de Commissie;

houdt toezicht op de uitvoering van besluiten van de raad van bestuur en neemt in de tijd tussen twee vergaderingen van de raad van bestuur alle voor het beheer noodzakelijke maatregelen.

3.   Directeur Benoemd door de Commissie op basis van een door de raad van bestuur ingediende kandidatenlijst; voert de beslissingen van de raad van bestuur en van het presidium van de raad van bestuur uit en leidt de Stichting.

4.   De raadgevende comités Bestaan uit maximaal drie leden van de Commissie, regeringen en de sociale partners, en hebben tot doel advies te geven over de uitvoering van grote projecten en over de evaluatie van de resultaten ervan.

5.   Externe controle

Rekenkamer

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Begroting

21,0

(20,2) miljoen euro.

Personeelsbestand per 31 december 2008

101 posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan 78 (84) bezet.

Andere dienstverbanden:

gedetacheerde nationale deskundigen en uitzendkrachten: 0(1)

Arbeidscontractanten: 9 (10)

Totaal aantal personeelsleden: 87 (95),

waarvan er: 56 (55) uitvoerende,

27 (36) administratieve, en

4 (4) gemengde taken vervullen

Toezicht en onderzoeken:

Europese waarnemingspost voor arbeidsverhoudingen (EIRO): 572 maal informatie bijgewerkt; Europees waarnemingscentrum voor arbeidsomstandigheden (EWCO): 159 maal informatie bijgewerkt, en „European Restructuring Monitor” (ERM): 1 532 informatiebladen over herstructurering;

vierde Europese onderzoek naar arbeidsomstandigheden: secundaire analyse (thema's vergrijzing van de beroepsbevolking, werkorganisatie, gebruik van technologie);

tweede Europese onderzoek inzake levenskwaliteit (EQLS): afronding van veldwerk (31 landen; 35 000 interviews); gegevensanalyse; eerste resultaten bekendgemaakt (samenvatting);

Europees bedrijfsonderzoek: voorbereiding van veldwerk.

Werkgelegenheid en reorganisatie:

Casestudy's voor de „European Restructuring Monitor”;

impact van de globalisering op geselecteerde sectoren (vervoer, textiel, energie);

zwartwerk (maatregelen van vijf landen);

veranderingen van de werkgelegenheidsstructuur (rapport „More and better jobs”);

verbanden tussen innovatie, productiviteit en werkgelegenheid.

Evenwicht tussen werk en privéleven, en arbeidsomstandigheden:

Arbeidsomstandigheden en sociale dialoog;

flexibiliteit en veiligheid tijdens de levensloop;

wereldwijde vergelijking van arbeidsomstandigheden;

oudere vrouwelijke werknemers in Europa.

Arbeidsverhoudingen en partnerschap:

Gedragscodes en internationale kaderovereenkomsten;

dynamiek van de Europese sectorale sociale dialoog;

werktijden en arbeidsverhoudingen; loon en arbeidsverhoudingen;

dienst voor onderzoek onder belanghebbenden:

aansprakelijkheid bij onderaannemingsprocedures in de Europese bouwsector;

inzetbaarheid en flexiveiligheid;

voortgezette beroepsopleiding en arbeidsverhoudingen.

Sociale samenhang en levenskwaliteit:

Rol van lokale instanties bij de integratie van allochtonen;

demografische veranderingen en werkgelegenheid bij sociale diensten.

Communicatie en uitwisseling van ideeën en ervaring:

437 publicaties, 1,59 miljoen gebruikerssessies (gemiddeld 4 370/dag); 35 persactiviteiten, 2 149 krantenknipsels met een publiciteitswaarde-equivalent (PWE) van 4,08 miljoen euro, 112 156 300 mensen bereikt tegen 58 765 900 in 2006; 242 onderzoeken van journalisten;

promotiecampagnes: vier hulppakketten (vergrijzing, globalisering, flexiveiligheid, migratie);

vier promotietours (F, NL, CZ, GR);

bedrijvennetwerkseminar „Flexibility policies at the company level: a common interest?” (flexibiliteitsbeleid op bedrijfsniveau: in het algemeen belang?); reeks seminars van de Stichting: „Developing workers' skills — actors and actions” (ontwikkeling van vaardigheden van werknemers — actoren en acties), National Outreach Centers (landelijke dienstverleningscentra) voor AU, BE, ES, FI, FR, HU, IT, LUX, SP, UK;

57 tentoonstellingen en 52 bezoeken aan de Stichting.

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens.

ANTWOORDEN VAN DE STICHTING

13.

Wegens de looptijd van de onderzoekscontracten en onze betaalregeling was in onze jaarprogrammering reeds voorzien dat een bedrag van 45 % onder titel 3 overgedragen zou worden. Er is inderdaad een te corrigeren gebrek, maar dit is kleiner dan aangegeven (namelijk zo’n 10 %).

14.

Van alle begrotingsoverschrijvingen wordt nu onderbouwende documentatie bewaard en het presidium van de raad van bestuur zal regelmatig op de hoogte worden gebracht.

15.

De vorige rekenplichtige had een opzegtermijn van drie maanden, een te kort tijdsbestek om een nieuwe ambtenaar of tijdelijk functionaris aan te werven. Derhalve werd op tijdelijke basis een beëdigd accountant in dienst genomen, om ervoor te zorgen dat de jaarrekening naar behoren kon worden vereffend. Alle problemen die voortvloeiden uit de overgang tussen de vorige rekenplichtige en de nieuwe zijn nu opgelost.

16.

De Stichting zette met het oog op verzekeringsdiensten en diensten van reisagentschappen aanbestedingsprocedures in gang voor meerjarige contracten die inmiddels afgesloten zijn. Voor de juridische diensten werd het dienstverleningscontract verlengd om redenen van bedrijfscontinuïteit (daar de Stichting een aantal rechtszaken had lopen). Momenteel loopt een nieuwe aanbestedingsprocedure met het oog op de ontwikkeling van een meerjarige kaderovereenkomst voor juridische diensten. In ons systeem voor projectbeheer is als hulpmiddel voor tijdige programmering van aanbestedingsprocedures een aparte model opgenomen voor de planning van aanbestedingen en voor het beheer van contracten.


(1)  PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1.

(2)  Ter informatie geeft de tabel een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Stichting.

(3)  Bij deze rekening is een verslag gevoegd over het begrotings- en financieel beheer tijdens het jaar, dat onder meer de uitvoeringsgraad van de kredieten vermeldt en beknopte informatie geeft over de kredietoverschrijvingen tussen de verschillende begrotingsonderdelen.

(4)  De financiële staten omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van het eigen vermogen en de bijlage bij de financiële staten met een beschrijving van de voornaamste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(5)  De verslagen over de begrotingsuitvoering omvatten ook de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(6)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(7)  Artikel 33 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72).

(8)  Artikel 38 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie.

(9)  De regels inzake de rekening en verantwoording en boekhouding van de agentschappen zijn vastgelegd in hoofdstuk 1 van titel VII van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 652/2008 van de Commissie van 9 juli 2008 (PB L 181 van 10.7.2008, blz. 23), en zijn als zodanig opgenomen in het financieel reglement van de Stichting.

(10)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(11)  De definitieve jaarrekening is op 30 juni 2009 opgesteld en op 2 juli 2009 bij de Rekenkamer ingekomen. De definitieve jaarrekening wordt geconsolideerd met die van de Commissie en vervolgens voor 15 november van het volgende jaar in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. Ze is te vinden op de website http://eca.europa.eu of op http://www.eurofound.europa.eu

(12)  Vernieuwing van het dienstverleningscontract voor verzekeringsdiensten (37 000 euro).

(13)  Dienstverleningscontracten voor diensten van reisagentschappen (157 000 euro) en voor juridische diensten (25 000 euro).